VALLENSIS. H.M. Morien en H.K. Nagtegaal. Inleiding

Transcriptie

1 VALLENSIS H.M. Morien en H.K. Nagtegaal Inleiding Uit ons onderzoek naar Delftse regentenfamilies blijkt dat er geen directe naamdragende afstammelingen meer in Delft woonachtig zijn. Alle regentenfamilies zijn uitgestorven of vertrokken. Over die uitgestorven geslachten blijken maar weinig of geen genealogische publicaties te zijn. Daarom hebben wij de afgelopen jaren een aantal Delftse families gepubliceerd, zoals het protestantse 1 en het Rooms-Katholieke geslacht Van der Dussen 2,Van Bleyswijck 3, d Acquet 4 en het Zeehelden geslacht Tromp. 5 Het geslacht Vallensis mag zeker niet in die rij ontbreken vandaar deze publicatie. Vooral tijdens het begin van de 80-jarige oorlog zochten vele inwoners van de Zuidelijke Nederlanden om religieuze en economische redenen elders een veilig(er) heenkomen. In eerste instantie vluchtten velen naar Engeland en Duitsland en iets later naar Holland. Naar schatting hebben in het laatste kwart van de zestiende eeuw en het eerste kwart van de zeventiende eeuw zo n Vlamingen zich gevestigd in Hollandse steden. 6 Vermoedelijk is de familie Vallensis om religieuze redenen vanuit Vlaanderen eerst naar Duitsland uitgeweken en heeft zich later in Delft gevestigd. Theodorus Jacobsz. van Dael gezegd Vallensis, generatie II, was predikant, dan laat de reden zich niet moeilijk te raden. Delft was vermoedelijk een aantrekkelijke plaats. Delft was na de grote stadsbrand van 1536 herbouwd en voor die tijd een moderne stad geworden waar ook Willem van Oranje veiligheid zocht en resideerde. Dr. Jacob Theodorusz. Vallensis werd de eerste lijfarts van de prinsen Maurits en Frederik Hendrik van Oranje. Het geslacht Vallensis heette oorspronkelijk Van (den) Dael(e), maar vertaalde of bedacht - naar de gewoonte van die tijd - een Latijnse vorm. Dit verschijnsel komt in het bijzonder voor bij artsen en predikanten. Het gelatiniseerde Vallensis klonk natuurlijk chiquer, zeker in hofkringen. De naam Vallensis werd ook geschreven als Valentius, Valensis, Vallensia en Vallencis maar bij de oudste generaties werden ook de namen Van Dale en Van den Dael(e) gebruikt. Ds. Theodorus Jacobsz. van Dael gezegd Vallensis komt niet voor in het repertorium van Nederlandse predikanten. 7 Mogelijk was hij in Speyer (D) overleden. Zijn zoon dr. Jacobus Theodorusz. Vallensis, die zich als eerste van de familie Vallensis in Delft vestigde, stond als student in Leiden ingeschreven als komende uit Spirensis. Spirensis is de Latijnse naam voor Speyer in Duitsland. Speyer ligt iets ten zuiden van Ludwigshafen langs de Rijn. Niet uitgesloten is dat het geslacht Vallensis oorspronkelijk uit het Frans-Vlaamse Valenciennes kwamen en dat hij dat als blijk van inburgering de naam verhollandst heeft. De genealogie heeft zich feitelijk ontwikkeld als een stamreeks en is uitgestorven. Ongetwijfeld zal mogelijk nog iets meer gevonden kunnen worden. Verder onderzoek en resultaat daarvan staan in geen verhouding met elkaar, daarom hebben de auteurs met onderstaand artikel het onderzoek afgesloten. 1

2 Genealogie I. JACOB VAN DAEL (VAN DALE) GEORGIUSZ., tr. N.N. 8 Uit dit huwelijk: 1. THEODORUS, volgt II. II. Ds. THEODORUS (DIRCK) JACOBSZ. VAN DEN DAEL (VAN DALE) (gezegd VALLENSIS), predikant, tr. 1e MARIA VAN WASSENAAR HANECOPS (afb. 1), 8 dr. van Adriaen Hanecop en Anna Willem Symonsdr., zij tr. 2 e ca met Dr. Cornelis Buysen (Busennius), schepen van Breda, stadsgeneesheer van Delft ca , zoon van Dr. Anthony Buysen en Cornelia Keyen. Dr. Cornelis Buysen (Busennius) verrichtte samen met Dr. Pieter van Foreest, lijfarts van de prins, sectie op het lijk van Willem de Zwijger 1584, lijfarts van prins Maurits Afb. 1. Portret van Maria van Wassenaar Hanecops door Michiel van Mierevelt ( ), 1612, paneel, 69 x 52 cm. (Collectie: The Collection: Art and Archaelogy in Lincolnshire (Usher Gallery), Lincoln, Engeland). Uit dit huwelijk: 1. JACOB(US), volgt III. 2. MATHIJS VALLENSIS, lid van de ridderlijke broederschap genaamd De Confrérie van de Handbusch binnen Delft in mogelijke zoon: JEREMIAS VALENSIS, student te Leiden 11 juli III. Dr. JACOB(US) THEODORUSZ. VALLENSIS (VAN DEN DAEL, ook VALENTIUS) (afb. 2 en 3), geb. 21 nov , wonend aan de Turfmarkt (1619), overl. Delft 14 febr. 1644, 13 begr. Delft (O.K.) 22 febr (koor), tr. 1e Delft (ondertr. ald. 3 febr.) 18 febr GEERTRUIT CORNELISDR. VAN SAENEN (HAENEN), j.d. wonend aan de Wijnhaven (thans nr. 16) in de Vergulden Bock in Delft , begr. Delft (O.K.) 23 maart 1599, tr. 2e Geertruidenberg (ondertr. Delft 23 april 1606) MARGARETHA VAN CLOOTWIJCK (afb. 4), j.d. wonend te Geertruidenberg, overl. 30 juli 1662, 13 begr. Delft (O.K.) 3 aug (koor), dr. van Mathijs van Clootwijck, burgemeester van Geertruidenberg, en Henrica van Dommelen. 2

3 Afb. 2. Anatomische les van Dr. Willem van der Meer. Jacob Vallensis linksonder die een boekje van Galenus in de hand houdt, 12 door Michiel en Pieter van Mierevelt, 1617, doek, 144 x 198 cm. (Collectie Museum Het Prinsenhof, Delft). Ingeschreven als student te Leiden 28 juli 1589, vermeld als komende uit Spirensis (Speyer in Duitsland) 15 en promoveerde tot doctor in de medicijnen op een 18 tal stellingen over geelzucht 25 febr Wonend in De Wijser te Delft , eerste lijfarts van de prinsen Maurits en Frederik Hendrik van Oranje 13, 18, testeert Den Haag 22 okt als Jacob Vallensis, doctor medicijnen, wonende te Delft 19, koopt van Abraham van Goorle 28 april 1609 het huis Het Nieuwe Ossenhoofd aan de o.z. van de Brabantse Turfmarkt. 20 Hij is doopgetuige Delft 14 dec bij het dochtertje van Mr. Jason, rector (Jason Jansz. Tolman alias Langimertius, rector van de Groote School) en Agnieta d Espine, vermeld in een akte bij Cornelis Cornelisz. van Saenen (ca. 16) febr en weer doopgetuige Delft 6 aug bij het zoontje van zijn zwager en schoonzus Harman Jacobsz. en Dieuwertgen Cornelisdr. (Saenen), voogd over de kinderen van Maerten van der Houve en Maritgen Gijsbrechts ca , doopgetuige Delft 10 aug bij Elisabeth, dochter van zijn dochter Geertruijt van den Dael en Pieter Vivien. Margaretha van Clootwijck is doopget. op 8 mei 1646 bij Jacob, zoon van Theodorus Vallensis en Agatha van Beresteijn. 3

4 Er was een briefwisseling tussen Constantijn Huygens ( ) en Jacob Vallensis: Als uwe vrienden niet ziek zijn, bezoekt gij hen niet. Wilt gij mij de pillen, waardoor gij mij genezen hebt, nog eens zenden, met een gebruiksaanwijzing 12 jan Wat is uw oordeel over het acetum scilliticum, dat nog al eens door Galenus genoemd wordt. 23 Afb. 3 en 4. Portretten van Jacob Vallensis en Margaretha van Clootwijck door Michiel van Mierevelt ( ), 1640, paneel, 69,6 x 58,4 cm en 70,5 x 58,1 cm. (Collectie Metropolitan Museum of Art, New York) Uit het eerste huwelijk: 1. DIRCK VAN DEN DALE, ged. Delft 27 april 1597 (get.: Hans Wijghuns, Herman Jacobsz. en Maria Busen) 24, begr. Delft (O.K.) 28 maart aug. 1599: Harman Jacobsz. getrout hebbende Dieuwertgen Cornelisdr. van Saenen als erfgenaem van Dirck Jacobsz. van den Dael daer moeder van was Geertruijtgen Cornelisdr. van Saenen des voors. Dieuwertgen suster was van svaders sijde gewonnen ende vader mr. Jacob van den Dael doctor ende medicus der stadt Delff ende bekende hem comparant well ende ten vollen vernoecht ende betaelt te sijn vande erfgenisse hem competerende. 25 Uit het tweede huwelijk: 2. MARGARETHA VALLENSIS, j.d. van Delft, overl. na 1669, tr. (ondertr. Delft 5 mei 1633, en Den Haag 30 okt. 1633) Delft 20 nov Mr. WILLEM (GUILIELMUS) VAN DER MEER, geb. verm. Delft ca. 1609, student te Leiden 12 nov (komende van Delft, 20 jaar oud), 26 j.m. wonende te Den Haag 1633, advocaat Hof van Holland te Den Haag, raadsheer, wonend aan de Voorstraat te Delft 1640, overl. Delft 23 dec. 1640, begr. Delft 28 dec. 1640, zoon van Mr. Abraham van der Meer, veertigraad en weesmeester te Delft, raadsheer Hof van Holland, en Anna Duyck. 27 Margaretha Vallensis verkocht als weduwe van Mr. Willem van der Meer op 28 maart 1664 te Monster een partij levende have, dat bestond uit: 3 koeien, 2 vaarzen, 2 ruinpaarden, verder een oude wagen en twee nieuwe wagens en want landbouwwerktuigen 28 Willem van der Meer werd na het overlijden van zijn broer Mr. Adriaen van der Meer op 13 juli 1638 beleend met 2 morgen land met een woning genaamd Roenburch te Poeldijk, 29 4

5 3. GEERTRUYT VAN DEN DAEL (VALENTIUS), j.d. wonend aan de Pontemarkt te Delft 1634, begr. Delft 6 nov. 1658, tr. Delft (ondertr. aldaar 24 juni 1634) 9 juli 1634 PIETER (PYETER) VIVIEN (DIVIEN), wedr., afkomstig van Keulen. Hij is getuige van de doop te Delft op 31 dec van Abraham, zoon van Margaretha Vallensis en Willem van der Meer en op 8 mei 1646 van Jacob, zoon van Theodorus Vallensis en Agatha van Beresteijn. 4. THEODORUS, volgt IVa. 5. MATHIJS VALENTIUS, ged. Delft 8 nov. 1618, begr. Delft (O.K.) 20 mei 1619 (een kind van doctor Valencius wonend aan de Turfmarkt). 6. ANNA VAN DEN DAEL, ged. Delft 30 aug (get. Mr. Jacob de Witte en Maria van Adrichem), verm. begr. Delft (O.K.) 7 okt (een dr. van Dr. Jacob Valentius). 7. MATHIJS (MATHIAS) VAN DEN DAEL (VALENTIUS), volgt IVb. 8. Mr. THOMAS VAN DEN DAEL (VALLENSIS, VALENTIUS), ged. Delft 10 nov (get.: Thomas Brouwaert en Johanna Dircx van Groenewegen), student te Leiden 2 jan gelijk met zijn broer Mathijs, 30 j.m. wonend aan de Houtemarct te Delft (1647), overl. vóór 15 okt. 1666, tr. (als Vallensis) Delft 22 sept (huwelijkscontract 31 augustus 1647) JUDITH GIJSELS VAN LIER, j.d. wonend aan de Oude Langedijk te Delft (1647), lidmaat te Scherpenzeel 23 maart 1673, als weduwe van Vallensis, overl. (Scherpenzeel) 1 jan , mogelijk een dr. van admiraal Aernoudt (Aertus) Gijsels (Gijssels) van Lier. Hij testeerde te Delft 24 juni 1648, 32 Zij woonde samen met haar zuster Amilia Agnes op de hofstede Oudenhorst te Scherpenzeel 33, Zij was doopgetuige te Scherpenzeel in juni 1697 bij Elisabeth Maria Charlotte van Ysselt, IV. Dr. THEODORUS (DIRCK) JACOBSZ. VALLENSIS (VAN DEN DAEL, VALENTIUS), geb. Delft 15 maart , ingeschreven als student te Leiden 19 april en promoveerde ald. tot doctor in de medicijnen 7 april , lid van de vroedschap 1647, schepen , , meester van de fraters 1658, weesmeester 1665, adjunct ter dagvaart 1666 en burgemeester 1672, 1673 van Delft, 38 Curator van de Leidse Hogeschool 1672, 1673 (als opvolger van Cornelis de Wit), 39 overl. Delft 15 aug. 1673, begr. Delft (O.K.) 19 aug (koor), tr. Delft 18 nov (huw. voorw. 30 okt. 1643) 40 AGATHA (AECHGE) VAN BERESTEYN, geb. Delft 16 juli 1625, ged. ald. 12 aug. 1625, wonend aan het Oude Delft 1702, overl. Delft 12 mei 1702, begr. Delft (O.K.) 18 mei 1702, dr. van Cornelis van Beresteyn, burgemeester van Delft, en Corvina van Hoffdijck (Hofdijk). 41 Hij was doopgetuige Delft 31 dec bij Abraham, zoon van Mr. Willem van der Meer. 25 febr De erfgenamen van Henrica van Dommelen (Drimmelen), weduwe van dr. Jacob Vallensis, machtigen dr. Theodorus van Daelen een gifte te geven van f 3800,-.aan Rombout de Vries 5

6 van Wolversteijn, laeckencooper, voor de koop van een huis aan de westzijde van de Hipolytusbuurt te Delft. 42 Zij testeren 4 juli voor notaris W. de Lanque te Delft, hij is dan ziek. Dit testament casseren zij als zij op 12 aug voor notaris Vrienbergh opnieuw testeren. Zij wonen dan aan de Oostzijde van het Oude Delft, institueren hun kinderen als erfgenamen en haar broeder Zacharias van Beresteyn tot voogd of, mocht deze overleden zijn haar broeder Cornelis. Testeerden nogmaals 5 nov Vallensis heeft het burgemeesterschap verkregen bij het verzetten van de wet door stadhouder Willem III na de eerste stadhouderloze periode. Vallensis was Oranjegezind. Hij verkocht voor zijn moeder het huis Het Nieuwe Ossenhoofd aan de o.z. van de Brabantse Turfmarkt (thans nr ). 46 Na het overlijden van Margaretha van Clootwijck werd een deel van haar boedel niet gescheiden. Dit restant wordt op 5 dec ten overstaan van notaris A. van der Velde te Delft verdeeld tussen twee erfgenamen Theodorus Vallensis en Johan de Ruyter, hoofdschout van de kwartieren van Oisterwijk in de Meierij van s-hertogenbosch, als weduwnaar van Elisabeth Vivien, dochter van Pieter Vivien en Theodorus zuster Geertruyt. Theodorus krijgt dan 4 bunder land in Elderenspolder bij de Blauwe Sluis onder de heerlijkheid van Zevenbergen en een huis te Schiedam over de Haven, en betaalt f 800,- toe. 47 Theodorus zijn vrouw is vermeld in het huizenprotocol als eigenaar van het huis Oude Delft 137 van In 1716 werd haar zoon Jacob eigenaar ( scheiding onder de hand ). Na diens overlijden in 1725 werd zijn dochter Catharina en haar man Ewoud van der Dussen door vererving eigenaar en na hun dood hun vier kinderen. Cornelis van Beresteyn, broer van Agatha, benoemd Agatha van Beresteyn tot universeel erfgenaam en Jacob Vallensis tot executeur 14 april Na zijn overlijden werd zijn boedel groot f f ,- gescheiden tussen de kinderen van zijn zuster: Jacob en Corvina Vallensis 24 dec aug Na het overlijden van Zacharias van Beresteyn ontvangt bij de scheiding Agatha o.a. het familiehuis De Meebael te Delft, met het huis er naast, de buitenplaats Ypenburch met 51 morgen land, gelegen onder Rijswijk, de woning genaamd Cortstaet met 44 gemeten land, gelegen in de Oostdijk en de platte op het eiland Goederede, de helft in het huis Hoffdijck met de landen daartoe behorende, en verder nog aandelen in landerijen onder Leidschendam en Overflakkee. 50 Uit dit huwelijk: 1. JACOBUS VALLENSIS, ged. Delft 29 nov. 1644, jong overleden. 2. JACOB(US), volgt V. 3. Mr. CORNELIS VALLENSIS, geb. 24 juni 1648, ged. Delft 30 juni 1648 (get. Corvina van Hofdijck en Dirrick van Beresteijn), ingeschreven als student te Leiden 2 maart en promoveerde tot doctor in de rechten 15 dec , veertigraad van Delft 1681, schepen , weesmeester 1688, 1689 van Delft, adjunct ter dagvaart 1691, wonend aan het Oude Delft tegenover het Gemeenelandshuis, ongehuwd, overl. Delft 27 juni 1692, begr. ald. (O.K.) 1 juli

7 In Rotterdam is een akte van twee Delftse schepenen mr. Dirck van der Dussen en mr. Cornelis Vallensis met twee uithangende zegels in groene was 13 juli Het betreft een akte waarin Pauls Jansz. Plemp, weesmeester van Rotterdam, voogd over de kinderen van Egbert Touw, een losrentebrief van f 500,- verkoopt aan Michiel Jongerius, getransfigeerd met twee stukken, waarvan één verleden voor de schepenen van Delft. 4. CORVINA MARIA VAL(L)ENSIS, vrouwe van Middelharnis, geb. 27 juni 1650, ged. Delft (N.K.) 1 juli 1650 (get. Dr. Antoni Vivien en Elisabeth Berkel), weldoenster der Kamer van Charitaten in Delft in 1728 voor een bedrag van ƒ 1500,- 54, overl. Delft 1 sept. 1728, begr. ald. 6 sept met 18 dragers en een wapendrager, een wapenkas van 5 voet en 8 duim, met 8 kwartieren, een eigen kelder. 55 Zij ondertr. Delft 11 juli 1671 (staat van goederen ingebracht bij het huwelijk op 31 juli 1671 door beiden) 56 Mr. GERARD (GERRIT) WILLEMSEN VAN BORSSELEN, geb. Amsterdam, wonend bij zijn huwelijk te Amsterdam aan de Keizersgracht 1671, kapitein van de burgerij te Delft, overl. Delft 27 juli 1673, begr. (O.K.) Delft 1 aug Corvina ontving bij haar huwelijk van Gerrit van Borsselen twee obligaties met een totale waarde van f 6.000,-. Het betrof één obligatie van f 3.000,- bij de Admiraliteit van Rotterdam en één van hetzelfde bedrag bij de Staten van Holland. De totale waarde van het kapitaal dat door Van Borsselen bij zijn huwelijk werd ingebracht bedroeg ruim f ,-. Het bedrag werd hem door zijn moeder gefourneerd. 57 Ook Corvina bracht het nodige in, huisraad, schilderijen o.a. van Van Miereveld, Jordaens, verschillende hectaren land en woningen onder andere in Kwinheul, Monster en Wateringen. Alles afkomstig van haar ouders. Het vermogen dat ze meekreeg kwam op een slordige f ,- 58 Na de dood van haar man erfde Corvina ongeveer f ,-, daarbij zat het landgoed Ypenburg niet begrepen. Die erfenis kam 26 jaar later nadat haar moeder Agatha van Beresteyn was overleden. 59 Zij koopt samen met Adriaan van den Boogaard, burgemeester van Delft, voor ƒ 2782,- huis, schuur, borgen, boomgaard met omtrent 55 morgen en 2 hond, gelegen in Wateringen, Naaldwijk, Monster en Kwintsheul, dat wordt verhuurt 28 nov Zij testeerde als weduwe, inwonende bij haar moeder aan het Oude Delft en benoemt deze tot universeel erfgenaam 20 jan , 4 aug , 18 sept , 6 juli , 26 maart , 4 nov , 22 jan , een codicil 17 juli Vervolgens is gemaakt een boedelbeschrijving 4 nov en een boedelscheiding 17 jan V. Mr. JACOB(US) THODORUSZ. VALLENSIS, heer van Middelharnis 71, geb. Delft 4 mei 1646, ged. ald. (O.K.) 8 mei 1646 (get. Margrieta van Clootwijck en Pieter Vivien), ingeschreven als student in de rechten te Leiden 21 april , promoveerde op de universiteit van Angers (F) 10 jan , raad in de Raad van Brabant , raad in het Hof van Holland, Zeeland, West-Friesland en Friesland , verkocht bouw- en weiland op de Couwenoord 7 juli , van zijn oom Cornelis van Beresteyn erfde hij de helft van diens 1/8 part in de hooge heerlijkheid Middelharnis, op 21 juli 1724 verscheurt hij voor notaris Adrianus Swalmius te Delft zijn besloten testament 77, weldoener Kamer van Charitaten , overl. 7

8 Delft 15 febr., begr. ald. (O.K.) 21 febr met 18 dragers en een wapendrager met wapenkas 7 voet en 8 kwartieren, had eigen kelder, 79 tr. (huw. voorw. 9 sept ) Den Haag (Loosduinse kerk) 24 sept (ondertr. Delft 9 sept. 1673, Den Haag 10 sept met attestatie van Delft 24 sept. 1673) MARIA EVERTSDR. VAN BLEYSWIJCK, geb. Delft 21 aug. 1652, ged. ald. 25 aug. 1652, overl. Den Haag 21 dec (uitgevoerd naar Delft met koetsen 27 dec.), begr. Delft (O.K.) 28 dec met 18 dragers een wapendrager en wapenkas met 8 kwartieren 81, dr. van Evert Ewoutsz. van Bleyswijck, bewindhebber V.O.C. en Catharina Jacobsdr. Briel. 82 Het Hof van Holland doet op 5 mei 1720 uitspraak dat Jacob zorg zal dragen voor de opvoeding van zijn kleinkinderen Maria Jacoba en Gerardina Vallensis. 83 Hij testeerde 20 juni , 17 juli en 21 juli Uit dit huwelijk: 1. Mr. DIRK JACOBSZ. VALLENSIS, geb. 16 mei 1674, studeerde te Leiden 22 sept , promoveerde tot doctor in de rechten 6 juni , advocaat Hof van Holland , dijkgraaf van de Grooten Zuiderpolder op het eiland Westvoorne , veertigraad van Delft 1703, havenmeester binnen en buiten 1706, 1707, schepen 1722, 1723 van Delft, adjunct ter dagvaart 1724, ongehuwd, overl. 15 juli 1724, begr. Delft 21 juli 1724 met 18 dragers een wapendrager een wapenkas met 8 kwartieren, eigen kelder op het koor CATHARINA MARIA VAN DALEN GEZEGD VALLENSIS, geb. Den Haag 14 april 1676, vrouwe van Middelharnis, mogelijk ook vrouwe van Oost-Barendrecht 92, overl. Delft 17 jan. 1745, begr. Delft (O.K.) 22 januari 1745 op het koor met 18 dragers en een wapendrager 93, weldoenster van de Kamer van Charitaten te Delft in 1745 voor een bedrag van ƒ 1000,-. 94 Ze liet een erfenis na van gulden, 95 tr. Den Haag 29 mei 1704 (ondertr. Delft 10 mei 1704 en Den Haag 11 mei 1704) Mr. EWOUT NICOLAASZ. VAN DER DUSSEN, geb. Dordrecht 1 januari 1669, ged. Dordrecht 4 januari 1669, heer van Zouteveen en Oost-Barendrecht en Middelharnis, promoveerde te Harderwijk 25 aug , advocaat 1687-, baljuw en dijkgraaf van het land van Strijen , veertigraad van Delft , havenmeester binnen en buiten 1702, 1704, weesmeester 1703, 1724, schepen , burgemeester 1721, 1722, 1725, 1726 van Delft, raad ter Admiraliteit op de Maas , gedeputeerde in de Staten van Holland en West-Friesland , gedeputeerde ter Staten-Generaal , bezat een buiten Overvoorde te Rijswijk 97, weldoener van de Kamer van Charitaten te Delft in 1729 voor een bedrag van 1000,- gulden 98, overl. Delft 17 oktober 1729, begr. Delft (O.K.) 22 oktober 1729 op het koor met 18 dragers en een wapendrager 99, zoon van Mr. Nicolaas Ewoutsz. van der Dussen en Lydia van Beveren. 100 De huwelijkse voorwaarden werd gesloten voor de Haagse notaris Hendrik ter Beeck van Coesvelt op 8 mei De bruidegom bracht een bedrag van f ,- mee dat hij deels van zijn vader kreeg, de bruid bracht f ,- mee en het huis `De Baars` aan het Oude Delft te Delft kwam tot hun ter beschikking

9 De heerlijkheid Middelharnis en de hofstede de Boomvliet bij Dirksland zijn afkomstig van Agatha van Beresteyn, kwamen terecht bij Catharina Maria Vallensis en zo in bezit van de familie Van der Dussen. 102 Catharina Maria erfde na het overlijden van haar tante Corvina Maria Vallensis naast Ypenburg ook woningen en landerijen met een totale waarde van f ,-. Dat was 1/3 van de erfenis. Een derde deel ging naar de kinderen van Catharina die ze had bij Ewout van der Dussen, En een derde deel was voor de twee kinderen van de inmiddels overleden Gerard Vallensis ( ) 103 Zij is vermeld als eigenaresse van de buitenplaats hofstede Oudshoorn onder Rijswijk. 104 Zij testeerden 5 juli , 2 nov. 1729, 106 en zij te Delft okt en 2 dec De boedelscheiding is gemaakt op 8 februari , idem 19 febr , idem 14 juni EVERHARD, ged. Den Haag 15 april 1678, begr. Delft 8 april 1680, baarkind van Jacob Vallensis. 4. EVERHARD, ged. Den Haag 9 juli 1680, begr. Delft 25 januari 1684, baarkind van Jacob Vallensis. 5. GERARD, volgt VI. 6. AGATHA, geb. Den Haag 21 sept. 1687, ged. aldaar 23 sept. 1687, testeerde 13 april 1719, overl. Den Haag 13 jan met koetsen naar Delft gebracht, begr. Delft 20 jan met 16 dragers en een wapendrager. 112 Zij tr. (huw. voorw. 2 april 1717) Den Haag 18 april 1717 (ondertr. Delft 3 april 1717, met attestatie van Delft naar Den Haag 18 april) Mr. JOHAN CORNELISZ. VAN BLEYSWIJCK, geb. Woudrichem 12 sept. 1684, ged. aldaar 17 sept. 1684, ingeschreven als student te Leiden 10 september , promoveerde ald. 7 september , raadsheer bij het Hof van Holland 10 sept. 1723, overl. Den Haag 13 maart 1748, begr. Delft 20 maart 1748, zoon van Ds. Cornelis Johansz. van Bleyswijck en Geertruid Abrahamsdr. van Cleeff. VI. Mr. GERARD (GERHARDIS) VALLENSIS, ged. Den Haag (N.K.) 23 jan. 1685, student te Leiden 17 sept , promoveerde ald. 24 juni , advocaat Hof van Holland 5 juli 1706, substituut griffier van de Hoge Raad in Holland , Zeeland en West-Friesland 1711, overl. Den Haag 20 jan (aang. impost aldaar wegens het overlijden 25 januari 1715, betaald f 30,-), met koetsen vervoerd naar Delft, begr. Delft (O.K.) 26 jan met 18 lijkdragers en een wapendrager. 119 Hij tr. (huw. voorw. 30 jan ) Den Haag 17 febr (ondertr. ald. 1 febr. 1711) SUZANNE MARGARETHA BLAUE (BLAAUW), ged. Amsterdam (Remonstrants, gelijk met haar moeder) 30 jan. 1689, wonend in Den Haag 1711, overl. Den Haag (aang. impost aldaar wegens het overlijden 10 juli 1719, f 30,-), dr. van Willem Blaeu (de jonge), advocaat, en Rebecca de Flines; zij tr. 2e Den Haag (N.K.) 20 februari 1718 met Mr. Nicolaas van Loenen (Loon) ged. Amsterdam (N.K.) 6 oktober 1682, student te Franeker 26 september , promoveerde Leiden 10 april , advocaat Hof van Holland 17 april 1704, procureur bij het Hof van Holland, werd op 5 oktober 1731 bij verstek wegens sodomie door het Hof van Holland uit Holland en West- Friesland verbannen, collateraal belastbaar vermogen te Amsterdam f 1625, overl. 9

10 (buitenland) 24 maart 1756, zoon van Adriaen van Loenen, koopman, en Jacoba Leijdeckers. 123 Uit dit huwelijk: 1. MARIA JACOBA, geb. Den Haag 6 dec. 1713, ged. Den Haag (Gr.K.) 10 dec (get. Jacob Vallensis en Maria van Bleyswijck, grootouders), woonde te Amsterdam aan de Herengracht (nr. 477) en aan de Keizersgracht tegenover de De Gouden Ketting (nr. 257, h. Mr. Pieter van Loon), is één van de zeven ontvangers van een obligatie d.d. 15 oktober 1778 ten laste van de V.O.C. Amsterdam van ƒ 2000,- 124, overl. Amsterdam 31 jan. 1808, begr. Breukelen, tr. Delft (O.K.) 8 nov (ondertr. Delft 22 okt en Den Haag 23 okt. 1740) (huw. voorw. 20 okt ) Mr. CORNELIS VAN COLLEN, geb. Amsterdam 3 aug., ged. Amsterdam (W.K.) 6 aug. 1717, j.m. van Amsterdam, laatst te Den Haag, ingeschreven als student te Leiden 4 mei , promoveerde ald. 8 juli , advocaat Hof van Holland 1 februari 1740, geautoriseerde tot de lijst van koopmanschappen , testeerde met zijn vrouw Delft 17 maart , kwam met attestatie van Delft naar Amsterdam 7 sept 1752, commissaris van de Staten van Holland en West-Friesland over s Lands Posterijen te Amsterdam , woonde aan de Keizersgracht 1752 en aan de Herengracht (nr. 120) 1757, overl. Heemskerk (huis Assumburg) 3 okt (impost en boete betaald te Amsterdam), begr. Breukelen 7 okt (wapenbord met 8 kwartieren opgehangen), zoon van Mr. Ferdinand van Collen (de jonge), heer van Gunterstein en Tienhoven, en van Anna Catharina Graafland jan. 1725: Autorisatie van het Hof van Holland voor de voogden van Maria Jacoba en Gerardina Vallensis om een hoeve en landerijen op het eiland Goederede te mogen verkopen april 1725: Autorisatie van het Hof van Holland voor de voogden van Maria Jacoba en Gerardina Vallensis om de woning Hofdijk, gelegen in het land van Westvoorne, hun aangekomen uit de nalatenschappen van Cornelis Beresteijn en mr. Jacob Vallesis te mogen verkopen. 131 Zij testeerde op 12-jarige leeftijd 31 maart GERARDINA SUSANNA, geb. Den Haag 21 febr. 1715, ged. Den Haag (Kloosterkerk) 24 febr collateraal belastbaar vermogen f ,-, overl. Leiden 24 jan. 1746, begr. Leiden (Hooglandse Kerk) tussen 29 jan. en 5 febr (wapenbord met 4 kwartieren opgehangen), 134, 135 tr. Delft (O.K.) 27 febr (ondertr. Delft en Leiden 10 febr (attestatie Leiden 25 febr.) (huw. voorw. 8 febr ) Mr. COENRAAD TEDING VAN BERKHOUT, geb. Leiden 18 mei 1714, ged. ald. (Hooglandse Kerk) 20 mei 1714, student in de rechten te Leiden 20 september) , promotie ald. 20 september , wedr. wonend te Leiden 1742, poorter van Delft 21 oktober 1742, kapitein van de schutterij te Leiden , veertigraad van Leiden , schepen 1752, 1753, 1754, 1755, 1756, 1762, 1763, weesmeester , 1754, 1761, gecommitteerde ter Rekenkamer van Holland , commissaris van de gemene landsmiddelen 1762, royeermeester 1763, gecommitteerde raad , burgemeester 1763, 1769 van Leiden, collectaraal belastbaar vermogen f , eigenaar van de buitenplaats Groenestein te Hazerswoude, 10

11 overl. Leiden 12 maart 1770, begr. ald. (Hooglandse Kerk) tussen 10 en 17 maart 1770 (wapenbord met 4 kwartieren opgehangen), zoon van Mr. Pieter Teding van Berkhout, griffier van Leiden, secretaris van de Vierschaar van de Hogeschool, regent Elisabetsgasthuis, en Johanna Susanna Ghijs. Hij tr. 1e Leiden 18 nov Johanna Elisabeth van der Dussen, geb. Dordrecht 2 sept. 1711, ged. ald. 26 september 1711, collateraal vermogen f , overl. Leiden 6 maart 1740, begr. ald. (Hooglandse Kerk, wapenbord met 4 kwartieren opgehangen) tussen 5 en 12 maart 1740, dr. van mr. Pieter van der Dussen Nicolaasz. en Dina de Bije Jansdr.; hij tr. 3e Leiden 27 jan (ondertr. ald. 8 jan. 1756) met Jvr. Johanna van Almonde, geb. Brielle 1 dec. 1713, ged. ald. 3 dec. 1713, overl. Leiden 26 sept. 1784, begr. ald. (Hooglandse Kerk) 29 sept. 1784, dr. van Willem van Almonde en Lucretia van der Poel, en wed. van Mr. Willem Adriaen van der Goes. 139 Zij testeerde op 12-jarige leeftijd 3 april Zij testeerden 13 april IVb. MATHIJS (MATHIAS) VAN DEN DAEL (VALENTIUS), ged. Delft 17 juni 1622 (get.: Johan Berck, raad en pensionaris van Dordrecht, en Margareta Parine), student te Leiden 2 jan. 1643, gelijk met zijn broer Thomas 142, doctor in de medicine in Den Haag, lidmaat te Amersfoort 13 april 1650, wonend in de Peperstraat te Amersfoort, vertrekt naar Scherpenzeel, 143 wonend te Delft aan de Oude Langedijk 1656 en 1682, wonende te Voorburg 1659 en te Bergen , begr. Delft 30 okt. 1682, tr. Leidschendam 6 aug (ondertr. [als Vallensis] Delft 15 juli 1656 ) MARQUERITA (MARGRITA) CORDEG (CORDEY), eveneens wonend aan de Oude Langedijk te Delft Hij verkocht in 1668 ¼ deel in een particuliere wind- en rosmolen te Geertruidenberg voor ,- gulden aan Adriaen Stevens van Innevelt 144 Uit dit huwelijk: 1. MARGARETA, ged. Den Haag 27 mei 1659 (geen getuigen). 2. SUSANNA, ged. Bergen 21 aug (geen getuigen). 3. JAN, ged. Bergen 22 april 1663 (geen getuigen). 4. HENRICA, ged. Bergen 4 juli 1666 (geen getuigen). Gevoerde wapens door het geslacht Vallensis In grote lijn is het de gewoonte dat familiewapens in mannelijke onveranderd worden doorgegeven. Er zijn ook families die per generatie veranderingen aanbrengen en die verandering ook blijven voeren. Dan spreken we over persoonlijke wapens. Bij Theodorus Vallensis ( ) zou men van een persoonlijke wapens kunnen spreken. 11

12 De grafzerk van Jacob Vallensis ( ) en Margaretha van Clootwijck is nog aanwezig in Oude Kerk te Delft. Het afgebeelde wapen van Jacob Vallensis geeft: bezaaid met rozen, een leeuw. Het wapen van Margaretha van Clootwijk is een ruit, je zou een ovaal verwachten: een dwarsbalk vergezeld boven van zeven (3-4) en beneden van zes (3-2-1) schijfjes. Aan de onderzijde van de grafzerk staat het wapen van hun zoon Dr. Theodorus Vallensis ( ) die ook in dit graf is begraven met drie mispelbloemen,. Opschrift: Hier leggen begraven Dr. Jacobus Vallensis in sijn leven eerste medicijn van Zijn Exell. Maurits ende Zijn Hoogh. Frederik Hendrick princen van Oraniën etc. sterf den XIV MDCXLIV. Juffr. Margarita van Clootwijk sijn huys vrouwe sterf den XXX July MDCLXII. 145 Het wapen van Dr. Jacob Vallensis ( ) in het heraldisch schema is een kopie van het schilderij van Michiel van Mierevelt. 146 Samen met zijn broer Mathijs 147 voert hij als wapen: in rood een gouden leeuw, vergezeld van acht zilveren rozen, zoomsgewijs geplaatst, waarbij opgemerkt dient te worden dat staart van de leeuw bij Jacob naar binnen gekruld is, dus naar de leeuw toe zoals bij de Vlaamse leeuw. Op de grafzerk is dat niet het geval. De praktijk is dat de fijnschilders en de beeldhouwers geen heraldici waren en vaak niet goed heraldische beschrijvingen konden lezen. Ook kan dat de wapenbeschrijving fout gegeven is. Zo zijn er veel fouten in de heraldiek ontstaan. Dr. THEODORUS VALLENSIS ( ) voerde: in rood drie zilveren mispelbloemen. 148 Mr. JACOB VALLENSIS ( ) voerde: in rood een gouden leeuw met zilveren staart, vergezeld van acht zilveren rozen, zoomsgewijs geplaatst. In het zelfde boek staat hij nogmaals maar dan met een gouden leeuw zonder zilveren staart. 149 De zilveren staart zal wel een vergissing van de tekenaar zijn. Mr. CORNELIS DIRKSZ. VALLENSIS ( ) voerde: in rood een gouden leeuw, vergezeld van tien zilveren rozen, zoomsgewijs geplaatst

13 Mr. DIRK JACOBSZ. VALLENSIS ( ) voerde: in rood een gouden leeuw, vergezeld van tien zilveren rozen, zoomsgewijs geplaatst. 151 Mr. GERARD VALLENSIS ( ) voerde: in rood een gouden leeuw, vergezeld van acht zilveren rozen, zoomsgewijs geplaatst. 152 Afkortingen: Gemeentearchief Delft = GAD Gemeentearchief Rotterdam = GAR Haags gemeentearchief = HGA Nationaal Archief = NA Noten 1. H.K. Nagtegaal, 'Het Delftse geslacht Van der Dussen', Ons Voorgeslacht 60 (2005) H.K. Nagtegaal, 'Het tweede geslacht van der Dussen in Delft', Ons Voorgeslacht 61 (2006) en H.K. Nagtegaal, 'Het Delftse geslacht Van Bleyswijck', Ons Voorgeslacht 63 (2008) H.M. Morien en H.K. Nagtegaal, 'Stamreeks d Acquet' Ons Voorgeslacht 66 (2011) H.M. Morien en H.K. Nagtegaal, 'Stamreeks van het zeeheldengeslacht Tromp', Ons Voorgeslacht 67 (2012) D.J. Briels. De Zuidnederlandse immigratie van (Unieboek, Bussum, 1978). 7. F.A. van Lieburg, Repertorium van Nederlandse hervormde predikanten tot 1816 is als bijlage verschenen bij de dissertatie Profeten en hun vaderland. 8. Willem van der Lelij, 'De kwartierstaten van Delftsche Vroedschappen', De Nederlandsche Leeuw (1914) 329 en (1915) 149. Predikant is afgeleid van de titel Ds. 9. Digitale Bibliografie Nederlandse Geschiedenis (Internet); H.L. Houtzager, Pieter van Foreest en de prins van Oranje; H.l. Houtzager, Stadsgeneesheer te Delft. 10. GAD, Archiefnr. 309, Scherpschuttersvereniging Dilletto ed Arme, inv.nr. 8, blz W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz H.L. Houtzager e.a. De snijkunst verbeeld. Delftse anatomische lessen nader belicht [uitgave van Reinier de Graafgroep, Delft/Voorburg, zonder jaartal], blz. 71 met vermelding van het boekje van Galenus. 13. E.A. van Beresteyn, Grafmonumenten en grafzerken in de Oude kerk te Delft (Assen, 1938), nummer 54, blz. 49; P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland, dl. I, blz. 159; M.C.H. Pauw van Wieldrecht, 'Oude grafschriften van voorname personen in de Oude kerk te Delft', Algemeen Nederlandsch Familieblad, no 103 (1884) 5; Vragen rubriek in De Navorscher 5 (1855) 200; E.A. van Beresteyn en W.F. del Campo Hartman, Genealogie van het geslacht Van Beresteyn, (1954) blz De Vergulden Bock ook vermeld als Den Gulden Bock werd na 1620 Het Vergulde Tonneken gelegen aan de Wijnhaven nr. 16; G.A. Delft: Achter de gevels van Delft (Internetsite van het G.A. Delft zelf). 15. W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugdunio Batavae, , blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugdunio Batavae , blz. 466; NA, inventaris van het familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ) Dr. Jacobus Vallensis, nr Vermeld wordt zijn promotiebul van de universiteit te Leiden. 17. Vermeld bij huwelijk, geen straat vermeld. 18. H.L. Houtzager. Medicyns, vroedwyfs en chirurgyns (Amsterdam 1979) 70; idem, De snijkunst verbeeld [uitgave van de Reinier de Graaf Groep, Delft/Voorburg, zonder jaartal], blz. 91, 94.; Willem van der Lelij, 'De kwartierstaten van Delftsche Vroedschappen' De Nederlandsche Leeuw (1914) 329; De Brabantse Leeuw 1 (1952) 135, vragen. 19. HGA. Not. Arch. inv.nr. 3 fol. 1760, testament (22 okt. 1606). 20. GAD, Losse aanwinsten D. II E GAD, Weeskamer voor Register nr. 17 fol. 191v en GAD, Weeskamer voor Reg. nr. 17, fol. 249v ( ca. 1603, onleesbaar). 13

14 23. De Briefwisseling van Constantijn Huygens (Rijks Geschiedkundige Publicatiën, s-gravenhage 1911), dl. I, blz. 274, no Afschrift van een doopboekje dat zich bevindt in het archief van de Ned. Herv. Gemeente te Delft, gemerkt: Afd. IL A. no. (2) ; in: De Wapenheraut 1910 blz GAD, ONA Delft 1511, fol. 30, ( ). 26. W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugdunio Batavae, , blz Van der Meer de Walcheren; in: Nederland s Adelsboek (1999), blz Historisch Archief Westland, ORA Monster C.Hoek. Repertorium op de lenen van de Lek en Polanen gelegen in Delfland; in: Ons Voorgeslacht (1982), blz W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz Gelders Archief, toegang 0176, inv.nr , fol. 33 (lidmatenregister Scherpenzeel). 32. GAD, Not. Arch. inv.nr. 1974, fol. 94 ( ). 33. W.H.M. Nieuwenhuis. Leven op Oudenhorst, Scarpenzele; in: Gens Nostra 49 (1994), blz J.H.M. Putman en H.A. Burgman Feenstra. Familiegeld Eemland ). 35. E.B.F.F. Wittert van Hoogland. Van Beresteyn; in: Genealogische en Heraldische Bladen 10 (1915), blz W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz NA, Inventaris van het familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, ; Dr. Theodorus Vallensis en Agatha van Beresteijn, nr R. Boitet, Beschryving der stadt Delft (1729), met hierin o.a. alle openbare ambten van de Delftse regenten. Deze noot is van toepassing op alle functies in deze stamreeks. 39. W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz NA, Inventaris van het familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, ; Dr. Theodorus Vallensis en Agatha van Beresteijn, nr C.D. Goudappel e.a., Genealogische en Historische Encyclopedie van Delft, deel I (1984), blz GAD, Losse aanwinsten, Arch.nr. 598, inv. nr. 145, charternr GAD, Not. Arch. inv.nr. 1694, ( ). 44. GAD, Not. Arch. inv.nr. 2061, fol. 141, ( ). 45. GAD, Not. Arch. inv.nr. 2061, fol. 180, ( ). 46. GAD, Losse aanwinsten D. II E E.A. van Beresteyn en W.F.del Campo Hartman, Genealogie van het geslacht Beresteyn (1954), blz. 260, E.A. van Beresteyn en W.F.del Campo Hartman, Genealogie van het geslacht Beresteyn (1954) blz NA, Archief Van Beresteyn (toegangsnr ) 74 inventaris van zijn nalatenschap ). 50. E.A. van Beresteyn en W.F.del Campo Hartman, Genealogie van het geslacht Beresteyn (1954), blz W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugdunio Batavae , blz. 319; NA, Inventaris van het familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ); inv.nr. 1377, promotie-bul van Cornelis Vallensis. 53. GAR, toegang Handschriftenverzameling (Rotterdam), inv.nr. 683 (akte d.d ). 54. J.M. van Kuyk. Weldoeners der Kamer van Charitaten; in: Algemeen Nederlandsch Familieblad 15 (1902), blz GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegangsnr ), nrs. 889 en F.A.M. van der Helm, Boeren op Ypenburg (Hoogwout, 2013), blz F.A.M. van der Helm, Boeren op Ypenburg (Hoogwout, 2013), blz F.A.M. van der Helm, Boeren op Ypenburg (Hoogwout, 2013), blz GAD, Not. inv. nr. 2532G, fol. 366 ( ). 61. GAD, Not, inv.nr. 2182, fol. 160, ( ). 62. GAD, Not, inv.nr. 2516, ( ). 14

15 63. GAD, Not, inv.nr. 2523, ( ). 64. GAD, Not, inv.nr. 2527, ( ). 65. GAD, Not, inv.nr. 2529, ( ). 66. GAD, Not, inv.nr. 2531, ( ). 67. GAD, Not, inv.nr. 2534, ( ). 68. GAD, Not, inv.nr. 2718, ( GAD, Not, inv.nr. 2493, fol. 35, ( ). 70. GAD, Not, inv.nr. 2494, fol. 4, ( ). 71. Willem van der Lelij. De kwartierstaten van Delftsche Vroedschappen; in: De Nederlandsche Leeuw (1915) kol W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz. 516.; en: S.A.C. Dudok van Heel, Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, hun geschiedenis en hun portretten. Band II, blz NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, (toegang nr ); Mr. Jacob Vallensis en Maria van Bleyswijck nr NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, (toegang nr ); Mr. Jacob Vallensis en Maria van Bleyswijck, nr GAD, W. van der Lelij, Namen ende Wapenen der Ed. Presidenten, Raaden, ende verdere Ministers in de respective Hoven van Justitie in Holland, blz. 34; en zie noot 2: Familiearchief Van Vredenburch, Mr. Jacob Vallensis: 12 mei 1676 nr. 1392; 14 mei 1676, nr Streekarchief Voorne-Putten, toegang 040 Ambacht Nieuwenhoven inv.nr ( ). 77. E.A. van Beresteyn en W.F.del Campo Hartman, Genealogie van het geslacht Beresteyn (1954), blz J.M. van Kuyk. Weldoeners der Kamer van Charitaten te Delft; in: Algemeen Nederlandsch Familieblad 15 (1902), kol GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ); Mr. Gerard Vallensis en Suzanna Margaretha Blaeu, nr GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz H.K. Nagtegaal. Het Delftse geslacht van Bleyswijck; in: Ons Voorgeslacht 2008, blz NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ), nr GAD, Not, inv.nr. 2651, ( ). 85. GAD, Not, inv.nr. 2651, ( ). 86. GAD, Not, inv.nr. 2651, ( ). 87. W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz. blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugdunio Batavae , blz, 225; Familiearchief Van Vredenburch, Mr, Theodorus Vallensis nr NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ); Dirk Vallensis nr NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ); Dirk Vallensis nr GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft; in: De Nederlandsche Leeuw (1902), blz NA, Toegang Inventaris van de archieven van de Heerlijkheden Oost- en West-Barendrecht en Carnisse tot het jaar 1850, inv.nr. 26, met daarin een verleibrief van de heerlijkheid Barendrecht c. a. aan Nicolaas van der Dussen, hem aangekomen door den dood van zijne moeder Catharina Maria Vallensis Dat doet vermoeden dat zij na de dood van haar echtgenoot heerlijkheid heeft ontvangen of beheerd. 93. GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz Ch.C.V. Verey. Weldoeners der Kamer van Charitaten te Delft; in: Algemeen Nederlandsch Familieblad 15 (1902), blz

16 95. H. Houtzager. De snijkunst verbeeld, blz O. Schutte. Album Promotorum Academie te Hardewijk, blz. 69.( ). 97. Buitenplaatsen in Nederland (Internet) 98. Ch.C.V. Verey. Weldoeners der Kamer van Charitaten te Delft; in: Algemeen Nederlandsch Familieblad 15 (1902), blz GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz H.K. Nagtegaal. Het Delftse geslacht Van der Dussen; in: Ons Voorgeslacht 2005, blz. 312; Van der Dussen; in Nederland s Adelsboek (1992), blz NA, Archief Van Vredenburch, (toegang nr ), 1002, huwelijkse voorwaarden ( ), staten ingebrachte goederen M. Zaaier, T.N. Schelhaas en Cathy Westdorp; in: Gens Nostra 54 (1999) blz NA, Archief van Vredenburch, (toegang nr ), 898 inventaris en deling van de nalatenschap van Corvina Maria Vallensis, overl. Delft N.A. familie Van Vredenburch en aanverwante geslachten , (toegang nr ), nr GAD, Not. inv.nr. 2533, ( ) GAD, Not. inv.nr. 2494, fol. 32, ( ) GAD, Not. inv.nr. 2496, fol. 2, (? ) GAD, Not. inv.nr. 2497, fol. 39, ( ) GAD, Not. inv.nr. 2639, fol. 1768, akte van boedelscheiding ( ) 110. GAD, Not. inv.nr. 2639, fol.1722, boedelscheiding ( ) GAD, Not, inv.nr. 2639, fol. 1756, boedelscheiding ( ) GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz. 18, W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz., blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz S.A.C. Dudok van Heel. Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, hun geschiedenis en hun portretten. band II, blz Uitgave Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, s-gravenhage N.B. Zeeland en West-Friesland worden daar niet vermeld) 118. GAD, Mr. W. van der Lelij, Namen ende Wapenen der Ed. Presidenten, Raaden, ende verdere Ministers in de respective Hoven van Justitie in Holland, blz GAD, C.F. Gijsberti Hodenpijl, Opgave der geslachtswapens die zich vóór 1795 bevonden in de Oude en in de Nieuwe Kerk te Delft, blz NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ), Mr. Gerard Vallensis nr W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Franekerensis ( , ), blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz S.A.C. Dudok van Heel. Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, hun geschiedenis en hun portretten. Band II, blz. 614, s-gravenhage Het Utrechts Archief, O.N.A. Utrecht inv.nr. U260a004, akte nr GAD, Not, inv.nr fol. 310, ( ) W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz GAD. Not, inv.nr. 2824, fol. 337, ( ) S.A.C. Dudok van Heel. Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, hun geschiedenis en hun portretten. Band II, blz NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ); Maria Jacoba en Gerardina Vallensis, nr NA, familiearchief Van Vredenburch en aanverwante geslachten, , (toegang nr ); Maria Jacoba en Gerardina Vallensis, nr GAD, Not, inv.nr. 2492, fol. 21, ( ). 16

17 133. Afstammelingen van Mr. Paulus Teding van Berkhout en Jacomina van der Vorst; in: De Wapenheraut, jrg. 9 (1905), blz S.A.C. Dudok van Heel. Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, hun geschiedenis en hun portretten. Band II, blz F.A. le Poole, 'Aantekeningen gehouden van de wapenschilden welke niet gerequireerd en op den 2den october 1795 in de Pieterskerk binnen Leyden noch bevonden werden'; in: De Nederlandsche Leeuw 63 (1945/46) , ald Bij haar worden acht kwartieren opgegeven, en kennelijk een foutieve overlijdensdatum van 16 juni Er hing ook een rouwbord van de eerste echtgenote van TvB, maar niet van zijn derde GAD, Not, inv.nr. 2825, fol.439, ( ) W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae , blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz S.A.C. Dudok van Heel. Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, hun geschiedenis en hun portretten. Band II, blz GAD, Not, inv.nr fol. 18, ( ) GAD, Not, inv.nr. 2825, fol. 464, ( ) W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz Archief Eemland, toegang 0167, Herv. Gemeente Amersfoort , inv.nr. 72 (lidmaat Amersfoort) A.M. Bosters. De familie Van Inneveldt uit Brabants Westhoek; in: De Brabantse Leeuw 40 (1991), blz E.A. van Beresteyn. Grafmonumenten en grafzerken in de Oude Kerk te Delft, nr. 54, blz. 49 en de foto van de grafzerk achter in de uitgave zonder paginanummer Wapen op schilderij van Dr. Jacob Theodorus Vallensis, geschilderd door Michiel van Mierevelt ( ), aanwezig in het Metropolitan Museum of Art. New York GAD, Archiefnr. 309, Scherpschuttersvereniging Dilletto ed Arme, inv.nr. 8, blz GAD, W. van der Lelij: Namen en wapenen der Ed. Agtbaare Heeren Veertigh Raden der stad Delft, blz GAD, Mr. W. van der Lelij, Namen ende Wapenen der Ed. Presidenten, Raaden, ende verdere Ministers in de respective Hoven van Justitie in Holland, blz. 34 en GAD, W. van der Lelij: Namen en wapenen der Ed. Agtbaare Heeren Veertigh Raden der stad Delft, blz GAD, W. van der Lelij: Namen en wapenen der Ed. Agtbaare Heeren Veertigh Raden der stad Delft, blz GAD, Mr. W. van der Lelij, Namen ende Wapenen der Ed. Presidenten, Raaden, ende verdere Ministers in de respective Hoven van Justitie in Holland, blz