VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004"

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 1999 tot 1 SEPTEMBER 2004 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht Telefoon / / Juni 2005

2 I n h o u d s o p g a v e I. Inleiding 4 II. Wettelijke regelingen en bevoegdheid van het College 5 III. Beroepszaken 8 IV. Samenstelling van het College van beroep voor de examens 10 en het secretariaat V. Contacten met de Colleges van de zusterinstellingen 15 VI. Een overzicht van de beroepszaken 16 VII. Samenvattingen van de uitspraken van het College in de 21 periode 1 september 1999 tot september 2004 Blz. Bijlagen: Tekst van de artikelen 7.60 t/m 7.63 WHW 54 Reglement van Orde 57 Voordracht mr. H. Bolt 60 Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 2

3 Lijst met gebruikte afkortingen AW B&O BIO Buiten-univ. DGK ECO FAC FAR GEO GGL GNK LET N&S RGL RW SCH SW UCU W&I w.staf WIJS AARDWETENSCHAPPEN BESTUURS- EN ORGANISATIEWETENSCHAP BIOLOGIE Buiten-universitair DIERGENEESKUNDE ECONOMIE FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN GEOWETENSCHAPPEN GODGELEERDHEID GENEESKUNDE LETTEREN NATUUR- EN STERRENKUNDE RECHTSGELEERDHEID RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN SCHEIKUNDE SOCIALE WETENSCHAPPEN UNIVERSITY COLLEGE UTRECHT WISKUNDE EN INFORMATICA Wetenschappelijke staf WIJSBEGEERTE Sinds 1 september 2003 heeft de Universiteit Utrecht de volgende indeling van faculteiten: Faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuurs- en Organisatiewetenschap (REBO): Subfaculteiten: Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Faculteit Geesteswetenschappen: Subfaculteiten Godgeleerdheid, Wijsbegeerte en Letteren Faculteit Geowetenschappen: Departementen: Aardwetenschappen, Fysiche Geografie, Sociale Geografie en Planologie, Milieu en Innovatiewetenschap. Faculteit Bètawetenschappen Departementen: Wiskunde en Informatica, Natuur- en Sterrenkunde, Biologie, Scheikunde, Farmaceutische Wetenschappen Faculteit Geneeskunde Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 3

4 Faculteit Diergeneeskunde Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 4

5 I. Inleiding. Dit verslag van het College van beroep voor de examens (hierna: het College) heeft betrekking op 5 academische jaren, t.w. de periode 1 september 1999 tot 1 september Het is de bedoeling om in de toekomst - als de tijd het toelaat - jaarlijks of een keer in de twee jaar een verslag uit te brengen van de werkzaamheden van het College, hetgeen ook in het verleden is gedaan. De afgelopen periode heeft het College echter te maken gehad met een toename van het aantal beroepen, waaronder ingewikkelde beroepen en een nieuw soort beroepen (de beroepen m.b.t. de toelating tot een masteropleiding met ingang van het studiejaar 2002/2003). Het College heeft ervoor gekozen om prioriteit te geven aan de behandeling van de beroepen en het uitbrengen van het verslag op te schorten. Het College heeft het College van Bestuur bij schrijven van 21 november 2003 op de hoogte gebracht van de toename van het aantal beroepen en verzocht om uitbreiding van de ambtelijke ondersteuning (de functie van secretaris). Deze uitbreiding is per 1 februari 2004 geëffectueerd: vanaf die datum wordt de functie van secretaris vervuld door mevr.mr. S. Polak en mevr. M.W. Batteljee. De tekst van de wettelijke regelingen over inrichting en functioneren van het College is als bijlage bij dit verslag gevoegd. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 5

6 II. Wettelijke regelingen en bevoegdheid van het College. Elke universiteit en hogeschool heeft een College van beroep voor de examens. In de artikelen 7.60 t/m 7.63 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is de samenstelling en de rechtsgang van dit College geregeld en staat omschreven tegen welke beslissingen een belanghebbende (in de regel een student, maar het kan ook een examinator zijn) beroep kan instellen. Het College oordeelt over beslissingen van examencommissies en examinatoren en voorts over beslissingen m.b.t. het bindend studieadvies; de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten in verband met de tempobeurs en het eerste jaar van de prestatiebeurs; een colloquium doctum en het wegwerken van deficiënties; de toelating tot examens; het (tijdstip van) behalen van het afsluitend examen in verband met de prestatiebeurs; de toelating tot de universitaire eerstegraads lerarenopleidingen; de toelating tot een masteropleiding (m.i.v. het studiejaar 2002/2003). De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt (in afwijking van de Algemene wet bestuursrecht) vier weken. Een te laat ingediend beroepschrift wordt in beginsel niet meer inhoudelijk behandeld. Elke beslissing behoort te vermelden bij wie en binnen welke termijn daartegen kan worden opgekomen. Om termijnoverschrijding te voorkomen kan binnen de beroepstermijn een pro forma beroepschrift (d.w.z. een beroepschrift zonder gronden) worden ingediend en kunnen later in een aanvullend beroepschrift de gronden worden aangegeven. In spoedeisende zaken kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend, waarop door de voorzitter van het College wordt beslist. Voordat het College een beroepschrift in behandeling neemt zendt het dit door naar het orgaan waartegen het beroep is gericht (ingeval het beroep is gericht tegen een examinator wordt het beroepschrift naar de voorzitter van de desbetreffende examencommissie gestuurd), met uitnodiging om in overleg met betrokkenen na te gaan of een minnelijke schikking van het geschil mogelijk is. De voorzitter van het College kan beslissen om de procedure van de minnelijke schikking achterwege te laten. De term minnelijke schikking is overigens ietwat verwarrend. Het gaat er daarbij om dat de betrokkene eerst zijn bezwaren tegen de bestreden beslissing voorlegt aan degene die de beslissing waartegen de bezwaren zich richten heeft genomen. Binnen drie weken moet het betreffende orgaan aan het College de uitkomst van het overleg meedelen en, indien geen minnelijke schikking is bereikt, een verweerschrift indienen. Het beroep wordt vervolgens in de meeste gevallen op een openbare zitting van het College behandeld: de behandelende kamer bestaat uit een voorzitter, die jurist is, en twee of vier overige leden. Het College kan een beroep niet-ontvankelijk of ongegrond verklaren of gegrond achten en de bestreden beslissing vernietigen. Het College is volgens de wet niet bevoegd zelf een nieuwe beslissing nemen. Verder is het zo, dat het College niet zonder meer zijn eigen belangenafweging of zijn eigen visie over te maken keuzen als uitgangspunt kan nemen bij het toetsen van een besluit. In de wet staat aangegeven dat het College slechts mag toetsen of een besluit in strijd is met het recht. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 6

7 Sinds 1 januari 1994 kan een belanghebbende tegen een uitspraak van het College beroep instellen bij een rechtbank (sector bestuursrecht) en eventueel daarna nog hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze rechters hebben uitdrukkelijk overwogen dat het College een bestuursorgaan is (zodat het zich dient te houden aan de regels die bijvoorbeeld in de Algemene wet bestuursrecht zijn gesteld over het nemen van besluiten door bestuursorganen) en dat het bij het instellen van beroep bij het College gaat om administratief beroep. Overigens moeten ook de examinator en de examencommissie worden beschouwd als bestuursorganen. Hun besluiten moeten dus voldoen aan de regels zoals met name in de Algemene wet bestuursrecht neergelegd: zorgvuldige voorbereiding, motivering, beslistermijnen, belangenafweging; verbod van onevenredigheid; beginselen van behoorlijk bestuur. Een wezenskenmerk van administratief beroep is dat het beroepsorgaan een besluit kan nemen dat in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Het College is evenwel niet bevoegd zelf een nieuwe beslissing te nemen. Ook moet het College bij zijn beoordeling van een besluit soms terughoudendheid in acht nemen. Als beroep tegen een beoordeling van een tentamen of een scriptie wordt ingesteld, toetst het College of die beoordeling voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoende is onderbouwd. Verder geldt echter dat zo n beoordeling tot de discretionaire bevoegdheid van de examinator/examencommissie behoort. Dit brengt in feite mee dat het College de vraag of zo n beoordeling op goede gronden berust slechts zeer terughoudend toetst; slechts als er strijd is met enige regel van geschreven of ongeschreven recht kan zo n beoordeling worden vernietigd. Beslissingen van examinatoren/examencommissies waartegen beroep mogelijk is, betreffen niet alleen de beoordeling van een tentamen of een scriptie. Het kan ook gaan om andere beslissingen, zoals bijvoorbeeld over een verzoek tot verlenging van de geldigheidsduur van tentamens, verplicht overstappen van een oud naar een nieuw curriculum, een vrij doctoraalprogramma, een verzoek om vrijstelling of de wijze waarop een tentamen dient te worden afgelegd. Als tegen een uitspraak van het College beroep wordt ingesteld bij de rechtbank toetst die rechter of het College zijn werk wel goed heeft gedaan en dus slechts indirect of de examinator of de examencommissie wel het juiste besluit heeft genomen. De terughoudendheid die het College bij zijn toetsing in acht neemt, maakt dan dat het niet altijd gemakkelijk is voor de rechter om in het kader van het beroep bij hem tot de kern van de zaak door te dringen. Daarvoor is vaak van belang dat de oorspronkelijke partij (de examinator of de examencommissie) tevens bij het geding wordt betrokken: die kan de inhoudelijke vragen van de rechter het best beantwoorden als het gaat om zaken als de beoordeling van een tentamen of een scriptie en de daarbij gehanteerde beoordelingscriteria of de beslissing om vrijstelling te verlenen van het afleggen van één of meerdere tentamens of de beslissing om een voorgelegd vrij doctoraal programma al dan niet goed te keuren. Gelet op de terughoudendheid bij zijn toetsing en op de aan hem voorgeschreven toetsingsnorm (of een beslissing in strijd is met het recht), stelt het College zich feitelijk op als een onafhankelijke instantie met rechterlijke kenmerken. Dat impliceert dat het College in beginsel in een procedure bij een rechter geen uitvoerig verweerschrift indient (de argumentatie van het oordeel moet immers in de uitspraak van het College zijn gegeven en het zou niet juist zijn om in een verweerschrift allerlei argumenten aan te voeren die niet in die uitspraak zijn verwerkt maar die wel aan het oordeel van het College ten grondslag hebben gelegen) en dat het College in beginsel zich niet laat vertegenwoordigen op de zitting van de rechter. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 7

8 Mr. H. Bolt, voorzitter van het College sinds 1 oktober 1995 heeft tijdens de jaarvergadering van het College op 6 december 2002 een voordracht over het College van beroep gehouden met als titel "Het is een bijzonder orgaan, en dat is het". Deze voordracht is als bijlage bij dit verslag opgenomen. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 8

9 UIII. Beroepszaken In hoofdstuk IV staan de samenvattingen van alle uitspraken die in de verslagperiode zijn gedaan. Sinds januari 2005 zijn de uitspraken van het College, voorzien van een korte samenvatting en geanonimiseerd, gepubliceerd op internet en te vinden onder HTUwww.jz.uu.nlUTH. Dit overzicht bevat de uitspraken vanaf januari Master beroepen: Het College heeft in de zomer van 2003 voor het eerst te maken gehad met beroepen van buitenlandse studenten tegen de afwijzing van hun verzoek om toelating tot een masteropleiding aan de Universiteit Utrecht. Op 22 juli 2003 heeft het College aan het College van Bestuur een brief gestuurd naar aanleiding van een aantal behandelde beroepszaken m.b.t. de toelating tot een masteropleiding. In deze brief heeft het College suggesties gedaan m.b.t. de werkwijze van het admissions office, waar de verzoeken om toelating tot een masteropleiding moeten worden ingediend. Ook heeft het College gewezen op het belang van een goede motivering van de afwijzingsbesluiten, omdat deze kan bijdragen aan de overtuigingskracht van die besluiten en derhalve aan het voorkomen van het instellen van onnodige beroepen. Het College heeft geconstateerd dat de toelatingscommissies voor de masteropleidingen vanaf 1 maart 2004 bij de afwijzende beslissingen een uitgebreide (standaard) bijlage doen. In die bijlage staat o.a. vermeld waar men nog een toelichting kan krijgen. Voorts staat daar de beroepsmogelijkheid vermeld en wordt aangegeven hoe het College tot nu toe heeft getoetst. Overigens staat ook vanaf 1 maart 2004 in de meeste gevallen die het College onder ogen heeft gekregen nog steeds geen voldoende draagkrachtige motivering in de afwijzende beslissing zelf. Overige beroepen: Uitspraken kunnen niet alleen bestuurlijk gevoelig liggen, maar ook publicitair, en de uitstraling van een afzonderlijke zaak kan voor universiteit en faculteiten zeer groot zijn. Het CBE stuurt in veel van zijn uitspraken het beleid bij en de doorwerking van die uitspraken is veel ruimer dan alleen voor het individuele geval. Voorbeelden van dergelijke uitspraken met zo n vergaande strekking zijn; de uitspraak over het al dan niet mogen wisselen van studiepad bij Diergeneeskunde door een student die via de decentrale selectie is toegelaten. Het CBE (en de rechtbank) heeft beslist dat deze wisseling van studiepad wél mogelijk was en de student gelijk gegeven (CBE 1111, 15 mei 2003). Dit betekent dat de faculteit haar beleid op dit punt zal moeten aanpassen. (blz. 38 van dit verslag) De vele beroepen van een student bij Diergeneeskunde die het door haar gekozen vrij doctoraal programma niet mocht doen. Bij deze beroepen kwam aan het licht dat bij Diergeneeskunde geen regeling was getroffen m.b.t. het vrij doctoraal examen. Het CBE heeft in een van zijn eerste uitspraken in deze kwestie de faculteit er al op gewezen dat zij een dergelijke regeling wel moest maken en ook vermeld wat in een dergelijke regeling minimaal opgenomen zou moeten worden. Uiteindelijk was hoger beroep van de student bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (uitspraak RvST 19 juni 2002) nodig om de faculteit te overtuigen van haar ongelijk. (blz. 27 van dit verslag) Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 9

10 Een beroepszaak van een student tegen het University College bracht aan het licht dat regelingen daar niet in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen inzake de toegang tot het College van Beroep. Nadat het College daar met een uitspraak (waarin uiteraard uitvoerig is gemotiveerd waarom deze regelingen wettelijk niet kunnen) op heeft gewezen, zijn de regels op dit punt aangepast. (CBE 1108, 13 mei 2003). (blz. 38 van dit verslag) Een uitspraak van het CBE m.b.t. de toetsing en het deelnemen aan onderwijs in de bachelor-master structuur bij Rechten (18 juli 2003, CBE 1124, 1125, 1126, 1127) heeft ervoor gezorgd dat de Onderwijs- en examenregeling bij die faculteit snel voor het nieuwe studiejaar moest worden aangepast conform hetgeen in die uitspraak is overwogen. (blz. 40 van dit verslag) Bovengenoemde voorbeelden laten zien dat een beslissing van het CBE zaakoverstijgend van belang kan zijn en met verschillende beleidsmatige aspecten van doen kan hebben. Zoals uit het vorenstaande blijkt signaleert het CBE in een deel van zijn uitspraken dat regelgeving binnen de Universiteit Utrecht ontbreekt of gebrekkig is of zelfs in strijd is met de wet. De desbetreffende organen binnen de Universiteit zien zich naar aanleiding van die uitspraken verplicht deze regelgeving te verbeteren. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 10

11 IV. Samenstelling van het College en het secretariaat Het College is verdeeld in twee vaste kamers van elk vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. De kamerindeling wordt aan het begin van het academische jaar door de voorzitter, na overleg met de leden en de plaatsvervangende leden, vastgesteld. In uitzonderingsgevallen wordt een beroep behandeld door de derde kamer, die uit drie leden bestaat en per keer wordt samengesteld. Het secretariaat van het College werd tijdens de verslagperiode gevoerd door mevr.mr. S. Polak en sinds 1 februari 2004 tevens door mevr. M.W. Batteljee. Op 1 september 1999 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mr. E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr.mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL prof.dr. C. Kollöffel w.staf BIO dr. F.C. Stades w.staf DGK prof.dr. W.A. van Vloten w.staf GNK mevr.drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH mevr. S.A. Bleuming student A.D.L. Knook student Plaatsvervangende leden dr. A. van den Beld w.staf WIJS prof.dr. H.J.M. Bos w.staf W&I/N&S prof.drs. J. Hauer w.staf RW dr. W.J.M. Peeters w.staf LET dr. S. Wiersma w.staf LET drs. L.C. Palm w.staf N&S mr. dr. H.L.C. Hermans buiten-univ mr.dr. B.J. van der Net buiten-univ R.A. Tetteroo student RGL J.C. de Bock student N&S Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 11

12 Op 1 september 2000 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mr. E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr.mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL prof.dr. C. Kollöffel w.staf BIO dr. F.C. Stades w.staf DGK prof.dr. W.A. van Vloten w.staf GNK mevr.drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH T.P.H. Oremus student RGL J. Sprong student GEO Plaatsvervangende leden dr. A. van den Beld w.staf WIJS prof.dr. H.J.M. Bos w.staf W&I/N&S prof.drs. J. Hauer w.staf RW dr. W.J.M. Peeters w.staf LET mevr.drs. J.M.C. Krol niet w.staf LET drs. L.C. Palm w.staf N&S mr. dr H.L.C. Hermans buiten-univ mr.dr. B.J. van der Net buiten-univ J.C. de Bock student N&S R.W.J.G. Kusters student RGL Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 12

13 Op 1 september 2001 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mr. E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr.mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL prof.dr. C. Kollöffel w.staf BIO dr. F.C. Stades w.staf DGK dr. J.C.C. Borleffs w.staf GNK mevr.drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH T.P.H. Oremus student RGL J. Sprong student GEO Plaatsvervangende leden dr. A. van den Beld w.staf WIJS prof.drs. J. Hauer w.staf RW dr. W.J.M. Peeters w.staf LET dr. A.J.C. Manders w.staf FSW mevr.drs. J.M.C. Krol niet w.staf LET drs. L.C. Palm w.staf N&S mr.dr. H.L.C. Hermans buiten-univ J.C. de Bock student N&S R.W.J.G. Kusters student RGL Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 13

14 Op 1 september 2002 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mr. E. Trietsch (plv.vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr.prof.mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL dr. J.C.C. Borleffs w.staf GNK dr. F.C. Stades w.staf DGK prof.dr. J. van Leeuwen w.staf W&I mevr.drs I.E. van Delden niet w.staf SCH J. Sprong student GEO A. Wouterlood student WYS Plaatsvervangende leden dr. A. van den Beld w.staf WIJS dr. W.J.M. Peeters w.staf LET dr. A.J.C. Manders w.staf FSW drs. L.C. Palm w.staf N&S prof.dr. D.J. van der Horst w.staf BIO mevr.drs. J.M.C. Krol niet w.staf LET mr.dr. H.L.C. Hermans buiten-univ R.W.J.G. Kusters student RGL H.N. Asper student N&S Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 14

15 Op 1 september 2003 had het College de volgende samenstelling: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mevr.mr. M.S.E. Wulffraat-van Dijk (plv. vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr.prof.mr G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL dr. F.C. Stades w.staf DGK prof.dr. J. van Leeuwen w.staf W&I mevr.dr. P. Holthuizen w.staf GNK mevr.drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH J. Sprong student GEO A. Wouterlood student WYS Plaatsvervangende leden vacature dr. A. van den Beld w.staf WIJS dr. W.J.M. Peeters w.staf LET dr. A.J.C. Manders w.staf FSW drs. L.C. Palm w.staf N&S prof.dr. D.J. van der Horst w.staf BIO mevr.dr. E.J.A. Broekhuis w.staf GEO mr.dr. H.L.C. Hermans buiten-univ H.N. Asper student N&S mevr. M.J.A. Verseveld student RGL Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 15

16 De samenstelling aan het eind van de verslagperiode zag er als volgt uit: Leden Geleding Fac. Benoemd tot mr. H. Bolt (vz.) buiten-univ mevr.mr. M.S.E. Wulffraat-van Dijk (plv. vz.) buiten-univ dr. B. Hessel (plv.vz.) w.staf RGL mevr.prof.mr. G.T.J.M. Jurgens (plv.vz.) w.staf RGL dr. F.C. Stades w.staf DGK mevr.drs. I.E. van Delden niet w.staf SCH mevr.dr. P. Holthuizen w.staf GNK prof.dr. J. van Leeuwen w.staf W&I J. Sprong student GEO A. Wouterlood student WYS plaatsvervangende leden vacature dr. A. van den Beld w.staf WIJS dr. W.J.M. Peeters w.staf LET mr.dr. H.L.C. Hermans buiten-univ dr. A.J.C. Manders w.staf B&O prof.dr. D.J. van der Horst w.staf BIO dr. L.C. Palm w.staf N&S mevr.dr. E.J.A. Broekhuis w.staf GEO H. Asper student N&S mevr. M.J.A. Verseveld student RGL V. Contacten met de Colleges van de zusterinstellingen De colleges hebben elkaar, evenals voorgaande jaren, op de hoogte gehouden van hun uitspraken. Het landelijk overleg tussen de voorzitters en secretarissen van de Colleges heeft op 19 november 1999 plaatsgevonden aan de Erasmus Universiteit, op 17 november 2000 aan de Universiteit Utrecht, 27 november 2003 aan de Open Universiteit en op 29 november 2004 aan de Universiteit van Amsterdam. O.a. de volgende onderwerpen zijn tijdens deze vergaderingen besproken: klachtenbehandeling, anderstalige beroepen, bekendmaking uitspraken, gevolgen BaMa-structuur voor CBE. In 2001 en 2002 zijn er geen bijeenkomsten geweest. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 16

17 VI. Overzicht van de beroepszaken Overzicht van de ingediende en afgehandelde beroepen in de periode 1 september 1999 tot 1 september In het overzicht zijn alleen de beroepen die in de verslagperiode zijn afgehandeld opgenomen. De beroepen die in de verslagperiode zijn ingediend maar nog niet zijn afgehandeld, worden in het volgende verslag opgenomen. M.b.t. het studiejaar 99/00: Er zijn 9 beroepen ingesteld die betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten. Slechts 1 daarvan heeft geleid tot een uitspraak van het College, te weten een ongegrondverklaring. De overige 8 beroepen zijn minnelijk geschikt (7) of ingetrokken (1). Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening. faculteiten RGL DGK SW RW GNK LET FAR GGL TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond 4 4 Voorlopige voorziening nietontvankelijk 2 2 Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 17

18 M.b.t. het studiejaar 00/01: Er zijn 10 beroepen ingesteld die betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten. Geen daarvan heeft geleid tot een uitspraak van het College. De beroepen zijn minnelijk geschikt (9) of ingetrokken (1). Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening faculteiten RGL DGK SW RW FAR LET TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond Ingetrokken na zitting Voorlopige voorziening niet-ontvankelijk Voorlopige voorziening toegewezen Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 18

19 M.b.t. het studiejaar 01/02: Er zijn 10 beroepen ingesteld die betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten. Geen daarvan heeft geleid tot een uitspraak van het College. De beroepen zijn minnelijk geschikt (5) of ingetrokken (5). Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening faculteiten RGL DGK SW RW FAR GNK ECO LET TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond Voorlopige voorziening niet ontvankelijk Voorlopige voorziening afgewezen Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 19

20 M.b.t. het studiejaar 02/03: Er zijn 7 beroepen ingesteld die betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten. Twee daarvan hebben geleid tot een uitspraak van het College, eenmaal niet ontvankelijk en eenmaal ongegrond. De overige beroepen zijn minnelijk geschikt (5). Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening. Dit studiejaar waren er voor het eerst ook beroepen tegen de afwijzing voor een masteropleiding. Een overzicht hiervan is in een aparte tabel opgenomen. faculteiten RGL DGK SW RW ECO UCU W&I FAR LET TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond Masterberoepen: faculteiten W&I SW LET BIO TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) ongegrond Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 20

21 M.b.t. het studiejaar 03/04: Er is slechts 1 beroep ingesteld dat betrekking heeft op de vaststelling van het aantal studiepunten. Dit beroep is ingetrokken. Overige beroepen (d.w.z. beroepen die geen betrekking hebben op de vaststelling van het aantal studiepunten) en verzoeken om een voorlopige voorziening faculteiten RG L DGK SW ECO UCU BIO GEO GNK LET UvH TOTAAL aantal beroepen ingetrokken minnelijke schikkingen (kennelijk) niet-ontvankelijk (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond Voorlopige voorziening niet-ontvankelijk Voorlopige voorziening afgewezen Verzoek om herziening niet-0ntvankelijk Masterberoepen: faculteiten W&I LET SW FAR GEO TOTAAL aantal beroepen Minnelijke schikkingen Niet ontvankelijk 1 1 (kennelijk) ongegrond (kennelijk) gegrond 1 1 Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 21

22 VII. Samenvattingen van de uitspraken van het College in de periode 1 september 1999 tot 1 september 2004 Samenvattingen 1 september 1999 tot 1 september 2000 CBE-918 DIERGENEESKUNDE 11 januari 2000 Beroep tegen de beslissing van de examencommissie waarbij het verzoek van appellant om een extra tentamenkans voor het vak Ziektekunde van de Orgaan Systemen, deel IV (hierna: ZOS 4) van het oude curriculum om daarmee te kunnen worden vrijgesteld van het vak Ziektekunde uit het nieuwe curriculum is afgewezen. Het College is van oordeel dat de beslissing van verweerster wegens het ontbreken van een deugdelijke en volledige motivering niet in stand kan blijven. Ook uit de later gegeven motiveringen (in het verweerschrift en ter zitting) is niet gebleken dat een individuele beoordeling door verweerster van de situatie van appellant heeft plaatsgevonden. Beroep gegrond. CBE-919 FARMACIE 2 februari 2000 Nu verweerder heeft nagelaten in zijn beslissing de beroepsmogelijkheid en de beroepstermijn te vermelden, is het College van oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. In de gedingstukken en het verhandelde ter zitting vindt het College in genoegzame mate steun voor het in de bestreden beslissing neergelegde oordeel van verweerder dat appellant in onvoldoende mate voldoet aan de eisen die gelden voor het met een positief resultaat kunnen afronden van de stages, waarbij met name zij gewezen op appellants communicatieve vaardigheden en attitude, die mede als gevolg van appellants taalvaardigheid als onvoldoende zijn beoordeeld. Gelet hierop, alsmede op de omstandigheid dat verweerder heeft besloten dat appellant, als hij de twee eerste stages alsnog met een voldoende beoordeling afsluit, wordt vrijgesteld van de verplichte derde stage, kan het College de bestreden beslissing niet als kennelijk onredelijk beschouwen. CBE tempo/t BIOLOGIE 2 februari 2000 Beroep tegen de beslissing van het College van Bestuur inzake de vaststelling van het aantal door appellant behaalde studiepunten in het studiejaar 1998/1999. Onder toepassing van het bepaalde in artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht is wegens de kennelijke ongegrondheid van het beroep, afgezien van het houden van een hoorzitting. Appellant stelt dat hij op 12 augustus 1999 het hertentamen Evolutiebiologie zou hebben gehaald en daarmee het vereiste aantal van 21 studiepunten als niet op onzorgvuldige wijze aan hem was kenbaar gemaakt dat het hertentamen niet in de middag maar in de ochtend zou worden afgenomen. Appellant stelt dat, nu niet tijdig gelegenheid is geboden om het hertentamen alsnog af te leggen, het in de rede ligt om voor de studiefinanciering 1998/1999 uit te gaan van (ten minste) 21 studiepunten. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 22

23 Het College van beroep is, gelet op de voorhanden zijnde gegevens in de gedingstukken, van oordeel dat door appellant niet aannemelijk is gemaakt dat de vaststelling van het door hem behaalde aantal studiepunten niet juist is, hetgeen in feite ook niet door appellant wordt betwist. In de door appellant aangevoerde omstandigheden ziet het College voorts geen grond voor het oordeel dat verweerder bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen. CBE-925 DIERGENEESKUNDE 14 februari 2000 Beroep tegen de afwijzing van de examencommissie van het verzoek van appellant om een extra tentamenkans voor het vak Gerechtelijke Diergeneeskunde (hierna: GD) van het oude curriculum. Appellant heeft bij schrijven d.d. 29 september 1999 aan verweerster verzocht om het tentamen GD van het oude curriculum te mogen afleggen om op die manier aan een tentamencijfer te komen voor het vak Diergeneeskunde en Samenleving (hierna: D en S) van het nieuwe curriculum. De inhoud en de onderlinge samenhang zijn veranderd in het nieuw curriculumvak D en S, ongeacht het feit dat de drie componenten van het oud curriculum vak GD nog herkenbaar zijn. Het College acht het, gelet op hetgeen door verweerster naar voren is gebracht met betrekking tot de verschillen tussen de vakken GD en D en S, begrijpelijk en niet onredelijk dat geen vrijstelling zal worden verleend. Gelet op het vorenstaande overweegt het College dat appellant geen, althans onvoldoende, belang heeft bij zijn beroep. Beroep niet-ontvankelijk. CBE-930 RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN 24 februari 2000 Beroep tegen de beoordeling door verweerder van het practicum Fysisch Geografisch Veldwerk. Onder toepassing van het bepaalde in artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep, afgezien van het houden van een hoorzitting. Op de vraag van het College waarom appellante pas bij schrijven d.d. 15 november 1999 beroep heeft ingesteld tegen de beoordeling van 1994 heeft appellante op 9 december 1999 geantwoord dat zij zich in 1994 bij deze beslissing had neergelegd. Op grond van de uitslag van een in 1997 afgelegde test op analytische vermogens en soortgelijke testen in 1999, waarbij zij goed scoorde, heeft zij besloten alsnog beroep in te stellen. Het College ziet in hetgeen door appellante is aangevoerd onvoldoende reden om de termijnoverschrijding van ruim vijf jaar verontschuldigbaar te achten. Beroep niet-ontvankelijk. CBE-951 RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN 21 maart 2000 Beroep tegen het uitblijven van een beslissing van verweerster met betrekking tot het tentamen Inleiding Specialisatie Educatieve Geografie. Tevens om een voorlopige voorziening verzocht. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 23

24 Verzoek om een voorlopige voorziening niet ontvankelijk, nu het beroep in het kader waarvan het verzoek is gedaan, bij uitspraak van heden door het College niet-ontvankelijk is verklaard. Het College is van oordeel dat de inhoud van de brief van 13 januari 2000 van verweerster niet is aan te merken als een beslissing in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek omdat het mededelingen van feitelijke aard behelst en derhalve geen sprake is van in die brief vervatte beslissingen als bedoeld in artikel 7.61 van de WHW. Beroep niet-ontvankelijk. CBE-952 RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN 6 april 2000 Beroep tegen de beslissing van de examencommissie om het nieuwe programma te volgen. Tevens om een voorlopige voorziening verzocht. Verzoek om een voorlopige voorziening niet ontvankelijk, nu het beroep in het kader waarvan het verzoek is gedaan, bij uitspraak van heden door het College niet-ontvankelijk is verklaard. Het College is van oordeel dat de inhoud van de brief van 10 februari 2000 van verweerster niet is aan te merken als een beslissing in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek omdat het mededelingen van feitelijke aard behelst en derhalve geen sprake is van in die brief vervatte beslissingen als bedoeld in artikel 7.61 van de WHW. Beroep niet-ontvankelijk. CBE-921 LETTEREN (Geschiedenis) 20 april 2000 Verweerster heeft het schriftelijke verzoek van appellant om het door verweerster op 1 oktober 1999 ontvangen werkstuk onmiddellijk na te zien en te waarderen en bij voldoende resultaat, dit resultaat met de daarbij behorende punten alsnog te antedateren en te laten gelden voor het cursusjaar , afgewezen. Tussen partijen staat vast dat het desbetreffende werkstuk, dat onderdeel uitmaakt van het tentamen historiografie en 2 studiepunten waard is, na 31 augustus 1999 is ingeleverd en met een voldoende is beoordeeld. Derhalve kunnen deze 2 studiepunten niet meetellen voor het studiejaar 1998/1999. Indien appellant ten gevolge van medische omstandigheden in het studiejaar 1998/1999 niet aan de temponorm heeft kunnen voldoen, kan hij bij het College van Bestuur een verzoek indienen voor tempobeurscompensatie. CBE-942 DIERGENEESKUNDE 20 april 2000 Beroep ingesteld tegen de beslissing van de examencommissie, waarbij een verzoek om een extra tentamenkans voor het vak Ziektekunde van de Orgaan Systemen, deel III (hierna: ZOS 3) van het oude curriculum is afgewezen. Vaststaat dat er bij appellant geen bijzondere persoonlijke omstandigheden spelen op grond waarvan zou moeten worden afgeweken van de regels die gelden voor studenten die van het oude curriculum naar het nieuwe curriculum zijn overgestapt. Op grond van die regels heeft appellant geen recht op een extra tentamenkans voor het vak ZOS 3 van het oude curriculum. Beslissing van verweerster niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 24

25 CBE-941 GENEESKUNDE 9 mei 2000 Beroep met betrekking tot het tentamen Gezonde en Zieke Cellen 1. Het College is op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting van oordeel dat de beoordeling door verweerster van het door appellant afgelegde onderhavige blok, gelet op de toetsingsgronden, stand kan houden. CBE-948 DIERGENEESKUNDE 9 juni 2000 Beroep tegen de beslissing van de Commissie Individueel Doctoraal examen Diergeneeskunde d.d. 28 januari 2000, waarbij het verzoek van appellante tot toelating tot het vrij doctoraal examen diergeneeskunde is afgewezen. Verweerster heeft bij het nemen van het bestreden besluit niet overeenkomstig de geldende regels gehandeld, nu zij appellante niet heeft gehoord. Deze onzorgvuldigheid komt in de ogen van het College, gelet op de omstandigheden van het voorliggende geval, een zodanig gewicht toe dat het van oordeel is dat het bestreden besluit geen stand kan houden. Het College is van oordeel dat verweerster in het voorliggende geval een inhoudelijke beslissing op het verzoek van appellante had behoren te nemen. Verweerster heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom - gelet op het door appellante voor haar programma gekozen thema 'paard-sport-ethiek' - de door verweerster voorgestelde vakken wel en de door appellante voorgestelde vakken niet tot een evenwichtig studieprogramma leiden. Beroep gegrond. CBE Tempo GODGELEERDHEID 16 juni 2000 Beroep tegen de beslissing van het College van Bestuur inzake de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten in het studiejaar 1998/1999. Door appellant is het aantal studiepunten (13) dat hij over het studiejaar 1998/1999 heeft behaald niet betwist. Appellant stelt dat de via vrijstelling verkregen studiepunten voor onderdelen afgelegd vóór 1 september 1998 meetellen bij de bepaling van de studievoortgang met betrekking tot het studiejaar 1998/1999. Appellant beroept zich hierbij op een afspraak met de Informatie Beheer Groep. Het College is van oordeel dat op grond van de artikelen 17b en 31a van de Wet op de studiefinanciering bij de beoordeling van de studievoortgang de studiepunten die zijn behaald als gevolg van een vrijstelling niet meetellen als hierboven bedoeld. Appellant heeft naar het oordeel van het College niet aannemelijk gemaakt dat er voor hem een andere regel geldt op grond waarvan anders moet worden beslist. CBE-961 RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN 16 juni 2000 Beroep tegen de schriftelijke weigering van verweerster om een beslissing te nemen omtrent het door appellant te volgen programma en omtrent het wel of niet voortzetten van de studie Sociale Geografie (geografie voor educatie). Onder toepassing van het bepaalde in artikel 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht is wegens de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep, afgezien van het houden van een hoorzitting. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 25

26 Het College is van oordeel dat de inhoud van de brief van 13 januari 2000 van verweerster niet is aan te merken als een beslissing noch als een weigering om een beslissing te nemen in de zin van de WHW omdat het mededelingen van feitelijke aard behelst en derhalve geen sprake is van in die brief vervatte beslissingen als bedoeld in artikel 7.61 van de WHW. Beroep niet-ontvankelijk. CBE-959 DIERGENEESKUNDE 7 juli 2000 Beroep tegen de beslissing van verweerster, waarbij het verzoek van appellante om alleen het onderdeel Gerechtelijke Diergeneeskunde van het tentamen Diergeneeskunde en Samenleving (hierna: D en S) af te leggen en vrijgesteld te worden van de twee andere onderdelen van dat tentamen is afgewezen. Verweerster heeft zelf geen oordeel gevormd over de inhoud van het vak D en S en heeft in het kader van dit beroep ook niet het oordeel van de betrokken docenten gevraagd. Volgens artikel 10 van de Regels en Richtlijnen beslist verweerster op verzoeken om vrijstelling. Verweerster heeft daarbij dus een eigen verantwoordelijkheid. Het College is van oordeel dat verweerster, gelet op het bepaalde in genoemd artikel 10 en op hetgeen door appellante naar voren is gebracht, haar verantwoordelijkheid op onvoldoende wijze heeft uitgeoefend door niet het oordeel van de betrokken docenten te vragen naar aanleiding van het onderhavige verzoek van appellante. Het College is van oordeel dat verweerster niet aannemelijk heeft kunnen maken dat bovenvermelde stelling van appellante onjuist zou zijn. Beroep gegrond. CBE-955 DIERGENEESKUNDE 31 juli 2000 Beroep tegen de beslissing van verweerster d.d. 3 april 2000, waarbij het verzoek van appellante om op grond van haar werkzaamheden in de lustrumcommissie van de Veterinaire Studenten Rijvereniging (VSR) De Solleysel het tentamen Stralenbeveiliging buiten de reguliere examenperiodes om af te mogen leggen, is afgewezen. Het College acht verweerster gehouden zich ten aanzien van verzoeken van de leden van de lustrumcommissie te blijven houden aan de voorheen door haar gehanteerde gedragslijn. Beroep gegrond. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 26

27 Samenvattingen 1 september 2000 tot 1 september 2001 CBE-963 SOCIALE WETENSCHAPPEN (Culturele Antropologie) 5 oktober 2000 Beroep tegen de afwijzing door verweerster van het verzoek om vrijstelling van de aanvullende toets Wiskunde, nodig voor het behalen van het propedeuse examen. Tevens om een voorlopige voorziening verzocht. Bij beslissing van 7 juli 2000 heeft de voorzitter van het College het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaalt dat verweerster alsnog een gemotiveerde en aan appellante duidelijk kenbaar gemaakte beslissing dient te nemen op haar verzoek om vrijstelling. Uit de brief van 16 augustus 2000 blijkt dat verweerster een nieuwe beslissing heeft genomen. Deze nieuwe beslissing moet worden geacht in de plaats te zijn gekomen van het oorspronkelijk bestreden besluit d.d. 27 maart Op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht dient deze nieuwe beslissing door het College inhoudelijk te worden getoetst. Voor een inhoudelijke beoordeling van het oorspronkelijke bestreden besluit is geen reden meer, zodat het beroep daartegen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Appellante heeft haar verzoek om vrijstelling van de Wiskunde toets gebaseerd op het door haar aan de Universiteit van Amsterdam afgelegde onderdeel Statistiek, op basis waarvan zij vrijstelling heeft gekregen voor de statistiekcursussen van de propedeutische fase in Utrecht. Het College is van oordeel dat verweerster inhoudelijk had dienen te onderzoeken of de stelling van appellante -dat zij, op grond van het door haar behaalde onderdeel Statistiek, beschikt over voldoende inhoudelijke kennis van de wiskunde -kan leiden tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de toets wiskunde. Uiteraard kan verweerster zich daarbij laten adviseren door het James Boswell instituut. De afwijzing door verweerster van het vrijstellingsverzoek van appellante kan naar het oordeel van het College wegens ondeugdelijke motivering niet in stand blijven. Beroep tegen beslissing 27 maart 2000 niet-ontvankelijk. Beroep tegen beslissing 16 augustus 2000 gegrond. CBE-966 RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN 6 oktober 2000 Beroep tegen: het uitblijven van een beslissing van verweerster inzake het verzoek om de specialisatie bestuursgeografie te volgen; het uitblijven van beslissingen door verweerster inzake zijn hernieuwde verzoeken om de specialisaties regionale en educatieve geografie te mogen volgen; het uitblijven van een door verweerster ondertekend, dossierdiploma. het uitblijven van een besluit door verweerster waarin wordt aangegeven wie voor de kosten van de beoordelingen (onderwijs) die buiten de inschrijvingen plaatsvonden, gaat opdraaien. Tevens om een voorlopige voorziening verzocht. Onder toepassing van het bepaalde in artikel 7:17 Awb is wegens de kennelijke nietontvankelijkheid van de beroepen afgezien van het houden van een hoorzitting. Het College is van oordeel dat de afgifte van een in de woorden van appellant - dossierdiploma geen beslissing is als bedoeld in artikel 7.61 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW). Uit de stukken is het College gebleken dat het bij een dossierdiploma feitelijk gaat om een afschrift van het ten aanzien van appellant bijgehouden administratieoverzicht. Het gestelde niet-tijdig beslissen kan dan ook niet als een appellabele beslissing worden aangemerkt. Het College is daarom van Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 27

28 oordeel dat appellant in zijn beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 28

29 Ten overvloede overweegt het College dat het beroep niet kan slagen omdat het op een onjuiste grondslag is gebaseerd: het door appellant gevraagde cijferoverzicht is wel aan hem toegezonden. De omstandigheid dat het cijferoverzicht niet door verweerster is ondertekend, acht het College in dit verband niet van belang, daar de status van het cijferoverzicht daarvan niet afhankelijk is. Naar aanleiding van de overige beroepen van appellant, waarbij de vraag aan de orde is of appellant zijn studie op enigerlei wijze kan vervolgen (verzoeken om bepaalde specialisaties te mogen volgen; de afgifte van een verklaring van geen bezwaar), overweegt het College dat appellant ook in deze beroepen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien beroep slechts openstaat voor een belanghebbende en appellant, nu hij na augustus 1996 niet meer staat ingeschreven bij de Universiteit Utrecht, niet als zodanig kan worden aangemerkt. Het College laat hierbij uitdrukkelijk in het midden of de vraag of het bij bedoelde beroepen wel gaat om appellabele beslissingen als bedoeld in artikel 7.61 van de WHW bevestigend kan worden beantwoord. Beroepen niet-ontvankelijk. Verzoek voorlopige voorziening eveneens niet ontvankelijk. CBE-980 DIERGENEESKUNDE 30 november 2000 Beroep tegen de beslissing van de Commissie Individueel Doctoraal examen d.d. 17 augustus 2000, waarbij het verzoek van appellante tot toelating tot het vrij doctoraal examen diergeneeskunde op basis van het door haar geformuleerde voorstel voor een studieprogramma is afgewezen. Verweerster heeft zich naar aanleiding van de uitspraak van het College d.d. 9 juni 2000 (kenmerk: CBE-948) opnieuw beraden over het studieprogramma voor een vrij doctoraalexamen diergeneeskunde van appellante. Het College is van oordeel dat de beslissing van verweerster d.d. 17 augustus 2000, waarbij het voorstel van appellante voor een studieprogramma voor het vrij doctoraalexamen diergeneeskunde op inhoudelijke gronden is afgewezen, voldoende draagkrachtig is gemotiveerd. Het College is van oordeel dat het door verweerster tot uitgangspunt van nader overleg met appellante opgestelde vakkenpakket moet worden geacht een niet onredelijke uitwerking in te houden van de door hem in zijn eerdere uitspraak tussen partijen van 9 juni 2000 aangegeven inhoudelijke criteria. Beroep door de Rechtbank op 11 april 2001 ongegrond verklaard, hoger beroep door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 juni 2002 gegrond verklaard. De raad bepaalde hierbij dat de vrijheid van een student zelf een programma samen te stellen voorop moet worden gesteld, gezien de facultaire regeling vrij doctoraal geen beperkende elementen bevat. CBE-979 DIERGENEESKUNDE 8 december 2000 Beroep tegen de beslissing van verweerster, waarbij het verzoek van appellante om als student van het oude curriculum (curriculum 1982) het differentiatie co-schap monotraject Paard van het nieuwe curriculum (curriculum 1995) te mogen volgen, is afgewezen. Verweerster heeft haar beslissing doen steunen op het facultaire beleid dat, gelet op de overgang van het curriculum 1982 naar het curriculum 1995, ter zake wordt gevoerd, alsmede op een afweging van belangen. Het College is van oordeel dat de bestreden beslissing daarmee voldoende draagkrachtig is gemotiveerd en dat niet kan worden geoordeeld dat die beslissing kennelijk onredelijk is te achten. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 29

30 Met verweerster is het College van oordeel dat het gelijkheidsbeginsel niet kan meebrengen dat een eenmaal genomen verkeerde beslissing, nadat die fout als zodanig is onderkend, in het vervolg dient te worden herhaald. Het gelijkheidsbeginsel brengt voorts niet mee dat studenten die onder het oude curriculum hun studie zijn begonnen moet worden toegestaan het onderwijs van het nieuwe curriculum te volgen, nu die studenten niet kunnen worden geacht in een gelijke positie te verkeren als de studenten die onder het nieuwe curriculum hun studie zijn aangevangen CBE-978 DIERGENEESKUNDE 13 december 2000 Beroep tegen de beslissing van verweerster, waarbij het verzoek van appellante om als student van het oude curriculum (curriculum 1982) het differentiatie co-schap monotraject Paard van het nieuwe curriculum (curriculum 1995) te mogen volgen, is afgewezen. Verweerster heeft haar beslissing doen steunen op het facultaire beleid dat, gelet op de overgang van het curriculum 1982 naar het curriculum 1995, ter zake wordt gevoerd, alsmede op een afweging van belangen. Het College is van oordeel dat de bestreden beslissing daarmee voldoende draagkrachtig is gemotiveerd en dat niet kan worden geoordeeld dat die beslissing kennelijk onredelijk is te achten. Met verweerster is het College van oordeel dat het gelijkheidsbeginsel niet kan meebrengen dat een eenmaal genomen verkeerde beslissing, nadat die fout als zodanig is onderkend, in het vervolg dient te worden herhaald. Het gelijkheidsbeginsel brengt voorts niet mee dat studenten die onder het oude curriculum hun studie zijn begonnen moet worden toegestaan het onderwijs van het nieuwe curriculum te volgen, nu die studenten niet kunnen worden geacht in een gelijke positie te verkeren als de studenten die onder het nieuwe curriculum hun studie zijn aangevangen. CBE-1002 DIERGENEESKUNDE 7 mei 2001 Beroep tegen de beslissing van verweerster d.d. 16 januari 2001 inzake het propedeuse onderdeel Inleiding in de Diergeneeskunde. Het is het College gebleken dat het door appellant gewijzigde en aangevulde stagelogboek, dat hij op 8 november 2000 heeft ingeleverd, is goedgekeurd. In dit stagelogboek heeft appellant vijf stagedagen beschreven. Het College is van oordeel dat door de goedkeuring van dit stagelogboek, waarin vijf stagedagen zijn beschreven, in redelijkheid niet kan worden vastgehouden aan de eis van een vervangende opdracht ter compensatie van een gemiste, ingeroosterde, stagedag. Hieraan doet niet af dat op het beoordelingsformulier van het op 8 november 2000 ingeleverde stagelogboek is vermeld dat geen aanvullende opdracht is ingeleverd en voorlopig dus nog geen voldoende is behaald. Voorts heeft verweerster onvoldoende rekening gehouden met het belang van appellant en niet, althans onvoldoende, duidelijk gemaakt wat haar belang is om in dit geval vast te blijven houden aan de eis van een vervangende opdracht. Beroep gegrond. Jaarverslag College van Beroep voor de Examens Universiteit Utrecht 30

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 2004 tot 1 SEPTEMBER 2006 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

CBE-1166 (030)

CBE-1166 (030) CBE-1166 (030) 253 1745 16 januari 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 1997 tot 1 SEPTEMBER 1999 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2013 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2014 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van Beroep

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2006 tot 1 SEPTEMBER 2008

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE. 1 SEPTEMBER 2006 tot 1 SEPTEMBER 2008 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN OVER DE PERIODE 1 SEPTEMBER 2006 tot 1 SEPTEMBER 2008 College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2016 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-0 9 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Den Haag, appellante tegen de Facultaire Examencommissie Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 9-0 3 3 en 0 9-0 4 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake de beroepen van de heer XXX te Breda, appellant tegen de Centrale Examencommissie Geneeskunde,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bestuursraad van het ICLON, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie Propedeuse van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2016/029 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 3 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies BSA-commissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 6 7 van (de voorzitter van) het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 4 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 1 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 0 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 3 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

BROCHURE IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

BROCHURE IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS BROCHURE 2013 IN BEROEP BIJ HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Inhoudsopgave I. Het begin van de procedure Hoe weet je of je in beroep kunt gaan bij het CBE? Hoe stel je beroep in? Wat kunnen de gronden

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 0 2 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-3 0 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Ma Linguistics, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Met de op 5

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 6 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 7 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 4 8 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-1 3 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 5 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Kunstgeschiedenis, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/261

Zaaknummer : 2013/261 Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,

Nadere informatie

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2008-2009 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats appellant], appellant tegen [naam verweerder], namens verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak inzake het beroep d.d. 7 augustus 2010, ontvangen 10 augustus 2010, van X, hierna te noemen appellante, tegen het besluit van de examencommissie van de faculteit

Nadere informatie

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 1 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 0 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij besluit van 27 augustus

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 1 3 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 0 0

U I T S P R A A K 1 3 1 0 0 U I T S P R A A K 1 3 1 0 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam appellant], appellant tegen de Examencommissie Master Political Sciences, verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak inzake het beroep van dhr. x, hierna te noemen appellant, van 20 februari 2011, ontvangen 28 februari 2011, tegen het besluit d.d. 9 februari 2011 van de examencommissie

Nadere informatie

Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan

Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan Instemming Deelnemersraad: 26 april 2011 Vastgesteld door College van Bestuur: 10 mei 2011 Ingangsdatum: 10 mei 2011 Inhoudsopgave ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN...

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Fiscaal Recht, verweerder 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur

Nadere informatie

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2010-2011 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

het college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.

het college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-0 9 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Examencommissie Talen en Culturen Japan, verweerster 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 4 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 8-0 8 0 en 1 0-0 3 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS ROC A12 (Onderdeel van de Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland Midden) 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2017

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2017 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2017 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 5 9 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3-0 87

U I T S P R A A K 1 3-0 87 U I T S P R A A K 1 3-0 87 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR

JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR JAARVERSLAG 2011 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS - EUR Onderstaande tabellen geven een kwantitatief overzicht van de beroepszaken bij het College in 2011. In 2011 kwamen in totaal 195 zaken bij het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-2 1 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 3 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Appellant is

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 0 8 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 0 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie