EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO Handleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO Handleiding"

Transcriptie

1 EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO 5190 Handleiding

2 HERCO-team Promotor: Kenniscentrum Industrie-Onderwijs Projectmanagement: Marc Theunis Voorzitter van het Kenniscentrum Industrie-Onderwijs Ontwikkelaars: Algemeen coördinator: Brenda Vernelen verbonden aan het Provinciaal Instituut Lommel Centrum Leren en Werken ICT-coördinator: Bram Vervoort verbonden aan het Provinciaal Instituut Lommel ICT-ondersteuning: Bart Raets verbonden aan het Technisch Instituut Sint-Michiel, Bree 5190-HERCO-Handleiding [2]

3 Partners: 5190-HERCO-Handleiding [3]

4 I. Voorwoord Het onderwijs en het werkveld zijn al jaren in de ban van competenties. Vacatures worden vaak in competenties omschreven. Het stelt de mogelijkheden van de werkzoekende centraal, eerder dan zijn behaalde diploma s of certificaten. Wanneer we vertrekken vanuit competenties van mensen denken we niet meer in termen van ras, geslacht of opleiding. Werken met competenties stimuleert het diversiteitsdenken. We gebruiken in deze handleiding de termen hij, leerkracht, begeleider, beoordelaar, leerling, werknemer en werkgever. Natuurlijk worden hier ook de vrouwelijke leerkrachten, leerlingen, werknemers en werkgevers mee bedoeld. De arbeidsmarkt in de huidige samenleving verandert sneller dan tientallen jaren geleden. Het gevolg hiervan is dat mensen niet alleen hun initiële opleiding afronden, maar dat ze ook daarna opleiding blijven volgen en zich ontwikkelen. Bij het selecteren van medewerkers gaat het personeelsmanagement naast wat medewerkers kennen en kunnen dus ook de ontwikkelingsmogelijkheden meenemen. Ook de coaching van werknemers is meer gericht op een combinatie zelfsturing, zich blijven ontwikkelen en de geleverde prestaties. Een basisdiploma is de eerste aanzet maar een levenslange en een levensbrede ontwikkeling is cruciaal voor een duurzame integratie in de samenleving. Ook onderwijs en vorming volgen deze ontwikkelingen. Om onderwijs en vorming beter te laten aansluiten op de dynamische arbeidsmarkt en de maatschappelijke veranderingen worden verschillende vormen van competentiegericht opleiden ingevoerd. Competentiegericht opleiden heeft een grote invloed op de inhoud en de organisatie van onderwijs en vorming. We maken immers gebruik van competenties, waarbij een competentie een geïntegreerde basis vormt van kennis, vaardigheden en attitudes. Deze geïntegreerde basis is noodzakelijk voor het uitoefenen van een beroepstaak in een dynamische beroepscontext. Het resultaat is een gedrag dat voldoet aan de gewenste resultaten. Het in kaart brengen van de ontwikkeling van de competenties is een uitdaging voor leerkrachten en begeleiders. Met dit project trachten we leerkrachten en begeleiders ondersteuning te bieden bij het kwaliteitsvol uitbouwen van het competentiegericht leren en het competentiegericht beoordelen. We hebben een duidelijk, visueel registratieinstrument (= EBC-box) ontwikkeld vanuit een theoretisch kader (= verantwoordingsdocument). De box brengt op een duidelijke en visuele manier de beroepsspecifieke competenties van leerlingen/werknemers in kaart. Leerlingen en werknemers kunnen dan ook visueel aan een (toekomstige) werkgever duidelijk 5190-HERCO-Handleiding [4]

5 maken welke competenties zij bezitten. Ook al hebben ze geen diploma of certificaat. Ze hebben wel een document waarop staat wat ze wel kunnen. Dit maakt hen sterker bij het vinden van een baan op de arbeidsmarkt. Daarnaast worden de jongeren door het gebruik van deze box tijdens de opleiding ook gestimuleerd om de opleiding in school of op de werkvloer met een positief resultaat te beëindigen. Deze handleiding begeleid je bij het competentiegericht evalueren in combinatie met het gebruik van deze box. Mocht je tijdens de toepassing behoefte hebben aan meer achtergrondinformatie, dan kan je gebruik maken van het verantwoordingsdocument. In deze handleiding verwijzen we regelmatig naar dit document. Dit verantwoordingsdocument is een uitgebreide neerslag van de theoretische basis die aan de grondslag ligt van het instrument. Het bevat alle (wetenschappelijke) bronnen. Daarnaast bevat het document ook de verklaringen waarom we bepaalde beslissingen genomen hebben. Tevens hebben we ook aandacht besteed aan de kwaliteit van het beoordelen. Elke vorm van beoordeling (een toets, een praktijkproef, een portfolio) heeft een sterke invloed op het leerproces van de lerende. Maar ook op de manier waarop een leerkracht/begeleider lesgeeft (het zogenaamde backwash-effect). Als we de doelen van een opleiding (en dus van onderwijs) willen bereiken, is het belangrijk dat het leren, de instructie en het assessment afgestemd zijn op elkaar. Hoe kunnen we nu concreet deze kwaliteit waarborgen? We proberen hierop een antwoord te bieden met behulp van geselecteerde kwaliteitskaders. Het is een selectie die wij binnen het project van toepassing vinden. We hebben binnen het HERCO-project bewust gekozen voor de ontwikkeling van de verschillende instrumenten: de EBC-box (registratie-instrument), de EBC-handleiding (praktische toepassing) en het EBC-verantwoordingsdocument (basis). Deze instrumenten vullen elkaar aan maar kunnen ook onafhankelijk van elkaar gebruikt worden. We wensen je veel succes bij het gebruik van deze instrumenten. HERCO-team 5190-HERCO-Handleiding [5]

6 Inhoud HERCO-team 2 I. Voorwoord 4 II. Begrippen en concepten 8 A. Competentie 9 B. Competentiegericht assessment 9 C. Competentiegericht beoordelen = competentiegericht opleiden 10 Referentiekader A 11 Referentiekader B 11 D. Kwaliteit Kwaliteit van assessmentopdrachten Kwaliteit van een assessment Kwaliteit van assessmentprogramma s 14 III. Competentiegericht beoordelen 16 A. Het beoordelingsproces 16 B. Concretisering van de criteria en de indicatoren 16 C. Observeren Waarnemen Aantekeningen maken Klasseren Kwalificeren Evalueren Rapporteren 24 D. Feedback Belangrijke aspecten van effectieve feedback zijn: Feedback op de taak Feedback op het verwerken van de taak, het proces Feedback op zelfregulering Feedback op de persoon 26 IV. EBC-Box 27 A. Opbouw van de EBC-box 27 B. Praktische instructie EBC-box 35 C. Rapportering Competentiepas Evaluatieplan Rapport Samenvatting voor rapport HERCO-Handleiding [6]

7 D. Importeren exporteren 40 V. Implementatie 41 A. 7E-model 41 B. Handelingsplan 42 VI. Bijlage 44 A. Bijlage 1: Begrippenlijst 44 B. Bijlage 2: Kwaliteitschecklists Assessmentopdracht Assessment 48 C. Bijlage 3: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT) in het beroepsgericht onderwijs 49 D. Bijlage 4: Referentiekaders voor competentiegericht opleiden Referentiekaders: schematische weergave van de criteria Enkele concrete voorbeelden van de competentiegerichte leerlijn van de beroepsopleiding Onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal volgens referentiekader A Enkele voorbeelden van de competentiegerichte leerlijn van de beroepsopleiding Onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal volgens referentiekader B 55 E. Bijlage 5: Instructiefiches 61 F. Bijlage 6: Handelingsplan HERCO-Handleiding [7]

8 Er was in het centrum een grote nood aan het kwaliteitsvol beoordelen van competenties. We waren hierin zoekende. De doorlichting heeft dit bevestigd. Betsy Jansen, coördinator Provinciaal Instituut Lommel Centrum Leren en Werken II. Meerwaarde van de HERCO instrumenten Waarin verschillen onze instrumenten met andere instrumenten die op de markt aanwezig zijn? Wat is volgens ons de meerwaarde? Ten eerste de aanwezigheid van criteria in de EBC-box. Deze criteria zijn aan competenties en activiteiten gekoppeld. Maar daarnaast ook gekoppeld aan de beoordelingen/opdrachten. Ten tweede is de EBC-box flexibel in gebruik omdat wij vanuit onze visie een instrument wilden ontwikkelen wat ruim toegepast kan worden. De box is dan ook voor veel brondocumenten geschikt. Daarnaast zijn wij er steeds van uit gegaan dat het beheer van de box door een individuele beoordelaar (met een beperkte kennis van Excel) mogelijk moet blijven. Vervolgens is het volledige traject van een individuele jongere/werknemer zichtbaar. Dit is tevens schooljaaronafhankelijk. Tot slot vullen onze instrumenten elkaar goed aan. We hebben gezorgd voor een stevige, wetenschappelijke onderbouwing, opgenomen in het verantwoordingsdocument. Het kwaliteitsvol gebruik van de box (in de brede zin van het woord) stimuleren we vanuit de handleiding en de instructiefiches. III. Begrippen en concepten We lichten een aantal begrippen en concepten kort toe die we in het project gebruiken. Achteraan in de handleiding zijn de begrippen alfabetisch gerangschikt (bijlage 1). We raden je aan deze begrippen en concepten door te nemen voor je start met het gebruik van het instrument. Voor meer informatie verwijzen we naar het verantwoordingsdocument, hoofdstuk IV Theoretisch kader, bladzijde HERCO-Handleiding [8]

9 A. Competentie Het begrip competentie wordt in de literatuur op verschillende manieren gedefinieerd. Binnen het project hebben we bewust gekozen voor een eenduidige omschrijving van het begrip competentie: Competentie: een geïntegreerde basis van kennis, vaardigheden en attitudes, noodzakelijk voor het uitvoeren van een beroepstaak, in een dynamische beroepscontext, met als resultaat een gedrag dat voldoet aan gewenste resultaten. Concreet betekent dit dat competenties die een leerling of een werknemer nodig heeft om in de praktijk te kunnen starten, vooraf vastgelegd zijn en tegen het einde van de opleiding bereikt moeten zijn. Bijvoorbeeld: Het uitvoeren van metselwerk (competentie) is alleen mogelijk als de metselaar o.a. weet welke materialen, gereedschappen en machines (kennis) hij moet gebruiken. Hij moet ook verschillende metselverbanden kunnen uitvoeren (vaardigheden) en hij moet zorgzaam, veilig en efficiënt omgaan met de materialen, gereedschappen en machines (houding). Als je wil toetsen of een metselaar competent is in het uitvoeren van metselwerk, dan is het logisch dat je niet alleen de kennis toetst (bijvoorbeeld een kennistoets over verschillende materialen) maar dat je ook controleert of hij effectief kan metsen. B. Competentiegericht assessment De invoering van competenties en het competentiegericht opleiden heeft geleid tot nieuwe vormen van beoordeling die omschreven worden als competentiegerichte assessments. Een assessment stelt vast wat een leerling of werknemer kan en er wordt nagegaan wat de sterke en zwakke kanten zijn in zijn functioneren. We omschrijven het competentiegericht assessment als volgt HERCO-Handleiding [9]

10 Competentiegericht assessment: alle methodes die gebruikt kunnen worden, om de competentie van een leerling of werknemer te bepalen, summatief of formatief, traditionele tests (bijvoorbeeld multiple choice) en nieuwe assessmentmethodes (bijvoorbeeld portfolio). Naast assessment gebruiken we in dit project ook het begrip beoordelen. Zij verwijzen beide naar het bepalen en het evalueren van een competentie. C. Competentiegericht beoordelen = competentiegericht opleiden Het is belangrijk dat er een opbouw zit in de opleiding: we beginnen met een basis en stilaan worden de kennis en vaardigheden complexer en moeilijker. We werken met een leerlijn. De leerlijn is een hulpmiddel om te waken over de graduele opbouw met als einddoel de leerlingen/werknemers van een ingeschat niveau naar een gewenst eindniveau te brengen. Bij de ontwikkeling van een competentiegerichte leerlijn kan je gebruik maken van twee ontwikkelde referentiekaders. Deze referentiekaders geven je de mogelijkheid om differentiatie in horizontale of verticale zin aan te brengen binnen de opleiding waarvoor je verantwoordelijk bent. Het is niet de bedoeling dat je alle criteria gaat toepassen, maar dat je uit de referentiekaders de criteria selecteert die volgens jou bruikbaar zijn. Ook hier verwijzen we naar het verantwoordingsdocument, hoofdstuk IV Theoretisch kader, bladzijde HERCO-Handleiding [10]

11 Referentiekader A Het referentiekader A geeft twee criteria aan die gebruikt kunnen worden om de competenties/activiteiten te positioneren ten opzichte van de tijd (fase 1, fase 2 of fase 3). 1. Criterium 1: complexiteit van de benodigde kennis en vaardigheden, 2. Criterium 2: de mate van complicerende factoren in de situaties waarin de leerling/werknemer functioneert: veiligheid. Een schematische weergave. criterium Fase 1 Fase 2 Fase 3 Complexiteit van de benodigde kennis en vaardigheden Complexiteit van de context Beperkt Matig Voldoende Toepassen basisveiligheid in concrete situaties Toepassen basisveiligheid in meer complexe situaties Toepassen basisveiligheid in complexe situaties Referentiekader B Het tweede referentiekader omvat de volgende criteria: voorkennis van de leerling/werknemer, het type leersituatie, de beroepssituatie, de rol van de begeleider, het competentieniveau, de mate van zelfbeoordeling, de beoordeling en de mate van zelfsturing (overzicht, zie bijlage 4). Een schematische weergave HERCO-Handleiding [11]

12 In bijlage vier hebben we enkele voorbeelden opgenomen waarbij we de referentiekaders toegepast hebben op de activiteiten. D. Kwaliteit Het is belangrijk dat we assessments met zorg ontwerpen, uitvoeren en interpreteren. Hoe kan je het beoordelen beheersbaar, transparant en eerlijk houden? We hebben een kwaliteitschecklist ontwikkeld die je kan toepassen op de niveaus van de assessmentopdracht en het assessment (bijlage 2). Je kan deze checklists gebruiken bij het ontwerpen of bij de evaluatie van bestaande assessments. 1. Kwaliteit van assessmentopdrachten Een assessmentopdracht is elke opdracht die in een assessment gebruikt wordt, bijvoorbeeld een open vraag, een meerkeuzevraag of een instructie bij een praktijkproef. De belangrijkste kwaliteitscriteria zijn: relevantie, objectiviteit, efficiëntie en moeilijkheid, zie box 1. Box 1: kwaliteitscriteria voor assessmentopdrachten relevantie De mate waarin de opdracht een directe relatie heeft met het (leer)doel. objectiviteit efficiëntie moeilijkheid Een opdracht is objectief indien de score van de opdracht onafhankelijk is van degene die de scoring uitvoert. Wanneer bij het ontwikkelen van een opdracht je kan kiezen uit verschillende soorten opdrachten die in alle opzichten gelijkwaardig zijn, dan verdient de opdracht dat het minste tijd kost in termen van afname en correctie de voorkeur. De moeilijkheidsgraad van een opdracht moet aanvaardbaar zijn volgens het niveau van de leerlingen/werknemers HERCO-Handleiding [12]

13 2. Kwaliteit van een assessment Op niveau van een assessment vinden we het belangrijk dat er een eerlijke en rechtvaardige uitspraak gedaan wordt over de prestatie die geleverd is door de leerling/werknemer zoals het ook bedoeld was. Door op een systematische manier de assessments te ontwikkelen, verhoog je de kwaliteit. Deze ontwikkelcyclus bestaat uit verschillende stappen (figuur 1). Daarnaast zijn er ook specifieke kwaliteitscriteria waar je rekening mee kan houden (box 2). stap 1 DOEL van het assessment de educatieve waarde van het assessment stap 2 SELECTIE van het assessment de opbouw en de inhoudskeuze stap 3 het bepalen van de CRITERIA het bepalen en het communiceren van de norm stap 4 het opstellen van het FORMAT het opstellen van de richtlijnen stap 5 het SCOREN het beoordelen van de afgewerkte opdracht aan de hand van de criteria stap 6 WAARDEREN het interpreteren van de scores, het nemen van beslissingen en de argumentatie stap 7 FEEDBACK informatie verstrekken over het resultaat, het benoemen van de sterktes en zwaktes, het leren bijsturen Figuur 1: Zeven stappen van ontwikkeling 5190-HERCO-Handleiding [13]

14 Box 2: kwaliteitscriteria voor een assessment validiteit De betekenis, de bruikbaarheid en de juistheid van de conclusies die uit de assessmentresultaten worden getrokken. betrouwbaarheid Het vertrouwen in het assessment als meting, ongeacht de inhoud. objectiviteit Is de assessmentuitkomst onafhankelijk van storende invloeden van beoordelaars? transparantie normering Leerlingen/werknemers beschikken over alle nodige informatie om de best denkbare voorbereidings- en antwoordstrategie op te stellen. Het doel van de normering is het kunnen hard maken van beslissingen waarbij de relevantie van het assessment van belang is. 3. Kwaliteit van assessmentprogramma s Om dus het leerproces positief te beïnvloeden, is het belangrijk dat we de beoordelingsvormen of assessments doelgericht en bewust kiezen. We stellen een programma samen van verschillende assessments afhankelijk van de competenties, de context, We programmeren dus bewust een competentiegericht assessmentprogramma (of een competentiegericht toetsprogramma). Assessmentprogramma: een combinatie van traditionele en nieuwe assessments, bewust samengesteld, naar gelang de educatieve setting, en de competenties die beoordeeld moeten worden, formatief of summatief HERCO-Handleiding [14]

15 a) Kwaliteitscriteria voor assessmentprogramma s Dit bewust programmeren is belangrijk als we de kwaliteit van het competentiegericht beoordelen willen evalueren. We hebben kwaliteitscriteria nodig die aansluiten bij dit programmeren en bij de overige principes van het competentiegericht onderwijs. Baartman en Kloppenburg 1 hebben een kader ontwikkeld dat aansluit bij deze principes (box 3). Het kader bestaat uit 4 kwaliteitscategorieën: validiteit, betrouwbaarheid, condities en functies. Deze categorieën zijn op hun beurt onderverdeeld in 2 of meerdere kwaliteitscriteria, zoals weergegeven in box 3. Deze kwaliteitscriteria vormen het uitgangspunt om de kwaliteit van het competentiegericht beoordelen te evalueren. De kwaliteitscriteria worden verder toegelicht in bijlage 3. Om deze criteria werkbaar te maken, zijn ze verder vertaald in indicatoren. De kwaliteitscriteria en indicatoren zijn door de auteurs verwerkt in een online instrument: het KwaliteitsInstrument Toetsprogramma (KIT). Voor meer informatie verwijzen wij naar het verantwoordingsdocument (hoofdstuk V Het beoordelen). Box 3: twaalf kwaliteitscriteria voor het assessmentprogramma 1 Baartman, L. K. J., & Kloppenburg, R. T. H. M. (2013). KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT) in beroepsgericht onderwijs. Hogeschool Utrecht, Nederland. [15] 5190-HERCO-Handleiding

16 IV. Competentiegericht beoordelen A. Het beoordelingsproces Elk beoordelingsproces is in essentie te herleiden tot een viertal fasen: Beoordelingsproces = doelbepaling + meten + cijfergeven + beslissen. Elke fase is onder te verdelen in stappen, zie tabel 1. Bij het uitvoeren van een assessment is het belangrijk dat je als beoordelaar bewust bent van de verschillende stappen. Door het toepassen van de verschillende stappen tijdens je beoordeling verhoog je de kwaliteit van het beoordelingsproces op zich. In het verantwoordingsdocument lichten we elke stap kort toe (hoofdstuk V Het beoordelen). Tabel 1: stappen van het beoordelingsproces Doelbepaling 1 Waarom beoordelen en toetsen: het formuleren van de bedoeling(en) 2 Het formuleren en concretiseren van de doelen Meten 3 Het kiezen van de assessmentvorm 4 Het concretiseren en vooraf controleren van de assessmentvragen 5 Het samenstellen van het assessment 6 Het afnemen van het assessment 7 Het nakijken van het assessment, inclusief een kwaliteitscontrole Cijfergeven 8 Het bepalen van de zak/slaaggrens 9 Het toekennen van cijfers aan de scores Beslissen 10 Het kunnen verantwoorden van de beslissing 11 Het rapporteren van de toetsuitslag voor nabespreking, evaluatie en bijstelling B. Concretisering van de criteria en de indicatoren Het concretiseren van de criteria is geen eenvoudige klus. Vanuit de opleidingenstructuur of leerplannen en de beroepskwalificatie zijn enkel de competenties en de activiteiten gegeven. Online vind je verschillende omschrijvingen van indicatoren. Dit zijn vaak generieke competenties. Voor specifieke competenties binnen een beroep(sopleiding) zijn er weinig voorbeelden. We proberen in deze paragraaf enkele handvaten aan te bieden die je als beoordelaar kunnen helpen bij het omschrijven van de criteria. We raden je aan om je niet te beperken tot je 5190-HERCO-Handleiding [16]

17 opleidingenstructuur, je leerplan of de beroepskwalificatie. Maak gebruik van (indien mogelijk) meerdere documenten en bronnen. Zelf hebben we bijvoorbeeld bij het benoemen van de criteria voor de beroepsopleiding metselaar gebruik gemaakt van de expertise van de leerkrachten bouw, kwalificatiedossiers van het Nederlandse Onderwijs en het beroepscompetentieprofiel metselaar uitgegeven door fvb-ffc constructiv. Als je nog geen functieprofiel hebt dan is het belangrijk dat je eerst de functie-inhoud duidelijk omschrijft zodat je zicht krijgt op de noodzakelijke competenties (kennis, vaardigheden en attitudes). Voor meer informatie verwijzen we naar de Vlaamse Kwalificatiedatabank ( of de beroepenfiches ( Bij het formuleren van de criteria maakten we gebruik van het volgende stappenplan. 1. We hebben de competenties en onderliggende activiteiten geselecteerd. Bijvoorbeeld: Competentie: Basistechnieken van eenvoudig metselwerk uitvoeren Activiteit: Mortel aanmaken Of Leerplandoel: De leerlingen kunnen uit mondelinge informatie de essentie halen Leerinhoud: Informatieve teksten Opdracht: De leerling kan na het bekijken van een beeldfragment de belangrijkste informatie en onderlinge verbanden weergeven in een mindmap. [17] 5190-HERCO-Handleiding

18 2. We hebben voorbeelden verzameld van goede en minder goede uitkomsten/resultaten. 3. We hebben deze uitkomsten gegroepeerd in 2 rubrieken: onvoldoende en voldoende. 4. We hebben voor elke rubriek eigenschappen geformuleerd. Bijvoorbeeld wanneer was het resultaat niet goed? Wat was hier de oorzaak van? Waarom was het andere resultaat wel voldoende? Wat was de grens? Bijvoorbeeld: Mortel aanmaken: - specie zakt in elkaar, specie valt uiteen + goede plasticiteit Mindmap: - geen centraal onderwerp, veel volzinnen + gebruik van kleuren, vertakkingen (of niveaus), symbolen; gebruik van pijlen om verbanden weer te geven. 5. Wanneer de activiteit of de leerinhoud te vaag geformuleerd was hebben we ook gebruik gemaakt van de indeling in kolommen zoals weergegeven in figuur 16. De kolom omschrijving is een verduidelijking van de activiteit (wat is de uitkomst van deze activiteit?). Bij deze omschrijving kan je rekening houden met de drie aspecten: proces (= de eisen die gesteld worden aan de prestatie die geleverd wordt), product (=werkmethode, procedures of stappen die gevolgd moeten worden) en condities (= voorwaarden waaronder het product en het proces tot stand moeten worden gebracht bijvoorbeeld de beschikbare tijd, mate van zelfstandigheid, ) HERCO-Handleiding [18]

19 basistechnieken metselwerk basistechnieken van eenvoudig metselwerk uitvoeren module competentie Beroepsopleiding Metselaar Module Basistechnieken metselwerk indicator activiteit omschrijving criterium voldoende onvoldoende mortel aanmaken halfsteense muur metselen éénsteense muur metselen Hij maakt handmatig of machinaal metselmortel aan volgens de juiste verhoudingen met de juiste vloeibaarheid. Hij brengt op juiste wijze mortel en de stenen aan in het voorgeschreven verband en aansluiting. Hij brengt op de juiste wijze mortel en de stenen aan in het voorgeschreven verband en aansluiting. verhouding water, cement, zand vloeibaarheid uit de losse hand gebruik van rijlat en waterpas twee rechte beëindigingen werken met lagenmaat verbanden kleine elementen in metselwerk plaatsen Hij brengt op de juiste wijze mortel en de kleine elementen aan voegen uitkrabben Hij krabt de lint- en stootvoegen uit en borstelt en/of reinigt ze. meegaand voegen Hij maakt machinaal of handmatig voegmortel aan en hij brengt eenvoudig voegwerk aan. Figuur 16: gebruikte tabel bij het benoemen van de criteria 6. De eigenschappen (stap 4) en de omschrijving (stap 5) hebben we als basis gebruikt bij het formuleren van de criteria. Bijvoorbeeld: Mortel aanmaken: Criterium: plasticiteit Mindmap: Criteria: centraal onderwerp, kernwoorden, vertakkingen (of niveaus), symbolen/afbeeldingen, weergeven van verbanden, kleurgebruik HERCO-Handleiding [19]

20 7. De criteria, zijn op hun beurt, de basis voor het omschrijven van de beoordelingsniveaus in indicatoren. Bij het formuleren van deze indicator hebben we aandacht besteed aan volgende aspecten. Het werkwoord moet gericht zijn op het doel van de competentie (leerplandoel) of de activiteit. Type competentie/leerplandoel: ligt de nadruk binnen de competentie eerder op de kennis, de vaardigheid of de attitude? Het onderwerp van de opdracht of van het assessment. De opdracht of assessment: hoe iets gedaan moet worden. De context en/of differentiatie. Bijvoorbeeld: Mortel aanmaken Criterium consistentie - indicator voldoende : De leerling heeft manueel mortel met een goede consistentie aangemaakt: de specie zakt niet in elkaar of valt niet uit elkaar. werkwoord type onderwerp opdracht context aanmaken vaardigheid mortel een werkstuk manueel zelfstandig Mindmap Criterium opbouw - indicator voldoende : De leerling heeft een mindmap gemaakt met een centraal onderwerp. Hij heeft gebruik gemaakt van verschillende vertakkingen en heeft ten minste één verband gelegd. Criterium lay-out - indicator voldoende : De leerling heeft gebruik gemaakt van de volledige placemat en hij heeft gewerkt met kleuren. werkwoord type onderwerp opdracht context tekenen vaardigheid mindmap een individuele opdracht na 2x bekijken van de reportage 5190-HERCO-Handleiding [20]

21 Halfsteense muur metselen Criterium metselverband Indicator voldoende: Je hebt volgens opdracht zelfstandig, op hoogte en manueel een halfsteense muur gemetseld. Het verband is zo eenvoudig mogelijk, de lagen lopen bij hoeken, ontmoetingen en doorkruisingen door, geen stootvoegen boven elkaar en geen stukken kleiner dan een halve steen. werkwoord type onderwerp opdracht context metselen vaardigheid halfsteense muur (verband) een werkstuk manueel zelfstandig op hoogte 5190-HERCO-Handleiding [21]

22 Kort samengevat: Selecteer de competenties en eventueel onderliggende activiteiten (leerinhouden). Verzamel voorbeelden van goede en minder goede uitkomsten/resultaten. Groepeer deze uitkomsten/resultaten in het aantal rubrieken dat je wil je gebruiken, bijvoorbeeld 2 rubrieken: onvoldoende en voldoende. Formuleer voor elke rubriek eigenschappen. Bijvoorbeeld wanneer was het resultaat niet goed? Wat was hier de oorzaak van? Waarom was het andere resultaat wel voldoende? Wat was de grens? Formuleer bij een weinig concrete activiteit of leerinhoud een duidelijke omschrijving. Houd hierbij rekening met de drie aspecten: proces, product en condities. Benoem de criteria. Maak hierbij gebruik van stap 4 en 5. Omschrijf per criterium de indicatoren voor de verschillende beoordelingsniveaus. Besteed aandacht aan de volgende aspecten: het werkwoord, type competentie/leerplandoel, het onderwerp van de opdracht/assessment, de opdracht/assessment zelf en de context en/of differentiatie HERCO-Handleiding [22]

23 C. Observeren Je kan over concreet zichtbaar gedrag op een gestructureerde manier informatie verzamelen en beoordelen met behulp van de WAKKER-methode. WAKKER-methode: W = waarnemen A = aantekeningen maken K = klasseren K = kwalificeren E = evalueren R = rapporteren 1. Waarnemen Je observeert het concrete, feitelijke gedrag van de leerling/werknemer: wat hij doet en zegt (of wat hij niet zegt of doet). Je observeert doelgericht. Je let bewust op een deel van de informatie die zich aanbiedt vanuit de geselecteerde competenties. Het waarnemen gebeurt zonder onmiddellijke interpretatie. Deze observaties kunnen positief of negatief zijn. 2. Aantekeningen maken De belangrijkste waarnemingen zet je nauwkeurig op papier zodat je er altijd op kan terugvallen. Enkel observeerbaar gedrag wordt genoteerd. 3. Klasseren Alle waarnemingen vertaal je naar de criteria gekoppeld aan competenties. Sommige geobserveerde handelingen kunnen naar meerdere competenties vertaald worden. Daarom is het belangrijk dat je als beoordelaar een degelijk inzicht hebt in de verschillende competenties (activiteiten) en de criteria HERCO-Handleiding [23]

24 4. Kwalificeren Je maakt een vergelijking tussen de verzamelde observaties en de verschillende beoordelingsniveaus van de competenties en je geeft een score: onvoldoende of voldoende. 5. Evalueren Je maakt een samenvattende beoordeling van het geheel. Dit kan in samenspraak met meerdere beoordelaars plaatsvinden. 6. Rapporteren De resultaten van de observatie worden met de leerling/werknemer besproken. Dit kan onder de vorm van een feedbackgesprek. Het is belangrijk dat je tijdens het evaluatiegesprek de afspraken die gemaakt worden goed noteert en bijhoudt. In deze afspraken kan je bijvoorbeeld aspecten voor een persoonlijk ontwikkelingsplan opnemen. De instrumenten helpen ons bij het overzichtelijk beoordelen van de beroepsspecifieke competenties op de werkvloer. Eric Aegden, verantwoordelijke voor begeleiding en inschakeling Noord-Limburgs Open Atelier vzw D. Feedback Feedback heeft een effectieve, positieve invloed op prestaties als ze op een goede manier gegeven worden. 1. Belangrijke aspecten van effectieve feedback zijn: 1. Je geeft pas feedback wanneer de leerling of werknemer reeds eerder uitleg heeft gekregen over het gewenste doel. Is dit niet het geval, dan heeft hij nood aan instructie. 2. Bij een feedbackgesprek bereid je het gesprek goed voor. 3. Je feedback is duidelijk en opbouwend. 4. Je besteedt ook aandacht aan positieve feedback HERCO-Handleiding [24]

25 5. Feedback geeft antwoord op drie vragen: Waar ben ik? Wat zijn de doelen?= FEED UP Hoe vorder ik? Welke vorderingen maak ik richting de doelen?= FEED BACK Welke activiteiten moet ik ondernemen om mijn doel te bereiken? = FEED FORWARD Het is belangrijk dat feedback deze vragen concreet beantwoordt. 6. Zowel de leerling/werknemer als de leerkracht/begeleider hebben hetzelfde doel voor ogen. Daarnaast kan feedback over vier soorten onderwerpen gegeven worden: op de taak, op het proces, op zelfregulering en op de persoon. Feedback: feedback op de taak, feedback op het verwerken van de taak, het proces, feedback op zelfregulering en feedback op de persoon. 2. Feedback op de taak Feedback op de taak is vooral effectief als het gaat om kleine taken. De feedback is dan het meest effectief als die direct gegeven wordt. Een voorbeeld van feedback op de taak: Het is belangrijk dat je je de hoogtelijn controleert. 3. Feedback op het verwerken van de taak, het proces Feedback over de processen onderliggend aan de opdracht, zijn vooral voor de leerprestaties effectief. Leerlingen/werknemers komen op deze manier alternatieve strategieën op het spoor. Feedback op het proces in combinatie met duidelijke leerdoelen hebben een sterke, positieve invloed op het leren van leerlingen/werknemers HERCO-Handleiding [25]

26 Een voorbeeld van feedback op het proces: Als je nu gebruik maakt van het stappenplan wat we eerder bespraken, dan kom je er wel uit. 4. Feedback op zelfregulering Zelfregulatie is een combinatie van engagement/inzet, controle en zelfvertrouwen. Feedback heeft het grootste effect als de leerling/werknemer verwacht dat het correct is en dat vervolgens niet correct blijkt te zijn. De feedback geeft de leerling/werknemer mogelijkheden om controle te krijgen over hun leerproces: zelfcontrole, wanneer wel om hulp vragen, succes of falen toeschrijven aan een oorzaak. Een voorbeeld van feedback op zelfregulering: Je weet waaraan je werkstuk moet voldoen, kijk eens naar je werk en beoordeel eens of je voldoet aan de criteria van je werkstuk. Of Ik zag dat je gebruik maakte van de stappenplannen om je werkstuk uit te voeren en het is je gelukt om een goed werkstuk te maken. 5. Feedback op de persoon Feedback op de persoon blijkt de minst effectieve vorm van feedback. Je geeft waardering, maar de feedback draagt bijvoorbeeld niet bij tot het beter begrijpen van de opdracht. Een voorbeeld van feedback op de persoon: Goed gedaan, hoor. Of Knap gedaan, je bent een goede leerling HERCO-Handleiding [26]

27 V. EBC-Box Ook de sterktes van de leerlingen zijn goed zichtbaar. Dit kan toekomstige werkgevers, stagebedrijven of leerkrachten een beter beeld helpen geven. Zo kunnen de juiste leerlingen op de juiste plaats in een bedrijf aan het werk gezet worden. Maarten Verbist, leerkracht hout Atheneum Overpelt A. Opbouw van de EBC-box Het volledige instrument is in het programma Excel ontwikkeld. De basis van het instrument wordt gevormd door de volgende niveaus: groep/cluster (generiekspecifiek), competentie/leerplandoel, activiteit/leerinhoud, criteria, indicatoren. Binnen het project is dit de boomstructuur (zie figuur 3). generiek competentie 1 competentie 2 indicator opleiding module module competentie 3 activiteit 1 activiteit 2 criterium 1 criterium 2 voldoende indicator onvoldoende specifiek competentie 4 activitiet 3 competentie 5 Figuur 3: boomstructuur met de verschillende niveaus Het niveau volgend op een hoger niveau is steeds een verfijning van dat niveau. Niveau 2 Niveau 1 Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 : opleiding : module : groep (generiek/specifiek) of cluster : competentie of leerplandoel : activiteit of leerinhoud : criterium Deze niveaus vormen verschillende kolommen in de EBC-box HERCO-Handleiding [27]

28 opleiding/module/generiek/specifiek competentie weging activiteit weging criterium weging NIVEAU 0, -1, -2 NIVEAU 1 NIVEAU 2 NIVEAU 3 Figuur 4: visuele weergave van de boomstructuur volgens niveaus 5190-HERCO-Handleiding [28]

29 Deze niveaus vormen verschillende kolommen in het EBC-box. Niveaus 1 t.e.m. 3 zijn op dezelfde manier opgebouwd. Elk niveau bevat volgende informatie: een omschrijving, gevolgd door ruimte voor de weging. Figuur 19 is een visuele weergave van deze informatie. Deze toepassingen per niveau krijgen in het instrument elk een kolom. De kolommen competentie, activiteit en criterium geven informatie over de competentie, de activiteit of het criterium. Concreet betekent dit dat je op elk niveau dezelfde informatie terugvindt. Je krijgt hierdoor de vrijheid om afhankelijk van de toepassing van het EBC instrument al dan niet te verfijnen naar een lager niveau. Wens je niet te verfijnen dat kan je het instrument gebruiken op bijvoorbeeld enkel het competentieniveau. De kolom weging geeft je als beoordelaar de mogelijkheid om één of meerdere competenties, activiteiten en/of criteria zwaarder te laten doorwegen dan de overige competenties/activiteiten/criteria. Bijvoorbeeld: De opleiding bestaat uit 10 competenties. Jij vindt als beoordelaar/opleider dat de leerling/werknemer zeker op 6 competenties een voldoende moet scoren. Je hebt de mogelijkheid om dit in de box te registreren zodat je dit niet steeds moet controleren. Je kan op de vier niveaus (groep competenties/cluster competenties/leerplandoelen activiteiten/leerinhouden criterium) verschillende wegingen instellen. Je hebt de keuze uit: weging 1, weging 2 en weging 3. Het programma past een standaardwaarden voor de standaardweging toe. Je kan deze waarden naar eigen wensen aanpassen HERCO-Handleiding [29]

30 Figuur 5: standaardweging WEGING 1 Door weging 1 aan te vinken verplicht je de leerling of werknemer om een voldoende te behalen op dit item (competentie, activiteit of criterium). Deze voldoende is een voorwaarde voor het verwerven van het hoger niveau. Bijvoorbeeld: Ik vink weging 1 aan op niveau activiteiten omdat ik vind dat de leerling(en) voor alle activiteiten een voldoende moeten halen om de bijhorende competentie te kunnen verwerven HERCO-Handleiding [30]

31 Figuur 6: voorbeeld weging 1 WEGING 2 Bij weging 2 kan je aangeven dat een leerling minimaal x-aantal keer een voldoende moet halen om dit item te verwerven. Bijvoorbeeld: Ik vink op niveau criterium weging 2 aan en ik geef de waarde 3 in omdat ik vind dat een leerling op alle criteria minimum 3 voldoendes moet halen HERCO-Handleiding [31]

32 Figuur 7: voorbeeld weging 2 WEGING 3 Bij weging 3 kan je procentueel aangeven hoeveel van de onderliggende activiteiten of criteria afgesloten moeten worden met een voldoende om de competentie of activiteit te verwerven. Bijvoorbeeld: op niveau competentie vink ik weging drie aan en geef ik de waarde 50 in omdat ik vind dat van alle onderliggende activiteiten de leerling minimum 50% met een voldoende moet afsluiten om eventueel deze competentie te verwerven HERCO-Handleiding [32]

33 Figuur 8: voorbeeld weging 3 Opmerking: je hebt de mogelijkheid om de wegingen te combineren. Alleen kan je op hetzelfde niveau weging 2 en weging 3 NIET combineren. Het programma laat dit niet toe. Bijvoorbeeld op competentieniveau wel weging 1 en weging 3 (50%) combineren. Dit betekent dat je aangeeft dat minimum 50% van de onderliggende activiteiten met een voldoende afgesloten moeten worden om de competenties te verwerven. Maar ook dat de leerling voor alle competenties een voldoende moet halen om de groep van competenties te verwerven HERCO-Handleiding [33]

34 Figuur 9: voorbeeld combinatie weging Opmerking: Het programma gaat de door jou ingestelde weging toepassen in de volledige map. Ook bij reeds uitgevoerde beoordelingen wordt de weging gewijzigd! Je kan naast deze instelling van de weging voor de gehele box ook voor iedere competentie (leerplandoel), activiteit (leerinhoud) of criterium de weging individueel aanpassen HERCO-Handleiding [34]

35 Figuur 10: overzicht weging Het kost me tijd om alle noodzakelijke gegevens in te geven. Maar op langere termijn bespaart de box me tijd omdat ik een database heb aan oefeningen, criteria, Het effectief beoordelen verloopt sneller en ik kan makkelijker remediëren. Manu Vanhoof, leerkracht beroepsopleidingen bouw Provinciaal Instituut Lommel Centrum Leren en Werken B. Praktische instructie EBC-box We hebben instructies geschreven wat je begeleid bij het gebruik van de box. Naast deze instructies kan je de box invullen door gebruik te maken van de wizard. De instructiefiches bestaan uit 10 fases. Elke fase bestaat uit een aantal stappen die je doorloopt. Je vindt de instructiefiches als bijlage 5. FASE FASE 1 FASE 2 FASE 3 OMSCHRIJVING Document aanmaken Begeleiders aanmaken Competenties en activiteiten ingeven 5190-HERCO-Handleiding [35]

36 FASE 4 FASE 5 FASE 6 FASE 7 FASE 8 FASE 9 FASE X DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 Invoeren van competenties en activiteiten Aanpassen van gegevens Wisselen van gegevens Opdrachten of assessments opstellen Mogelijkheid om een bestaande opdracht te wijzigen DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 Gegevens van een opdracht Structuur van de opdracht bepalen Nieuw criterium toevoegen Leerlingen invoegen Het vastleggen van de weging DEEL 1 DEEL 2 Het instellen van de weging Het wijzigen van de weging Beoordelingen ingeven Rapportering Importeren - exporteren DEEL 1 DEEL 2 Importeren Exporteren Het is niet noodzakelijk dat je de wizard blijft gebruiken. In een latere fase kan je gebruik maken van de knoppen in de knoppenbalk ESF. Figuur 11: knoppenbalk 5190-HERCO-Handleiding [36]

37 C. Rapportering De instrumenten helpen ons bij het overzichtelijk beoordelen van de beroepsspecifieke competenties op de werkvloer. Eric Aegden, verantwoordelijke voor begeleiding en inschakeling Noord-Limburgs Open Atelier vzw Je hebt de keuze uit verschillende mogelijkheden van rapportering. 1. Competentiepas Met de competentiepas kan je voor de geselecteerde leerlingen of werknemers een overzicht genereren van de verworven competenties. De leerling/werknemer heeft zo een overzicht van welke competenties hij beheerst. Figuur 12: voorbeeld competentiepas 5190-HERCO-Handleiding [37]

38 2. Evaluatieplan Het evaluatieplan is een overzicht van de competenties/leerdoelen, activiteiten/leerinhouden, criteria en indicatoren op de verschillende niveaus voor een bepaalden opdracht of assessment. Je kan bijvoorbeeld dit formulier afdrukken en meenemen naar je beoordeling. Figuur 13: voorbeeld evaluatieplan 5190-HERCO-Handleiding [38]

39 3. Rapport Je kan voor elke leerling/werknemer of voor meerdere leerlingen/werknemer s een rapport samenstellen. Je kan bijvoorbeeld dit rapport gebruiken om zijn vorderingen te bespreken of de leerling/werknemer kan dit rapport gebruiken om zijn persoonlijk ontwikkelingsplan aan te passen. Figuur 14: voorbeeld rapport 5190-HERCO-Handleiding [39]

40 4. Samenvatting voor rapport De samenvatting voor rapport geeft je een overzicht in cijfers van: het aantal competenties/leerplandoelen, het aantal ingeoefende competenties/leerplandoelen, het aantal verworven competenties/leerplandoelen, het aantal activiteiten/leerinhouden, het aantal ingeoefende activiteiten/leerinhouden, hat aantal verworven activiteiten/leerinhouden. Figuur 15: voorbeeld samenvatting D. Importeren exporteren We hebben tijdens het project verschillende versies van de box zien passeren. Dit heeft er ons toe aangezet om twee extra knoppen te voorzien. Een knop waarmee je oude gegevens eenvoudig kan overzetten naar een nieuwe box. Ook het je de mogelijkheid om het tabblad van een leerling of werknemer te exporteren zodat je dit individueel kan bewaren HERCO-Handleiding [40]

41 VI. Implementatie A. 7E-model Tot slot willen we aandacht besteden aan de implementatie van de box in je organisatie. Competentiegericht opleiden en competentiegericht beoordelen hebben een grote invloed op de inhoud en de organisatie van vorming. De integratie in het beleid en erover communiceren is niet altijd gemakkelijk. Dit hebben we binnen het project ondervonden. Een manier om hieraan tegemoet te komen is door gebruik te maken van de 7 hefbomen uit het 7E-model. Door ze te combineren kan je mensen met meer succes aanzetten om hun gedrag in de gewenste richting te wijzigen. enlighten enthuse encourage exemplify enable engage experience informeer Hoe kun je je doelgroep informatie geven? Welke kennis hebben ze nodig? enthousiasmeer Hoe kun je je doelpubliek enthousiast maken? Welk verwachtingsvol en haalbaar handelingsperspectief bied je aan? beloon Hoe kun je de doelgroep belonen zodat het gewenste gedrag tonen? geef het goede voorbeeld Welke goede voorbeelden zijn er? faciliteer Welke middelen zijn er nodig voor de begeleiding? betrek Welke rolmodellen zijn er? ervaar Hoe geef je positieve feedback als de doelgroep het goede gedrag vertoont? 5190-HERCO-Handleiding [41]

42 B. Handelingsplan Naast dit 7E-model kan je ook een handelingsplan ontwikkelen dat een aantal acties omvat die de institutionalisering van deze vernieuwing faciliteren. Je kan deze acties groeperen in drie subprocessen zodat het begrijpelijk wordt voor de betrokkenen: 1. Initiatie: het proces dat leidt tot het besluit om de innovatie in te voeren. 2. Implementatie: het in praktijk brengen van de innovatie. 3. Institutionalisering: de innovatie wordt opgenomen in de dagelijkse praktijk. Structuur handelingsplan 1. Initiatie: het proces dat leidt tot het besluit om de innovatie in te voeren. 2. Implementatie: het in praktijk brengen van de innovatie. 3. Institutionalisering: de innovatie wordt opgenomen in de dagelijkse praktijk. Er zijn een aantal factoren die de wijze van het initiatieproces positief beïnvloeden. INITIATIE Factoren die de wijze van het initiatieproces positief beïnvloeden: urgentie, druk vanuit de overheid. Het beschikbaar stellen van extra faciliteiten en middelen. (Externe) ondersteuners die de innovaties begrijpen en steunen. Vijf kenmerken van de innovatie: 1. relatief voordeel, 2. compatibiliteit, 3. complexiteit, 4. deelbaarheid en 5. zichtbaarheid. Er zijn een aantal factoren die de implementatie positief beïnvloeden. IMPLEMENTATIE De organisatiecultuur is een dynamisch begrip die vanuit de innovatie bevestigd, versterkt of veranderd zal worden. Factoren die de het implementatieproces positief beïnvloeden: 5190-HERCO-Handleiding [42]

43 Communicatie: openheid, tijd nemen om standpunten te begrijpen, luisteren en feedback geven Practice what you preach : de verhouding van verandering moet passen bij wat de betrokkenen aankunnen en het proces staat centraal en niet het einddoel op zich. Rekening houden met weerstand. De leerstrategie is effectief bij het overwinnen van individuele weerstand omdat het de mensen betrekt bij de verandering. Positieve en duidelijke feedback. Het leerproces positief beïnvloeden: o heldere planning, o vormen van beloningen en o rekening houden met een implementatiedip. Er zijn een aantal factoren die de institutionalisering positief beïnvloeden. INSTITUTIONALISERING Oog hebben voor: informatie, communicatie, participatie, opleiding, feedback en waardering. Een brede invoering in de organisatie. Controle van het gebruik van de innovatie. Blijvende ondersteuning bieden. Stimuleren van teamwerking (indien mogelijk): o Individuele bijdragen zichtbaar maken. o Elk lid vervult een specifieke eigen rol in de groep. o Het stellen van waardevolle, gemeenschappelijke doelen. o Teamprestaties belonen. o Ruimte geven voor het ontwikkelen van eigen doelen en een eigen agenda. o Zorg voor overlegmomenten. o Zorg voor een band met het middenkader en de strategische top. o Feedback op individueel en collectief vlak. o Zorg voor een professionele vergadercultuur. Voor meer informatie verwijzen we naar het verantwoordingsdocument hoofdstuk VI Implementatie, deel B Handelingsplan. In bijlage 6 vind je de drie subprocessen met een aantal mogelijke acties HERCO-Handleiding [43]

44 VII. Bijlage A. Bijlage 1: Begrippenlijst begrip - concept omschrijving Activiteit Assessment assessmentprogramma s Beoordelen Beoordelingsproces co-assessment Competentie competentieassessment of competentiegericht assessment complexiteit 5190-HERCO-Handleiding Afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een competentie. Een assessment is een procedure waarbij op basis van (één of) meerdere metingen van specifieke prestaties een waarderend oordeel wordt uitgesproken. Dit oordeel kan aan de basis liggen van een beslissing. Een assessment stelt vast wat een leerling kan en er wordt nagegaan wat de sterke en zwakke kanten zijn in zijn functioneren. Een combinatie van traditionele (bijvoorbeeld meerkeuzevraag) en nieuwe assessmentmethodes (bijvoorbeeld portfolio) die bewust samengesteld worden naar gelang de educatieve setting en de competenties die beoordeeld moeten worden. Deze assessments kunnen formatief of summatief zijn omdat het assessmentprogramma wenselijke leerprocessen kan sturen en stimuleren. Een overkoepelende term. Het begrip omvat het gehele beoordelingsproces met assessment en traditionele toetsen. Elk beoordelingsproces is in essentie te herleiden tot een viertal fasen: doelbepaling, meten, cijfergeven en beslissen. Deze ontleding van het beoordelingsproces geldt voor alle beoordelingen met een summatief doel. Het samen effectief evalueren (beoordelaar en werknemer of leerkracht en leerlingen). De uiteindelijke beslissing blijft in de handen van de beoordelaar/leerkracht. Een competentie vormt een geïntegreerde basis van kennis, vaardigheden en attitudes noodzakelijk voor het uitvoeren van een beroepstaak in een dynamische beroepscontext met als resultaat een gedrag dat voldoet aan gewenste resultaten (13). Competentieassessment omvat alle methodes die gebruikt kunnen worden om de competentie van een lerende te bepalen en te evalueren, inclusief traditionele tests, nieuwe assessmentmethodes ontwikkeld vanuit de assessmentcultuur en summatieve en formatieve assessments. Verwijst naar de aard van het werk, de aard van de vakkennis, de vaardigheden en de context waarbinnen handelingen uitgevoerd [44]

45 worden. Context criterium EBC eindtermen EVC formatieve beoordeling/ formatieve assessment gedrag indicator leerplan leerplandoelen meerkeuzevraag normeren ontwikkelingsdoelen piramide van Miller 5190-HERCO-Handleiding De werkomgeving en plaats waar de beroepsbeoefenaar zijn werkzaamheden uitvoert. Op basis van het criterium kan bepaald worden of een bepaald vooropgesteld doel bereikt is. Evalueren van Beroepsspecifieke Competenties Minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid als noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Erkennen van Verworven Competenties Assessment voor het leren. Het verzamelen van informatie om te bepalen waar de leerling staat in zijn leerproces, waar hij naar toe moet werken en op welke manier. Beschrijving hoe men kan zien dat een beginnend beroepsbeoefenaar de competentie succesvol inzet om bij te dragen aan het gewenste resultaat. Een beschrijving van de verschillende niveaus bij de vooropgestelde criteria (van een competentie/activiteit). Kenmerken: observeerbaar en meetbaar heldere en eenduidige formulering ontwikkelingsgericht zijn een voorbeeld geven van gewenst gedrag het taalgebruik moet voor leerlingen begrijpelijk zijn (KISS= keep it smart and simple) Een leerplan omschrijft de leerdoelen en eindtermen die een leerling voor een bepaald vak of opleiding moet behalen. Een leerplan wordt opgesteld door de koepels van de inrichtende machten en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de onderwijsinspectie. Doelen door de leerplancommissie opgenomen in het leerplan. Op een vraag of een probleem worden antwoordmogelijkheden gegeven waaruit een leerling kan kiezen. Normeren is het relateren van een score aan een criterium. Bij absoluut normeren wordt de score vergeleken met een vast criterium, bijvoorbeeld de maximaal te behalen punten. Zijn doelen waarvan de overheid het nastreven ervan voorop stelt. De piramide is horizontaal verdeeld in vier lagen die de complexiteit van een competentie uitbeelden, oplopend van relatief eenvoudig [45]

46 tot complex. Iedere laag symboliseert een niveau van competentie: weten, toepassen, demonstreren en doen. resultaat self-assessment simulatie specifieke eindtermen summatieve beoordeling / assessment vaardigheid vakkennis 360 gradenfeedback De opbrengst of uitkomst van de activiteit. De leerling/werknemer evalueert zijn eigen werk aan de hand van vooropgestelde criteria. Het nabootsen van een specifieke, reële arbeidssituatie Eindtermen ontwikkeld door de overheid voor het specifiek gedeelte van een studierichting. Het zijn minimumdoelen op vlak van vaardigheden, kennis, inzichten en attitudes waarover een leerling moet beschikken om vervolgonderwijs aan te vatten. Assessment van het leren. Een oordeel uitspreken over de kennis en vaardigheden van een leerling of werknemer. Deze vorm van beoordelen ligt aan de basis van een beslissing. Het belangrijkste doel van summatieve assessments is meten. Het kunnen toepassen van de vakkennis in een bepaalde beroepscontext. Reproductie van of inzicht in theorieën, principes, concepten. Gestructureerd verzamelen en verwerken van informatie over de leerling/werknemer vanuit meerdere invalshoeken HERCO-Handleiding [46]

47 B. Bijlage 2: Kwaliteitschecklists 1. Assessmentopdracht criterium Is de assessmentopdracht relevant? Is de assessmentopdracht objectief? Is de assessmentopdracht efficiënt? Heeft de assessmentopdracht een gepaste moeilijkheid? omschrijving De mate waarin de opdracht een directe relatie heeft met het (leer)doel. De score van de opdracht is onafhankelijk van degene die de beoordeling uitvoert. Uit verschillende soorten opdrachten die in alle opzichten gelijkwaardig zijn, verdient de opdracht dat het minste tijd kost in termen van afname en correctie de voorkeur. De moeilijkheidsgraad van een opdracht moet aanvaardbaar zijn, volgens het niveau van de leerlingen/werknemers HERCO-Handleiding [47]

48 2. Assessment criterium Is het assessment valide? Is het assessment betrouwbaar? omschrijving De betekenis, de bruikbaarheid en de juistheid van de conclusies die uit de assessmentresultaten worden getrokken. Het vertrouwen in het assessment als meting, ongeacht de inhoud. Is het assessment objectief? Is de assessmentuitkomst onafhankelijk van storende invloeden van beoordelaars? Is het assessment transparant? Is het assessment genormeerd? Leerlingen/werknemers beschikken over alle nodige informatie om de best denkbare voorbereidings- en antwoordstrategie op te stellen. Het doel van de normering is het kunnen hard maken van beslissingen waarbij de relevantie van het assessment van belang is HERCO-Handleiding [48]

49 C. Bijlage 3: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT) in het beroepsgericht onderwijs Schema van de vier kwaliteitscategorieën, met de twaalf kwaliteitscriteria, waarbij elk criterium is voorzien van een aantal indicatoren. Ontleend aan KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT) in het beroepsgericht onderwijs, door L.K.J. Baartman en R. T. H.M. Kloppenburg, 2013, Hogeschool Utrecht. Kwaliteitscategorie Kwaliteitscriteria Indicatoren VALIDITEIT BETROUWBAARHEID Operationalisatie= Het toetsprogramma is op een duidelijke en juiste wijze afgeleid van de opleidingskwalificaties. Dekking = De inhoud van het toetsprogramma is een goede afspiegeling van de opleidingskwalificaties en aspecten daarvan. Complexiteit = Het toetsprogramma is van het juiste niveau, passend bij de fase van de opleiding. Vorm = De toetsvormen in het toetsprogramma passen bij de te beoordelen inhoud. Vergelijkbaarheid = De toetsen in het toetsprogramma zijn zoveel mogelijk vergelijkbaar om een betrouwbaar oordeel te kunnen vellen. 1. Het kwalificatiedossier is helder omschreven, uitgewerkt en afgebakend. 2. Het kwalificatiedossier is duidelijk uitgewerkt in het examenplan en examenprogramma van de opleiding. 3. De beoordelingscriteria in de exameninstrumenten zijn gebaseerd op de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier. 1. Alle kerntaken en werkprocessen worden beoordeeld in het examenprogramma. 2. Het examenprogramma bevat een evenwichtige verdeling van kennis, (beroeps)vaardigheden en professionele houding. 3. In het examenprogramma wordt het integratief inzetten van kennis, vaardigheden en houding in beroepssituaties beoordeeld. 1. De normering in het examenprogramma sluit aan bij het vereiste beheersingsniveau (complexiteit, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid). 2. Alle kerntaken en werkprocessen moeten met een voldoende worden afgerond (dus niet compenseren). 3. Het examenprogramma sluit aan bij de eerdere toetsen in de opleiding, qua opbouw in complexiteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de student. 1. In het examenprogramma is voldoende variatie in examenvormen (= de methodemix). 2. De examenvormen passen bij de te beoordelen werkprocessen van het kwalificatiedossier. 3. De examenvormen passen bij de verdeling tussen kennis, vaardigheden en houdingen in het kwalificatiedossier. 1. Voor alle examens zijn de beoordelingscriteria en de normering vastgelegd en deze zijn voor alle studenten gelijk. 2. Voor alle examens geldt dat de verschillende beoordelaars de beoordelingscriteria en normering op gelijke wijze hanteren. 3. Voor alle examens geldt dat de beoordelaars zich niet laten beïnvloeden door irrelevante kenmerken van studenten. 4. De examenomstandigheden zowel binnenschools als buitenschools zijn voor alle studenten vergelijkbaar qua ondersteuning en complexiteit van omstandigheden. 5. De examenresultaten worden geanalyseerd op mogelijke ongewenste afwijkingen tussen verschillende beoordelaars en indien nodig wordt actie ondernomen om dit te verminderen HERCO-Handleiding [49]

50 Kwaliteitscategorie Kwaliteitscriteria Indicatoren BETROUWBAARHEID FUNCTIES CONDITIES 5190-HERCO-Handleiding Triangulatie = Het creëren van rijkheid van informatie om een betrouwbaar (integraal) oordeel te kunnen vellen. Dit gebeurt ten eerste door gevarieerde en rijke informatie te verzamelen over de student. Ten tweede gebeurt dit door een toetsoverstijgend (integraal) eindoordeel te vellen op basis van deze informatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bindend studieadvies of een portfoliogesprek. Selectie = Op basis van het toetsprogramma kunnen goede en slechte studenten worden onderscheiden en geselecteerd. Leereffect = Het effect van de toetsen in het toetsprogramma op het leerproces van de student. Het gaat hierbij zowel om de voorbereiding richting de toetsen, het leren van de toets zelf (tijdens de toetsen) en de feedback die de toetsen opleveren om weer verder te leren. Onderwijseffect = Het effect van het toetsprogramma op het onderwijs. Transparantie = De duidelijkheid en begrijpelijkheid van de toetsen in het toetsprogramma. Oordeelkundigheid = De beoordelaars moeten beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de toetsinhoud, de manier van toetsen en het geven van feedback. 1. Voor elke kerntaak wordt rijke informatie over het eindniveau van de student verzameld door verschillende examenvormen en/of verschillende soorten bewijzen (= de methodemix per kerntaak). 2. Voor elke kerntaak wordt rijke informatie over het eindniveau van de student verzameld door te examineren in verschillende contexten (binnenschools / buitenschools). 3. Voor elke kerntaak wordt rijke informatie over het eindniveau van de student verzameld door inbreng van meerdere, verschillende beoordelaars (docenten / praktijkopleiders). 4. Bij examenmomenten waarbij veel op het spel staat (bijvoorbeeld de proeve van bekwaamheid) worden twee of meer beoordelaars betrokken. 5. Deze beoordelaars overleggen om tot een eindoordeel te komen en hebben elk een volwaardige inbreng in het oordeel. 1. Op basis van voortgangsmetingen wordt tijdens de opleiding een onderscheid gemaakt tussen studenten die wel/niet in staat zijn de opleiding te vervolgen. 2. Het examenprogramma maakt een helder onderscheid tussen studenten die wel/niet geschikt zijn voor de uitoefening van het beroep. 3. Op basis van het examenprogramma kunnen excellente prestaties van studenten worden vastgesteld.. 1. De combinatie van examens stimuleert de gewenste leerprocessen in het onderwijs. 2. In het onderwijs worden studenten goed voorbereid op het niveau van het examenprogramma. 3. In het onderwijs worden studenten goed voorbereid op de examenvormen (denk aan oefenen met integrale opdrachten als voorbereiding op een proeve van bekwaamheid). 4. Studenten krijgen feedback op hun prestaties (met name bij herkansing). 1. De examens in het examenprogramma geven rijke informatie aan de docenten over de kwaliteit van het gegeven onderwijs. 2. Deze informatie wordt gebruikt om het onderwijs en de examinering te verbeteren. 1. De kerntaken en werkprocessen zijn bekend bij en herkenbaar voor studenten en beoordelaars. 2. De beoordelingscriteria en de normering zijn bekend bij en herkenbaar voor studenten en beoordelaars. 3. Voorafgaand aan alle examens wordt een duidelijke instructie gegeven aan studenten en beoordelaars. Zij weten op tijd wat er van hen wordt verwacht bij de verschillende examenvormen. 4. Voor studenten is inzichtelijk hoe het eindresultaat tot stand is gekomen. 1. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de exameninhoud, de beoordelingscriteria en de normering. 2. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de beroepspraktijk waarop de examinering van toepassing is. 3. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de verschillende examenvormen. 4. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over het terugkoppelen van het resultaat aan de studenten. 5. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over het evalueren van gegeven onderwijs op basis van de examenresultaten. 6. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over wettelijke en ethische aspecten van het beoordelen van studenten (denk aan: geen tips geven, mogelijke fraude). [50]

51 Kwaliteitscategorie Kwaliteitscriteria Indicatoren Organisatie = Het toetsprogramma is efficiënt en effectief georganiseerd. 1. Het examenprogramma is in overeenstemming met de beschikbare tijd en kosten voor ontwikkeling en uitvoering van de examens. 2. Studenten hebben voldoende tijd voor het uitvoeren van de examens. 3. De aan de docent toegekende tijd om tot een zorgvuldige beoordeling te komen is voldoende. 4. De examenresultaten worden binnen de vastgestelde termijn bekend gemaakt. 5. Er zijn voldoende herkansingsmogelijkheden / examengelegenheden voor studenten. 6. De opleiding beschikt over een klachtenprocedure die bekend is gemaakt bij docenten en studenten. 7. De voor de examinering vereiste voorzieningen zijn in voldoende mate aanwezig HERCO-Handleiding [51]

52 D. Bijlage 4: Referentiekaders voor competentiegericht opleiden 1. Referentiekaders: schematische weergave van de criteria [52]

53 criterium 2. Enkele concrete voorbeelden van de competentiegerichte leerlijn van de beroepsopleiding Onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal volgens referentiekader A Competentie: De onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal onderhoudt de sportinfrastructuur Activiteit Kleine onderhoudswerken aan het sanitair uitvoeren: afvoerbuizen ontstoppen fase Complexiteit van de benodigde kennis en vaardigheden Complexiteit van de context - kennis van regels voor het hanteren van chemische reinigingsmiddelen - het kunnen toepassen van de regels en de procedures om de werkplek schoon te houden door o.a. het sorteren van afval volgens de richtlijnen het ontstoppen van afvoerbuizen: wc, lavabo, douche - gebruik van chemische reinigingsmiddelen - kennis van veiligheidsvoorschriften om op hoogte te werken - kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger - kennis van de veilige (de)montage en ombouw van de steiger - kennis van de voorwaarden om een steiger te betreden - het kunnen monteren en demonteren van steigers volgens instructies - het kunnen gebruiken van ladders en steigers volgens de veiligheidsregels - kennis van handgereedschap het ontstoppen van dakgoten: - monteren en demonteren van steigers - op hoogte werken: gebruiken van ladders en steigers 5190-HERCO-Handleiding [53]

54 criterium Competentie: De onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal onderhoudt de sportinfrastructuur activiteit Eenvoudige werkzaamheden m.b.t. elektriciteit uitvoeren: kleine elektriciteitspannes opzoeken fase Complexiteit van de benodigde kennis en vaardigheden Complexiteit van de context - kennis van grenzen van bevoegdheden (BA4/BA5) - kennis van risico s van elektriciteit - kennis van meetgereedschap - kennis van visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten - het kunnen lokaliseren van storingen door het combineren van informatie - het kunnen gebruiken van geschikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap - controle van de situatie - het kunnen gebruiken van gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen [54]

55 Criterium 3. Enkele voorbeelden van de competentiegerichte leerlijn van de beroepsopleiding Onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal volgens referentiekader B Competentie: De onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal onderhoudt de sportinfrastructuur Activiteit Kleine onderhoudswerken aan het sanitair uitvoeren : waterkranen onderhouden Fase 1 Voorkennis ll Omschrijving leersituatie Activiteiten Beroepssituatie De leerling bezit geen kennis en vaardigheden om waterkranen te onderhouden. Kennis *De leerling weet wat er bedoeld wordt met een hoofdkraan. *De leerling maakt kennis met de verschillende onderdelen van een waterkraan. Cursus Kleine onderhoudswerken aan het sanitair uitvoeren Vaardigheden en attitudes De leerling kan onder begeleiding: m.b.v. gegeven handgereedschap een eenvoudig opgegeven stappenplan uitvoeren. Didactische stand Voorbereidende fase: - klaslokaal en praktijkruimte - cursus - basis gereedschappen De leerling bezit een beperkte kennis en vaardigheden om een eenvoudige opdracht onder begeleiding uit te voeren. Kennis *De leerling kan de functie van de hoofdkraan omschrijven. *De leerling kan de verschillende onderdelen van een kraan benoemen en hun functie toelichten. *De leerling kan het nodige handgereedschap benoemen. Cursus Kleine onderhoudswerken aan het sanitair uitvoeren Vaardigheden en attitudes De leerling kan onder begeleiding: - het handgereedschap selecteren - een eenvoudig stappenplan uitvoeren - de watertoevoer afsluiten Didactische stand Trainingsfase: - klaslokaal en praktijkruimte - cursus - stappenplannen - basis gereedschappen [55] De leerling bezit voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig een opdracht in een voorgestructureerde, concrete situatie uit te voeren. Vaardigheden Kennis en attitudes *De leerling kan de functie van de hoofdkraan omschrijven. *De leerling kan de verschillende onderdelen van een kraan benoemen en hun functie toelichten. *De leerling kan het nodige handgereedscha p benoemen. De leerling kan zelfstandig in een voorgestructureerde concrete situatie: - het handgereedschap selecteren - de watertoevoer afsluiten - een eenvoudig stappenplan selecteren en uitvoeren Cursus Kleine Simulatie onderhoudswerken aan het sanitair uitvoeren Simulatiefase: - realistische, gesimuleerde praktijksituatie - voorgestructureerde opdracht - beroepsrealistische materialen De leerling bezit voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig een opdracht in een complexe situatie uit te voeren. Kennis De nodige kennis is verworven. Vaardigheden en attitudes De leerling kan zelfstandig in een complexe situatie: - het handgereedschap selecteren - de watertoevoer afsluiten - een stappenplan samenstellen en uitvoeren Authentieke situatie Authentieke setting: - complexe praktijksituatie - authentieke opdrachten - beroepsrealistische materialen

56 Criterium Rol docent Competentieniveau Zelfbeoordeling De leerkracht: - neemt een sturende rol aan - draagt kennis over - toetst de kennis - leert leerling vaardigheden aan - ondersteunt de leerling actief - modelleert De leerling: - reproduceert de kennis en vaardigheden tijdens bijv. een kennistoets - luistert actief - oefent door te herhalen - leert uit het hoofd, bijv. stappenplan, handgereedschap De leerling doet aan zelfevaluatie m.b.v. een checklist waarbij hij de verschillende stappen van het proces afvinkt en het deelproduct of eindproduct beoordeelt aan de hand van specifieke vragen. De leerkracht: - toetst met behulp van praktijkopdrachten - stimuleert het toepassen van de kennis en vaardigheden - biedt ondersteuning afhankelijk van wat de leerling nodig heeft De leerling: - lost de opdracht op door kennis en/of vaardigheden toe te passen - kan onder begeleiding de beginsituatie inschatten: watertoevoer De leerling doet aan zelfevaluatie aan de hand van specifieke, open vragen. De leerling doet aan proces- en productevaluatie. De leerkracht: - waardeert adequaat gedrag in een gesimuleerde praktijksituatie - observeert en reflecteert op gedrag - beoordeelt competenties - organiseert oefensituaties - geeft leerlingen de ruimte om zelfstandig te werken - doet voorstellen voor een mogelijke aanpak van een probleem De leerling: - laat competent gedrag zien in een voorspelbare, praktische situatie - werkt aan zijn competentie/ werkproces/ doelstelling - toont initiatief - is verantwoordelijk voor zijn opdrachten - reflecteert op eigen gedrag en op het proces - kan zijn keuzes verantwoorden - kan de beginsituatie inschatten: watertoevoer De leerling voert een schriftelijke evaluatie uit van zijn proces en deelproduct of eindproduct. De leerkracht: - toetst adequaat gedrag en voert een reflectiegesprek - observeert en beoordeelt het gedrag in authentieke situaties - organiseert authentieke situaties - stimuleert zelfstandig werken - stimuleert initiatief nemen - betrekt externen bij de beoordeling De leerling: - is zelfredzaam in complexe of nieuwe situaties - kan op voldoende wijze omgaan met onverwachte situaties of dilemma s - kan de beginsituatie inschatten: watertoevoer De leerling voert een gesprek met de begeleider waarin hij zijn proces en product evalueert. De leerling beargumenteert zijn analyse. hij formuleert eventuele verbeteringen naar de toekomst toe. [56]

57 Criterium Op basis van gevolgde stappenplan en resultaat Op basis van het gekozen stappenplan en resultaat Op basis van de probleemanalyse, keuze van het stappenplan, het resultaat en de zelfreflectie op het resultaat Beoordeling op basis van: - probleemanalyse in een complexe, authentieke situatie - keuze van het stappenplan - het resultaat - reflectief gesprek Procesevaluatie Productevaluatie Procesevaluatie Productevaluatie Procesevaluatie Productevaluatie Procesevaluatie Productevaluatie Beoordeling Mate van zelfsturing *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitvoert. *De leerkracht evalueert het (deel)product en geeft feedback. *De leerkracht toetst via individuele opdrachten de kennis. De leerling: - imiteert de leerkracht - krijgt een instructie of een demonstratie - volgt de richtlijnen en stappenplannen van de leerkracht *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitvoert. *De leerkracht observeert en geeft feedback. *De leerkracht evalueert het (deel)product en geeft feedback. *De leerkracht toetst via individuele opdrachten de kennis. De leerling: - voert, onder begeleiding, de opdrachten uit - vraagt advies aan de leerkracht of een medeleerling - neemt een actieve rol in *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitvoert. *De leerkracht observeert en geeft feedback. *Externen geven feedback op het proces. *Peerassessment *De leerkracht evalueert het (deel)product en geeft feedback. *peerassessment van een (deel)product. De leerling: - voert de opdrachten in een voorgestructureerde, concrete situatie zelfstandig uit - ziet verbanden en kan ze uitleggen - neemt een actieve rol in *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitgevoerd heeft. *De leerkracht voert een reflectief gesprek met de leerling. *Externen geven feedback op het proces. *Peerassessment *De leerkracht evalueert het product en geeft een score (onvoldoende voldoende goed - zeer goed). *Externen geven feedback op het product. Peerassessment van het product De leerling: - voert de opdrachten in een complexe situatie zelfstandig uit - ziet verbanden en kan ze uitleggen - bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen - neemt een actieve rol in [57]

58 criterium Competentie: De onderhoudswerker sportinfrastructuur en materiaal onderhoudt de sportinfrastructuur Activiteit Eenvoudige werkzaamheden m.b.t. elektriciteit uitvoeren: kleine elektriciteitspannes opzoeken Fase 3 Voorkennis ll Omschrijving leersituatie De leerling bezit geen kennis en vaardigheden om kleine elektriciteitspannes op te zoeken. Kennis *De leerling kan de persoonlijke beschermingsmiddelen omschrijven. *De leerling maakt kennis met de risico s van elektriciteit. *De leerling maakt kennis met visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten. Vaardigheden en attitudes De leerling kan onder begeleiding in een eenvoudige, spanningloze proefopstelling met gegeven gereedschap een vooraf ingestelde storing detecteren. De leerling bezit een beperkte kennis en vaardigheden om een eenvoudige opdracht onder begeleiding uit te voeren. Kennis *De leerling kent de risico s van elektriciteit. *De leerling kan de functie van de meetgereedschap omschrijven. *De leerling kan visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten benoemen. *De leerling kan het nodige handgereedschap benoemen. *De leerling kan het nodige draagbaar elektrisch gereedschap benoemen. Vaardigheden en attitudes De leerling kan onder begeleiding: - in eenvoudige proefopstellingen op veilige spanning verschillende storingen detecteren - handgereedschap selecteren en gebruiken - het draagbaar elektrisch gereedschap gebruiken De leerling bezit voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig een opdracht in een voorgestructureerde, concrete situatie uit te voeren. Vaardigheden Kennis en attitudes *De leerling kan de verschillende visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten onderscheiden. De leerling kan zelfstandig in een voorgestructureerde concrete situatie: - het handgereedschap selecteren - het draagbaar elektrisch gereedschap gebruiken - met een meetinstrument een storing lokaliseren De leerling bezit voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig een opdracht in een complexe situatie uit te voeren. Kennis *De leerling weet wat de grenzen zijn van zijn bevoegdheid. Vaardigheden en attitudes De leerling kan zelfstandig in een complexe situatie: - het handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap selecteren - m.b.v. informatie storingen lokaliseren [58]

59 criterium Activiteiten Beroepssituatie Rol docent Competentieniveau Zelfbeoordeling Cursus Eenvoudige werkzaamheden m.b.t. elektriciteit uitvoeren Didactische stand: spanningsloos gedeelte Voorbereidende fase: - klaslokaal en praktijkruimte - cursus - basis gereedschappen De leerkracht: - neemt een sturende rol aan - draagt kennis over - toetst de kennis - leert leerling vaardigheden aan - ondersteunt de leerling actief - modelleert De leerling: - reproduceert de kennis en vaardigheden tijdens bijv. een kennistoets - luistert actief - oefent door te herhalen - leert uit het hoofd, bijv. stappenplan, handgereedschap De leerling doet aan zelfevaluatie m.b.v. een checklist waarbij hij de verschillende stappen van het proces afvinkt en het deelproduct of eindproduct beoordeelt aan de hand van specifieke vragen. Cursus Eenvoudige werkzaamheden m.b.t. elektriciteit uitvoeren Didactische stand: veilige gedeelte Trainingsfase: - klaslokaal en praktijkruimte - cursus - stappenplannen - basis gereedschappen De leerkracht: - toetst met behulp van praktijkopdrachten - stimuleert het toepassen van de kennis en vaardigheden - biedt ondersteuning afhankelijk van wat de leerling nodig heeft De leerling: - lost de opdracht op door kennis en/of vaardigheden toe te passen - past zijn kennis toe tijdens de praktijklessen - kan onder begeleiding een interventie veilig uitvoeren De leerling doet aan zelfevaluatie aan de hand van specifieke, open vragen. De leerling doet aan proces- en productevaluatie. Cursus Eenvoudige werkzaamheden m.b.t. elektriciteit uitvoeren Didactische stand: simulatie Simulatiefase: - realistische, gesimuleerde praktijksituatie - voorgestructureerde opdracht - beroepsrealistische materialen De leerkracht: - waardeert adequaat gedrag in een gesimuleerde praktijksituatie - observeert en reflecteert op gedrag - beoordeelt competenties - organiseert oefensituaties - geeft leerlingen de ruimte om zelfstandig te werken - doet voorstellen voor een mogelijke aanpak van een probleem De leerling: - laat competent gedrag zien in een voorspelbare, praktische situatie - werkt aan zijn competentie/werkproces/ doelstelling - toont initiatief - is verantwoordelijk voor zijn opdrachten - reflecteert op eigen gedrag en op het proces - kan zijn keuzes verantwoorden - kan zelfstandig een interventie uitvoeren De leerling voert een schriftelijke evaluatie uit van zijn proces en deelproduct of eindproduct. Cursus Eenvoudige werkzaamheden m.b.t. elektriciteit uitvoeren Authentieke situatie Authentieke setting: - complexe praktijksituatie - authentieke opdrachten - beroepsrealistische materialen De leerkracht: - toetst adequaat gedrag en voert een reflectiegesprek - observeert en beoordeelt van het gedrag in authentieke situaties - organiseert authentieke situaties - stimuleert zelfstandig werken - stimuleert initiatief nemen - betrekt externen bij de beoordeling De leerling: - is zelfredzaam in complexe of nieuwe situaties - kan op voldoende wijze omgaan met onverwachte situaties of dilemma s - heeft oog voor de veiligheid De leerling voert een gesprek met de begeleider waarin hij zijn proces en product evalueert. De leerling beargumenteert zijn analyse, hij formuleert eventuele verbeteringen naar de toekomst toe. [59]

60 criterium Op basis van gevolgde stappenplan en resultaat Op basis van het gekozen stappenplan en resultaat Op basis van de probleemanalyse, keuze van het stappenplan, het resultaat en de zelfreflectie op het resultaat Beoordeling op basis van: - probleemanalyse in een complexe, authentieke situatie - keuze van het stappenplan - het resultaat - reflectief gesprek Procesevaluatie Productevaluatie Procesevaluatie Productevaluatie Procesevaluatie Productevaluatie Procesevaluatie Productevaluatie Beoordeling Mate van zelfsturing *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitvoert. *De leerkracht evalueert het (deel)product en geeft feedback. *De leerkracht toetst via individuele opdrachten de kennis. De leerling: - imiteert de leerkracht - krijgt een instructie of een demonstratie - volgt de richtlijnen en stappenplannen van de leerkracht *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitvoert. *De leerkracht observeert en geeft feedback. *De leerkracht evalueert het (deel)product en geeft feedback. *De leerkracht toetst via individuele opdrachten de kennis. De leerling: - voert, onder begeleiding, de opdrachten uit - vraagt advies aan de leerkracht of een medeleerling - neemt een actieve rol in *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitvoert. *De leerkracht observeert en geeft feedback. *Externen geven feedback op het proces. *Peerassessment *De leerkracht evalueert het (deel)product en geeft feedback. *Peerassessment van een (deel)product. De leerling: - voert de opdrachten in een voorgestructureerde, concrete situatie zelfstandig uit - ziet verbanden en kan ze uitleggen - actieve rol *De leerkracht past scaffolding toe. *De leerkracht evalueert of de leerling de juiste mechanischfysische handelingen uitgevoerd heeft. *De leerkracht voert een reflectief gesprek met de leerling. *Externen geven feedback op het proces. *Peerassessment *De leerkracht evalueert het product en geeft een score (onvoldoende voldoende goed zeer goed). *Externen geven feedback op het product. *Peerassessment van het product. De leerling: - voert de opdrachten in een complexe situatie zelfstandig uit - ziet verbanden en kan ze uitleggen - bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen - actieve rol [60]

61 E. Bijlage 5: Instructiefiches FASE FASE 1 FASE 2 FASE 3 FASE 4 FASE 5 FASE 6 FASE 7 FASE 8 FASE 9 FASE X OMSCHRIJVING Document aanmaken Begeleiders aanmaken Competenties en activiteiten ingeven DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 Invoeren van competenties en activiteiten Aanpassen van gegevens Wisselen van gegevens Opdrachten of assessments opstellen Mogelijkheid om een bestaande opdracht te wijzigen DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 Gegevens van een opdracht Structuur van de opdracht bepalen Nieuw criterium toevoegen Leerlingen invoegen Het vastleggen van de weging DEEL 1 DEEL 2 Het instellen van de weging Het wijzigen van de weging Beoordelingen ingeven Rapportering Importeren - exporteren DEEL 1 DEEL 2 Importeren Exporteren 5190-HERCO-Handleiding [61]

62 FASE 1: DOCUMENT AANMAKEN Stap 1: open het document EBC-box-blanco.xlsm. Stap 2: sla het document op met een nieuwe benaming. Bijvoorbeeld: metselaar-basistechnieken metselwerk Opmerking: zorg ervoor dat de macro s steeds ingeschakeld zijn. Stap 3: klik op WIZARD uiterst links in de knoppenbalk, bovenaan je scherm. Stap 4: vul de naam van de opleiding in. Voorbeeld: Opleiding operator Module oriëntatie Stap 5: klik op de knop BOX AANMAKEN. [62]

63 FASE 2: BEGELEIDER AANMAKEN Stap 1: klik op BEGELEIDERS AANMAKEN (knop onder START). Stap 2: klik vervolgens op BEGELEIDERS TOEVOEGEN. Stap 3: klik op de knop NIEUW om de naam van de begeleider in te geven. Voorbeeld: Jan Jansen Met de knop WIJZIGEN, kan je de naam van de begeleider wijzigen. Klik de begeleider aan die je wil wijzigen. Vervolgens klik je op WIJZIGEN. Bevestig dat je de naam van deze begeleider wil wijzigen (klik op OK). Wijzig de naam van de begeleider. [63]

64 [64]

65 FASE 3: COMPETENTIES EN ACTIVITEITEN INGEVEN DEEL 1: INVOEREN VAN DE COMPETENTIES EN ACTIVITEITEN Stap 1: klik op COMPETENTIES INVOEREN of VOLGENDE STAP. Stap 2: klik op COMPETENTIES EN ACTIVITEITEN. Stap 3: klik op NIEUWE TOEVOEGEN. [65]

66 Stap 4: geef de volgende gegevens in: code, niveau, tekst. CODE Je moet de competentie of activiteit een code geven. Hoe je codeert, is een vrije keuze. Voorbeelden Leerplan Bij het gebruik van het leerplan Project Algemene Vakken 2 e graad worden de leerplandoelen gecodeerd met 2LP1, 2LP2, 2LP1 = 2 e graad leerplandoel nummer 1 = de leerlingen kunnen informatief lezen. De leerinhouden worden met letters aangeduid, bijvoorbeeld de leerinhouden van leerplandoel 1 zijn: [66]

67 2LP1A = informatieve schriftelijke tekstsoorten 2LP1B = prescriptieve schriftelijke tekstsoorten 2LP1C = persuasieve schriftelijke tekstsoorten Opleidingenstructuur In de beroepsopleiding bromfietsmecanicien begint de code van de competentie met twee of drie letters die verwijzen naar de competentie. Bijvoorbeeld: Veilig, hygiënisch en milieubewust werken conform welzijn op het werk en geldende regelgevingen = VHM. De onderliggende activiteiten krijgen dezelfde code aangevuld met een punt en een cijfer, bijvoorbeeld: ergonomisch werken = VHM.6 NIVEAU Je hebt de keuze uit: stam (dit is een groep van competenties bijvoorbeeld generiek of beroepsspecifiek of een cluster van leerplandoelen bijvoorbeeld leesvaardigheid), competentie/leerplandoel, activiteit/leerplaninhoud, criterium. TEKST Vul de naam van de competentie/leerplandoel, activiteit/leerplaninhoud, criterium in; afhankelijk van het niveau dat je in de voorgaande stap hebt gekozen. [67]

68 Stap 5: vink rechts in de kolom aan waar deze competentie/leerplandoel, activiteit/leerplaninhoud of criterium in de boomstructuur geplaatst zal worden. Het is steeds na het geselecteerde item. Indien je geen positie aanvinkt, krijg je een waarschuwing. [68]

69 Stap 6: geef de beoordelingsniveaus in. Standaard staat dit op 0: geen schaal. Dit is zo voor de competenties en activiteiten. Voor het criteriumniveau staat het aantal beoordelingsniveaus standaard op 2 (bijvoorbeeld voldoende en onvoldoende). Je hebt de mogelijkheid om maximum vier niveaus te gebruiken (bijvoorbeeld: zeer goed, goed, voldoende, onvoldoende (of ++, +, 0, -). Je kan deze niveaus zelf benoemen, begin steeds met het laagste niveau. Bijvoorbeeld: niveau 1: onvoldoende niveau 2: voldoende of laagste niveau Je hebt de mogelijkheid om aan te vinken of je het aantal beoordelingsniveaus met omschrijving wenst te behouden bij het ingeven van volgende competenties (of activiteiten of criteria). Als je later een nieuwe competentie, activiteit of een nieuw criterium invoegt dan zal de omschrijving verschijnen. Je moet deze dan niet meer intypen. [69]

70 Stap 7: klik voor toepassing op de knop INVOEGEN. Opmerkingen: *Blijf deze stappen vanaf stap 3 herhalen tot je de competenties en activiteiten hebt ingegeven. Je kan deze lijst ook in een latere fase nog verder aanvullen. *Denk voor dat je begint, goed over de structuur na. Wanneer je eenmaal begonnen bent met het ingeven van de boomstructuur is het moeilijk om nog grote wijzigingen aan te brengen (enkel via aanpassen gegevens, fase 3 deel 2). *Er is de mogelijkheid om binnen deze fase de criteria te benoemen. We kiezen ervoor om dit vanuit de opdrachten opstellen te doen. [70]

71 FASE 3: COMPETENTIES EN ACTIVITEITEN INGEVEN DEEL 2: AANPASSEN VAN GEGEVENS Stap 1: Klik op AANPASSEN. Opmerking: je krijgt de volgende melding. Deze knop is enkel bedoeld om eventuele typefouten te verbeteren. Het is niet de bedoeling om de inhoud te wijzigen. Zeker als je bijvoorbeeld het criterium al gebruikt hebt bij een beoordeling. Als je de inhoud toch zou wijzigen dan wijzigt dit ook in jouw beoordeling en is je beoordeling niet meer valide! [71]

72 Stap 2: Klik vervolgens rechts aan wat je wil wijzigen en wijzig vervolgens in de vakken links de gegevens die je wil veranderen. Stap 3: bevestig door te klikken op INVOEGEN. Met de knop ANNULEREN, kan je je bewerkingen stoppen. Met de knop AFSLUITEN, sluit je het venster. [72]

73 FASE 3: COMPETENTIES EN ACTIVITEITEN INGEVEN DEEL 3: WISSELEN VAN GEGEVENS Competenties kunnen van plaats gewisseld worden. Dit is enkel mogelijk door middel van de knop in de knoppenbalk. Stap 1: Klik op de knop WISSELEN in de knopenbalk. Je kunt kiezen uit volgende mogelijkheden: 1. wisselen 2. omlaag verplaatsen 3. omhoog verplaatsen 1. Wisselen Stap 2: Kies 2 competenties/leerplandoelen, activiteiten/leerinhouden en/of criteria die je van plaats wil laten wisselen. Opmerking: Indien je meer dan 2 competenties/leerplandoelen, activiteiten/leerinhouden of criteria aanduidt, neemt het programma de 2 bovenste items die je in de boomstructuur hebt aangeduid. [73]

74 Stap 3: Klik vervolgens op de knop WISSELEN. Stap 4: Sluit door middel van het kruisje bovenaan. 2. Omhoog verplaatsen Stap 2: kies een competentie/leerplandoel, activiteit/leerinhoud of criterium. Opmerking: Indien je meer dan 1 competentie/leerplandoel, activiteit/leerinhoud en of criterium aanduidt, neemt het programma het bovenste item. Stap 3: Klik vervolgens op de knop OMHOOG tot het item op de juiste plaats staat. Stap 4: Sluit door middel van het kruisje bovenaan. [74]

75 3. Omlaag verplaatsen Stap 2: kies een competentie/leerplandoel, activiteit/leerinhoud of criterium. Opmerking: Indien je meer dan 1 competentie/leerplandoel, activiteit/leerinhoud en of criterium aanduidt, neemt het programma het bovenste item. Stap 3: Klik vervolgens op de knop OMLAAG. Stap 4: Sluit door middel van het kruisje bovenaan [75]

76 FASE 4: OPDRACHTEN OF ASSESSMENTS OPSTELLEN DEEL 1: OPDRACHTEN OF ASSESSMENTS OPSTELLEN Stap 1: klik op OPDRACHTEN OPSTELLEN. Stap 2: klik op NIEUWE OPDRACHT. Stap 3: vul de identificatiegegevens van de opdracht in. Naam van de opdracht, volgnummer van de opdracht en datum van aanmaak wordt automatisch ingevuld. Je kan dit handmatig wijzigen. Inhoud: korte omschrijving van de opdracht. Klik op OPSLAAN om toe te voegen. Je kan het venster sluiten door gebruik te maken van de knop SLUITEN of door te klikken op. [76]

77 FASE 4: OPDRACHTEN OF ASSESSMENTS OPSTELLEN DEEL 2: MOGELIJKHEID OM DE INDENTIFICATIEGEGEVENS VAN EEN BESTAANDE OPDRACHT TE WIJZIGEN Stap 1: klik op NIEUWE OPDRACHT (idem fase 4-deel 1). Stap 2: klik de opdracht aan die je wil wijzigen. Stap 3: U krijgt de melding: Wenst u de naam te wijzigen? Klik op OK als je dit wil doen. Stap 4: vervolgens kan je de naam, volgnummer, datum en inhoud wijzigen en dit wordt definitief bewaard na het klikken op OPSLAAN. Je kan het venster sluiten door gebruik te maken van de knop SLUITEN of door te klikken op. [77]

78 FASE 5: MOGELIJKHEID DE STRUCTUUR VAN DE OPDRACHT TE REGISTREREN DEEL 1: STRUCTUUR VAN DE OPDRACHT BEPALEN Stap 1: selecteer de opdracht die je wenst aan te vullen of te wijzigen. Stap 2: Klik op AANPASSEN STRUCTUUR. [78]

79 Stap 3: pas de structuur aan door het aanvinken van de competenties, activiteiten en criteria die bij deze opdracht van toepassing zijn. Alle ingegeven criteria, competenties en activiteiten worden weergegeven. Opmerking: Voor het verder verloop is het niet noodzakelijk dat je alle competenties en activiteiten aanduidt. Als je een specifiek criterium aanklikt, zullen automatisch bovenliggende niveaus meegenomen worden (activiteit en competentie). We raden echter aan dit wel te doen om zelf het overzicht te behouden! Stap 4: klik op OPSLAAN STRUCTUUR om de gegevens te bewaren. Alleen de aangekruiste competenties, activiteiten en criteria worden voor deze opdracht bewaard. [79]

80 FASE 5: MOGELIJKHEID DE STRUCTUUR VAN DE OPDRACHT TE REGISTREREN DEEL 2: NIEUW CRITERIUM TOEVOEGEN Dit zijn dezelfde stappen als bij het ingeven van competenties en activiteiten (voor meer informatie zie fase 3-deel 1). Stap 1: klik op NIEUWE TOEVOEGEN. Stap 2: geef de volgende gegevens in: code, niveau, tekst. CODE eigen inbreng NIVEAU Klik CRITERIUM aan. TEKST Vul de naam van het criterium in. Stap 3: vink rechts aan waar dit criterium in de structuur geplaatst zal worden. Het is steeds na het geselecteerde item. Stap 4: geef de beoordelingsniveaus in. Stap 5: klik voor toepassing op de knop INVOEGEN. Opmerkingen: Vanaf het moment dat je bij het ingeven van de criteria de beoordelingsniveaus hebt omschreven, worden deze bij het aanklikken van het criterium in de structuur onderaan weergegeven. Er is een knop voorzien om de inhoud van de niveaus te wijzigen passend bij de opdracht. Klik op het criterium dat je wil wijzigen en klik vervolgens op WIJZIGEN. [80]

81 Er is linksonder een knop voorzien:. Met deze knop heb je de mogelijkheid om de structuur van de opdracht die je geselecteerd hebt te exporteren naar een nieuw tabblad binnen je werkmap. Je kan dit tabblad gebruiken om bijvoorbeeld een evaluatieformulier op te stellen of om een stappenplan samen te stellen. [81]

82 [82]

83 Een voorbeeld: Opmerking: In de eerste kolom zie je de code van de competenties/leerplandoelen, activiteiten/leerinhouden en/of criteria. De tweede kolom bevat de omschrijving van deze niveaus. De derde kolom geeft aan of er een beoordelingsschaal is en uit hoeveel beoordelingsniveaus deze bestaan: x = geen beoordeling 2 = twee niveaus (bijvoorbeeld onvoldoende en voldoende) In de vierde en de vijfde kolom is er ruimte voorzien om een beoordeling in te geven door de leerling en de begeleider. Tot slot heb je de mogelijkheid om een bemerking neer te schrijven. Dit is een voorbeeld. Je kan dit naar eigen wensen volledig aanpassen! [83]

84 FASE 6: LEERLINGEN INVOEGEN Stap 1: klik op LEERLINGEN INVOEGEN. Stap 2: klik op NIEUW. Stap 3: vul de naam van de leerling in en bevestig door te klikken op OK. Opmerking: Je ziet een nieuw tabblad verschijnen met de naam van de leerling. Met de knop WIJZIGEN, kan je de naam van de leerling wijzigen. Klik de leerling aan die je wil wijzigen. Vervolgens klik je op WIJZIGEN. Bevestig dat je de naam van deze leerling wil wijzigen (klik op OK). Wijzig de naam van de leerling. [84]

85 FASE 7: HET VASTLEGGEN VAN DE WEGING DEEL 1: HET INSTELLEN VAN DE WEGING Klik op in de wizard WEGING VASTLEGGEN en vervolgens op STANDAARD WEGING VASTLEGGEN of in de knoppenbalk op WEGINGEN STANDAARD. Je kan op de vier niveaus (groep competenties/cluster competenties/leerplandoelen activiteiten/leerinhouden criterium) verschillende wegingen instellen. Je hebt de keuze uit: weging 1, weging 2 en weging 3. Het programma past standaardwaarden voor de standaardweging toe. Je kan deze waarden naar eigen wensen aanpassen. Als je de wegingen verwijdert of je geeft geen wegingen in, dan past het programma geen weging toe. Standaardwaarden: [85]

86 [86]

87 Hoe kan je de weging toepassen? WEGING 1 Door weging 1 aan te vinken verplicht je de leerling om een voldoende te behalen op dit item (competentie, activiteit of criterium). Bijvoorbeeld: Ik vink weging 1 aan op niveau activiteiten omdat ik vind dat de leerling(en) voor alle activiteiten een voldoende moeten halen om de bijhorende competentie te kunnen verwerven. Rechtsonder in het kader bevindt zich de knop WIJZIGINGEN TOEPASSEN. Het programma gaat de door jou ingestelde weging toepassen in de volledige map. Ook bij reeds uitgevoerde beoordelingen wordt de weging gewijzigd! [87]

88 WEGING 2 Bij weging 2 kan je aangeven dat een leerling minimaal x-aantal keer een voldoende moet halen om dit item te verwerven. Bijvoorbeeld: Ik vink op niveau criterium weging 2 aan en ik geef de waarde 3 in omdat ik vind dat een leerling op alle criteria minimum 3 voldoendes moet halen. Rechtsonder in het kader bevindt zich de knop WIJZIGINGEN TOEPASSEN. Het programma gaat de door jou ingestelde weging toepassen in de volledige map. Ook bij reeds uitgevoerde beoordelingen wordt de weging gewijzigd! [88]

89 WEGING 3 Bij weging 3 kan je procentueel aangeven hoeveel van de onderliggende activiteiten of criteria afgesloten moeten worden met een voldoende om de competentie of activiteit te verwerven. Bijvoorbeeld: op niveau competentie vink ik weging drie aan en geef ik de waarde 50 in omdat ik vind dat van alle onderliggende activiteiten de leerling minimum 50% met een voldoende moet afsluiten om eventueel deze competentie te verwerven. Rechtsonder in het kader bevindt zich de knop WIJZIGINGEN TOEPASSEN. Het programma gaat de door jou ingestelde weging toepassen in de volledige map. Ook bij reeds uitgevoerde beoordelingen wordt de weging gewijzigd! [89]

90 Opmerking: je hebt de mogelijkheid om de wegingen te combineren. Alleen kan je op hetzelfde niveau weging 2 en weging 3 NIET combineren. Het programma laat dit niet toe. Bijvoorbeeld op competentieniveau wel weging 1 en weging 3 (50%) combineren. Dit betekent dat je aangeeft dat minimum 50% van de onderliggende activiteiten met een voldoende afgesloten moeten worden om de competenties te verwerven. Maar ook dat de leerling voor alle competenties een voldoende moet halen om de groep van competenties te verwerven. Rechtsonder in het kader bevindt zich de knop WIJZIGINGEN TOEPASSEN. Het programma gaat de door jou ingestelde weging toepassen in de volledige map. Ook bij reeds uitgevoerde beoordelingen wordt de weging gewijzigd! [90]

91 FASE 7: HET VASTLEGGEN VAN DE WEGING DEEL 2: INDIVIDUELE WEGING WIJZIGEN Klik op in de wizard WEGING VASTLEGGEN en vervolgens op INDIVIDUELE WEGING WIJZIGEN of in de knoppenbalk op WEGINGEN INDIVIDUEEL. [91]

92 Je krijgt een overzicht van je boomstructuur met de ingestelde weging. Je kan voor iedere competentie (leerplandoel), activiteit (leerinhoud) of criterium de weging individueel aanpassen. Dit doe je als volgt. Stap 1: Klik op de competentie (leerplandoel), activiteit (leerinhoud) of het criterium waarvoor je de weging wil wijzigen. Een pop-upvenster verschijnt. Je krijgt enkel de wegingen te zien die voor het geselecteerde niveau toegepast worden (fase 7-deel 1), bijvoorbeeld: op criteriumniveau kan enkel weging 1 en weging 2 toegepast worden. [92]

93 Stap 2: Pas de weging aan. Stap 3: Klik op WIJZIGEN. Opmerking: Het programma gaat de door jou ingestelde weging toepassen in de volledige map. Ook bij reeds uitgevoerde beoordelingen wordt de weging gewijzigd! [93]

94 FASE 9: BEOORDELINGEN INGEVEN Stap 1: klik op BEOORDELINGEN INGEVEN (in de wizard of in de knoppenbalk). Stap 2: selecteer de naam van de beoordelaar/begeleider. Maak gebruik van de uitklaplijst. Stap 3: vink de opdracht aan die je wil beoordelen. Je hebt de mogelijkheid om meerdere opdrachten samen te beoordelen. Indien je dit wenst kan je de beoordeling een andere naam geven. Dit is vooral handig als je verschillende opdrachten combineert. Vul achter NAAM: in het tekstvak de nieuwe naam in, bijvoorbeeld: assessment 1. Stap 4: selecteer 1 of meerdere leerlingen. Je hebt de mogelijkheid om alle leerlingen tegelijkertijd aan te vinken met het aanvinken van ALLE LEERLINGEN. [94]

95 Stap 5: Je hebt drie keuzemogelijkheden: 1. knop INGEOEFEND: dit betekent dat het programma bij elke selecteerde leerling voor elk criterium gekoppeld aan de opdracht in het individueel traject een I aanbrengt. Deze I geeft aan dat de competentie/activiteit al dan niet met bijhorend criterium aangeboden is geweest. Dit is handig wanneer je niet alleen de beoordelingen wil registreren, maar ook de oefenfases. Je krijgt een overzicht van het totale leerproces van de leerling/werknemer. 2. Knop INDIVIDUELE BEOORDELEN: Het programma neemt bovenaan de reeds ingegeven gegevens over (bijvoorbeeld naam van de opdracht). Daarnaast wordt automatisch het criterium weergegeven met bijhorende activiteit en competentie. Ook worden [95]

96 de verschillende beoordelingsniveaus weergegeven. Je hebt de mogelijkheid om het passende niveau aan te klikken. Als je een niveau aanklikt, gaat het programma automatisch over naar een volgend criterium. In het OVERZICHT wordt de structuur van de opdracht weergegeven. Tevens kan je ook zien hoeveel beoordelingsniveaus je per criterium hebt ingegeven. Als je dit criterium hebt beoordeeld, wordt de score in dit overzicht meegenomen: het kruisje wordt O (= onvoldoende) of V (= voldoende). Je hebt de mogelijkheid om bij de beoordeling per criterium nog een opmerking in te geven. [96]

97 Wanneer je een criterium hebt beoordeeld, springt het programma automatisch naar het volgende criterium dat beoordeeld moet worden. Met de knoppen VORIGE en VOLGENDE kan je de criteria doorlopen. De knop BEVESTIGEN wordt pas actief nadat je voor alle criteria een beoordeling hebt ingegeven. Tot slot heb je de mogelijkheid om aan te vinken of de opdracht formatief (= knop OEFENING) of summatief (= knop TEST) beoordeeld wordt. Een formatieve beoordeling wordt niet meegenomen in de eindbeoordeling maar wordt wel geregistreerd. 3. Knop BEOORDELINGSFORMULIER OPSTELLEN: Je krijgt in een apart tabblad GROEPSBEOORDELING een weergave van de structuur met de omschreven beoordelingsniveaus en de namen van de ingegeven leerlingen. De meerwaarde van deze knop is dat je een volledige klas in één tabblad kan beoordelen. De indicatoren voor elk beoordelingsniveau zijn ook weergegeven. Per leerling zijn de criteria die beoordeeld moeten worden zichtbaar. Door gebruik te maken van de uitklaplijst kan je per criterium een score ingeven. Je hebt de keuze uit I (ingeoefend), O (onvoldoende), V (voldoende), G (goed) of ZG (zeer goed). Hou hierbij steeds rekening met het aantal beoordelingsniveaus dat je hebt opgegeven. Om deze klassikale beoordeling te registreren in het individuele traject van de leerling moet je in het tabblad GROEPSBEOORDELING klikken op INDIVIDUELE BEOORDELINGEN OVERBRENGEN OP INDIVIDUELE FICHES. [97]

98 Zodra je deze knop aanklikt, verdwijnt het tabblad GROEPSBEOORDELING zodat je niet tweemaal dezelfde resultaten ingeeft. [98]

99 FASE 10: RAPPORTERING Je hebt de keuze uit verschillende mogelijkheden van rapportering. 1. Competentiepas Stap 1: Klik op knop COMPETENTIEPAS. Stap 2: Selecteer de leerling waarvoor je een overzicht wenst van zijn verworven competenties. Onmiddellijk wordt voor deze leerling de competentiepas opgesteld in een nieuw tabblad. [99]

100 Dit document kan je afdrukken via de gebruikelijke procedure binnen het programma Excel. 2. Evaluatieplan Het evaluatieplan is een overzicht van de competenties/leerdoelen, activiteiten/leerinhouden, criteria en indicatoren op de verschillende niveaus voor een bepaalden opdracht of assessment. Je kan bijvoorbeeld dit formulier afdrukken en meenemen naar je beoordeling. [100]

101 Stap 1: klik op de knop EVALUATIEPLAN. Stap 2: selecteer de opdrachten/assessments waarvoor je dit overzicht wil maken. Onmiddellijk wordt van deze opdrachten/assessments een evaluatieplan opgesteld in een nieuw tabblad. Dit document kan je afdrukken via de gebruikelijke procedure binnen het programma Excel. 3. Rapport Je hebt de mogelijkheid om: de leerlingen te selecteren, één niveau of meerdere niveaus van de boomstructuur te selecteren, te printen, als pdf weer te geven of als voorbeeld op het scherm. [101]

102 Printen Je kan voor elke leerling/werknemer of voor meerdere leerlingen/werknemers een rapport samenstellen. Je kan bijvoorbeeld dit rapport gebruiken om zijn vorderingen te bespreken of de leerling/werknemer kan dit rapport gebruiken om zijn persoonlijk ontwikkelingsplan aan te passen. Stap 1: selecteer 1 of meerdere leerlingen. Stap 2: selecteer de verschillende niveaus van de boomstructuur. Stap 3: klik op de PRINTEN. Voorbeeld Wil je dit rapport eerst als voorbeeld bekijken, dan klik je eerst op VOORBEELD. [102]

103 [103]

104 Je kan dit rapport onmiddellijk als een pdf-bestand bewaren. Stap 1: selecteer 1 of meerdere leerlingen. Stap 2: selecteer de verschillende niveaus van de boomstructuur. Stap 3: klik op de PDF. Stap 4: Geef het bestand een naam en klik op OK. 4. SAMENVATTING De samenvatting voor rapport geeft je een overzicht in cijfers van: het aantal competenties/leerplandoelen, het aantal ingeoefende competenties/leerplandoelen, het aantal verworven competenties/leerplandoelen, het aantal activiteiten/leerinhouden, het aantal ingeoefende activiteiten/leerinhouden, hat aantal verworven activiteiten/leerinhouden. [104]

105 Dit kan je bijvoorbeeld gebruiken om te verwerken in een globaal rapport. [105]

106 FASE X: IMPORTEREN EN EXPORTEREN DEEL 1: IMPORTEREN Je kan je oude gegevens eenvoudig overzetten naar een nieuwe box. Dit is mogelijk door middel van de knop in de knoppenbalk. Je gaat als volgt te werk: Stap 1: Klik op IMPORTEREN in de knoppenbalk. Stap 2: klik op VERWIJDEREN. Alle overbodige tabbladen uit het huidige bestand worden verwijderd, zodat je een blanco document hebt. Verder wordt het rode tabblad (boomstructuur) en lln0 (sjabloon leerling) verwijderd. Afhankelijk van het aantal tabbladen dat moet worden verwijderd, zal je meerdere keren op VERWIJDEREN moeten klikken. Stap 3: Klik het bestand aan, waar het programma de gegevens moet zoeken die geïmporteerd moeten worden. Klik vervolgens op OK. [106]

107 Het programma gaat het aangeklikte document doorlopen en op zoek gaan naar de gegevens. Je krijgt telkens een pop-up venter met als titel Overbrengen van gegevens, met de vraag of je het tabblad wenst over te brengen. Belangrijk hierbij is dat je het rode tabblad, met de boomstructuur en de sjabloon - leerling ( lln0 ) zeker overbrengt. Zo niet gaat de box niet werken. Wens je een update te doen van de software, dan moet je de leerlingen/werknemers overzetten. Wens je een nieuw bestand aan te maken, voorbeeld bij de start van een nieuw schooljaar, dan kan je als importdocument het bestand kiezen van het vorige schooljaar. De oefeningen en beoordeling worden dan overgezet. De tabbladen van de leerlingen die de opleiding verderzetten, kan je dan ook overbrengen. [107]

108 FASE X: IMPORTEREN EN EXPORTEREN DEEL 2: EXPORTEREN Je kan voor elke leerling/werknemer zijn tabblad overbrengen naar een ander bestand. (zo is het mogelijk om zijn gegevens van algemene vorming, de moderne vreemde taal Engels en de beroepsopleiding(en) samen te bewaren). Stap 1: Klik op de knop EXPORTEREN in de knoppenbalk. Het volgende scherm verschijnt: Stap 2: Kies een locatie waar je het nieuwe Excelbestand wenst te bewaren. Klik hiervoor op NAAR LOCATIE. In het scherm dat je nu ziet, selecteer je de map waar je de gegevens wenst op te slaan. Bevestigen doe je door te klikken op OK. [108]

109 Stap 3: Duid de tabbladen ( leerlingen ) aan die je wenst over te brengen naar het nieuwe document. Stap 4: Onder opslaan als, kun je de naam van het nieuwe document ingeven. Stap 5: Klik om MAKEN om het bestand aan te maken. [109]

HERCO. Het ontwikkelen van EBC-instrumentarium

HERCO. Het ontwikkelen van EBC-instrumentarium HERCO Het ontwikkelen van EBC-instrumentarium HERCO Voorstelling HERCOproject (H)Erkennen van beroepstechnische competenties HERCO-team Promotor Kenniscentrum Industrie-Onderwijs Management: voorzitter

Nadere informatie

EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO Instructiefiches

EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO Instructiefiches EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO 5190 Instructiefiches FASE FASE 1 FASE 2 FASE 3 FASE 4 FASE 5 FASE 6 FASE 7 FASE 8 FASE 9 FASE X OMSCHRIJVING Document aanmaken Begeleiders aanmaken

Nadere informatie

EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO Verantwoordingsdocument

EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO Verantwoordingsdocument EBC-instrumentarium (H)erkennen van competenties HERCO 5190 Verantwoordingsdocument I. Voorwoord Het onderwijs en het werkveld zijn al jaren in de ban van competenties. Vacatures worden vaak in competenties

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies Inleiding Binnen de inspectie wordt gewerkt aan de afstemming en toekomstige integratie

Nadere informatie

Zelfevaluatie-instrument

Zelfevaluatie-instrument Zelfevaluatie-instrument voor het bepalen van de kwaliteit van een toets Faculteit Management en Bestuur Zoëzi Opleidingsadvies Drs. Hilde ter Horst Drs. Annemiek Metz Versie 4.0, 11 september 2008 1.

Nadere informatie

KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT)

KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT) KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT) www.kwaliteit-toetsprogramma.nl Docentversie, januari 2013. In dit document staan de kwaliteitscriteria met onderliggende indicatoren,

Nadere informatie

De competentiemeter. Kris Mostrey kris.mostrey@aimit.be www.competentiemeter.be 2012. Handleiding: snel starten

De competentiemeter. Kris Mostrey kris.mostrey@aimit.be www.competentiemeter.be 2012. Handleiding: snel starten De competentiemeter Handleiding: snel starten Evaluatie van competentieontwikkelend leren Kris Mostrey kris.mostrey@aimit.be www.competentiemeter.be 2012 2012 Kris Mostrey ~ 1 ~ 25-nov-12 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

De Competentiemeter: doelgericht evalueren

De Competentiemeter: doelgericht evalueren Kris Mostrey Viso, Roeselare Contact: Kris.mostrey@sint-michiel.be De Competentiemeter: doelgericht evalueren 1. Inleiding De Competentiemeter is een web-based evaluatie-instrument. Het is ontstaan vanuit

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsen en beoordelen. Desirée Joosten-ten Brinke. 25 oktober Programma

Kwaliteit van toetsen en beoordelen. Desirée Joosten-ten Brinke. 25 oktober Programma Kwaliteit van toetsen en beoordelen Desirée Joosten-ten Brinke 25 oktober 2011 Programma Constructive alignment Kwaliteitspiramide voor eigentijds toetsen Docentprofessionalisering Toetsmotivatie en Studentbetrokkenheid

Nadere informatie

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl Instructie student Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER DOSSIERCREBO KWALIFICATIE NIVEAU COHORT KERNTAAK VERSIE : 1v1 Augustus 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Stappenplan 4 3. Instructie

Nadere informatie

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW Deze bijlage bevat voorbeelden van opdrachten bij de zeven uitgangspunten van HGW. Bij elke opdracht staat aangegeven welke informatie uit

Nadere informatie

3 DE NETWERKSESSIE : EVALUATIE F A T I H A B A K I

3 DE NETWERKSESSIE : EVALUATIE F A T I H A B A K I 3 DE NETWERKSESSIE : EVALUATIE F A T I H A B A K I WIE BEN IK? Leerkracht wetenschappen/stem/techniek 16 jaar onderwijservaring cognosco Europese projecten: Golab/Scientix/Amgen 2 STELLINGEN? 1. Had je

Nadere informatie

Edumetrische analyses

Edumetrische analyses Edumetrische analyses Met de opkomst van het competentiegericht onderwijs zijn ook nieuwe assessmentvormen komen opzetten. Deze assessmentvormen maken het mogelijk om een geïntegreerde geheel van kennis,

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken:

Opbrengstgericht werken: Kris Verbeeck en Astrid van den Hurk (KPC Groep) i.s.m. Marcel Pennings (OBS de Windhoek), met dank aan Liesbeth Baartman (TU Eindhoven). Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau scholingsdag examencommissies en toetscommissies Stenden Agenda 11:15 12:00 Basis voor kwaliteit van toetsing 12:00 12:30 Actieve participatie door Ralph

Nadere informatie

Leren van een assessment. Workshop IVG Scholingsdag Toetsing Eric Entken en Titia van Eijndhoven 12 november 2012

Leren van een assessment. Workshop IVG Scholingsdag Toetsing Eric Entken en Titia van Eijndhoven 12 november 2012 Leren van een assessment Workshop IVG Scholingsdag Toetsing Eric Entken en Titia van Eijndhoven 12 november 2012 Doelstelling Hoe kun je de kwaliteit van jouw beoordeling en feedback verbeteren bij een

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Dekkend examineren in het schoolexamen Landelijke studiedag Platform vmbo BWI Woensdag 7 juni 2017 Jan van Hilten, SLO

Dekkend examineren in het schoolexamen Landelijke studiedag Platform vmbo BWI Woensdag 7 juni 2017 Jan van Hilten, SLO SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Dekkend examineren in het schoolexamen Landelijke studiedag Platform vmbo BWI Woensdag 7 juni 2017 Jan van Hilten, SLO Stand van zaken... 2012: start

Nadere informatie

Evalueren en attesteren in functie van schoolloopbaanbegeleiding. Mark Verbelen

Evalueren en attesteren in functie van schoolloopbaanbegeleiding. Mark Verbelen Evalueren en attesteren in functie van schoolloopbaanbegeleiding Mark Verbelen Opwarmertjes Alle evaluatiegegevens die verzameld worden, worden meegenomen in de punten voor dagelijks werk. De klassieke

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit?

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit? KwaliteitsInstrument Toetsprogramma (KIT) NB: Dit is een vereenvoudigde versie van het totale KIT. Het KIT is oorspronkelijk bedoeld om de kwaliteti van een toetsprogramma te bepalen. Een toetsprogramma

Nadere informatie

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30 25 Kwaliteitseisen Samenvatting In dit hoofdstuk worden de kwaliteitseisen aan een toets besproken. Een toets moet valide, betrouwbaar, bruikbaar en transparant zijn..1 Praktijk 26.2 Reflectie 26.3 Kwaliteitseisen

Nadere informatie

LIESBETH BAARTMAN - KAARTSPEL KIT 2.0 CONGRUENTIE

LIESBETH BAARTMAN - KAARTSPEL KIT 2.0 CONGRUENTIE CONGRUENTIE LIESBETH BAARTMAN - KAARTSPEL KIT 2.0 Wat voor boodschap geeft de opleiding af door de inrichting van het toetsprogramma? Past deze boodschap bij het toekomstig beroep, de studenten en de visie

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 1 Oriëntatie opbrengstgericht differentiëren en stellen van doelen

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 1 Oriëntatie opbrengstgericht differentiëren en stellen van doelen Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 1 Oriëntatie opbrengstgericht differentiëren en stellen van doelen Hoe gaan we met elkaar om? Maak contact Vertrouwelijkheid Niets is gek Zorg goed voor

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen SCAN in kwaliteitsvol toetsen Instructies Overloop en beoordeel de concrete indicatoren van valide, betrouwbaar, transparant, efficiënt en/of leerrijk toetsen voor het geheel van toetsen/ de toets van

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Wat is opbrengstgericht werken? Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen.

Nadere informatie

Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen. Stap 1

Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen. Stap 1 Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen Stap 1 EVALUATIE IS EEN ONDERDEEL VAN HET LEERPROCES. VOLGENDE ACTIVITEITEN GAAN EVALUEREN VOORAF: 1 JE LEEST DE LEERPLAN

Nadere informatie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken Bijeenkomst 1 De trainer stelt zichzelf voor en geeft een korte toelichting over de inhoud en het doel van de training. Licht de afspraken en regels toe die gelden voor deelname. Neemt hier de tijd voor,

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs

Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs 1 Een outputbeleid kunnen voeren met behulp van een stappenplan SOK - Omgaan met output in het onderwijs 2 Stappenplan

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Competentieprofiel beoordelaar

Competentieprofiel beoordelaar Competentieprofiel beoordelaar LTTR, SHE en SLEBB Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in

Nadere informatie

EFFECTIEF LEREN DOOR FORMATIEVE INSTRUCTIE EN EVALUATIE STRATEGIEEN DR. KELLY MEUSEN-BEEKMAN

EFFECTIEF LEREN DOOR FORMATIEVE INSTRUCTIE EN EVALUATIE STRATEGIEEN DR. KELLY MEUSEN-BEEKMAN EFFECTIEF LEREN DOOR FORMATIEVE INSTRUCTIE EN EVALUATIE STRATEGIEEN DR. KELLY MEUSEN-BEEKMAN HET DOEL VAN DEZE LEZING - Wat is formatief toetsen - De relatie tot bijvoorbeeld SRL en motivatie - Introduceren

Nadere informatie

WHITEPAPER GEBRUIKEN VAN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR OPDRACHTEN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR CHECKLISTS EN RUBRICS, 24 VOORBEELDEN HOE GEBRUIK JE ZE?

WHITEPAPER GEBRUIKEN VAN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR OPDRACHTEN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR CHECKLISTS EN RUBRICS, 24 VOORBEELDEN HOE GEBRUIK JE ZE? WHITEPAPER GEBRUIKEN VAN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR OPDRACHTEN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR CHECKLISTS EN RUBRICS, HOE GEBRUIK JE ZE? 24 VOORBEELDEN maart 2017 Harry Molkenboer, toetsdeskundige bureau@toetsen-beoordelen.nl

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies X0A0T Validiteit Betrouwbaarheid Functionaliteit Condities Toetsbeleid Het toetsbeleidsplan is valide Het toetsbeleidsplan is betrouwbaar Het toetsbeleidsplan is functioneel Het toetsbeleidsplan voldoet

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ALGEMENE INFORMATIE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester

Nadere informatie

De basisvaardigheden rekenen de baas

De basisvaardigheden rekenen de baas De basisvaardigheden rekenen de baas Speels leren en onderhouden van de basisvaardigheden rekenen met verantwoordelijkheid bij de lerenden zelf SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling NRCD

Nadere informatie

PBD BASISONDERWIJS. Seminarie VIRBO Evaluatie in het basisonderwijs 20 maart 2014 La Roche-en-Ardenne

PBD BASISONDERWIJS. Seminarie VIRBO Evaluatie in het basisonderwijs 20 maart 2014 La Roche-en-Ardenne PBD BASISONDERWIJS Seminarie VIRBO Evaluatie in het basisonderwijs 20 maart 2014 La Roche-en-Ardenne Verloop Evalueren in de basisschool- het kader Bespreken van enkele aspecten inzake evaluatiebeleid

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ECTS-FICHE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester

Nadere informatie

3KA Toegepaste informatica

3KA Toegepaste informatica 3KA Toegepaste informatica Thierry Willekens, leerkracht Koninklijk Technisch Atheneum Mol 2008 WOORD VOORAF Alle leerlingen verwerven de basisvaardigheden van ICT in het eerste jaar van de eerste graad

Nadere informatie

Het schoolexamen van BWI leerlingen. Grijp uw kans! Jan van Hilten, SLO

Het schoolexamen van BWI leerlingen. Grijp uw kans! Jan van Hilten, SLO SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Het schoolexamen van BWI leerlingen. Grijp uw kans! Landelijke Studiedag Platform vmbo BWI 5 juni 2019 Jan van Hilten, SLO Format voor het PTA: Wat staat

Nadere informatie

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang BKO BSO CVO CVS ERSV ESF EVC EVK IBO K&G PLOT POP RESOC SERR SERV VBJK VCOK VDAB VDKO VLOR VSPW VZW Buitenschoolse Kinderopvang

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Evaluatiewijzer didactisch coachen Versie 1.1, juli 2016

Evaluatiewijzer didactisch coachen Versie 1.1, juli 2016 Evaluatiewijzer didactisch coachen Versie 1.1, juli 2016 Voor je ligt de evaluatiewijzer didactisch coachen in de lesgebonden situatie. Deze evaluatie is ontwikkeld in opdracht van het project Leerling

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

Checklist EVC-procedure voor organisaties

Checklist EVC-procedure voor organisaties Checklist EVC-procedure: voor organisaties Checklist EVC-procedure voor organisaties Eén van de instrumenten uit de toolbox van het kwaliteitsmodel EVC is de checklist voor organisaties. Met behulp van

Nadere informatie

Beoordelen, een begripsbepaling

Beoordelen, een begripsbepaling Beoordelen, een begripsbepaling 1 Dit hoofdstuk gaat over de begrippen toetsen en beoordelen en wat dat betekent voor competentiegericht onderwijs. Beoordelen is in het competentiegerichte leren een ijkpunt

Nadere informatie

Beoordelen met de 360 feedback-methode

Beoordelen met de 360 feedback-methode Instituut voor Gezondheidszorg Beoordelen met de 360 feedback-methode Bij de 360 feedback-methode vraag je mensen uit je omgeving om je te beoordelen op verschillende aspecten. Dit gebeurt meestal door

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden.

Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Haal het maximale uit Spaarne Coaching 360º Hartelijk dank voor het gebruiken van Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Lees

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 Schooljaar 2015-2016 E-mail: ka.wetteren@g-o.be atheneum@campuskompas.be Website: www.campuskompas.be/atheneum Scholengroep Schelde Dender

Nadere informatie

Techniek Explora leerplan GO! 2015

Techniek Explora leerplan GO! 2015 Techniek Explora leerplan GO! 2015 Wat wil ik u met deze presentatie vertellen? Techniek Explora conform nieuw leerplan: een analyse - Visie - Competenties - Ondersteunende kennis - Begrippen - Evaluatie

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE PROCEDURE: Certificaat B Duurzaamheid DOMEIN: Techniek en Technologie LEERWEG: BOL en BBL NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE Versie 22-01-2012 Beste student, Voor je ligt het document Procedure Certificaat

Nadere informatie

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens?

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens? Digibib Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens? Marcel Polman Werkzaam bij het Kellebeek College vanaf 2000 Werkzaam bij het Consortium vanaf 2013 als ontwikkelaar en vanaf september als consulent

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Bonifatius Mavo VMBOGT Plaats : Emmeloord BRIN nummer : 02KR C1 BRIN nummer : 02KR 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 290332 Datum onderzoek : 4 oktober 2016 Datum

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Beoordelingskader, ofwel hoe wij gekeken en geoordeeld hebben Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Uitgangspunten 2 3 Beoordelingscriteria 3 4 Hoe

Nadere informatie

normering voor de beoordeling van evc aanbieders BESCHRIJVING VAN DE GEHANTEERDE NORMERING EN DE WERKWIJZE VAN BEOORDELENDE ORGANISATIES

normering voor de beoordeling van evc aanbieders BESCHRIJVING VAN DE GEHANTEERDE NORMERING EN DE WERKWIJZE VAN BEOORDELENDE ORGANISATIES normering voor de beoordeling van evc aanbieders BESCHRIJVING VAN DE GEHANTEERDE NORMERING EN DE WERKWIJZE VAN BEOORDELENDE ORGANISATIES VERSIE FEBRUARI 2007 Inhoudsopgave 1. Beoordeling van EVC aanbieders...3

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2

Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2 1 Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2 Inleiding Uit ervaring van gebruikers van de landelijke examenproducten blijkt dat niet altijd duidelijk is wat er nog geregeld moet worden

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Assisteren bij Sport en Recreatie

Assisteren bij Sport en Recreatie Keuzedeel mbo Assisteren bij Sport en Recreatie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0006 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en

Nadere informatie

Om de kwaliteit van een toetsprogramma te evalueren, doorloop je idealiter vier stappen:

Om de kwaliteit van een toetsprogramma te evalueren, doorloop je idealiter vier stappen: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT) Handleiding gebruik KIT Versie: 12 september 2013 Auteurs: Liesbeth Baartman, Raymond Kloppenburg Introductie Het KwaliteitsInstrument Toetsprogramma (KIT: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl)

Nadere informatie

Formatief evalueren: het leren van de leerling centraal. Landelijke dag Zorg en Welzijn 2018 Nynke Jansma

Formatief evalueren: het leren van de leerling centraal. Landelijke dag Zorg en Welzijn 2018 Nynke Jansma Formatief evalueren: het leren van de leerling centraal Landelijke dag Zorg en Welzijn 2018 Nynke Jansma Formatief evalueren Welkom! Kennismaking: waar herkent u zich in? Waar herkent u zich in? Eigenlijk

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsing

Kwaliteit van toetsing Kwaliteit van toetsing Scholingsdag HAN, 3 oktober 2012 Desirée Joosten-ten Brinke Open Universiteit Fontys Lerarenopleiding Tilburg Programma Kennismaking 9:45 Het borgen van toetskwaliteit Gerealiseerd

Nadere informatie

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? GP goes OGW Met OGW willen we de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk stimuleren. Dat vraagt van de docent én school

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer Gedragswaaier Een passende aanpak voor ieder kind Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer 2. Introductie van de Gedragswaaier De Gedragswaaier biedt leerkrachten in het primair onderwijs handvatten

Nadere informatie

Examenplatform Uiterlijke Verzorging Verantwoordingsdocument Examens kwalificatiedossiers vanaf 2015

Examenplatform Uiterlijke Verzorging Verantwoordingsdocument Examens kwalificatiedossiers vanaf 2015 Examenplatform Uiterlijke Verzorging Verantwoordingsdocument Examens kwalificatiedossiers vanaf 2015 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 3 VISIE OP EXAMINERING... 3 DEKKING VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER... 3 EXAMENPLAN...

Nadere informatie

11): Uittreksel uit Referentie SLT-APT1 (RITS Brussel)

11): Uittreksel uit Referentie SLT-APT1 (RITS Brussel) BIJLAGE 1 (Zie 11): Uittreksel uit Referentie SLT-APT1 (RITS Brussel) 1 BIJLAGE 2 (Zie 12, 33): Uittreksel uit Specifieke lerarenopleiding. Documenten ter ondersteuning van het assessment. LIO-traject

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de vrije lagere school Virgo Maria te Merksem

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de vrije lagere school Virgo Maria te Merksem Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Werkprogramma Proces Zelfbeoordeling KBA

Werkprogramma Proces Zelfbeoordeling KBA Secretariaat: ECP Postbus 262 2260 AG Leidschendam 070-4190309 jelle.attema@ecp.nl http://www.keurmerkafrekensystemen.nl/ Werkprogramma Proces Zelfbeoordeling KBA Toelichting op het proces Zelfbeoordeling.

Nadere informatie

Opdracht Inleiding Doel Benodigdheden Voorkennis Stappenplan Een les voorbereiden en achterhalen waar je leerlingen staan Voorbeeld Doel Resultaat

Opdracht Inleiding Doel Benodigdheden Voorkennis Stappenplan Een les voorbereiden en achterhalen waar je leerlingen staan Voorbeeld Doel Resultaat Opdracht Formatief evalueren met digitale tools Inleiding Niet alleen de resultaten tellen, het leerproces zelf is minstens zo belangrijk. Bij formatief evalueren willen alle betrokkenen bij het leerproces

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Wat vinden docenten van hun examenprogramma? Hans Bataille Inge Broekmans Bart Janssen 1 november 2013

Zelfevaluatie. Wat vinden docenten van hun examenprogramma? Hans Bataille Inge Broekmans Bart Janssen 1 november 2013 Zelfevaluatie Wat vinden docenten van hun examenprogramma? Hans Bataille Inge Broekmans Bart Janssen 1 november 2013 Instrument van Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht Baartman,

Nadere informatie

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt

Nadere informatie

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39 33 Toetscyclus Samenvatting In dit hoofdstuk worden de zeven fasen van de toetscyclus genoemd en kort toegelicht..1 Praktijk 34.2 Reflectie 34.3 De toetscyclus 34.4 Portfolio 39 L. Bijkerk, Basis Kwalificatie

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie