VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006"

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht Telefoon / / November 2006

2 I n h o u d s o p g a v e I. Inleiding 4 II. Wettelijke regelingen en bevoegdheid van het College 5 III. Samenstelling van het College van beroep voor de examens 7 en het secretariaat IV. Contacten met de Colleges van de zusterinstellingen 9 V. Een overzicht van de beroepszaken 9 VI. Aanvulling op het vorig jaarverslag van beroepen die een 13 vervolg bij de Rechtbank en/of Raad van State hebben gehad. VII. Samenvattingen van de uitspraken van het College in de 14 periode 1 september 2004 tot september 2006 Blz. Bijlagen: Tekst van de artikelen 7.60 t/m 7.63 WHW Reglement van Orde Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 2

3 Lijst met gebruikte afkortingen B&O BIO Buiten-univ. DGK ECO FAC FAR GEO GGL GNK LET N&S RGL SCH SW W&I w.staf WIJS Bestuurs- en organisatiewetenschap Biologie Buiten-universitair Diergeneeskunde Economie Faculteit Farmaceutische wetenschappen Geowetenschappen Godgeleerdheid Geneeskunde Letteren Natuur- en sterrenkunde Rechtsgeleerdheid Scheikunde Sociale wetenschappen Wiskunde en informatica Wetenschappelijke staf Wijsbegeerte De Universiteit Utrecht heeft de volgende indeling van faculteiten: Faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuurs- en Organisatiewetenschap (REBO): Departementen: Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Faculteit Geesteswetenschappen: Subfaculteiten: Godgeleerdheid, Letteren en Wijsbegeerte Faculteit Geowetenschappen: Departementen: Aardwetenschappen, Fysische Geografie, Sociale Geografie en Planologie, Milieu en Innovatiewetenschap. Faculteit Bètawetenschappen: Departementen: Wiskunde, Informatica, Natuur- en Sterrenkunde, Biologie, Scheikunde, Farmaceutische Wetenschappen Faculteit Sociale Wetenschappen: Departementen: Maatschappijwetenschappen, Psychologie, Pedagogische en Onderwijskundige wetenschappen Faculteit Geneeskunde Faculteit Diergeneeskunde Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 3

4 I. Inleiding. Dit verslag van het College van beroep voor de examens (hierna: het College) heeft betrekking op 2 academische jaren, t.w. de periode 1 september 2004 tot 1 september In dit verslag wordt aan de volgende onderwerpen aandacht besteed: Samenstelling van het College en het secretariaat; Contacten met de Colleges van de zusterinstellingen ; Een overzicht van de beroepszaken; Aanvulling op het vorige jaarverslag van beroepen die een vervolg bij de Rechtbank en/of Raad van State hebben gehad; Samenvattingen van de uitspraken van het College in de periode 1 september 2004 tot september De tekst van de wettelijke regelingen over inrichting en functioneren van het College is als bijlage bij dit verslag gevoegd. Nieuw in deze verslagperiode is de invoering in het studiejaar 2004/2005 van het bindend studieadvies bij de opleidingen Rechten en Psychologie. In het studiejaar 2005/2006 is ook bij de opleidingen Wijsbegeerte, Farmacie en Economie het bindend studieadvies ingevoerd. Het secretariaat van het College heeft gesprekken met de desbetreffende opleidingen gevoerd, waarbij is bekeken hoe de procedure met betrekking tot het uitbrengen van dit advies kan worden afgestemd op de eventuele vervolgprocedure bij het College. Uitgangspunt daarbij is geweest dat de student zo spoedig mogelijk uitsluitsel moet hebben over het studieadvies en over de uitkomst van een daartegen ingesteld beroep. Daartoe is afgesproken dat faculteiten zo veel mogelijk vóór het uitbrengen van het definitieve studieadvies een gesprek met de student hebben, zodat in de vervolgprocedure de poging tot minnelijke schikking achterwege kan worden gelaten en de student sneller een beslissing van het College heeft. Ook is besproken wat de faculteiten kunnen doen om te voorkomen dat verzoeken om een voorlopige voorziening worden ingediend, die door de voorzitter van het College in een aparte zitting, voorafgaand aan de beroepsprocedure, moeten worden behandeld. Met betrekking tot het studiejaar 2004/2005 is slechts 1 uitspraak door het College gedaan over een bindend studieadvies (CBE 1314). Met betrekking tot het studiejaar 2005/2006 is ook slechts 1 uitspraak door het College gedaan over een bindend studieadvies. (Deze wordt opgenomen in het volgende verslag m.b.t. het studiejaar 2006/2007). Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 4

5 II. Wettelijke regelingen en bevoegdheid van het College. Elke universiteit en hogeschool heeft een College van beroep voor de examens. In de artikelen 7.60 t/m 7.63 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is de samenstelling en de rechtsgang van dit College geregeld en staat omschreven tegen welke beslissingen een belanghebbende (in de regel een student, maar het kan ook een examinator zijn) beroep kan instellen. Het College oordeelt over beslissingen van examencommissies en examinatoren en voorts over beslissingen m.b.t. het bindend studieadvies; de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten in verband met de tempobeurs en het eerste jaar van de prestatiebeurs; een colloquium doctum en het wegwerken van deficiënties; de toelating tot examens; het (tijdstip van) behalen van het afsluitend examen in verband met de prestatiebeurs; de toelating tot de universitaire eerstegraads lerarenopleidingen; de toelating tot een masteropleiding (m.i.v. het studiejaar 2002/2003). De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt (in afwijking van de Algemene wet bestuursrecht) vier weken. Een te laat ingediend beroepschrift wordt in beginsel niet meer inhoudelijk behandeld. Elke beslissing behoort te vermelden bij wie en binnen welke termijn daartegen kan worden opgekomen. Om termijnoverschrijding te voorkomen kan binnen de beroepstermijn een pro forma beroepschrift (d.w.z. een beroepschrift zonder gronden) worden ingediend en kunnen later in een aanvullend beroepschrift de gronden worden aangegeven. In spoedeisende zaken kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend, waarop door de voorzitter van het College wordt beslist. Voordat het College een beroepschrift in behandeling neemt zendt het dit door naar het orgaan waartegen het beroep is gericht (ingeval het beroep is gericht tegen een examinator wordt het beroepschrift naar de voorzitter van de desbetreffende examencommissie gestuurd), met uitnodiging om in overleg met betrokkene(n) na te gaan of een minnelijke schikking van het geschil mogelijk is. De voorzitter van het College kan beslissen om de procedure van de minnelijke schikking achterwege te laten. De term minnelijke schikking kan overigens verwarring wekken. Het gaat er daarbij om dat de betrokkene eerst zijn bezwaren tegen de bestreden beslissing voorlegt aan degene die de beslissing waartegen de bezwaren zich richten heeft genomen. Binnen drie weken moet het desbetreffende orgaan aan het College de uitkomst van het overleg meedelen en, indien geen minnelijke schikking is bereikt, een verweerschrift indienen. Het beroep wordt vervolgens in de meeste gevallen op een openbare zitting van het College behandeld: de behandelende kamer bestaat uit een voorzitter, die jurist is, en twee of vier overige leden. Het College kan een beroep niet-ontvankelijk of ongegrond verklaren of gegrond achten en de bestreden beslissing vernietigen. Het College is volgens de wet niet bevoegd zelf een nieuwe beslissing nemen. Verder is het zo, dat het College niet zonder meer zijn eigen belangenafweging of zijn eigen visie over te maken keuzen als uitgangspunt kan nemen bij het toetsen van een besluit. In de wet staat aangegeven dat het College slechts mag toetsen of een besluit in strijd is met het recht. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 5

