Het effect van acute omschakeling van een hielraakpatroon naar een voorvoetraakpatroon op de kinematiek en impactintensiteit bij afstandslopen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het effect van acute omschakeling van een hielraakpatroon naar een voorvoetraakpatroon op de kinematiek en impactintensiteit bij afstandslopen."

Transcriptie

1 Het effect van acute omschakeling van een hielraakpatroon naar een voorvoetraakpatroon op de kinematiek en impactintensiteit bij afstandslopen. Pieter Van Dam Studentennummer: Promotor: Prof. Dr. Dirk De Clercq Begeleider: Drs. Pieter Van den Berghe Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting LO & Bewegingswetenschappen Academiejaar:

2

3 Het effect van acute omschakeling van een hielraakpatroon naar een voorvoetraakpatroon op de kinematiek en impactintensiteit bij afstandslopen. door Pieter Van Dam Academiejaar Abstract Doel: Het vergelijken van een habitueel initial rearfoot contact pattern (IRFCP) met een uitgelokt initial midfoot / forefoot contact pattern (IM/FFCP) in getrainde blessurevrije afstandslopers aan een courante loopsnelheid. Additioneel werden bewegingskenmerken gecorreleerd met parameters van impactintensiteit [axiale piek tibiale acceleratie (APTA) en instantaneous verticale loading rate (IVLR)] en werd nagegaan of deze impactintensiteit voorspelden. Methode: Veertien afstandslopers (gem. 32 jaar, 1.75 m, 69 kg) met een zelfwaargenomen hielraakpatroon liepen overgronds aan 3.20 m/s met hun geprefereerd IRFCP en met een uitgelokt voorvoetraakpatroon (IM/FFCP). Tibiale acceleraties, grondreactiekrachten en kinematiek werden geregistreerd om de APTA, VLR, spatiotemporele variabelen en sagittale kinematica van vier rechtervoetcontacten te bepalen. Het verschil in bewegingskenmerken tussen de loopstijlen werd geëvalueerd via gepaarde t-testen. Bewegingskenmerken zowel binnen als tussen verschillende voetraakpatronen werden gelinkt aan impactintensiteit met een pearson correlaties. De bewegingskenmerken die correleerden met de impactintensiteit trachtten deze te voorspellen aan de hand van een meervoudige lineair regressiemodel. Resultaten: Slechts 2 van de 16 proefpersonen slaagde er niet in om een acute omschakeling (met instructie) te maken naar een IM/FFCP. De gewrichtshoeken van de enkel, knie en heup en de verticale raaksnelheid van de enkel en achtervoet verschilden significant tussen de loopstijlen. Het meest uitgesproken verschil bij initieel contact werd distaal teruggevonden met een grotere anterieure inclinatie van de voet, meer dorsiflexie van de enkel en een hogere verticale hielraaksnelheid voor IRFCP. Tijdens het voetcontact is te zien dat de contacttijd, maximale dorsiflexie van de enkel en het bewegingsbereik bij knieflexie groter zijn voor IRFCP. De APTA bedroeg gemiddeld 7.21 g en 6.73 g voor het

4 IRFCP en IM/FFCP en verschilde niet significant tussen beide loopstijlen terwijl de IVLR wel met 16% daalde bij voorvoetlopen. Uit alle kinematische variabelen die significant verschilden tussen de loopstijlen correleerde er geen lineair met de APTA voor IRFCP en één voor IM/FFCP. Met de IVLR correleerden er meer kinematische variabelen. Alhoewel er geen significant verschil was in APTA tussen de twee loopcondties, correleerde het verschil in overstride significant met het verschil in APTA. Discussie: De daling in de IVLR en contacttijd bij overschakeling naar een IM/FFCP ligt in lijn met eerdere studies (Miller and Hamill, 2015; Chen et al., 2016). De grootste kinematische verschillen waren distaal terug te vinden met een afnemende effectgrootte naar proximaal toe. Een beperkt aantal kinematische variablen, die meestal in de literatuur ook gerelateerd worden aan impactintensiteit, bleken gelinkt aan de IVLR. De APTA wordt wel vaak als surrogaatmaat voor de impactintensiteit gebruikt in veldstudies. Conclusie: Er zijn biomechanische verschillen tussen de loopstijlen die voornamelijk voorkomen op initieel contact met een uitgesproken distale strategie van bewegingsmodificatie waarbij voornamelijk verschillen in de enkel- en voetraakhoek optraden. Op initieel contact werden er geen bewegingskenmerken gevonden die correleerden met de APTA voor IRFCP noch de APTA konden voorspellen. Ondanks de significante correlaties tussen de kinematische variabelen en de IVLR correleerde deze bewegingskenmerken niet met de APTA. Dit is waarschijnlijk te verklaren door het feit dat zowel de variatie in APTA en bewegingskenmerken binnen elke loopconditie als het verschil in APTA tussen beide loopcondities te beperkt is.

5

6 Voorwoord De 2 jaar durende masterproef binnen de biomechanica is geen gemakkelijk project geweest. Het heeft me stap bij stap veel geleerd maar dit is ook gepaard gegaan met veel vallen en opstaan. Ten eerste zou ik prof. Dirk De Clercq willen bedanken om het promotorschap op zich te nemen en ons te begeleiden doorheen dit moeilijke onderzoeks- en schrijfproject Ten tweede wil ik mijn begeleider Pieter Van den Berghe bedanken. Ik moet eerlijk zijn dat we elkaar waarschijnlijk vaak vervloekt hebben in het begin van de samenwerking maar dat dit op termijn beter en beter werd. Het kwam zelfs zo ver dat we een feedbacksessie op een zonnenterras met een frisse pint lieten door gaan. Bedankt om deze zware weg draagbaar te maken en er mee je schouders en uren van je tijd in te steken. Ik zou in het bijzonder mijn 3 beste vrienden Stijn, Tijl en Sander willen bedanken om samen uren in het minorenlokaal te werken met de nodige ernst maar zeker ook ontspanning, humor en af en toe een frisse pint. Zonder hen had ik die 5 jaar niet op zo n legendarische manier kunnen afsluiten met een onvergetelijke BBq, die sommige toch een beetje vergeten zijn. Bedankt mannen! En tot slot wil ik mijn ouders en broers bedanken! Zonder hen had ik hier niet gestaan. Ze zijn er altijd voor mij op alle momenten. Hun steun komt soms misschien als evident over maar dat is het zeker niet en heeft me al veel geholpen. Bij deze wil ik mij ook excuseren bij mijn mama. Sorry mama voor de vele momenten tijdens de examens waar wij met drie gewoon veranderden in kleine zwijntjes. Alleen in een huis vol liefde kan je dat doen zonder er maar een seconde bij te hoeven nadenken.

7

8 Inhoudsopgave Abstract... 3 Voorwoord... 6 Inhoudsopgave... 8 Hoofdstuk 1 Literatuurstudie Impact bij afstandslopen Ontstaan van verticale impact onder het schoen-voetsysteem Impactintensiteit gelinkt aan loopgerelateerde overbelastingsletsels INJURY-PRONENESS: draagt impactintensiteit bij tot de vatbaarheid voor stressfracturen? ONTSTAANSMECHANISME: een pathofysiologische pathway Impactreductie door bewegingsalteratie met effect op het blessurerisico voor het ontwikkeling van stressfracturen Beperken van de loopsnelheid Geprefereerde stapfrequentie verhogen met 5 tot 10% Loopstijlverandering Loopstijlverandering door biofeedback op impactschock Bewegingskenmerken bij voetlanding gelinkt aan impactintensiteit Impactintensiteit voorspellen op basis van loopstijlparameters Probleemstelling en onderzoeksvragen Hoofdstuk 2 Methode Populatie Experimentele procedure Antropometrische metingen Aanbrengen meetapparatuur Looptesten Meetinstrumenten Tibiale acceleraties Grondreactiekrachten... 31

9 2.3.3 Motion capture Loopsnelheid Dataverwerking Acceleratie- en grondreactiekrachtdata Motion capture Statistiek Hoofdstuk 3 Resultaten Trainingsgewoonten en loopprestaties Habitueel hielraakpatroon versus geconverteerd voetraakpatroon Spatiotemporeel Sagittale kinematiek Relatie tussen voetraakpatroon en impactintensiteit Correlatie tussen impactschok en kinematiek binnen één initieel voetraakpatroon Correlatie tussen impactintensiteit en kinematiek binnen één initieel voetraakpatroon Hoofdstuk 4 Discussie IRFCP versus IMFCP / IFFCP Haalbaarheid van de omschakeling Spatiotemporeel Gewrichtshoeken Segmentshoeken Verticale raaksnelheid van de hiel PTA, IVLR en initieel voetraakpatroon Relatie tussen PTA en initieel voetraakpatroon Relatie tussen IVLR en initieel voetraakpatroon Limitaties Verder onderzoek Hoofdstuk 5 Conclusie Referenties Addendum 1. Informed concent Addendum 2. VRAGENLIJST IMPACTSO Addendum 3. Beschrijving van het kinematisch model Addendum 4. Voor- en nadelen van de verschillende meettechnieken ter bepaling van de loopstijl

10

11 Hoofdstuk 1 Literatuurstudie 1.1 Impact bij afstandslopen Ontstaan van verticale impact onder het schoen-voetsysteem Lopen is een cyclische activiteit die efficiënt en quasi-automatisch gebeurt. Dit locomotiepatroon wordt gekenmerkt door een serie van contacten tussen het schoen-voet systeem en het grondoppervlak zonder dubbele steun. Tijdens grondcontact vertraagt het lichaamszwaartepunt van het menselijk lichaam alvorens proportioneel te versnellen bij voortbewegen aan constante snelheid. Deze masterproef focust zoals eerder, recent biomechanisch onderzoek (Baggaley et al., 2017; Breine et al., 2014, 2016; Clansey et al., 2014a; Gruber et al., 2014; Wood and Kipp, 2014) op de tijdelijke vertraging die gepaard gaan met een maximale impactintensiteit in de tijdsperiode tot 50 ms na initieel contact (IC). Zowel de (A) impactkracht als de (B) impactschok bereiken een piekwaarde in dit kort tijdsinterval. (A) De verticale impactpiek (VIP) stemt overeen met het maximum van de verticale grondreactiekracht wanneer deze een typisch bimodaal patroon vertoont tijdens de impactfase (Nigg et al., 1995). Bobbert et al., (1991) motion-to-force experiment toonde aan dat de grootte in VIP het gevolg is van de afremming van enerzijds het steunbeen en anderzijds de rest van het lichaam (Bobbert et al., 1991). De mate van krachtverandering in functie van de tijd is de loading rate. De maximale instanteous vertical loading rate (IVLR) wordt bereikt tussen het tijdstip van IC en de impactpiek (Nigg et al., 1995), en bedraagt ongeveer 60 tot 180 keer lichaamsgewicht per seconde (LG/s) aan 3.2 m/s (Breine et al., 2014). De VLR fungeert als gouden standaard parameter voor impactintensiteit hoewel de impactshock gemeten ter hoogte van het onderbeen (tibia) een vaak gebruikte surrogaatmaat is (Gruber et al., 2014; Wood and Kipp, 2014).

12 (B) De impactschok is een tijdelijke toestand waarin het evenwicht van een systeem wordt verstoord door een plotse acceleratie (Nigg et al., 1995). De axiale piek tibiale acceleratie (APTA) is de impactschok langs de longitudinale as op de tibia als gevolg van de hielstoot bij hiellopen (figuur 1). De eenheid voor deze verandering in snelheid is conventioneel g en staat voor de valversnelling. De grootte in PTA varieerde in een klassieke studie van Hennig and Lafortune, (1991) van 3 g tot 7 g en dit ongeveer 25 ms na IC aan 4.5 m/s. De APTA en VLR correleren sterk met r = 0.87 wanneer invasief gemeten met een botgemonteerde accelerometer op het proximale 1/3de aspect van de tibia (Hennig and Lafortune, 1991). Ook APTA gemeten aan de hand van huidgemonteerde accelerometers ter hoogte van het distale 1/3de van de tibia correleren met VLR (r = ), weliswaar met inter-subject variabiliteit en met zwakkere associatie dan wanneer gemeten ter hoogte van de malleolus (Chen et al., 2016). Giandolini et al., (2016) haalden aan dat piek tibiale acceleraties niet alleen in de axiale as optraden bij een afwaartse trailrun en raadden aan om ook de 3D resulterende PTA (RPTA) op te nemen in de evaluatie van impactshock. Figuur 1. Het axiale versnellingssignaal (a), en de verticale component van de grondreactie- kracht (b), met aanduidingen voor heel strike (H.S.) en toe off (T.O.). Uit Sinclair et al., (2013).

13 1.2 Impactintensiteit gelinkt aan loopgerelateerde overbelastingsletsels INJURY-PRONENESS: draagt impactintensiteit bij tot de vatbaarheid voor stressfracturen? Naast fundamenteel biomechanisch looponderzoek naar impactintensiteit gingen Davis et al., (2004); Milner et al., (2006); van der Worp et al., (2016); Zadpoor and Nikooyan, (2011) na of de verticale dimensie van de impactintensiteit een risicofactor kan zijn voor loopgerelateerde blessures. De herhaaldelijke belasting bij voetlanding is het sterkst geassocieerd met een predispositie voor stressreacties op het bot. Retrospectief epidemiologisch onderzoek van Milner et al. (2006) toonde aan dat APTA groter was bij 20 vrouwelijke hiellopers met eerdere tibiale stressfractuur (TSF) vergeleken met een blessurevrije controlegroep. De grootte van APTA kon in 70 % van de gevallen voorspellen tot welke groep (case vs. control) de loper behoorde (Milner et al. 2006). Er bestaat vooralsnog geen studie die verhoogde impactschokken linkt aan een verhoogde vatbaarheid voor algemene loopletsels (tendinopathie, anterieure kniepijn, plantaire fasciitis, osteoarthritis, Iliotibiale band syndroom). Overigens is er geen sterke bewijsvoering dat lopers met hoge impactkrachten in het algemeen vatbaarder zijn voor niet-acute loopblessures in vergelijking met blessurevrije lopers (Nigg et al., 1995). Een systematische review concludeerde dat niet de grootte van de verticale grondreactiekracht maar wel de VLR verschilt tussen fysiek actieve personen met eerdere stressfractuur vergeleken met blessurevrije controles (Zadpoor and Nikooyan, 2011). Het verband tussen botstressreactie aan de onderste extremiteit en VLR werd ook aangetoond bij lopers hersteld van een stressfractuur. Meta-analyse gaf aan dat de eerder geblesseerde lopers hogere VLRs genereerden dan blessurevrije (van der Worp et al., 2016). Deze bevinding is niet verwonderlijk omdat alle geïncludeerde studies betreffende stresfracturen uit van der Worp et al., (2016) ook werden opgenomen in (Zadpoor and Nikooyan, 2011). Het verschil in VLR tussen beide groepen bedroeg %. Het verlagen van verhoogde VLR verlaagt mogelijks het risico op stressfracturen (Davis et al., 2015; van der Worp et al., 2016). Prospectief onderzoek biedt in de regel sterker bewijs maar is beperkt. In een congresabstract concludeerden Davis et al., (2004) dat de APTA en de VLR verhoogd waren bij vijf vrouwelijke lopers die een tibiale stressreacties verwierven (9.06 g) versus vijf gezonde controles (4.73 g) indien gematcht op leeftijd en trainingsvolume. Uit opvolging van 200 vrouwelijke hiellopers bleek na twee jaren dat VIP en de VLR verhoogd waren bij de

14 geblesseerde loopsters die medische hulp zochten versus de blessurevrije groep die zich nog nooit blesseerde (Davis et al., 2015). Recreationele loopsters met verhoogde impactintensiteit (VLR > 66 LG/s) hadden een verhoogd blessurerisico, waarbij voornamelijk stressreacties en spierpijnen geassocieerd bleken te zijn met externe impactkracht. Kennis van (niet-)modificeerbare risicofactoren is vereist in het kader van effectieve blessurepreventie ONTSTAANSMECHANISME: een pathofysiologische pathway Naast kennis van risicofactoren is ook kennis van het ontstaansmechanisme relevant inzake blessurepreventie bij afstandslopen. Het skelet is bij elk grondcontact onderhevig aan mechanische belasting resulterend in botvervorming (figuur 2 A) (Romani et al., 2002). Figuur B toont de pathofysiologie naar Warden et al., (2014). De hoeveelheid bothervorming is afhankelijk van de grootte van de belasting, de (bijkomende) schade aan het bot en de capaciteit van het bot om de hervorming te weerstaan. Bij excessen zal microschade aan het botweefsel optreden. Als reactie op de microschade start botremodelling. Wanneer de botremodelling de schade niet snel genoeg kan herstellen, dan kan de opstapelende microschade leiden tot stressgerelateerde botkwetsuren (Warden et al., 2014). Stressfracturen zijn dus botblessures die ontstaan wanneer de stress op het botweefsel groter is dan de mogelijkheid om deze stress te weerstaan en ervan te herstellen na inspanning. B. Figuur 2. Schematische voorstelling van botvervorming bij herhaalde impact (links) en voor- gestelde pathofysiologie van stress gerelateerde botkwetsuren (rechts). Uit Romani et al. (2002); Warden et al. (2014)

15 Waarom is blessurepreventie te prefereren boven management van TSF? Een stressfactuur is een ernstig overbelastingsletsel omdat de atleet zichzelf enkele weken moet onthouden van fysiek veeleisende activiteiten voor herstel (Brukner et al., 1998). Stressfracturen komen vaak voor ter hoogte van de tibia, goed voor 1/3 de tot 1/2 de van alle stressfracturen (Brukner et al., 1996; Matheson et al., 1987). 1.3 Impactreductie door bewegingsalteratie met effect op het blessurerisico voor het ontwikkeling van stressfracturen In experimenteel onderzoek met een within-subject design bleek impactintensiteit modificeerbaar door het wijzigen van bepaalde bewegingskenmerken zoals loopsnelheid, stapfrequentie en het initieel voetraakpatroon (Breine et al., 2014; Edwards et al., 2010; Edwards et al., 2009; Hobara et al., 2012; Lieberman et al., 2010; Mercer et al., 2003). De ouderdom van loopschoeisel (Chambon et al., 2015) en shockabsorberende zooltjes (O Leary et al., 2008) kunnen APTA beïnvloeden maar worden niet besproken Beperken van de loopsnelheid Het opdrijven van de loopsnelheid doet zowel VLR als APTA toenemen (Breine et al., 2014; Mercer et al., 2002). De APTA nam toe van 6 g aan 50 % van de lopers hun maximale snelheid tot 11 g aan maximale loopsnelheid terwijl de versnelling ter hoogte van het hoofd zo goed als constant bleef (shock attenuation) (Mercer et al., 2002). Breine et al., (2014) toonde aan dat de VLR stijgt ongeacht het voetraakpatroon wanneer de loopsnelheid stijgt. Een probabalistisch model schatte het risico op een stressfractuur in aan verschillende loopsnelheden en verlagen van het looptempo van enerzijds 4.5 tot 3.5 m/s en van anderzijds 3.5 tot 2.5 m/s (figuur 3, tabel 2). De waarschijnlijk op dergelijke botblessure reduceerde met respectievelijk 7 en 10 % (p < 0.001) (Edwards et al., 2010). Aan deze snelheden was de kans op het ontwikkeling van stressfractuur meer afhankelijk van de grootte van de belasting dan de blootstelling er aan.

16 Tabel 1. Gemiddelde piek verticale grondreactiekracht van de tibia over verschillende snelheden. Positieve waarden indiceren anterieure schuifkracht, axiale compressie en laterale schuifkracht. Uit Edwards et al., (2010). Figuur 3. Representatief model van de tibia dat de maximale spanning weergeeft met links de geïndividualiseerde druk op de posterieure oppervlakte en rechts de druk op de anterieure oppervlakte. Uit Edwards et al., (2010) Geprefereerde stapfrequentie verhogen met 5 tot 10% Een toename in stapfrequentie van 18 % leidde tot de grootste VLR reductie bij 10 mannelijke recreationele sporters op de loopband aan 2.5 m/s (Hobara et al., 2012). Opdrijven van de habituele stapfrequentie met meer dan 5 % bij hiellopen kan andere bewegingskenmerken beïnvloeden. De staplengte, verticale verplaatsing van het lichaamszwaartepunt (LZP) en de horizontale afstand van de hiel tot het LZP bij IC werden beïnvloedt wanneer 45 gezonde recreatieve lopers hun geprefereerde stapfrequentie met minstens 5 % opdreven (Heiderscheit et al., 2011). De voetraakhoek veranderde wanneer de stapfrequentie 10 % werd opgedreven ten opzichte van de geprefereerde stapfrequentie. Dergelijke toename impliceert een groter aantal belastingscycli voor eenzelfde afstand en stressfracturen zijn zowel afhankelijk van de grootte van de belasting als van de herhaaldelijke blootstelling aan de belasting. Edwards et al., (2009) simuleerden het effect van een toename in enerzijds stapfrequentie en anderzijds dagelijks loopvolume op de waarschijnlijke kans op ontwikkeling van een stressfractuur. Een toename van 10 % in habituele stapfrequentie zou de blessurekans verkleinen. Aan eenzelfde loopafstand verlaagt de kans op TSF door te lopen met een verkleinde staplengte omdat het voordeel van het verlagen van de botbelasting opweegt tegen een groter aantal grondcontacten. Dit voordeel is meer uitgesproken bij grotere loopafstand: de kans op onherstelbare schade bij een verhoogde loopafstand lag hoger tijdens het lopen met geprefereerde stapfrequentie in vergelijking met een verhoging van 10 % in stapfrequentie. Ongeacht de staplengte steeg de kans op TSF wanneer de dagelijkse loopafstand steeg.

17 1.3.3 Loopstijlverandering Loopstijl ingedeeld volgens initieel voetraakpatroon krijgt speciale aandacht omdat het voetraakpatroon geassocieerd wordt met zowel impactintensiteit als het risico op stressfracturen. Zo is de VLR in meta-analyses gemiddeld hoger bij IRFCP wanneer deze niet onderverdeeld in een typisch en atypisch hielloper (Almeida et al., 2015; Breine et al., 2014). Een retrospectieve epidemiologisch studie binnen een selecte cohorte van competitieve cross country lopers (n = 52) onthulde dat habituele mid-of voorvoetlopers minder kampten met stressfracturen per mijl dan hiellopers (Perl et al., 2012). Categorisatie en incidentie van het initieel voetraakpatroon Loopstijlcategorisatie gebeurt dikwijls naargelang de regio van het voetoppervlak waarmee initieel contact wordt gemaakt. De hielloper of rear foot striker (RFS) heeft een initial rearfoot contact pattern (IRFCP) en maakt intieel contact met de hielregio. De midvoetloper of mid foot striker (MFS) heeft een initial midfoot contact pattern (IMFCP) en landt met de voet plat op de grond land. De voorvoetloper of fore foot striker (FFS) heeft een initial forefoot contact pattern (IFFCP) en landt op de bal van de voet. Figuur 4 geeft de drie initiële voetraakpatronen weer aan de hand van 2D videobeelden in sagittaal vlak. Daarnaast is het initieel voetraakpatroon identificeerbaar door middel van 3D motion capture, kracht- of drukmetingen en accelerometrie (Breine et al., 2014; Giandolini et al., 2016; Glauberman and Cavanagh, 2014). Een aantal voor- en nadelen van de methodes zijn opgelijst in tabel 1 in bijlage. De internationale onderzoeksstandaard is de foot strike index (FSI), afgeleid uit het center of pressure gemeten door middel van een krachtmeetplatform. De FSI was sterk overeenkomstig met de voetraakhoek bekomen via 3D motion capture voor zowel geschoeid (r = 0.92) als blootvoets (r = 0.86) lopen aan ongekende snelheid wanneer gemeten aan 1000 Hz (Altman and Davis, 2012). Plantaire drukmetingen bieden waarschijnlijk een nauwkeurigere bepaling van FSI bij initieel contact vanwege de drukgevoelige sensoren bij lage verticale krachtwerking (Breine et al., 2014). Zo ontdekten Breine et al., (2014) nog een vierde loopstijl, namelijk het atypische RFS. Dit voetraakpatroon vertegenwoordigde 28% van RFS en vertoonde een verhoogde VILR vergeleken met typisch RFS en midvoetvoorvoet. Bepaling van het voetraakpatroon aan de hand van accelerometers op het onderbeen en op de schoen is een recent ontwikkelde veldmethode die continue meting toelaat, maar deze methode bezitminder onderscheidend vermogen voor de identificatie van midvoetlopers (Giandolini et al., 2014).

18 Voetraakhoek > 8.0 Voetraakhoek < < Voetraakhoek < -1.6 Figuur 4. Hielloper (A), midvoetloper (B) en voorvoetloper (C) ingedeeld volgens de methode van Altman and Davis, (2012). De meeste afstandslopers zijn hiellopers: ongeveer 75 % van alle geschoeide lopers (Hasegawa et al., 2007). Van de niet-hiellopers zijn 24 % midvoet lopers en slecht 1 % is habitueel een voorvoetloper. Er zijn kinematisch distinctieve kenmerken tussen de verschillende loopstijlen. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen het globaal en distaal element van deze kenmerken waarbij de belangrijkste kinematische verschillen distaal terug te vinden zijn (Breine, 2015). De belangrijkste sagittaal kinematische verschillen tussen de loopstijlen komen voor in de enkel- en voetkinematica verschillen, vooral bij IC (figuur 5). Onderliggende mechanismen voor het aannemen van habitueel IRFCP aan een gebruikelijke submaximale loopsnelheid trainingssnelheid voor niet-elite afstandslopers uit experimenteel onderzoek zijn ongekend. Een recent simulatiestudie van Miller and Hamill, (2015) suggereert dat RFS het meest veelzijdige voetraakpatroon is en dat de meerderheid van de recreatieve lopers daarom habitueel RFS zijn. Het simulatiemodel bestond uit 9 verschillende segmenten en kon 11 verschillende vrijheidsgraden aan om optimal modelbased running mechanics te voorspellen. In het simulatiemodel werd het geprefereerd voetraakpatroon voorspeld voor 44 variabelen (bv. metabole kost, verticale impactpiek, VLR, snelheid). De RFS kon het grootste aantal optimale doelstellingen bereiken en kwam het meeste voor (57 %, geschoeid; 55 %, blootvoets). De twee simulaties die de VIP en de VLR reduceerden vertoonden zeer gelijkaardige kinematica en voorspelden voorvoetlopen als optimaal voetraakpatroon (Miller and Hamill, 2015).

19 Figuur 5. Stokfiguur in het sagittaal vlak (A), kniehoek bij IC (B) en enkelhoeken bij IC (C) voor de verschillende IFCPs. Uit Breine (2015). Acuut omschakelen van habitueel RFS naar MFFS Kinetische verschillen De meeste afstandslopers prefereren grondcontact met de hielregio en ervaren daarbij een VLR of APTA waarvan de intensiteit vaak groter is dan bij het habitueel landen op de mid- of voorvoet (Gruber et al., 2014). Een omschakeling van hiel- naar voorvoetlopen zou een actieve strategie zijn om impactintensiteit te verminderen met bijhorende load shift en zo de hoge incidentie van loopgerelateerde letsels (bv. tibiale stressfracturen) te verminderen hoewel onderbouwd bewijsmateriaal veelal onbestaande is (Baggaley et al., 2017). Chen et al. (2016) gaf instructie aan habituele RFS om over te schakelen op een meer anterieur voetraakpatroon op een loopband aan 2.5 m/s. Met behulp van de real time visuele biofeedback over hun landingspatroon slaagden alle lopers er in hun looppatroon aan te passen. De IVLR was beduidend hoger bij habitueel RFS versus niet-rfs ( = %, p < 0.004). Laughton 2003 vond echter geen verschil in VLR bij directe omschakeling van habituele RFS naar geconverteerde N-RFS hoewel VIP en APTA toenamen. Naast de APTA stijgt ook de resultante PTA (RPTA) wanneer de transitie gemaakt wordt van RFS naar N- RFS (Glauberman and Cavanagh, 2014) (figuur 6). De impactschok stijgt totalitair dus wanneer de 3D resultante wordt geanalyseerd. Studies die enkel naar de APTA waarden gaan kijken kunnen foute conclusies trekken aangezien de voor-achterwaartse component van de PTA het grootste is bij voorvoetlopers.

20 Figuur 6. Resulterende PTA waarde voor lopers met een aangepaste loopstijl, namelijk van een habitueel naar een niet-habitueel IFCP. Paarse staaf = natuurlijke loopstijl, grijze staaf = aangepaste loopstijl. Uit Glauberman and Cavanagh, (2014). Kinematische verschillen Tabel 2 geeft een selectie aan biomechanische effecten bij een opgelegde transitie van habitueel RFS naar FFS bij geschoeid lopen (Barton et al., (2016), bijlage 6). Instructies om de transitie te maken worden soms gecombineerd met extra indicaties (bv. toename in stapfrequentie, toename in heupflexie, rechte romp). beperkt is en soms tegenstrijdig. Merk op dat bewijsvoering veelal Tabel 2. Overzicht van de resultaten uit eerdere studies naar de biomechanische effecten bij een opgelegde transitie van habitueel RFS naar FFS bij geschoeid lopen. Uit Barton et al., (2016). Spatiotemporeel = stapfrequentie Beperkt 2 MQS horizontale afstand van voetlanding tot Zeer beperkt lichaamszwaartepunt 1 MQS1 Tegenstrijdige bevindingen betreffende 1 MQS2: verticale verplaatsing LZP 1 MQS1: = contacttijd Very limited (1 MQS1) Voet-enkel dorsiflexie enkel bij IC Matig 4 MQS Enkeldorsiflexie tijdens mid-stance en TO Very limited (MQS8) Enkeldorsiflexie ROM Limited (2 MQS2 4) Knie Tegenstrijdige bevindingen betreffende de knieflexie tijdens voetcontact knieflexie ROM Heup Tegenstrijdige bevindingen betreffende de heupflexie tijdens voetcontact Tegenstrijdige bevindingen betreffende de heupflexie -extensie MQS = moderate quality study 2 MQS1 3 = ; 2 MQS5 8 = no change Moderate 3 MQS2-4 1 MQS1 = ; 1 MQS5 = no change 3 MQS1 4 = ROM; 1 MQS8 = no chang

21 Een recente meta-analyse tussen habituele voetraakpatronen (natural shod RFS versus natural shod FFS) vond uitsluitend een grotere knieflexie bij intieel contact wanneer de enkel in plantairflexie stond bij IC (Almeida et al., 2015) (tabel 3). Tabel 3. Beschrijving van de vergelijking van kinematische variabelen tussen hiellopers en voorvoetlopers tijdens geschoeid lopen. Uit Almeida 2015.

22 1.3.4 Loopstijlverandering door biofeedback op impactschock Aanvankelijk was de opzet van de thesis het achterhalen van de kinematische determinanten van impactschokreductie in afstandslopen door impactsonificatie, maar deze doelstelling bleek onhaalbaar binnen de voorziene tijdsperiode. Het aanbieden van biofeedback op APTA is een tegenreactie op de opgelegde loopstijlmodificatie(s) en biedt de loper de kans om zelfgeselecteerde loopstijlaanpassingen in functie van impactreductie te exploreren en aan te nemen. Een loophertrainingsprogramma door middel van biofeedback resulteerde na 6 sessies in een impactreductie van ongeveer -30 % in APTA en meer dan -10 % in VLR waarbij de verticale raaksnelheid van de hiel (v TDH) was gedaald van 0.36 naar 0.19 m/s. Een maand na hertraining was alleen APTA nog verlaagd en werd er een interactie-effect opgemerkt. Kinematische aanpassingen waren een daling in voetraakhoek (13 tot 8 gemiddeld) en enkelhoek (4 tot -3 gemiddeld) na hertraining terwjil knie- en heuphoek onveranderd bleven (Clansey et al., 2014) (tabel 4). De groep mannelijke lopers schakelde gemiddeld over van habitueel RFS naar een meer anterieur voetraakpatroon maar met sterke variatie in de enkelhoek (Clansey et al., 2014). Tabel 4. Gewrichtshoeken, initiële voetraakhoek, verticale hielsnelheid van de onderste leden- maten bij IC voor de experimentele RTF en controlegroep. Uit Clansey et al., (2014). 1.4 Bewegingskenmerken bij voetlanding gelinkt aan impactintensiteit (Verticale) raaksnelheid van de hiel Biomechanisch dynamische modellen simuleerden het effect van een gewijzigde bewegingsdynamiek op de impactbelasting (Gerritsen et al., 1995; Miller and Hamill, 2009a). Gerritsen et al., (1995) creëerden een musculoskeletaal 2D model bestaande uit vier segmenten (figuur 7 A). Wanneer de v TDH steeg met 0.1 m/s, dan nam de VIP gemiddeld toe

23 met 212 N en steeg ook de VLR bij RFS (figuur 7 B). Miller and Hamill, (2009) creëerden een simulatiemodel gelijkaardig aan dat van Gerritsen et al., (1995) maar met toevoeging van een zwaaibeen (zonder spierwerking) en differentieerden naargelang geslacht. Bij mannen en vrouwen steeg de VLR samen met de tibiale schuif- en compressiekrachten als de mate van cushioning van schoeisel afnam. De piek dorsiflexie en piek dorsiflexiesnelheid van de enkel namen toe tijdens de impactfase. A. B. Figuur 7. Musculoskeletaal model bestaande uit 4 segmenten (links) met simulatie van de invloed van de vt DH op de timing en op de grootte van de verticale impactpiek (rechts). Uit Gerritsen (1995). Knieflexie bij initieel contact Derrick, (2004) vond een sterk positief lineair verband tussen de knieflexie bij IC (±12 tot 19 ) en de APTA wanneer gecorrigeerd voor loopsnelheid na een review van experimentele onderzoeksprotocols (staplengte, vermoeidheid, oppervlakte, lichtintensiteit en lengte van het gras) (figuur 8). APTA nam toe met 0.27 g per extra graad van knieflexie. In contrast met deze bevindingen vonden Milner et al., (2007) geen significant verschil in knieflexie tussen de groepen (n = 2*23) met en zonder een voorgeschiedenis aan TSF terwijl er wel een significant verschil in tibiale schok was. De stijging in APTA die te zien is in de groep met TSF kan niet toegeschreven worden aan een verhoogde knieflexie.

24 Figuur 8. De relatie tussen de kniehoek bij IC en de verticale APTA tijdens het lopen onder variabele condities. Elk punt is een gemiddelde van experimenteel onderzoeksprotocol. Uit Derrick (2004) Impactintensiteit voorspellen op basis van loopstijlparameters Naast een associatie zijn er een beperkt aantal studies die uitsluitend de grondreactiekrachten tijdens de eerste 50 ms van grondcontact trachtten te voorspellen door middel van bewegingsopnames (Bobbert et al., 1991; Breine et al., 2016). Twee experimentele studies met ongeveer 50 lopers linkten loopstijlparameters aan impactintensiteit om er de momentane of gemiddelde VLR uit te voorspellen (Breine, Wille). Uit de multiple lineaire regressie waren contacttijd en voetraakhoek voorspellende bewegingskenmerken voor momentane VLR bij habituele RFS terwijl de enkelhoek bij IC predictief bleek bij lopers neigend naar midvoetlanding aan 3.2 m/s (Breine 2016). Breine (2016) vonden geen verschil in stapfrequentie tussen de habituele voetraakpatronen en bijgevolg ontbrak een associatie met VLR, een limitatie van het between-subject design. Wille 2014 gebruikte de dataset van Heiderscheit et al., (2011) waarbij 45 recreationeel getrainde lopers op een loopband liepen met een full-body markerset aan een zelfgeselecteerde snelheid (2.94 ± 0.42 m/s) met een geprefereerde stapfrequentie van 173 ± 8.9 stappen/minuut. De geprefereerde stapfrequentie werd gemanipuleerd met +10 % en - 10 %. Stapfrequentie bleek als enig bewegingskenmerk predictief voor de gemiddelde VLR maar met beperkte bruikbaarheid (R² = 0.04). De vijf bewegingskenmerken in het sagittale vlak die vaak gewijzigd worden bij hertraining van het looppatroon waren niet predictief voor VLR.

25 Het meeste onderzoek focust op biomechanische variabelen bekomen tijdens steun. Voorbereidende condities tijdens zwaai kunnen de impactintensiteit beïnvloeden (Schmitz et al., 2014). Na filtering van kinematica en kinetica met respectievelijke cut-off frequenties van 8 Hz en 35 Hz werden segmentale kinematica en gemiddelde VLR berekend in Visual3D. De correlatie van de dijpositie tijdens midzwaai was het sterkst en was de enige predictor in het regressiemodel. Een hoger gepositioneerde dij ging samen met een lagere VLR (Schmitz et al., 2014). De verklarende variantie voor het voorspellen van de loading rate enkel en alleen op basis van de dij positie tijdens mid-swing bleef laag met R² = Kinematische determinanten van verandering in impactschok zijn hier ongekend.

26 1.5 Probleemstelling en onderzoeksvragen Er zijn bepaalde gaps in de literatuur betreffende impactintensiteit (PTA en VLR) en loop(stijl)techniek. Zo is het onbekend of er bewegingskenmerken zijn die gelinkt zijn aan of predictief zijn voor de grootte van de APTA. Deze thesis tracht nieuwe inzichten te verschaffen in de relatie tussen bewegingskenmerken bij overgronds hiel- en voorvoetlopen en de daarmee gepaarde impactintensiteit aan een typische trainingssnelheid voor afstandslopers. Welke kinematische parameters en spatiotemporele factoren zijn verschillend tussen een habitueel hiel raakpatroon en een geconverteerd voorvoet raakpatroon? Een distale strategie van bewegingsmodificatie met gewijzigde voetraakhoek en enkelhoek bij acute omschakeling (na instructie). Welke kinematische kenmerken correleren met APTA? Welke kinematische parameters kunnen gebruikt worden om APTA te voorspellen? Bewegingskenmerken bij IC eerder gelinkt met VLR zoals vtdh en knieflexie op IC correleren met de grootte van APTA en beschikken over een voorspellend vermogen.

27 Hoofdstuk 2 Methode 2.1 Populatie 17 habitueel geschoeide lopers (31 ± 12 jaar, = 8, = 9) namen vrijwillig deel. Elk subject gaf zelf aan te lopen met een IRFCP, liep gedurende deze periode gemiddeld minstens 15 km per week, onderging geen loopgerelateerde operatie en was bij aanvang van het experiment minstens zes maanden blessurevrij. Blessure werd gedefinieerd als loopgerelateerde (training of competitie) musculoskeletale pijn in de onderste ledenmaten die een beperking of stopzetting van het lopen (afstand, snelheid, duur, training) veroorzaakt voor minstens zeven dagen of drie opeenvolgende trainingssessies of de loper noodzaakt om een kinesist of andere vorm van gezondheidszorg op te zoeken (Yamato et al., 2015). Tijdens de testperiode werd een drop-out van één subject waargenomen ten gevolge van onderbeenpijn. Daarnaast werden nog twee subjecten niet opgenomen in de statistische analyses aangezien deze subjecten er niet in slaagden een geconverteerd looppatroon aan te nemen. Bij aanvang van de test tekenden de proefpersonen een informed consent,, die goedgekeurd werd door het lokale ethische comité (Universitair Ziekenhuis Gent, België) (Addendum 1).

28 2.2 Experimentele procedure Antropometrische metingen Deze studie werd georganiseerd in labosetting (Sport Science Laboratory Jacques Rogge, Gent). Elk subject kreeg zwarte, nauw aansluitende labokledij en betrad het laboratorium blootvoets. Het lichaamsgewicht, de lichaamslengte en de beenlengte werden opgemeten (tabel 5). De kuitomtrek werd gemiddeld over drie metingen op de plaats met de grootste omtrek. De dikte van de onderhuidse vetlaag ter hoogte van de maximale omtrek werd drie maal gemeten volgens de ISAK-richtlijnen. Het merk en model van de loopschoen van elk subject werd opgeschreven en gefotografeerd zodat het type loopschoen later gedefinieerd kon worden. 12 subjecten liepen met zelf gerapporteerde neutrale loopschoenen en twee subjecten met antipronatie loopschoenen. Tabel 5. Demografische en antropometrische waarden van de populatie (n=14) Gemiddelde (SD) Leeftijd (jaren) (12.61) Lengte (m) 1.75 (0.09) Lichaamsgewicht (kg) (8.80) BMI (kg/m²) (1.37) Beenlengte (cm) (6.80)

29 2.2.2 Aanbrengen meetapparatuur Een lichtgewicht (<3g) tri-axiale accelerometer (LSI 331. Sparkfun, Boulder CO, Verenigde Staten) werd bevestigd 8 cm boven de mediale malleolus van de anteromediale zijde van de linker en rechter tibia, zoals eerder in de literatuur beschreven werd (Clansey et al., 2014). De y-as van de accelerometer werd uitgelijnd met de lengte as van de tibia. Om bewegingen van de huid ten opzichte van de tibia te beperken, werd de huid eerst lokaal voorgespannen door een combinatie van elastische (Cure Tape, FysioTape BV, Enschede, Nederland) en niet-elastische tape (Strappal Tape, BSN Medical, Hamburg, Duitsland). Wanneer de huid opgespannen was, werden de accelerometers met niet elastische tape (Strappal Tape, BSN Medical, Hamburg, Duitsland) zo strak mogelijk tegen de tibia bevestigd. Ondertussen peilde een vragenlijst (Addendum 2) naar de trainingskenmerken van het subject. Nadat de accelerometers aangebracht waren kregen de proefpersonen passend laboschoeisel met afgeplatte zool (Li Ning Magne, ARHF041). Meer specifieke informatie over het loopschoeisel is te vinden in de studie van Breine et al. (2014). Een passieve retroreflectieve markerset werd unilateraal bevestigd op de rechtervoet, het rechterbeen en het pelvis van de proefpersoon. De markers werden aangebracht op nauw aansluitende kledij en in de laboschoenen van de participanten om zo de bewegingen van de onderliggende segmenten weer te geven. De laboschoenen werden voorzien van gaten rondom anatomische punten waarin de markers op de voeten werden aangebracht zodat de voetkinematiek en niet de schoenkinematiek gemeten kon worden (extra informatie over laboschoeisel is te vinden in Breine et al. (2014)). Het plaatsen van de markers tijdens dit protocol gebeurde op basis van het LJMU lower limb trunk model (Vanrenterghem et al., 2010). Een gedetailleerde beschrijving van de plaatsing van de markerset is terug te vinden in Addendum 3 (Breine et al., 2016; Clansey et al., 2014a) Looptesten Na het aanbrengen van de meetapparatuur werd één statische opname genomen van de proefpersonen. Hierbij stonden ze in anatomische houding met de voeten ongeveer op schouderbreedte, de knieën gestrekt en de romp rechtop. Elk subject voltooide vervolgens één wandeltrial waarbij de voetdrukken gemeten werden, gevolgd door een vijf minuten durende vrije opwarming. Twee verschillende condities werden bij elk subject opgelegd. De proefpersonen startten met de habituele loopconditie waarbij gelopen werd met een IRFCP aan een snelheid van 3.2 m/s.

30 In een tweede loopopdracht werd er de subjecten opgedragen om op de bal van de voet te landen, om een geconverteerd IRFCP (CON) uit te lokken aan 3.2 m/s. De geconverteerde loopconditie werd steeds als laatste opdracht uitgevoerd. Zo wordt de mogelijkheid dat deze modificatie het IFCP van de andere conditie zou beïnvloeden uitgesloten. De lengte van de loopzone bedroeg m met in het midden van de loopstrook een kracht en drukmeetplaat. Met behulp van infraroodpoortjes werd de gemiddelde snelheid bepaald over een afstand van 6.85 m (figuur 9), hiervoor werd de tijd tussen het passeren van beide poortjes gemeten. Op basis van de tijd en de afstand werd de snelheid berekend. Binnen elke loopconditie werd gestreefd naar zes succesvolle trials, waarbij het eerste contact op de meetplaten drie maal met de rechtervoet en drie maal met de linkervoet gebeurde. Een trial werd goedgekeurd indien de gemeten snelheid constant bleef binnen een range van 3.2 m/s ± 0.2 m/s en er minstens één volledig linker of rechter voetcontact op de drukmeetplaat waargenomen werd. Tussen de trials kregen de proefpersonen ongeveer 1 minuut rust om een vermoeidheidseffect te vermijden. Beide loopcondities werden telkens gefilmd door een getuige camera (Casio, Exilim EX-F1). Figuur 9. Schematische opstelling van het laboratorium waar de looptesten werden afgenomen.

31 2.3 Meetinstrumenten De opstelling van het laboratorium waar de metingen hebben plaatsgevonden is terug te vinden in figuur Tibiale acceleraties Het meten van de tibiale acceleraties gebeurde aan de hand van de Low Impact Jogger, een nieuw draagbaar meetsysteem dat tibiale acceleraties van op afstand kon opnemen. Een tablet (Panasonic Roughpad, Windows) met bijhorende infrarood ontvanger en router was gemonteerd op een rugzak. Via USB bedrading werd de tablet verbonden met een lichtgewicht tri-axiale accelerometer (LSI 331. Sparkfun, Boulder CO, Verenigde Staten) (<3g), waarmee tibiale acceleraties in drie dimensies aan 1000 Hz en met een brede range (tot boven 20 g) waargenomen konden Grondreactiekrachten De verticale grondreactiekracht werd gemeten door middel van twee krachtmeetplaten ingebouwd in de loopweg (2.0*0.6m, AMTI, Watertown, MA, 1.0*1.0m, AMTI, Watertown, MA) met een 2 m lange drukmeetplaat bovenop de eerste krachtmeetplaat gemonteerd Motion capture Driedimensionale kinematica van de onderste extremiteit en pelvis werden simultaan opgenomen gedurende twee seconden per poging met een motion capture camerasysteem (250 Hz; Qualisys AB, Gothenburg, Sweden) waarbij twaalf infraroodcamera s en één hogesnelheidscamera binnen dezelfde keten werden ingeschakeld Loopsnelheid Tijdens het afnemen van de testen werd gebruikt gemaakt van infrarood tijdspoortjes om de gemiddelde loopsnelheid te berekenen over een afstand van 6.85 m. Hoewel er een sterke overeenkomst is tussen de infrarood tijdspoortjes en het motion capture camerasysteem (Gem ± SD = 0.01 ± 0.09 s, 95% SI = 0.02 s), laat het motion capture camerasysteem toe de momentane snelheid per schrede te meten om accuraat de schredefrequentie en schredelengte te bepalen.

32 2.4 Dataverwerking Acceleratie- en grondreactiekrachtdata De GRK-data werden vanuit Qualisys Track Manager aan de hand van een MATLAB-script (The Mathworks, Inc., Natick, MA, Verenigde Staten) verwerkt, net zoals de acceleratiedata die met de LI Jogger verzameld werden. Opnames van de krachtmeetplaten van eenzelfde poging werden via dit script aan elkaar gekoppeld. Aan de hand van het script werden de GRK- en de acceleratiedata gefilterd met een tweede orde low pass Butterworth filter met een cut-off frequentie van 60 Hz. Het IC (vgrk > 20 N) en TO (vgrk < 20 N) werden in het script gedefinieerd door middel van een drempelwaarde van 20 N voor de vgrk. De krachten werden genormaliseerd naar steuntijd en LG. De IVLR werd bepaald door de maximale VLR-waarde te identificeren binnen de eerste 50 milliseconden van de standfase (= Fmax/ t waarbij (0<t<t50ms)), aangezien de impact binnen deze tijdsperiode plaatsvindt (Ueda et al., 2016). Ook het tijdstip van optreden ten opzichte van IC van de IVLR (tivlr) werd berekend. De IVLR werd genormaliseerd naar LG/s. Door de GRK-data te synchroniseren in de tijd met de output van de accelerometers, kon ook voor de tibiale acceleratie het IC worden bepaald (tapta). Hierdoor was een één-op-één vergelijking mogelijk tussen de GRK en de tibiale acceleraties voor het eerste rechtervoetcontact op de krachtmeetplaten. Nadien werd het maximum bepaald binnen de impactperiode, waardoor de APTA bekomen werd in het verticaal signaal. Alle data werden visueel gecontroleerd zodanig dat de APTA zeker correct geïdentificeerd werd Motion capture Alle markers werden opgenomen en gelabeld in Qualisis Track Manager Het labelen van de markers gebeurde aan de hand van een eigen labellijst om zo alle markers te kunnen identificeren (Addendum 3). Vervolgens werd voor elke proefpersoon en elke meting aan gap filling gedaan om ontbrekende gegevens op te vullen zodat het afgelegde traject van de markers volledig herkend werd. De coördinaten van de markers werden tot slot als c3d file geëxporteerd naar Visual3D (v6 Professional, C-motion, Germantown, USA) voor verdere verwerking en analyse. Op basis van de statische opname met anatomische en tracking markers werd een 5- segementen kinematisch model (bestaande uit voor- en achtervoet, onderbeen, bovenbeen en pelvis) geconstrueerd in Visual3D (figuur 10). Het voetsegment bestond uit een voor- en achtervoetsegment waarbij het achtervoetsegment van de hiel tot het metatarsaal gewricht liep en het voorvoet segment van het metatarsaal gewricht tot de tip van de halux liep. Er

33 werd een lokaal coördinatensysteem gedefinieerd voor elk segment. De Cardan Euler hoeken werden berekend gebruik makende van een X-, Y- en Z-as (flexie-extensie, abductie-adductie, endorotatie-exorotatie) om de bewegingen van de distale segmenten ten opzichte van de proximale te kunnen beschrijven. Dit drie dimensionaal model van het rechter onderbeen en de rechter voet werd toegepast op elke dynamische trial van alle proefpersonen. Het lichaamsgewicht en de lichaamslengte werden gebruikt om het 3 dimensionaal model individueel te schalen. De voetraak, de enkel-, de knie- en de heuphoek werden genormaliseerd naar de statische positie, die gemeten werd voorafgaand aan de looptesten. Figuur 10. Sagittale gewrichtshoeken en segmentshoeken bij initieel contact.

34 Op het drie dimensionaal model liep voor elke dynamische trial een reeks geprogrammeerde pipelines doorheen de trials om alle nodige variabelen te berekenen. De pipelines filterde de kinetische data met een low-pass Butterworth filter aan een cut-off frequentie van 60 Hz en de kinematische data aan een cut-off frequentie van 15 Hz met een zero-lag Butterworth filter. De events initieel voetcontact en toe off werden geïdentificeerd door een drempelwaarde van 20 N in te stellen op de onverwerkte analoge data van de verticale grondreactiekracht. Het frame voorafgaand aan het overschrijden van de drempelwaarde werd geïdentificeerd als IC en het frame voorafgaand aan het dalen onder de drempelwaarde werd geïdentificeerd als TO. Na bepaling van deze events en normalisatie van de tijdsreeksen werden de spatiotemporele variabelen snelheid, schredelengte, contacttijd, schredetijd en schredefrequentie berekend. De verticale raaksnelheid van het voetsegment werd op twee verschillende manieren berekend. De verticale raaksnelheid van de hiel werd berekend op basis van de marker op de laterale malleolus van de tibia. De verticale raaksnelheid van de achtervoet werd berekend op basis van het COM van het achtervoetsegment. Sagittale segmenthoeken werden berekend ten opzichte van het referentiekader van het laboratorium en de sagittale gewrichtshoeken als de afwijking van de anatomische positie, genormaliseerd naar staande houding. De berekende waarden en tijdsreeksen werden als ASCII bestand geëxporteerd en geïmporteerd in Excel/MATLAB voor data-visualisatie en verdere berekeningen. 2.5 Statistiek Voordat de statistische methodes werden toegepast, werd het IFCP tijdens de CON conditie gecontroleerd. Per voetraakpatroon werd een histogram opgemaakt om de verdeling van de voetraakhoeken te kunnen bekijken (figuur 11). Op deze manier werden onrealistische waarden en niet geconverteerde trials geïdentificeerd. Subjecten die er niet in slaagden een IMFCP of een IFFCP aan te nemen werden niet opgenomen voor de statistische verwerking. Het IFCP wordt bepaald aan de hand van de voetraakhoek op basis van de methode van Altman and Davis., (2012) waarbij een IRFCP een voetraakhoek > 8 heeft, een IMFCP de voetraakhoek tussen de -1.6 en 8 ligt en een IFFCP een voetraakhoek < -1.6 heeft. Landen met een positieve voetraakhoek betekent dat de voet posterieur getild is bij IC terwijl de voet anterieur getild is op IC bij een negatieve voetraakhoek.

35 Frequentie Frequentie Alle subjecten opgenomen in verdere verwerking liepen met een IMFCP of een IFFCP tijdens de CON conditie aan 3.2 m/s. Er werden twee subjecten niet betrokken in de statistische verwerking omwille van een IRFCP tijdens de CON conditie. A. B ,00 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 35,00 40,00 45,00 Meer Voetraakhoek ( ) Meer Voetraakhoek ( ) Figuur 11. Grafische weergave van de frequentie van het voorkomen van de voetraakhoeken voor een habitueel IRFCP (A) en een geconverteerd IMFCP en IFFCP (B). De variabiliteit binnen één testmoment werd bepaald per loopconditie en geëvalueerd aan de hand van een two-way mixed ICC (type: consistency) te bepalen voor 4 voetcontacten per subject, zowel voor de APTA als de IVLR. Dit ligt in lijn met het onderzoek van Phan et al., (2016)ICC > 0.85). Na berekening van de ICC s voor vier, vijf, zes, zeven en acht trials werden er in vergelijking met de drie opgenomen trials in het onderzoek van (Breine et al., 2016) vier trials opgenomen.. Een ICC-waarde kleiner dan 0.5 was slecht, matig tussen 0.5 en 0.75 en goed boven 0.75 (Portney and Watkins, 2009). Alle parameters werden per proefpersoon gemiddeld over vier opgenomen trials.

AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses

AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses JASPER REENALDA 10-11-2018 ROESSINGH RESEARCH & DEVELOPMENT A F F I L I AT E D W I T H U N I V E R S I T Y O F T W E N T E o Bewegingswetenschapper

Nadere informatie

Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek

Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek SAMENVATTING Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek Pijn in de lage rug is een belangrijk medisch en economisch probleem in de westerse samenleving. Uitkomsten

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems

TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek John Willems Inhoud Korte intro TNO Wat is runalyser? Waarom runalyser? Voorbeeld data runalyser Onderzoek naar running economy Toekomst 2 TNO personal

Nadere informatie

YES or NO? Sophie De Mits

YES or NO? Sophie De Mits BAREFOOT RUNNING YES or NO? Sophie De Mits evolutie van het geschoeid lopen onze voorouders - blootsvoets - geen archeologisch bewijs voor schoenen - 1 e schoen 45000jr oud - sandalen & moccasins vanaf

Nadere informatie

ENERGETISCHE KOSTEN VAN BALANSCONTROLE BIJ VALIDE PERSONEN

ENERGETISCHE KOSTEN VAN BALANSCONTROLE BIJ VALIDE PERSONEN SAMENVATTING Lopen, het lijkt zo simpel, maar het kan als gevolg van een pathologie zoals een beenamputatie of een Cerebro-Vasculair Accident (CVA) een zeer uitdagende taak worden. Opnieuw leren lopen

Nadere informatie

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Wat een trainer moet weten over looptechniek

Wat een trainer moet weten over looptechniek Wat een trainer moet weten over looptechniek Move-Metrics Sport & health data analytics RUG Groningen, MSc bewegingswetenschappen Klapschaats HaemoScan, Projectmanagement Orgaanschade bij triatleten Sensamove,

Nadere informatie

Samenvatting. Introductie

Samenvatting. Introductie 143 Introductie Werpers spelen een belangrijke rol in honkbalwedstrijden en hebben een groot aandeel in het wedstrijdresultaat. Het succes van een werper wordt voor een belangrijk deel bepaald door diens

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) 87 Appendix Inleiding Diabetes mellitus gaat een steeds belangrijkere rol spelen in onze gezondheidszorg. Het aantal patiënten met diabetes zal naar verwachting

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOETBELASTING EN OP SPRONGTESTEN BIJ VOLLEYBALLERS Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE Uit enquêtes bij onze huidige gebruikers van de Currex-zolen

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Walking with Knee Osteoarthritis 2012

Walking with Knee Osteoarthritis 2012 Walking with Knee Osteoarthritis 2012 Hoofdstuk 1: Inleiding Veel mensen van boven de 40 jaar lijden aan artrose ( osteoarthritis ) van de knie. Osteoarthritis van de knie is een degeneratieve ziekte van

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol Running with your Sole STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOORVOETBELASTING, MEDIALE VOETGEWELF EN HIELSTAND NA LANGE AFSTANDSLOOP (25 km) Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE In de

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Optimale loopvaardigheid met een prothese Balanceren tussen capaciteit en belasting. Samenvatting

Optimale loopvaardigheid met een prothese Balanceren tussen capaciteit en belasting. Samenvatting Optimale loopvaardigheid met een prothese Balanceren tussen capaciteit en belasting amenvatting ummary Introductie Het ondergaan van een beenamputatie is een drastische chirurgische ingreep, die grote

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren Het mechanisch verstoren van de romp wordt gezien als een risicofactor voor lage rugklachten. Dergelijke verstoringen kunnen zorgen voor ongecontroleerde bewegingen van de romp waarbij een inadequate reactie

Nadere informatie

Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren

Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren amenvatting 123 amenvatting 125 Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren Vallen is één van de meest belangrijke oorzaken van letsel

Nadere informatie

Optokinetische analyse van de EXO-L

Optokinetische analyse van de EXO-L Optokinetische analyse van de EXO-L Verkorte versie Hanno van der Loo Hubert Meulman Minor Sporttechnologie Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool Dhr. N. Huussen Dhr. O. Tellers Dhr. J. Kraan Dhr. J.

Nadere informatie

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) Pacingstrategieën tijdens inspanning in de hitte Bij het leveren van een langdurige inspanning in de hitte zal de prestatie vaak minder goed zijn ten opzichte van thermoneutrale

Nadere informatie

De wijde wereld in wandelen

De wijde wereld in wandelen 127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPSI) is een verre van volledig begrepen complex van symptomen. Wanneer CRPSI ontstaat is dit meestal het gevolg van een operatie of andersoortig trauma.

Nadere informatie

RAPPORT. Vergelijkende contactdrukmetingen van verschillende drukreducerende matrassen in verschillende lichaamshoudingen

RAPPORT. Vergelijkende contactdrukmetingen van verschillende drukreducerende matrassen in verschillende lichaamshoudingen FCULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHPPEN Verplegingswetenschap RPPORT Vergelijkende contactdrukmetingen van verschillende drukreducerende matrassen in verschillende lichaamshoudingen Dr. K. Vanderwee

Nadere informatie

Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten

Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten In hoofdstuk 1 worden de achtergrond en de doelen van mijn onderzoek beschreven. Lage rugpijn is een belangrijk maatschappelijk probleem, zowel op het gebied

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Personen met een beperking van de loopvaardigheid, bijvoorbeeld veroorzaakt door een onderbeenamputatie of een cerebrovasculair accident (CVA) hebben een verhoogd risico

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 Patella tendinopathie (ook wel jumper s knee of springersknie genoemd) is een veel voorkomende blessure in sporten waarin veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. In top- en recreatieve basketballers

Nadere informatie

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse FEET4FEET Ontstaan van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Preventie van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Waarom dit onderzoek? De Nijmeegse Vierdaagse is het grootste wandelevenement

Nadere informatie

Inleiding Checklist en tips

Inleiding Checklist en tips Inleiding Speed ladder, speedfoot ladder, oefenladder, agility ladder, snelle voeten ladder zijn enkele benamingen die gebruikt worden voor het meest simpele en effectieve trainingsmiddel in de wereld.

Nadere informatie

Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder

Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder Internet: www.medipreventiecentrum.nl www.facebook.com/medipreventiecentrum Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder Internet: http://www.medipreventiecentrum.nl 1

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

1 ONTWIKKELINGSTESTEN

1 ONTWIKKELINGSTESTEN 1 ONTWIKKELINGSTESTEN INLEIDING Ontwikkelingstesten in de clubs hebben een dubbele functie. Enerzijds blijft dit de eerste fase in de talentdetectie, anderzijds is dit een ideale tool om de progressie

Nadere informatie

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken Dutch Summary (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken 9 In Hoofdstuk 1 wordt een inleiding gegeven over algemene fitheid en algehele gezondheid. Uit diverse studies blijkt dat er een relatie bestaat tussen

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 SAMENVATTING Chronische nek pijn is vaak het gevolg van een verkeersongeval, en dan met name van een kop-staart aanrijding. Na zo een ongeval ontwikkelen mensen vaak een zeer specifiek klachtenpatroon.

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis

Nadere informatie

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

De Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen.

De Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen. De Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen. De trainingsladder dwingt benen en voeten snelle patronen in te slijpen door ze veel te herhalen.

Nadere informatie

Samenvatting. Synchronisatie met fractal ritmes: Complexiteit matching bij statistische structuur

Samenvatting. Synchronisatie met fractal ritmes: Complexiteit matching bij statistische structuur Samenvatting Synchronisatie met fractal ritmes: Complexiteit matching bij statistische structuur De uitvoering van dagelijkse fysieke activiteiten is sterk variabel. Deze variabiliteit kan worden beschreven

Nadere informatie

Chapter 8 SAMENVATTING

Chapter 8 SAMENVATTING Chapter 8 SAMENVATTING Hardlopen is wereldwijd een populaire sport. In Nederland loopt 12% van de bevolking regelmatig hard en is het de op één na populairste sport. Aangezien regelmatig sporten gepaard

Nadere informatie

Literatuurstudie: Impactreductie bij lopen door sonificatie

Literatuurstudie: Impactreductie bij lopen door sonificatie Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2014 2015 Literatuurstudie: Impactreductie bij lopen door sonificatie Anke Janssens Margaux Verheecke Promotor: Prof. Dr. Dirk De Clerq Co-promotor:

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Gegevensverwerving en verwerking

Gegevensverwerving en verwerking Gegevensverwerving en verwerking Staalname - aantal stalen/replicaten - grootte staal - apparatuur Experimentele setup Bibliotheek Statistiek - beschrijvend - variantie-analyse - correlatie - regressie

Nadere informatie

WAT VOOR VOETEN HEEFT U?

WAT VOOR VOETEN HEEFT U? WAT VOOR VOETEN HEEFT U? Voetanalyse in de klinische praktijk de resultaten 1 AANLEIDING / DOEL Creëren van meer eenduidigheid: - Voetkenmerken - Meetapparatuur - Voettypes 2 AANPAK Expert 1 Expert 2 Expert

Nadere informatie

Instructies en oefeningen voor de speedladder

Instructies en oefeningen voor de speedladder www.medipreventiecentrum.nl Instructies en oefeningen voor de speedladder Persoonlijk en deskundig advies Vóór 6 uur besteld, morgen in huis Geachte klant, Gefeliciteerd met uw aanschaf van de speedladder

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Analyse van twee meetsystemen voor de monitoring van de beweging van baby s.

Analyse van twee meetsystemen voor de monitoring van de beweging van baby s. Antwerpen Celestijnenlaan 300C, bus 04026 Brussel-Bruxelles BE-3001 Heverlee Charleroi tel. : +32 16 32 25 91 Gent fax : +32 16 32 29 84 Hasselt info@sirris.be Leuven www.sirris.be Liège datum 10-06-2015

Nadere informatie

Samenvatting. Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? ... ...

Samenvatting. Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? ... ... ... Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI?... S Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? Samenvatting Er zijn aanwijzingen dat het uitvoeren van fijn-motorische hand-arm taken,

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Dutch summary (samenvatting)

Dutch summary (samenvatting) Dutch summary (samenvatting) Externe belasting tijdens voetbaltraining: de waarde van versnelling en vertraging Het monitoren van de trainings- en wedstrijdbelasting met behulp van geautomatiseerde positiemeetsystemen

Nadere informatie

SAMENVATTING. Schouder pijn na een beroerte.

SAMENVATTING. Schouder pijn na een beroerte. SAMENVATTING Schouder pijn na een beroerte. Schouderpijn na een beroerte is een veelvoorkomend bijverschijnsel bij patiënten met een hemiplegie (halfzijdige verlamming) en het voorkomen ervan wordt geschat

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting SAMENVATTING In de algemene inleiding in Hoofdstuk 1 worden de hoofddoelstellingen van dit proefschrift uiteengezet. Allereerst hebben we beschreven hoe werk-gerelateerde stressoren een rol

Nadere informatie

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Lopen, of wandelen, is een van de meest belangrijke activiteiten in het dagelijks leven. Hoewel lopen een

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Nemen van voetafdruk met BorgiMobi

Nemen van voetafdruk met BorgiMobi Nemen van voetafdruk met BorgiMobi Terminologie - BorgiMobi: mobiel afdruksysteem BORGinsole - 1 afdrukrecipiënt gevuld met aluminiumgranulaat korreltjes Voordelen: - Makkelijk te verplaatsen en mee te

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman)

APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) 1. Introductie De doelstelling van het SIMKINPRES-project is het ontwikkelen van een klinisch

Nadere informatie

8 Samenvatting Samenvatting Het is alom bekend dat te weinig bewegen schadelijk is voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Ondanks dat de positieve effecten van een actieve jeugd talrijk

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya

Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Samenvatting en conclusie In vele studies is een verband aangetoond tussen

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

TICOON: ONTWIKKELING VAN EEN OPTIMALISATIETOOL VOOR INDIVIDUELE CONFIGURATIE EN UITLIJNING VAN ONDERBEENPROTHESEN

TICOON: ONTWIKKELING VAN EEN OPTIMALISATIETOOL VOOR INDIVIDUELE CONFIGURATIE EN UITLIJNING VAN ONDERBEENPROTHESEN TICOON: ONTWIKKELING VAN EEN OPTIMALISATIETOOL VOOR INDIVIDUELE CONFIGURATIE EN UITLIJNING VAN ONDERBEENPROTHESEN Mobilab 1 OUTLINE Introductie Ticoon project Ontwikkeling van de Ticoon tool Bespreking

Nadere informatie

02/12/2014. Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Overzicht

02/12/2014. Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Overzicht Overzicht Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Is lopen op een loopband vergelijkbaar met lopen over de grond? Loop je vergelijkbaar op een vaste en zelf-gestuurde

Nadere informatie

De meerwaarde van een dynamische ganganalyse

De meerwaarde van een dynamische ganganalyse De meerwaarde van een dynamische ganganalyse Info-avond 18/12/2012 Lieselot Verpoest Robin Declerck Marleen Vandewalle 1. Anatomie Complex geheel van botten, spieren en gewrichtsbanden De 3 bogen van de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Visuele waarneming in basketbalschieten. Rita Ferraz de Oliveira

Visuele waarneming in basketbalschieten. Rita Ferraz de Oliveira Visuele waarneming in basketbalschieten Rita Ferraz de Oliveira Het algemene doel van het in dit proefschrift gepresenteerde onderzoek was de visuele basis van basketbalschieten op te helderen. Hoofdstuk

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE BIJ: CROSSFIT BLESSURES

INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE BIJ: CROSSFIT BLESSURES INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE BIJ: CROSSFIT BLESSURES CROSS FIT BLESSURES U heeft een Crossfitblessure opgelopen, wat nu? De folder die voor u ligt is bedoeld om u informatie te verschaffen over de aanpak

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee. CARPA onderzoek. Artrose.

Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee. CARPA onderzoek. Artrose. Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee Gabriella M. van Dijk Achtergrond Onderzoeksvragen Literatuuronderzoek Longitudinaal cohort onderzoek Methode

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7 Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland

Nadere informatie

Hoe ziek word je van zitten?

Hoe ziek word je van zitten? Hoe ziek word je van zitten? Evi van Ekris EMGO + Instituut afd. Sociale Geneeskunde VU Medisch Centrum Er is altijd wat te doen Naast het stimuleren van sporten is het belangrijk bewegen meer te integreren

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

APPENDIX 13. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van plantaire drukdata (Friso Hagman)

APPENDIX 13. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van plantaire drukdata (Friso Hagman) APPENDIX 13. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van plantaire drukdata (Friso Hagman) 1. Introductie De doelstelling van het SIMKINPRES-project is het ontwikkelen van een klinisch

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

GeCHECKt: Beperkingen in activiteiten bij personen met vroege knie- of heupartrose

GeCHECKt: Beperkingen in activiteiten bij personen met vroege knie- of heupartrose GeCHECKt: Beperkingen in activiteiten bij personen met vroege knie- of heupartrose Beloop, prognose en verklaringsmechanismen Nederlandse samenvatting 195 196 Nederlandse samenvatting Artrose is de meest

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C www. bio klok.nl EN DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE PRAKTIJK Ready Set Go! galmt het door de stadions tijdens sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. Olympische

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht

Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht Locatie: Grootte: Belaste hoek*: *het traject waarin het geopereerde gebied belast wordt. Let op: dit schema

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie