Jaarrekening Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag. FPC Dr. S. van Mesdag. Stichting FPC Dr. S.

Transcriptie

1 2015

2 Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag Jaarrekening 2015 FPC Dr. S. van Mesdag is een forensisch psychiatrisch centrum voor patiënten met een tbsmaatregel. De behandeling is gebaseerd op respect voor de patiënt en gericht op veiligheid en vermindering van het delictrisico. FPC Dr. S. van Mesdag maakt samen met de afdelingen forensische en intensieve geestelijke gezondheidszorg van Lentis deel uit van het samenwerkingsverband Forint. De jaarrekening is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Bestuursstichting Lentis. FPC Dr. S. van Mesdag Postbus RC GRONINGEN bezoekadres Helperlinie AZ GRONINGEN Telefoon (050) info@fpcvanmesdag.nl FPC Dr. S. van Mesdag is een ISO 9001-gecertificeerde organisatie. kvk nr

3 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Jaarrekening Balans per 31 december Resultatenrekening over Kasstroomoverzicht over Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december Mutatieoverzicht (im)materiële vaste activa Overzicht langlopende schulden ultimo Toelichting op de resultatenrekening over Overige gegevens 2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Nevenvestigingen Controleverklaring 30 Pagina 1

4 1 JAARREKENING

5 1 JAARREKENING 1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ACTIVA Ref. 31-dec dec-14 Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Onderhanden werk uit hoofde van DBBC's Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Ref. 31-dec dec-14 PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva Pagina 3

6 1.2 RESULTATENREKENING OVER 2015 Ref BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Niet-gebudgetteerde zorgprestaties DBBC-opbrengsten Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging: Eigen vermogen Pagina 4

7 1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2015 Kasstroom uit operationele activiteiten Ref Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen en overige waardeverminderingen mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: onderhanden werk DBBC's - vorderingen kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december Mutatie geldmiddelen Toelichting: Het kasstroomoverzicht is opgesteld middels de indirecte methode. De daadwerkelijk in 2015 ontvangen en betaalde interest is opgenomen in het kasstroomoverzicht in plaats van de rentebaten en rentelasten. Het verschil is gecorrigeerd op de mutatie kortlopende vorderingen (in geval van ontvangen interest) en/of schulden (in geval van betaalde interest). Bij de kasstromen uit investeringsactiviteiten zijn de daadwerkelijke kasstromen opgenomen voor de aangekochte immateriële en materiële vaste activa in plaats van het bedrag dat uit het mutatieoverzicht van deze activa komt. Het resultaat op de verkoop van activa is opgenomen als aanpassing op het bedrijfsresultaat. Pagina 5

8 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving RJ640 en de relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad van de Jaarverslaggeving. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. De cijfers voor 2014 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2015 mogelijk te maken. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Verbonden rechtspersonen De raad van bestuur van FPC Dr. S. van Mesdag bestaat uit dezelfde personen als de raad van bestuur van Bestuursstichting Lentis. FPC Dr. S. van Mesdag heeft per jaareinde geen invloed van betekenis over Phebe B.V. Er hebben zich in het boekjaar geen transacties met verbonden partijen op niet-zakelijke grondslag voorgedaan. Grondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft FPC Dr. S. van Mesdag zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en in het kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Pagina 6

9 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen, onderhanden projecten en vooruitbetalingen op (im)materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen. Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. De uitgaven voor groot onderhoud worden ten laste gebracht van deze voorziening. Financiële vaste activa FPC Dr. S. van Mesdag heeft per jaareinde een kapitaalbelang van 14,3% in Phebe B.V. De deelneming is gewaardeerd tegen actuele waarde. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Afgeleide financiële instrumenten FPC Dr. S. van Mesdag maakt gebruik van een rentederivaat (renteswap ter afdekking van renterisico's). Deze wordt tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen. FPC Dr. S. van Mesdag past kostprijs hedge accounting toe. Op het moment dat de hedge relatie is aangegaan, is dit door FPC Dr. S. van Mesdag gedocumenteerd. FPC Dr. S. van Mesdag stelt middels een test periodiek de effectiviteit van de hedge relatie vast. Dit gebeurt door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het hedge-instrument en de afgedekte positie indien de kritische kenmerken van het hedge instrument en die van de afgedekte positie niet aan elkaar gelijk zijn. Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat FPC Dr. S. van Mesdag derivaten tegen kostprijs waardeert omdat de afgedekte leningen ook tegen kostprijs in de balans worden verwerkt. Indien er sprake zou zijn van het (deels) ineffectief worden van de hedgerelatie dan wordt deze voor het ineffectieve deel direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Pagina 7

10 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Financiële instrumenten en risicobeheersing Rente- en liquiditeitsrisico's Voor schulden met variabele renteafspraken loopt FPC Dr. S. van Mesdag risico ten aanzien van toekomstige kasstromen als gevolg van wijzigingen in de rentestanden. Met betrekking tot één bepaalde variabel rentende schuld (schulden aan kredietinstellingen) heeft FPC Dr. S. van Mesdag een renteswap gecontracteerd, zodat zij per saldo een vaste rente betaalt. Per financieringsbesluit heeft FPC Dr. S. van Mesdag een bewuste keuze gemaakt over het aantrekken van een lening tegen vaste rente of van een lening tegen variabele rente onder gelijktijdige afsluiting van een rente-instrument waarmee de variabele rente effectief in een vaste rente wordt omgezet. De criteria op basis waarvan wordt gekozen omvatten: (a) de financieringsbehoefte, (b) de mate waarin de aan te trekken leningen passen in een zo gelijk mogelijk in de tijd verspreiden van betaaldata, vervalkalender en renteherzieningsmomenten en (c) de per saldo hiermee gemoeide kosten. Hierbij wordt uitsluitend gekozen voor rentederivaten indien hierbij minimaal dezelfde onder (b) criteria worden gerealiseerd maar tegen per saldo lagere kosten dan bij het aantrekken van leningen met een vaste rente. Bovendien dienen financiële instrumenten tot een volledige effectieve hedge te leiden. Dat wil zeggen dat betaaldata en hoofdsom van variabel rentende leningen zoveel als mogelijk in lijn liggen met de betaaldata, van de onderliggende waarde (notional value) van de derivaten, en de einddatum van het derivaat binnen de einddatum van de variabel rentende lening valt. De lening is voor 30 jaar vastgelegd, waarbij periodiek de toeslag ten opzichte van het euribor- tarief opnieuw wordt vastgezet. Het onderliggende financiële instrument valt binnen de totale looptijd van de lening. De verstrekker van de renteswap heeft de mogelijkheid, om in specifieke niet nader omschreven situaties, een aanvullende dekking te vragen. Onderhanden werk uit hoofde van DBBC's Het onderhanden werk uit hoofde van Diagnose Behandel en Beveiliging Combinaties (DBBC) wordt gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde van de DBBC. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBBC's die ultimo boekjaar openstonden. Op de waardering van het onderhanden werk wordt het voorschot dat ontvangen is ter financiering van het onderhanden werk in mindering gebracht. Wanneer de verwachte opbrengstwaarde lager is dan het ontvangen voorschot wordt het verschil onder de kortlopende schulden weergegeven. Vorderingen De vorderingen hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. Vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Per individuele voorziening is een toelichting van de grondslagen voor waardering opgenomen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Pagina 8

11 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. Schulden worden opgenomen tegen nominale waarde Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Opbrengsten Opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot in totaal te verrichten diensten. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord. Diagnose Behandeling en Beveiliging Combinatie (DBBC) Met ingang van 2013 is er sprake van een transitieperiode voor de bekostiging van de zorg en voor de kapitaalslasten. In de jaren 2013 t/m 2015 wordt voor de zorg geleidelijk overgegaan van bekostiging op basis van budgetparameters naar een volledige bekostiging op basis van DBBC s. Voor de kapitaalslasten vindt deze overgang plaats in de jaren 2013 tot De overgang in 2015 houdt in dat 30% van de DBBC waarde, die voortkomt uit gefactureerde DBBC s en per jaareinde openstaand onderhanden werk DBBC s, als omzet wordt verantwoord. De resterende 70% is alleen bedoeld als financieringsmechanisme over Het grootste deel van de omzet in de jaarrekening is daarmee overeenkomstig voorgaande jaren gekoppeld aan de prestatieafspraken met het ministerie van Veiligheid & Justitie alsmede een vergoeding voor beschikbare capaciteit. De bestaande vergoeding voor bekostiging van kapitaalslasten wordt ingaande 2013 fasegewijs van vaste budgetafspraken omgevormd tot een toeslag op de DBBC, de Normatieve Huisvesting Component (NHC). De transitieperiode voor de NHC loopt tot De vergoeding voor kapitaalslasten is in 2015 voor 50% bepaald door de toeslag op DBBC s en is voor 50% gebaseerd op de bestaande budgetparameters. De verwerking van de DBBC s komt terug bij het onderhanden werk, de nog te factureren omzet DBBC s en de DBBC opbrengsten. De eerste twee posten staan onder de vlottende activa, de laatste post staat in de winst- en verliesrekening. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit. Pagina 9

12 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Pensioenen FPC Dr. S. van Mesdag heeft voor haar werknemers een pensioenregeling ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. FPC Dr. S. van Mesdag heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. FPC Dr. S. van Mesdag heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Per jaareinde is de gemiddelde actuele dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden 97%. Vanaf 1 januari 2015 is de berekening van de actuele dekkingsgraad aangepast en de beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd. Door de nieuwe berekening is het niet mogelijk de dekkingsgraad te vergelijken met 2014 en eerdere jaren. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten omvatten de rentebaten van uitstaande middelen, rentelasten van opgenomen gelden, rentelasten van financiële instrumenten en de resultaten van deelnemingen. Rentebaten en -lasten worden opgenomen volgens de effectieve rentemethode. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen gelden zodra deze zijn ontvangen. Subsidies ter compensatie van gemaakte kosten worden systematisch in de winst- en verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als de kosten worden gemaakt. Subsidies en bijdragen op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies en bijdragen betrekking hebben. Verwerking van de subsidie in de winst- en verliesrekening dan wel het in mindering brengen op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa vindt slechts plaats na toetsing dat voldaan wordt aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Pagina 10

13 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Software licenties Totaal immateriële vaste activa Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de immateriële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 1.6. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening groot onderhoud gevormd. De dotatie aan de voorziening wordt rechstreeks in het resultaat verantwoord. Pagina 11

14 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 ACTIVA 3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Deelnemingen Totaal financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Boekwaarde per 1 januari Resultaat deelnemingen Boekwaarde per 31 december Toelichting: Het aandelenkapitaal van Phebe B.V. is in 2015 uitgebreid van naar Op 23 november 2015 zijn twee nieuwe partijen toegetreden tot Phebe B.V. De twee partijen hebben zich middels een instap-fee ingekocht. Met ingang van deze datum is het kapitaalbelang van FPC Dr. S. van Mesdag in Phebe B.V. gewijzigd van 20% naar 14,3%. Phebe B.V. is gewaardeerd op basis van de voorlopige jaarrekening Onderstaande specificatie is gebaseerd op de laatst vastgestelde jaarrekening (verslagjaar 2014). Over dit verslagjaar was er nog sprake van invloed van betekenis (20% of meer). Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen: Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon Kernactiviteit Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%: Phebe B.V., te Groningen Payrol en HRM activiteiten Verschaft kapitaal Kapitaalbelang (in %) Eigen vermogen Resultaat op % Pagina 12

15 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 ACTIVA 4. Onderhanden werk DBBC's De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Onderhanden werk DBBC's Af: ontvangen voorschotten Bij: herrubricering naar kortlopende schulden Totaal onderhanden werk Onderhanden werk DBBC's Reguliere capaciteit incl. overige producten - zorgcomponent Reguliere capaciteit incl. overige producten - kapitaalslastencomponent Tijdelijke capaciteit (Tenders) Totaal onderhanden werk DBBC's OHW Waardering Saldo per 31-dec-15 % % van 95,5% % van 100% % van 100% De specificatie per categorie DBBC-producten is als volgt weer te geven: Gerealiseer- Stroom DBBC's de kosten en Af: Bij: Saldo per toegereken- ontvangen herrubricering 31-dec-2015 de winst voorschotten Onderhanden werk DBBC's Totaal (onderhanden werk) De specificatie per categorie DBBC producten is als volgt weer te geven: Toelichting: Met ingang van 2015 financiert het Ministerie van Veiligheid & Justitie het onderhanden werk voor. In 2014 is een structureel voorschot ontvangen van Op 31 december 2015 bedraagt de onderhandenwerk positie (ultimo 2014: ). Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen de verwachte opbrengst. De opbrengst bestaat uit de gemiddelde verwachte opbrengst van de bestede behandeltijd, dagbesteding en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft een tariefskorting van 4,5% opgelegd over de zorgcomponent van de reguliere capaciteit. Conform de geldende overgangsregeling naar prestatiebekostiging in 2015 is van de reguliere capaciteit en overige producten 30% van de zorgcomponent en 50% van de kapitaalslastencomponent in het onderhanden werk verantwoord (2014: 5%, resp. 30%). Het ontvangen voorschot is in mindering gebracht op de onderhanden werk waardering. Omdat het ontvangen voorschot hoger is dan de waardering van het onderhanden werk is het verschil gerubriceerd onder de kortlopende schulden. Wanneer het onderhanden werk ultimo 2014 wordt gewaardeerd tegen de waarderingspercentages die gelden in 2015 leidt dit tot een onderhanden werkpositie van Pagina 13

16 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 ACTIVA 5. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Vordering op ministerie van Veiligheid en Justitie Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBBC's Reis- en salarisvoorschotten Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Totaal vorderingen en overlopende activa Toelichting: Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. De reële waarde benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de vorderingen. De vordering per jaareinde op het ministerie van Veiligheid en Justitie betreft de subsidieafwikkeling 2013 van De specificatie van de nog te factureren omzet DBBC's is als volgt weer te geven: Nog te factureren omzet DBBC's Reguliere Reguliere Tijdelijke Totaal capaciteit capaciteit capaciteit (zorg) (kapitaalslasten) (tenders) ANG stand per Waarvan betrekking op eerdere jaren Omzetdeel Waardering ANG deel Waardering ANG deel eerdere jaren Totaal nog te factureren omzet DBBC's Op 31 december 2015 is de nog te factureren omzet DBBC's De nog te factureren omzet is gewaardeerd overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit en de geldende overgangsregeling naar prestatiebekostiging in De verwachte opbrengstwaarde is Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft een tariefskorting van 4,5% opgelegd over de zorgcomponent van de reguliere capaciteit. Over de omzetwaarde 2015 is van de reguliere capaciteit en overige producten 30% van de zorgcomponent en 50% van de kapitaalslastencomponent verantwoord. Het gedeelte van de ANG-positie op welke betrekking heeft op verslagjaar 2014 of eerder zijn tegen de op de voor dat jaar geldende percentages opgenomen. De factuurwaarde van nog te factureren DBBC's op 31 december 2014 is Bij waardering tegen dezelfde waarderingspercentages als in 2015 had de vordering eind 2014 een omvang van gehad. 6. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Bankrekeningen Kassen Totaal liquide middelen Toelichting: FPC Dr. S. van Mesdag voert beheer over gelden van justitiëel ingeslotenen voor een bedrag van ultimo 2015 (ultimo 2014: ). De overige liquide middelen zijn direct opeisbaar. Pagina 14

17 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 PASSIVA 7. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec dec-14 Eigen vermogen Egalisatiereserve Totaal eigen vermogen Eigen vermogen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2015 bestemming mutaties 31-dec-2015 Eigen vermogen Egalisatiereserve Totaal eigen vermogen Toelichting: De egalisatiereserve komt voort uit de afgesloten budgetteringsovereenkomst met het Ministerie van Veiligheid & Justitie bij de verzelfstandiging naar een zelfstandige stichting op Mutaties in de hoogte van de egalisatiereserve worden door het ministerie op basis van nacalculatie vastgesteld. De verwachte mutatie van de egalisatiereserve over 2015 bedraagt postitief. Het ministerie heeft de stand van de egalisatiereserve per vastgesteld op ; hoger dan in de jaarrekening 2014 was voorzien. 8. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven: Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per 1-jan dec-2015 Voorziening substantieel bezwarende functies Voorziening jubilea Voorziening groot onderhoud Totaal voorzieningen Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2015 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar) Toelichting per categorie voorziening: Voorziening substantieel bezwarende functies De uitgaven in 2015 in het kader van de substantieel bezwarende functie regeling (voorheen Functioneel Leeftijds Ontslag) zijn ten laste van de voorziening gebracht. Voor de dotatie aan de voorziening is de opbouwmethode gevolgd op een dusdanige wijze dat de toekomstige verplichtingen op enig moment zijn afgedekt. In de berekening van de benodigde voorziening wordt rekening gehouden met een vertrekkans van medewerkers en het niet deelnemen van medewerkers aan de regeling. Op basis van de huidige kennis is de totale contante waarde (bij een disconteringsvoet van 1,5%) van de verplichting inclusief indexatie vastgesteld op (ultimo 2014: bij een disconteringsvoet van 3%). Voorziening jubilea De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde voor in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,5%. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van de gebouwen, gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan met een horizon van 20 jaar. De voorziening is gebaseerd op de nominale waarde. Pagina 15

18 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2015 PASSIVA 9. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Schulden aan banken Totaal langlopende schulden (looptijd langer dan één jaar) Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari Af: aflossingen Stand per 31 december Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar) Toelichting: FPC Dr. S. van Mesdag heeft een tweetal leningen afgesloten waarbij hypothecaire zekerheid is verstrekt op bedrijfsgebouwen en terreinen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage Overzicht langlopende schulden. 10. Kortlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec dec-14 Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Vakantiegeld Vakantiedagen Rekening courant Justitiëel ingeslotenen Nog te betalen bedragen ministerie van Veiligheid en Justitie Vooruitontvangen bedragen ministerie van Veiligheid en Justitie Overige vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Totaal kortlopende schulden Toelichting: De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan een jaar met uitzondering van de rekening courant verhouding met patiënten. FPC Dr. S. van Mesdag voert beheer over gelden van justitiëel ingeslotenen voor een bedrag van De beheertermijn is afhankelijk van diverse factoren, welke niet goed voorspelbaar zijn en gedeeltelijk niet beïnvloedbaar zijn door FPC Dr. S. van Mesdag. Derhalve is het gehele bedrag opgenomen onder de kortlopende schulden. Bij het onderhanden werk DBBC's is het verschil van tussen de positie onderhanden werk DBBC's en het ontvangen voorschot van het ministerie gerubriceerd naar de vooruitontvangen bedragen ministerie van Veiligheid en Justitie. Op de vooruitontvangen bedragen ministerie van Veiligheid en Justitie wordt ook het verschil tussen de opbrengsten en de ontvangsten in het lopende boekjaar verantwoord. Per saldo resteert een schuld van Vorderingen en schulden op het ministerie over andere boekjaren worden als vordering of nog te betalen bedragen verantwoord. Pagina 16

19 1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER Niet uit de balans blijkende verplichtingen Renteswap Met betrekking tot de variabel rentende hypothecaire lening heeft FPC Dr. S. van Mesdag een renteswap gecontracteerd zodat zij een vaste rente betaalt en een variabele rente ontvangt. De in 2009 afgesloten renteswap heeft eind 2015 een negatieve waarde van (ultimo 2014: negatief), een hoofdsom van en een looptijd van 20 jaar. De renteswap is gekoppeld aan een lening bij de Rabobank van Voor een nadere toelichting op de renteswap wordt verwezen naar bijlage Overzicht renteswap. Onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie In de afgelopen periode zijn er meerdere gerechtelijke uitspraken gedaan over het recht op onregelmatigheidstoeslag (ORT) tijdens vakantie met terugwerkende kracht. Voor de geestelijke gezondheidszorg zijn dergelijke uitspraken er niet. In de cao ggz is afgesproken ORT tijdens vakantie vanaf 1 juli 2015 te betalen. Gelet op de onduidelijkheid over de reikwijdte van de jurisprudentie over terugwerkende kracht, is het standpunt van FPC Dr. S. van Mesdag dat ORT tijdens vakantie over de periode vóór 1 juli 2015 niet verwerkt kan worden als voorziening in de balans. In 2015 zijn onregelmatigheidsuren gemaakt. Tot op heden zijn er geen medewerkers geweest die aanspraak hebben gemaakt op een vergoeding. Vanaf 1 juli wordt ORT tijdens vakantie betaald. Pagina 17

20 1.6 MUTATIEOVERZICHT (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA Immateriële Grond Gebouwen Ver- Installaties Inventaris Onderh. Totaal vaste activa bouwingen Projecten Stand per 1 januari aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Mutaties in het boekjaar - investeringen afschrijvingen desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Afschrijvingspercentage 25,0% 0,0% 3,3% 10,0% 10,0% Divers zie spec. n.v.t. Specificatie afschrijvingspercentages inventaris Mobiele telefoons en tablets 50,0% Hardware 25,0% Inventaris patiëntenkamers 20,0% Vervoersmiddelen 20,0% Inventaris kantoor 12,5% Inventaris dagbesteding 10,0% Overige inventaris 20,0% Pagina 18

21 BIJLAGE 1.7 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO Overzicht langlopende schulden Leninggever Datum Hoofdsom Soort lening Restschuld Nieuwe leningen in 2015 Aflossing in 2015 Restschuld Restschuld over 5 jaar Resterende looptijd in jaren eind 2015 Totale looptijd Werkelijkerente Aflossingswijze Aflossing in 2016 % Gestelde zekerheden ING bank rentevast 4,90% Lineair hypotheek Rabobank variabel met swap * Lineair hypotheek Totaal Toelichting: * Op 9 november 2009 is een lening van bij de Rabobank afgesloten. De voorwaarden voor de lening bij de Rabobank worden periodiek herzien. Op 31 januari 2013 zijn de voorwaarden van de lening herzien voor een periode van 3 jaar. De rentelasten bestaan uit 3-maand euribor en een klant- en liquiditeitsopslag van 1,55%-punt. Op 31 januari 2016 zijn de voorwaarden herzien naar 3-maand euribor en een klant- en liquiditeitsopslag van 2,02%-punt, deze voorwaarden zijn voor een periode van 10 jaar vastgelegd. Ten behoeve van de rentestabilisatie is een renteswap met een duur van 20 jaar gekoppeld aan de lening. Aflossing van de lening is op basis van een 30 jarige looptijd Overzicht Renteswap Voor de variabel rentende lening van de Rabobank is voor een renteswap aangegaan om het risico van variabele rente op deze lening af te dekken. Deze renteswap heeft de volgende kenmerken: Renteswap Bank Hoofdsom Transactie datum Te ontvangen variabele rente Te betalen vaste rente Totale looptijd Einddatum Marktwaarde Effectiviteit hedge % % CD RABO mnd euribor 3,92% % Pagina 19

22 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 BATEN 12. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt: Overige zorgprestaties Totaal Toelichting: Bij het bepalen van de opbrengsten vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft FPC Dr. S. van Mesdag de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gevolgd zoals onderstaand opgenomen. Voor de forensische zorg is sinds 2013 sprake van een overgangsregeling in de bekostiging. Voor 2015 wordt afgerekend op basis van 70% van de oude budgetparameters (verantwoord onder 12: Niet-gebudgetteerde zorgprestaties) en voor 30% op basis van de Diagnose Behandel en Beveiliging Combinatie (DBBC) welke is verantwoord onder 13: DBBC opbrengsten. Dit betekent dat de DBBC's voor 70% slechts gehanteerd worden ter financiering en niet als bekostigingsgrondslag (lees: opbrengsten). In 2016 zal de bekostiging volledig op basis van de DBBC-systematiek plaatsvinden. Ten aanzien van de normatieve huisvestingscomponent (NHC) is de opbrengstbepaling voor 50% gebaseerd op de nieuwe prestatiebekostiging en 50% op basis van de oude parameters. 13. DBBC opbrengsten De specificatie is als volgt: DBBC facturatie Mutatie onderhanden werk DBBC's Mutatie nog te factureren DBBC's Totaal Toelichting: De DBBC-systematiek kende inherente beperkingen waardoor in de periode tot en met 2014 geen goedkeurende verklaringen bij de DBBC verantwoordingen konden worden verstrekt. Het effect hiervan op de opbrengstverantwoording in de jaarrekening was zeer beperkt door de overgangsregeling naar volledige DBBC financiering (in 2014 is het effect op de opbrengsten in jaarrekening 5%). Met ingang van 2015 zijn in de controleprotocollen duidelijkere vereisten en nadere duidingen opgenomen door het ministerie van Veiligheid en Justitie, waardoor deze inherente beperkingen zijn ondervangen. De jaarrekening van FPC Dr. S. van Mesdag is eerder opgesteld dan de opstelling van de Omzetverantwoording DBBC ten behoeve van het ministerie. Uit intern uitgevoerde werkzaamheden op de DBBC s zijn geen significante gebreken gebleken. Hiermee is FPC Dr. S. van Mesdag van mening dat zij voldoet aan de daaraan te stellen eisen. In aanvulling op de DBBC-verantwoording heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie additionele prestatie-indicatoren afgesproken, hiermee is rekening gehouden in de omzetbepaling. Eveneens is de omzetverantwoording DBBC s over 2014 goedgekeurd door het ministerie en zal op basis daarvan afrekening van de DBBC s 2014 plaatsvinden. De waarde van de gefactureerde DBBC's, mutatie onderhanden werk en mutatie nog te factureren DBBC's over 2015 is (2014: ). In 2015 is voor aan DBBC's gefactureerd. Voor van de facturen is (een deel van) de omzet in eerdere jaren al verantwoord, het betreft DBBC's die zijn gestart in 2012, 2013 of Van het deel van de omzet, die betrekking heeft op 2015 is 30% van de zorgcomponent en 50% van de kapitaallastencomponent van de reguliere productie verantwoord (in 2014: 5% resp. 30%). De omzet van de tenderproductie is verantwoord onder de niet-gebudgetteerde zorgprestaties. Pagina 20

23 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 BATEN 14. Subsidies De specificatie is als volgt: Europees Sociaal Fonds (ESF) subsidie Totaal Toelichting: In de subsidie-opbrengsten voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) wordt alleen dat deel verantwoord waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De subsidie voor boekjaar 2015 is nog niet vastgesteld. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie geeft na afloop van de subsidieperiode een beschikking af op basis van de bevindingen van het Agentschap SZW en de Rijks Audit Autoriteit. 15. Overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt: Toelagen budgetbrief Overige opbrengsten Totaal Pagina 21

24 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 LASTEN 16. Personeelskosten De specificatie is als volgt: Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten Subtotaal Personeel niet in loondienst Dotaties en vrijval voorzieningen Totaal personeelskosten Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden Toelichting: Er zijn geen medewerkers werkzaam buiten Nederland. In de verzelfstandigingsovereenkomst van het FPC Dr. S. van Mesdag per zijn afspraken gemaakt over een nonactiviteitenregeling (Substantieel Bezwarende Functies). Het betreft een groep medewerkers (zogenaamde executieven) met een dienstverband op Er zijn 17 medewerkers welke (deels) gebruik maakt van de regeling per jaareinde. Drie medewerkers mogen opteren, maar hebben dit (nog) niet gedaan. Er zijn 181 medewerkers welke, volgens de nu geldende afspraak tussen 2016 en 2045 gebruik, mogen maken van de non-activiteitenregeling. 17. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt: Afschrijvingen: - immateriële vaste activa materiële vaste activa Totaal afschrijvingen Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud Energiekosten gas Energiekosten stroom Energie transport en overig Subtotaal Dotaties en vrijval voorzieningen Totaal overige bedrijfskosten Pagina 22

25 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 LASTEN 19. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: Rentebaten Subtotaal financiële baten Rentelasten Resultaat deelnemingen Overige financiële lasten Subtotaal financiële lasten Totaal financiële baten en lasten Buitengewone baten en lasten Er zijn over 2015 geen buitengewone baten en lasten te verantwoorden. 21. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht Tweehoofdig met voorzitter De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2015 is als volgt: Naam drs. H.J. van der Hoek drs. C.L. Bruinsma 1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? nee ja 3 Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in n.v.t. uw organisatie? 4 Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw nee n.v.t. organisatie? 5 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? onbep. tijd onbep. tijd 6 Welke salarisregeling is toegepast? BBZ BBZ 7 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 15% 15% 8 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) a. Waarvan: verkoop verlofuren 0 0 b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura? Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a werkgeversbijdrage pensioen, VUT en FPU) 13 Winstdelingen en bonusbetalingen Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband Totaal bezoldiging (8 t/m 14, excl. 8a en b) Pagina 23

26 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2015 is als volgt: Prof. Dr. G.J.E.M. Sanders dr. P.C. Lerk mr. A.H. Bronsvoort 1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? 2 Functie Voorzitter Lid / Voorzitter Lid 3 Beloning Vergoedingen in natura n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5 Vaste en variabele onkostenvergoedingen Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies n.v.t. n.v.t. n.v.t. 7 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. n.v.t. n.v.t. n.v.t. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 8 Winstdelingen en bonusbetalingen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 9 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband n.v.t. n.v.t. n.v.t. 10 Totaal bezoldiging (4 t/m 10) drs. L.P. Mr. E.A.O. ir. E. Sinnema Middel Muurmans 1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? 2 Functie Lid Lid Lid 3 Beloning Vergoedingen in natura n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5 Vaste en variabele onkostenvergoedingen Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies n.v.t. n.v.t. n.v.t. 7 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. n.v.t. n.v.t. n.v.t. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 8 Winstdelingen en bonusbetalingen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 9 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband n.v.t. n.v.t. n.v.t. 10 Totaal bezoldiging (4 t/m 10) Toelichting: Bezoldiging is inclusief 21% BTW. De nevenfuncties van de toezichthouders zijn opgenomen in het jaarverslag. Vanaf 2015 is geen sprake meer van een vaste onkostenvergoeding. Onkosten worden vergoed op basis van ingediende en goedgekeurde declaraties. Op 30 juni 2015 is Prof. Dr. G.J.E.M. Sanders afgetreden als voorzitter Raad van Toezicht. Per 1 juli 2015 is de functie van dr. P.C. Lerk gewijzigd naar voorzitter van de Raad van Toezicht. Op 5 oktober 2015 heeft de Raad van Toezicht Mr. E.A.O. Muurmans MBA benoemd als lid. Mr. A.H. Bronsvoort heeft tot en met 2014 afgezien van een vergoeding voor de uitvoering van werkzaamheden als lid van de Raad van Toezicht. In 2015 is een vergoeding verstrekt voor de uitgevoerde werkzaamheden. Pagina 24

27 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht geworden. Deze verantwoording is opgesteld op basis van op FPC Dr. S. van Mesdag van toepassing zijnde regelgeving: het WNT maximum voor de zorg, Klasse I. Aangezien FPC Dr. S. van Mesdag organisatorisch is verbonden met Bestuursstichting Lentis en voor beide instellingen de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector van toepassing is, past FPC Dr. S. van Mesdag de klassenindeling toe die geldt voor Bestuursstichting Lentis als geheel, in casu Klasse I. Het bezoldigingsmaximum in 2015 volgens de WNT is voor FPC Dr. S. van Mesdag Het weergegeven individuele WNTmaximum is berekend naar rato van de omvang en voor topfunctionarissen tevens de duur van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het individuele WNT-maximum voor de leden van Raad van Toezicht bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van het dienstverband. De Voorzitter Raad van Bestuur en het Lid Raad van Bestuur hebben een dienstverband bij Bestuursstichting Lentis en de Directeur algemene zaken heeft een dienstverband bij Stiching Lentis MO. Voor de werkzaamheden besteed bij FPC Dr. S. van Mesdag worden een managementfee, dan wel detacheringskosten betaald. Naast de vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het toepasselijke WNTmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen (bedragen in euro's) Functie(s) Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband in fte Gewezen topfunctionaris? Echte of fictieve dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband 2014 in fte Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014 drs. H.J. drs. C.L. G.E. Koorman drs. H.J. van der Hoek Bruinsma MBA MHCM Beintema Voorzitter RvB Lid RvB / Voorzitter RvB Directeur algemene zaken Directeur behandel zaken 1/1-30/09 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 0,15 0,15 0,78 0,88 nee nee nee nee ja ja ja ja n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t /1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 0,15 0,15 0,78 0,88 n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0 n.v.t. n.v.t. n.v.t Toelichting leidinggevende topfunctionarissen: Voor drs. H.J. van der Hoek is het overgangsrecht uit artikel 7.3. WNT van toepassing. De bezoldiging van de raad van bestuur zoals verantwoord betreft het aandeel voor FPC Dr. S. van Mesdag van de totale bezoldiging die zij ontvangen voor de bestuurlijke taken voor zowel FPC Dr. S. van Mesdag als Bestuursstichting Lentis. De directeur algemene zaken is bij FPC Dr. S. van Mesdag gedetacheerd voor een totale bezoldiging van Pagina 25

28 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 Toezichthoudende topfunctionarissen (bedragen in euro's) Prof. Dr. G.J.E.M. dr. P.C. Lerk dr. P.C. Lerk mr. A.H. Sanders Bronsvoort Functie(s) Voorzitter RvT Voorzitter RvT Lid RvT Lid RvT Duur dienstverband in /1-30/6 1/7-31/12 1/1-30/6 1/1-31/12 Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t /1-31/12 n.v.t. 1/1-31/12 1/1-31/ n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t Functie(s) Duur dienstverband in 2015 Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014 drs. L.P. Mr. E.A.O. ir. E. Sinnema H.W. van de Middel Muurmans MBA Weijer Lid RvT Lid RvT Lid RvT Vice-voorzitter RvT 1/1-31/12 5/10-31/12 1/1-31/12 n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. 1/1-31/12 n.v.t. 10/3-31/12 1/1-12/ n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t Toelichting toezichthoudende topfunctionarissen: Vanaf 2015 is geen sprake meer van een vaste onkostenvergoeding. Onkosten worden vergoed op basis van ingediende en goedgekeurde declaraties. Naast de bezoldiging is 21% BTW uitgekeerd aan de toezichthoudende topfunctionarissen. De nevenfuncties van de toezichthouders zijn opgenomen in het jaarverslag. Op 30 juni 2015 is Prof. Dr. G.J.E.M. Sanders afgetreden als voorzitter Raad van Toezicht. Per 1 juli 2015 is de functie van dr. P.C. Lerk gewijzigd naar voorzitter van de Raad van Toezicht. Op 5 oktober 2015 heeft de Raad van Toezicht Mr. E.A.O. Muurmans MBA benoemd als lid. Mr. A.H. Bronsvoort heeft tot en met 2014 afgezien van een vergoeding voor de uitvoering van werkzaamheden als lid van de Raad van Toezicht. In 2015 is een vergoeding verstrekt voor de uitgevoerde werkzaamheden. Pagina 26

29 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER Honoraria accountant De honoraria van de accountant over 2015 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten 0 0 Totaal honoraria accountant Toelichting: Het honorarium voor de controle van de jaarrekening is gebaseerd op het totale honorarium voor het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft. Pagina 27

30 1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2015 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders W.G. drs. M.S.R. Sitalsing Voorzitter Raad van Bestuur W.G. drs. C.L. Bruinsma Lid Raad van Bestuur W.G. dr. P.C. Lerk Voorzitter Raad van Toezicht W.G. mr. A.H. Bronsvoort Lid Raad van Toezicht W.G. drs. L.P. Middel Lid Raad van Toezicht W.G. Mr. E.A.O. Muurmans MBA Lid Raad van Toezicht W.G. ir. E. Sinnema Lid Raad van Toezicht Pagina 28

31 2 OVERIGE GEGEVENS

32 2 OVERIGE GEGEVENS 2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Stichting FPC Dr. S. van Mesdag heeft de jaarrekening 2015 vastgesteld in de vergadering van 18 april De Raad van Toezicht van de Stichting FPC Dr. S. van Mesdag heeft de jaarrekening 2015 goedgekeurd in de vergadering van 18 april Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald, conform artikel 2, dat de stichting geen winstoogmerk heeft. 2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf Gebeurtenissen na balansdatum In 2016 is FPC Dr. S. van Mesdag in overleg getreden met het rijk inzake een tegemoetkoming voor de financiële gevolgen van de SBF-regeling voor de komende jaren. Op 6 april 2016 heeft het Rijk besloten een eenmalige bijzondere subsidie van 2 miljoen toe te kennen ter bijdrage aan de toekomstige uitgaven in het kader van deze regeling. Gezien de eenmalige bijzondere subsidie betrekking heeft op de toekomstige uitgaven heeft dit geen impact op de jaarrekening De bijdrage wordt afzonderlijk verantwoord in de jaarrekening Nevenvestigingen Stichting FPC Dr. S. van Mesdag heeft geen nevenvestigingen. 2.6 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina. Pagina 30

33

34

35