De 14 kwartieren van Dr. Willem van Blommestein door H.K. Nagtegaal en H.M. Morien

Transcriptie

1 De 14 kwartieren van Dr. Willem van Blommestein door H.K. Nagtegaal en H.M. Morien 1

2 Hier volgt weer een heraldische kwartierstaat uit de Kwartierstaten van Delftse Vroedschappen van Willem van der Lely ( ). 1 De wapens waren gearceerd, onjuistheden zijn gecorrigeerd en de gegevens zijn nu verder uitgewerkt en van bronnen voorzien. I 1. Dr. Willem (Gulielmus) van Blommestein (Blommesteijn), geboren. Delft 29 april 1723, ged. ald. 2 mei 1723, ingeschreven als student te Leiden 29 april , promoveerde aldaar 24 juli , medisch doctor, geneesheer, veertigraad van Delft , ontslagen op eigen verzoek, havenmeester 1753, weesmeester 1756, 1757, schepen ,, ontvanger der gemene middelen, diaken 1747, diaken van het Oude Mannen en Vrouwenhuis 1748, regent Oude Mannenhuis , burgemeester van Delft 1772, 1773, 1776, 1781, 1782, 1785, 1786, gecommitteerde Raad van State , bewindhebber V.O.C. 1784, wonend aan de Wijnstraat te Delft, houdt één dienstmeid , koopt een woning in de Baljuwsteeg 19 oktober , overleden Delft 9 januari 1789, begraven ald. (O.K.) 15 januari 1789 met 18 dragers, had één meerderjarig kind. 6, 7 Hij trouwt Amsterdam (ondertrouw Delft (O.K.) 26 augustus 1747) 12 september 1747 met Catharina Anna Grommee (Grommé), geboren Amsterdam 15 oktober 1723, gedoopt Amsterdam 17 oktober 1723, overleden Delft 30 januari 1789, begraven aldaar (O.K.) 4 februari 1789 met 18 dragers, dochter van Diederik Grommée (Grommé), koopman en expediteur op Duitsland, Zwitserland en Italië, en Geertruid de Villers. II 2. Dr. Hermanus (Harmanus, Hermannus) (van) Blommestein (Blommesteijn), geboren Delft 15 oktober 1686, gedoopt aldaar 16 oktober 1686, ingeschreven als student te Leiden in de medicijnen 17 september , promoveerde aldaar 8 augustus , medisch doctor, diaken te Delft 1722, diaken Oude Vrouwenhuis 1723, 1724, wonende aan het Oude Delft op de hoek van de Baljuwsteeg 1750, overleden Delft 19 februari 1750, begraven aldaar (O.K.) 25 februari 1750 met 18 dragers. Hij trouwt Delft (gerecht) (ondertrouw aldaar 26 maart 1718) 11 april 1718: Sara Pieternella (Petronella) van der Hiel, geboren Delft 15 september 1693, gedoopt aldaar 16 september 1693, doet belijdenis januari 1710, testeert 1 januari , 1 augustus , 9 januari , het betreft een mutuele testamenten waarbij de voorgaande steeds vervallen, wonend aan de Voorstraat 1710, aan het Oude Delft 1775, overleden Delft 29 november 1775, begraven aldaar (O.K.) 6 december 1775 met 18 dragers. III 4. Gijsbrecht (Gijsbertus) Harmens van Blommestein (Bloemesteijn), geb. Delft 25 juli 1660, apotheker aan het Oude Delft, diaken 1706, 1714, diaken van het Oude Vrouwenhuis 1707, 1708, 1716, wonend aan het Oude Delft bij de Haverbrug 1685, 1691, 1723, overl. Delft 10 mei 1723, begr. Delft (O.K.) 18 mei 1723 met 18 dragers. Hij huwde Delft (O.K.), ondertr. ald. 13 mei 1684) 29 mei 1684: Sara Schuijl (Schulius), geb. 12 juli 1663 (niet te Delft en Den Haag), doet belijdenis te Delft 1680, wonende hoek Peperstraat/Oude Delft 1680, vermeld bij een testament scheiding betreffende onroerend goed te Delfhaven 10 juli , overl. Den Haag 25 februari 1729, naar Delft gebracht, begr. Delft (O.K.) 3 maart 1729 met 16 dragers. 2

3 6. Willem (Guiliaem) Willemsz. van der Hiel (Heijl), ged. Delft 25 januari 1656, verver, mr. veruwer 1697, koopt het huis, erf, ververij en perserij aan het Noordeinde bij de Haagpoort van zijn vader op 6 november , testeert 17 januari , kapitein van de burgerij 1704, 1706, wonende aan de Voldersgracht in de Druijff 1706, begr. Delft (O.K.) 13 januari 1706 met 14 dragers. Hij huwde 1 e Delft (ondertr. ald. 2 februari 1675) 18 februari 1675 met Sara van der Mast, ged. Delft 23 mei 1651, begr. Delft (O.K.) 5 november 1675, dochter van Pieter van der Mast en Maria van de Mast. Hij huwde 2 e Delft (ondertr. ald. 19 februari 1678) 6 maart 1678: 7. Maria Michielsdr. Vrouweling (Vroulingh), geb. 17 juni 1657, ged. Delft 20 juni 1657, testeert 18 mei , wonend aan het Oude Delft 1716, overl. 18 juni 1716, begr. Delft (O.K.) 23 juni 1716 met 16 dragers. IV 8. Herman (Harmen) Gijsbertsz. (Gijsbrechtsz.) van Blommensteijn (Bloemmensteijn, Bloemesteijn), vleeshouwer, ouderling Rem. Gem. te Delft, testeert met zijn vrouw 21 juli , wonend aan de Vlamingstraat 1650, aan de Nieuwe Langedijk 1661, 1681, overl. Delft 10 augustus 1681, begr. ald. (N.K.) 13 augustus 1681 met 14 dragers, zoon van Gijsbrecht Jansz. van Blommestein, beenhakker, en Lijsbeth Harmens. Hij huwde Delft (ondertr. ald. 20 augustus 1650) 7 september 1650: Adriana (Ariaentge) Jansdr. van Bodegem (Bodegom), ged. Delft 29 april 1627, jd. wonend aan het Oude Delft 1650, testeert met haar zusters Lijsbeth en Barbara Delft 15 februari , overl. Delft 4 september 1677, begr. ald. (N.K.) 9 september 1677 met 18 dragers, dochter van Jan Huygensz. van Bodegem en Ariaentge Jansdr. Rotteveel. 10. Dirck (Theodorus) Wijnandsz. Schuijl (Thierry Schuyl, Schulius), geb. Scheveningen 22 februari 1616, als praeceptor (meester) te Leiden ingeschreven 30 september , conrector der Latijnse school te Den Briel 1642 op een traktement van 400 Car. gulden plus de helft van het schoolgeld 23, verkreeg vrijdom van stads bier en wijnaccijns aldaar 26 maart , rector van de Latijnse school in Den Haag , kocht een grafkelder in de Nieuwe Kerk van Den Haag voor een somma van f 300,- 25, overl. Den Haag 6 januari , begr. Den Haag 10 januari 1668, zoon van Wijnand Hermansz. Schuyl, predikant te Scheveningen, en Cornelia Gerbransdr. Stoop. 27 Hij ondertr. 1 e Leiden 21 augustus 1643 met Bertha (Bartha) Willemsdr. van Teterode (Tetteroode, Tethrode, Tetsroode), begr. Den Haag 12 september 1659, dochter van Willem van Teterode en Susanna Bartholomeusdr. Hij huwde 2 e Den Haag (ondertr. ald. 23 januari 1661) 9 februari 1661: 11. Cornelia Jansdr. van s-gravenpolder (Sgravenpolder), jd. woonde aan de Binnenwatersloot te Delft 1661, doopgtuige 16 oktober 1686 bij Harmanus, kind van Gijsberts van Blommesteijn, overl. 30 mei 1691, begr. Delft (O.K.) 3 juni 1691 met 14 dragers, dochter van Jan Corstiaansz. van s-gravenpolder en Sara Nicolaesdr. van Swammerdam. 12. Willem Jeremiasz. van der Hiel (Hyil Hielen), geb. ca. 1610, verver, had een ververij bij de Haagpoort 1638, krijgt toestemming een (nieuw) huis met ververij te bouwen aan het Noordeinde te Delft bij de Haagpoort onder voorwaarde dat hij het huis niet mag verkopen aan een tapper of herbergier 3 april , verkoopt dit huis, erf en ververij aan zijn zoon Willem 6 november 1685, koopman 29, lid van de ridderlijke broederschap genaamd "De Confrérie van de Handbusch binnen Delft" , schutterskoning 1663, , kapitein van de burgerij te Delft 1674, 1676, , regent van het tuchthuis 1677, diaken 1686, rentmeester tuchthuis 1687, wonend aan de Verwersdijk 3

4 1638, 1654, 1688, bij de Haagpoort 1697, overl. 22 februari 1697, begr. Delft (O.K.) 28 februari 1697 met 16 dragers, zoon van Jeremias Gillisz. Hille en diens tweede vrouw Catharina Cornelisdr. Hij huwde Delft (O.K.) (ondertr. ald. 17 april 1638) 1 mei 1638: Maertge (Maritge, Maijken) Cornelisdr. Jongeneel (Jonck en Eel), geb. 1619, overl. Delft 9 januari 1688, begr. Delft (O.K) 13 januari 1688 met 14 dragers, dochter van Cornelis Jongenelen en Lijsbeth Arijens Michiel Pietersz. Vrouweling (Vrouwlingh, Vrouling), geb. Delft 14 augustus 1630, ged. Delft 17 augustus 1630, wonende aan het Noordeinde 1652, kapitein van de burgerij, lid van de ridderlijke broederschap genaamd De Confrerie van de Handbusch binnen Delft 1654, schutterkoning , vermeld bij een boedelscheiding betreffende onroerend goed aan het Noordeinde wz , overl. Sumatra 10 oktober 1669, zoon van Pieter Dirksz. Vrouweling (Vrouling), veertigraad van Delft, en Maria Michielsdr. Boogaert (Bogaerts, Boogaerts). Hij huwde Delft (gerecht) (ondertr. ald. 16 december 1652) 3 januari 1652: 15. Catharina Joostdr. van Lodesteijn, geb. Delft 28 augustus 1627, ged. Delft 29 augustus 1627, moeder van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis te Delft , testeert 1 juli , wonend aan het Oude Delft 1712, overl. Delft 8 juni 1712, begr. Delft (O.K.) 14 juni 1712 met 18 dragers, dochter van Joost Cornelisz. (van) Lodesteijn en Maritgen Dircksdr. van Voorburch. Afkorting: GAD = Gemeentearchief Delft Gebruikte bronnen en literatuur GAD, archief nummer 176, Collectie W. van der Lely, inv. nr. 25, Kwartierstaten van Delftse Vroedschappen (18 de eeuw), blz Later is dit handschrift in fragmenten door L.G.N. Bouricius geplaatst in De Nederlandsche Leeuw (1914 e.v.). W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz GAD, Impost GAD, Losse aanwinsten Delft, Arch. nr. 598, inv. nr. 122, charter nr Van Blommestein; in: Nederland s Patriciaat, jrg. 55 (1969), blz. 10 en verder 15. W. van der Lely, Kwartierstaten van Delftsche Vroedschappen; in: De Nederlandsche Leeuw,(1915), kol W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz Van Blommestein; in: Nederland s Patriciaat, jrg. 55 (1969). blz. 14. GAD, Notaris Cornelis s-gravesande, inv. nr. 2543A, fol. 1. GAD, Notaris Jan de Bries, inv. nr. 2410G, fol GAD, Notaris Jan de Bries, inv. nr. 2413A, fol. 13. Van Blommestein; in: Nederland s Patriciaat, jrg. 55, (1969), blz. 13. GAD, Camerboek van Delft, inv. nr , fol. 240v. GAD, Losse aanwinsten Delft, Arch. nr. 598, inv. nr. 143, charternr GAD, Notaris Pieter Coel, inv. nr. 2461, fol GAD, Jan de Bries, inv. nr. 2409F, fol GAD, ONA, inv.nr fol Van Blommestein; in: Nederland s Patriciaat, jrg. 55 (1669), blz. 13. GAD, ONA, inv.nr. 1948, fol 13. W.N. du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae ( ), blz H. de Jager, Schullius; in: De Navorscher, jrg. 35 (1884), blz

5 H. de Jager, Bijdrage tot de geschiedenis van het Vaderlandsche Schoolwezen ( ), Correctoren; in: De Navorscher, jrg. 44 (1894). W. Snouchnert van Schuburg, bewerking van de Grafboeken der Nieuwe Kerk te s-gravenhage; in: De Wapenheraut (1911), blz GAD, archief nummer 176, Collectie W. van der Lely, inv. nr. 25, Kwartierstaten van Delftse Vroedschappen (18de eeuw). Later is dit handschrift in fragmenten door L.G.N. Bouricius geplaatst in De Nederlandsche Leeuw, (1915), kol Schuyl; in: De Navorscher, jrg. 10 (1860), blz GAD, Losse aanwinsten Delft, Arch, nr. 598, inv. nr. 143, charternr GAD, Notaris Adriaen Leeuwenhoeck, inv, nr. 2427, fol G.A. Delft, Archiefnr. 309, Scherpschuttersvereniging "Dilletto ed Arme", inv. nr. 8, blz. 10. J.M. van Kuijk, De koningen der Ridderlijke Confrerie te Delft; in: Algemeen Nederlandsch Familieblad, jrg. 16 (1903), kolom 29. Vrouweling; in: De Nederlandsche Leeuw, (1903), kol. 32. W. van der Lely, Kwartierstaten van Delftsche Vroedschappen; in: De Nederlandsche Leeuw, (1915), kol G.A. Delft, Archiefnr. 309, Scherpschuttersvereniging "Dilletto ed Arme", inv. nr. 8, blz. 24. GAD, ORA Delft inv.nr. 283 fol. 828v1. GAD, Notaris Cornelis s-gravesande, inv. nr. 2540G, fol