Bedieningsvoorschrift

Transcriptie

1 /2003 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Regeltoestel Logamatic 4211 Zorgvuldig lezen vóór de bediening

2 Voorwoord Over dit voorschrift Het toestel voldoet aan de basisvereisten van de betreffende Europese richtlijnen. De conformiteit werd aangetoond. De betreffende documentatie en de originele conformiteitverklaring bevinden zich bij de fabrikant. Dit bedieningsvoorschrift bevat belangrijke informatie betreffende een veilige en vakkundige bediening van het regeltoestel Logamatic Technische wijzigingen voorbehouden! Door permanente ontwikkelingen kunnen afbeeldingen, functieverloop en technische gegevens in beperkte mate afwijken. Actualisering van de documentatie Heeft u voorstellen ter verbetering van de documentatie of heeft u onregelmatigheden vastgesteld, neem dan contact op met één van onze Belgische filialen. 2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Voor uw veiligheid Tips voor energiebesparing Bedieningselementen Modules en hun functies Bedieningseenheid MEC Beknopt bedieningsvoorschrift Kamertemperatuur instellen Tapwatertemperatuurregeling Omlooppompenregeling Weergaven oproepen Standaardprogramma kiezen Programma wijzigen Nieuw verwarmingsprogramma opstellen Nieuw tapwaterprogramma ingeven Nieuw omlooppompprogramma ingeven Party-/Pauze-functie Vakantieprogramma Zomer-/winteromschakeling instellen Standaardscherm wijzigen Datum en uur ingeven Rookgastest Kamertemperatuurvoeler kalibreren Automatische onderhoudsmelding Storingen en de verhelping Noodbedrijf Instelprotocol Trefwoordenregister

4 1 Inleiding 1 Inleiding Het regeltoestel Logamatic 4211 werd geconcipieerd voor een modulaire opbouw en kan in functie van het type en de grootte van de installatie uitgerust worden met tot twee bijkomende functiemodules. Dankzij de modulaire opbouw kunnen bij een compleet uitgerust regelsysteem tot vier verwarmingskringen met mengklep aangesloten worden. Op de modules bevinden zich zowel de bedieningselementen voor het manueel bedrijf als de bedrijfsweergaven. Het regeltoestel Logamatic 4211 is voorzien van een complete veiligheidstechnische uitrusting. De basisuitrusting van de Logamatic 4211 omvat: buitentemperatuurafhankelijke regeling van een verwarmingsketel het gebruik van een ééntraps-, tweetraps- of modulerende brander regeling van een direct nageschakelde verwarmingskring zonder mengklep of regeling van een ketelpomp regeling van de tapwatertemperatuur met thermische desinfectie sturing van een omlooppomp voor het tapwater bedieningseenheid MEC2 De bedieningseenheid MEC2 is het centrale bedieningselement. Het bedieningsconcept luidt: "drukken en draaien" Functies en bedrijfswaarden worden op het display getoond. "De regeling spreekt uw taal." Met de toetsen kan u de functies op het scherm oproepen. Wanneer een toets wordt ingedrukt en ingedrukt gehouden, kan de waarde met de draaiknop veranderd worden. Zodra de toets wordt losgelaten, wordt de nieuwe waarde overgenomen en opgeslagen. Indien er binnen een periode van ca. 5 minuten geen invoer gedaan wordt, schakelt het toestel automatisch weer over naar het standaardscherm. In functie van de ingebouwde functiemodules, beschikt het regeltoestel Logamatic 4211 over de volgende functies: 7-kanaals-tijdschakelklok met weekprogramma automatische tijdinstelling met radioklok automatische zomer-/winteromschakeling tapwaterbereiding 30 minuten vóór verwarmingsbedrijf tapwater-voorrangschakeling vakantieprogramma party/pauze-functie vorstbeveiligingsfunctie 8 standaard keuzeprogramma's. Ingeval geen enkel van die programma's aan uw wensen voldoet, kan u uw eigen wensprogramma ingeven. in functie van de bedrijfsvoorwaarden: nadraaitijd voor de pomp van de verwarmingskring en voor de boilerlaadpomp 3 minuten bescherming tegen condensatiewater rookgastest automatische adaptatie van de stookcurven zelflerende in- en uitschakeloptimalisering keuze tussen buiten - en kamertemperatuurregeling 4

5 Voor uw veiligheid 2 2 Voor uw veiligheid 2.1 Voorgeschreven toepassing Het regeltoestel Logamatic 4211 regelt en controleert de verwarmingsinstallaties in één- en meergezinswoningen en andere gebouwen. 2.2 Neem deze aanwijzingen in acht Gebruik het regeltoestel enkel voor de voorziene toepassingen en in perfecte staat. Laat u door uw vakman uitvoerig informeren over de bediening van de installatie. Lees dit bedieningsvoorschrift aandachtig. U mag enkel de in dit voorschrift vermelde bedrijfswaarden ingeven en veranderen. Andere invoeren veranderen de sturingsprogramma's van de verwarmingsinstallatie en kunnen leiden tot foute functies van de installatie. Laat het onderhoud, herstellingen en storingsdiagnoses enkel door erkende vaklui uitvoeren. WAARSCHUWING! LEVENSGEVAAR door elektrische stroom. Open het regeltoestel nooit. In geval van gevaar, moet de verwarmingsnoodschakelaar in de stookruimte uitgeschakeld worden of moet de verwarmingsinstallatie via de huiszekering van het stroomnet losgekoppeld worden. Laat de storingen aan de verwarmingsinstallatie onmiddellijk door uw verwarmingsinstallateur verhelpen. WAARSCHUWING! OPGELET! GEVAAR VOOR VERBRANDING Bij de thermische desinfectie wordt, volgens de fabrieksinstellingen, het hele tapwatersysteem verwarmd tot een temperatuur van 70 C (inschakeltijdstip: dinsdagnacht 1:00 uur). Het inschakeltijdstip, dat in de fabriek werd ingesteld, kan, indien nodig (indien u werkt in ploegen), door de installateur gewijzigd worden. Indien de tapwaterkring van uw verwarmingsinstallatie niet is uitgerust met een thermostatisch geregelde mengklep, mag er op dat ogenblik geen ongemengd tapwater afgetapt worden. Aangezien er vanaf ca. 60 C verbrandingsgevaar bestaat; vraag aan uw vakman welke tapwatertemperatuur ingesteld werd. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door vorst. De verwarmingsinstallatie kan bij vorst bevriezen, wanneer ze buiten bedrijf is, bv. door uitschakeling door storing. Zorg ervoor, dat de verwarmingsinstallatie permanent ingeschakeld is. Informeer uw vakman meteen als er zich een storing voordoet. 5

6 2 Voor uw veiligheid 2.3 Regeltoestel reinigen Reinig het regeltoestel enkel met een vochtige doek. 2.4 Afval Verwerk de verpakking van het regeltoestel op een milieuvriendelijke wijze. De lithiumbatterij uit de module CM431 mag enkel door uw vakman vervangen worden. 6

7 Tips voor energiebesparing 3 3 Tips voor energiebesparing De Buderus-regeltechniek garandeert u een optimaal comfort met vele technische mogelijkheden, gecombineerd met een minimaal energieverbruik en een eenvoudige bediening. Wanneer u de volgende richtlijnen volgt, bespaart u energie en dus geld en ontziet u tegelijk het leefmilieu. Laat u bij de inbedrijfstelling door uw installateur uitvoerig wegwijs maken in de bediening van de installatie. Hij kan ook uw eventuele vragen beantwoorden. Neem het bedieningsvoorschrift van uw verwarmingsinstallatie grondig door. Laat de verwarmingsinstallatie aan de karakteristieke eisen van uw woning aanpassen. Laat uw verwarmingsinstallatie regelmatig onderhouden. Verlucht tijdens de koude seizoenen slechts kort, maar krachtig. Zo vermijdt u dat de kamers helemaal afkoelen. Controleer de instellingen van de thermostaatventielen in de verschillende kamers. Stel de temperatuur van de woonruimten en van het tapwater niet hoger in dan nodig. Stemmen de vooringestelde schakeltijden (dag- en nachtbedrijf) van de verwarming en van de tapwaterproductie overeen met uw leefgewoonten? Corrigeer desgewenst het standaardprogramma. Gebruik de instelmogelijkheden van de zomer- /winteromschakeling voor de overgangstijd. Vermijd het veelvuldig veranderen van de temperatuurinstelling van de woonruimten en het tapwater. Het duurt een tijdje vooraleer een temperatuurcorrectie voelbaar is. Corrigeer de instellingen pas de volgende dag wanneer de veranderingen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Een aangenaam woonklimaat hangt niet alleen af van de kamertemperatuur, maar ook van de luchtvochtigheid. Hoe droger de lucht, hoe koeler de kamer aanvoelt. Gebruik kamerplanten om de luchtvochtigheid te verbeteren. 7

8 4 Bedieningselementen 4 Bedieningselementen Z L veiligheidstemperatuurbegrenzer thermostaat voor het ketelwater F1 zekering aansluiting voor externe servicetoestellen en MEC2 schakelaar voor noodbedrijf brander bedrijfsschakelaar Afb. 1 Bedieningselementen Insteekplaats: 1 A B 2 Module: FM442 ZM422 MEC2 (CM431) FM442 verwarmingskr. 1 verwarmingskr. 2 brander verwarmingskr. 0 ketel/ tapwater/ omlooppomp bedieningseenheid MEC2 verwarmingskr. 3 verwarmingskr. 4 Afb. 2 Module-uitrusting 8

9 Modules en hun functies 5 5 Modules en hun functies Hier vindt u een opsomming van alle modules met dewelke het regeltoestel Logamatic 4211 is uitgerust of uitgerust kan worden. MEC2 bedieningseenheid Controlemodule CM431 Op de volgende pagina's vindt u informatie betreffende de modules die ingezet kunnen worden. Logamatic 4211 O O Tabel 1 Module Centrale module ZM422 brandersturing, 1 verwarmingskring + 1 tapwaterkring Modules en hun functies Functiemodule FM441 1 verwarmingskring + 1 tapwaterkring Functiemodule FM442 2 verwarmingskringen Functiemodule FM443 zonnekring Functiemodule FM445 LAP/LSP (laadsysteem) Functiemodule FM446 EIB-interface Functiemodule FM448 algemene storingsmeldingen Bijkomende module ZM426 bijkomende-stb O X X X X X X X O = basisuitrusting X = bijkomende uitrusting = combinatie/inbouw niet mogelijk AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER De menuopties, die op het scherm van de bedieningseenheid MEC2 worden getoond, worden bepaald door de ingestoken modules en de ingevoerde instellingen. 9

10 5 Modules en hun functies Brander-/verwarmingskring en tapwatermodule ZM422 De module ZM422 maakt deel uit van de basisuitrusting van het regeltoestel Logamatic De handschakelaars op de module hebben enkel een service- en onderhoudsfunctie. Als de handschakelaars zich niet in de automatische positie bevinden, verschijnt op de MEC2 de betreffende melding en de weergave 0 voor storing licht op. Gebruik de handschakelaars niet om de installatie uit te schakelen bij een tijdelijke afwezigheid. De regelfuncties lopen verder tijdens het manueel bedrijf. Z L Branderfuncties Toets "rookgastest" Q voor de rookgastest Druk de toets "rookgastest" gedurende enkele seconden in. De verwarmingsregeling draait gedurende 30 minuten met een verhoogde aanvoertemperatuur. Tijdens de rookgastest knipperen afwisselend de weergaven 0 voor storing en 1 voor zomerbedrijf. Indien u de rookgastest wil afbreken, moet u opnieuw de toets "rookgastest" indrukken. Handschakelaar voor brander 2 De handschakelaar zou steeds in de positie AUT moeten staan. De posities 0, hand en max I + II zijn speciale instellingen die enkel door vaklui gebruikt mogen worden. De brander kan met de handschakelaar direct aangestuurd worden. 3: Bij één- en tweetraps branders wordt eerst enkel de eerste trap als basisbelasting vrijgegeven. De tweede trap is spanningsvrij. Het is niet mogelijk om de branderstelmotor terug te sturen. Bij modulerende branders kan het brandervermogen met de toets 5 traploos verhoogd en met de toets 6 traploos verlaagd worden. AUT: De brander functioneert in automatisch bedrijf. 0: De brander is uitgeschakeld. Uitzondering, wanneer de noodschakelaar van de brander in de positie 4 geplaatst is. max I+II: De brander draait permanent aan maximum vermogen. Afb. 3 ZM422 Symbool 0 Algemene storing, bv. bouwzijdige fout, voelerfout, externe storingen, bekabelingsfout, interne modulefout, manueel bedrijf. De foutmeldingen verschijnen als tekst op de bedieningseenheid MEC2. Controlelampjes voor de branderfuncties Symbool 9 branderstoring Symbool A brander in bedrijf Symbool U modulatievermogen wordt verhoogd Symbool V modulatievermogen wordt verlaagd Controlelampjes voor verwarmingskring 0 en tapwaterfuncties Symbool 1 verwarmingskring 0 in zomerbedrijf Symbool 8 verwarmingskring 0 resp. ketelpomp in bedrijf Symbool 8 L boilerlaadpomp in bedrijf Symbool 8 Z omlooppomp in bedrijf 10

11 Modules en hun functies 5 Verwarmingskring- en tapwaterfunctie Handschakelaar verwarmingskring en tapwater B De handschakelaar zou steeds in de positie AUT moeten staan. De posities 0 en hand zijn speciale instellingen, die enkel door vaklui gebruikt mogen worden. 3: verwarmingskring 0 resp. ketelpomp en boilerlaadpomp worden ingeschakeld. AUT: verwarmingskring 0 resp. ketelkring en tapwaterkring functioneren in automatisch bedrijf. 0: enkel de verwarmingskring of ketelpomp, boilerlaadpomp en omlooppomp zijn uitgeschakeld. De regelfuncties lopen verder. De functies die actief zijn, worden door middel van controlelampjes aangegeven. 11

12 5 Modules en hun functies Verwarmingskringmodule FM442 De functiemodule FM442 stuurt twee onafhankelijke verwarmingskringen met mengklep. Ze kan tot vier maal per regeltoestel ingezet worden. De handschakelaars op de module hebben enkel een service- en onderhoudsfunctie. Indien de handschakelaar B zich niet in de automatische positie bevindt, verschijnt op de MEC2 de betreffende melding en de weergave 0 storing licht op. Gebruik de handschakelaars niet om de installatie uit te schakelen bij een tijdelijke afwezigheid. De regelfuncties lopen verder tijdens het manueel bedrijf Verwarmingskringfunctie Handschakelaar voor de verwarmingskringb 3: de verwarmingskringpomp wordt ingeschakeld. De mengklep van de verwarmingskring kan manueel bediend worden. AUT: de verwarmingskring functioneert in automatisch bedrijf. 0: enkel de pomp van de verwarmingskring is uitgeschakeld. De regelfuncties lopen verder. Afb. 4 FM442 Symbool 0 Algemene storing bv. bouwzijdige fout, voelerfout externe storingen, bekabelingsfout, interne modulefout, manueel bedrijf. De foutmeldingen verschijnen als tekst op de bedieningseenheid MEC2. Controlelampjes voor de verwarmingskringfuncties Symbool 1 verwarmingskring in zomerbedrijf Symbool 8 verwarmingskringpomp in werking Symbool U mengklep gaat open Symbool V mengklep gaat dicht 12

13 Bedieningseenheid MEC2 6 6 Bedieningseenheid MEC2 Bedieningseenheid MEC2 radiokloksignaal draaiknop aanvoer install. buitentemp. 45 C display 10 C continu verwarmingsbedrijf automatisch verwarmingsbedrijf volgens schakelklok weergave van de ingestelde nagestreefde kamertemperatuur continu verlaagd verwarmingsbedrijf tapwatertemperatuur ingeven / naverwarming weekdag ingeven uur instellen vakantiedagen ingeven standaardweergave kiezen temperatuurwaarde wijzigen zomer-/winteromschakeling terug naar standaardweergave programma selecteren verwarmingskringen/tapwaterkring kiezen Afb. 5 Bedieningseenheid MEC2 13

14 7 Beknopt bedieningsvoorschrift 7 Beknopt bedieningsvoorschrift Inbedrijfstelling Controleer of de handschakelaars op het regeltoestel en op de aangebrachte modules op AUT staan. Plaats de bedrijfsschakelaars van het regeltoestel op R. De bedieningseenheid MEC2 wordt geïnitieerd. Er volgt een uitwisseling van gegevens tussen het regeltoestel en de MEC2. Korte tijd nadien verschijnt op het display van de bedieningseenheid MEC2 het in de fabriek vooringestelde standaardscherm. Buiten bedrijf stellen Plaats de bedrijfsschakelaar op T. Bij gevaarlijke situaties moet u de verwarmingsnoodschakelaar van de stookruimte uitschakelen. Kamertemperatuur instellen voor alle aan de MEC2 toegekende verwarmingskringen AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Verwarmingskringen met de bedieningseenheid MEC2 worden als "MEC-verwarmingskringen" aangeduid. Verwarmingskringen zonder bedieningseenheid MEC2 worden als "verwarmingskring en verwarmingskringnummer" of "naam verwarmingskring en verwarmingskringnummer" aangeduid. Dag-kamertemperatuur instellen Druk de toets E in als de afdekkap gesloten is en laat ze los. Stel met de draaiknop de gewenste dagkamertemperatuur in. Druk de toets D in. Nacht-kamertemperatuur instellen Druk de toets F in als de afdekkap gesloten is en laat ze los. Stel met de draaiknop de gewenste nachtkamertemperatuur in. Druk de toets D in. 14

15 Beknopt bedieningsvoorschrift 7 Kamertemperatuur instellen voor verwarmingskringen zonder eigen afstandsbediening Verwarmingskringen die niet zijn toegekend aan de MEC2 Tapwatertemperatuur instellen Toets I indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot de gewenste tapwatertemperatuur wordt weergegeven. Laat de toets I los. Dag-kamertemperatuur instellen Toets C indrukken en ingedrukt houden. Selecteer de gewenste verwarmingskring met de draaiknop. Laat de toets C los. Toets E indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste dagkamertemperatuur in. Laat de toets E los. Druk de toets D in. Nacht-kamertemperatuur instellen Toets C indrukken en ingedrukt houden. Selecteer de gewenste verwarmingskring met de draaiknop. Laat de toets C los. Toets F indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste nachtkamertemperatuur in. Laat de toets F los. Druk de toets D in. Kamertemperatuur instellen voor verwarmingskringen, die met andere afstandsbedieningen zijn uitgerust Zie ook de afzonderlijke bedieningsvoorschriften van de afstandsbedieningen. 15

16 7 Beknopt bedieningsvoorschrift Zomer-/winteromschakeling instellen Vooraleer de zomer-/winteromschakeling opgeroepen wordt, moet de gewenste verwarmingskring geselecteerd worden. Daarbij kunnen zowel een afzonderlijke verwarmingskring als alle aan de MEC2 toegekende verwarmingskringen gekozen worden. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Selecteer de gewenste verwarmingskring met de draaiknop. Laat de toets C los. Toets H indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot de buitentemperatuur, waaronder verwarmd moet worden, op het scherm verschijnt. Laat de toets H los. Bedrijfstoestanden wijzigen De bedrijfstoestanden van de verwarmingskringen die aan de MEC2 toegekend zijn, worden gewijzigd als de afdekkap gesloten is. Druk de toets E in als de afdekkap gesloten is en laat ze los. De installatie draait continu op de vooringestelde dag-kamertemperatuur. Druk de toets F in als de afdekkap gesloten is en laat ze los. De installatie draait continu tegen verlaagd verwarmingsbedrijf. Druk de toets D in als de afdekkap gesloten is en laat ze los. De installatie functioneert volgens het vooringestelde schakelprogramma in automatisch bedrijf. 16

17 Kamertemperatuur instellen 8 8 Kamertemperatuur instellen Voor alle aan de MEC2 toegekende verwarmingskringen Bij de montage wordt door de installateur bepaald, welke verwarmingskringen door de bedieningseenheid MEC2 geregeld moeten worden. Die verwarmingskringen worden "MECverwarmingskringen" genoemd. De kamertemperatuur voor "MEC-verwarmingskringen" wordt met de draaiknop ingesteld. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER De temperatuurwijziging heeft betrekking op alle verwarmingskringen die aan de bedieningseenheid MEC2 zijn toegekend. Wanneer u één bepaalde verwarmingskring heeft uitgekozen en vervolgens de kamertemperatuur met de toets G wil instellen, verschijnt de foutmelding "instelling niet mogelijk MEC verwarm.kr. uitkiezen". Fabrieksinstelling: dag-kamertemperatuur: 21 C nacht-kamertemperatuur: 17 C instelling niet mogelijk MEC verwarm.kr. uitkiezen Stel, wanneer de afdekkap gesloten is en zonder dat daarbij een bijkomende toets in te drukken, met de draaiknop de gewenste dag-kamertemperatuur in. De kamertemperatuur kan ingesteld worden in stappen van één graad tussen 11 C en 30 C. De streeftemperatuur wordt aangeduid door een LED aan de draaiknop. Bij temperaturen onder 15 C of boven 25 C licht bovendien de - LED of + LED op. 17

18 8 Kamertemperatuur instellen Dag-kamertemperatuur instellen Als u de dag-kamertemperatuur wenst te wijzigen terwijl de verwarmingsinstallatie in nachtbedrijf is, moet de installatie in dagbedrijf geschakeld worden. Toets E indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste dagkamertemperatuur in. Laat de toets E los. Opdat de installatie in automatisch bedrijf functioneert: Druk de toets D in. kamer ingesteld 21 C continu dag Nacht-kamertemperatuur instellen Als u de nacht-kamertemperatuur wil veranderen, terwijl uw verwarmingsinstallatie in dagbedrijf draait, moet u eerst het nachtbedrijf instellen. De nacht-temperatuur wordt bepaald door de "soort verlaging", die werd ingesteld op het serviceniveau. Bij de soort verlaging "kamerafhankelijk" wordt verwarmd tot de ingestelde nacht-kamertemperatuur, nadat de temperatuur onder de limiet van de nachtkamertemperatuur gedaald is. Voor de soort verlaging "kamerafhankelijk" is er geen afstandsbediening noodzakelijk. Bij de soort verlaging "buitenafhankel." wordt verwarmd tot de ingestelde nacht-kamertemperatuur, nadat de temperatuur onder de ingestelde uitschakeltemperatuur gedaald is. Bij de soort verlaging "uitschakeling" kan er geen nacht-kamertemperatuur ingesteld worden. Bij de soort verlaging "gereduceerd" wordt er continu tot de ingestelde nacht-kamertemperatuur verwarmd. De pomp van de verwarmingskring blijft uitgeschakeld, tot de temperatuur onder de ingestelde nachtkamertemperatuur of de temperatuur voor buitenafhankelijkheid daalt. Toets F indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste nachtkamertemperatuur in. Laat de toets F los. Opdat de installatie in automatisch bedrijf functioneert: Druk de toets D in. kamer ingesteld 17 C continu nacht 18

19 Kamertemperatuur instellen 8 Kamertemperatuur instellen voor verwarmingskringen zonder afstandsbediening Voor alle verwarmingskringen die bij de installatie niet aan een afstandsbediening werden toegekend, wordt de kamertemperatuur als volgt ingesteld: Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Selecteer de gewenste verwarmingskring met de draaiknop. Laat de toets C los. Dag-kamertemperatuur instellen Toets E indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste dagkamertemperatuur in. Laat de toets E los. De waarde is opgeslagen. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 kamer ingesteld 21 C continu dag Voor "constant"-geregelde verwarmingskringen, bv. verluchtingsinstallaties of zwembadverwarmingen is het niet mogelijk een kamertemperatuur in te stellen. Nacht-kamertemperatuur instellen Als u de nacht-kamertemperatuur wil veranderen, terwijl uw verwarmingsinstallatie in dagbedrijf draait, moet u eerst het nachtbedrijf instellen. De nachtkamertemperatuur hangt af van de "soort verlaging", die werd ingesteld op het serviceniveau. Bij de soort verlaging "kamerafhankelijk" wordt pas verwarmd tot de ingestelde nacht-kamertemperatuur, nadat de temperatuur onder de limiet van de nachtkamertemperatuur gedaald is. Voor de soort verlaging "kamerafhankelijk" is er geen afstandsbediening noodzakelijk. Bij de soort verlaging "buitenafhankel." wordt verwarmd tot de ingestelde nacht-kamertemperatuur, nadat de temperatuur onder de ingestelde uitschakeltemperatuur gedaald is. Bij de soort verlaging "uitschakeling" kan er geen nachtkamertemperatuur ingesteld worden. Bij de soort verlaging "gereduceerd" wordt er continu tot de ingestelde nacht-kamertemperatuur verwarmd. 19

20 8 Kamertemperatuur instellen De pomp van de verwarmingskring blijft uitgeschakeld, tot de temperatuur onder de ingestelde nachtkamertemperatuur of de temperatuur voor buitenafhankelijkheid daalt. Toets F indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste nachtkamertemperatuur in. Laat de toets F los. De waarde is opgeslagen. Kamertemperatuur instellen voor verwarmingskringen met andere afstandsbedieningen Bij alle verwarmingskringen, waaraan bij de installatie een afstandsbediening zonder display werd toegekend, moet de kamertemperatuur met behulp van die afstandsbediening ingesteld worden. Wanneer u probeert om de kamertemperatuur aan de MEC 2 met de toets G in te stellen, verschijnt de naaststaande foutmelding. kamer ingesteld instelling niet mogelijk andere afstandsbedien. 17 C continu nacht 20

21 Tapwatertemperatuurregeling 9 9 Tapwatertemperatuurregeling Het regeltoestel werd in de fabriek zo ingesteld, dat de tapwateropwarming 30 minuten voor het inschakeltijdstip van de verwarmingskringen begint. De tapwaterregeling kan ingesteld worden in functie van de verwarmingskringen of met behulp van een eigen tijdprogramma ("tapwaterprogramma"). Wanneer alle verwarmingskringen zich in het verlaagde bedrijf of het vakantiebedrijf bevinden, wordt er in het automatisch bedrijf geen tapwater opgewarmd. Tapwatertemperatuur instellen Toets I indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste tapwatertemperatuur in. Laat de toets I los. De tapwatertemperatuur is opgeslagen. tapwater ingesteld 60 C Tapwater naverwarmen Als het controlelampje van de toets oplicht, is de tapwatertemperatuur onder de ingestelde temperatuur gedaald en kan het tapwater eventueel naverwarmd worden. Druk de toets I in. De groene LED in de toets knippert, tot de tapwaterboiler naverwarmd is. Tijdens de naverwarming draait de omlooppomp continu. Omlooppomp starten Indien het tapwater de streeftemperatuur nog bereikt, wordt door een druk op de toets I enkel de omlooppomp gestart. tapwater gemeten naverwarming omlooppomp pomp draait 3 minuten 55 C Wanneer u de functie per ongeluk heeft gestart, drukt u een tweede keer op de toets I. De naverwarming wordt dan afgebroken. tapwater gemeten naverwarming afgebroken 55 C 21

22 9 Tapwatertemperatuurregeling Permanentwerking instellen Open de afdekkap; toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "tapwater" verschijnt. Laat de toets C los. Druk de toets E in. Het tapwater wordt nu permanent opgewarmd. Na drie seconden verschijnt het standaardscherm opnieuw. keuze verwarm.kr. tapwater tapwater ingesteld 55 C permanentwerking Tapwaterbereiding uitschakelen Open de afdekkap; toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "tapwater" verschijnt. Laat de toets C los. Druk de toets F in. De tapwaterproductie is uitgeschakeld. Na drie seconden verschijnt het standaardscherm opnieuw. Automatisch bedrijf instellen tapwater uit Open de afdekkap; toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "tapwater" verschijnt. Laat de toets C los. Druk de toets D in. De tapwateropwarming bevindt zich in het automatisch bedrijf. Na drie seconden verschijnt het standaardscherm opnieuw. tapwater automatisch dag 22

23 Omlooppompenregeling Omlooppompenregeling Het regeltoestel werd in de fabriek zo ingesteld, dat de omlooppompsturing 30 minuten voor het inschakeltijdstip van de verwarmingskringen begint te draaien. De sturing van de omlooppomp kan afhankelijk van de verwarmingskring of met behulp van een eigen tijdprogramma ingesteld worden. Wanneer alle verwarmingskringen zich in het verlaagde bedrijf of het vakantiebedrijf bevinden, is de omlooppomp uitgeschakeld. Interval-permanentwerking instellen Open de afdekkap; toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "omlooppomp" verschijnt. Laat de toets C los. Druk de toets E in. De omlooppomp draait nu in het intervalpermanentbedrijf. De fabrieksinstelling is 2 maal in bedrijf per uur gedurende 3 minuten. De intervals per uur kunnen door uw installateur op het serviceniveau gewijzigd worden. Na drie seconden verschijnt het standaardscherm opnieuw. keuze verwarm.kr. omlooppomp omlooppomp permanentwerking Omlooppomp uitschakelen Open de afdekkap; toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "omlooppomp" verschijnt. Laat de toets C los. Druk de toets F in. De omlooppomp is uitgeschakeld. Na drie seconden verschijnt het standaardscherm opnieuw. omlooppomp uit 23

24 10 Omlooppompenregeling Automatisch bedrijf instellen Open de afdekkap; toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "omlooppomp" verschijnt. Laat de toets C los. Druk de toets D in. De omlooppomp functioneert volgens het automatisch bedrijf. Na drie seconden verschijnt het standaardscherm opnieuw. omlooppomp automatisch In het automatisch bedrijf draait de omlooppomp met intervals. De fabrieksinstelling is 2 maal in bedrijf per uur gedurende 3 minuten. De intervals per uur kunnen door uw installateur op het serviceniveau gewijzigd worden. Thermische desinfectie Bij de thermische desinfectie wordt eenmaal per week het tapwater verwarmd tot een temperatuur die noodzakelijk is voor het doden van bv. de legionellabacterie. Zowel de boilerpomp als de omlooppomp draaien continu tijdens de thermische desinfectie. GEVAAR VOOR VERBRANDING WAARSCHUWING! door heet water in de tapwaterkring van de verwarmingsinstallatie, wanneer er geen thermostatisch geregelde mengklep voorhanden is. Tap tijdens en na de thermische desinfectie geen ongemengd tapwater af. 24

25 Weergaven oproepen Weergaven oproepen Bedrijfswaarden weergeven Met behulp van deze functie kan u een overzicht van de toestand van de installatie oproepen. De bedrijfswaarden hebben betrekking op de geselecteerde verwarmingskring. Als de bedieningseenheid MEC2 met het regeltoestel verbonden is, verschijnen op het standaardscherm de ketel- en buitentemperatuur. Draai de knop naar rechts, wanneer de afdekkap geopend is, zonder daarbij een bijkomende toets in te drukken. brandertoestand 1e trap en bedrijfsuren Wanneer u de draaiknop verder draait, verschijnen de waarden van de volgende bedrijfsmeldingen: brandertoestand 2e trap en bedrijfsuren (op het scherm verschijnt enkel de 2-traps brander) dagverbruik actueel, gisteren, eergisteren weekverbruik actueel, een week geleden, twee weken geleden jaarverbruik actueel, een jaar geleden, twee jaar geleden gemeten en maximum rookgastemperatuur gemeten kamertemperatuur van de verwarmingskring (niet mogelijk als de MEC2 op het regeltoestel is gestoken) ingestelde kamertemperatuur van de verwarmingskring bedrijfstoestand van de verwarmingskring gemeten aanvoertemperatuur van de verwarmingskring gemeten tapwatertemperatuur ingestelde tapwatertemperatuur bedrijfssoort tapwater bedrijfstoestand omlooppomp en bedrijfstoestand boilerlaadpomp keteltemperatuur buitentemp. brandertrap1 bedrijfsuren 56 C -10 C aan 1:00 AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER De verbruikswaarden dienen enkel ter vergelijking en mogen niet gebruikt worden voor een afrekening van het verbruik. De bedrijfswaarden van de verwarmingskringen worden enkel weergegeven, wanneer u eerst de verwarmingskringen geselecteerd heeft. De verbruikswaarden worden enkel weergegeven, wanneer u eerst de betreffende functie heeft gekozen. 25

26 12 Standaardprogramma kiezen 12 Standaardprogramma kiezen Een standaardprogramma is een in de fabriek vooringesteld schakelprogramma met typische schakeltijdstippen. U kan een keuze maken uit acht standaardprogramma's (zie overzicht standaardprogramma's pagina 29). In de fabriek werd het programma "familie" ingesteld. De standaardprogramma's kunnen voor elke individuele verwarmingskring afzonderlijk gebruikt worden. U kan de schakelpunten van een standaardprogramma wijzigen of aanvullen om zo uw wensprogramma op te stellen. Als u "nieuw", kiest, worden alle eerder ingegeven schakelpunten gewist en kan u een eigen wensprogramma ingeven. Wanneer er geen schakelpunt of programma wordt ingegeven, draait de verwarming doorlopend in dagbedrijf. U kan voor elke verwarmingskring een eigen wensprogramma opstellen. Uw wensprogramma wordt opgeslagen en aangetoond onder de naam "eigen" en het "verwarmingskringnummer". AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER De functie is niet mogelijk voor de keuze van de verwarmingskring "MEC verwarm.kr.". Er moet een afzonderlijke verwarmingskring met "verwarmingskring en verwarmingskringnummer" of "naam van de verwarmingskring en verwarmingskringnummer" geselecteerd worden. instelling niet mogelijk aparte verw.kr uitkiezen 26

27 Standaardprogramma kiezen 12 Keuze van een standaardprogramma Voorbeeld: Verwarmingskring 2 moet functioneren volgens het standaardprogramma "avond". Open de afdekkap. Druk de toets C in en houd ze ingedrukt, indien de "verwarmingskr. 2" niet verschijnt. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd "verwarmingskr. 2". schakelklok verwarmingskr. 2 Vervolgens verschijnt het masker met de programmakeuze en de naam van het laatst geselecteerde programma. In het voorbeeld "familie": De programmanaam knippert. schakelklok programmakeuze familie 27

28 12 Standaardprogramma kiezen Stel met de draaiknop het gewenste standaardprogramma in. Voorbeeld "avond". schakelklok programmakeuze avond Laat de toets J los. Op het scherm worden de naam van het programma en het eerste schakelpunt getoond. U kan de schakelpunten een voor een oproepen en eventueel veranderen door aan de draaiknop te draaien. Schakelpunten wijzigen zie hoofdstuk "Standaardprogramma wijzigen". avondprogramma maandag om 06:30 21 C Terug naar het standaardscherm Toets K indrukken. De verwarming draait nu volgens het wensprogramma "avond" voor de verwarmingskring 2. Bij de keuze van een standaardprogramma voor de andere verwarmingskringen gaat u als volgt tewerk. 28

29 Standaardprogramma kiezen 12 Overzicht van de standaardprogramma's Indien het standaardprogramma "familie" niet overeenstemt met uw levensgewoonten, kan u nog kiezen uit zeven andere beschikbare standaardprogramma's. Dagbedrijf Dagbedrijf Dagbedrijf Programmanaam Dag aan uit aan uit aan uit Familie Ma Do Vr Za Zo 5:30 5:30 6:30 7:00 22:00 23:00 23:30 22:00 Morgen vroege shift Avond late shift Voormiddag Halve dag morgen Namiddag halve dag namiddag Middag 's middags thuis Single Ma Do Vr Za Zo Ma Vr Za Zo Ma Do Vr Za Zo Ma Do Vr Za Zo Ma Do Vr Za Zo Ma Do Vr Za Zo 4:30 4:30 6:30 7:00 6:30 6:30 7:00 5:30 5:30 6:30 7:00 6:00 6:00 6:30 7:00 6:00 6:00 6:00 7:00 6:00 6:00 7:00 8:00 22:00 23:00 23:30 22:00 23:00 23:30 23:00 8:30 8:30 23:30 22:00 11:30 11:30 23:30 22:00 8:00 8:00 23:00 22:00 8:00 8:00 23:30 22:00 Senioren Ma Zo 5:30 22:00 12:00 12:00 16:00 15:00 11:30 11:30 16:00 15:00 22:00 23:00 22:00 23:00 13:00 23:00 22:00 23:00 17:00 22:00 Nieuw Tabel 2 Standaardprogramma's Wanneer u een programma kiest, verschijnt op het scherm de programmanaam zoals hij in de tabel aangegeven staat. 29

30 13 Programma wijzigen 13 Programma wijzigen Wanneer u de verwarmingsfasen van een standaardprogramma wil wijzigen, verschuift u de schakelpunten of voegt u nieuwe schakelpunten in. Indien de instellingen van het standaardprogramma veranderd worden, wordt het gewijzigde programma opgeslagen door de MEC2 onder "EIGEN" en het nummer van de verwarmingskring. Als u voor een verwarmingskring een programma geselecteerd heeft, kan u de schakelpunten oproepen, wanneer u aan de draaiknop draait, Dagbedrijf (bv. 21 C) Nachtbedrijf Dagbedrijf (bv. 21 C) Nachtbedrijf Afb. 6 Programma wijzigen met de toets L de schakeltijden in stappen van 10 minuten wijzigen, met de toets G de ingestelde nagestreefde kamertemperatuur voor het dag- of nachtbedrijf kiezen. Verschuiven van een schakelpunt Voorbeeld: In het standaardprogramme "familie" moet op dinsdag het begin van de verwarmingsfase van verwarmingskring 2 verschoven worden van 5:30 naar 6:30. Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste verwarmingskring in. Laat de toets C los. Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatste werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 schakelklok programmakeuze familie 30

31 Programma wijzigen 13 Laat de toets J los. Op het display verschijnt het 1e schakelpunt van het geselecteerde programma. familieprogramma maandag om 05:30 21 C Draai de knop tot het schakelpunt dat u wenst te verschuiven. familieprogramma dinsdag om 05:30 21 C Toets L indrukken en ingedrukt houden. Het uur van het schakelpunt knippert. Stel met de draaiknop in dinsdag 6:30. Laat de toets L los. Wanneer u de instelling van deze schakeltijd ongedaan wil maken, drukt u opnieuw de toets L in, houdt u hem ingedrukt en draait u de knop weer naar het oorspronkelijke schakelpunt. eigen programma 2 dinsdag om 06:30 21 C Terug naar het standaardscherm Toets K indrukken. 31

32 13 Programma wijzigen Invoegen van schakelpunten Door invoegen van schakelpunten kan u een verwarmingsfase onderbreken. Voorbeeld: In het standaardprogramma "familie" van de verwarmingskring 2 wordt op vrijdag continu verwarmd van 5:30 tot 23:00. Wanneer op vrijdag tussen 10:00 uur en 13:00 uur niet verwarmd moet worden, moeten er twee nieuwe schakelpunten ingegeven worden. Dagbedrijf (bv. 21 C) Nachtbedrijf Dagbedrijf (bv. 21 C) Nachtbedrijf Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. Programma selecteren Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatst werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. Afb. 7 Invoegen van schakelpunten keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 schakelklok verwarmingskr. 2 schakelklok programmakeuze familie Laat de toets J los. Op het display verschijnt het 1e schakelpunt van het geselecteerde programma. familieprogramma maandag om 05:30 21 C 32

33 Programma wijzigen 13 Invoer van het eerste schakelpunt Draai de draaiknop naar links, tot het lege masker met "nieuw schakelp." verschijnt. nieuw schakelp om Toets M indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop de gewenste dag in. De dagen kunnen apart of blokgewijs gekozen worden. maandag donderdag maandag vrijdag zaterdag zondag maandag zondag Laat de toets M los. Toets L indrukken en ingedrukt houden. Stel met de draaiknop het gewenste uur in. Laat de toets L los. nieuw schakelp. vrijdag om - - nieuw schakelp. vrijdag om 10: Toets G indrukken en ingedrukt houden. Draai de knop naar links, tot de nagestreefde kamertemperatuur voor de verlaging wordt weergegeven, bv. 17 C. Er kan hier geen temperatuurwaarde ingevoerd worden. De vooringestelde dag- en nachttemperaturen worden hier enkel gekozen en opgeslagen. Laat de toets G los. nieuw schakelp. vrijdag om 10:00 17 C 33

34 13 Programma wijzigen Pas wanneer de 3 factoren van het nieuwe schakelpunt ingesteld zijn, wordt het nieuwe schakelpunt overgenomen en verschijnt het lege masker voor het volgende schakelpunt. Voor de invoer van het 2e schakelpunt gaat u op dezelfde manier tewerk. Het gewijzigde programma wordt opgeslagen onder "eigen" en het verwarmingskringnummer "2". Terug naar het standaardscherm Toets K indrukken. nieuw schakelp om Schakelpunt wissen Voorbeeld: U wil in het programma "familie" voor de verwarmingskring 2 het schakelpunt 22:00 wissen. Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. Programma selecteren Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatste werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 schakelklok verwarmingskr. 2 Draai de draaiknop, tot uw programma "familie" verschijnt. Laat de toets J los. schakelklok programmakeuze familie 34

35 Programma wijzigen 13 Op het display verschijnt het 1e schakelpunt van het geselecteerde programma. familieprogramma maandag om 22:00 21 C Schakelpunt selecteren en wissen Draai de knop tot het schakelpunt dat u wil wissen. Druk tegelijkertijd de toets N en de toets O in en houdt ze ingedrukt. Op de laatste regel staan acht blokjes die per seconde van links naar rechts gewist worden. Van zodra alle blokjes verdwenen zijn, is het schakelpunt gewist. Als u de toetsen eerder loslaat, wordt de wisprocedure onderbroken. familieprogramma wissen maandag 22:00 hhhhhhh 35

36 13 Programma wijzigen Wissen van een verwarmingsfase Een verwarmingsfase bestaat doorgaans uit twee schakeltijdstippen. Een schakelpunt kan slechts tot het volgende schakelpunt verschoven worden. Van zodra twee schakelpunten van een verwarmingsfase op hetzelfde uur ingesteld worden, wordt de verwarmingsfase gewist. Voorbeeld: U heeft voor uw verwarming het standaardprogramma "middag" gekozen en wil de verwarmingsfase 11:30 13:00 wissen, opdat er een verwarmingspauze ontstaat tussen 8:00 17:00. Standaardprogramma "middag" Dagbedrijf Nachtbe drijf Nieuw programma "eigen programma 2" Dagbedrijf Nachtbe drijf Afb. 8 draaien naar Wissen van een verwarmingsfase Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 Programma selecteren Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatst werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. schakelklok verwarmingskr. 2 Draai de draaiknop, tot bij de programmakeuze "middag" verschijnt. schakelklok programmakeuze middag Laat de toets J los. Op het display verschijnt het 1e schakelpunt van het geselecteerde programma. middagprogramma maandag om 06:00 21 C 36

37 Programma wijzigen 13 Verwarmingsfase selecteren en wissen Draai de knop tot het schakelpunt dat gewist moet worden. middagprogramma maandag om 11:30 21 C Toets L indrukken en ingedrukt houden. Draai de knop tot het volgende schakelpunt van de verwarmingsfase. In het voorbeeld: 13:00. Bij 13:00 schakelt het scherm over naar "schakelperiode wordt gewist". De blokjes op de onderste regel worden van links naar rechts gewist. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER schakelperiode wordt gewist hhhhhhh Vooraleer de blokjes verdwenen zijn, kan u de wisprocedure onderbreken, wanneer u de toets L loslaat of de draaiknop terugdraait. De schakelpunten blijven dan behouden. Als alle blokjes verdwenen zijn, is de verwarmingsfase met de beide schakelpunten 11:30 en 13:00 gewist. Het nieuwe programma met een doorlopende verwarmingsfase wordt opgeslagen onder de programmanaam "eigen programma 2". Terug naar het standaardscherm Toets K indrukken. 37

38 13 Programma wijzigen Verwarmingsfasen verbinden Om 2 verwarmingsfasen te verbinden, moet het uitschakeltijdstip van de eerste fase op het inschakeltijdstip van de daaropvolgende verwarmingsfase ingesteld worden. Voorbeeld: Vertrekkende van het standaardprogramma "middag" van verwarmingskring 2 wil u op maandag de verwarmingsfase 11:30 13:00 verbinden met de verwarmingsfase 17:00 22:00. Daardoor wordt er continu verwarmd tussen 11:30 22:00. Standaardprogramma "middag" Dagbedrijf Nachtbe drijf 6:00 8:00 11:30 13:00 17:00 22:00 Nieuw programma "eigen programma 2" Dagbedrijf Nachtbe drijf draaien naar 17:00 6:00 8:00 11:30 22:00 Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. Afb. 9 Verwarmingsfasen verbinden keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 Programma selecteren Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatst werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. schakelklok verwarmingskr. 2 Draai de draaiknop, tot bij de programmakeuze "middag" verschijnt. schakelklok programmakeuze middag 38

39 Programma wijzigen 13 Laat de toets J los. Op het display verschijnt het 1e schakelpunt van het geselecteerde programma. middagprogramma maandag om 06:00 21 C Verwarmingsfasen verbinden Draai de knop, tot het schakelpunt dat met de volgende verwarmingsfase verbonden moet worden. In het voorbeeld 13:00. middagprogramma maandag om 13:00 21 C Toets L indrukken en ingedrukt houden. Het uur begint te knipperen. Draai de knop tot het volgende schakelpunt. In het voorbeeld 17:00. Van zodra het schakelpunt 17:00 bereikt is, schakelt het scherm over naar "schakelperiode wordt verbonden". Op de onderste regel staan blokjes die een na een verdwijnen. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER schakelperiode wordt verbonden hhhhhhhh Vooraleer de blokjes verdwenen zijn, kan u de wisprocedure onderbreken, wanneer u de toets L loslaat of de draaiknop terugdraait. Van zodra alle blokjes verdwenen zijn, zijn de beide schakelpunten "13:00" en "17:00" verbonden en is het nieuwe programma met de doorlopende verwarmingsfase opgeslagen onder "eigen programma 2". Terug naar het standaardscherm Druk de toets K in 39

40 14 Nieuw verwarmingsprogramma opstellen 14 Nieuw verwarmingsprogramma opstellen Noteer de schakeltijdstippen en temperaturen voor uw nieuw verwarmingsprogramma. U kan tot 42 schakelpunten per week ingeven. Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 Programma selecteren Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatst werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. schakelklok programmakeuze familie Selecteer met de draaiknop het programma "nieuw". schakelklok programmakeuze nieuw Laat de toets J los. Op het scherm verschijnt het masker voor het eerste nieuwe schakelpunt. Ga voor de invoer van het nieuwe schakelpunt op dezelfde manier "Invoer van het eerste schakelpunt", pagina 33 tewerk. nieuw schakelp om

41 Nieuw verwarmingsprogramma opstellen 14 Terug naar het standaardprogramma "familie" Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "verwarmingskr. 2" verschijnt. Laat de toets C los. keuze verwarm.kr. verwarmingskr. 2 Programma selecteren Toets J indrukken en ingedrukt houden. Op het scherm verschijnt gedurende korte tijd de verwarmingskring en het programma dat het laatst werd ingesteld voor die verwarmingskring. De programmanaam knippert. schakelklok verwarmingskr. 2 schakelklok programmakeuze eigen 2 Selecteer met de draaiknop "familie". Laat de toets J los. Het standaardprogramma "familie" is weer geactiveerd voor verwarmingskring 2. Terug naar het standaardscherm Toets K indrukken. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Het door u samengestelde programma blijft opgeslagen onder "eigen programma 2" en kan te allen tijde opgeroepen worden. schakelklok programmakeuze familie 41

42 15 Nieuw tapwaterprogramma ingeven 15 Nieuw tapwaterprogramma ingeven In de menuoptie "programmakeuze" kan vastgelegd worden of de tapwateropwarming automatisch in functie van de verwarmingskringen of volgens een nieuw, eigen schakelprogramma moet verlopen. De fabrieksinstelling is "programmakeuze volgens verw.kr.". Volgens het fabrieksprogramma begint de tapwateropwarming automatisch 30 minuten voor het eerste schakelpunt van de eerste verwarmingskring en eindigt met het uitschakelen van de laatste verwarmingskring. Wanneer de tapwaterproductie niet volgens het automatisch programma moet functioneren, kan u uw nieuw eigen tapwaterprogramma als volgt ingeven. Voorbeeld: Elke weekdag moet er van 6:30 tot 9:00 tapwater opgewarmd worden. Fabrieksinstelling Tapwater automatisch VK1 VK2 TW Voorbeeld: Tapwaterprogramma nieuw VK1 VK2 TW Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "tapwater" verschijnt. Laat de toets C los. Afb. 10 Nieuw tapwaterprogramma ingeven keuze verwarm.kr. tapwater Programma oproepen Toets J indrukken en ingedrukt houden. De menuoptie "programmakeuze" verschijnt met het vooringestelde tapwaterprogramma "volgens verw.kr.". schakelklok programmakeuze volgens verw.kr. Selecteer met de draaiknop "nieuw". Laat de toets J los. Voor de invoer van een nieuw schakelpunt gaat u op dezelfde manier tewerk "Invoer van het eerste schakelpunt", pagina 33. schakelklok programmakeuze nieuw 42

43 Nieuw omlooppompprogramma ingeven Nieuw omlooppompprogramma ingeven In de menuoptie "programmakeuze" kan vastgelegd worden of de omlooppomp automatisch in functie van de verwarmingskringen "programmakeuze volgens verw.kr."of volgens een nieuw, eigen schakelprogramma "programmakeuze eigen TW" moet verlopen. De fabrieksinstelling is "programmakeuze volgens verw.kr.". Volgens het fabrieksprogramma start de omlooppomp automatisch 30 minuten voor het eerste schakelpunt van de eerste verwarmingskring van dit regeltoestel en eindigt met het uitschakelen van de laatste verwarmingskring. Als de omlooppomp niet volgens het automatisch programma moet functioneren, kan u uw nieuw eigen omlooppompprogramma als volgt ingeven. Voorbeeld: Elke weekdag moet de omlooppomp van 6:30 tot 9:00 draaien. Verwarmingskring selecteren Open de afdekkap. Toets C indrukken en ingedrukt houden. Draai de draaiknop, tot "omlooppomp" verschijnt. Laat de toets C los. Fabrieksinstelling Omlooppomp automatisch VK1 VK2 OP Voorbeeld: omlooppompprogramma VK1 VK2 OP Afb. 11 Nieuw omlooppompprogramma ingeven keuze verwarm.kr. omlooppomp Programma oproepen Toets J indrukken en ingedrukt houden. De menuoptie "programmakeuze" verschijnt met het vooringestelde omlooppompprogramma "volgens verw.kr.". schakelklok programmakeuze volgens verw.kr. Selecteer met de draaiknop "nieuw". Laat de toets J los. Voor de invoer van een nieuw schakelpunt gaat u op dezelfde manier tewerk "Invoer van het eerste schakelpunt", pagina 33. schakelklok programmakeuze nieuw 43