MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW EDCO BEDRIJVENTERREIN HELMONDSINGEL DEURNE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW EDCO BEDRIJVENTERREIN HELMONDSINGEL DEURNE"

Transcriptie

1 MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW EDCO BEDRIJVENTERREIN HELMONDSINGEL DEURNE Object: Nieuwbouw EDCO Bedrijventerrein Helmondsingel Deurne Opdrachtgever: Reijngoud Veiligheid B.V. Mierloseweg 30a 5666 KA Geldrop T: +31(0) F: +31(0) Opdrachtnemer: STE B.V. Nieuw adres: Rondven 3 Postbus ZG Maarheeze T: +31(0) F: +31(0) E: hm@ste-bv.com Documentnaam:

2 Projectleider: H.J. Meeuwessen MBA Document opgesteld door: L.J.E. van Lievenoogen Document gecontroleerd door: H.J. Meeuwessen Document gevalideerd door: H.J. Meeuwessen Documentdatum: 21 februari 2013 Projectnummer: Status document: Concept, versie 1.0 Documentnaam: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiëren, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van STE B.V. 2 van 46

3 Inhoudsopgave Omschrijving Pagina 0 Managementsamenvatting Inleiding Algemeen Beoordelingskader Doelstelling Werkwijze Gelijkwaardigheid Artikel Gelijkwaardigheidbepaling Projectgegevens Algemeen Aangeleverde bescheiden Afmetingen Toegepaste gebruiksfuncties, bouwmaterialen en aantal personen Toegepaste gebruiksfuncties Toegepaste bouwmaterialen Aantal personen Constructieve brandveiligheid (sterkte bij brand) Algemeen Brandwerendheid bouwconstructie Regelgeving Toetsing Beweegbare constructieonderdelen Regelgeving Toetsing Overbruggen van hoogteverschillen Regelgeving Toetsing Brand- en subbrandcompartimenten Algemeen Brandcompartiment Regelgeving Toetsing Subbrandcompartimenten Regelgeving Toetsing Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Regelgeving Toetsing Doorvoeringen Regelgeving Toetsing Luchtbehandelinginstallaties Regelgeving Toetsing van 46

4 5 Ontvluchting Algemeen Vluchtroute Regelgeving Toetsing Tweede vluchtroute Regelgeving Toetsing Beschermde vluchtroute Regelgeving Toetsing Extra beschermde vluchtroute Regelgeving Toetsing Veiligheidsvluchtroute Regelgeving Toetsing Inrichting vluchtroute Regelgeving Toetsing Deuren in vluchtroutes Regelgeving Toetsing Beperking ontstaan en ontwikkeling van brand en rook Algemeen Beperking van het ontwikkelen van brand en rook Regelgeving Toetsing Verbrandingstoestel Regelgeving Toetsing Schacht, koker of kanaal Regelgeving Toetsing Brandbeveiligingsinstallaties Algemeen Noodverlichting Regelgeving Toetsing Brandmeldinstallatie Regelgeving Toetsing Ontruimingsalarminstallatie Regelgeving Toetsing Vluchtrouteaanduidingen Regelgeving Toetsing Brandslanghaspels Regelgeving Toetsing Droge blusleidingen van 46

5 7.7.1 Regelgeving Toetsing Bluswatervoorziening Regelgeving Toetsing Blustoestellen Regelgeving Toetsing Automatische brandblusinstallatie en rookbeheersingssysteem Regelgeving Toetsing Bereikbaarheid, toetreding en repressie door de brandweer Algemeen Brandweeringang Regelgeving Toetsing Bereikbaarheid Regelgeving Toetsing Opstelplaatsen voor brandweervoertuigen Regelgeving Toetsing Goedkeuring overheid Organisatorische aspecten Algemeen Inspecties en onderhoud Gebruiksmeldingsplicht Bedrijfshulpverlening Conclusie Bijlage 1. Brandslanghaspelwagen van 46

6 0 Managementsamenvatting De doelstelling van dit Masterplan Brandveiligheid (masterplan), oftewel Integraal Plan Brandveiligheid (IPB), is een toetsing van het bouwplan aan hoofdstuk 1, 2, 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012 en dan met name op het gebied van de brandveiligheid. Bij deze beoordeling is de volgende werkwijze aangehouden: 1. Uitwerking vigerende wet- en regelgeving, per deelgebied; 2. Toetsen van de aangereikte tekeningen aan de wet- en regelgeving; 3. Uitwerking en analyse van de bevindingen; 4. Conclusies; 5. Doen van aanbevelingen; 6. Opstellen conceptrapportage; 7. Bespreken conceptrapportage met opdrachtgever en architect (planteam); 8. Het laten uitwerken van de benodigde aanpassingen aan de hand van de conceptrapportage; 9. Toetsen van de aangepaste tekeningen (aanvraag omgevingsvergunning); 10. Uitwerking en analyse bevindingen; 11. Conclusies; 12. Opstellen eindrapport; 13. Aanvraag omgevingsvergunning door opdrachtgever. Door deze werkwijze ontstaat er gedurende het proces van de ontwikkeling van het VO (voorlopig ontwerp) naar DO (definitief ontwerp) en vervolgens naar de aanvraag van de omgevingsvergunning inzicht in de implementatie van de brandveiligheidsvoorzieningen in het uiteindelijke bouwplan. Omdat gedurende de ontwerpfase vroegtijdig de tekortkomingen of onvolkomenheden kunnen worden aangepast, ontstaat er op het gebied van de brandveiligheid een bouwplan dat voldoet aan de wet- en regelgeving. Het resultaat van de gevolgde werkwijze is een ontwerpplan dat voldoet aan de uitgangspunten van het Bouwbesluit. De gevolgde werkwijze komt overeen met het procesmodel Masterplan model-ibb (Integrale Brandveiligheid Bouwwerken) van het CCV. 6 van 46

7 1 Inleiding 1.1 Algemeen Dit Masterplan Brandveiligheid (verder aangeduid als masterplan) is opgesteld naar aanleiding van de door Reijngoud Veiligheid B.V. te Geldrop aan STE B.V. te Maarheeze verstrekte opdracht. Dit masterplan heeft betrekking op het nieuw te bouwen gebouw van EDCO te Deurne. Het gebouw wordt voorzien van een automatische sprinklerinstallatie. De sprinklerinstallatie zal worden opgezet volgens de FM-voorschriften. De doormelding van de sprinklerinstallatie vindt plaats via een sprinklermeldcentrale (SMC). De sprinklermeldcentrale moet voldoen aan de NEN-EN 54 serie. De uitwerking van de sprinklerinstallatie vindt plaats in het PvE sprinklerinstallatie. Aanleiding voor dit masterplan is de wens van de opdrachtgever om vereiste brandpreventieve maatregelen te laten onderzoeken op toepasbaarheid en haalbaarheid en het te beoordelen plan te voorzien van eventuele verbeteringen. De bevindingen van de toets brandveiligheid en de noodzakelijk te treffen (brandveiligheids)voorzieningen zijn verwerkt in deze rapportage. STE B.V. beschikt over de volgende KIWA-erkenningen: a. Kiwa erkenning: K42627/05: ISO 9001 gecertificeerd adviesbureau; b. Kiwa erkenning: K45341/03: erkend PvE opsteller Brandmeldinstallatie (conform de regeling Brandmeldinstallaties 2002 ); c. Kiwa erkenning: K61981/01: erkend PvE opsteller van brandveiligheidsysteem voor watermist (ontwerp, installatie, oplevering en nazorg); d. Kiwa erkenning: K45933/03: erkend rapporteur van Brandveilig Gebruik Bouwwerken (BGB). Daarnaast beschikt STE B.V. over het CIBV (voormalig LPCB) erkenningsnummer nr. 2 (zie website CIBV onder erkende opsteller regeling IPD/UPB) voor: a. erkend IPB opsteller; b. erkend UPD opsteller voor alle type brandmeld- en brandblusinstallaties. 1.2 Beoordelingskader Bij de beoordeling op het voldoen aan de vigerende brandveiligheidsvoorschriften is het plan getoetst aan de volgende (wettelijke) bepalingen: Hoofdstuk 1, 2, 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012 (vigerende versie vanaf 1 april 2012); Regeling Bouwbesluit 2012; NEN, NEN-EN of EN-normen, de laatste uitgave van deze van toepassing zijnde normen. Naast de bovenstaande wet- en regelgeving is gebruik gemaakt van de volgende naslagwerken: Handboek Brandbeveiligingsinstallaties (3 e druk, juni 2012, Brandweer Nederland); Brandveilige doorvoeringen (1 e druk, oktober 2010, ISSO/SBR) 7 van 46

8 1.3 Doelstelling De doelstelling van de beoordeling is te komen tot een heldere rapportage van de bouwtechnische staat van het totale bouwplan, het beheer en het gebruik ervan, zodanig dat hieruit een conclusie getrokken kan worden of het bouwplan voldoet aan de vigerende brandveiligheidsvoorschriften uit het beoordelingskader zoals vermeld in voorgaande paragraaf. Naast bovenstaande toets vind er in het masterplan een nadere uitwerking plaats van het beroep op de gedane gelijkwaardigheden. Concreet wordt in dit masterplan een beroep op gelijkwaardigheid gedaan: Het vergroten van de maximale grootte van een brandcompartiment van m² door het toepassen van een gecertificeerde sprinklerinstallatie. Dus een beroep op een gelijkwaardige invulling voor afdeling 2.10; Het verlengen van de loopafstanden in de hallen (A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05) door het toepassen van een gecertificeerde sprinklerinstallatie. Dus een beroep op een gelijkwaardige invulling van de artikel en van het Bouwbesluit Werkwijze De opbouw van deze rapportage is zodanig dat in diverse hoofdstukken c.q. paragrafen een volledige toetsing plaatsvindt aan de relevante vigerende wet- en regelgeving, met de daarbij toegepaste brandpreventieve voorzieningen. Expliciet wordt vermeld de relevante vigerende wet- en regelgeving. Het gebouw kent geen stookplaats. Er zal dan ook geen toetsing plaatsvinden aan een dergelijk onderdeel van het Bouwbesluit In het laatste hoofdstuk wordt de conclusie weergegeven van de in deze rapportage verwerkte volledige toetsing aangaande de brandveiligheidseisen en de eventuele noodzakelijke aanvullende adviezen. 1.5 Gelijkwaardigheid Het is de wens van de opdrachtgever om voor het traject van de aanvraag omgevingsvergunning overeenstemming te hebben met het bevoegd gezag (College van Burgemeester en Wethouders) over toepasbaarheid en acceptatie van gelijkwaardigheden voor de nieuwbouw EDCO te Deurne. De basis voor het masterplan is gelegen in het Bouwbesluit 2012, de vigerende versie geldend vanaf 1 april Artikel Gelijkwaardigheidbepaling In het Bouwbesluit 2012 (artikel 1.3) is met betrekking tot een gelijkwaardige oplossing het volgende voorschrift opgenomen: Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften. 8 van 46

9 Voldoet een oplossing aan dit voorschrift, dan voldoet het aan Bouwbesluit 2012, ook al is het een andere invulling van een prestatie-eis. De sprinklerinstallatie heeft als doel het beperken van materiële schade, het zeker stellen van continuïteit en het voorzien in persoonlijke veiligheid door in geval van een brand met water (en bij de PGS ruimten met AFFF toevoeging) te blussen c.q. onder controle te houden (definitie FM en EN 12845/NEN 1073). Door bovenstaande definitie wordt de sprinklerinstallatie gebruikt om op een gelijkwaardige wijze invulling te geven aan de prestatie-eisen zoals gesteld in afdeling 2.10 tot en met 2.12 uit het Bouwbesluit Dit op basis van een beroep op gelijkwaardigheid, zoals vermeld in Bouwbesluit artikel 1.3 Gelijkwaardigheidsbepaling. Elke separate hal (A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05) wordt voorzien van een sprinklerinstallatie, met als doel een gelijkwaardige invulling van het Bouwbesluit. De overigen hallen (A02, A02a, B01a, B01b, B01c, B01d, C02 en C02a) voldoen voor wat betreft de afmeting aan de basiseis van het Bouwbesluit 2012 voor wat betreft de compartimentsgrootte (A max < m²). Deze hallen worden ook voorzien van een gecertificeerde sprinklerinstallatie (met AFFF toevoeging) om te kunnen voldoen aan het beschermingsniveau 1 vanuit de PGS 15. Voor de hallen A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05 kan hierdoor worden volstaan met langere loopafstanden 1 (vluchtwegen) en kunnen deze worden uitgevoerd als een groter brandcompartiment 2. De sprinklerinstallatie zal moeten worden voorzien van een certificaat. Doordat de hallen A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05 te voorzien van een gecertificeerde automatische sprinklerinstallatie, wordt elke separate hal beschouwd als één brand- en subbrandcompartiment. Door dit uitgangspunt wordt de sprinklerinstallatie gebruikt om invulling te geven aan de eisen uit het Bouwbesluit 2012, met gebruikmaking van artikel 1.3 (gelijkwaardigheid) en het realiseren van beschermingsniveau 1 (voor de PGS ruimten) uit de PGS De toelichting op artikel (Extra beschermde vluchtroute), Bouwbesluit 2012, geeft aan dat: Uiteraard zou het doel van het veilig vluchten buiten een subbrandcompartiment ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatisch blusinstallatie en/of verdere beperking van het aantal personen. De wetgever geeft dus aan, dat de toepassing van een sprinklerinstallatie (automatische blusinstallatie) gelijkwaardig is voor het verlengen van de loopafstanden. Daarnaast wordt in de toelichting op artikel (Tweede vluchtroute), Bouwbesluit 2012 aangegeven: Het doel van een tweede vluchtroute is het veilig kunnen vluchten als één van de twee routes bij brand onbruikbaar wordt. Dit doel zou met een beroep op gelijkwaardigheid (artikel 1.3) ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatisch blusinstallatie en/of verdere beperking van het aantal personen. De wetgever geeft dus aan, dat de toepassing van een sprinklerinstallatie (automatische blusinstallatie) gelijkwaardig is voor het verlengen van de loopafstanden. 2 Toepassen van een sprinklerinstallatie is een invulling die ervoor zorgt, dat er bij een brand geen onbeheersbare situatie kan ontstaan en dat er dus voldoende tijd is om het aansluitende terrein te bereiken. Hierdoor ontstaat met een sprinklerinstallatie tevens de mogelijkheid tot een oneindig groot brandcompartiment. Afhankelijk van de soort sprinklerbeveiliging is er echter geen sprake van een oneindig groot brandcompartiment, maar is er in werkelijkheid sprake van een oneindige verzameling van kleine brandcompartimenten. De oppervlakte van het kleine brandcompartiment is namelijk de maximale sproeioppervlakte welke behoort bij de van toepassing zijnde risicoclassificatie. Zo kent de NFPA bij de risicoclassificatie OH2 een sproeidichtheid van 8,1 mm/min (8,1 dm³/m²/min) over een sproeioppervlak van 139 m². Door deze maximale sproeioppervlakte waar een brand binnen blijft, ontstaat er op deze manier dus een oneindige verzameling van brandcompartimenten van 139 m², tevens het maximale mogelijke uitbreidingsgebied van een brand. Hoewel er tekstueel in het PvE staat dat er sprake is van één brandcompartiment, is er in werkelijkheid sprake van een oneindige verzameling van kleine brandcompartimenten. Het Bouwbesluit geeft aan dat een subbrandcompartiment in een minuut ontruimd dient te zijn. Gezien de grootte van het subbrandcompartiment is deze ontruiming geen probleem. Het gebouw dient derhalve in vijftien minuten ontruimd te zijn. De sprinklerinstallatie borgt dit. 9 van 46

10 De PGS 15 (publicatiereeks gevaarlijke stoffen 15) schrijft voor dat er bij de opslag van gevaarlijke stoffen een vakindeling moet worden gemaakt. In hoogstapelmagazijnen wordt de vakindeling bepaald door de ontwerpeisen van de automatische blusinstallatie. Indien er sprake is van opslag hoger dan 3,7 meter, is er sprake van een hoogstapelmagazijn. De maximale maat van een vak volgens de PGS 15 bedraagt 300 m². Deze maat wordt niet overschreden. Hiermee wordt aansluiting gevonden bij de PGS 15. Door toepassing van de sprinklerinstallatie kan, op basis van gelijkwaardigheid, worden gesteld dat: Elke separate opslaghal (A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05) als één brandcompartiment en één subbrandcompartiment kan worden gerealiseerd; Bij elke separate opslaghal (A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05) welke als één brandcompartiment en als één subbrandcompartiment is gerealiseerd, op grond van de toelichting van het Bouwbesluit de loopafstand kan worden verlengd, en dat; Op grond van de voornoemde punten kan, in geval van brand, door de brandweer een binnenaanval worden uitgevoerd. De sprinklerinstallatie zal van een certificaat voorzien moeten worden. Verdere uitwerking van de sprinklerinstallatie wordt gedaan in het PvE sprinklerinstallatie. 10 van 46

11 Opslaghal B m² Opslaghal B m² 2 Projectgegevens 2.1 Algemeen Het betreft hier de nieuwbouw van een opslagmogelijkheid voor stoffen, waaronder tevens stoffen die vallen onder werkingsfeer van de PGS 15. Het gebouw is een magazijn c.q. distributiecentrum, met daarnaast een kantoorfunctie. Het gebouw wordt opgedeeld in 21 brandcompartimenten. De hieronder weergegeven dikke rode lijnen in de tekening staan voor de compartimenteringsscheidingen tussen de diverse opslagen, de expedities en de PGSruimten. De WBDBO bedraagt 120 minuten, waarbij door de verzekeraar exact is gespecificeerd hoe de afwerking tussen de brandcompartimenten dient te zijn aan de buitenzijde. De dakinstallatie dient van onbrandbaar materiaal te zijn. De hieronder weergegeven blauwe stippellijnen (binnen de expeditie B-01) in de tekening staan voor de compartimenteringsscheidingen (PGS 15) tussen de diverse compartimenten. De WBDBO bedraagt 60 minuten. De dakinstallatie dient van onbrandbaar materiaal te zijn. PGSA m² Opslag A m² Opslag A m² Opslag A m² PGSA02a m² PGSC 02: PGSC02: m² Expeditie B-01 m² Expeditie B m² PGSC02: PGSC 02: PGSC02: m² PGSC02a: m² Opslag C m² Opslag C m² Opslag C m² Opslag C m² 11 van 46

12 2.2 Aangeleverde bescheiden Deze rapportage is gebaseerd op de hieronder weergegeven gegevens van Reijngoud Veiligheid B.V. en de tekeningen van Architectenburo ir. C.J.J. Pepers B.V. welke behoren bij de aanvraag oprichtingsvergunning Wet Milieubeheer. Tekening Projectnummer Tekeningnummer Datum Plattegrond begane grond - Deel A - ED0201_A Gevels - Deel A - ED0201_A Plattegrond begane grond - Deel B - ED0201_B Plattegrond verdieping - Deel B - ED0201_B Plattegrond begane grond / verdieping - Deel B voor - ED0201_B Plattegrond begane grond / verdieping - Deel B achter - ED0201_B Gevels - Deel B - ED0201_B Plattegrond begane grond- Deel C - ED02_C Gevels - Deel C - ED02_C Rapport Rapportnummer Datum Programma van Eisen brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie LH104833/01-D Afmetingen Gebouwdeel Bouwlagen Hoogte tot onderkant dak (in meters) Oppervlakte (in m 2 ) Opslaghal A ,0 ± Opslaghal A ,0 ± Opslaghal A ,0 ± Opslaghal C ,0 ± Opslaghal C ,0 ± Opslaghal C ,0 ± Opslaghal C ,0 ± Opslaghal B ,0 ± Opslaghal B ,0 ± Expeditie B-01A t/m B-01D 1 4,5 ± Expeditie B ,0 ± Pickhal 1-30 (verdieping B-01) 1 11,3 ± Kantoren Expeditie B-01 (verdieping) 1 4,0 ± PGS A ,0 ± PGS A-02A 1 16,0 ± PGS C ,0 ± PGS C-02A 1 16,0 ± Totaal vloeroppervlak ± van 46

13 2.4 Toegepaste gebruiksfuncties, bouwmaterialen en aantal personen Toegepaste gebruiksfuncties De bouwkundige situatie is zoals op de in paragraaf 2.2 vermelde tekeningen weergegeven. Het totale project heeft de volgende gebruiksfuncties: Voor de nieuwbouw van EDCO Deurne gelden de volgende gebruiksfuncties: Industriefunctie; Kantoorfunctie. De hoogste verblijfsvloer in het gebouw ligt op 5,0 meter boven het meetniveau. De aangestuurde artikelen worden per gebruiksfunctie vermeld. Indien niet alle aangestuurde artikelen van de gebruiksfuncties hetzelfde zijn, worden onder de kop Algemeen die artikelen vermeld, die wel voor beide gebruiksfuncties gelden. Overige aangestuurde artikelen staan daarna apart per gebruiksfunctie vermeld Toegepaste bouwmaterialen Onderdeel Toegepaste bouwmaterialen Constructie Dak Vloeren Buitenwanden Binnenwanden Verlaagde plafonds Staal en cellenbeton Staal Dakbedekking: kunststof met onbrandbare isolatie Beton PIR-panelen (rekening houdend met WBDBO 120 minuten, zie schets) Steenwol Stalen beplating en/of cellenbeton Stalen beplating en/of cellenbeton Kantoren: Steenachtig en/of metal stuc (of gelijkwaardig) Minerale platen op aluminium raster (kantoor) Aantal personen Een aantal voorschriften van het Bouwbesluit 2012 bevat eisen die afhankelijk zijn van aantallen personen. Artikel 1.2 lid 1 van het Bouwbesluit schrijft voor dergelijke gevallen voor dat in een bouwwerk of een gedeelte daarvan niet meer personen tegelijk aanwezig mogen zijn dan op grond van die personen gerelateerde voorschriften is toegestaan. Hier wordt uitgegaan van het aantal personen waarvoor het bouwwerk is bestemd volgens de aanvrager van een omgevingsvergunning/gebruiker of eigenaar van het gebouw. Bij een aanvraag om vergunning voor het bouwen wordt onverminderd het eerste lid uitgegaan van een bezetting in personen per m 2 verblijfsgebied, die niet lager is dan in de tabel 1.2 aangegeven bezetting (Bouwbesluit artikel 1.2, lid 2). Tabel 1.2 Gebruiksfunctie Ten minste aan te houden aantal personen per m 2 verblijfsgebied Industriefunctie - Kantoorfunctie 0,05 Voor de industriefunctie hoeft geen rekening gehouden te worden met een minimum aantal personen. In de industriefunctie zijn maximaal 6 personen aanwezig. Voor de kantoorfunctie moet worden uitgegaan van ten minste 0,05 personen per m 2 verblijfsgebied. Dit betekent dat er minimaal gerekend moet worden met 66 personen. 13 van 46

14 3 Constructieve brandveiligheid (sterkte bij brand) 3.1 Algemeen In het Bouwbesluit zijn eisen gesteld aan de sterkte van de bouwconstructie opdat er geen of slechts beperkte voortschrijdende instorting mag plaatsvinden als gevolg van brand. Ten aanzien van constructieve aspecten, in relatie tot brandveiligheid, worden dan ook eisen gesteld aan de bouwconstructie. Deze eisen zijn omschreven in het Bouwbesluit, afdeling 2.2, artikelen 2.9 tot en met Brandwerendheid bouwconstructie Regelgeving Algemeen Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt (Bouwbesluit artikel 2.10, lid 1). Een bouwconstructie van een gebruiksfunctie met een vloer van een gebruiksgebied hoger dan 5 meter boven het meetniveau of lager dan 5 meter onder het meetniveau bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet binnen 90 minuten door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment (Bouwbesluit artikel 2.10, lid 4). In afwijking van het vierde en vijfde lid, wordt de tijdsduur met 30 minuten bekort, indien de volgens NEN 6090 bepaalde permanente vuurbelasting van het brandcompartiment niet groter is dan 500 MJ/m 2 (Bouwbesluit artikel 2.10, lid 6). Bij het bepalen van het bezwijken van een bouwconstructie, als bedoeld in artikel 2.10, wordt uitgegaan van de buitengewone belastingscombinaties die volgens NEN-EN 1990 kunnen optreden bij brand. (Bouwbesluit artikel 2.11, lid 1) De tijdsduur van het bezwijken als bedoeld in artikel 2.10 wordt afhankelijk van het materiaal van de bouwconstructie bepaald volgens (Bouwbesluit artikel 2.11, lid 2): a) NEN-EN 1992; b) NEN-EN 1993; c) NEN-EN 1994; d) NEN-EN 1995; e) NEN-EN 1996; f) NEN-EN 1999, of g) NEN-EN Toetsing Het gebouw heeft geen gebruiksgebied dat hoger is gelegen dan 5 meter boven het meetniveau, waardoor er in basis geen eisen gelden voor de brandwerendheid tegen bezwijken voor de hoofddraagconstructie. Echter boven het expeditie gedeelte B01 ligt een kantorenstrook. Omdat in de expeditie B01 (met daarin de ruimte B01a, B01b, B01c en B01d) PGS goederen voorkomen moet voldaan worden aan de PGS 15. Hierdoor geldt voor dit gedeelte een minimale eis op de hoofddraagconstructie van ten minste 60 minuten. Daarnaast dienen de compartimenteringsscheidingen in stand te blijven. 14 van 46

15 3.3 Beweegbare constructieonderdelen Met afdeling 2.7 van het Bouwbesluit 2012 wordt beoogd te voorkomen dat beweegbare onderdelen van bouwwerken, zoals ramen, deuren en luiken, gevaar opleveren bij vluchten uit het bouwwerk, dan wel gevaar opleveren voor voorbijgangers en langskomend verkeer. Daarom geldt voor alle gebruiksfuncties de functionele eis: Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige beweegbare constructieonderdelen dat deze geen hinder veroorzaken bij het vluchten door en bij het gebruik van een aangrenzende openbare ruimte (Bouwbesluit artikel 2.50, lid 1). Aanvullende regelgeving voor zelfsluitende beweegbare constructieonderdelen komt uit afdeling 6.6 (artikel 6.26) en afdeling 7.1 (artikel 7.3) Regelgeving Algemeen Een beweegbaar constructieonderdeel dat zich in geopende stand kan bevinden boven een voor motorvoertuigen openstaande weg of boven een strook van 0,6 meter grenzend aan die weg ligt, gemeten vanaf de onderzijde van dat onderdeel, meer dan 4,2 meter boven die weg of strook (Bouwbesluit artikel 2.51, lid 1). Een beweegbaar constructieonderdeel dat zich in geopende stand kan bevinden boven een niet voor motorvoertuigen openstaande weg ligt, gemeten vanaf de onderzijde van dat onderdeel, meer dan 2,2 meter boven die weg. Dit voorschrift geldt niet voor een nooddeur (Bouwbesluit artikel 2.51, lid 2). Een beschermde vluchtroute waarover een beweegbaar constructieonderdeel draait, heeft met het constructieonderdeel in geopende stand, een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,6 meter en een hoogte van ten minste 2,2 meter (Bouwbesluit artikel 2.51, lid 3). Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor een deur van een ruimte met een vloeroppervlakte van minder dan 0,5 m 2 (Bouwbesluit artikel 2.51, lid 4). Een beweegbaar constructieonderdeel in een inwendige scheidingsconstructie waarvoor een eis aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of weerstand tegen rookdoorgang geldt, is zelfsluitend (Bouwbesluit artikel 6.26, lid 1). Een zelfsluitend constructieonderdeel als bedoeld in artikel 6.26, eerste lid, mag niet in geopende stand zijn vastgezet tenzij het constructieonderdeel bij brand en bij rook door brand automatisch wordt losgelaten (Bouwbesluit artikel 7.3) Toetsing Het gebouw is verdeeld in meerdere brand- en subbrandcompartimenten. De deuren in de brand- en rookwerende scheidingen zijn als zelfsluitende deur uitgevoerd met eenzelfde WBDBO als de betreffende scheidingen. Met uitzondering van de deuren in de PGS hallen, kunnen de deuren in de opslagruimten in geopende stand staan. Deze worden door de brandmeldinstallatie bij een brandalarm (dus ook bij een sprinklermelding) dicht gestuurd. Door deze maatregelen wordt voldaan aan de functionele eis en prestatie-eis van het Bouwbesluit. 15 van 46

16 3.4 Overbruggen van hoogteverschillen In dit masterplan wordt voor het overbruggen van hoogteverschillen alleen gekeken naar de regelgeving die van belang is voor het overbruggen van hoogteverschillen met betrekking tot het veilig kunnen gebruiken van vluchtroutes. Voor het overbruggen van hoogteverschillen heeft het Bouwbesluit als functionele eis: Een te bouwen bouwwerk heeft voorzieningen voor het veilig overbruggen van hoogteverschillen door personen (Bouwbesluit artikel 2.26, lid 1) Regelgeving Een hoogteverschil van meer dan 0,21 meter tussen vloeren waarover een vluchtroute voert en tussen vloeren van verblijfsgebieden, verblijfsruimten, toiletruimten, badruimten, of voor bezoekers bestemde vloeren, vloeren van een verkeersroute die deze ruimten met elkaar verbindt of tussen een van die vloeren en het aansluitende terrein wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan (Bouwbesluit artikel 2.27, lid 1). Een trap als bedoeld in artikel 2.27, heeft afmetingen die voldoen aan tabel 2.33 van het Bouwbesluit 2012 (Bouwbesluit artikel 2.33, lid 1). Tabel 2.33 Afmetingen van een trap in meters reguliere trap woonfunctie andere gebruiksfunctie trap uitsluitend voor ontvluchten alle gebruiksfuncties Minimum breedte van de trap 0,8 0,8 0,8 Minimum vrije hoogte boven de trap 2,3 2,1 2,1 Minimum aantrede ter plaatse van de klimlijn, gemeten loodrecht op de voorkant van de trede 0,22 0,185 0,185 Maximum hoogte van een optrede 0,188 0,21 0,21 Minimum breedte van het tredevlak, gemeten loodrecht op de voorkant van dat vlak 0,05 0,05 0,05 Minimum breedte van het tredevlak ter plaatse van de klimlijn, gemeten loodrecht op de voorkant van dat vlak 0,23 0,23 0,23 Minimum afstand van de klimlijn tot de zijkanten van de trap 0,3 0,3 0,3 Een trap overbrugt een hoogteverschil van niet meer dan 4 meter (Bouwbesluit artikel 2.33, lid 2). Dit geldt niet voor een industriefunctie. Een trap als bedoeld in artikel 2.27, sluit bij de bovenste trede, over de breedte van de trap, aan op een vloer met een oppervlakte van ten minste 0,8 meter x 0,8 meter (Bouwbesluit artikel 2.34). Een trap als bedoeld in artikel 2.27 voor het overbruggen van een hoogteverschil van meer dan 1 meter en met een helling ter plaatse van de klimlijn groter dan 2:3 heeft aan ten minste een zijkant een leuning. De bovenkant van de leuning ligt, gemeten boven de voorkant van een tredevlak van de trap, op een hoogte van ten minste 0,8 meter en ten hoogste 1 meter (Bouwbesluit artikel 2.35) 16 van 46

17 Een te bouwen hellingbaan die een hoogteverschil als bedoeld in artikel 2.27 overbrugt, kan veilig worden gebruikt (Bouwbesluit artikel 2.42, lid 1). Een hellingbaan als bedoeld in de artikelen 2.27 en 6.49, heeft een breedte van ten minste 1,1 meter, een hoogte van niet meer dan 1 meter en een helling van ten hoogste (Bouwbesluit artikel 2.43): a) 1:12 indien het hoogteverschil niet groter is dan 0,25 meter; b) 1:16 indien het hoogteverschil groter is dan 0,25 meter, maar niet groter dan 0,5 meter, en c) 1:20 indien het hoogteverschil groter is dan 0,5 meter. Een hellingbaan als bedoeld in de artikelen 2.27 en 6.49, sluit aan de bovenzijde, over de breedte van de hellingbaan, aan op een vloer met een oppervlakte van ten minste 1,4 meter x 1,4 meter (Bouwbesluit artikel 2.44). Een hellingbaan als bedoeld in artikel 2.27, heeft aan de zijkant een aaneengesloten geleiderand, met een vanaf de vloer van de hellingbaan gemeten hoogte van ten minste 0,04 meter (Bouwbesluit artikel 2.45) Toetsing De verdieping (kantoorfunctie) wordt ontsloten door middel van trappen. Deze trappen voldoen aan de gestelde eisen voor afmetingen van een trap, zoals genoemd in de paragraaf van 46

18 4 Brand- en subbrandcompartimenten 4.1 Algemeen De kans op een snelle uitbreiding van brand moet voldoende worden beperkt om een eventuele brand in een gebouw beheersbaar te kunnen houden. Met het woord snelle is tot uitdrukking gebracht dat de uitbreiding van brand, door de aangebrachte brandscheidingen zodanig moet worden vertraagd dat veilig vluchten mogelijk is. De belangrijkste bouwkundige voorziening daarbij is de brandcompartimentering. Een brandcompartiment is het gedeelte van een of meer bouwwerken bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand (Bouwbesluit artikel 1.1). 4.2 Brandcompartiment In artikel 2.82 van het Bouwbesluit is aangegeven wanneer een ruimte wel of niet in een brandcompartiment moet liggen. De omvang van het brandcompartiment is geregeld in artikel 2.83 en de eisen waaraan het brandcompartiment moet voldoen (de wering tegen branddoorslag en brandoverslag) in artikel Dit laatste artikel wordt behandeld in paragraaf 4.4. Onder bepaalde omstandigheden kan het toch mogelijk zijn een groter brandcompartiment te realiseren met een beroep op gelijkwaardigheid (zie de toelichting op artikel 1.3 van het Bouwbesluit) Regelgeving Algemeen Een besloten ruimte ligt in een brandcompartiment (Bouwbesluit artikel 2.82, lid 1). Het eerste lid is niet van toepassing op: a) een toiletruimte; b) een badruimte; c) een liftschacht, indien de constructie-onderdelen aan de binnenzijde van de schacht voldoen aan brandklasse B en aan rookklasse s2, beide bepaald volgens NEN-EN ; d) een technische ruimte met een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m 2 niet bestemd voor één of meer verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kw (Bouwbesluit, artikel 2.82, lid 3). In afwijking van het eerste lid voert een extra beschermde vluchtroute niet door een brandcompartiment (Bouwbesluit artikel 2.82, lid 4). Een brandcompartiment strekt zich uit over niet meer dan een perceel (Bouwbesluit artikel 2.83, lid 3) Een technische ruimte met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m² of een technische ruimte waarin één of meer verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kw worden opgesteld, is een afzonderlijk brandcompartiment (Bouwbesluit artikel 2.83, lid 7). 18 van 46

19 Kantoorfunctie Een brandcompartiment heeft een gebruiksoppervlakte die niet groter is dan m 2 (Bouwbesluit artikel 2.83, lid 1) Industriefunctie: Een niet besloten gebruiksgebied ligt in een brandcompartiment (Bouwbesluit artikel 2.82, lid 5). Een brandcompartiment heeft een gebruiksoppervlakte die niet groter is dan m² (Bouwbesluit artikel 2.83, lid 1) Toetsing Het gehele gebouw bestaat uit meerdere brandcompartimenten met een oppervlakte groter dan de in het Bouwbesluit 2012 toegestane maximale maat van m² voor een kantoorfunctie en m² voor een industriefunctie, met uitzondering van de expeditie ruimten B01a, B01b, B01c en B01d. Deze vier ruimten (industriefunctie) zijn allen kleiner dan m² en zijn derhalve uitgevoerd als een brandcompartiment conform het Bouwbesluit Zoals aangegeven in hoofdstuk 1.6 wordt het gehele gebouw voorzien van een sprinklerinstallatie. Door de toepassing van een dergelijke installatie is het mogelijk om grotere brandcompartimenten te realiseren waarbij dezelfde mate van veiligheid wordt geboden en er bij brand geen onbeheersbare situatie ontstaat. De maximale oppervlakte van een ontstane brand blijft beperkt waarbij toch wordt voldaan aan de prestatie-eis van artikel 2.83 van het Bouwbesluit. Met een beroep op de gelijkwaardigheidbepaling van artikel 1.3 van het Bouwbesluit biedt deze installatie dezelfde mate van brandveiligheid als het bepaalde in dit artikel. De expeditie ruimten B01a, B01b, B01c en B01d dienen op grond van de PGS 15 voorzien te worden van een beschermingsniveau 1. De sprinklerinstallatie wordt op basis van FM voorschriften aangelegd en gecertificeerd door een ISO/IEC geaccrediteerde inspectie-instelling. De eisen voor de sprinklerinstallatie worden beschreven in het meest recente PvE (uitgangspuntendocument) sprinklerinstallatie behorend bij dit project. Door deze toepassing wordt op functionele wijze aan de doelstelling voldaan van het Bouwbesluit Subbrandcompartimenten Ieder brandcompartiment moet worden ingedeeld in één of meer subbrandcompartimenten of in verkeersruimten waardoor een beschermde vluchtroute voert zodat brand en rook zich niet ongelimiteerd door het brandcompartiment kunnen verspreiden. Uitgangspunt is dat alle ruimten waarin brand zou kunnen ontstaan binnen een subbrandcompartiment liggen. Op subbrandcompartimenten zijn artikel 2.92, 2.93 en 2.94 van het Bouwbesluit van toepassing. Dit laatste artikel wordt behandeld in paragraaf Regelgeving Algemeen Een brandcompartiment is ingedeeld in een of meer subbrandcompartimenten of verkeersruimten waardoor een beschermde vluchtroute voert (Bouwbesluit artikel 2.92, lid 1). 19 van 46

20 Een beschermde vluchtroute ligt niet in een subbrandcompartiment (Bouwbesluit artikel 2.92, lid 2). In afwijking van het eerste lid kan een verblijfsgebied voor bewaking buiten een subbrandcompartiment liggen indien (Bouwbesluit artikel 2.92, lid 3): a) constructieonderdelen in dat gebied voldoen aan de eisen die artikel 2.67 stelt aan constructieonderdelen die grenzen aan de binnenlucht in een ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert, en b) aankleding in dat gebied voldoet aan de eisen die artikel 7.4 stelt aan aankleding in een ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert Toetsing Alle brandcompartimenten van de industriefunctie zijn gelijktijdig het subbrandcompartiment. Doordat met de toepassing van een sprinklerinstallatie ook functioneel invulling gegeven kan worden aan het verlengen van de loopafstanden of het invullen van een tweede vluchtroute, wordt op gelijkwaardige wijze functioneel invulling gegeven aan het doel van het Bouwbesluit, zijnde een veilige ontvluchting. Door toepassing van artikel 1.3, gelkijkwaardigheid, is het brandcompartiment van de kantoorfunctie gelijktijdig ook het subbrandcompartiment van de kantoorfunctie. De brandcompartimenten en subbrandcompartimenten vallen samen en voldoen op gelijkwaardige wijze aan het Bouwbesluit Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Een brandcompartiment kan pas als brandcompartiment functioneren als aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment (in de praktijk ook afgekort tot WBDBO) is voldaan. Op de WBDBO zijn artikel 2.84 en artikel 2.94 van het Bouwbesluit van toepassing Regelgeving Algemeen De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment, naar een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert, naar een niet besloten veiligheidsvluchtroute en naar een liftschacht van een brandweerlift is ten minste 60 minuten (Bouwbesluit artikel 2.84, lid 1). In afwijking van het eerste lid kan worden volstaan met 30 minuten indien (Bouwbesluit artikel 2.84, lid 4): a) de in het eerste lid bedoelde besloten ruimten op hetzelfde perceel liggen, en b) in het gebouw geen vloer van een gebruiksgebied hoger ligt dan 5 meter boven het meetniveau. Het tweede tot en met vierde lid gelden niet voor een ruimte waardoor een veiligheidsvluchtroute voert (Bouwbesluit artikel 2.84, lid 6). 20 van 46

21 Bij het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een ruimte van een op een aangrenzend perceel gelegen gebouw wordt voor het op het andere perceel gelegen gebouw uitgegaan van een identiek maar spiegelsymmetrisch ten opzichte van de perceelsgrens gelegen gebouw. Indien het perceel grenst aan een openbare weg, openbaar water, openbaar groen, of een perceel dat niet is bestemd voor bebouwing of voor een speeltuin, een kampeerterrein of opslag van brandgevaarlijke stoffen of van brandbare niet milieugevaarlijke stoffen vindt deze spiegeling plaats ten opzichte van het hart van die weg, dat water, dat groen of dat perceel (Bouwbesluit artikel 2.84, lid 7). De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag van een subbrandcompartiment naar een andere ruimte in het brandcompartiment is ten minste 20 minuten, waarbij voor de bepaling van de brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van een scheidingsconstructie uitsluitend rekening wordt gehouden met het beoordelingscriterium vlamdichtheid met betrekking op de afdichting (Bouwbesluit artikel 2.94, lid 1). Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de rookdoorgang van een subbrandcompartiment en van een beschermd subbrandcompartiment naar een andere ruimte (Bouwbesluit artikel 2.94, lid 3). Industriefunctie Het vierde lid is niet van toepassing op een brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van meer dan m² (Bouwbesluit artikel 2.84, lid 5) Toetsing Het gehele gebouw is gesprinklerd. Met gebruikmaking van artikel 1.3 (gelijkwaardigheid) is voor de compartimenteringsgrootte en de verlengde loopafstanden ingezet op functionele invulling. Er is geen gebruik gemaakt van een eventuele reductie mogelijkheid. De WBDBO tussen de (sub)brandcompartimenten is minimaal 60 minuten. Vanuit de verzekeraar is de eis opgelegd om tussen de grote opslaghallen (A01, A03, A04, B02, B03, B04, C01, C03, C04 en C05) de scheidingen van deze compartimenten uit te voeren met een WBDBO van 120 minuten. De eisen voor de sprinklerinstallatie worden beschreven in het meest recente PvE (uitgangspuntendocument) sprinklerinstallatie behorend bij dit project. 21 van 46

22 Detaillering WBDBO 120 minuten van de scheidingswanden brandcompartimenten met binnen- en buitenwanden. 4.5 Doorvoeringen Regelgeving Algemeen De doorvoeringen van installatie-onderdelen door brandscheidingen dienen de WBDBO niet negatief te beïnvloeden. De voorwaarden waar deze aan dienen te voldoen zijn beschreven in hoofdstuk 4 van het naslagwerk Brandveilige doorvoeringen, 1 e druk, van ISSO/SBR. Hierin staat onder andere dat de onderstaande voorzieningen getroffen dienen te worden: De ruimte rondom de doorvoeringen moet adequaat worden afgedicht; De ondersteuning van de doorvoeringen dient adequaat te zijn. In hoofdstuk 6 van Brandveilige doorvoeringen worden de verschillende brandwerende oplossingen voor kunststof buizen, metalen buizen, kabels en kabelgoten, en ventilatiekanalen weergegeven. Voorbeelden hiervan zijn: Oplossingen voor kunststof doorvoeringen: brandmanchetten, opschuimend band/flexibele stroken, opschuimende kit, steenwolisolatieschalen met brandwerende coating; Oplossingen voor metalen doorvoeringen: opschuimende of endotherme kit, brandwerende coating, steenwolisolatieschalen; Oplossingen voor doorvoeringen van kabels en kabelgoten: opschuimende of endotherme kit, brandmanchet, brandwerende coating, kussendoorvoering, elastische stenen of pluggen; Oplossingen voor doorvoeringen van luchtkanalen: brandkleppen, brandventielen, het brand- of rookwerend uitvoeren van het luchtkanaal. 22 van 46

23 4.5.2 Toetsing Daar waar voorzieningen door brand- en/of rookwerende scheidingen gaan, worden voorzieningen getroffen die de betreffende WBDBO in stand houden. 4.6 Luchtbehandelinginstallaties Regelgeving Algemeen De uitvoering van de eventuele luchtbehandelinginstallatie dient te geschieden volgens hoofdstuk 13 van het naslagwerk "Handboek Brandbeveiligingsinstallaties", 3 e druk, van Brandweer Nederland. Hierbij dienen onder andere de onderstaande voorzieningen ten aanzien van de beperking van uitbreiding van brand te worden getroffen: Los gezien van de toepassing van brandkleppen, moet een verticaal kanaal worden ondergebracht in een schacht of koker die over een brandwerendheid beschikt waarbij wordt voldaan aan de brandcompartimenteringseisen van het Bouwbesluit, tenzij de schacht voert door één brandcompartiment. Indien een luchtbehandelingkanaal een scheiding van een (sub)brandcompartiment doorbreekt, moet een brandklep worden aangebracht, of moet het kanaalgedeelte dat deze scheiding passeert over een afstand van minimaal 3 meter niet doorbroken en zonder openingen (roosters) worden uitgevoerd en deugdelijk worden bevestigd volgens de bovenvermelde richtlijnen. Indien een luchtbehandelingkanaal een brandcompartiment doorbreekt moet een brandklep worden aangebracht. Brandkleppen dienen een WBDBO (bepaald volgens NEN 6069) te bezitten die minimaal gelijk is aan die van de scheiding waarin zij zich bevinden. Indien brandkleppen niet zijn aangebracht op de betreffende scheiding, dient het kanaalgedeelte tussen de brandklep en de betreffende scheiding een WBDBO te bezitten die gelijk is aan die van de betreffende scheiding. De brandkleppen moeten door middel van een inspectieluik in het kanaal bereikbaar zijn en de brandkleppen dienen voorzien te worden van een smeltlood in de luchtstroom (of een gelijkwaardig sluitmechanisme). Eveneens dient er aan de buitenzijde een voorziening van standsignalering (open/dicht) aanwezig te zijn Toetsing Daar waar voorzieningen voor luchtbehandelingkanalen door brandscheidingen gaan, worden voorzieningen getroffen die ten minste de betreffende WBDBO (bepaald volgens NEN 6069) in stand houden. 23 van 46

24 5 Ontvluchting 5.1 Algemeen De systematiek van de eisen voor ontvluchting is aanzienlijk vereenvoudigd. Uitgangspunt daarbij is dat kan worden volstaan met één vluchtroute die start op de plaats waar het vluchten begint en eindigt op een veilige plaats. De voorschriften voor de draairichting van een deur in een vluchtroute en de afsluitbaarheid daarvan staan in hoofdstuk 7 van het Bouwbesluit. 5.2 Vluchtroute Een vluchtroute is een route die begint in een voor personen bestemde ruimte, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van een lift (Bouwbesluit artikel 1.1). Op een vluchtroute is artikel van toepassing Regelgeving Algemeen Op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 1). De gecorrigeerde loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied ligt, is niet groter dan 30 meter (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 4). In afwijking van het vierde lid, wordt bij een niet nader in te delen gebruiksgebied en bij een verblijfsruimte in plaats van de gecorrigeerde loopafstand uitgegaan van de loopafstand die niet groter is dan 30 meter (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 5). In afwijking van het vierde en vijfde lid geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 12 m² gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment een waarde van ten hoogste 45 meter (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 6). Een subbrandcompartiment of een daar in gelegen ruimte heeft, indien bestemd voor meer dan 150 personen, ten minste twee uitgangen waardoor een vluchtroute loopt. De onderlinge afstand tussen de uitgangen is ten minste 5 meter (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 10). Industriefunctie In afwijking van het vierde en vijfde lid geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m² gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment een waarde van ten hoogste 60 meter (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 7). Kantoorfunctie Op elk punt van een voor personen bestemde vloer in een subbrandcompartiment begint ten minste een vluchtroute met een op die vluchtroute te overbruggen hoogteverschil naar een uitgang van het subbrandcompartiment van ten hoogste 4 meter (Bouwbesluit artikel 2.102, lid 9). 24 van 46

25 5.2.2 Toetsing Kantoorfunctie In de kantoorfunctie wordt voldaan aan de loopafstanden alsmede de te overbruggen hoogte doordat er is onderverdeeld in subbrandcompartimentsscheidingen. Industriefunctie In de industriefunctie worden de loopafstanden uit het Bouwbesluit overschreden. De toelichting op artikel (Extra beschermde vluchtroute) Bouwbesluit 2012, geeft aan dat: Uiteraard zou het doel van het veilig vluchten buiten een subbrandcompartiment ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatisch blusinstallatie en/of verdere beperking van het aantal personen. De wetgever geeft dus aan, dat de toepassing van een sprinklerinstallatie (automatische blusinstallatie) gelijkwaardig is voor het verlengen van de loopafstanden. Daarnaast wordt in de toelichting op artikel (Tweede vluchtroute) Bouwbesluit 2012 aangegeven: Het doel van een tweede vluchtroute is het veilig kunnen vluchten als één van de twee routes bij brand onbruikbaar wordt. Dit doel zou met een beroep op gelijkwaardigheid (artikel 1.3) ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatisch blusinstallatie en/of verdere beperking van het aantal personen. De wetgever geeft dus aan, dat de toepassing van een sprinklerinstallatie (automatische blusinstallatie) gelijkwaardig is voor het verlengen van de loopafstanden. 5.3 Tweede vluchtroute Het doel van een tweede vluchtroute is het veilig kunnen vluchten als één van de twee routes bij brand onbruikbaar wordt. Dit doel zou met een beroep op gelijkwaardigheid (Bouwbesluit artikel 1.3) ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatische blusinstallatie en/of een verdere beperking van het aantal personen. Wanneer die tweede vluchtroute er is kan zonder een beroep op gelijkwaardigheid worden volstaan met minder zware eisen dan wanneer er slechts een enkele vluchtroute is (Toelichting Bouwbesluit artikel 2.106) Regelgeving Indien op een vluchtroute een tweede vluchtroute begint zijn de artikelen 2.103, 2.104, eerste tot en met zevende lid, en niet van toepassing vanaf het punt dat de twee vluchtroutes door verschillende ruimten voeren (Bouwbesluit artikel 2.106, lid 1). Buiten het brandcompartiment waarin de in het eerste lid bedoelde tweede vluchtroute begint, voeren de twee vluchtroutes niet door een zelfde brandcompartiment. (Bouwbesluit artikel 2.106, lid 2). In afwijking van het eerste en tweede lid kunnen de twee vluchtroutes vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment waarin de eerste vluchtroute begint door dezelfde ruimte voeren indien (Bouwbesluit artikel 2.106, lid 3): a) die ruimte aan die uitgang van het subbrandcompartiment grenst; b) de vluchtroutes in die ruimte beschermde vluchtroutes en voor zover deze buiten een brandcompartiment liggen extra beschermde vluchtroutes zijn; c) de loopafstand in die ruimte gemeten over beide vluchtroutes ten hoogste 30 meter is indien de ruimte besloten is, en d) de vluchtroutes in verschillende richtingen voeren. In afwijking van het eerste lid kunnen de twee vluchtroutes door dezelfde ruimte voeren voor zover de vluchtroute een veiligheidsvluchtroute is (Bouwbesluit artikel 2.106, lid 4). 25 van 46

26 5.3.2 Toetsing Kantoorfunctie Loopafstanden voldoen, mede doordat er voldoende tweede vluchtroutes zijn. Industriefunctie Elk (sub)brandcompartiment heeft twee (of meer) uitgangen. De loopafstanden die dan gelden op grond van het Bouwbesluit worden alsnog overschreden. De toelichting op artikel (Extra beschermde vluchtroute) Bouwbesluit 2012, geeft aan dat: Uiteraard zou het doel van het veilig vluchten buiten een subbrandcompartiment ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatisch blusinstallatie en/of verdere beperking van het aantal personen. De wetgever geeft dus aan, dat de toepassing van een sprinklerinstallatie (automatische blusinstallatie) gelijkwaardig is voor het verlengen van de loopafstanden. Daarnaast wordt in de toelichting op artikel (Tweede vluchtroute) Bouwbesluit 2012 aangegeven: Het doel van een tweede vluchtroute is het veilig kunnen vluchten als één van de twee routes bij brand onbruikbaar wordt. Dit doel zou met een beroep op gelijkwaardigheid (artikel 1.3) ook kunnen worden bereikt door detectie, alarmering, een automatisch blusinstallatie en/of verdere beperking van het aantal personen. De wetgever geeft dus aan, dat de toepassing van een sprinklerinstallatie (automatische blusinstallatie) gelijkwaardig is voor het verlengen van de loopafstanden. 5.4 Beschermde vluchtroute De beschermde vluchtroute is een buiten een subbrandcompartiment gelegen gedeelte van een vluchtroute die uitsluitend voert door een verkeersruimte (Bouwbesluit artikel 1.1). Een beschermde vluchtroute kan wel in een brandcompartiment maar kan nooit in een subbrandcompartiment liggen. De beschermde vluchtroute voert uitsluitend door verkeersruimten zodat het risico van het ontstaan van brand op die vluchtroute beperkt is. Als er maar één vluchtroute is, dan moet die vluchtroute, zodra het subbrandcompartiment waarin het vluchten begint is verlaten, een beschermde vluchtroute zijn Regelgeving Een vluchtroute waarop ten hoogste 37 personen zijn aangewezen, is vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment waarin de vluchtroute begint een beschermde vluchtroute, tenzij die uitgang direct grenst aan het aansluitende terrein (Bouwbesluit artikel 2.103, lid 2). Een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert heeft vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment tot de volgende uitgang op de vluchtroute een loopafstand niet groter dan 30 meter. Dit geldt niet voor zover de vluchtroute door een trappenhuis voert (Bouwbesluit artikel 2.103, lid 3) Toetsing Kantoorfunctie In de kantoorfunctie wordt voldaan aan de loopafstanden alsmede de te overbruggen hoogte doordat er extra subbrandcompartimentsscheidingen zijn aangebracht. 26 van 46

27 5.5 Extra beschermde vluchtroute De extra beschermde vluchtroute is een buiten een brandcompartiment gelegen gedeelte van een beschermde vluchtroute (Bouwbesluit artikel 1.1) Regelgeving Een vluchtroute waarop meer dan 37 en ten hoogste 150 personen zijn aangewezen, is vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment waarin de vluchtroute begint een extra beschermde vluchtroute, tenzij die uitgang direct grenst aan het aansluitende terrein (Bouwbesluit artikel 2.104, lid 5). In een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert is de loopafstand vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment waarin de vluchtroute begint tot het punt waar een tweede vluchtroute of een veiligheidsvluchtroute begint, of tot het aansluitende terrein niet groter dan 30 meter. Bij een onderwijsfunctie is deze loopafstand echter niet groter dan 15 meter (Bouwbesluit artikel 2.104, lid 6). Een vluchtroute in een trappenhuis waarin een hoogteverschil van meer dan 8 meter wordt overbrugd, is een extra beschermde vluchtroute (Bouwbesluit artikel 2.104, lid 8) Toetsing Is niet van toepassing, doordat ten minste één van de vluchtroutes, direct naar het aansluitend terrein voert of via ten minste twee volledig van elkaar gescheiden (sub)brandcompartimenten naar de buitenlucht gevlucht kan worden. 5.6 Veiligheidsvluchtroute Een veiligheidsvluchtroute is dat gedeelte van een extra beschermde vluchtroute dat door een niet besloten ruimte voert en aansluitend daarop door een ruimte die uitsluitend kan worden bereikt vanuit niet besloten ruimten (Bouwbesluit artikel 1.1). Op een veiligheidsvluchtroute is artikel van toepassing Regelgeving Een vluchtroute waarop meer dan 150 personen zijn aangewezen is vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment waarin de vluchtroute begint een veiligheidsvluchtroute, tenzij die uitgang direct grenst aan het aansluitende terrein (Bouwbesluit artikel 2.105, lid 1) Toetsing Is niet van toepassing, omdat er niet meer dan 150 personen behoeven te vluchten vanuit een subbrandcompartiment. 27 van 46

28 5.7 Inrichting vluchtroute Op de inrichting van een vluchtroute is artikel van toepassing Regelgeving De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen een beschermde of extra beschermde vluchtroute en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte is ten minste 20 minuten, waarbij voor de bepaling van de brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van een scheidingsconstructie uitsluitend rekening wordt gehouden met het beoordelingscriterium vlamdichtheid met betrekking tot de afdichting (Bouwbesluit artikel 2.107, lid 1). De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen de twee ruimten als bedoeld in artikel 2.106, eerste lid, is ten minste 30 minuten (Bouwbesluit artikel 2.107, lid 2). Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de rookdoorgang tussen (Bouwbesluit artikel 2.107, lid 3): a. een beschermde of extra beschermde vluchtroute en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte, en b. tussen twee vluchtroutes als bedoeld in artikel 2.106, eerste lid, die door verschillende ruimten voeren. Een vluchtroute heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,85 meter en een hoogte van ten minste 2,3 meter. Voor andere logiesfunctie en overige gebruiksfunctie geldt een hoogte van ten minste 2,1 meter. Dit geldt niet voor zover de vluchtroute over een trap voert (Bouwbesluit artikel 2.107, lid 8) Toetsing Kantoorfunctie In de kantoorfunctie wordt voldaan aan de loopafstanden doordat er meerdere subbrandcompartimentsscheidingen zijn aangebracht. 5.8 Deuren in vluchtroutes Het doel van artikelen 6.25 en 7.12 is te waarborgen dat deuren in vluchtroutes het vluchten bij brand zo min mogelijk hinderen. De voorschriften in artikel 6.25 hebben betrekking op de draairichting en het hang- en sluitwerk van de deur. Voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van deuren in vluchtroutes zijn opgenomen in artikel Regelgeving Een deur op een vluchtroute draait bij het openen niet tegen de vluchtrichting in indien bij een te bouwen bouwwerk meer dan 37 personen of bij een bestaand bouwwerk meer dan 60 personen die op die uitgang zijn aangewezen (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 3). Een nooddeur kan geen schuifdeur zijn (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 4). 28 van 46

29 Een deur waarop bij het vluchten meer dan 100 personen zijn aangewezen kan worden geopend door: a) een lichte druk tegen de deur, of b) een lichte druk tegen een op circa 1 meter boven de vloer over de volle breedte van de deur aangebrachte panieksluiting die voldoet aan NEN-EN 1125 (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 6). Een deur op een vluchtroute die begint in een ruimte voor het insluiten van personen, kan tijdens het vluchten met een sleutel worden geopend (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 7). Een automatisch werkende deur en een voorziening voor toegangs- of uitgangscontrole in een vluchtroute mogen het vluchten niet belemmeren (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 8). Een deur die toegang geeft tot een overdruktrappenhuis is voorzien van een aanduiding waaruit blijkt dat hard duwen noodzakelijk kan zijn (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 9). Aan de aan de buitenlucht grenzende zijde van een nooddeur is het opschrift <<nooddeur vrijhouden>> of <<nooduitgang>> aangebracht. Dit opschrift voldoet aan de eisen voor aanvullende tekens in NEN 3011 (Bouwbesluit artikel 6.25, lid 10). Een deur op een vluchtroute is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend (Bouwbesluit artikel 7.12, lid 1). In afwijking van het eerste lid kan een deur op een vluchtroute die begint in een ruimte voor het insluiten van personen als bedoeld in artikel 6.25, zevende lid, tijdens het vluchten met een sleutel over de ten minste vereiste breedte worden geopend, mits de inrichting, het gebruik en de organisatie zodanig zijn dat het in het met artikel 7.11 beoogde brandveiligheidsniveau is gewaarborgd (Bouwbesluit artikel 7.12, lid 2) Toetsing De vluchtdeuren draaien allen met de vluchtrichting mee. De vluchtdeuren dienen ten allen tijde geopend te kunnen worden, zonder dat gebruik gemaakt dient te worden van een sleutel. 29 van 46

30 6 Beperking ontstaan en ontwikkeling van brand en rook 6.1 Algemeen In het object dienen maatregelen te worden getroffen om zoveel mogelijk te voorkomen dat een brand kan ontstaan en dat een beginnende brand en de hiermee gepaard gaande rookontwikkeling zich snel uitbreiden via de bouwconstructies over de oppervlakte van het gebouw. Deze maatregelen bestaan uit beperking van het ontstaan van brand, door eisen aan materialen met betrekking tot brandvoortplanting en rookproductie van installatie- en constructieonderdelen te stellen. De eisen beschreven in onderstaande paragrafen zijn afkomstig uit de afdeling 2.8, afdeling 2.9 en afdeling 7.1 van het Bouwbesluit. 6.2 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook Regelgeving Tabel 2.66 Gebruiksfunctie Grenswaarden Zijde grenzend aan Bovenzijde binnenlucht buitenlucht EBV BV Ov EBV BV Ov EBV BV Ov 2.67, lid 1 en , lid , lid 1 en 2 Industriefunctie, kantoorfunctie B D D C D D C fl D fl D fl EBV = Extra beschermde vluchtroute; BV = Beschermde vluchtroute; Ov = Overige. Binnenoppervlak Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de binnenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse en aan rookklasse s2, beide bepaald volgens NEN-EN ( Bouwbesluit artikel 2.67, lid 1). Buitenoppervlak Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, bepaald volgens NEN-EN (Bouwbesluit artikel 2.68, lid 1). Het deel van een zijde van een constructieonderdeel dat grenst aan de buitenlucht en hoger ligt dan 13 meter, voldoet aan brandklasse B, bepaald volgens NEN- EN (Bouwbesluit artikel 2.68, lid 2). Een zijde van een constructie-onderdeel die grenst aan de buitenlucht, van een bouwwerk waarvan een voor personen bestemde vloer ten minste 5 meter boven het meetniveau ligt, voldoet vanaf het aansluitende terrein tot een hoogte van ten minste 2,5 meter aan brandklasse B, bepaald volgens NEN-EN (Bouwbesluit artikel 2.68, lid 3). 30 van 46

31 Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op de bovenzijde van een dak (Bouwbesluit artikel 2.68, lid 4). In afwijking van het eerste tot en met derde lid voldoet een deur, een raam, een kozijn en daar aan gelijk te stellen constructie-onderdeel aan brandklasse D, bepaald volgens NEN-EN (Bouwbesluit artikel 2.68, lid 5). Beloopbaar vlak In afwijking van artikel 2.67 geldt voor de bovenzijde van een voor personen bestemde vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de binnenlucht rookklasse s1 fl en de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, beide bepaald volgens NEN-EN (Bouwbesluit artikel 2.69, lid 1). In afwijking van artikel 2.68 geldt voor een bovenzijde van een voor personen bestemde vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de buitenlucht de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, bepaald volgens NEN-EN (Bouwbesluit artikel 2.69, lid 2). Vrijgesteld Op ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructie-onderdelen van elke afzonderlijke ruimte, waarvoor volgens de artikelen 2.67 tot en met 2.69 een eis geldt, is die eis niet van toepassing (Bouwbesluit artikel 2.70, lid 1). Dakoppervlak De bovenzijde van een dak van een bouwwerk is, bepaald volgens NEN 6063, niet brandgevaarlijk. Dit geldt niet indien het bouwwerk geen voor personen bestemde vloer heeft die hoger ligt dan 5 meter boven het meetniveau, en de brandgevaarlijke delen van het dak ten minste 15 meter vanaf de perceelgrens liggen. Indien het perceel waarop het bouwwerk ligt, grenst aan een openbare weg, openbaar water, openbaar groen, of een perceel dat niet is bestemd voor bebouwing of voor een speeltuin, een kampeerterrein of opslag van brandgevaarlijke stoffen of van brandbare niet milieugevaarlijke stoffen wordt die afstand aangehouden tot het hart van de weg, dat water, dat groen of dat perceel (Bouwbesluit artikel 2.71, lid 1). Constructie-onderdeel Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gesteld ter beperking van het ontwikkelen van brand en rook in een constructie-onderdeel (Bouwbesluit artikel 2.72). Deze voorschriften zijn nog niet gesteld Toetsing Alle materialen dienen te voldoen aan brandklasse D en aan rookklasse s2. De voor personen bestemde vloeren ( het beloopbaar vlak) dienen te voldoen aan D fl en rookklasse s1 fl. Bij de bepaling van de materialen (bestekfase) dient men rekening te houden met bovenstaande eisen. Van de toegepaste materialen dienen de materiaalcertificaten te kunnen worden overlegd. Geadviseerd wordt om de leveranciers van de toegepaste bouwmaterialen certificaten te laten overleggen met betrekking tot de bijdrage aan brandvoortplanting en de rookproductie. 31 van 46

32 6.3 Verbrandingstoestel Regelgeving Een opstelplaats voor een open verbrandingstoestel ligt niet in een toiletruimte, een badruimte, of een ruimte voor het stallen van motorvoertuigen (Bouwbesluit artikel 2.60) Een verbrandingstoestel wordt uitsluitend gebruikt indien (Bouwbesluit artikel 7.9, lid 1): a) de voorziening voor toevoer van verbrandingslucht en de voorziening voor afvoer van rookgas niet zijn afgesloten; b) de capaciteit van de voorziening voor toevoer van verbrandingslucht, van de voorziening voor afvoer van rookgas en van de daarop aangesloten aansluitleidingen, niet kleiner zijn dan de voor het adequaat functioneren van het verbrandingstoestel noodzakelijke capaciteit; c) de opstelling van het verbrandingstoestel met inbegrip van een aansluitleiding tussen het toestel en de voorziening voor de afvoer van rookgas brandveilig is; d) de voorziening voor afvoer van rookgas doeltreffend is gereinigd, en e) het verbrandingstoestel met een aansluitmogelijkheid op een voorziening voor afvoer van rookgas adequaat op de voorziening is aangesloten. Van een brandveilige opstelling als bedoeld in het eerste lid, onder c, is in ieder geval sprake indien de opstelling brandveilig is, bepaald volgens NEN 3028 (Bouwbesluit artikel 7.9, lid 2) Toetsing Indien er een verbrandingstoestel aanwezig is, dient deze te voldoen aan de omschreven eisen. 6.4 Schacht, koker of kanaal Regelgeving Materiaal toegepast aan de binnenzijde van een schacht, een koker of een kanaal grenzend aan meer dan een brandcompartiment of subbrandcompartiment met een inwendige doorsnede groter dan 0,015 m 2, voldoet over een dikte van ten minste 0,01 meter, gemeten loodrecht op de binnenzijde, aan brandklasse A2, bepaald volgens NEN-EN (Bouwbesluit artikel 2.58, lid 1). Het eerste lid is niet van toepassing op (Bouwbesluit artikel 2.58, lid 2): a) een schacht die uitsluitend is bestemd voor een of meer boven elkaar gelegen toiletruimten of badruimten en die niet door ander ruimten voert; b) ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de in dat lid bedoelde binnenzijde, en c) het materiaal van een constructie- of installatieonderdeel dat wordt omsloten door een in dat lid bedoelde schacht, koker of kanaal Toetsing Indien er een schacht, koker of kanaal aanwezig is, dient deze te voldoen aan de omschreven eisen. 32 van 46

33 7 Brandbeveiligingsinstallaties 7.1 Algemeen In principe gelden de voorschriften in dit hoofdstuk zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw. Dit is alleen anders wanneer expliciet is aangegeven dat een bepaald voorschrift of alleen voor een te bouwen bouwwerk geldt of alleen voor een bestaand bouwwerk geldt. 7.2 Noodverlichting In afdeling 6.1 wordt voor deze gebruiksfuncties artikel 6.2, lid 4, artikel 6.3, lid 1, lid 3, lid 4 en lid 7 en artikel 6.4 aangestuurd via artikel 6.1, lid Regelgeving Een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert heeft een verlichtingsinstallatie die een op de vloer en het tredevlak gemeten verlichtingssterkte kan geven van ten minste 1 lux (Bouwbesluit artikel 6.2, lid 4). Een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, hebben noodverlichting (Bouwbesluit artikel 6.3, lid 1). Een besloten ruimte als bedoeld in artikel 6.2, vierde lid, heeft noodverlichting (Bouwbesluit artikel 6.3, lid 3). Een liftkooi van een te bouwen bouwwerk heeft noodverlichting (Bouwbesluit artikel 6.3, lid 4). Noodverlichting als bedoeld in het eerste tot en met zesde lid geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende ten minste 60 minuten een op de vloer en het tredevlak gemeten verlichtingssterkte van ten minste 1 lux (Bouwbesluit artikel 6.3, lid 7). Een verlichtingsinstallatie als bedoeld in de artikelen 6.2 en 6.3 is aangesloten op een voorziening voor elektriciteit als bedoeld in artikel 6.8 (Bouwbesluit artikel 6.4) Toetsing Alle ruimten worden voorzien van algemene noodverlichting. 7.3 Brandmeldinstallatie Het doel van een brandmeldinstallatie is een brand in een dusdanig tijdig stadium te ontdekken, lokaliseren en signaleren, dat de interne organisatie kan worden gewaarschuwd en automatisch alle noodzakelijke brandveiligheidsvoorzieningen worden geactiveerd, zodat personen zich in veiligheid kunnen brengen of in veiligheid kunnen worden gebracht. Een brandmeldinstallatie is vooral nodig wanneer zonder deze installatie een brand niet direct kan worden opgemerkt (onoverzichtelijk), een gebouw niet beroepbaar is of wanneer brandveiligheidsvoorzieningen niet kunnen functioneren zonder brandmeldinstallatie. 33 van 46

34 7.3.1 Regelgeving Op brandmeldinstallaties is artikel 6.20 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.19, lid 2. In afdeling 6.5 wordt voor deze gebruiksfuncties artikel 6.20, lid 1, lid 2 en lid 5 t/m 8 aangestuurd via artikel 6.19, lid 2. Een gebruiksfunctie heeft een brandmeldinstallatie als bedoeld in NEN 2535 met een omvang van de bewaking en een doormelding zoals aangegeven in bijlage I bij dit besluit, indien (Bouwbesluit artikel 6.20, lid 1): a) de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie of de totale gebruiksoppervlakte aan gebruiksfuncties van dezelfde soort in het gebouw voor zover die gebruiksfuncties op eenzelfde vluchtroute zijn aangewezen groter is dan de in deze bijlage aangegeven grenswaarde; b) de hoogste vloer van een verblijfsruimte van de gebruiksfunctie gemeten boven het meetniveau hoger is gelegen dan op de in deze bijlage aangegeven grenswaarde, of c) deze bijlage dit aanwijst zonder dat sprake is van een grenswaarde als hierboven bedoeld. Een brandcompartiment waarin een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in het eerste lid ligt, heeft een brandmeldinstallatie met een zelfde omvang van de bewaking en doormelding als die gebruiksfunctie (Bouwbesluit artikel 6.20, lid 2). Voor zover vanuit de uitgang van een verblijfsruimte slechts in één richting kan worden gevlucht, zijn de buiten die verblijfsruimte gelegen ruimten waardoor die enkele vluchtroute voert alsmede aan die ruimten grenzende verblijfsruimten en ruimten met een verhoogd brandrisico voorzien van een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking als bedoeld in NEN 2535, indien (Bouwbesluit artikel 6.20, lid 5): a) de loopafstand tussen de uitgang van een verblijfsruimte en het punt van waaruit in meer dan één richting kan worden gevlucht meer dan 10 meter is; b) de totale vloeroppervlakte van de ruimten waardoor die enkele vluchtroute voert alsmede van de daarop aangewezen verblijfsruimten meer dan 200 m² is, of c) het aantal aan de enkele vluchtroute gelegen verblijfsruimten meer dan twee is. In de in bijlage I bij dit besluit aangewezen gevallen heeft een bij of krachtens de wet voorgeschreven bestaande brandmeldinstallatie een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallatie (Bouwbesluit artikel 6.20, lid 6). Het onderhoud van een bij of krachtens de wet voorgeschreven bestaande brandmeldinstallatie waarvoor geen certificaat als bedoeld in het zesde lid is vereist, voldoet aan NEN (Bouwbesluit artikel 6.20, lid 7). Het beheer en de controle van een bij of krachtens de wet voorgeschreven brandmeldinstallatie voldoen aan NEN (Bouwbesluit artikel 6.20, lid 8). 34 van 46

35 7.3.2 Toetsing Het gebouw wordt voorzien van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie conform het PvE hetgeen door Liho is opgesteld. 7.4 Ontruimingsalarminstallatie Op ontruimingsalarminstallaties is artikel 6.23 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.22, lid Regelgeving In afdeling 6.6 wordt voor deze gebruiksfuncties artikel 6.23, lid 1 t/m 6 aangestuurd via artikel 6.22, lid 2. Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 6.20, eerste, tweede en vijfde lid, heeft een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in NEN 2575 die voldoet aan het in die norm bedoelde, door het bevoegd gezag goedgekeurd programma van eisen (Bouwbesluit artikel 6.23, lid 1). Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het ontruimingssignaal van de in het eerste lid bedoelde ontruimingsalarminstallatie (Bouwbesluit artikel 6.23, lid 2). Het beheer en de controle van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste lid voldoen aan NEN (Bouwbesluit artikel 6.23, lid 3). Een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste lid, die behoort bij een brandmeldinstallatie waarop artikel 6.20, zesde lid, van toepassing is, heeft een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV inspectieschema Ontruimingsalarminstallatie (Bouwbesluit artikel 6.23, lid 4). Het onderhoud van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste lid, die behoort bij een brandmeldinstallatie waarop artikel 6.20, zevende lid, van toepassing is, voldoet aan NEN (Bouwbesluit artikel 6.23, lid 5). Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 6.20 heeft een ontruimingsplan (Bouwbesluit artikel 6.23, lid 6) Toetsing Het gebouw wordt voorzien van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie conform het PvE hetgeen door Liho is opgesteld Er is gekozen voor een ontruiming per gebouwdeel, omdat een (klein) incident van welke aard ook, niet direct hoeft te leiden tot een volledige ontruiming van het gebouw. Het overgrote deel van de incidenten kan snel worden afgehandeld door de BHV organisatie. Om niet direct het gehele bedrijfsproces te verstoren, is primair gekozen voor selectieve ontruiming. Secundair speelt daarbij, dat brand per sectie wordt gemeld met een directe sturing ontruiming in de betreffende sectie. Binnen EDCO is een opgeleide en geoefende BHV organisatie aanwezig. Het is (in eerste instantie) aan de BHV organisatie om te bepalen of gedeeltelijke ontruiming van het gebouw volstaat, of dat alsnog overgegaan dient te worden tot totale ontruiming. Bij aankomst van de brandweer gaat deze beslissingsbevoegdheid over naar de bevelvoerder of officier van dienst van de brandweer. 7.5 Vluchtrouteaanduidingen Op vluchtrouteaanduidingen is artikel 6.24 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.22, lid van 46

36 7.5.1 Regelgeving In afdeling 6.5 wordt voor deze gebruiksfuncties artikel 6.24, lid 1 en lid 3 t/m 5 aangestuurd via artikel 6.22, lid 2. Een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50 personen hebben een vluchtrouteaanduiding die voldoet aan NEN 6088 en aan de zichtbaarheidseisen, bedoeld in de artikelen 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838 (Bouwbesluit artikel 6.24, lid 1). Een vluchtrouteaanduiding als bedoeld in het eerste of tweede lid is aangebracht op een duidelijk waarneembare plaats (Bouwbesluit artikel 6.24, lid 3). Een vluchtrouteaanduiding als bedoeld in het eerste of tweede lid voldoet binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit, gedurende een periode van ten minste 60 minuten, aan de zichtbaarheidseisen bedoeld in de artikelen 5.2 t/m 5.6 van NEN-EN 1838 (Bouwbesluit artikel 6.24, lid 4). Op een vluchtrouteaanduiding als bedoeld in het eerste lid gelegen op een vluchtroute vanuit een ruimte met een verlichtingsinstallatie niet zijnde noodverlichting als bedoeld in artikel 6.3, zijn bij het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit de in het eerste lid bedoelde zichtbaarheidseisen niet van toepassing (Bouwbesluit artikel 6.24, lid 5) Toetsing Daar waar noodverlichting vereist is in de gebruiksfuncties, dient de vluchtrouteaanduiding te worden uitgevoerd als transparantverlichting. 7.6 Brandslanghaspels Op brandslanghaspels zijn artikelen 6.28 en 6.33 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.27, lid Regelgeving In afdeling 6.7 wordt voor deze gebruiksfuncties artikel 6.28, lid 2, lid 3 en lid 4 en artikel 6.33 aangestuurd via artikel 6.27, lid 2. Een te bouwen gebruiksfunctie heeft ten minste een brandslanghaspel indien de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie of de totale gebruiksoppervlakte aan gebruiksfuncties van dezelfde soort in het gebouw groter is dan 500 m 2, of m 2 indien het een andere industriefunctie betreft (Bouwbesluit artikel 6.28, lid 2). De gecorrigeerde loopafstand tussen een brandslanghaspel als bedoeld in het eerste en tweede lid en elk punt van de vloer van een gebruiksfunctie is niet groter dan de lengte van de brandslang, vermeerderd met 5 meter. Dit geldt niet voor een niet in een functiegebied gelegen vloer die uitsluitend door niet besloten ruimten kan worden bereikt (Bouwbesluit artikel 6.28, lid 3). Een brandslanghaspel (Bouwbesluit artikel 6.28, lid 4): a) heeft een slang met een lengte van niet meer dan 30 meter; b) is aangesloten op een voorziening voor drinkwater als bedoeld in artikel 6.12, die bij het mondstuk een statische druk geeft van niet minder dan 100 kpa en een capaciteit heeft van 1,3 m³/h bij gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels, en c) ligt niet in een ruimte met een trap waarover een beschermde vluchtroute voert. 36 van 46

37 Een voorziening voor het bestrijden van brand als bedoeld in de artikelen 6.28 en 6.31 is duidelijk zichtbaar opgehangen of gemarkeerd met een pictogram als bedoeld in NEN 3011 (Bouwbesluit artikel 6.33) Toetsing Op strategische plaatsen worden brandslanghaspels gesitueerd (55S of gelijkwaardig). De brandslanghaspels zijn ± 70 meter, met een aparte brandslanghaspel van 20 meter. De capaciteit van deze haspels is 1,3 m 3 per uur. Deze capaciteit dient opgenomen te worden in de sprinklerinstallatie. Het gebruik van de brandslanghaspels mag niet leiden tot doormelding naar de brandweer (zie bijlage 1). 7.7 Droge blusleidingen Op droge blusleidingen is artikel 6.29 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.27, lid Regelgeving Een gebruiksfunctie met een vloer van een verblijfsgebied hoger gelegen dan 20 meter boven het meetniveau, heeft een droge blusleiding (Bouwbesluit artikel 6.29, lid 1). Bij ministeriële regeling kan een droge blusleiding in andere gevallen dan in het eerste lid bepaald worden voorgeschreven en kunnen voorschriften ter zake van droge blusleidingen worden gegeven (Bouwbesluit artikel 6.29, lid 2). De loopafstand tussen een brandslangaansluiting van een in het eerste lid bedoelde droge blusleiding en een punt in een op die aansluiting aangewezen gebruiksgebied is niet groter dan 60 meter voor nieuwbouw en 110 meter voor bestaande bouw (Bouwbesluit artikel 6.29, lid 4). Een droge blusleiding van een te bouwen bouwwerk voldoet aan NEN 1594 (Bouwbesluit artikel 6.29, lid 5). De inrichting van een droge blusleiding van een bestaand bouwwerk voldoet aan NEN 1594 voor (Bouwbesluit artikel 6.29, lid 6): a) de drukbestendigheid; b) de onbrandbaarheid van het materiaal van de leiding; c) de soorten koppelingen voor de aansluiting van brandslangen; d) de aanduiding van de brandslangaansluitingen, en e) de aanduiding van de voedingsaansluitingen. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.16, eerste lid, worden een bij of krachtens de wet voorgeschreven droge blusleiding en een pompinstallatie bij oplevering en daarna eenmaal in de vijf jaar getest volgens NEN 1594 (Bouwbesluit artikel 6.29, lid 7) Toetsing Het gebouw zal worden voorzien van een door de brandweer geaccordeerd systeem van droge blusleidingen. De voedingspunten zijn in verband met de grootte van de compartimenten afgestemd met de brandweer en liggen op strategische (beschermde) plaatsen. 7.8 Bluswatervoorziening Op bluswatervoorzienig is artikel 6.30 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.27, lid van 46

38 7.8.1 Regelgeving Een bouwwerk heeft een toereikende bluswatervoorziening. Dit geldt niet indien de aard, ligging of het gebruik van het bouwwerk dat naar het oordeel van het bevoegd gezag niet vereist. (Bouwbesluit artikel 6.30, lid 1). De afstand tussen een bluswatervoorziening als bedoeld in het eerste lid en een brandweeringang als bedoeld in artikel 6.36, eerste lid, is ten hoogste 40 meter (Bouwbesluit artikel 6.30, lid 3). Een bluswatervoorziening als bedoeld in het eerste en tweede lid is onbeperkt toegankelijk voor bluswerkzaamheden (Bouwbesluit artikel 6.30, lid 4) Toetsing Er zullen (in afstemming met de brandweer, mede gezien het droge blusleidingsysteem) bluswatervoorzieningen worden gerealiseerd in de vorm van gesloten geboorde putten met een capaciteit van 60 m³ per uur. Deze zullen worden gerealiseerd nabij de opstelplaatsen voor de TAS en hebben een onafgebroken levertijd. 7.9 Blustoestellen Op blustoestellen zijn artikelen 6.31 en 6.33 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.27, lid Regelgeving Voor zover daarin niet reeds voldoende door de aanwezigheid van brandslanghaspels is voorzien, is een gebouw voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen om een beginnende brand zo snel mogelijk door in het gebouw aanwezige personen te laten bestrijden (Bouwbesluit artikel 6.31, lid 1). Onverminderd het bepaalde in artikel 1.16, eerste lid, wordt ten minste eenmaal per twee jaar overeenkomstig NEN 2559 op adequate wijze het nodige onderhoud aan een bij of krachtens de wet voorgeschreven draagbaar of verrijdbaar blustoestel verricht en de goede werking van dat blustoestel gecontroleerd (Bouwbesluit artikel 6.31, lid 4). Een voorziening voor het bestrijden van brand als bedoeld in de artikelen 6.28 en 6.31 is duidelijk zichtbaar opgehangen of gemarkeerd met een pictogram als bedoeld in NEN 3011 (Bouwbesluit artikel 6.33) Toetsing Aangezien het gebouw is voorzien van brandslanghaspels is het niet vereist om aanvullend draagbare blustoestellen te plaatsen Automatische brandblusinstallatie en rookbeheersingssysteem Op een automatische brandblusinstallatie en rookbeheersingssysteem is artikel 6.32 van toepassing, aangestuurd via artikel 6.27, lid van 46

39 Regelgeving Een bij of krachtens de wet voorgeschreven bestaande automatische brandblusinstallatie is voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Vastopgestelde Brandbeheersings- en Brandblussystemen (Bouwbesluit artikel 6.32, lid 1). Een bij of krachtens de wet voorgeschreven rookbeheersingsinstallatie is voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV- inspectieschema Rookbeheersingsinstallaties (Bouwbesluit artikel 6.32, lid 2) Toetsing In het gebouw wordt een sprinklerinstallatie aangebracht. De sprinklerinstallatie wordt van een certificaat voorzien. Verdere uitwerking van de sprinklerinstallatie en certificering wordt gedaan in het PvE sprinklerinstallatie. 39 van 46

40 8 Bereikbaarheid, toetreding en repressie door de brandweer 8.1 Algemeen In principe gelden de voorschriften in de afdelingen 6.8 en 6.9 zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw. Dit is alleen anders wanneer expliciet is aangegeven dat een bepaald voorschrift of alleen voor een te bouwen bouwwerk geldt of alleen voor een bestaand bouwwerk geldt. 8.2 Brandweeringang Regelgeving Een bouwwerk voor het verblijven van personen heeft een brandweeringang. Dit geldt niet indien de aard, de ligging of het gebruik van het bouwwerk dat naar het oordeel van het bevoegd gezag niet vereist (Bouwbesluit artikel 6.36, lid 1). Indien een bouwwerk dat op grond van het eerste lid een brandweeringang moet hebben meerdere toegangen heeft, worden in overleg met de brandweer een of meer van die toegangen als brandweeringang aangewezen (Bouwbesluit artikel 6.36, lid 2). In een bouwwerk met een brandmeldinstallatie met doormelding als bedoeld in artikel 6.20, eerste lid, wordt een brandweeringang bij een brandmelding automatisch ontsloten of ontsloten met een systeem dat in overleg met de brandweer is bepaald (Bouwbesluit artikel 6.36, lid 3) Toetsing In de directe nabijheid van de brandweeringang (nader te bepalen in overleg met de brandweer) dient een rood flitslicht te worden aangebracht. Om toegang tot het pand te verkrijgen zal er een sleutelbuis/-kluis moeten worden geplaatst, passend binnen het gebruikelijke systeem van de brandweer Deurne. 8.3 Bereikbaarheid Regelgeving Tussen de openbare weg en ten minste een toegang van een bouwwerk voor het verblijven van personen ligt een verbindingsweg die geschikt is voor voertuigen van de brandweer en andere hulpverleningsdiensten (Bouwbesluit artikel 6.37, lid 1). Het eerste lid is niet van toepassing (Bouwbesluit artikel 6.37, lid 2): a) op een gebruiksfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan m² en een vuurbelasting van ten hoogste 500 MJ/m², bepaald volgens NEN 6090; b) op een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m²; c) op een lichte industriefunctie uitsluitend voor het bedrijfsmatig telen, kweken of opslaan van gewassen of daarmee vergelijkbare producten, met een permanente vuurbelasting van ten hoogste 150 MJ/m², bepaald volgens NEN 6090; a) indien de toegang tot het bouwwerk op ten hoogste 10 meter van een openbare weg ligt, of e) indien de aard, de ligging of het gebruik van het bouwwerk naar het oordeel van het bevoegd gezag geen verbindingsweg als bedoeld in het eerste lid vereist. 40 van 46

41 Tenzij het bestemmingsplan of een gemeentelijke verordening anderszins bepaalt heeft een verbindingsweg als bedoeld in het eerste lid (Bouwbesluit artikel 6.37, lid 3): a) een breedte van ten minste 4,5 meter; b) een verharding over een breedte van ten minste 3,25 meter, die geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van ten minste kilogram; c) een vrije hoogte boven de kruin van de weg van ten minste 4,2 meter, en d) een doeltreffende afwatering. Een verbindingsweg als bedoeld in het eerste lid is over de in het derde lid voorgeschreven hoogte en breedte vrijgehouden voor voertuigen van de brandweer en andere hulpverleningsdiensten (Bouwbesluit artikel 6.37, lid 4). Hekwerken die een verbindingsweg als bedoeld in het eerste lid afsluiten, kunnen door hulpdiensten snel en gemakkelijk worden geopend of worden ontsloten met een systeem dat in overleg met de brandweer is bepaald (Bouwbesluit artikel 6.37, lid 5) Toetsing Rondom het gebouw wordt een verbindingsweg aangelegd waardoor het voor de brandweer mogelijk is om aan alle zijden van het gebouw te komen. 8.4 Opstelplaatsen voor brandweervoertuigen Regelgeving Bij een bouwwerk voor het verblijven van personen zijn zodanige opstelplaatsen voor brandweervoertuigen dat een doeltreffende verbinding tussen die voertuigen en de bluswatervoorziening kan worden gelegd (Bouwbesluit artikel 6.38, lid 1). Het eerste lid is niet van toepassing (Bouwbesluit artikel 6.38, lid 2): a) op een gebruiksfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan m² en een vuurbelasting van ten hoogste 500 MJ/m², bepaald volgens NEN 6090; b) op een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m²; c) op een lichte industriefunctie uitsluitend voor het bedrijfsmatig telen, kweken of opslaan van gewassen of daarmee vergelijkbare producten, met een permanente vuurbelasting van ten hoogste 150 MJ/m², bepaald volgens NEN 6090, of d) indien de aard, de ligging of het gebruik van het bouwwerk naar het oordeel van het bevoegd gezag geen opstelplaatsen als bedoeld in het eerste lid vereist. De afstand tussen een opstelplaats als bedoeld in het eerste lid en een brandweeringang als bedoeld in artikel 6.36, eerste lid, is ten hoogste 40 meter (Bouwbesluit artikel 6.38, lid 3). Een opstelplaats voor brandweervoertuigen als bedoeld in het eerste lid is over de voorgeschreven hoogte en breedte als bedoeld in artikel 6.37, derde lid, vrijgehouden voor brandweervoertuigen (Bouwbesluit artikel 6.38, lid 4). Hekwerken die een opstelplaats als bedoeld in het eerste lid afsluiten, kunnen door hulpdiensten snel en gemakkelijk worden geopend of worden ontsloten met een systeem dat in overleg met de brandweer is bepaald (Bouwbesluit artikel 6.38, lid 5) Toetsing Op de terreintekening zijn opstelplaatsen aangegeven met TAS. Bij iedere opstelplaats is een bluswatervoorziening aanwezig in de vorm van een geboorde put. 41 van 46

42 9 Goedkeuring overheid De uitvoeringstekeningen, omschrijvingen en eventuele certificaten van de in deze rapportage vermelde voorzieningen en installaties dienen ter goedkeuring bij de gemeentelijke overheid te worden ingediend. 42 van 46

43 10 Organisatorische aspecten 10.1 Algemeen Teneinde de brandveiligheid op een aanvaardbaar niveau te krijgen en te behouden dient een aantal organisatorische aspecten in acht te worden genomen. Doelstelling hierbij is de bouwkundige en installatietechnische brandpreventieve maatregelen op het vereiste niveau minimaal te behouden, evenals het risico op brand en de gevolgen hiervan te beperken Inspecties en onderhoud Een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 6.20 van het Bouwbesluit en een ontruimingsinstallatie als bedoeld in artikel 6.23, eerste lid van het Bouwbesluit, beschikt voor ingebruikname over een inspectiecertificaat als bedoeld in artikel 6.20, zesde lid, van het Bouwbesluit respectievelijk artikel 6.23, vierde lid van het Bouwbesluit (Regeling Bouwbesluit artikel 1.10, lid 1). Een inspectiecertificaat als bedoeld in het eerste lid heeft een geldigheidsduur van drie jaar. Indien op grond van artikel 6.20, eerste lid, van het Bouwbesluit, doormelding verplicht is, is de geldigheidsduur een jaar (Regeling Bouwbesluit artikel 1.10, lid 2). Bij toepassing van de CCV-schema s, genoemd in de artikelen 6.20, zesde en zevende lid, 6.23, vierde lid, en 6.32 van het besluit wordt uitgegaan van de inspectieschema s 2011 (Regeling Bouwbesluit artikel 1.12) Een bij of krachtens de wet aanwezige installatie als bedoeld in hoofdstuk 6 van dit (Bouw)besluit (Bouwbesluit artikel 1.16, lid 1): a) functioneert overeenkomstig de op die installatie van toepassing zijnde voorschriften; b) wordt adequaat beheerd, onderhouden en gecontroleerd, en c) wordt zodanig gebruikt dat geen gevaar voor de gezondheid of de veiligheid ontstaat dan wel voortduurt. Na het aanbrengen of wijzigen van een kabel-, leiding- of andere doorvoer in of door een scheidingsconstructie waarvoor op grond van dit besluit een eis met betrekking tot de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of rookdoorgang geldt, wordt de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of rookdoorgang op adequate wijze gecontroleerd (Bouwbesluit artikel 1.16, lid 2) Gebruiksmeldingsplicht Het is verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksmelding (Bouwbesluit artikel 1.18, lid 1): a) Een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken indien: - daarin meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn, of - toepassing is gegeven aan artikel 1.3 in verband met een in hoofdstuk 6 of 7 gegeven voorschrift, en b) een woonfunctie in gebruik te nemen of te gebruiken voor kamergewijze verhuur. Het eerste lid is niet van toepassing op het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarvoor een vergunning voor brandveilig gebruik is vereist (Bouwbesluit artikel 1.18, lid 2). 43 van 46

44 Het eerste lid, onderdeel a, onder 1, is niet van toepassing op het in gebruik nemen of gebruiken van (Bouwbesluit artikel 1.18, lid 3): a) een één- of meergezinswoning; b) een wegtunnel. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing bij het veranderen van een bouwwerk of van het gebruik daarvan, indien eerder een gebruiksmelding is gedaan en door het veranderen een afwijking ontstaat van de bij die melding verstrekte gegevens (Bouwbesluit artikel 1.18, lid 4). Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bouwwerk mede verstaan een gedeelte daarvan dat is bestemd om afzonderlijk te worden gebruikt (Bouwbesluit artikel 1.18, lid 5) Bedrijfshulpverlening Op grond van het gestelde in de Arbo-wet dient EDCO mogelijkerwijs te voorzien in een bedrijfshulpverleningsorganisatie. Deze organisatie dient voornamelijk een beginnende brand te kunnen blussen, een evacuatie in goede banen te kunnen leiden en eerste hulp bij ongelukken te kunnen bieden. 44 van 46

45 11 Conclusie Zoals in de voorgaande hoofdstukken is vermeld, is het bouwplan getoetst aan de relevante vigerende wet- en regelgeving. Door deze toetsing (en zo nodig aanvullende advisering) wordt voldaan aan de uitgangspunten van het Bouwbesluit, de NEN, NEN-EN of EN-normen en eventuele aanvullende regelgeving. 45 van 46

46 12 Bijlage 1. Brandslanghaspelwagen 46 van 46

MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW BEDRIJFSGEBOUW FOKKER 5 INCLUSIEF MEZZANINE FOKKER LOGISTICS PARK OUDE MEER

MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW BEDRIJFSGEBOUW FOKKER 5 INCLUSIEF MEZZANINE FOKKER LOGISTICS PARK OUDE MEER MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW BEDRIJFSGEBOUW FOKKER 5 INCLUSIEF MEZZANINE FOKKER LOGISTICS PARK OUDE MEER Project: Gebouw Fokker 5 Fokker Logistics Park Fokkerweg

Nadere informatie

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014)

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014) Brandpreventie Project: Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde

Nadere informatie

Tekst vergelijken. Documenten vergeleken 15012_Haarlemmermeer_DC11-12_MpB BB 2012 v 2.1.pdf _Haarlemmermeer_DC11-12_MpB BB 2012 v 3.0.

Tekst vergelijken. Documenten vergeleken 15012_Haarlemmermeer_DC11-12_MpB BB 2012 v 2.1.pdf _Haarlemmermeer_DC11-12_MpB BB 2012 v 3.0. Tekst vergelijken Documenten vergeleken 15012_Haarlemmermeer_DC11-12_MpB BB 2012 v 2.1.pdf 15012_Haarlemmermeer_DC11-12_MpB BB 2012 v 3.0.pdf Samenvatting 448 woord(en) toegevoegd 660 woord(en) verwijderd

Nadere informatie

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD RAPPORT BRANDVEILIGHEID NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard Nr.: 16-1476-OMG Project 7016.016 8 juli 2016 Versie 1.0

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2 STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN Kenmerk: 2013-R-V1.2 Datum rapport : Opdrachtgever : Project nummer : Behandeld door : Opmerking : STAPPENPLAN BEOORDELING

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) Dit stappenplan biedt ontwerpers een richtlijn om te komen tot een brandveilig

Nadere informatie

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam Rapportage brandveiligheid Rapportnr: 2161296 Datum: 16-12-2016 Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting In opdracht van Tom Jonker Architectuur & Stedebouw

Nadere informatie

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen Rapportage brandveiligheid Rapportnr: 2170303 Datum: 01-08-2017 Versie: 3 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting In opdracht van De gelukkige

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM Brandveiligheid Datum 2 juni 2017 Projectnummer 16015 Project Clubgebouw AFC Status Definitief Fase OMGEVINGSVERGUNNING Opdrachtgever ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus 1269 1000 BG AMSTERDAM

Nadere informatie

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE UITGANGSPUNTEN Regelgeving Tekeningen Gebouw LEGENDA UITGANGSPUNTEN..P LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID Opmerking 1 Opmerking 2 Het bouwplan is getoetst aan: - Bouwbesluit 2012; - 2.2 Sterkte bij

Nadere informatie

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa Adviesbureau VanderWeele Installatietechniek en Bouwfysica Brandveiligheid Marinegebouw 6 te Amsterdam Datum: eferentie: apport: 19 maart 2015, rev. 15 september 2015 2015106 309 J.P. van der Weele / S.

Nadere informatie

Appartementen B&B Oudebosschebaan 35 te Helvoirt. Rapportage brandveiligheid

Appartementen B&B Oudebosschebaan 35 te Helvoirt. Rapportage brandveiligheid Appartementen B&B Oudebosschebaan 35 te Helvoirt Rapportage brandveiligheid Appartementen B&B Oudebosschebaan 35 te Helvoirt Rapportage brandveiligheid Opgesteld door: Datum: 9-1-2015 S&W Consultancy Rapportnr:

Nadere informatie

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol Biomassacentrale Ooms Rapportage brandveiligheid Rapportnr: 2160714 Datum: 10-06-2016 Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting In opdracht van Kodi B.V. is door S&W Consultancy een brandtoetsing gemaakt

Nadere informatie

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren Opdrachtgever: Van Kessel Architectuur en Projectmanagement B.V. t.a.v. de heer R. Noordijk Tielerweg 19 4191 NE GELDERMALSEN Tel.

Nadere informatie

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID Bedrijfsgebouw Erfstraat 2a Uden Opdrachtgever: M.A.M. van Lanen Strikseweg 5 5406 PS UDEN Opmaak datum: 5 januari 2017/ 11-01-2017 Documentnummer: Status: Definitief

Nadere informatie

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Nadere informatie

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom Rapportage brandveiligheid Projectnr: 2170155 Datum: 19-06-2018 Versie: 1 Contactpersoon: Liselotte Bolier Samenvatting In opdracht van Cor Mastenbroek Architecten

Nadere informatie

MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND ROMAR VOSS BV ROGGEL

MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND ROMAR VOSS BV ROGGEL MASTERPLAN BRANDVEILIGHEID (INTEGRAAL PLAN BRANDVEILIGHEID) NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND ROMAR VOSS BV ROGGEL Object: Romar Voss B.V. Bevelantstraat ong. 6088 PB Roggel Opdrachtgever: Derckx B.V. Postbus 10045

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden VENTILATIEVOORZIENINGEN (procescertificaat) BRL 6000 Ontwerpen, installeren en beheren van installaties Deel 00 Algemeen deel (2005-11) Deel 10 Ontwerpen en installeren van ventilatievoorzieningen van

Nadere informatie

Prestatie eisen, artikelen brandveiligheid stallen.

Prestatie eisen, artikelen brandveiligheid stallen. Prestatie eisen, artikelen brandveiligheid stallen. De artikel in geel zijn specifiek van belang voor stallen nieuwbouw, welke direct van invloed zijn op de veiligheid van dieren in een stal. Tekst van

Nadere informatie

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef Brandbeveiligingsconcept Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef Brandbeveiligingsconcept Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat

Nadere informatie

Checklist bijeenkomstfunctie

Checklist bijeenkomstfunctie Naam bouwwerk: Adres Bouwwerk: Gebruiksfunctie(s): Aanvrager: Bouwplannummer: Architect:: Projectnummer: Tekening- en bladnummer(s) / Datum: Adviseur: Projectnummer: Rapportnummer(s) / Datum: Ingevuld

Nadere informatie

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen opdrachtgever firma Beker Holthuizerweg 11 6971 JE Brummen project referentie datum auteur bouwlocatie nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E 53.686 1542014 jc Cotenoeverseweg

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC

Nadere informatie

Checklist woonfunctie

Checklist woonfunctie Naam bouwwerk: Adres Bouwwerk: Gebruiksfunctie(s): Aanvrager: Bouwplannummer: Architect:: Projectnummer: Tekening- en bladnummer(s) / Datum: Adviseur: Projectnummer: Rapportnummer(s) / Datum: Ingevuld

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM Hoofdweg 70 3067 GH ROTTERDAM T +31 (0)10-4257444 F +31 (0)10-4254443 E rotterdam.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep Beoordeling

Nadere informatie

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid Woongebouw familie James Callantsoog Rapportage brandveiligheid Woongebouw familie James Callantsoog Rapportage brandveiligheid Opgesteld door: Datum: 28-7-2015 S&W Consultancy Rapportnr: 2150819 Postbus

Nadere informatie

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck ADVIES Brandveiligheid Opdrachtgever: Ravestein Bouwmanagement B.V. Utrechtsestraatweg 36 3445 AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold Architect: Kolpa Architecten B.V. Strevelsweg 700/406 3083 AS Rotterdam

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) BRL 1504 "Dakbedekkingssystemen van metalen elementen met dakpanprofiel en andere vormen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het

Nadere informatie

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Rapportnummer G 18007-5-RA-001 d.d. 28 februari 2017 AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader

Nadere informatie

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Nieuwbouw kantoor Bon Holding W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 Nieuwbouw kantoor Bon Holding BRANDPREVENTIE

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks / D. Machielsen Datum/versie: 16 augustus 2016, versie 02D Betreft: Club Sportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling

Nadere informatie

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

BRL 2880  Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies  ( ) BRANDWERENDE BEKLEDING, STAALCONSTRUCTIES (attest) BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " (2004-03) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam Rapport Brandveiligheid transformatie Kapershoekseweg 24 te Hoogvliet - Rotterdam Projectnummer : 161003 Documentnummer : R-02 Versie : Rev. 1 Opgesteld door : A. van Wijngaarden Flameteq Brandpreventie

Nadere informatie

Toetsing brandpreventie

Toetsing brandpreventie Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 24-2-2017 Marktstraat 47 Mierlo F +31(0)492-430115 Postbus 48, 5730 AA Mierlo info@wouters-bouwadvies.nl T +31(0)492-430114 www.wouters-bouwadvies.nl Toetsing brandpreventie

Nadere informatie

OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID

OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID Rapport: Toetsing Brandveiligheid; Bouwbesluit 2012 Rapportnummer: 2015-116-1 Datum: 27 november 2015 Auteur:

Nadere informatie

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN Advies- en onderzoeksrapport brandveiligheidtoets Bouwbesluit 2012 In opdracht van: SV PATRIZIA Handels-Invest Europa I Patrizia GewerbenInvest

Nadere informatie

Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december 2015. Hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid

Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december 2015. Hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid Onderdeel: Bouwbesluittoetsing Bedrijfspand Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december 2015 Status: Definitief Werknummer: 2104 Opdrachtgever: Foodcourt Uden BV Nieuwbouw bedrijfspand valt

Nadere informatie

BOUWBESLUITTOETSING MANEGE. Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch Stadskanaal Datum: 19 mei 2015. Gewijzigd: 11 augustus 2015

BOUWBESLUITTOETSING MANEGE. Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch Stadskanaal Datum: 19 mei 2015. Gewijzigd: 11 augustus 2015 BOUWBESLUITTOETSING MANEGE Project: Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch Stadskanaal Datum: 19 mei 2015 Status: Definitief Gewijzigd: 11 augustus 2015 Werknummer: 1966 Opdrachtgever: HPF Projecten BV Bouwadres:

Nadere informatie

Projectnaam : Charlotte de Bourbon Willem de Zwijgerstraat te Bodegraven

Projectnaam : Charlotte de Bourbon Willem de Zwijgerstraat te Bodegraven Projectgegevens Projectnaam : Charlotte de Bourbon Willem de Zwijgerstraat 12-16 te Bodegraven Projectnummer : PR12546 Datum : 23 januari 2018 Tekening : DO d.d. 16 januari 2019 Versie : 1.0 Opdrachtgever

Nadere informatie

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) BRL 1003 "Niet dragende -binnenwanden" (2003-12) BRL 2212 "Montage van systeemwanden en/of systeemplafonds" (2000-01) Beschouwde

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012 MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks Datum/versie: 30 juni 2016, versie 02a Betreft: Clubsportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling brandveiligheid Projectnr:

Nadere informatie

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan ZONDERVAN ARCHITECTUUR HOTEL SUPERNOVA RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v2 29.05.17 Auteur: Leon Zondervan s Gravendijkwal 68 Rotterdam - Rapport brandveiligheid - Zondervan Architectuur

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DAKISOLATIE, THERMISCHE (attest, productcertificaat) BRL 1309 "Thermische isolatie voor platte of hellende daken op een onderconstructie in combinatie met een gesloten dakbedekkingssysteem" (2004-01) BRL

Nadere informatie

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum: rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:31 03 2015 Buro Toetz Postbus 230, 4460 AE Goes burotoetz@zeelandnet.nl Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Projectgegevens

Nadere informatie

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c datum: 9 september 2016 projectleider: W. van Elst opgesteld

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

Toetsing Brandveiligheid Bouwbesluit BB 2012

Toetsing Brandveiligheid Bouwbesluit BB 2012 Projectnaam : Projectnummer : Datum : Herinrichting winkelcentrum "Kleyburgplein"- Blok C PR5229 22 april 2014 Tekening: BA d.d. 18 april 2014 Versie : v 1.0 Opdrachtgever : Brand BBA gemaakt door: PKE

Nadere informatie

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief 1: Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : De Nederlandse regelgeving op het gebied van brandveiligheid zit ingewikkeld

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) BRL 1507 "Gespoten of strijkbare dakbedekkingen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Algemene sterkte

Nadere informatie

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Indelen met verstand van zaken kan kosten besparen Ing. Adriaan de Jong 25 april 2012 Kennismaking Adriaan de Jong Nieman Raadgevende Ingenieurs Eindhoven Vestigingsdirecteur

Nadere informatie

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat) WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat) BRL 1001 "Niet-dragende binnenspouwbladen en gevelvullende elementen" (2003-12) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Inhoudsopgave. werknr : H59 Opgesteld door : mst Datum: Versie : 1.0 Blz. 2/10

Inhoudsopgave. werknr : H59 Opgesteld door : mst Datum: Versie : 1.0 Blz. 2/10 GEMEENTE TEYLI Behoort bij besluit v en wethouders van Tey d.d. 29-05-2017 20161584 No. Inhoudsopgave Algemeen... 4 art. 1.2. Aantal personen... 4 art. 1.3. Gelijkwaardigheidsbepaling... 4 Veiligheid...

Nadere informatie

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel Afdeling 2.18. Vluchtroutes 2.18.1. Nieuwbouw Artikel 2.153 Stuurartikel 1. Een te bouwen bouwwerk heeft voldoende vluchtroutes waarlangs bij brand een veilige plaats kan worden bereikt. 2. Voorzover voor

Nadere informatie

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht Brandveiligheidsadvies Stadhuis Maastricht Opdrachtgever: Gemeente Maastricht Dhr. K. Hermkens Postbus 1992 6201 BZ Maastricht Betreft: Projectnummer: Brandveiligheidsadvies Stadhuis 16-073 LG Document

Nadere informatie

WAND, BINNEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat) WAND, BINNEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat) BRL 1008 "Dragende binnen- en buitenwanden" (2003-12) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld) Het onderzochte gebouw moet volgens Bouwbesluit Artikel 6.20 worden voorzien van een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie met niet-automatische bewaking zonder doormelding naar de brandweer. Dit houdt

Nadere informatie

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren. Memo Opdrachtgever Projectnummer : Ambulance Zorg Limburg Noord : 17-163 RG Betreft : brandveiligheidsadvies Ambulancepost Weert Behandeld door : Roel Geys 1. Inleiding Ambulance Zorg Limburd Noord is

Nadere informatie

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1 V&L MEMO BRANDVEILIGHEID Aan : de heer M. Tiggeloven Vrijborg B.V. Van : de heer F. Ariens/ de heer J. Staassen Onderwerp : Brandveiligheidsadvies Dr. Jan Ingen Houszplein te Breda Datum : 30 augustus

Nadere informatie

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid Seniorenappartementen Graafdijk Oost Rapportage brandveiligheid Seniorenappartementen Graafdijk Oost Rapportage brandveiligheid Opgesteld door: Datum: 25-02-2016 S&W onsultancy Rapportnr: 2150921 Postbus

Nadere informatie

WAND, BUITEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat)

WAND, BUITEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat) WAND, BUITEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat) BRL 1008 "Dragende binnen- en buitenwanden" (2003-12) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK datum: 13 augustus 2015 ons kenmerk: 5777S02 inzake: Abdij Koningsoord te Berkel Enschot Geachte heer

Nadere informatie

Toets Bouwbesluit - daglichtberekening. - ventilatieberekening.

Toets Bouwbesluit - daglichtberekening. - ventilatieberekening. Gebruiksfuncties: 1 Woonfunctie 2 Bijeenkomstfunctie 3 Celfunctie 4 Gezondheidsfunctie 5 Industriefunctie 6 Kantoorfunctie 7 Logiesfunctie 8 Onderwijsfunctie 9 Sportfunctie 10 Winkelfunctie 11 Overige

Nadere informatie

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) BRL 5065 "Mineraal gebonden houtwolplaten" (2003-10) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden BINNENDEUR EN -KOZIJN (attest, productcertificaat) BRL 2211 "Binnendeuren en -kozijnen" (2002-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand

Nadere informatie

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan 3 Onderbouw Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan een aantal voorwaarden voldoen. Het is belangrijk dat het gebouw in goede bouwkundige staat verkeert, gunstig gelegen is en dat

Nadere informatie

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag Archiefnr. Brw.: 3411JA0005 (OLO)nr aanvraag: realisatie KDV Categorie: Omgevingsverg klein Kinderdagverblijf Lopikerweg Naam bouwwerk/inr:

Nadere informatie

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Inleiding... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Doelstelling... 4 1.3 Gebruikte documenten bij het opstellen van dit rapport... 4 1.4 Uitgangspunten bij het opstellen van dit rapport... 4

Nadere informatie

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk Ontwerp met 3 verdiepingen Rapportnummer FM 17692-3-RA d.d. 27 februari 2014 Brandveiligheidsaspecten

Nadere informatie

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam BRANDVEILIGHEIDSCONCEPT Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam werknummer 813.307.00 datum versie 24 november 2015 editie 2. wijzigingsdatum 1-2-2016 opdrachtgever VORM Architect van aken architecten INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat) ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat) BRL 1304 "Thermische isolatie van uitwendige scheidingsconstructies (fabriekmatig vervaardigde producten in spouwmuren)" (2004-11) +

Nadere informatie

BEM1403270. Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

BEM1403270. Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen). BEM1403270 gemeente Steenbergen Stoofweg 3 4681 RK Nieuw-Vossemeer Telefoon 0167 56 05 09 Telefax 0167 56 09 10 e-mail info@kraakbv.nl Projectnummer : 14056 Onderdeel : Eisen brandveiligheid, daglicht,

Nadere informatie

Brandveiligheidsadvies

Brandveiligheidsadvies Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkelpand te Duiven Opdrachtgever: Bouwontwikkeling Jongen bv Europalaan 26 6199 AB Maastricht-Airport T 043-387 39 00 E info@bouwbedrijvenjongen.nl Betreft: Brandveiligheidsadvies

Nadere informatie

datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk -

datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk - datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk - betreft Notitie bouwbesluittoets brandveiligheid ons kenmerk F.2015.1276.00.N001

Nadere informatie

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden Opdrachtgever: Trottoir Participaties B.V. Loet 2 1911 BR UITGEEST Contactpersoon: de heer M. Dekker MD Bouwadvies

Nadere informatie

Project: Nieuwbouw McDonalds te Uden Datum: 15 december 2015

Project: Nieuwbouw McDonalds te Uden Datum: 15 december 2015 Onderdeel: Bouwbesluittoetsing MCD Project: Nieuwbouw McDonalds te Uden Datum: 15 december 2015 Status: Definitief Werknummer: 2104 Opdrachtgever: Foodcourt Uden BV Nieuwbouw McDonalds valt onder Bijeenkomstfunctie

Nadere informatie

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP 08-06-2016 Toets brandveiligheid Toets brandveiligheid van het gebouw ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning Definitief. Schiphol Hotel badhoevedorp T O E T S B R A

Nadere informatie

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting Beach hotel te Zoutelande Rapportage berekening permanente vuurbelasting Beach hotel te Zoutelande Rapportage berekening permanente vuurbelasting Opgesteld door: Datum: 6-3-2015 S&W Consultancy Rapportnr:

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen De wijzigingen Even voorstellen. Wie is Dijkoraad Viavesta? Gecertificeerd inspectie- en advies bureau op het gebied van brandveiligheid Even voorstellen. Ingrid Heffels RSE Dijkoraad Viavesta Werkzaam

Nadere informatie

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 5250N01

Nadere informatie

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Quickscan brandveiligheid Omgevingsvergunning Project: Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Kenmerk: 2014139.qsb.mj.a1 Datum: 16-03-2015 Bijlage 7 bij besluit 2014/1642-V1 Bezoekadres Postadres

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DEUR, BINNEN, BRANDWEREND, STAAL (attest) BRL 3241 "Brandwerende puien, ramen en deuren (2003-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand

Nadere informatie

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV Gebruiksfunctie(s): - Winkelfunctie - Bijeenkomstfunctie - Kantoorfunctie

Nadere informatie

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2 Inhoud 1 Inleiding... 2 2 vereist kwaliteitsniveau... 2 3 inhoudelijke toets... 4 3.1 indeling in brandcompartimenten en WBDBO... 4 3.2 vluchtroutes en indeling in subbrandcompartimenten... 5 3.3 brandwerendheid

Nadere informatie

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Zaanstreek-Waterland Zaanstad Zaanstreek-Waterland Zaanstad Sector Voorbereidende Brandweerzorg, Afdeling Proactie en Bouwvergunningen Postadres: Postbus 150, 1500 ED Zaandam Bezoekadres: Prins Bernhardplein 112, 1508 XB Zaandam Tel:

Nadere informatie

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp Brandbeveiligingsconcept Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp Brandbeveiligingsconcept Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp 2015,

Nadere informatie

Afdeling Risicobeheersing Team advies

Afdeling Risicobeheersing Team advies Afdeling Risicobeheersing Team advies Postadres: Postbus 5514, 2000 GM Haarlem Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude T.a.v. De heer P. Mendrik Postbus 83 1160 AB Zwanenburg Verzenddatum 10 april 2013

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status: Definitief Dit advies is opgesteld voor deze specifieke casus en is niet

Nadere informatie

BRANDPREVENTIE TOETSING

BRANDPREVENTIE TOETSING BRANDPREVENTIE TOETSING 26-4-2016 Project: HERBOUW HISTORISCHE SCHUUR HOLSTRAAT 3 TE HAAREN Architect Naam : Architektenburo Snijders en van Stekelenburg Adres : Stationsstraat 87 Postcode / plaats : 5281

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Definitief Beschrijving Een nieuw te bouwen woongebouw bestaat uit

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat)

DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat) DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat) BRL 1511 "Baanvormige dakbedekkingssystemen." "Deel 1: Algemene bepalingen" (2004-09) "Deel 2: Specifieke bepalingen voor dakbedekkingssysteme

Nadere informatie

Tabel 2.27 gebruiksfunctie leden van toepassing grenswaarden. afmetingen trap

Tabel 2.27 gebruiksfunctie leden van toepassing grenswaarden. afmetingen trap Afdeling 2.5. Trap 30 2.5.1. Nieuwbouw Artikel 2.27 1. Een te bouwen trap die een hoogteverschil als bedoeld in paragraaf 2.4.1 overbrugt, kan veilig worden gebruikt. 2. Voorzover voor een gebruiksfunctie

Nadere informatie

BESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING JUNI 2017 ONTWERPBESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING

BESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING JUNI 2017 ONTWERPBESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING BESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING JUNI 2017 ONTWERPBESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING 1 BESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING JUNI 2017 Besluit van ( ), houdende regels over bouwwerken in de fysieke leefomgeving

Nadere informatie

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij, Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD Datum 3 oktober 2018 Telefoon 06 52562307 Onze referentie UIT-2018-16118 E-mail tluk@vrnhn.nl Uw referentie Email Bijlagen 2 Uw bericht

Nadere informatie

Bouwbesluit rapportage. Te verbouwen kantoorruimte tot logiesverblijf Aan de Helmondsingel 24 te Deurne

Bouwbesluit rapportage. Te verbouwen kantoorruimte tot logiesverblijf Aan de Helmondsingel 24 te Deurne Bouwbesluit rapportage Te verbouwen kantoorruimte tot logiesverblijf Aan de Helmondsingel 24 te Deurne Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745

Nadere informatie

Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012

Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012 Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012 Vakgroep Veilig Gebruik, sector Toezicht en Handhaving Maart 2012 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1... 3 AFDELING

Nadere informatie

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven.

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven. NOTITIE BRANDVEILIGHEIDSONDERZOEK RBG Nummer 116227n01 Datum 8 november 2016 Opdrachtgever Sité Woondiensten Contactpersoon De heer E. Langen Project Woongebouw Zandewierde a/d J.D. Pannenkampweg 17 te

Nadere informatie

Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen

Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen Projectnummer: 170157 Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen Colofon Projectnummer: 170157 Versie Datum Bijzonderheden 1.0 22-2-2017 1.1 23-2-2017

Nadere informatie