CATHARINA VAN FOREEST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CATHARINA VAN FOREEST"

Transcriptie

1 CATHARINA VAN FOREEST Op de Karel de Grote-site ( is één van de excursiones gewijd aan Catharina van Foreest. Daarin trekt Maarten van der Tas haar bestaan in twijfel. Na bestudering van "de door de heren C. Hoek en J.C. Kort gepubliceerde repertoria op de leenkamers alsmede de duizenden acten in regestvorm vervaardigd door de heer C. Hoek, verschenen in Ons Voorgeslacht", concludeert hij: "Uit die gegevens blijkt m.i. dat Catharina van Foreest niet heeft bestaan." Spijtig voor al degenen die eerder via deze "vermeende" echtgenote van Vranck Lambrechtsz. hun afstamming van Karel de Grote meenden te kunnen bewijzen. Maarten van der Tas toont aan dat Vranck Lambrechtsz. getrouwd was met Mary, die immers als zijn weduwe voorkomt. Nu sluit dat een eerder huwelijk niet uit, maar ik moet toegeven dat mij geen vijftiende-eeuwse bron bekend is, waaruit onomstotelijk een eerder huwelijk van Vranck Lambrechtsz. met Catharina van Foreest zou blijken. Het argument dat Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz. op 16 mei 1477 de huwelijksvoorwaarden van Herpert van Foreest bezegelt, valt weg tegen het feit dat de laatstgenoemde behalve van de ouders van Catharina van Foreest nog van Alijt, de moeder van Vranck Lambrechtsz., afstamt. Dat Vranck Lambrechtsz. drie achterkleindochters Catharina had, is evenmin meer dan een aanwijzing. Blijft nog als mogelijkheid het evalueren van de familieoverlevering. Aan deze heeft Maarten van der Tas geen aandacht besteed. Vanaf het einde van de zestiende eeuw valt er in Delft bij de regentengeslachten een uitgesproken genealogische belangstelling waar te nemen: het bekende handschrift "Geslacht-register van die Van Eemskerck bigenaemt van Beest met haere maegen, bloet-verwanten ende aengehouwede [...] door Johan van Beest van Eemskerck Dircxzoon" uit 1626 (Centraal Bureau voor Genealogie) is er een voorbeeld van. Maar ook aangaande families als Overschie, Van Adrichem en Sasbout (kwartieren van Hugo de Groot), Storm van Wena en Van der Burch zijn uit die tijd genealogische aantekeningen overgeleverd. Dat men daarbij niet steeds op een zo aanzienlijk mogelijk voorgeslacht uit was, moge blijken uit de hierna te noemen "Afcompste van die Van der Meer van Berendrecht met heuren magen ende verwanten. [...] Anno

2 1593" van "Arent van der Meer van Berendrecht, advocaet in den Hoove van Hollandt", waarvan ik het origineel in 2011 in de archieven van de Hoge Raad van Adel terugvond. Daarin wordt de grafzerk van Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz. uit het begin van de zestiende eeuw met het wapen "Foreest" van zijn moeder "Catharina van Foreest" beschreven, maar van het wapen van zijn moeders moeder wordt enkel gezegd dat het door afslijting onherkenbaar geworden is. Dat daarbij de naam Cuser zelfs niet genoemd wordt, acht ik veelzeggend. Het bewijst indirect de geloofwaardigheid van Arent [Willemsz.] van der Meer van Berendrecht, die e.e.a. "nae de beste contschappe daervan becomen" in 1593 voor zijn twee toen nog jonge zonen vastlegde, "opdat sijluyden, verstant crigende, soo van heure affcompste als van heur maechschappe kennisse hebben souden". De auteur kende dus de oorspronkelijke grafsteen uit het begin van de zestiende eeuw nog uit eigen aanschouwing - voordat deze enige jaren later na het overlijden van zijn oom Mr. Arent Vranckenz. van der Meer door diens erfgenamen "vernieuwd", d.w.z. vervangen zou worden. Wij kunnen gevoeglijk aannemen dat de informatie over "Foreest" als moederlijk wapen van Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz. uit het begin van de zestiende eeuw stamt. Catharina (Katrijn) van Foreest, begr. Delft Oude Kerk *;tr. ** Vranck Lambrechtsz. ***. * GA Delft, archieven van de parochiekerken , nr. 64, fol. 69v. Hoge Raad van Adel, collectie Van der Lely van Oudewater, nr. 779, Arent [Willemsz.] van der Meer van Berendrecht, "Afcompste van die Van der Meer van Berendrecht met heuren magen ende verwanten. [...] Anno 1593": "Franck Lambrechtszoon geseit Van der Meer hadde te wijve Catharina van Foreest, daervan gebooren zijn Arent Francken van der Meer [...] met Maria ende Truytgen sijn susters, daer veel naecomelingen van gebleven zijn. [...] D'voorschreeve Franck Lambrechtsz. van der Meer met sijn huysvrouwe leggen begraven bij zijn voors. ouders [= Lambrecht van Tol en Alijt van Hodenpijl] in de Oude Kerck tot Delft in 't midden ontrent den predickstoel." GA Delft, archieven van de parochiekerken , nr. 64, fol. 82v. Hoge Raad van Adel, collectie Van der Lely van Oudewater, nr. 779, Arent [Willemsz.] van der Meer van Berendrecht, "Afcompste van

3 die Van der Meer van Berendrecht met heuren magen ende verwanten. [...] Anno 1593": "D'voorschreeve Arent Franckensz. van der Meer (die sterff den VIIe van aougst des jaers XVc ende drie) ende zijn huysvrouwe [= Jacobmijne Claesdr., ambachtsvrouwe in Pendrecht; Jacobmijn Jacob Claesz.dr. volgens GA Delft, archieven van de parochiekerken , nr. 64, fol. 82v] (die sterf den XXIIe septembris des jaers XVc ende negen) ende d'voors. heure soonen [= Pieter Arentsz. van der Meer, Jacob Arentsz. van der Meer en Lodewijck Arentsz. van der Meer] leggen tesaemen begraven tot Delft in de Oude Kerck, aen de zuytzijde van den inganck uyten toren, onder een zarck daerop staen in 't midsen die wapenen van Van der Meer voors. ende op de vier houcken van dien de vier quartieren van den voornoemden Arent Franckensz. van der Meer, te weten aen de [heraldisch] rechter zijde boven Van der Meer, beneden Hodenpijl, ende aen de [heraldisch] slincker zijde booven Foreest ende beneden is 't waepen gansch versleten deur te veel over gaens, dat men 't niet bekennen en mach." De grafsteen is op instigatie van zijn achterkleinzoon Mr. Arent Vranckenz. van der Meer door een nieuwe vervangen. De laatstgenoemde - van wie de "Afcompste van die Van der Meer van Berendrecht met heure magen ende verwanten" van 1593 meldde: "leeft noch" - is op 26 dec in het familiegraf bijgezet. De destijds vernieuwde grafsteen is nog aanwezig, maar de wapens zijn in of na 1795 weggehakt en het opschrift is nauwelijks meer leesbaar. Blijkens een afbeelding vervaardigd door Mr. Willem van der Lely (GA Delft, handschriften, 37 D 14, dl. 1, fol. 82) luidde de aanhef: "Hier leggen begraven deze anboren, ende meer heure nacomers, van Franck, getrout met Catrijn van Foreest, oudste zoon van Lambert van Tol en Alijd van Hodenpijl zijn wijf, zedert genaemt Van der Meer, nu mede Van Berendrecht." Hierbij waren ter weerszijden de wapens Van der Meer en Van Hodenpijl en eronder Van der Meer en Van Foreest afgebeeld. Over hun zoon "Arent Vranckensz." vermeldde het opschrift: "die dit graf maken dede", en over diens achterkleinzoon "Mr. Arent Franckensz.": "die het vernieuwe deede, starf 1596: zijn wijff was Clara van Sparwoude Jansdr." ** Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz., "die men hiet Quaet Aerntgen" (GA Delft, archieven van de parochiekerken , nr. 33, p. 41), een zoon uit dit huwelijk, is op 30 juni 1494 "oudt

4 85 jaer" (GA Rotterdam, oud-archief, nr. 4080, fol. 252v). Hij bezegelt op 16 mei 1477 de huwelijksvoorwaarden van Herpert van Foreest (GA Alkmaar, archief van de familie Van Foreest, nr. 12, bewijsstuk 32, Simon van Leeuwen, Batavia illustrata, 1685, p. 912, 913); overigens waren beiden zowel van vaders- als van moederszijde met elkaar verwant (beiden afstammend van de ouders van Catharina (Katrijn) van Foreest en van de moeder van Vranck Lambrechtsz.). Van Geertruyt (Truytgen) Vranckendr., een dochter uit dit huwelijk, is het geboortejaar slechts bij benadering te bepalen: Lambrecht Jacobsz., een zoon uit haar eerste huwelijk met Jacob Claesz., is voor 21 april 1457 gehuwd (GA Amsterdam, archief van de familie Bicker, nr. 894); Dammas Symon Dammasz.z. / Dammas Symonsz., een zoon uit haar tweede huwelijk met Symon Dammasz., is op 30 juni 1494 "oudt 52 jaer" (GA Rotterdam, oud-archief, nr. 4080, fol. 252v). *** Vranck Lambrechtsz., schepen van Delft, ovl. tussen 6 nov (NA, archief van het klooster St. Ursula te Schiedam, nr. 58) en 15 mei 1439 (NA, archief van het klooster St. Bartholomeus te Delft, nr. 91), bezit 1420 een graf in de Oude Kerk te Delft (GA Delft, archieven van de parochiekerken , nr. 64, fol. 69v), begr. Delft Oude Kerk; tr. 1e Catharina (Katrijn) van Foreest; tr. 2e (NA, archief van het klooster St. Bartholomeus te Delft, nr. 17 a, oorkonden van 15 nov. 1446, 4 dec. 1447, nr. 22, oorkonden van 17 nov. 1452, 2 okt. 1453, nr. 91, oorkonden van 15 mei 1439, 20 nov. 1439, 25 nov. 1440, 24 nov. 1441, archief van het klooster St. Agatha te Delft, nr. 69, oorkonde van 10 nov dateringen van de oorkonden volgens de regesten in S.W.A. Drossaers, De archieven van de Delftsche Statenkloosters, ) Mary. Simon van Leeuwen, Batavia illustrata, 1685, p Algemeen Nederlandsch Familieblad, jg. 1 ( ), nr. 121 (17 april 1884), p. 5 De Nederlandsche Leeuw, jg. 7 (1889), p. 77, jg. 34 (1916), kol. 115, jg. 74 (1957), kol. 198, 199, jg. 82 (1965), kol. 125, 127/128 De Navorscher, jg. 47 (1897), p. 473, 476, 478, 479 P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland, 1922, dl. 1, p. 142 E.A. van Beresteyn, Grafmonumenten en grafzerken in de Oude Kerk te Delft, 1938, p. 112 H.A. van Foreest, Het oude geslacht Van Foreest , 1950, p. 62, 77, 83, stamboom Gens Nostra, jg. 23 (1968), p. 337, jg. 45 (1990), p. 424, 434, 437

5 Kwartierstatenboek, uitgave van de Genealogische Vereniging Prometheus, dl. 2, 1980, p. 166, 168, dl. 7, 1986, p. 70, dl. 9, 1989, p. 88, dl. 1, herziene uitgave 1991, p. 39, dl. 2, herziene uitgave 1992, p. 228, dl. 14, 1998, p. 103, dl. 17, 2001, p. 322 K.J. Slijkerman, Duizend jaar voorgeslacht. Een overzicht van ca kwartieren van Kees Jan Slijkerman, 1987, p. 283, 284 Antheun Janse, Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late Middeleeuwen, 2001, p. 78, 444

6 NASCHRIFT Inmiddels heeft de heer Theo van 't Walderveen nog een argument aangevoerd voor het bestaan van Catharina van Foreest. In 1386 heeft de landsheer, hertog Albrecht van Beieren, bij wijze van gunst aan Jan van Foreest * toegestaan, dat, als deze zonder zoon zou overlijden, "sijn oudste dochter die hi liete na sijnre doet wittelic ghewonnen" hem in zijn leenbezit zou mogen opvolgen - dit in afwijking van het in Holland geldende leenrecht (NA, archief van de graven van Holland , nr. 709, fol. 78v). * Jan van Foreest; tr. voor 8 maart 1371 Yde (NA, archief van de graven van Holland , nr. 226, fol. 141v), dochter van Coen van Oesterwijc Willem Cusersz. (NA, archief van de graven van Holland , nr. 228, fol. 42). H.A. van Foreest, Het oude geslacht Van Foreest , 1950, p. 57 Ons Voorgeslacht, jg. 44 (1989), p. 474