6 Sinds 1 januari 1994 kan een belanghebbende tegen een uitspraak van het College beroep instellen bij een rechtbank (sector bestuursrecht) en eventueel daarna nog hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze rechters hebben uitdrukkelijk overwogen dat het College een bestuursorgaan is (zodat het zich dient te houden aan de regels die bijvoorbeeld in de Algemene wet bestuursrecht zijn gesteld over het nemen van besluiten door bestuursorganen) en dat het bij het instellen van beroep bij het College gaat om administratief beroep. Overigens moeten ook de examinator en de examencommissie worden beschouwd als bestuursorganen. Hun besluiten moeten dus voldoen aan de regels zoals met name in de Algemene wet bestuursrecht neergelegd: zorgvuldige voorbereiding, motivering, beslistermijnen, belangenafweging; verbod van onevenredigheid; beginselen van behoorlijk bestuur. Een wezenskenmerk van administratief beroep is dat het beroepsorgaan een besluit kan nemen dat in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Het College is evenwel niet bevoegd zelf een nieuwe beslissing te nemen. Ook moet het College bij zijn beoordeling van een besluit soms juist terughoudendheid in acht nemen. Als beroep tegen een beoordeling van een tentamen of een scriptie wordt ingesteld, toetst het College of die beoordeling voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoende is onderbouwd. Verder geldt echter dat zo n beoordeling tot de discretionaire bevoegdheid van de examinator/examencommissie behoort. Dit brengt in feite mee dat het College de vraag of zo n beoordeling op goede gronden berust zeer terughoudend toetst; slechts als er strijd is met enige regel van geschreven of ongeschreven recht kan zo n beoordeling worden vernietigd. Beslissingen van examinatoren/examencommissies waartegen beroep mogelijk is, betreffen niet alleen de beoordeling van een tentamen of een scriptie. Het kan ook gaan om andere beslissingen, zoals bijvoorbeeld over een verzoek tot verlenging van de geldigheidsduur van tentamens, verplicht overstappen van een oud naar een nieuw curriculum, een vrij doctoraalprogramma, een verzoek om vrijstelling of de wijze waarop een tentamen dient te worden afgelegd. Als tegen een uitspraak van het College beroep wordt ingesteld bij de rechtbank toetst die rechter of het College zijn werk wel goed heeft gedaan en dus slechts indirect of de examinator of de examencommissie wel het juiste besluit heeft genomen. De terughoudendheid die het College bij zijn toetsing in acht neemt, maakt dan dat het niet altijd gemakkelijk is voor de rechter om in het kader van het beroep bij hem tot de kern van de zaak door te dringen. Daarvoor is vaak van belang dat de oorspronkelijke partij (de examinator of de examencommissie) tevens bij het geding wordt betrokken: die kan de inhoudelijke vragen van de rechter het best beantwoorden als het gaat om zaken als de beoordeling van een tentamen of een scriptie en de daarbij gehanteerde beoordelingscriteria of de beslissing om vrijstelling te verlenen van het afleggen van één of meerdere tentamens of de beslissing om een voorgelegd vrij doctoraal programma al dan niet goed te keuren. Gelet op de terughoudendheid bij zijn toetsing en op de aan hem voorgeschreven toetsingsnorm (of een beslissing in strijd is met het recht), stelt het College zich feitelijk op als een onafhankelijke instantie met rechterlijke kenmerken. Dat impliceert dat het College in beginsel in een procedure bij een rechter geen uitvoerig verweerschrift indient (de argumentatie van het oordeel moet immers in de uitspraak van het College zijn gegeven en het zou niet juist zijn om in een verweerschrift allerlei argumenten aan te voeren die niet in die uitspraak zijn verwerkt maar die wel aan het oordeel van het College ten grondslag hebben gelegen) en dat het College in beginsel zich niet laat vertegenwoordigen op de zitting van de rechter. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 6

7 III. Samenstelling van het College en het secretariaat Het College is verdeeld in twee vaste kamers van elk vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. De kamerindeling wordt aan het begin van het academische jaar door de voorzitter, na overleg met de leden en de plaatsvervangende leden, vastgesteld. In uitzonderingsgevallen wordt een beroep behandeld door de derde kamer, die uit drie leden bestaat en per keer wordt samengesteld. Het secretariaat van het College werd tijdens de verslagperiode gevoerd door mevr. mr. S. Polak en mevr. M.W. Batteljee LL B. Op 1 september 2004 had het college de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mevr. mr. M.S.E. Wulffraat-van Dijk (plv. vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr. prof. mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL dr. F.C. Stades w.staf DGK mevr. drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH mevr. dr. P. Holthuizen w.staf GNK prof. dr. J. van Leeuwen w.staf W&I mevr. M.M. Hendriksen student LET mevr. A.A. Abbring Veenemans student LET plaatsvervangende leden vacature dr. A. van den Beld w.staf WIJS dr. W.J.M. Peeters w.staf LET prof. mr. dr. H.L.C. Hermans buiten-univ dr. A.J.C. Manders w.staf B&O prof. dr. D.J. van der Horst w.staf BIO dr. L.C. Palm w.staf N&S mevr. dr. E.J.A. Broekhuis w.staf GEO H. Asper student N&S mevr. M.J.A. Verseveld student RGL Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 7

8 Op 1 september 2005 had het college de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mevr. mr. M.S.E. Wulffraat-van Dijk (plv. vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr. prof. mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL dr. F.C. Stades w.staf DGK mevr. drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH mevr. dr. P. Holthuizen w.staf GNK prof. dr. J. van Leeuwen w.staf W&I mevr. M.M.A. Hendriksen student LET vacature student plaatsvervangende leden vacature vacature dr. W.J.M. Peeters w.staf LET prof. mr. dr. H.L.C. Hermans buiten-univ dr. A.J.C. Manders w.staf B&O prof. dr. D.J. van der Horst w.staf BIO dr. L.C. Palm w.staf N&S mevr. dr. E.J.A. Broekhuis w.staf GEO H. Asper student N&S vacature student De samenstelling aan het eind van de verslagperiode zag er als volgt uit: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mevr. mr. M.S.E. Wulffraat-van Dijk (plv. vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr. prof.mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL dr. J.A. Wagenaar w.staf GGL mevr. drs. I.E. van Delden buiten-univ mevr. dr. P. Holthuizen w.staf GNK mevr. prof. dr. ir. A.G. van der Lippe w.staf FSW mevr. D. Bakker student BO mevr. K.S.S.W. van Lijden student GNK plaatsvervangende leden dr. P.J. Engelen w.staf Econ prof. dr. P.A. Koolmees w.staf DGK dr. W.J.M. Peeters w.staf LET prof. mr. dr. H.L.C. Hermans buiten-univ dr. A.J.C. Manders w.staf B&O prof. dr. D.J. van der Horst w.staf BIO drs. L.C. Palm w.staf N&S mevr. dr. E.J.A. Broekhuis w.staf GEO H. Asper student N&S Mevr. A.M. Morée student RGL Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 8

9 IV. Contacten met de Colleges van de zusterinstellingen De colleges hebben elkaar, evenals voorgaande jaren, op de hoogte gehouden van hun uitspraken. Het landelijk overleg tussen de voorzitters en secretarissen van de Colleges heeft op 9 februari 2006 plaatsgevonden aan de Universiteit Leiden. Tijdens deze bijeenkomst is o.a. gesproken over de positie van de CBE s in de nieuwe Wet op het hoger onderwijs en onderzoek (WHOO). V. Overzicht van de beroepszaken Overzicht van de ingediende en afgehandelde beroepen in de periode 1 september 2004 tot 1 september In het overzicht zijn alleen de beroepen die in de verslagperiode zijn afgehandeld opgenomen. De beroepen die in de verslagperiode zijn ingediend maar nog niet zijn afgehandeld, worden in het volgende verslag opgenomen. M.b.t. het studiejaar 04/05: faculteiten ECON BO RGL DGK GEO SW GNK LET WIJS IVLOS TOTAAL aantal beroepen ingetrokken Ingetrokken na zitting minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond Gedeeltelijk gegrond 1 1 Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 9

10 Masterberoepen: faculteiten RGL SCH ECON LET TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) ongegrond Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 10

11 M.b.t. het studiejaar 05/06: Dit was het eerste jaar dat er bij een tweetal opleidingen (Rechten en Psychologie) gewerkt werd met een bindend studieadvies. Hiertegen is één beroep ingediend, dat ongegrond is verklaard (CBE 1314). Beroepen en verzoeken om een voorlopige voorziening: faculteiten ECON BIO RGL DGK GEO SW GNK LET WIJS FAR IVLOS TOTAAL aantal beroepen ingetrokken Ingetrokken na zitting minnelijke schikkingen (kennelijk) nietontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond Voorl. voorziening afgewezen Voorl. voorziening ingetrokken na zitting Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 11

12 Masterberoepen: Faculteiten RGL NAT SW ECON LET TOTAAL aantal beroepen Minnelijke schikkingen 2 2 (kennelijk) gegrond 1 1 (kennelijk) ongegrond 1 1 (kennelijk) niet-ontvankelijk Voorl.voorziening afgewezen 1 1 Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 12

13 VI. Aanvulling op beroepen uit het vorig jaarverslag die een vervolg bij de Rechtbank en/of Raad van State hebben gehad. CBE-1196 Sociale Wetenschappen (ASW) 8 juni 2004 Naar aanleiding van het verzoek van appellant om een doctoraal getuigschrift heeft verweerster appellant om inlichtingen en bewijsstukken gevraagd. Het College is van oordeel dat verweerster in redelijkheid heeft kunnen besluiten de aanvraag van appellant niet in behandeling te nemen (artikel 4:5, lid 1, Algemene wet bestuursrecht), nu appellant de gevraagde inlichtingen en bewijsstukken niet heeft verstrekt. Appellant is bij de rechtbank in beroep gegaan. Dit beroep is op 11 augustus 2005 ongegrond verklaard (SBR 04/1627 rechtbank Utrecht). De rechtbank is van oordeel dat: De examencommissie eiser in redelijkheid heeft kunnen vragen om originele documenten te tonen t.b.v. de besluitvorming waartoe de examencommissie bevoegd is; Eiser deze documenten niet heeft overgelegd; De examencommissie eiser alsnog in de gelegenheid heeft gesteld om dit verzuim te herstellen; Eiser dit verzuim niet heeft hersteld en Niet geoordeeld kan worden dat eiser redelijkerwijs niet over de gevraagde originele documenten kon beschikken dan wel over een vervangend gewaarmerkt exemplaar, afgegeven door de bevoegde instantie. Appellant is bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep gegaan. De Raad heeft op 7 juni 2006 uitspraak gedaan ( /1/H2) en het hoger beroep gegrond verklaard, evenals het bij de rechtbank ingediende beroep. De Raad heeft het bij het CBE ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervan is dat appellant niet als student was ingeschreven ten tijde van zijn verzoek aan de examencommissie in november en december Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 13

14 VII. Samenvattingen van de uitspraken van het College in de periode 1 september 2004 tot 1 september 2006 In dit hoofdstuk zijn de samenvattingen opgenomen van de uitspraken die het College in de verslagperiode heeft gedaan. Naast inhoudelijke uitspraken over o.a. fraude (1236/1274), terugplaatsing van het oude naar het nieuwe curriculum (1276, 1344, 1345), een laatste vak voorziening (1309, 1332) en een bindend studieadvies (1314), heeft het College ook relatief veel uitspraken gedaan waarin het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. In een aantal zaken was geen sprake van een appellabele beslissing (1268, 1270, 1290, 1316/1317, 1357), maar ging het bijvoorbeeld om een mededeling van informatieve aard of (de weigering tot) feitelijk handelen. Bij de overige zaken was de reden voor de niet-ontvankelijk verklaring dat appellant de beroepstermijn had overschreden. In die zaken is appellant gevraagd wat de reden voor de termijnoverschrijding was. In een enkel geval kwam op die vraag geen antwoord (1333, 1334, 1338) en in andere gevallen was de door appellant genoemde reden onvoldoende om de termijnoverschrijding verontschuldigbaar te achten (1286, 1304 t/m 1307, 1308, 1362, 1379). Zo zijn ziekte en het overlijden van een grootmoeder door het College niet aangemerkt als reden om de termijnoverschrijding verontschuldigbaar te achten. Ook is het naar het oordeel van het College voor rekening en risico van appellant wanneer hij anderen wil consulteren alvorens in beroep te gaan. Appellanten hadden volgens het College de mogelijkheid om tijdig een pro forma beroepschrift (d.w.z. een beroepschrift zonder gronden) in te dienen, om de termijn veilig te stellen en daarna de gronden in een aanvullend beroepschrift kunnen aangeven. Overigens is het College van oordeel dat een schrijven pas als een pro forma beroepschrift kan worden aangemerkt als is aangegeven tegen welke beslissing van welke orgaan beroep wordt ingesteld (1304 t/m 1307). Samenvattingen 1 september 2004 tot 1 september september 2004 CBE 1233 Scheikunde Toelatingsverzoek masterprogramma Chemistry and Physics afgewezen. Motivering van het afwijzingsbesluit summier en algemeen. Gronden voor afwijzing nader toegelicht tijdens de openbare behandeling van het beroep. Daarmee alsnog een op het individuele verzoek toegesneden motivering gegeven, waarvan moet worden geoordeeld dat deze het bestreden besluit tot afwijzing kan dragen. Vooropleiding voldoet niet aan het vereiste niveau. Besluit kan inhoudelijk in stand blijven. Besluitvormingsprocedure onzorgvuldig. 27 september 2004 CBE 1234 Rechten. Beroep tegen de beoordeling door verweerster van het tentamen Goederenrecht. De taken en bevoegdheden van het College strekken niet tot het (opnieuw) beoordelen van enig tentamen. Het College toetst derhalve of de beoordeling voldoende zorgvuldig is tot stand gekomen en of zij genoegzaam is onderbouwd. Voorts geldt dat de beoordeling van een examen of enig onderdeel daarvan behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de desbetreffende examencommissie of examinatoren. Dit brengt mee dat, naast de hierboven aangegeven toetsing, de beoordeling van een examen of enig onderdeel daarvan slechts voor vernietiging in aanmerking komt als er strijd is met enige regel van geschreven of ongeschreven recht. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 14

15 Het College kan geen uitspraak doen op het verzoek van appellante om beoordeling van het afgelegde tentamen door een deskundige van buiten de Universiteit, dan wel om het onderhavige vak elders af te leggen, aangezien het beslissen op dergelijke verzoeken niet tot de competentie van het College behoort. 27 september 2004 CBE 1236 Economie Beroep tegen besluit om appellante wegens fraude met terugwerkende kracht uit te sluiten voor alle in periode 3 van het studiejaar gevolgde vakken en de in die periode behaalde resultaten nietig te verklaren. Opgelegde sanctie in strijd met het examenreglement. Ten overvloede overweegt het College dat de sanctie onvoldoende deugdelijk is onderbouwd voor wat betreft de evenredigheid van die sanctie. Evenredigheidsbeginsel vereist dat een op te leggen sanctie zich verhoudt tot de ernst van de gedraging, in relatie tot overige van belang zijnde omstandigheden. Beroep gegrond. 27 september 2004 CBE 1244 Geneeskunde Beroep tegen besluit van 25 juni 2004 van de doctoraal examencommissie, waarbij is meegedeeld dat het cijfer voor het vak Zintuigen, Hersenen en Beweging II correct is vastgesteld. Beroep betreft feitelijk de beoordeling van genoemd tentamen, die in december 2003 aan appellante is bekend gemaakt. Beroepstermijn ruimschoots overschreden. Brief van 25 juni 2004 niet aan te merken als een beslissing in de zin van artikel 7.61, lid 1, sub f, van de WHW, doch slechts als een schrijven van informatieve aard, waarin wordt uitgelegd hoe het vaststellen van het eindcijfer tot stand is gekomen. Tegen een dergelijk schrijven is geen beroep mogelijk. Beroep niet-ontvankelijk. 8 oktober 2004 CBE 1260 Diergeneeskunde Beroep te laat ingediend. Geen sprake van verontschuldigbare termijnoverschrijding. Appellante had binnen de beroepstermijn een pro forma beroepschrift dat wil zeggen: een beroepschrift zonder gronden kunnen indienen (om de termijn veilig te stellen) en had daarna de gronden in een aanvullend beroepschrift kunnen aangeven. Beroep niet-ontvankelijk. 15 oktober 2004 CBE 1237 Geneeskunde. Besluiten van de examencommissie, waaruit volgt dat appellant wordt teruggezet van het oude curriculum naar het tweede jaar van het nieuwe curriculum en een aantal vrijstellingen krijgt, op zich in overeenstemming met de geldende regeling. Verweerster heeft evenwel de bevoegdheid om in individuele gevallen af te wijken van de desbetreffende regeling. College van oordeel dat verweerster onvoldoende heeft onderkend dat door appellant is beoogd te verzoeken om in zijn geval aan die bevoegdheid toepassing te geven. Op dit verzoek heeft verweerster ten onrechte niet beslist. Appellant zal moeten aangeven wat zijn persoonlijke omstandigheden zijn en alles naar voren moeten brengen wat van belang is voor het nemen van een beslissing in zijn individuele geval. Verweerster zal bij het te nemen besluit het evenredigheidsbeginsel in het oog moeten houden. Beroep gedeeltelijk gegrond/gedeeltelijk ongegrond. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 15

16 15 oktober 2004 CBE 1247 IVLOS Beroep tegen besluit dat appellante niet toelaatbaar is voor de lerarenopleiding Duits, aangezien ze een vakdeficiëntie heeft van ongeveer 60 ECTS (1 jaar studie). Bestreden besluit in overeenstemming met de toelatingseisen. Het eerdere bericht, op grond waarvan bij appellante de verwachting is gewekt dat zij toegelaten zou worden als zij haar doctoraal Algemene Letteren zou hebben behaald, is een kennelijke fout die snel is hersteld. Zowel de door verweerster erkende onzorgvuldigheid als de door appellante aangevoerde gewekte verwachtingen bieden onvoldoende grondslag voor het oordeel dat het besluit niet in stand kan blijven. De door appellante aangevoerde gewekte verwachtingen m.b.t. haar toekomstbeeld veroorzaakt door de onzorgvuldigheid van verweerster kunnen niet met zich meebrengen dat in haar geval van de toelatingseisen zou moeten worden afgeweken. 30 november 2004 CBE 1256 Rechten Verzoek van appellant om toelating tot de masteropleiding Fiscaal recht teneinde in het tweede semester van het studiejaar 2004/2005 enkele mastervakken Fiscaal recht te volgen naast zijn laatste bachelorvakken is door verweerster afgewezen. Besluit van verweerster is in overeenstemming met de regels zoals opgenomen in de Onderwijsen examenregeling (OER). Het beroep van appellant op andersluidende regels kan hem niet baten, nu voor verweerster deze OER geldt. 21 december 2004 CBE 1261 Wijsbegeerte Beroep tegen afwijzing van het verzoek om tot verstrekking van het bachelordiploma over te gaan. De examencommissie is niet gehouden om verwachtingen die zijn gewekt door toezeggingen van de studieadviseur te honoreren. Geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien het hier gaat om twee gescheiden, volledig zelfstandige en onafhankelijke universiteiten. Elk van deze instellingen is bevoegd eigen regels en richtlijnen vast te stellen en de ene instelling is niet gebonden aan regels en richtlijnen van de andere. 21 december 2004 CBE 1268 Geneeskunde Beroep tegen het niet mogen voortzetten van de studie aan de faculteit Geneeskunde. Geen sprake van een appellabele beslissing. Bezwaar tegen de beslissing om appellant niet meer als Geneeskunde student in te schrijven valt niet onder artikel 7.61, eerste lid, WHW. Het College van Bestuur is het tot beslissen bevoegde orgaan. Beroep niet-ontvankelijk. 18 maart 2005 CBE 1274 Economie Verweerster heeft op 15 december 2004 naar aanleiding van de uitspraak van het College d.d. 27 september 2004 (CBE 1236) een nieuw besluit genomen. Beroep ingesteld tegen het besluit van 15 december 2004 van verweerster, waarbij zij appellante wegens fraude uitsluit voor het onderwijs in periode 4 van het studiejaar Het College is van oordeel dat verweerster met de aan appellante opgelegde sanctie is gebleven binnen de haar toegekende bevoegdheid (artikel 4.1 van het examenreglement) en dat de opgelegde sanctie niet als onevenredig dient te worden aangemerkt. Het heeft daartoe overwogen dat de opgelegde sanctie, voor wat betreft de uitsluiting voor 1 periode van het studiejaar, neerkomt op een studievertraging van ongeveer 15 ECTS punten. Daarvan uitgaande, acht het College zo n sanctie niet onevenredig. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 16

17 Wel is het College van oordeel dat de vereisten van zorgvuldige besluitvorming en van belangenafweging, neergelegd in de artikelen 3:2 en 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht, meebrengen dat verweerster bij het opleggen van een sanctie de consequenties van de in beginsel op te leggen sanctie voor betrokkene in ogenschouw dient te nemen, in die zin dat dient te worden bezien of de op te leggen sanctie voor de betrokkene, gelet op diens omstandigheden, leidt tot een grotere studievertraging dan één periode. Het College ziet onvoldoende grond om het bestreden besluit in dit opzicht als onvoldoende zorgvuldig, dan wel onevenredig aan te merken. Het College merkt ten overvloede op dat het de verantwoordelijkheid van een examencommissie is er voor zorg te dragen dat in gevallen van fraude door haar wordt beslist, dan wel dat een examencommissie dient te voorkomen dat individuele examinatoren zelfstandig sancties opleggen die niet in overeenstemming zijn met hetgeen daaromtrent door de examencommissie is bepaald. 18 maart 2005 CBE 1286 Geneeskunde Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep afgezien van het houden van een hoorzitting. De beroepstermijn was verstreken op de datum waarop het beroepschrift is ingediend. In de brief van 16 februari 2005 is namens appellant naar voren gebracht dat ten gevolge van onduidelijkheid binnen het USF Studentensteunpunt wie de zaak in behandeling had genomen alsmede ten gevolge van sluiting van het steunpunt in de periode van 23 december tot en met 11 januari het indienen van een beroep vertraging heeft opgelopen. Het College ziet in de omstandigheden die namens appellant in de brief van 16 februari 2005 zijn aangevoerd onvoldoende grond om de termijnoverschrijding verontschuldigbaar te achten. Deze omstandigheden zijn naar het oordeel van het College voor rekening en risico van appellant. Beroep niet-ontvankelijk. 22 april 2005 CBE 1279 Diergeneeskunde Appellant, die reeds in 1982 een aanvang heeft gemaakt met de studie diergeneeskunde, kon en kan naar het oordeel van het College er niet zonder meer vanuit gaan dat de duur en de inhoud van de functiegerichte fase vanaf 1982 onveranderd voor hem blijven gelden. Het komt voor rekening en risico van appellant dat er in de loop van deze zeer lange periode wijzigingen optreden in het studieprogramma, die ook voor hem gelden. Gebleken is dat appellant valt onder het curriculum '95 en heeft voldaan aan de inhoudelijke eisen die gelden voor het doctoraal examen van curriculum '95. Het College is van oordeel dat verweerster het onderhavige besluit, waarin zij een voorstel m.b.t. de invulling van de functiegerichte fase heeft gedaan, in redelijkheid heeft kunnen nemen en de belangen van appellant voldoende heeft onderkend, aangezien het besluit grotendeels tegemoet komt aan de wensen van appellant. 28 april 2005 CBE 1290 Sociale Wetenschappen (pedagogiek) Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep afgezien van het houden van een hoorzitting. Het College is van oordeel dat de brief van 8 februari 2005 van verweerster niet is aan te merken als een beslissing, waartegen ingevolge artikel 7.61 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) beroep kan worden ingesteld bij het College, en wel omdat de brief slechts een mededeling van informatieve aard behelst. Niet gebleken is dat er een aanvraag van appellante is geweest tot toestemming om de minor Journalistiek deel te laten uitmaken van haar studieprogramma. Als appellante alsnog zodanige aanvraag indient, moet verweerster daarop alsnog gemotiveerd beslissen en staat tegen die beslissing beroep bij het College open. Beroep niet-ontvankelijk. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 17

18 20 mei 2005 CBE 1272/1288 Tempobeurs Beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder van november 2004 inzake de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten in het studiejaar 2003/2004 Tempobeurs. Appellant heeft in zijn beroepschrift aangegeven dat zijn beroep mede is gericht tegen de fictieve weigering van de examinator om een beslissing te nemen m.b.t. het vak Organiseren, Besturen en Controleren. Het College is van oordeel dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de beslissing inzake de vaststelling op 23 november 2004 is verzonden en uiterlijk op 25 november 2004 door appellant moet zijn ontvangen. Hierbij heeft het College in aanmerking genomen dat appellant, naar hij ter zitting heeft verklaard, zijn post in een doos heeft gedaan en pas enige tijd later heeft geopend. Hij weet niet wanneer hij de betreffende brief heeft ontvangen. Gelet hierop is het beroepschrift te laat ingediend voor zover het betreft het beroep tegen de vaststelling van de studiepunten. Het College ziet in de omstandigheden die door appellant zijn aangevoerd onvoldoende grond om de termijnoverschrijding verontschuldigbaar te achten. Beroep tegen de vaststelling van de studiepunten niet-ontvankelijk. Het beroep, voorzover gericht tegen de fictieve weigering om een beoordeling te geven voor het vak Organiseren, Besturen en Controleren is op 8 april 2005 doorgezonden naar de voorzitter van de examencommissie van de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap om in overleg met betrokkenen na te gaan of een minnelijke schikking kan worden getroffen. Dit beroep (CBE 1288) is na de zitting door appellant ingetrokken. 14 juni 2005 CBE 1276 Geneeskunde Verweerster heeft op 6 december 2004 een beslissing genomen naar aanleiding van de uitspraak van het College d.d. 15 oktober 2004 (CBE-1237). Het besluit van 6 december 2004 houdt in dat er volgens verweerster geen redenen zijn die het rechtvaardigen om voor appellant een uitzondering te maken op de regels ter zake van de terugplaatsing van het GBO-curriculum naar het CRU-curriculum Geneeskunde. Voorts is aan appellant meegedeeld dat het op basis van elders gevolgde vakken mogelijk is vrijstelling te krijgen voor een keuzevak en dat appellant hierover in overleg dient te treden met de betreffende coördinator. Uit de uitspraak van het College van 15 oktober 2004 vloeit voort dat verweerster bij het nemen van de nieuwe beslissing met name het evenredigheidsbeginsel in het oog dient te houden, in welk kader het College heeft aangegeven dat aan het belang van appellant om niet op een zodanige wijze te worden teruggeplaatst van het GBO-curriculum naar het CRU-curriculum dat zijn studieduur onevenredig wordt verlengd een zwaar gewicht dient te worden toegekend. Het College heeft daarbij aangegeven dat aan dat belang op twee wijzen kan worden tegemoet gekomen: enerzijds door alsnog de mogelijkheid te bieden om in het GBO-curriculum af te studeren onder het stellen van strikte nadere voorwaarden, anderzijds door de overstap naar het nieuwe curriculum te verzachten door het verlenen van meer vrijstellingen. Het College is van oordeel dat verweerster op onvoldoende wijze het evenredigheidsbeginsel in haar besluitvorming heeft betrokken, ook is niet ingegaan op de mogelijkheid om de gevolgen van overzetting naar het CRU-curriculum voor appellant te verzachten. Ook de situatie van appellant met betrekking tot zijn studiefinanciering, afgezet tegen gerechtvaardigde belangen van verweerster, is onvoldoende in de besluitvorming betrokken. De terugplaatsing dient volgens het College, gelet op het geheel van de belangen, de omstandigheden van het voorliggende geval en de gereleveerde studieduur, als onredelijk te worden aangemerkt. De nieuw te nemen beslissing door verweerster zal aan de volgende voorwaarden moeten voldoen. Appellant wordt de mogelijkheid geboden om alsnog onder verantwoordelijkheid van verweerster en binnen het GBO-curriculum af te studeren. Verweerster dient daartoe voor appellant een individueel, op de omstandigheden van appellant afgestemd traject vast te stellen, dat studeerbaar is en binnen redelijke termijn is af te ronden. Dit traject omvat in elk geval de nog niet door appellant behaalde vakken en de wetenschappelijke stage. De door appellant te lopen co-schappen dienen te worden ingevuld op de wijze zoals zij voorheen binnen het GBO curriculum moesten worden doorlopen, waarbij het College niet wil uitsluiten dat, zo daartoe mogelijkheden bestaan, (onderdelen van) deze co-schappen elders worden gedaan, namelijk door gebruik te maken van het onderwijsaanbod van andere universiteiten. Beroep gegrond. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 18

19 21 juli 2005 CBE 1304 t/m 1307 Rechten Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van de beroepen afgezien van het houden van een hoorzitting. De beroepstermijn was verstreken op de datum waarop de beroepschriften zijn ingediend. Appellant heeft eerder (tijdig), teneinde termijnoverschrijding te voorkomen, voorlopig beroep ingesteld tegen beslissingen van Rechten. Het College is van oordeel dat dit schrijven niet kan gelden als een pro forma beroepschrift en er dus geen sprake is van een tijdig ingesteld beroep omdat in dit schrijven niet is aangegeven tegen welke beslissing van welk orgaan beroep wordt ingesteld. Om als een pro forma beroepschrift aangemerkt te kunnen worden, zal uit een geschrift in elk geval moeten blijken tegen welk besluit van welk orgaan beroep wordt ingesteld. Beroepen niet-ontvankelijk. 21 juli 2005 CBE 1308 Letteren Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep afgezien van het houden van een hoorzitting. De beroepstermijn was verstreken op de datum waarop het beroepschrift is ingediend. Uit de in het geding gebrachte, door appellante verzonden s concludeert het College dat appellante in de in geding zijnde periode genoegzaam in staat was voor haar rechten op te komen. Verder is het College van oordeel dat, indien de ziekte waar appellante aan lijdt haar periodiek belet om haar zaken te behartigen, zij er voor dient te zorgen dat iemand haar zaken regelt. Beroep niet-ontvankelijk. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 19

20 Samenvattingen 1 september 2005 tot 1 september september 2005 CBE 1300 Farmaceutische Wetenschappen. Aanvullende toetsing. Onjuiste interpretatie van de Richtlijn Uitvoering Bachelor Master van 22 januari Het College is van oordeel dat verweerster de universitaire richtlijn en derhalve ook de overeenkomstige bepaling in de Onderwijs- en examenregeling (OER) onjuist interpreteert. Appellante heeft ten gevolge van overmacht niet aan het tentamen op 25 februari 2005 kunnen deelnemen - hetgeen naar het oordeel van het College niet is gelijk te stellen met het behalen van een onvoldoende. Voor appellante was deelname aan het tentamen in mei 2005 de eerste mogelijkheid om tentamen te doen. Volgens een juiste interpretatie van de OER had appellante de gelegenheid moeten krijgen om door middel van aanvullende toetsing de door haar in mei 2005 behaalde onvoldoende om te zetten in een voldoende. De inhoud van de aanvullende toetsing, die kan bestaan uit een herkansing ten aanzien van meerdere dan wel alle onderdelen van het door appellante onvoldoende behaalde tentamen staat ter beoordeling van verweerster en hangt af van de score van appellante op de verschillende onderdelen. Beroep gegrond. 13 september 2005 CBE 1303 Economie, masterberoep Het College stelt vast dat appellante nog niet geheel voldoet aan de toelatingseisen voor het masterprogramma International Economics and Business van de Universiteit Utrecht. Zo zijn blijkens het door haar gevolgde studieprogramma van de University of Insurance and Banking te Warschau de voor het masterprogramma essentiële wiskunde onderwerpen optimalisation, constraint optimalisation en integration niet behandeld. Het College stelt voorts vast dat verweerster ondanks het gestelde in artikel 7.30c van de WHW in het bestreden besluit op generlei wijze heeft aangegeven of appellante in aanmerking komt voor de mogelijkheid de tekorten in haar kennis weg te werken en zo ja, hoe dit dan vorm zou kunnen krijgen. Gelet daarop dient dit besluit te worden vernietigd. Verweerster heeft in haar verweerschrift alsnog appellante het aanbod gedaan dat ze kan worden toegelaten tot de onderhavige masteropleiding als ze m.b.t. in ieder geval de hiervoor genoemde onderwerpen de pre master cursus met succes heeft gevolgd. In aanvulling hierop heeft verweerster ter zitting verklaard haar aanbod aan appellante te willen verduidelijken door in een brief expliciet aan te geven welke onderdelen van de pre master cursus zij dient te volgen om toegelaten te kunnen worden tot de onderhavige masteropleiding. Voorts heeft verweerster zich bereid verklaard een toelatingsbesluit onder voorwaarden aan appellante te sturen. Beroep gegrond. 20 september 2005 CBE 1287 Rechten Beroep tegen weigering om vrijstellingen vooraf te verlenen. Appellante heeft verzocht om twee kernvakken via de Open Universiteit te mogen volgen en de resultaten daarvan in te brengen in haar studie. Verweerster heeft dit verzoek afgewezen op grond van het beleid van de faculteit om verzoeken om vrijstellingen pas in behandeling te nemen nadat het betreffende vak (elders) met succes is afgerond. Het College is van oordeel dat de examencommissie terecht heeft kunnen besluiten geen vrijstelling vooraf te verlenen. De examencommissie heeft zich hierbij enerzijds gebaseerd op vast beleid van de faculteit, dat inhoudt dat een verzoek om vrijstelling alleen in behandeling wordt genomen wanneer het betreffende vak met succes is gevolgd. Anderzijds wordt deze beslissing ook gedragen door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 4.2 van de Awb bepaalt dat een aanvraag, i.c. verzoek, alle gegevens dient te bevatten die nodig zijn om een besluit te kunnen nemen. In de onderhavige kwestie is dit niet aan de orde aangezien er geen sprake is van een met succes afgerond vak. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 20

21 20 september 2005 CBE 1309 Rechten Beroep (voorlopige voorziening) tegen de weigering een zgn. laatste vak voorziening te treffen. De examencommissie heeft dit verzoek afgewezen omdat er geen sprake is van een studievertraging van meer dan één semester. De argumenten die verzoekster naar voren heeft gebracht ter ondersteuning van haar verzoek zijn naar het oordeel van de voorzitter onvoldoende zwaarwegend. Zij heeft het vak waarvoor zij nu een individuele tentamenvoorziening vraagt, al in twee eerdere pogingen niet gehaald. Ook bedraagt de vertraging die zij nu oploopt, niet meer dan een half jaar. Dit past binnen de regeling waaraan haar verzoek is getoetst. Het betoog van verzoekster tijdens de zitting dat zij ziek was tijdens het tentamen houdt geen stand nu niet is gebleken dat zij hierover contact heeft opgenomen met de studieadviseur. Ook de naar voren gebrachte vertraging ten gevolge van de overstap naar de bachelor en het door verzoekster verrichte bestuurswerk zijn onvoldoende zwaarwegende omstandigheden die zouden kunnen leiden tot inwilliging van het verzoek. Verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Appellante heeft haar beroep in de bodemprocedure ingetrokken. 20 september 2005 CBE 1316/1317 Geowetenschappen Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op twee door hem bij verweerster ingediende aanvragen. Verzoeker heeft tevens om een voorlopige voorziening gevraagd. De voorzitter van het College heeft op grond van artikel 7, lid 9, van het Reglement van Orde besloten om de procedure van de minnelijke schikking achterwege te laten. Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van de beroepen afgezien van het houden van een hoorzitting. Het College is van oordeel dat de onderliggende stukken beschouwd dienen te worden als een verzoek om informatie met betrekking tot het voortzetten/afronden van de studie van verzoeker. Derhalve is er geen sprake van een voor beroep vatbare beslissing. Beroep niet-ontvankelijk/verzoek voorlopige voorziening afgewezen. 26 september 2005 CBE 1318 Rechten Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep afgezien van het houden van een hoorzitting. Appellant heeft weliswaar tijdig beroep ingesteld tegen het besluit van verweerster, maar in zijn beroepschrift geen gronden aangevoerd. Op 11 juli 2005 is appellant per aangetekende brief verzocht binnen twee weken de gronden in te dienen. In deze brief is tevens vermeld dat indien hij niet binnen de gestelde termijn van twee weken antwoordt, zijn beroepschrift om die reden tot niet-ontvankelijk verklaring zal leiden. Uit de bij de aangetekende brief behorende PTT retourkaart blijkt dat appellant op 12 juli 2005 voor ontvangst van de brief heeft getekend. Per bericht van 23 augustus 2005 heeft appellant verzocht rekening te houden met de vakantieperiode. Uit dit bericht is het College niet gebleken dat er sprake is van omstandigheden die het niet binnen de gestelde termijn indienen van de gronden verschoonbaar maken. Beroep niet-ontvankelijk. 6 oktober 2005 CBE 1319 Sociale Wetenschappen (master Psychologie) Beroep tegen het besluit van verweerster om appellante niet toe te laten tot de master Klinische Psychologie. Beroep te laat ingediend. Appellante heeft naar voren gebracht dat zij in eerste instantie dacht dat een beroepschrift voor haar geen zin zou hebben, omdat zij twee vakken voor de bachelor miste. Toen echter bekend werd dat er een extra herkansing zou komen, waardoor appellante bij het halen van die herkansing nog slechts één bachelorvak zou missen, maakte dit het indienen van een beroep volgens appellante weer nuttig. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 21

22 Het College ziet in de omstandigheden die appellante heeft aangevoerd onvoldoende grond om de termijnoverschrijding verontschuldigbaar te achten. De beslissing om geen beroep in te stellen en op een later moment, na het verstrijken van de beroepstermijn, op dit besluit terug te komen is naar het oordeel van het College voor rekening en risico van appellante. Beroep niet-ontvankelijk. Verzoek om voorlopige voorziening eveneens niet-ontvankelijk. 7 oktober 2005 CBE 1314 Rechten Beroep gericht tegen het besluit van 22 augustus 2005 van verweerder, waarbij aan appellante een negatief bindend studieadvies (bsa) is gegeven en haar is meegedeeld dat zij zich de komende twee jaar niet kan inschrijven voor de bacheloropleiding Rechten van de Universiteit Utrecht. Het College is van oordeel dat verweerder er terecht van is uitgegaan dat appellante niet aan de norm voor het bsa heeft voldaan. De omstandigheid dat appellante op advies van de studieadviseur niet alle 5 vakken van het eerste jaar heeft afgelegd, maar slechts 4 (in totaal 45 punten) betekent niet dat de minimum norm van 30 punten voor haar verlaagd zou moeten worden. In artikel 2.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW wordt bepaald welke persoonlijke omstandigheden bij de beoordeling omtrent het bsa betrokken moeten worden. Het College is van oordeel dat de persoonlijke omstandigheden van appellante (t.w. aanpassingsproblemen, heimwee, verhuizing en taalproblemen) niet kunnen worden aangemerkt als omstandigheden als bedoeld in vorenvermeld artikel van het Uitvoeringsbesluit, noch als omstandigheden als bedoeld in artikel 6.3a, lid 8 van de Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Rechten (OER), dat is gebaseerd op het Uitvoeringsbesluit en dat daar een nadere uitwerking van is. Voorts acht het College de persoonlijke omstandigheden van appellante niet zodanig bijzonder dat van overmacht, als bedoeld in artikel 6.3a, lid 9 van de OER, sprake is. Verweerder heeft naar het oordeel van het College dan ook in redelijkheid het bestreden besluit kunnen nemen. 8 december 2005 CBE 1311 Rechten Toelatingsverzoek masterprogramma Criminologie afgewezen. Motivering van het afwijzingsbesluit summier en algemeen. Gronden voor afwijzing nader uitgewerkt in het verweerschrift alsook ter zitting. Daarmee alsnog een op het individuele verzoek toegesneden motivering gegeven, waarvan moet worden geoordeeld dat deze het bestreden besluit tot afwijzing kan dragen. Het College is van oordeel dat verweerster bij haar verzoek aan appellant om nadere informatie over zijn vooropleiding te verstrekken duidelijker had kunnen aangeven welke specifieke informatie voor de beoordeling van de inhoud en het niveau van de opleiding nodig was. Het ligt echter op de weg van appellant om aan te tonen dat hij voldoet aan de criteria om tot deze masteropleiding te kunnen worden toegelaten. Dat appellant met de informatie die hij heeft verstrekt mogelijk onvoldoende inzicht heeft verschaft in de inhoud van zijn vooropleiding en de door hem gevolgde vakken komt dan ook voor zijn risico. Het College is na toetsing van de door appellant verstrekte informatie tot de conclusie gekomen dat verweerster zich op goede gronden op het standpunt heeft kunnen stellen dat appellant in onvoldoende mate voldoet aan de inhoudelijke eisen die worden gesteld aan de toelating tot het masterprogramma criminologie. 8 december 2005 CBE 1334 Rechten Verzoek om tentamen doctoraalvak Bestuursrecht mondeling af te leggen. Appellant heeft op 20 oktober 2005 beroep ingesteld tegen het besluit van20 september 2005 van verweerster. Onder toepassing van artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep afgezien van het houden van een hoorzitting. Artikel 7.61, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) bepaalt dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift bij het College vier weken bedraagt. Het bestreden besluit is gedateerd op 20 september De termijn begon dus te Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 22

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

CBE-1166 (030)

CBE-1166 (030) CBE-1166 (030) 253 1745 16 januari 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2014 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van Beroep

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2013 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2006 tot 1 SEPTEMBER 2008

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2006 tot 1 SEPTEMBER 2008 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 2006 tot 1 SEPTEMBER 2008 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2016/029 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 3 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies BSA-commissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie Propedeuse van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2016 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 6 7 van (de voorzitter van) het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Toelatingscommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 1 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 0 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij besluit van 27 augustus

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-0 9 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Den Haag, appellante tegen de Facultaire Examencommissie Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Fiscaal Recht, verweerder 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/261

Zaaknummer : 2013/261 Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,

Nadere informatie

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven. Zaaknummer : CBHO 2014/045 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 23 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Hogeschool Leiden Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, duale opleiding NBSA, negatief bindend

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR

JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR Onderstaande tabellen geven een kwantitatief overzicht van de beroepszaken bij het College in 2011. In 2011 kwamen in totaal 195 zaken bij het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 1-0 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van xxx, appellante tegen de Examencommissie Instituut Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 0 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

BROCHURE IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

BROCHURE IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS BROCHURE 2013 IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Inhoudsopgave I. Het begin van de procedure Hoe weet je of je in beroep kunt gaan bij het CBE? Hoe stel je beroep in? Wat kunnen de gronden

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-2 1 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie MA International

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 9 7 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 7 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur van het LUMC,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-1 0 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats], appellante tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop van

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland

Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma bijzondere omstandigheden bindend

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:. appellant tegen de beslissing van Commissie Studieadvies Eerste Jaar

Nadere informatie

3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.

3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel. Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,

Nadere informatie

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X1, appellant en de examencommissie van Tilburg School of Economics and

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 9-0 3 3 en 0 9-0 4 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake de beroepen van de heer XXX te Breda, appellant tegen de Centrale Examencommissie Geneeskunde,

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen de heer X, appellant en de examencommissie van de Tilburg School of Economics

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3-0 87

U I T S P R A A K 1 3-0 87 U I T S P R A A K 1 3-0 87 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/145

Zaaknummer : 2014/145 Zaaknummer : 2014/145 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : (schriftelijk) advies studentendecaan, bindend negatief

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak inzake het beroep d.d. 7 augustus 2010, ontvangen 10 augustus 2010, van X, hierna te noemen appellante, tegen het besluit van de examencommissie van de faculteit

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld. Zaaknummer: 1996/162 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Olivier Datum uitspraak: 1 juli 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht Trefwoorden: Bevoegdheid, inschrijvingsduur,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 0 2 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bestuursraad van het ICLON, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 3 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K Vervangend exemplaar U I T S P R A A K 1 2-0 78 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder. Zaaknummer : 2014/232A en 232B Rechter[s] : mrs. Nijenhof, Van der Spoel, Hoogvliet Datum uitspraak : 25 maart 2015 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool Zeeland Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies

Nadere informatie

25 oktober 2016 Beroep [appellant] negatief bindend studieadvies

25 oktober 2016 Beroep [appellant] negatief bindend studieadvies CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

U I T S P R A A K 10 136

U I T S P R A A K 10 136 U I T S P R A A K 10 136 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Bachelor Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de decaan van de Tilburg Law School, verweerder

Nadere informatie

het college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.

het college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,

Nadere informatie

het college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.

het college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats appellant], appellant tegen [naam verweerder], namens verweerder

Nadere informatie

het college van beroep voor de examens van de Hogeschool Utrecht, verweerder.

het college van beroep voor de examens van de Hogeschool Utrecht, verweerder. Zaaknummer : CBHO 2016/131 Rechter(s) : mrs. Scholten Hinloopen, Van der Spoel en Hoogvliet. Datum uitspraak : 21 december 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : advies studentendecaan

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2017

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2017 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2017 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 4 8 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie