Geneeskunde. Erasmus MC Erasmus Universiteit Rotterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geneeskunde. Erasmus MC Erasmus Universiteit Rotterdam"

Transcriptie

1 Geneeskunde Erasmus MC Erasmus Universiteit Rotterdam QANU, juni 2012

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU / Q264 Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. 2 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

3 Inhoud Rapport over de bachelor- en de masteropleiding Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam...5 Administratieve gegevens van de opleidingen...5 Administratieve gegevens van de instelling...5 Kwantitatieve gegevens over de opleidingen...5 Samenstelling van de commissie...6 Werkwijze van de commissie...6 Samenvattend oordeel...11 Behandeling van de standaarden uit het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling...15 Bijlagen Bijlage 1: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie...43 Bijlage 2: Bezoekprogramma...47 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader...49 Bijlage 4: Curricula...51 Bijlage 5: Kwantitatieve gegevens over de opleidingen...53 Bijlage 6: Bestudeerde bijlagen en documenten...55 Bijlage 7: Aanbevelingen naar aanleiding van de visitatie...57 Bijlage 8: Onafhankelijkheidsverklaringen...59 Dit rapport is vastgesteld op 14 juni 2012 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 3

4 4 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

5 Rapport over de bacheloropleiding en masteropleiding Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam Dit rapport volgt het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO. Administratieve gegevens van de opleidingen Bacheloropleiding Geneeskunde Naam van de opleiding: Geneeskunde Registratienummer CROHO: Niveau van de opleiding: bachelor Oriëntatie van de opleiding: wo Aantal studiepunten: 180 EC Afstudeerrichtingen: n.v.t Locatie(s): Rotterdam Variant(en): voltijd Vervaldatum accreditatie: 31 december 2014 Masteropleiding Geneeskunde Naam van de opleiding: Geneeskunde Registratienummer CROHO: Niveau van de opleiding: master Oriëntatie van de opleiding: wo Aantal studiepunten: 180 EC Afstudeerrichtingen: n.v.t. Locatie(s): Rotterdam Variant(en): voltijd Vervaldatum accreditatie: 31 december 2014 Het bezoek van de visitatiecommissie Geneeskunde aan het Erasmus MC van de Erasmus Universiteit Rotterdam vond plaats op 9 en 10 februari Administratieve gegevens van de instelling Naam van de instelling: Status van de instelling: Resultaat instellingstoets: Erasmus Universiteit Rotterdam bekostigd positief onder voorwaarde Kwantitatieve gegevens over de opleidingen De vereiste kwantitatieve gegevens over de opleiding zijn opgenomen in Bijlage 5. QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 5

6 Samenstelling van de commissie De commissie die de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam beoordeelde bestond uit: prof. dr. H.F.P. Hillen, voorzitter prof. dr. R.P. Zwierstra mw. prof. dr. J. Denekens mw. prof. dr. D.D.M. Braat prof. dr. H.A.J. Struijker Boudier dhr. drs. J. Kropff De commissie werd ondersteund door mw. N.M. Verseput MSc. Het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieoroganiatie (NVAO) hebben ingestemd met samenstelling van de commissie voor de beoordeling van de twee genoemde opleidingen. De Curricula Vitae van de leden van de commissie zijn opgenomen in Bijlage 1. Werkwijze van de commissie Op 4 februari 2011 hield de commissie haar formele startvergadering. De beoordeling van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam valt binnen de clusterbeoordeling Geneeskunde, waarvoor in in totaal acht geneeskunde faculteiten worden bezocht. Tijdens de startvergadering werd de commissie geïnstrueerd, werd de taakstelling en werkwijze van de commissie besproken en werd het voorstel voor het Domeinspecifieke Referentiekader Geneeskunde vastgesteld, dit domeinspecifieke referentiekader is opgenomen in bijlage 3 van dit rapport. Samenstelling van de commissie De commissie voor de clusterbeoordeling Geneeskunde is samengesteld uit totaal 11 commissieleden: prof. dr. H.F.P. Hillen (voorzitter), emeritus hoogleraar Interne Geneeskunde, Universiteit Maastricht; prof. dr. R.P. Zwierstra (vice-voorzitter), emeritus hoogleraar Medisch Onderwijs en Opleidingen, Rijksuniversiteit Groningen; prof. dr. G. Blijham, emeritus hoogleraar Interne Geneeskunde, Universiteit Utrecht; mw. prof. dr. D.D.M. Braat, hoogleraar Verloskunde, Gynaecologie en Voortplantingsgeneeskunde, Radboud Universiteit, Nijmegen; prof. dr. Th.J. ten Cate, hoogleraar Medical Education, Universiteit Utrecht; mw. prof. dr. J. Denekens, hoogleraar Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen, België; dhr. C. von Kriegenbergh BSc, student geneeskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam; drs. J. Kropff, student geneeskunde, Universiteit van Amsterdam; prof. dr. G.P. Mannaerts, emeritus hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, Katholieke Universiteit Leuven, België; prof. dr. H.A.J. Struijker Boudier, hoogleraar Farmacologie, Universiteit Maastricht; 6 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

7 mw. prof. dr. M. de Visser, hoogleraar Neuromusculaire Ziekten, Universiteit van Amsterdam. Voor ieder bezoek werd op basis van eventuele belangenconflicten, expertise en beschikbaarheid een (sub)commissie samengesteld, bestaande uit zes commissieleden. Voor de bezoeken aan de Universiteit Maastricht en de VU Amsterdam was er sprake van een belangenconflict bij de voorzitter, prof. dr. H.F.P. Hillen. Om de consistentie binnen het cluster te waarborgen heeft professor Hillen toch alle bezoeken bijgewoond, in Maastricht en bij de VU Amsterdam was hij als toehoorder aanwezig. Coördinator van de clustervisitatie Geneeskunde was mw. dr. M.J.V. Van Bogaert, medewerker van QANU. Zij is tevens de projectleider van de bezoeken aan de Universiteit Utrecht, VU Amsterdam en Universiteit van Amsterdam. Voor de overige bezoeken waren mw. drs. M. Graas (Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Leiden) en mw. N.M. Verseput MSc (Universiteit Maastricht, Radboud Universiteit Nijmegen en Erasmus Universiteit Rotterdam) als projectleider aanwezig. Voorbereiding Bij ontvangst van de zelfstudies van een universiteit werden deze door de projectleider gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid van informatie. Nadat de zelfstudies in orde waren bevonden, zijn deze doorgestuurd aan de commissieleden, die deelnamen aan het betreffende bezoek. De commissieleden lazen de zelfstudies en formuleerden vragen, die aan de projectleider werden toegestuurd. De projectleider compileerde de vragen tot een samengesteld document, waarbij de vragen per onderwerp en/of gespreksgremium werden gegroepeerd. Eventuele additionele vragen van de commissieleden werden aan de opleidingen toegestuurd met het verzoek om een reactie. Naast de zelfstudies lazen de commissieleden gezamenlijk minimaal tien eindwerkstukken per opleiding. Niet alle opleidingen hebben een scriptie opgenomen in het curriculum. In deze gevallen werd in overleg met de opleiding gezocht naar representatieve voorbeelden om het eindresultaat van de studenten vast te stellen. Specificaties voor de opleidingen Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn opgenomen onder Bijzonderheden van het bezoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het bewaken van de consistentie is bij clustervisitaties altijd een aandachtspunt. Bij het cluster Geneeskunde is hier specifiek aandacht aan besteed vanwege de veranderende samenstelling van de commissie bij de verschillende bezoeken en de verschillende data waarop de rapporten zijn vastgesteld. De voorzitter van de commissie Geneeskunde, prof. dr. H.P.F. Hillen, en de projectcoördinator, mw. dr. M.J.V. Van Bogaert, waren verantwoordelijk voor de bewaking van de consistentie. Eén van de maatregelen om de consistentie in de beoordelingen te garanderen is de aanwezigheid van de voorzitter bij alle bezoeken binnen het cluster. Bij de bezoeken waar de voorzitter een belangenconflict had, was hij als toehoorder aanwezig. Ook werden alle commissieleden op de hoogte gehouden van de beoordelingen van de verschillende opleidingen, ook als ze niet deelnamen aan het bezoek. Tot slot speelden ook de projectleiders een belangrijke rol in het bewaken van de consistentie. Er heeft regelmatig overleg plaatsgevonden tussen de verschillende projectleiders om de beoordelingen op elkaar af te stemmen. De betrokken projectleiders hebben alle rapporten gelezen. Voorafgaand aan ieder bezoek zijn afspraken gemaakt over de taakverdeling op grond van inhoudelijke expertise en samenstelling van de commissie. De commissie wenst te benadrukken dat zij in haar geheel verantwoordelijk is voor de oordeelsvorming en het QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 7

8 eindrapport. Tijdens de voorbereidende vergadering van ieder bezoek werd de visitatie concreet voorbereid. Visitatiebezoeken Voorafgaand aan ieder bezoek maakte de projectleider een conceptprogramma voor de (dag)indeling van het bezoek. Dit concept werd in samenspraak tussen de voorzitter, de projectleider en de coördinator van de betreffende universiteit aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding(en). Tijdens de bezoeken is gesproken met een (representatieve) vertegenwoordiging van het faculteitsbestuur, het opleidingsbestuur, de afgestudeerden, de opleidingscommissie, en de examencommissie. Daarnaast werd per opleiding gesproken met student- en docentvertegenwoordigers van de beoordeelde opleidingen. Op verzoek van de commissie heeft de opleiding gesprekspartners geselecteerd binnen de door de commissie aangegeven kaders. De commissie heeft met studenten uit alle studiejaren gesproken en met kerndocenten en begeleiders uit de diverse disciplines binnen de beide opleidingen. Voorafgaande aan het bezoek heeft de commissie een overzicht ontvangen van de gesprekspartners en ingestemd met de door de opleiding gemaakte selectie. Een overzicht van het programma met alle gesprekspartners is opgenomen als Bijlage 2 bij dit rapport. Tijdens ieder bezoek bestudeerde de commissie het ter inzage gevraagde materiaal en gaf zij gelegenheid tot een spreekuur ten behoeve van studenten en docenten die zich voorafgaand aan het bezoek hadden aangemeld. Van dit spreekuur is voor de opleidingen Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam geen gebruik gemaakt. De commissie heeft een deel van de laatste dag van ieder bezoek gebruikt voor de voorbereiding van de mondelinge rapportage en een discussie over de beoordeling van de opleidingen. Aan het einde van de bezoeken heeft de voorzitter, respectievelijk de vicevoorzitter in Maastricht en bij de VU Amsterdam, in een mondelinge rapportage de eerste bevindingen van de commissie gepresenteerd. Daarbij ging het steeds om een aantal algemene waarnemingen en een aantal eerste indrukken per opleiding. Beslisregels De visitatie is uitgevoerd conform de beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs van de NVAO (versie van 6 december 2010). In dit accreditatiestelsel is zowel voor de beoordeling op standaardniveau als voor de algemene conclusie over de opleiding als geheel een vierpuntsschaal voorgeschreven (onvoldoende, voldoende, goed, excellent). De commissie heeft de beoordelingsschalen van de NVAO gevolgd. Deze zijn: de beoordeling onvoldoende wijst erop dat een standaard, of de opleiding, niet aan de gangbare basiskwaliteit voldoet en op meerdere vlakken ernstige tekortkomingen vertoont; de beoordeling voldoende houdt in dat de standaard, of de opleiding, voldoet aan de gangbare basiskwaliteit en over de volle breedte een acceptabel niveau vertoont; de beoordeling goed houdt in dat de standaard, of de opleiding, systematisch en over de volle breedte uitstijgt boven de gangbare basiskwaliteit; de beoordeling excellent houdt in dat de standaard, of de opleiding, systematisch en over de volle breedte uit boven de gangbare basiskwaliteit en als een (inter)nationaal voorbeeld geldt. 8 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

9 Uitgangspunt van de beoordeling is voldoende, waarbij de standaard, of de opleiding, voldoet aan de gestelde criteria. In de ogen van de commissie kan zij het oordeel voldoende toekennen, ook wanneer zij kritische opmerkingen heeft gemaakt. Het is dan wel noodzakelijk dat tegenover de kritische opmerkingen positieve observaties staan. Rapportage De projectleider heeft op basis van de bevindingen van de commissie, per instelling, een conceptrapport opgesteld. Het conceptrapport is in eerste instantie aan de voorzitter van de commissie voorgelegd, en daarna aan de overige commissieleden die bij het bezoek aanwezig waren. Na vaststelling van het conceptrapport is deze aan de betrokken faculteit voorgelegd ter toetsing van feitelijke onjuistheden. Het commentaar van de opleidingen is met de voorzitter en, indien nodig, met de overige commissieleden besproken. De definitieve tekst is aan alle commissieleden toegestuurd voor een laatste ronde commentaar waarna het rapport is vastgesteld. Bijzonderheden van het bezoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Het bezoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam vond plaats op 9 en 10 februari 2012 te Rotterdam. Het programma van het bezoek is te vinden in Bijlage 2 van dit rapport. Studenten schrijven bij de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde niet één afstudeerwerk aan het eind van de opleiding, maar leveren meerdere eindproducten van verschillende studieonderdelen in. De commissie heeft daarom voor beide opleidingen een combinatie van eindwerkstukken bestudeerd. Hierbij heeft zij inzicht gekregen in de kennis, de klinische vaardigheden, het professioneel handelen en de wetenschappelijke vorming van studenten. Om het gerealiseerde eindniveau van de bacheloropleiding te bepalen heeft de commissie in overleg drie soorten (eind)werkstukken beoordeeld: Bacheloressays; Verslagen medische wetenschap en maatschappij; E-portfolio s. De commissie heeft in totaal 18 bacheloressays beoordeeld (zie Bijlage 6). Deze werden door de commissieleden zelf aselect gekozen uit online omgeving waarop alle essays (in totaal 308) van bachelorstudenten beschikbaar waren gesteld. Hierbij is rekening gehouden met een spreiding in cijfers. Daarnaast heeft elk commissielid drie verslagen medische wetenschap en maatschappij, en ten minste drie e-portfolio s bestudeerd. Om te oordelen of studenten van de masteropleiding over de beoogde eindkwalificaties beschikken, heeft de commissie in overleg de volgende (eind)werkstukken beoordeeld: Onderzoeksverslagen; RPG verslagen (Reflectie en Professioneel Gedrag); Klinische beoordelingen. De commissie heeft in totaal 18 onderzoeksverslagen beoordeeld (zie Bijlage 6). Tijdens de visitatie heeft de commissie inzage gehad in de RPG verslagen en de klinische beoordelingen. QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 9

10 Voor de visitatie heeft de commissie inzage gevraagd in de organisatie, de inhoud, de toetsing en de evaluatie van onderwijsblokken van de bacheloropleiding: 2B(2.1) Infectie- en immuunziekten; 3A(3.1) Stoornissen in de reproductieve cyclus; 3C(4.2) Arts en Volksgezondheid. Tijdens de visitatie beoordeelde de commissie de kwaliteit van de blokboeken, de studentinformatie, de toetsen, en praktische onderwijsprogramma s van deze blokken in detail. Een overzicht van de aanbevelingen van de commissie naar aanleiding van de visitatie is opgenomen als Bijlage 7 bij dit rapport. 10 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

11 Samenvattend oordeel over de kwaliteit van de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde Dit rapport geeft de bevindingen en overwegingen weer van de commissie Geneeskunde 2011 over de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De commissie baseert haar oordeel op informatie uit de zelfstudie, aanvullende informatie naar aanleiding van vooraf geformuleerde vragen van de commissie, informatie uit de gesprekken tijdens het bezoek, de geselecteerde (eind)werkstukken en portfolio s, en de documenten die tijdens het bezoek ter inzage beschikbaar waren. De commissie heeft voor beide opleidingen zowel positieve aspecten opgemerkt als verbeterpunten gesignaleerd. Na deze tegen elkaar te hebben afgewogen, is de commissie tot het oordeel gekomen dat beide opleidingen voldoen aan de eisen voor basiskwaliteit die de voorwaarde zijn voor heraccreditatie. Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties De commissie beoordeelt Standaard 1 voor beide opleidingen als voldoende. De eindkwalificaties van de Nederlandse artsopleidingen zijn vastgelegd in het Raamplan Artsopleiding In dit raamplan wordt omschreven aan welke eisen een beginnend arts minimaal moet voldoen en worden eindkwalificaties voor de bacheloropleiding omschreven. Bij het opstellen van het raamplan is de aansluiting bij de Dublin-descriptoren een expliciet deel van de opdracht geweest. De commissie is van oordeel dat het raamplan een duidelijke beschrijving geeft van academische en professionele doelstellingen van een opleiding Geneeskunde. De eindkwalificaties van de opleidingen voldoen aan de maatstaven die internationaal vanuit de wetenschap en de beroepspraktijk worden gesteld, en sluiten zij qua niveau en oriëntatie aan bij de Nederlandse eisen. Standaard 2: Onderwijsleeromgeving De commissie beoordeelt Standaard 2 voor beide opleidingen als voldoende. De bacheloropleiding bestaat uit negen thema s, de leerlijnen Practicum Klinische Vaardigheden, Klinisch Redeneren, en Academische Vorming, keuzeonderwijs in de vorm van een minor en praktijkstages. De masteropleiding bestaat uit het thema De Patiënt, het thema Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek, de coassistentschappen en het keuzeonderzoek. De commissie concludeert dat er sprake is van samenhangende en goed doordachte programma s, waaruit duidelijk het Rotterdamse accent op academische vorming en excellente studenten blijkt. In het curriculum zijn samenhangende didactische achtergronden herkenbaar, hoewel er geen expliciet didactisch concept wordt uitgedragen. De commissie is onder de indruk van de verbeteringen die hebben plaatsgevonden sinds de beoordeling in De opbouw van de programma s waarbij mechanismen van ziekten leidend zijn, is volgens de commissie uniek en vernieuwend. De eindkwalificaties zoals geformuleerd in het raamplan zijn adequaat vertaald in een geïntegreerd geheel van thema s aangevuld met het lijnonderwijs en in de masteropleiding in een logisch opgebouwd geheel van coassistentschappen. De commissie heeft gezien dat de integrale ziektegerelateerde benadering een risico meebrengt gekeken naar de zichtbaarheid van en aandacht voor kerndisciplines als fysiologie, farmacologie en anatomie. Deze vakken komen niet als geheel, maar verspreid over de thema s aan bod, aansluitend bij het ziektemechanisme dat centraal staat. Ondanks dit risico is de commissie positief over de mate waarin deze kerndisciplines aan bod komen en de QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 11

12 herhaling van deze stof die deze geïntegreerde benadering bewerkstelligt. De commissie benadrukt het belang van het expliciteren van de actuele maatschappelijke thema s sociale geneeskunde en ouderengeneeskunde binnen de curricula, die op dit moment onderbelicht zijn. De commissie heeft gezien dat de opbouw van het klinische vaardighedenonderwijs, dat aan bod komt in verschillende thema s en leerlijnen, aansluit op de uitgangspunten van de Rotterdamse curricula just in time leren en training before the job. Zo vindt er pas patiëntcontact plaats wanneer sprake is van een solide medische basiskennis en basale klinische vaardigheden en wordt deze stof herhaald en verdiept voorafgaand aan een coassistentschap. De commissie is in dit verband uitgesproken positief over het masterthema De Patiënt, dat gericht is op herhaling van de stof uit de bacheloropleiding ter voorbereiding op de coassistentschappen. De commissie concludeert dat professioneel gedrag voldoende aan de orde komt tijdens de thema s, het tutoraat, de leerlijn Academische Vorming, en de coassistentschappen. Daarnaast heeft de commissie met waardering kennis genomen van de integriteitsbijeenkomst bij het begin van de bacheloropleiding, waarbij professioneel gedrag centraal staat. In beide opleidingen wordt het professioneel gedrag longitudinaal beoordeeld; in de bacheloropleiding aan de hand van een e-portfolio en in de masteropleiding aan de hand van een feedbackzakboekje dat begeleiders tijdens de coassistentschappen invullen. De commissie stelt vast dat er sprake is van zorgvuldig opgezette en geschikte instrumenten, maar vraagt aandacht voor de uitvoering en invulling ervan. Er moet gewaarborgd worden dat studenten voldoende inhoudelijke feedback ontvangen om zo optimaal bij te dragen aan hun leerproces. De commissie stelt vast dat het accent op academische vorming uitstekend vertaald is in de opleidingen. Naast de curriculaire invulling als de doorlopende leerlijn Academische Vorming en het thema Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek is sprake van Journal Clubs, waarin studenten wetenschappelijke literatuur bestuderen en bekritiseren, het Erasmus Journal of Medicine met daarin wetenschappelijke bijdragen van studenten en een groot aantal publicaties waaraan studenten bijdragen. Ook richt de Honours Class in de bacheloropleiding zich op het verder ontwikkelen van academische vorming en eventueel doorstromen naar een researchmaster. De nadruk op excellente studenten komt volgens de commissie duidelijk naar voren, onder andere door de eerder genoemde Honours Class, researchmasters en het het Erasmus Anatomy Research Project (EARP), een masterclass anatomie. Door verschillende studentengremia werd aangegeven dat veel initiatieven mogelijk zijn en ondersteund worden. De commissie heeft waardering voor deze cultuur en adviseert om deze door te trekken naar internationalisering door te faciliteren dat voor studenten de drempel om een deel van de opleiding in het buitenland te volgen, verlaagd wordt. De ziektegerelateerde benadering in combinatie met de diepgang per blok leidt volgens de commissie tot uitdagende curricula en staat daarmee op gespannen voet met de rendementen. Hoewel de studielast, de studieondersteuning, het BSA-percentage en de wachttijden voor coassistentschappen over het algemeen acceptabel zijn en er geen struikelvakken gesignaleerd kunnen worden, liggen de rendementen van de geneeskundeopleidingen in Rotterdam relatief laag. De commissie vraagt hier aandacht voor, ook gezien de wetswijziging die tot gevolg heeft dat studenten de jaren vertraging die zij oplopen zelf zullen moeten vergoeden. 12 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

13 De commissie heeft de kwaliteit van het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen bestudeerd en is hierover positief. Zij heeft ook vastgesteld dat er een herkenbare groep bevlogen kerndocenten is. Zij vindt het positief dat deze kerndocenten door studenten worden gezien als aanspreekpunten per kerndiscipline, aangezien de kerndisciplines verspreid over het gehele curriculum binnen de geïntegreerde thema s aan bod komen. De commissie wijst er wel op dat deze groep kerndocenten voor een buitenstaander niet goed zichtbaar is, omdat een aantal van de kerndisciplines, zoals anatomie, gebundeld is binnen de brede afdeling neurowetenschappen. De commissie constateert ook minder positieve aspecten. In het vaardigheidsonderwijs bestaat op dit moment te veel variëteit tussen werkgroepen, betrokkenheid van de docenten, leermethoden en leerstof. De commissie raadt aan om dit expliciet aan de orde te stellen tijdens het BKO-traject. De commissie is van mening dat de Opleidingscommissie niet goed functioneert. De inzet en betrokkenheid van de docentleden van de opleidingcommissie zijn op dit moment onder de maat. De ontwikkeling waarbij onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg als gelijke kerntaken worden gezien en er meer aandacht is voor de taak en het professionaliseren van docenten wordt gewaardeerd. Het traject van de docentprofessionalisering behoeft echter nog een inhaalslag. Standaard 3: Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De commissie beoordeelt Standaard 3 voor beide opleidingen als voldoende. De commissie concludeert dat er sprake is van een goed afgestemde mix van toetsvormen en toetsen, die frequent worden afgenomen, waardoor er een adequaat beeld ontstaat van de bereikte eindkwalificaties, op het gebied van klinische vaardigheden, wetenschappelijke vorming en professioneel gedrag. De commissie is onder de indruk van de ontwikkelingen sinds de vorige visitatie, met name de opzet van het toetsplan transparant toetsen dat op dit moment geïmplementeerd wordt en het functioneren van de examencommissie, waaruit blijkt dat er vanuit dit gremium voldoende controle bestaat over de kwaliteit van de toetsing, ook in de affiliatieziekenhuizen. In de opleidingen worden de thema s integraal en veelal schriftelijk getoetst. De commissie waardeert deze benadering, maar stimuleert de opleiding om te zoeken naar een systeem dat waarborgt dat kerndisciplines die steeds een klein onderdeel vormen van een thematoets, over de hele linie voldoende beheerst worden door studenten. Klinische en academische vaardigheden worden volgens de commissie voldoende vaak en gevarieerd getoetst. De commissie is positief over de geïmplementeerde instrumenten die feedback voor en beoordeling van coassistenten in de hand werken. Zij adviseert om deze ontwikkeling door te zetten door te waarborgen dat coassistenten voldoende vaak en onafhankelijk beoordeeld worden en er meer discriminatie bestaat tussen de eindcijfers van studenten. Tijdens de visitatie bleek dat hieraan op dit moment gewerkt wordt. Het professioneel gedrag van bachelorstudenten wordt longitudinaal beoordeeld aan de hand van het e-portfolio. De commissie vindt dit een adequaat instrument dat voldoende inzicht geeft in het professioneel gedrag van studenten. Zij raadt aan om de waarde van de beoordeling te verhogen door inhoudelijke feedback en eigen reflectie te koppelen aan de beoordeling. Op basis van de beoordeling van een selectie eindwerken van diverse onderwijsonderdelen heeft de commissie vastgesteld dat het niveau van zowel bachelorstudenten als masterstudenten overeenkomt met de verwachtingen die de commissie heeft van studenten in deze fase van de opleiding. De beoordeling van de commissie kwam in het algemeen dan ook QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 13

14 overeen met de door de opleidingen toegekende beoordelingen. Het niveau van de wetenschappelijke eindwerken bevestigt de commissie in haar opvatting dat de toetsing en beoordeling van wetenschappelijke vorming in beide opleidingen adequaat is. Bacheloropleiding Geneeskunde De commissie beoordeelt de standaarden uit het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling als volgt: Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties Standaard 2: Onderwijsleeromgeving Standaard 3: Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Algemeen eindoordeel voldoende voldoende voldoende voldoende Masteropleiding Geneeskunde De commissie beoordeelt de standaarden uit het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling als volgt: Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties Standaard 2: Onderwijsleeromgeving Standaard 3: Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Algemeen eindoordeel voldoende voldoende voldoende voldoende De voorzitter en de secretaris van de commissie verklaren hierbij dat alle leden van de commissie kennis hebben genomen van dit rapport en instemmen met de hierin vastgestelde oordelen. Zij verklaren ook dat de beoordeling in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. Datum: 14 juni 2012 prof. dr. H.F.P. Hillen mw. N.M. Verseput MSc 14 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

15 Behandeling van de standaarden uit het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau en oriëntatie (bachelor of master; hbo of wo) binnen het Nederlandse kwalificatieraamwerk. Ze sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding Bevindingen De eindtermen van de Nederlandse artsopleidingen zijn vastgelegd in het Raamplan Artsopleiding 2009 (hierna te noemen: raamplan; zie ook bijlage 3), dat in september 2009 als opvolger van het Raamplan 2001 is verschenen. Met dit raamplan beschikken alle Nederlandse Geneeskundeopleidingen over een raamwerk voor (de kwaliteit van) hun opleidingen. Het raamplan wordt regelmatig herzien, om te waarborgen dat ontwikkelingen in het medische opleidingscontinuüm, binnen het vakgebied en maatschappelijke veranderingen vertaald worden in eindtermen van de artsopleiding. De eindtermen van het raamplan zijn gebaseerd op het behalen van de competenties zoals beschreven in het CanMEDS systeem. Bij het opstellen van het raamplan is voorts de aansluiting bij de Dublin-descriptoren een expliciet deel van de opdracht geweest. Momenteel bestaat er geen heldere internationale benchmark, maar het raamplan sluit wel aan bij de Europese richtlijn 2005/36 EG betreffende erkenning beroepskwalificaties. Hierin wordt voorgeschreven dat de opleiding waarborgt dat voldoende kennis wordt verworven van de wetenschappen waarop de geneeskunde berust, alsmede een goed inzicht in de wetenschappelijke methoden, met inbegrip van de beginselen van de meting van biologische functies, in de beoordeling van wetenschappelijk vastgestelde feiten alsmede in analyse van gegevens. De bachelor- en masteropleiding Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam hanteren de eindkwalificaties zoals deze zijn geformuleerd in het raamplan. Het Erasmus MC legt volgens de zelfstudie twee specifieke accenten: kenmerkend voor de Rotterdamse opleidingen is in de eerste plaats de aandacht voor academische vorming en in de tweede plaats de faciliteiten die geboden worden aan excellente studenten. Het Erasmus MC beoogt haar studenten op te leiden tot maatschappelijk betrokken ErasmusArtsen, met een wetenschappelijke attitude die gericht is op voortdurende kennisverwerving, continue professionele ontwikkeling en overdracht van opgedane kennis aan collega-professionals. De inspirerende onderwijsomgeving moet studenten in staat stellen om opgedane kennis als teamspeler over te dragen aan collega-professionals, waarbij de zorgvraag van de patiënt centraal staat Overwegingen De commissie is van oordeel dat het Raamplan 2009 een duidelijke beschrijving biedt van de academische en professionele doelstellingen van een bachelor- en masteropleiding Geneeskunde, zij het dat deze beschrijving meer ruimte biedt voor variatie tussen de opleidingen dan de vorige versies. Door het volgen van de eindkwalificaties zoals in het raamplan vastgelegd, voldoen de opleidingen aan de maatstaven die daaraan internationaal QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 15

16 vanuit de wetenschap en de beroepspraktijk gesteld worden, en sluiten zij qua niveau en oriëntatie aan bij de Nederlandse eisen. De commissie waardeert de specifieke accenten die door het Erasmus MC worden gelegd op academische vorming en aandacht voor excellente studenten. Hoewel de inhoud van de opleiding logischerwijs grotendeels vergelijkbaar is met overige geneeskundeopleidingen kiest het Eramus MC hiermee voor een duidelijk profiel, dat is terug te zien in de vertaling van het raamplan naar de curricula. Dit werd tijdens de visitatie bevestigd door de verschillende gremia waarmee de commissie gesproken heeft Conclusie Bacheloropleiding Geneeskunde: de commissie beoordeelt Standaard 1 als voldoende. Masteropleiding Geneeskunde: de commissie beoordeelt Standaard 1 als voldoende. 16 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

17 Standaard 2: Onderwijsleeromgeving Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Toelichting: De inhoud en vormgeving van het programma stelt de toegelaten studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken. De kwaliteit van het personeel en van de opleidingsspecifieke voorzieningen is daarbij essentieel. Programma, personeel en voorzieningen vormen een voor studenten samenhangende onderwijsleeromgeving Bevindingen In deze standaard wordt allereerst inzicht gegeven in de opbouw van en samenhang binnen de curricula (2.1.1.). Vervolgens wordt ingegaan op de mate waarin de eindkwalificaties zijn vertaald binnen de curricula (2.1.2.) en op de aandacht binnen de curricula voor klinische vaardigheden (2.1.3.), professioneel gedrag (2.1.4.) en wetenschappelijke vorming (2.1.5.). Tot slot staan de volgende onderwerpen centraal: de onderwijsomgeving (2.1.6.), instroom, studielast en rendementen (2.1.7.), onderwijsgevend personeel (2.1.8.) en opleidingsspecifieke interne kwaliteitszorg, waarbij tevens wordt beschreven welke verbetermaatregelen zijn doorgevoerd naar aanleiding van de vorige visitatie (2.1.9.) Curricula De curricula van de bachelor- en masteropleiding zijn opgenomen in Bijlage 4. De opleiding Geneeskunde van het Erasmus MC is in september 2008 overgegaan van een ongedeelde opleiding naar een bachelor- en masteropleiding. De bacheloropleiding is in 2008, en de masteropleiding is in september 2011 van start gegaan. In de zelfstudie wordt beschreven hoe de opbouw en samenhang van de curricula vanuit het Erasmus MC bewaakt wordt. Voor de afstemming binnen het bachelorcurriculum is er het CCO (Centraal Coördinatoren Overleg). Van het CCO zijn thema- en lijncoördinatoren uit de bacheloropleiding lid. Deze coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de samenhang binnen een thema of leerlijn. Daarnaast zijn er tentamencoördinatoren, verantwoordelijk voor de afstemming van het onderwijs binnen één tentamenperiode, en weekrespondenten, die zorg dragen voor de samenhang binnen één onderwijsweek. Voor de coördinatie van het mastercurriculum is er het Overleg Disciplinecoördinatoren (ODC), waarbij specialisten vanuit het Erasmus MC als disciplinecoördinator verantwoordelijk zijn voor een bepaald coassistentschap. Daarnaast is er de Kerngroep Klinische Fase (KKF), een vergadering van de coördinator masteropleiding met de affiliatiecoördinatoren van de zeven grote affiliatieziekenhuizen. Bacheloropleiding Geneeskunde De bacheloropleiding bestaat uit thematisch onderwijs, lijnonderwijs, keuzeonderwijs en praktijkstages. Het thematisch onderwijs vormt de kern van het curriculum. De opleiding telt in totaal negen thema s waarin steeds een ander onderdeel van de geneeskunde centraal staat. Het thematisch onderwijs is geïntegreerd; ziektebeelden worden behandeld van etiologie, pathogenese en pathofysiologie tot en met diagnose, behandeling en prognose, waarbij de stof wordt ingebed in een kader van kerndisciplines zoals anatomie, fysiologie en (bio)chemie. Het lijnonderwijs bestaat uit de leerlijnen Practicum Klinische Vaardigheden (PKV) en Klinisch Redeneren, die door de gehele bacheloropleiding heenlopen, en de lijn Academische Vorming, die zowel de bachelor- als masteropleiding omvat. Het keuzeonderwijs beslaat een periode van QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 17

18 vier weken in het tweede studiejaar, waarbij studenten kunnen kiezen uit een groot aantal thema s. De eerste tien weken van het derde studiejaar zijn gereserveerd voor de minor, die universiteit breed wordt aangeboden. Daarnaast zijn er drie vormen van praktijkstages: kennismaking met de beroepspraktijk en de beroepsoriëntatiestage in het eerste jaar, en de zorgstage in het tweede studiejaar van de bacheloropleiding. De commissie is onder de indruk van de herprogrammering van de bacheloropleiding. Zij is van mening dat er sprake is van een uniek en vernieuwend curriculum met de gekozen thematiek, waarbij mechanismen van ziekten leidend zijn. Deze aanpak sluit volgens de commissie aan op de dagelijkse praktijk van een arts. Ook kennen de thema s een logische opbouw en structuur, met voldoende diepgang en bereik in de breedte en daarbij duidelijke eigen accenten, zoals de nadruk die wordt gelegd op de rol van academicus. Studenten gaven tijdens de visitatie aan dat zij samenhang ervaren tussen en binnen de blokken en thema s. Daarnaast stelt de commissie vast dat het lijnonderwijs aansluit op de thema s waardoor er sprake is van geïntegreerd onderwijs en een samenhangend geheel. Zoals studenten en alumni bevestigden tijdens de visitatie, waarborgt deze aanpak dat studenten over voldoende geïntegreerde kennis beschikken wanneer zij starten met de klinische fase. De commissie stelt vast dat het streven van de opleiding naar training before the job wordt gerealiseerd. De commissie heeft gesignaleerd dat de ziektegerelateerde benadering kan leiden tot een potentieel risico wat betreft de zichtbaarheid van en aandacht voor kerndisciplines als fysiologie en anatomie; deze vakken komen niet expliciet en als een geheel maar versnipperd aan bod binnen de verschillende relevante thema s. Een gevolg hiervan is dat deze disciplines enkel integraal worden getoetst, hierdoor zou een student die herhaaldelijk zwak scoort op één van deze disciplines de opleiding toch succesvol kunnen doorlopen. Desalniettemin is de commissie positief over de mate waarin de kerndisciplines aan bod komen en de herhaling van deze stof die deze geïntegreerde benadering bewerkstelligt. Tijdens de visitatie werd gesproken over een drietrapsraket; de kern wordt in de eerste weken aan de orde gesteld, vervolgens komen de kerndisciplines vervlochten binnen de thema s terug gedurende de gehele bacheloropleiding, en als laatste wordt de stof ter voorbereiding op ieder coassistentschap in de masteropleiding herhaald en verdiept. De commissie stelt vast dat dit resulteert in een gelaagde opbouw van het programma, waarbij de stof steeds wordt herhaald in een nieuwe context en fase. Masteropleiding Geneeskunde De masteropleiding bestaat uit thematisch onderwijs, de coassistentschappen en het keuzeonderzoek. Het eerste masterjaar start met thematisch onderwijs. Het thema De Patiënt vormt een voorbereiding op de coassistentschappen. Daarnaast wordt in dit thema stof uit de bacheloropleiding herhaald. Het thema Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek vormt een voorbereiding op het uitvoeren van onderzoek. Vrijwel alle coassistentschappen starten met een ICK-week (IntroductieCursus Kliniek), waarin de voor het daaropvolgende coassistentschap typerende ziektebeelden, (klinische) vaardigheden en farmacologie/farmacotherapie worden behandeld. Ook wordt, indien van toepassing, ingegaan op de kenmerken van de patiëntenpopulatie en de eventuele implicaties daarvan voor de patiëntbejegening. In de ICK-weken is voorts het SCOPE-onderwijs (Samenwerken in de Coassistentschappen, Ontwikkeling, Persoonlijke Evaluatie) gepland. In dit onderwijs staan patiëntveiligheid en reflectie op de praktijk voor, tijdens en na de praktijk van de coassistentschappen centraal. Na de reguliere coassistentschappen volgen studenten het keuzecoassistentschap en het oudste coassistentschap. Zij kunnen deze combineren tot één lang oudste coassistentschap of 18 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

19 kunnen in plaats van een keuzecoassistentschap een extra lang keuzeonderzoek doen. In het keuze- en oudste coassistentschap krijgen studenten meer verantwoordelijkheid en worden zij geacht te functioneren op het niveau van een net afgestudeerde basisarts. Het keuzeonderzoek is onderdeel van het programma Academische Vorming en duurt een half studiejaar. De commissie stelt vast dat er sprake is van een helder opgebouwd curriculum, waarbij sprake is van een toenemende zelfstandigheid. Net als voor de bacheloropleiding geldt dat de commissie waardering heeft voor de geïntegreerde benadering van thema s, waarbinnen relevante stof herhaaldelijk aan bod komt en sprake is van aansluiting op het lijnonderwijs en de coassistentschappen. Hiermee wordt het streven naar just in time leren bereikt. Dit geldt in het bijzonder voor het thema De Patiënt, dat ter voorbereiding op de coassistentschappen ingaat op het klinisch redeneren. Daarnaast dragen de ICK-weken voorafgaand aan ieder coassistentschap hier aan bij Vertaling eindkwalificaties De commissie is nagegaan of de eindkwalificaties van de bacheloropleiding en masteropleiding adequaat vertaald worden in het onderwijs, en in het bijzonder in welke mate er aandacht is voor farmacotherapie-onderwijs en internationalisering. De commissie heeft geconstateerd dat er vanuit de opleidingen voldoende controle bestaat op het waarborgen van eindkwalificaties in de programma s. Zo heeft zij vernomen dat er een intern systeem gehanteerd wordt, waarbij steeds wordt afgestemd tussen de themacoördinatoren, onderwijskundigen en de uitvoerende docenten welke eindkwalificaties elk onderwijsonderdeel bevat. De commissie stelt vast dat de eindkwalificaties zoals deze zijn geformuleerd in het raamplan in voldoende mate terug te vinden zijn in beide opleidingen, waarbij het accent op academische vorming duidelijk zichtbaar naar voren komt. Voor de masteropleiding geldt dat de CanMEDsrollen hierbij leidend zijn. Het is de commissie tijdens de visitatie opgevallen dat de masterstudenten goed op de hoogte zijn van het bestaan van deze rollen en zich daarom bewust zijn van de leerdoelen waaraan zij aan het einde van de opleiding dienen te voldoen. De herkenbaarheid van en aandacht voor onderwijs gericht op sociale geneeskunde mag volgens de commissie versterkt worden binnen de curricula. Hoewel dit onderwerp in de bacheloropleiding binnen enkele thema s terug is te vinden, en aan de orde komt binnen een klein blok aan het einde van de opleiding, is het onderwerp sociale geneeskunde in de masteropleiding onderbelicht. Ditzelfde geldt voor de ouderengeneeskunde. Zowel in de bachelor- als in de masteropleiding komt ouderengeneeskunde niet expliciet aan de orde, terwijl dit gezien de maatschappelijke ontwikkelingen een belangrijk thema is. In beginsel had de commissie het vermoeden dat ook voor de huisartsengeneeskunde relatief weinig aandacht bestond binnen de curricula. Zij heeft echter gezien dat de rol van de huisarts in voldoende mate aan de orde komt door de opzet van de lijn Klinisch Redeneren, waarbij altijd van de eerste lijn wordt uitgegaan, zodat studenten steeds vanuit de rol van de huisarts een casus benaderen. De besliskunde, die typerend is voor huisartsen, wordt hierdoor in voldoende mate behandeld. Voor het farmacotherapieonderwijs is volgens de commissie voldoende aandacht, mede doordat dit onderwijs is verweven in een doorlopende leerlijn. QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 19

20 Bachelorstudenten kunnen de minor in het buitenland volgen. Ook masterstudenten hebben op een aantal momenten de kans om een deel van de opleiding in het buitenland te volgen. Dit betreft met name het keuze- en oudste coassistentschap en het keuzeonderzoek. Ook kan één regulier coassistentschap onder voorwaarden in het buitenland worden gelopen. Om de uitgaande internationalisering te bevorderen, is per student een budget van beschikbaar gesteld. Verder is onlangs het International Office opgericht. Hoewel de commissie deze initiatieven waardeert, stelt zij vast dat er nog mogelijkheden liggen om internationalisering zo te faciliteren dat voor studenten de drempel om een deel van de opleiding in het buitenland te volgen, verlaagd wordt. Uit de gesprekken die de commissie gevoerd heeft tijdens de visitatie bleek dat studenten zich weinig gestimuleerd voelen en dat zij niet altijd bekend zijn met het International Office. Vanuit de opleidingen zou bewerkstelligd moeten worden dat er zichtbaar en gecentraliseerd kwalitatief goede buitenlandstages worden aangeboden Klinische vaardigheden In de zelfstudie wordt beschreven dat het Eramus MC gericht is op training before the job. Vanuit dit oogpunt zijn de curricula zo ingericht dat er pas patiëntcontact plaatsvindt wanneer sprake is van een solide medische basiskennis en basale klinische vaardigheden. De commissie kan zich hierin vinden en stelt vast dat ook studenten tevreden zijn over deze aanpak; zij voelen zich goed voorbereid en starten zelfverzekerd aan de coassistentschappen. Daarnaast heeft de commissie geconstateerd dat er voldoende faciliteiten aanwezig zijn bij het Erasmus MC om het trainen van klinische vaardigheden te waarborgen, waaronder het Skillslab en de snijzaal die zij tijdens de rondleiding bezichtigd heeft (zie ). Een verbeterpunt, dat tijdens gesprekken met verschillende gremia genoemd werd, is de wijze waarop het vaardighedenonderwijs gedoceerd wordt. Het kleinschalig onderwijs heeft tot gevolg dat verschillende docenten dezelfde stof aan kleine groepen studenten doceren. Tijdens de visitatie is gebleken dat tussen de werkgroepen, leermethoden en leerstof te veel variëteit bestaat. Studenten merken dit op wanneer zij na afloop van de werkgroepen de stof met elkaar bespreken, maar ook wanneer zij getoetst worden. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat bij het aanleren van de klinische vaardigheden het accent op patiëntcontact gelegd wordt, terwijl de docent die de toets vervolgens afneemt met name gericht is op de differentiaaldiagnose of andere methoden hanteert. Daarnaast bleek tijdens de visitatie dat docenten en studenten zich niet altijd even goed voorbereiden op het vaardighedenonderwijs, wat ten koste kan gaan van het niveau. De commissie adviseert om aandacht te besteden aan de kwaliteit van het kleinschalig vaardighedenonderwijs door te investeren in docentprofessionalisering (zie ), het formuleren van concrete leerdoelen en het afstemmen van leerdoelen en methoden tussen docenten. Daarnaast zal gewaarborgd moeten worden dat er voldoende en afgebakende tijd beschikbaar is voor het voorbereiden en verzorgen van het onderwijs. Bacheloropleiding Geneeskunde In de bacheloropleiding komen klinische vaardigheden volgens de commissie in voldoende mate aan de orde binnen de leerlijnen Praktisch Klinische Vaardigheden en Klinische Redeneren. Daarnaast maakt de student door middel van stages kennis met de beroepspraktijk. De PKV lijn bestaat uit drie onderdelen: Communicatie en Attitude vanaf het eerste jaar en Medisch-technische vaardigheden (MT) en Medische Anamnese (MA) vanaf het tweede studiejaar. In het derde jaar oefenen studenten de vaardigheden in het APC-onderwijs (Arts-Patiënt Contact) op simulatiepatiënten. In de APC-bijeenkomsten komen de drie onderdelen van de 20 QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam

21 lijn PKV bij elkaar. Tijdens de visitatie heeft de commissie aandacht gehad voor de wijze waarop het lichamelijk onderzoek van studenten bij elkaar tijdens het MT onderwijs plaatsvindt. Zij heeft hierbij vernomen dat er sprake is van een respectvolle en vertrouwelijke sfeer waarbinnen dit goed mogelijk is, en heeft hier waardering voor. De lijn Klinisch Redeneren is erop gericht om studenten te leren om vast te stellen welke ziekten de patiënt mogelijk heeft (differentiaaldiagnose). Het onderwijs is casusgeoriënteerd. De casus start steeds vanuit de eerste lijn en verplaatst zich vervolgens naar de rol van de specialist. De casus worden naarmate de studie vordert steeds complexer, aangezien meer ziektebeelden zijn behandeld en dus het palet aan mogelijke ziektebeelden toeneemt. De lijn bestaat uit negen bijeenkomsten, drie per jaar. De commissie vindt dit weinig, maar heeft begrepen dat er binnen deze bijeenkomsten wel een groot aantal casus voorbij komt, zodat studenten met vele ziektebeelden in aanraking komen. In het eerste jaar volgen studenten de stage kennismaking met de beroepspraktijk, waarbij zij vier maanden lang een dag per week meelopen op een afdeling in een ziekenhuis of in een huisartsen- of andere klinische praktijk. Na elke meeloopdag is er een nabespreking in een groepje van studenten met een docent. In de beroepsoriëntatiestage loopt de student drie dagen mee op een klinische afdeling of in een huisartsenpraktijk. De doelstelling van deze stage is dat de student een beeld krijgt van de latere beroepspraktijk. De zorgstage in het tweede studiejaar duurt twee weken en wordt gevolgd op een klinische afdeling of in een verpleeghuis. De student loopt mee met de verpleging (en niet met de artsen) om zo inzicht te krijgen in het werk van verpleegkundigen en verzorgenden, te leren samenwerken in een team en kennis te maken met de patiënt. Masteropleiding De commissie constateert dat er in de masteropleiding voldoende aandacht is voor klinische vaardigheden. Als vervolg op de lijn Klinisch Redeneren in de bacheloropleiding volgen studenten casusonderwijs, begeleid door meer algemeen gerichte artsen, zoals huisartsen, kinderartsen en internisten. Het casusonderwijs bestaat eruit dat studenten wekelijks zelfstandig twee patiëntcasus uitwerken, die vervolgens in een studiegroep met een arts worden nabesproken. Tijdens de bespreking wordt een variant op de casus aangeboden, waarbij sprake is van een vergelijkbare beginsituatie, maar met andere onderzoeksbevindingen. Studenten moeten deze casus ter plekke met elkaar oplossen. De commissie is onder de indruk van het thema De Patiënt, dat twintig weken beslaat en een voorbereiding vormt op de coassistentschappen. In het thema komen alle CanMEDS-rollen aan de orde. Kennis en vaardigheden uit het bachelorprogramma worden aan de hand van 100 verdiepingsonderwerpen (de meest voorkomende ziektescripts ) herhaald en verdiept. Onderdeel van het thema is dat studenten inzicht krijgen in het geneeskundig proces in de praktijk. Zij lopen daartoe een dag met een huisarts mee, bezoeken de IC en de SEH en wonen een obductie bij. Aan de bezoeken wordt een gerichte opdracht gekoppeld en er is een terugkoppelingsmoment. Uiteindelijk doel is dat de studenten zelfstandig een afgewogen behandelplan kunnen opstellen. Ook oefenen studenten met behulp van simulatiemiddelen een aantal klinische vaardigheden in het Skills Plaza. Een voldoende beheersing van deze vaardigheden is een vereiste om met de coassistentschappen te kunnen beginnen. In de zelfstudie wordt beschreven hoe de coassistentschappen zijn opgebouwd. Coassistentschappen, die een relatief intensieve begeleiding vereisen zijn eerder geprogrammeerd dan coassistentschappen die meer zelfstandigheid vereisen, zoals de disciplines met een sterke poliklinische component. De serie coassistentschappen start met QANU / Geneeskunde / Erasmus Universiteit Rotterdam 21

Geneeskunde. Faculty of Health, Medicine, and Life Sciences Universiteit Maastricht

Geneeskunde. Faculty of Health, Medicine, and Life Sciences Universiteit Maastricht Geneeskunde Faculty of Health, Medicine, and Life Sciences Universiteit Maastricht QANU, november 2011 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA

Nadere informatie

Geneeskunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

Geneeskunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Geneeskunde Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Geneeskunde. Faculteit Geneeskunde, Universiteit Utrecht

Geneeskunde. Faculteit Geneeskunde, Universiteit Utrecht Geneeskunde Faculteit Geneeskunde, Universiteit Utrecht QANU, november 2011 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Tandheelkunde Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Tandheelkunde Faculteit Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon:

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Geneeskunde. Faculteit Geneeskunde, VU Amsterdam

Geneeskunde. Faculteit Geneeskunde, VU Amsterdam Geneeskunde Faculteit Geneeskunde, VU Amsterdam QANU, februari 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax:

Nadere informatie

Geneeskunde. Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden

Geneeskunde. Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden Geneeskunde Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax:

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen ,m)ao r nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen datum 31 augustus

Nadere informatie

Onderzoeksmaster Geneeskunde, klinisch onderzoeker. Faculteit Geneeskunde Universiteit Utrecht

Onderzoeksmaster Geneeskunde, klinisch onderzoeker. Faculteit Geneeskunde Universiteit Utrecht Onderzoeksmaster Geneeskunde, klinisch onderzoeker Faculteit Geneeskunde Universiteit Utrecht QANU, juni 2011 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Sociologie. Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam

Sociologie. Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam Sociologie Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Onderwijskunde. Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Onderwijskunde. Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Onderwijskunde Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam QANU, juni 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Sociologie. Faculteit der Sociale Wetenschappen VU Amsterdam

Sociologie. Faculteit der Sociale Wetenschappen VU Amsterdam Sociologie Faculteit der Sociale Wetenschappen VU Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor se a ccreditati eorga n sat e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Geneeskunde van de Universiteit Leiden datum 3O april2014 onderurerp Definitief besluit

Nadere informatie

Onderwijskunde. Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Rijksuniversiteit Groningen

Onderwijskunde. Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Onderwijskunde Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Rijksuniversiteit Groningen QANU, oktober 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

Geneeskunde. Faculteit Medische Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen

Geneeskunde. Faculteit Medische Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen Geneeskunde Faculteit Medische Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen QANU, november 2011 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Onderwijskunde. Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Onderwijskunde. Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht Onderwijskunde Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht QANU, augustus 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit. Additionele beoordeling

Tandheelkunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit. Additionele beoordeling Tandheelkunde Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Additionele beoordeling Verslag aanvullende beoordeling masteropleiding Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen pagina 2 van

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen nvao r n e d e ria n d s- ulaamse a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen datum

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor wao n e d e rla n d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit Leiden datum 31 augustus 2016 onderwerp

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen {nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen se accreditati eorganisati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen datum 26 maat12013 ondenverp Defìnitief

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie es lult Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam datum Gegevens

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Onderwijskunde. Faculteit Gedragswetenschappen Universiteit Twente

Onderwijskunde. Faculteit Gedragswetenschappen Universiteit Twente Onderwijskunde Faculteit Gedragswetenschappen Universiteit Twente QANU, september 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Tandheelkunde. Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam

Tandheelkunde. Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam Tandheelkunde Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030

Nadere informatie

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013 ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Commercieel Privaatrecht van de Erasmus

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor se a ccreditati eorganísati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen datum 23 januari 201 3 onderwerp Defìnitief

Nadere informatie

Communicatiewetenschap. Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Communicatiewetenschap. Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam QANU, september 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong Toetsing en examinering bij accreditaties door Inge de Jong Inhoud 1. Aan welke eisen op het gebied van toetsing moet een opleiding voldoen? 2. Hoe kijkt een panel? 3. Hoe kan een opleiding goed duidelijk

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Communicatiewetenschap. Faculteit Gedragswetenschappen Universiteit Twente

Communicatiewetenschap. Faculteit Gedragswetenschappen Universiteit Twente Communicatiewetenschap Faculteit Gedragswetenschappen Universiteit Twente QANU, juli 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam ,nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 30 september

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

Communicatiewetenschap. Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam

Communicatiewetenschap. Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Communicatiewetenschap Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam QANU, september 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Kunst en Cultuur. Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam

Kunst en Cultuur. Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam Kunst en Cultuur Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van

Nadere informatie

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool Colofon datum. schrijver status. ii Kritische Reflectie (naam opleiding) (maand + jaar) Avans

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Criminologie. Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden

Criminologie. Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden Criminologie Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230 3100

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Expertleerkracht Primair Onderwijs van de Hogeschool

Nadere informatie

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht ,wao F nederlands - viaamse accreditatieorganisatie uit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Psychologie. Onderwijsinstituut Psychologie en Kunstmatige Intelligentie, Radboud Universiteit Nijmegen

Psychologie. Onderwijsinstituut Psychologie en Kunstmatige Intelligentie, Radboud Universiteit Nijmegen Psychologie Onderwijsinstituut Psychologie en Kunstmatige Intelligentie, Radboud Universiteit Nijmegen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Taal- en Letterkunde

Taal- en Letterkunde Taal- en Letterkunde Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit Leiden Bachelor- en masteropleidingen Rapport over de bacheloropleidingen: Taalwetenschap Duitse taal encultuur Engelse taal en cultuur

Nadere informatie

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014 9nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n isa tie S I y 0 1 Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding wo-bachelor Archeologie en Prehistorie

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Docent Muziek van de Fontys Hogescholen datum 28 februari 2017

Nadere informatie

Biomedische Wetenschappen. het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) Universiteit Leiden

Biomedische Wetenschappen. het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) Universiteit Leiden Biomedische Wetenschappen het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) Universiteit Leiden Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands

Nadere informatie

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013 nvao nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master International Executive Master of Finance and Control van de Universiteit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013 m ao * nederlcwds - vlaamse accreditatieorganisatie a, Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master D Executive Master of Finance and Control van de Universiteit Maastricht

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Sociologie. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Tilburg University

Sociologie. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Tilburg University Sociologie Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Tilburg University QANU, september 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

and lt van de Open Universiteit Open Universiteit Nederland wo-master Business Process Management and lt (60 ECTS) 20 december 2012

and lt van de Open Universiteit Open Universiteit Nederland wo-master Business Process Management and lt (60 ECTS) 20 december 2012 s e accr e d tat eo rga nisat e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Business Process Management and lt van de Open Universiteit Nederland datum I 2 november

Nadere informatie

Sociologie. Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Sociologie. Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Sociologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam QANU, oktober 2012 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Regiostudies. Faculteit der Letteren, Radboud Universiteit Nijmegen

Regiostudies. Faculteit der Letteren, Radboud Universiteit Nijmegen Regiostudies Faculteit der Letteren, Radboud Universiteit Nijmegen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230 3100

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Bedrijfskunde. Faculteit Managementwetenschappen, Open Universiteit

Bedrijfskunde. Faculteit Managementwetenschappen, Open Universiteit Bedrijfskunde Faculteit Managementwetenschappen, Open Universiteit Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230 3100

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Software Development van de Christelijke

Nadere informatie

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn NVAO Afdeling Nederland Augustus 2017 Deze richtlijn beschrijft de uitvoering van de praktijktoets behorend bij

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ,nvao F nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli

Nadere informatie

Besluit. : Vr'rje Universiteit Amsterdam : wo-master Communicatiewetenschap (60 ECTS) : 14 december2ol2 : voltijd : Amsterdam panel

Besluit. : Vr'rje Universiteit Amsterdam : wo-master Communicatiewetenschap (60 ECTS) : 14 december2ol2 : voltijd : Amsterdam panel se d ccr ed tatt eor gani sati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Communicatiewetenschap van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 24 oktober 201

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam nvao w nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam datum 31 augustus

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Economie. Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht

Economie. Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht Economie Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht QANU, oktober 2012 Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The

Nadere informatie

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam QANU, december 2009 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Keltische talen en cultuur

Keltische talen en cultuur Aanvullende beoordeling Keltische talen en cultuur Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Criminologie. Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam

Criminologie. Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam Criminologie Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230 3100

Nadere informatie

Communicatie- en Informatiewetenschappen en Mediastudies. Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen

Communicatie- en Informatiewetenschappen en Mediastudies. Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Mediastudies Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam s e a ccr e ditati eorga ni sdt e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam datum 31 maart 2014 onderwerp Definitief

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accred tatie aan de opleiding wo-master Computer Science van de Open Universiteit

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accred tatie aan de opleiding wo-master Computer Science van de Open Universiteit n ede rl an ds - u I a a mse a ccre ditati eor ga ni sati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accred tatie aan de opleiding wo-master Computer Science van de Open Universiteit datum 31 iuli

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao r nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Gewijzigd besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Bouwkunde van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791). ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie it Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Regiostudies. Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit Leiden

Regiostudies. Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit Leiden Regiostudies Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit Leiden Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230

Nadere informatie

: Rotterdam, Nijmegen Studieomvang (EC) : 120 Datum macrodoelmatigheidsbesluit : 8 september 2017 Datum aanvraag : 4 december 2017

: Rotterdam, Nijmegen Studieomvang (EC) : 120 Datum macrodoelmatigheidsbesluit : 8 september 2017 Datum aanvraag : 4 december 2017 nuao r nederlands - i/laamse accreditatieorganisatie uit Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Klinisch Verloskundige van de Hogeschool Rotterdam

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen nuao v nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen datum 31 mei 2017 onderwerp

Nadere informatie