VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999"

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht Telefoon / september

2 I n h o u d s o p g a v e Blz. I. Inleiding 4 II. Wettelijke regelingen 4 III. Samenstelling van het College van beroep voor de examens en het secretariaat 5 IV. Contacten met de Colleges van de zuster-instellingen 8 V. Een overzicht van de beroepszaken 9 VI. Samenvattingen van de uitspraken van het College van beroep voor de examens in de periode 1 september 1997 tot september Bijlagen: - tekst van de artikelen 7.60 t/m 7.63 WHW - Reglement van Orde 2

3 Lijst met gebruikte afkortingen FAC RGL GNK W&I N&S SCH AW BIO FAR LET DGK SW WIJS RW w.staf buiten-univ. faculteit faculteit der rechtsgeleerdheid faculteit der geneeskunde faculteit der wiskunde en informatica faculteit der natuur- en sterrenkunde faculteit der scheikunde faculteit der aardwetenschappen faculteit der biologie faculteit der farmacie faculteit der letteren faculteit der diergeneeskunde faculteit der sociale wetenschappen faculteit der wijsbegeerte faculteit der ruimtelijke wetenschappen wetenschappelijke staf buiten-universitair 3

4 I. Inleiding Dit verslag van het College van beroep voor de examens (hierna: het College) heeft betrekking op de periode 1 september 1997 tot 1 september In dit verslag wordt aan de volgende onderwerpen aandacht besteed: in hoofdstuk II: de wettelijke regelingen; in hoofdstuk III: de samenstelling van het College en het secretariaat; in hoofdstuk IV: contacten met de Colleges van de zuster-instellingen; in hoofdstuk V: een kwantitatief overzicht van de beroepszaken, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de beroepszaken met betrekking tot de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten en de overige beroepszaken; in hoofdstuk VI: samenvattingen van de uitspraken van het College in de verslagperiode. De tekst van de wettelijke regelingen over inrichting en functioneren van het College is als bijlage bij dit verslag gevoegd. II. Wettelijke regelingen Sinds de inwerkingtreding op 19 maart 1997 van de Wet modernisering universitaire bestuursorganisatie (Wet van 27 februari 1997, Staatsblad ; hierna: MUB) kan volgens artikel 7.61 WHW beroep worden ingesteld tegen beslissingen: - van examencommissies en examinatoren; - m.b.t. het bindend studieadvies (7.9, lid 2 WHW); - m.b.t. vaststelling van het aantal behaalde studiepunten in verband met de tempobeurs (7.9a WHW); - m.b.t. een colloquium doctum en het wegwerken van deficiënties; - m.b.t. de toelating tot examens; - m.b.t. vaststelling van het aantal behaalde studiepunten in verband met het eerste jaar van de prestatiebeurs; - m.b.t. het (tijdstip van) behalen van het afsluitend examen in verband met de prestatiebeurs; - m.b.t. de toelating tot de universitaire eerstegraads lerarenopleidingen. Er is één toetsingsgrond, te weten strijd met het recht. Deze grond brengt tot uitdrukking dat het College dient te toetsen aan zowel het geschreven als het ongeschreven recht. Het College dient te worden aangemerkt als een administratief beroepsorgaan, zodat de bepalingen van de Awb, met name de bepalingen van afdeling 7.3 van die wet, in beginsel van toepassing zijn. Het artikellid over de voorlopige voorziening verwijst naar artikel 8:81 Awb, dat gaat over de voorlopige voorziening bij de rechtbank. In de artikelsgewijze toelichting van de MUB is erop gewezen dat de colleges van beroep voor de examens geen rechterlijke colleges zijn, maar bestuursorganen en dat tegen beslissingen van deze colleges beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank en daarna hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is geen mogelijkheid om herziening te vragen aangezien de mogelijkheid van herziening bij rechterlijke colleges hoort. 4

5 De tekst van de artikelen 7.60 t/m 7.63 is als bijlage bij dit verslag opgenomen. 5

6 III. Samenstelling van het College en het secretariaat Op 1 september 1997 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr H. Bolt (vz.) buiten-univ mr E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mr G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL prof.dr C. Kollöffel w.staf BIO dr F.C. Stades w.staf DGK prof.dr W.A. van Vloten w.staf GNK drs I.E. van Delden niet w.staf SCH R.A. Tetteroo student RGL C. Wuyster student LET Plaatsvervangende leden dr A. van den Beld w.staf WIJS prof.dr H.J.M. Bos w.staf W&I/N&S prof.drs J. Hauer w.staf RW dr W.J.M. Peeters w.staf LET dr A. Schadee w.staf N&S dr S. Wiersma w.staf LET mr dr H.L.C. Hermans buiten-univ mr dr B.J. van der Net buiten-univ O. van Rijswijk student RGL E. van Westreenen student GNK

7 Op 1 september 1998 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr H. Bolt (vz.) buiten-univ mr E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mr G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL prof.dr C. Kollöffel w.staf BIO dr F.C. Stades w.staf DGK prof.dr W.A. van Vloten w.staf GNK drs I.E. van Delden niet w.staf SCH R.A. Tetteroo student RGL C. Wuyster student LET Plaatsvervangende leden dr A. van den Beld w.staf WIJS prof.dr H.J.M. Bos w.staf W&I/N&S prof.drs J. Hauer w.staf RW dr W.J.M. Peeters w.staf LET dr A. Schadee w.staf N&S dr S. Wiersma w.staf LET mr dr H.L.C. Hermans buiten-univ mr dr B.J. van der Net buiten-univ O. van Rijswijk student RGL E. van Westreenen student GNK

8 De samenstelling aan het eind van de verslagperiode zag er als volgt uit: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr H. Bolt (vz.) buiten-univ mr E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mr G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL prof.dr C. Kollöffel w.staf BIO dr F.C. Stades w.staf DGK prof.dr W.A. van Vloten w.staf GNK drs I.E. van Delden niet w.staf SCH R.A. Tetteroo student RGL C. Wuyster student LET plaatsvervangende leden dr A. van den Beld w.staf WIJS prof.dr H.J.M. Bos w.staf W&I/N&S prof.drs J. Hauer w.staf RW dr W.J.M. Peeters w.staf LET dr A. Schadee w.staf N&S dr S. Wiersma w.staf LET mr dr H.L.C. Hermans buiten-univ mr dr B.J. van der Net buiten-univ O. van Rijswijk student RGL E. van Westreenen student GNK

9 Het College is verdeeld in twee vaste kamers van elk vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. De kamerindeling wordt aan het begin van het academische jaar door de voorzitter, na overleg met de leden en de plaatsvervangende leden, vastgesteld. In uitzonderingsgevallen wordt een beroep behandeld door de derde kamer, die uit drie leden bestaat en per keer wordt samengesteld. Het secretariaat van het College werd tijdens de verslagperiode gevoerd door mw mr S. Polak. IV. Contacten met de Colleges van de zuster-instellingen De Colleges hebben, evenals voorgaande jaren, elkaar op de hoogte gehouden van hun uitspraken. Het landelijk overleg tussen de voorzitters en secretarissen van de Colleges heeft op 21 november 1997 plaatsgevonden aan de Katholieke Universiteit Brabant. Op 20 november 1998 heeft het landelijk overleg plaatsgevonden aan de Technische Universiteit Eindhoven. 9

10 V. Overzicht van de beroepszaken Overzicht van de ingediende en afgehandelde beroepen in de periode 1 september 1997 tot 1 september In het overzicht zijn alleen de beroepen die in de verslagperiode zijn afgehandeld opgenomen. De beroepen die in de verslagperiode zijn ingediend maar nog niet zijn afgehandeld, worden in het volgende verslag opgenomen. 10

11 M.b.t. het studiejaar 97/98: Van de 17 beroepen die betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten zijn er 4 ingetrokken en 13 minnelijk geschikt. Van deze beroepen is niet altijd bekend onder welke faculteit ze vallen. Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening faculteiten RGL DGK SW RW GNK LET BIO SCH TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond gedeeltelijk niet- 1 1 ontvankelijk/ongegrond voorl.voorziening 1 1 afgewezen voorl. voorziening niet-ontvankelijk

12 M.b.t. het studiejaar 98/99: Er zijn 11 beroepen ingesteld die betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten. Slechts 2 daarvan hebben geleid tot een uitspraak van het College. Beide beroepen zijn ongegrond verklaard. De overige 9 beroepen zijn minnelijk geschikt (6) of ingetrokken (3). Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening faculteiten RGL DGK SW RW GNK LET N&S TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen onbevoegd 1 1 (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond voorl. voorziening nietontvankelijk voorl. voorziening afgewezen

13 IV Samenvattingen van de uitspraken van het College in de periode 1 september 1997 tot 1 september 1999 Samenvattingen 1 september 1997 tot 1 september 1998 (Vervolg van de samenvattingen CBE-649, CBE-701A en CBE-730 uit het verslag 1995/97. CBE-649 A.J. van t K. - RW Beroep tegen de uitspraak van het College d.d. 11 juni 1996 door de rechtbank te s-gravenhage op 2 februari 1998 ongegrond verklaard. Verzoek om een voorlopige voorziening door de Raad van State niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet storten van griffierecht. Hoger beroep door de Raad van State niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van belang. CBE- 701A A.J. van t K. - RW. Beroep tegen de uitspraak van het College d.d. 7 februari 1997 door de rechtbank te s-gravenhage op 2 februari 1998 ongegrond verklaard. Hoger beroep door de Raad van State op 27 augustus 1998 niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van belang. CBE-730 A.J. van t K. - RW. Beroep tegen de uitspraak van het College d.d. 24 juni 1997 door de president van de rechtbank te s-gravenhage op 3 maart 1998 gegrond verklaard omdat het College eiser ten onrechte in zijn beroep heeft ontvangen). CBE-759 A.J. van t K. - RW Voorlopige voorziening 17 oktober 1997 Beroep tegen het niet afgeven van tentamenbriefjes voor deelcijfers van het vak Inleiding Specialisatie Regionale Geografie. Het verzoek om een voorlopige voorziening is, wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid, niet op een hoorzitting behandeld. Het verzoek om voorlopige voorziening gaat geheel buiten de grenzen van het ingestelde beroep. Het ophanden zijnde emeritaat van prof. H. heeft met dat beroep niets uitstaande, omdat de bevoegdheid om de tentamenbriefjes af te geven niet aan prof. H. als persoon toekomt maar als examinator in het betreffende vak. Verzoek voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Beroep op 16 november 1997 ingetrokken. CBE-754 A.J. van t K. - RW Voorlopige voorziening 7 oktober 1997 Beroep tegen het niet afgeven van een officieel geldig tentamenbriefje door verweerder. Nu het beroep door de voorzitter wordt opgevat als een herhaling van het beroep tegen de beoordeling van 9 april 1997 is hij van oordeel dat dit beroep niet opnieuw inhoudelijk kan worden beoordeeld, zodat het, naar zijn voorlopig oordeel, niet kan worden ontvangen. Om deze reden kan ook het verzoek om een voorlopige voorziening niet worden ontvangen. Ook door het College is het beroep opgevat als een herhaling van het beroep tegen de beoordeling van 9 april Beroep op 4 november 1997 niet-ontvankelijk verklaard. 13

14 De president van de rechtbank te s-gravenhage heeft op 3 maart 1998 beslist dat het College eiser terecht -zij het op grond van andere overwegingen- in zijn beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. Beroep ongegrond. Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening bij de Raad van State. Het verzoek om een voorlopige voorziening is kennelijk ongegrond verklaard wegens het ontbreken van een spoedeisend belang. Hoger beroep op 6 december 1999 niet-ontvankelijk verklaard (geen belang). CBE-758 J.S. - BIO Voorlopige voorziening 16 oktober 1997 Beroep tegen de beslissing van de examencommissie inzake de toelating tot de tentamens van de propedeuse Biologie. Bij afzonderlijk schrijven heeft verzoekster de voorzitter van het College verzocht een voorlopige voorziening te treffen, waarbij zij alsnog toegelaten wordt tot het tentamen Celbiologie van 20 oktober 1997 en de verdere tentamens waarvoor scheikunde een vereiste is. De voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en daarbij overwogen dat van verzoekster verwacht mag worden zich te hebben geïnformeerd over de eisen die worden gesteld aan de vooropleiding. Voorts heeft de voorzitter overwogen dat, gelet op de wettelijke bepalingen, vaststaat dat verzoekster een deficiëntie heeft en dat uit de wettelijke bepalingen voortvloeit dat zij dan niet aan tentamens kan meedoen. De vordering van verzoekster houdt in feite in dat zij gelijkgesteld wenst te worden met een student die met de studie is aangevangen op basis van een diploma gebaseerd op een zevenvakkenpakket waarvan scheikunde deel uitmaakt. Niet alleen acht de voorzitter het geval van verzoekster ongelijk aan laatstbedoelde situatie maar ook ziet de voorzitter in de wettelijke regeling een te zwaarwegend beletsel om de gevraagde voorziening toe te wijzen. Beroep door het College op 28 november 1997 ongegrond verklaard. CBE-748 A.J. van t K. - RW 7 oktober 1997 Beroep tegen de weigering van verweerder om een nabespreking te houden over de doctoraalscriptie van appellant. Tevens om een voorlopige voorziening verzocht. Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat gebleken is dat verweerder bereid is om een nabespreking te houden. Het College heeft in de stukken, waaronder het proces-verbaal van de voorlopige voorziening, geen aanknopingspunt kunnen vinden voor het oordeel dat door verweerder, zoals door appellant is betoogd, zou zijn geweigerd een nabespreking te houden. Integendeel, in die stukken is de bereidheid van verweerder af te lezen om tezamen met drs S. de gevraagde nabespreking te houden. Dat deze nabespreking uiteindelijk geen doorgang heeft gevonden, kan aan het voorgaande niet afdoen. Omdat het beroep is gericht tegen een beslissing, waarvan het door appellant gestelde bestaan niet is gebleken, moet worden geoordeeld dat aan het beroep van appellant niet een beslissing ten grondslag ligt met een inhoud als door appellant aangegeven, zodat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. CBE-750.R.T. van L. e.a. - DGK 24 oktober 1997 Beroep tegen de beoordeling door verweerder van vraag 3 van het tentamen Ziektekunde van de Orgaansystemen, deel IV (hierna ZOS-4). Het College betreurt dat er geen poging tot minnelijke schikking als bedoeld in artikel 7 14

15 Reglement van Orde heeft plaatsgevonden. Het tentamen ZOS-4 bestaat uit 10 vragen die elk 10 punten kunnen opleveren. Conform artikel 14 onder A, eerste lid, van de regels en richtlijnen geschiedt de beoordeling van schriftelijke tentamens aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde normen. Het College is van oordeel dat verweerder niet in redelijkheid tot de beslissing heeft kunnen komen om slechts 3 punten voor een juiste beantwoording van vraag 3 toe te kennen. Het College overweegt daartoe dat vraag 3 op zichzelf een inhoudelijk correcte vraagstelling betrof en appellanten niet hadden kunnen zien dat bij deze vraag een deel was weggevallen. Het valt onder de verantwoordelijkheid van verweerder om de juiste vragen te stellen. Beroep gegrond. CBE-752 F.D. - RGL 4 november 1997 Beroep tegen de beoordeling van het propedeuse-onderdeel Juridische Vaardigheden. Het College heeft op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting geen aanknopingspunten kunnen vinden voor het oordeel dat de beoordeling en de bestreden beslissing in strijd zijn met geschreven of ongeschreven rechtsregels. Met name acht het College niet aannemelijk gemaakt dat verweerder in redelijkheid niet tot het in de bestreden beslissing neergelegde oordeel (het toekennen van een vier) heeft kunnen komen. Appellant heeft niet aangetoond voor het College dat het puntenwaarderingssysteem, dat op zichzelf niet onredelijk is of in strijd is met een hogere regeling, in zijn geval tot een onjuiste beoordeling heeft geleid. Beroep ongegrond CBE-757 F.O.Z. - RGL 28 november 1997 Beroep tegen de beslissing van de examencommissie waarbij het verzoek van appellant om het tentamen Dimensie Internationaal recht mondeling te mogen afleggen is afgewezen. De grief van appellant is uiteindelijk gericht tegen het feit dat het tentamen pas in september 1997 is afgenomen en niet in augustus De grief van appellant kan er niet toe leiden dat het cijfer dat hij op 25 september 1997 heeft behaald voor het tentamen Dimensie Internationaal recht meetelt voor het studiejaar 1996/1997. Het College is van oordeel dat het verweerster niet te verwijten valt dat het mondelinge tentamen pas na 1 september 1997 heeft plaatsgevonden. Appellant heeft op 29 augustus aan verweerster niet voldoende duidelijk gemaakt dat hij het tentamen vijf keer heeft afgelegd en meer dan 19 punten uit 4 tentamens heeft behaald en vóór 1 september het tentamen mondeling wilde afleggen in verband met het behalen van de temponorm. Mede gelet op gebrek aan adequaat handelen van appellant kon onder de gegeven omstandigheden van verweerster niet verlangd worden vóór 1 september 1997 een mondeling tentamen te regelen. Beroep ongegrond. CBE-756 M.V. - LET (Muziekwetenschap) 19 december 1997 Beroep gericht tegen beslissingen van de examencommissie. Die beslissingen bestaan volgens appellant uit laster, het beperken van de keuze ten aanzien van de scriptiebegeleiding en de scriptiebegeleiding zelf. Beroep niet gericht tegen de beoordeling van de scriptie (cijfer zes). Beroep tegen de beslissing van verweerster van 14 februari 1997 buiten de termijn van vier 15

16 weken ingediend. Geen sprake van een verontschuldigbare overschrijding van de beroepstermijn, zodat het beroep, inzoverre het geacht moet worden te zijn gericht tegen de beslissing van verweerster van 14 februari 1997, kennelijk niet-ontvankelijk is te achten. In de door appellant gegeven aanduiding van het object van zijn beroep ziet het College geen voor beroep vatbare beslissingen in de zin van de WHW. Afgezien van het houden van een hoorzitting. Beroep niet-ontvankelijk verklaard. CBE tempo/t H.J. van H. - RGL 20 januari 1998 Beroep tegen de beslissing van het College van Bestuur inzake de vaststelling van het aantal door appellant behaalde studiepunten in het studiejaar 1996/1997. Appellant bestrijdt in zijn beroepschrift niet dat hij in het studiejaar 1996/97 slechts 20 studiepunten heeft behaald. Appellant is echter van mening dat de concrete omstandigheden rondom het verloop van zijn studie in voornoemd studiejaar de bestreden beslissing niet rechtvaardigen. Het College is van oordeel dat door appellant niet aannemelijk is gemaakt dat de vaststelling van het door hem behaalde aantal studiepunten niet juist zou zijn, noch dat verweerder bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen. Beroep ongegrond. CBE-761 A.J. van t K. - RW 20 januari 1998 Beroep tegen de beoordeling door verweerder van het vak Inleiding Specialisatie Regionale Geografie (hierna: ISRG) alsmede tegen het uitblijven van de bespreking van de beoordeling door verweerder. Appellant blijkt bij zijn beroep tegen de eindbeoordeling van het vak ISRG van de onjuiste veronderstelling te zijn uitgegaan dat dit vak uit meer onderdelen zou bestaan dan een mondeling tentamen en een monografie. De op deze onjuiste veronderstelling gebaseerde grief treft derhalve geen doel. Overigens merkt het College op dat het door appellant behaalde cijfer voor het mondelinge tentamen en het voor de bespreking van de monografie behaalde judicium al wel eerder aan appellant bekend waren, zij het niet door middel van een tentamenbriefje waarop de eind-beoordeling was aangegeven. Nu het beroep ook overigens niet met nadere gronden is onderbouwd, moet het, voor zover het is gericht tegen de -bij tentamenbriefje, door appellant ontvangen op 12 november aan appellant bekend gemaakte eindbeoordeling van het vak ISRG, ongegrond worden verklaard. Voorzover het beroep is gericht tegen het uitblijven van de nabespreking overweegt het College dat geen appellabele beslissing voorligt, zodat het beroep daartegen niet kan worden ontvangen. Beroep gedeeltelijk ongegrond, gedeeltelijk niet-ontvankelijk. Beroep tegen deze uitspraak van het College door de president van de rechtbank te s-gravenhage op 3 maart 1998 gegrond verklaard omdat het College het beroep van eiser niet-ontvankelijk had moeten verklaren in plaats van (gedeeltelijk) ongegrond. Herzieningsverzoek afgewezen door de Rechtbank. Hoger beroep en verzoek om een voorlopige voorziening bij de Raad van State. Verzoek voorlopige voorziening kennelijk ongegrond verklaard wegens ontbreken van spoedeisend belang. Hoger beroep op 6 december 1999 niet-ontvankelijk verklaard (geen belang). CBE tempo/t E. de R. - AW 16

17 17 februari 1998 Beroep tegen de beslissing van het College van Bestuur inzake vaststelling van het aantal door appellant behaalde studiepunten in het studiejaar 1996/

18 Appellant stelt dat zijn studieadviseur hem heeft toegezegd dat hij te allen tijde aanspraak kon maken op de drie studiepunten die hij tijdens zijn eerste studiejaar (het studiejaar 1994/95) voor het deeltentamen Wiskunde 1A heeft behaald. Het College is van oordeel dat door appellant niet aannemelijk is gemaakt dat de vaststelling van het door hem behaalde aantal studiepunten niet juist zou zijn, noch dat verweerder bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen. Van een toezegging door de studieadviseur, zoals door appellant is gesteld, is het College niet gebleken. Beroep ongegrond. CBE-763 en CBE-764 S. van L. en W.G.E. D. - SCH 17 februari 1998 Beroep van appellanten tegen de beslissing van de propedeuse adviescommissie (PAC) betreffende het niet plaatsen voor het derde blok van het tweede jaar. In artikel 13 van het examenreglement wordt de bevoegdheid om aan een student die het propedeutisch examen nog niet heeft behaald toegang te verlenen tot het afleggen van bepaalde doctoraalonderdelen toegekend aan de examencommissie. De examencommissie heeft naar voren gebracht dat zij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd aan de PAC. Ingevolge het bepaalde in artikel 10:15 Algemene wet bestuursrecht kan delegatie slechts rechtsgeldig geschieden indien in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake, zodat de delegatie ontoelaatbaar is. De beslissing van de PAC wordt door het College geacht te zijn genomen door de examencommissie. Het College is van oordeel dat de motivering de onderhavige beslissing niet kan dragen, voorzover hieraan slechts onderwijskundige overwegingen ten grondslag liggen en de vraag welk propedeuse-vak ontbreekt en welk verband bestaat tussen het ontbrekende propedeuse-vak en het af te leggen doctoraal-onderdeel of de af te leggen doctoraalonderdelen door verweerster als zijnde niet relevant niet bij haar beslissing is betrokken. Het argument van verweerster dat de bestreden beslissing is genomen ter bescherming van appellanten beschouwt het College als onvoldoende motivering. Beroep van appellant van L. niet-ontvankelijk verklaard, omdat diens belang bij een beslissing van de zaak ten gronde verloren is gegaan nu hij op 9 februari 1998 zijn propedeuse heeft behaald en daarom aan alle tentamens van het tweede jaar mag deelnemen. Beroep van appellante D. gegrond verklaard. CBE-768 A.J. van t K. - RW Voorlopige voorziening 25 maart 1998 Beroep ingesteld met betrekking tot het formeel afronden van de studie c.q. de scriptie van appellant. Tevens om voorlopige voorziening verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening is niet-ontvankelijk, nu het beroep in het kader waarvan het verzoek is gedaan, bij uitspraak van heden door het College niet-ontvankelijk is verklaard. Gelet hierop heeft de voorzitter aanleiding gezien op het verzoek om een voorlopige voorziening te beslissen zonder verzoeker in de gelegenheid te stellen ten aanzien van het verzoek te worden gehoord. Het College heeft in navolging van de uitspraak d.d. 3 maart 1998 van de president van de arrondissementsrechtbank 's Gravenhage overwogen dat artikel 7.61 van de WHW, waarin de bevoegdheid van het College is geregeld, aan het instellen van administratief beroep bij het College niet expliciet de voorwaarde stelt dat betrokkene aan de universiteit staat 18

19 ingeschreven, of ingeschreven heeft gestaan op een voor het geschil cruciaal tijdstip, doch dat uit artikel 7.61 van de WHW wél volgt dat het administratief beroep slechts open staat voor de "belanghebbende". De vraag of appellant in het voorliggende geval als belanghebbende kan worden aangemerkt met betrekking tot hetgeen door hem wordt bestreden (de brief van verweerder van 21 januari 1998) beantwoordt het College ontkennend. Ten tijde van het instellen van het administratief beroep - 24 januari was appellant reeds gedurende meer dan een jaar niet ingeschreven geweest bij de Universiteit. Ten overvloede overweegt het College dat de bestreden brief naar zijn oordeel ook niet is aan te merken als een appellabele beslissing als bedoeld in artikel 7:61 WHW. Beroep op 25 maart 1998 door het College niet-ontvankelijk verklaard. Verzoek voorlopige voorziening bij de president van de rechtbank te s-gravenhage ingediend. Verzoek voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet betalen griffierecht. Opnieuw verzoek voorlopige voorziening ingediend. Uitspraak d.d. 6 november 1998, waarbij het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen en het beroep door de president van die rechtbank ongegrond is verklaard. Hoger beroep door de Raad van State niet-ontvankelijk verklaard op 8 februari 1999 wegens het niet betalen van griffierecht. CBE-799 A.J. van t K. - RW 15 mei 1998 Beroep tegen de brief d.d. 3 april 1998, waarin de examencommissie heeft meegedeeld onder welke voorwaarden een nabespreking van de beoordeling van het onderdeel Inleiding Specialisatie Regionale Geografie kan plaatsvinden. Het College overweegt dat appellant niet als belanghebbende kan worden aangemerkt bij hetgeen in die brief is neergelegd, omdat hetgeen daarin wordt aangegeven eerst relevant wordt nadat aan een voorwaarde is voldaan (inschrijving bij de universiteit), waarvan thans volstrekt onduidelijk is of daar ooit aan zal worden voldaan en waarvan de vervulling afhankelijk is van de opstelling van appellant zelf. Beroep (zonder zitting) niet-ontvankelijk verklaard. Beroep rechtbank te s-gravenhage en verzoek voorlopige voorziening. Verzoek voorlopige voorziening op 3 september 1998 door de president van de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard wegens niet betalen van griffiegeld. Beroep door de rechtbank ongegrond verklaard op 19 april CBE-791 D.K. - RGL 9 juni 1998 Beroep tegen de beoordeling van het tentamen Verbintenissenrecht. Bij de tweede beoordeling (na de nabespreking) is de beoordeling bij één onderdeel omlaag gegaan. Het totale cijfer gaat bij een tweede beoordeling nooit omlaag. Geen toezegging gedaan door de eerste beoordelaar inzake een hogere beoordeling. Geen strijd met het vertrouwensbeginsel. Beroep ongegrond. CBE-796 A.J.R.B. - DGK 9 juni 1998 Beroep tegen de beoordeling van het tentamen Huisvesting en verzorging. Niet is aangetoond dat de vragen de opgegeven stof te buiten gaan. Het volgen van de -niet verplichte- colleges vergemakkelijkt het bestuderen van de tentamenstof, omdat tijdens de 19

20 colleges wordt aangegeven waar de accenten liggen. De antwoorden zijn echter ook indien geen colleges zijn gevolgd uit de verplichte tentamenstof te halen. Beroep ongegrond. 20

21 CBE-816 A t/m C A.J. van t K. - RW 9 juni 1998 Beroep tegen de weigering van prof. H. een nabespreking te houden voor alle onderdelen van het vak ISRG. Beroep tegen de weigering van prof. H. een beslissing te nemen terzake de handhaving van het scriptie-onderwerp. Beroep tegen de weigering van prof. H. appellant in contact te laten treden met een Israeldeskundige. Onverlet de vraag of zich in de voorliggende gevallen de situatie voordoet dat door het uitblijven van een beslissing een fictieve weigering aanwezig zou kunnen worden geacht, is het College van oordeel dat aan het ontvangen van appellants beroepschriften reeds in de weg staat de omstandigheid dat in art WHW is bepaald dat beroep openstaat tegen beslissingen van onder meer examinatoren en prof. H., gelet op diens emeritaat, met ingang van 1 maart 1998 niet meer de hoedanigheid van examinator toekomt. Beroepen niet-ontvankelijk. Beroep rechtbank te s-gravenhage, tevens verzoek voorlopige voorziening. De president van de rechtbank heeft op 6 november 1998 uitspraak gedaan in de hoofdzaak. Het beroep is gegrond verklaard omdat het College van beroep aan het bestreden besluit een onjuiste motivering ten grondslag heeft gelegd. De rechtsgevolgen zijn in stand gelaten omdat het College eiser terecht zij het op grond van andere overwegingen- niet-ontvankelijk heeft verklaard. Geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. CBE-818 A.J. van t K. - RW 18 juni 1998 Verzoek voorlopige voorziening en beroep. Beroep inzake het weigeren door prof. H. een besluit te nemen c.q. het niet tijdig nemen van een besluit omtrent de afronding van de scriptie binnen het wettelijk kader. Onverlet de vraag of zich in het voorliggende geval de situatie voordoet dat door het uitblijven van een beslissing een fictieve weigering aanwezig zou kunnen worden geacht, is het College van oordeel dat aan het ontvangen van appellants beroepschrift reeds in de weg staat de omstandigheid dat in art WHW is bepaald dat beroep openstaat tegen beslissingen van onder meer examinatoren en prof. H., gelet op diens emeritaat, met ingang van 1 maart 1998 niet meer de hoedanigheid van examinator toekomt. Beroep niet-ontvankelijk. Verzoek voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, nu het beroep in het kader waarvan het verzoek is gedaan, door het College niet-ontvankelijk is verklaard. Beroep rechtbank te s-gravenhage. Beroep ongegrond verklaard op 19 april CBE-821 A.J. van t K. - RW 17 juli 1998 Verzoek voorlopige voorziening en beroep tegen de beoordeling van prof. H. van de doctoraalscriptie van appellant met het cijfer 3. Nu de bestreden beslissing niet is overgelegd, ziet het College aanleiding het beroep van appellant niet-ontvankelijk te verklaren. In het door appellant overgelegde schrijven van 1 december 1994 is niet de beoordeling van appellants scriptie met het cijfer 3 neergelegd. Ten overvloede wijst het College erop dat ook als wordt meegegaan met hetgeen appellant kennelijk wenst namelijk dat uit genoemd schrijven wel blijkt van een beoordeling met het cijfer 3 een niet-ontvankelijkverklaring in de rede zou liggen, omdat de beroepstermijn 21

22 reeds lang is verstreken. Beroep niet-ontvankelijk verklaard. Verzoek voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard nu het beroep ten gronde, in het kader waarvan het verzoek is gedaan, door het College niet-ontvankelijk is verklaard. Verzoek voorlopige voorziening bij president van de rechtbank te s-gravenhage ingediend. Dit verzoek is op 13 oktober 1998 niet-ontvankelijk verklaard omdat geen bodemprocedure aanhangig is. 22

23 Samenvattingen 1 september 1998 tot 1 september 1999 CBE-834 A.J. van t K. - RW 24 september 1998 Verzoek voorlopige voorziening en beroep. Beroep tegen het uitblijven van het inwerking treden van de beslissing inzake zijn doctoraalscriptie. Het College is van oordeel dat aan het ontvangen van appellants beroepschrift reeds in de weg staat de omstandigheid dat in art WHW is bepaald dat beroep openstaat tegen beslissingen van onder meer examinatoren en prof. H., gelet op diens emeritaat, met ingang van 1 maart 1998 niet meer de hoedanigheid van examinator toekomt. Het aspect dat appellant in zijn beroepschrift aan de orde stelt m.b.t. zijn scriptie is niet een beslissing die ingevolge de wettelijke bepalingen appellabel is bij het College. Beroep niet-ontvankelijk. Verzoek voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, nu het beroep in het kader waarvan het verzoek is gedaan, door het College niet-ontvankelijk is verklaard. Beroep rechtbank te s-gravenhage niet-ontvankelijk verklaard wegens niet betalen griffierecht. CBE-822 M. van der K.- RW 25 september 1998 Beroep tegen de beslissing van de examencommissie om geen herkansingsmogelijkheid toe te kennen voor het propedeuse onderdeel Inleiding Economische Geografie. Het College is van oordeel dat de beslissing van verweerster om de omstandigheden, waar appellante zich op beroept, niet aan te merken als een bijzondere omstandigheid op grond waarvan een extra herkansing moet worden geboden, niet in strijd met het recht is. Beroep ongegrond. CBE-837 t/m CBE-848, 852, 854, 859 C.T.S. e.a. - DGK Voorlopige voorziening (CBE- 837 t/m 845) 13 oktober 1998 Beroepen tegen de beslissingen van de examencommissie inzake het verzoek tot deelname aan tentamens in de extra oktober-periode zonder dat door appellanten is voldaan aan de voorwaarde van tijdige intekening. Tevens om een voorlopige voorziening verzocht. De voorzitter heeft het volgende overwogen. De regeling voor de aanmelding staat in het examenreglement. De inschrijftermijn heeft vanaf eind juli op het prikbord gehangen en is ook opgenomen in de studiegids, die vanaf 31 augustus verkrijgbaar was. Het gaat om een tussentijdse (extra) tentamenperiode. Het is niet op voorhand duidelijk dat de bestreden besluiten de toetsing in hoofdzaak niet zullen kunnen doorstaan. Dit is niet de eerste keer dat het strikte beleid wordt toegepast. De enkele omstandigheid dat de bestreden beslissingen een studievertraging tot gevolg hebben, kan niet leiden tot toewijzing van de verzoeken. Niet gebleken is dat betrokkenen in de onmogelijkheid hebben verkeerd zich tijdig in te schrijven. Verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. Uitspraak College 17 december 1998 (CBE 837 t/m 848, 852, 854, 859) Beroep gegrond verklaard. Het College is van oordeel dat het nieuwe beleid, t.w. strikte toepassing van de inschrijvingsregels, niet voldoende duidelijk is gemaakt. Appellanten mochten erop vertrouwen dat het "oude" beleid t.a.v. de inschrijfregels ook op hen werd toegepast. 23

24 CBE-860 mr sci. F.B. - DGK 16 maart 1999 Beroep ingesteld "tegen het niet vaststellen van de gelijkstelling" door de examencommissie van het door hem behaalde buitenlandse dierenartsdiploma met het Nederlandse dierenartsdiploma. Artikel 7.61 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) bepaalt onder meer dat een belanghebbende beroep kan instellen bij het College tegen beslissingen van examencommissies en examinatoren. Het College is van oordeel dat het beroep van appellant niet is gericht tegen een beslissing als bedoeld in laatstgenoemde bepaling. De beslissing tot toelating behoort evenwel tot de bevoegdheid van de Minister van LNV en het is in het kader van de uitoefening van die bevoegdheid dat de faculteit der diergeneeskunde door de minister wordt gehoord. De faculteit der diergeneeskunde reageert naar aanleiding van zo'n verzoek met een advies, dat inhoudelijk wordt voorbereid door de examencommissie van de faculteit. Het College heeft zich onbevoegd verklaard. CBE-866 mr drs M.H.G.P. - RGL 2 april 1999 Beroep tegen de beoordeling van appellants doctoraalscriptie. De beoordeling van een examen of enig onderdeel daarvan behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de desbetreffende examencommissie of examinatoren. De wijze waarop de bestreden beslissing is voorbereid en tot stand is gekomen, is naar het oordeel van het College niet zodanig in strijd met de in het bestuursrecht geldende zorgvuldigheids- en motiveringsvereisten, dat die beslissing om die reden voor vernietiging in aanmerking komt. Met inachtneming van de hierboven aangegeven terughoudende opstelling heeft het College ook geen aanknopingspunten kunnen vinden voor het oordeel dat de beoordeling en de bestreden beslissing in strijd zijn met geschreven of ongeschreven rechtsregels. Beroep ongegrond. Beroep rechtbank Breda. Beroep ongegrond verklaard op 21 april Op het door appellant ingestelde hoger beroep is nog niet beslist. CBE-872 mw Y.N.M.S. - DGK 9 april 1999 Beroep tegen de beslissing van de examencommissie d.d. 10 november 1998, waarbij appellante is meegedeeld dat de uitslag van het tentamen ZOS III van augustus 1998 niet gewijzigd wordt. Het College is van oordeel dat appellante niet genoegzaam heeft kunnen aantonen dat zij al eerder dan op 19 januari 1999 een beroepschrift naar het College heeft gezonden. De stelling dat zij reeds een beroepschrift d.d. 5 december 1998, welk beroepschrift niet door het College is ontvangen, heeft ingediend, heeft zij niet met nadere gegevens kunnen onderbouwen. Het College kent in dit verband ook betekenis toe aan het feit dat appellante, nadat zij -naar zij stelt- een beroepschrift d.d. 5 december 1998 heeft ingediend tegen een beslissing d.d. 10 november 1998, niet eerder wegens het uitblijven van enige reactie van de kant van het College met het College contact heeft opgenomen dan op of na 19 januari Nu het beroepschrift van 19 januari 1999 na ommekomst van de daarvoor gestelde termijn door het College is ontvangen en voorts niet van omstandigheden is gebleken die maken dat moet worden geoordeeld dat het beroepschrift nochtans als tijdig dient te worden aangemerkt, is 24

25 het College van oordeel dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. CBE-902 A.J. van t K. - RW 22 juni 1999 Beroep tegen de brief d.d. 28 april 1999 van de examencommissie. Appellant kan niet worden aangemerkt als belanghebbende bij hetgeen in die brief is neergelegd, omdat hetgeen daarin wordt aangegeven eerst relevant wordt nadat aan een voorwaarde is voldaan, waarvan thans volstrekt onduidelijk is of daar ooit aan zal worden voldaan en waarvan de vervulling afhankelijk is van de opstelling van appellant zelf. Voorts overweegt het College dat de inhoud van de brief van 28 april 1999 van verweerster overigens ook niet is aan te merken als een beslissing in de zin van de WHW omdat het mededelingen van feitelijke aard betreffen en derhalve geen beslissingen inhouden als bedoeld in artikel 7.61 WHW. Beroep niet-ontvankelijk verklaard. Aldus vastgesteld door het College op 25 september mw mr S. Polak, secretaris mr H. Bolt, voorzitter 25

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

CBE-1166 (030)

CBE-1166 (030) CBE-1166 (030) 253 1745 16 januari 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 1 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerster

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2014 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van Beroep

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-0 9 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Den Haag, appellante tegen de Facultaire Examencommissie Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats appellant], appellant tegen [naam verweerder], namens verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie Propedeuse van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2013 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bestuursraad van het ICLON, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 4 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 8-0 8 0 en 1 0-0 3 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

het college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.

het college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8 0 2 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Boskoop, appellant tegen [namen], in hun hoedanigheid

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 5 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Kunstgeschiedenis, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 6 7 van (de voorzitter van) het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 9-0 3 3 en 0 9-0 4 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake de beroepen van de heer XXX te Breda, appellant tegen de Centrale Examencommissie Geneeskunde,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Toelatingscommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 7 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de XXX, appellant tegen XXX als examinator voor het vak Encyclopedie van de Rechtswetenschap,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-109 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 3 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 1 1 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2016/029 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 3 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies BSA-commissie

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 3 0 2 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 4 8 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/261

Zaaknummer : 2013/261 Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 4 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR

JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR Onderstaande tabellen geven een kwantitatief overzicht van de beroepszaken bij het College in 2011. In 2011 kwamen in totaal 195 zaken bij het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-1 3 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder

Nadere informatie

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld. Zaaknummer: 1996/162 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Olivier Datum uitspraak: 1 juli 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht Trefwoorden: Bevoegdheid, inschrijvingsduur,

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: tegen de beslissing van (hierna: appellant) de examencommissie Tandheelkunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 1 7 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Fiscaal Recht, verweerder 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-0 9 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Examencommissie Talen en Culturen Japan, verweerster 1. Ontstaan

Nadere informatie

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van Tilburg School of Economics and Management,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 0 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X1, appellant en de examencommissie van Tilburg School of Economics and

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2016 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, Zaaknummer : 2014/005 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Lubberdink en Van der Spoel Datum uitspraak : 11 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Beoordeling tentamen, deskundigheid,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak inzake het beroep van dhr. x, hierna te noemen appellant, van 20 februari 2011, ontvangen 28 februari 2011, tegen het besluit d.d. 9 februari 2011 van de examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 4 4 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam], appellant tegen de Raad van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,

Nadere informatie

BROCHURE IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

BROCHURE IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS BROCHURE 2013 IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Inhoudsopgave I. Het begin van de procedure Hoe weet je of je in beroep kunt gaan bij het CBE? Hoe stel je beroep in? Wat kunnen de gronden

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-1 0 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats], appellante tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-3 0 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Ma Linguistics, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Met de op 5

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 1 3 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 4 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 0 2 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/153

Zaaknummer : 2014/153 Zaaknummer : 2014/153 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleiding, (tussentijdse) beoordeling, evenredigheidsbeginsel,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 3 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Appellant is

Nadere informatie

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2008-2009 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

Nadere informatie

U I T S P R A A K 07 73

U I T S P R A A K 07 73 U I T S P R A A K 07 73 van het College van Beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie