1 5 JUL 2M1. Paraaf Provinciesecretaris

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Diredie PZH Afdeling Provinciesecretaris Registratienummer PZH () Datum vergadering Gedeputeerde Staten 5-*j"\ rot1 Verzenddatum 1 5 JUL 2M1 Geheim Nee Portefeuillehouder Janssen, RA Paraaf Provinciesecretaris Termijn 14 september Onderwerp Bijlagen - intentieverklaring doorstart oprichting omgevingsdienst Midden-Holland - verzoek om toestemming tot het treffen van de gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Midden-Holland (inclusief bijbehorende bijlagen - GS-besluit van 7 december 2010: PZH ) Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van relevante bestuurlijke ontwikkelingen en op basis daarvan de besluitvorming over de oprichting van omgevingsdienst Midden-Holland hervatten. 1. Onderwerp in kort bestek In december 2010 hebben Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten het veizoek ontvangen om toestemming te geven voor het treffen van een Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden-Holland. Vanwege een bestuurlijke impasse naar aanleiding van de invulling van het top-management hebben Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten gevraagd de besluitvorming daarover op te schorten. Inmiddels is de bestuurlijke impasse doorbroken en hebben Gedeputeerde Staten met het bestuur van de regio Midden-Holland afgesproken de vorming van de omgevingsdienst Midden-Holland voort te zetten. Daartoe is een intentieverklaring getekend die Provinciale Staten hierbij ontvangen. Afgesproken is dat Midden-Holland de directeursfunctie invult en dat de provincie de adjunct-directeur levert. Tevens is afgesproken om in 2014 te evalueren of twee omgevingsdiensten (Midden-Holland en West-Holland) binnen é6n veiligheidsregio dan nog steeds wenselijk zijn. Hiermee kan de bestuurlijke besluitvorming weer hervat worden. Gedeputeerde Staten bieden hierbij de Gemeenschappelijke Regeling en het Bedrijfsplan Omgevingsdienst Midden-Holland opnieuw aan aan Provinciale Staten met het verzoek om toestemming voor het treffen van de Gemeenschappelijke Regeling (GS-besluit van 7 december PZH ). 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader

2 provincie ZUID HOLLAND Dit voorstel past binnen en is een gevolg van: In het Coalitie-akkoord is de ambitie opgenomen om te komen tot integrale vergunningverlening en handhaving in het omgevingsrecht via regionale omgevingsdiensten met één loket ten behoeve van het bedrijfsleven. De route naar regionale uitvoeringsdiensten kreeg landelijk nog expliciet steun door het rapport "De tijd is rijp" van de Commissie Mans uit juli 2008 waarin een krachtig pleidooi werd gehouden voor dergelijke diensten. In 2009 hebben IPO, VNG, en het Rijk overeenstemming bereikt over het streven naar een landsdekkend stelsel van omgevingsdiensten met een bepaald basis takenpakket. Het vormgeven van de Omgevingsdienst Midden-Holland past binnen het Provinciaal kader Regionale Uitvoeringsdiensten. Op 1 juli 2010 is een intentieverklaring ondertekend door het Algemeen Bestuur van het ISMH en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland om te komen tot een een omgevingsdienst Midden-Holland. b. Relatie andere interne beleidsterreinen Dit besluit zal leiden tot overdracht van provinciale taken naar de op te richten omgevingsdienst. Het opdrachtgeverschap aan en kaderstelling voor de omgevingsdienst op het terrein van de fysieke leefomgeving zal plaatsvinden vanuit de provincie. c. Relatie externe partijen Het ISMH is de directe samenwerkingspartij. Indirect zijn de gemeenten in de regio Midden-Holland betrokken. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Provinciale Staten zijn al eerder geïnformeerd over het Provinciaal Kader Regionale Uitvoeringsdiensten. Juni 2010 hebben Provinciale Staten kennis genomen van de intentieverklaring en uitgangspunten om te komen tot de Omgevingsdienst Midden-Holland. In oktober 2010 en bij de behandeling van de begroting in de Staten zijn de financiële aspecten van het totale programma behandeld. b. Waar staan we nu? De fase van visielstrategiebepaling Met de instemming om deel te nemen aan de Gemeenschappelijke regeling wordt de planfase afgesloten en start de ontwerpfase voor de nieuwe dienst. c. Vervolg proced ure

3 provincie ZUID Na goedkeuring door Provinciale Staten en het Algemeen Bestuur van het ISMH zal de inrichtingsvergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst plaatsvinden. Vervolgens zal het Dagelijks Bestuur en de bestuurscornmissie worden ingesteld. Hierna zal een kwartiermaker worden aangesteld die het ontwerp en de bouw van de nieuwe dienst verder vorm zal geven in opdracht van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Tijdens de begrotingsbehandeling zijn door Provinciale Staten de middelen beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat zij bij alle volgende besluiten worden geïnformeerd over de financiële consequenties van de vorming van de omgevingsdienst alsmede de terugverdientijd van de incidentele kosten. Daarom wordt aan Provinciale Staten ter kennisname het bedrijfsplan ter beschikking gesteld dat de basis is voor de gemeenschappelijke regeling en de begroting Uit het bedrijfsplan blijkt dat de terugverdientermijn van vier jaar voor de opstartkosten en het opbouwen van het benodigde weerstandsvermogen haalbaar is. Daarna ontstaat ruimte voor het inverdienen. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar J.N. Rozendaal Telefoon Kamer

4

5 , rovlncie ZUID HOLLANU Intentieverklaring Evaluatie Omgevingsdienst Midden-Holland Ondergetekende partijen, In aanmerking nemende, 1. Dat staatssecretaris J. Atsma, bij brief van 21 februari 2011, aan alle colleges van Gedeputeerde Staten heeft laten weten dat het de inzet van ook dit kabinet is om te komen tot robuuste regionale uitvoeringsdiensten (RUD's), één per veiligheidsregio, 2. Dat de provincie Zuid-Holland (PZH) heeft besloten haar uitvoerende milieutaken onder te brengen bij regionale uitvoeringsdiensten, waarbij het te decentraliseren takenpakket uitgebreider is dan het pakket uit de "package deal 2009", 3. Dat de regio's West-Holland en Midden-Holland over goed functionerende milieudiensten beschikken, 4. Dat de operationalisatie van het kabinetsstreven voor de omgevingsdienst West-Holland (ODWH) per 1 januari 2012 en voor de omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) per (uiterlijk) 1 juli 2012 vorm zal krijgen, 5. Dat bestuurlijk de conclusie is getrokken, dat het op dit moment niet opportuun is om de twee milieudiensten samen te voegen en daar bij komt dat beide diensten met de toevoeging van de provinciale taken voldoende robuust worden geacht, maar dat het streven om op termijn tot &n omgevingsdienst te komen, in de veiligheidsregio, bij de evaluatie zal worden betrokken, 6. Dat de PZH eind 2009 de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) destijds heeft geïnformeerd over dit uitgangspunt, 7. Dat bij brief van 10 februari 2010, de minister van VROM tot de conclusie is gekomen dat de voorstellen van de provincies een goede basis vormen voor de verdere uitwerking van de "package deal", spreken de volgende intentie uit: 1. Ondergetekende partijen spannen zich in om een evaluatie van de ODMH uiterlijk eind 2014 gereed te hebben, 2. Elementen in de evaluatie zijn in ieder geval: i. De samenwerking met de partners in de veiligheidsregio (zoals brandweer en GHOR) ii. De klanttevredenheid van de deelnemers iii. De kwaliteit van de dienstverlening iv. De kostenbesparingsmogelijkheden bij opschaling naar één dienst in de veiligheidsregio, 3. De besluitvorming over de evaluatie en de opschaling naar één omgevingsdienst in de veiligheidsregio vindt plaats door het bestuur van de Omgevingsdienst Midden-Holland in overleg met de Omgevingsdienst West-Holland uiterlijk februari 2015 (tenzij van onderop of hogerhand eerder een koersverandering plaatsvindt).

6 provincie ZUID HOLLAND Aldus op overeengekomen en ondertekend door de onderstaande partijen: Het Dagelijks Bestuur van het Intergemeentelijk samenwerkingsorgaan Midden-Holland, namens deze, W.M. Cornelis Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, namens deze, R.A. Janssen

7 -zs- lniur..uurilrlb wmrn*~~ida#smn~ R(IIddea-H~lland PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND PW'~& H O L ~ D ZUID - REGELING COMMISSIE VOOR BIJZONDER GEORGANISEERD OVERLEG (BGO) 'Omgevingsdienst Midden-Holland' Regeling BG0 Omgevlngdlenst Mldden-Holland, deflnltlef

8 PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND REGELING COMMISSIE VOOR BIJZONDER GEORGANISEERD OVERLEG OYGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND Partijen: Gedeputeerde staten van Zuid Holland, vertegenwoordigd door de heer E. van Heijningen en het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling 'Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland' (ISMH), vertegenwoordigd doar de heer W.M. Comelis overwegende, - Dat het personeel van de huidige Milieudienst Midden-Holland en het personeel dat vanuit de Provincie Zuid-Holland (PZH) overkomt voor de milieutaken, wordt ondergebracht bi] de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH); - Dat het personeel voor het ondersteunende proces dat vanuit PZH overkomt voor ondersteunende taken, wordt ondergebracht binnen het ISMH; - dat het met het oog op de hieraan verbonden personele gevolgen aanbeveling verdient om een Commissie voor Bilzonder Georganiseerd Overleg (BGO) in te stellen; - dat voor de vaststelling van onder meer het toepassingsbereik, de samenstelling, taakstelling en werkwijze van het BG0 regels moeten worden vastgesteld. gehoord de commissies voor het Georganiseerd Overleg van de in de aanhef genoemde organisaties, alsmede de vakorganisaties, die leden hebben, werkzaam blj deze organisaties; gelet op het bepaalde in artikel 125 derde lid juncto artikel 125 eerste lid, sub q van de Ambtenarenwet en de overlegbepaling uit de collectieve arbeidsvaorwaardenregeling provincies resp. gemeenten; besluiten ieder voor zich en gezamenlijk vast te stellen de volgende Regeling Commissie voor Bilzonder Georganiseerd Overleg Omgevingsdienst Midden-Holland Regeling BG0 Omgevingsdienst Midden-Holland, definklef

9 PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND Inhoudsopgave HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN 4 Artikel 1 Definities 4 HOOFDSTUK II TOEPASSINGSBEREIK. SAMENSTELLING. TAAK EN WERKWIJZE 5 Artikel 2 Toepassingsbereik... 5 Artikel 3 Samenstelling 5... Artikel 4 Vervanging van leden... 5 Artikel 5 Secretaris... 5 Artikel 6 Taak... 6 Artikel 7 Werkwijze en besluitvorming... 6 Artikel 8 Vergaderfrequentie... 6 Artikel O Oproeping... 6 Artikel 10 Quorum... 6 Artikel l f Vergaderingen... 7 Artikel 12 Verslaglegging... 7 Artikel 13 Afronding overleg HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN 7 Artikel 14 Slotbepalingen... 7 Artikel 15 Titel en inwerkingtreding... 7 BIJLAGE BIJ REGELING BG0 OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND... 9 PROCEDURE VOOR ADVIES EN ARBITRAGE... 9 Artikel 1 Toepasselijkheid... 9 Artikel 2 Kennisgeving... 9 Artikel 3 Vergadering BG Artlkel 4 Geschil... 9 Artikel 5 Verzoek om advies... 9 Artikel 6 Verzoek om arbitrage... 9 Regeling BG0 Omgevlngsdienst Midden.Holland. deflnltlef

10 lntlri.mren<~~k 2 sanuirerunpinrpiian Midden-Eolland provincie HOLLAND PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAN9 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artlkel 1 Definities Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. Het bestuurlde besturen: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling 'ISMH' b. Bijzonder Georganiseerd Overleg Omgevlngsdienst Mldden-Holland (BGO): De commissie welke namens de commissies voor Georganiseerd Overleg van het ISMH en het Georganiseerd Overleg van de provincie ZuidHolland beraadslaagt en overleg voert over alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtstoestand van de ambtenaren, die betrokken zijn bij of gevolgen ondervinden van de totstandkoming van Omgevingsdienst Midden Holland, zulks behoudens die aangelegenheden waarover overleg wordt gevoerd in het Provinciebreed Bijzonder Georganiseerd Overleg. c. Provinciebreed Bijzonder Georganiseerd overleg (PBGO) De commissie welke namens alle betrokken commissies voor Georganiseerd Overleg op provinciebreed niveau beraadslaagt en overleg voert over enkele generieke aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van de ambtenaren die betrokken zijn bij de vorming van Regionale Uioeringsdiensten in de provincie Zuid-Holland, een en ander zoals vastgelegd in het document 'domeinafbakening Provinciebreed BG0 en regionale BGO's'. d. Ambtenaar: Hij die door of vanwege de provincie Zuid-Holland of het ISMH is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede hij met wie door deze organisaties een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan. e. Vakorganisaties: De plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales, die deel uitmaken van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) resp. het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoonivaarden (SPA). De hier bedoelde organisaties zijn: a. ABVA KABO FNV; b. CNV Publieke Zaak; c. CMHFILandelijke Vereniging voor Oveheidsgebonden Werknemers 'Eensgezindheid'; d. Professioneel Zuid-Holland / AW e. andere erkende vakorganisaties die representatief zijn voor de betrokken personeelsgroepen. f. BGO-leden: De vertegenwoordigingen van zowel werkgeverszijde als werknemerszijde, mals samengesteld volgens artlkel 3. g. Advles- en Arbltragecornrnlssle: De Advies- en Arbitragecommissie ingesteld door het College van Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de gezamenlijke colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies en het bestuur van de Unie van Waterschappen. Regeling BG0 Omgevingsdienst Midden-Holland, definitief

11 PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND HOOFDSTUK ll TOEPASSINGSBEREIK, SAMENSTELLING TAAK EN WERKWIJZE Artikel 2 Toepassingsbereik 1. Deze regeling is van toepassing op het overleg tussen vertegenwoordigingen van werkgevers en werknemers in het BG0 over alle aangelegenheden met betrekking tot de rechtspositie van de ambtenaren die betrokken zijn bij danwel gevolgen ondervinden van de vorming van de Omgevingsdienst. 2. Omtrent voorstellen, waarover het BG0 overleg voert, wordt geen overleg gevoerd in de bestaande lokale commissies voor Georganiseerd Overleg. 3. Omtrent voorstellen, waarover het Provinciebreed BG0 overleg voert, wordt geen overleg gevoerd in het BG0 Midden-Holland, een en ander zoals vastgelegd in het document 'domeinafbakening provinciebreed BG0 en regionale BGO'sl. Artikel 3 Samenstelling 1. Het BG0 is samengesteld uit een vertegenwoordiging van zowel werkgeverszijde als werknemerszijde. 2. Werkaeversverteaenwoordinlng De vertegenwoordiging van werkgeverszijde wordt gevormd door een delegatie van één gedeputeerde en twee leden van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling ISMH. Voor elk lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. Deze vertegenwoordiging heeft volmacht om het overleg te voeren en een onderhandelingsakkoord als bedoeld in artikel 8, lid 1 te bereiken. 3. Werknemersverteaenwoordiaing De vertegenwoordiging van de partijen (werknemersdelegatie) bestaat uit vier vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers aan te wijzen door de werknemersvertegenwoordigingen van de Georganiseerd Overleg provincie Zuid-Holland, waarbij Iedere werknemersvertegenwoordiging 66n lid en één plaatsvervanger aanwijst, en vier vertegenwoordigen of hun plaatsvervangers, bestaande uit GOleden, plaatsvervangend GO-leden of OR-leden, aan te wijzen door de werknemersvertegenwoordigingen van het Georganiseerd Overleg ISMH. 4. Voorzitter BG0 Een door en uit de leden van de werkgeversdelegatie aangewezen persoon treedt op als voorzitter van het BGO. De tweede werkgeversvertegenwoordiger treedt op als plaatsvervangend voorzltter. Artikel 4 Vervanglng van leden 1. Leden van de werkgeversvertegenwoordiging resp. hun plaatsvervangers houden op dit te zijn zodra zij geen lid meer zijn van het bestuur namens wie deze zijn aangewezen. Zo spoedig mogelijk vindt vanuit het betreffende bestuur een nieuwe aanwijzing plaats. 2. Leden van de werknemersvertegenwoordiging of hun plaatsvervangers, houden op dit te zijn zodra zij geen werknemer meer zijn bij het ISMH, de Provincie Zuld-Holland of de Omgevingsdienst Midden- Holland, dan wel geen lid of vertegenwoordiger meer zijn van een der vakorganisaties als bedoeld in artikel 1. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen. Artlkel5 Secretaris 1. Als secretaris van het BG0 en als zijn plaatsvervanger treden de door de werkgeversvertegenwoordiging als zodanig aangewezen P&Oadviseurs of andere medewerkers op. 2. De secretaris van het BG0 (c.q. de plaatsvervangend secretaris) he& geen stemrecht, maar kan aan de beraadslagingen deelnemen. Regeling BG0 Omgevingsdienst Midden-Holland, definitief

12 inrua#i.u*~ntdut sarienwrurylrar#a~n Mlddea-Holland provincie ZUID -- - PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND Artlkel6 Taak 1. Het BG0 overlegt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtspositie van de ambtenaren, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid ml worden gevoerd, voor zover deze verband houden met de voorbereiding en uitvoering van de totstandkoming van het gemeenschappelijk openbaar lichaam Omgevingsdienst Midden-Holland, en deze niet voorbehouden zijn aan het Provinciebreed BGO. 2. Het overleg in het BG0 wordt afgerond met een onderhandelingsakkoord dat door de tot het georganiseerd overleg toegelaten vakorganisaties wordt voorgelegd aan hun achterban en na verkregen instemming formeel door de besturen wordt bekrachtigd. De hieromtrent te volgen werkwijze is geregeld in artikel Het overleg in het BG0 wordt voorbereid in een Technisch BG0 (TBGO). Aan dit TBGO wordt aan werknemerszijde deelgenomen door de leden van het BGO, bijgestaan door de bestuurders dan wel arbeidsvoorwaardenadviseurs van de betrokken vakorganisaties zoals genoemd in artikel 1 Ild e. De BGO-leden kunnen zich in het TBGO laten vertegenwoordigen door de bestuurders dan wel arbeidsvoorwaardenadviseurs van de in artikel 1 lid e genoemde vakorganisaties. 4. Van werkgeverszijde wordt een ambtelijke delegatie voor het TBGO aangewezen. Deze kan zich laten ondersteunen vanuit de gezamenlijke projectorganisatie die belast is met de totstandkoming van de Omgevingsdienst Midden-Holland. 5. Een Technisch BG0 kan alleen doorgang vinden indien van zowel de proulncle Zuid-Holland als het ISMH tenminste één werknemersvertegenwoordiger en ben werkgeversvertegenwoordiger aanwezig zijn. Artlkel7 Werkwijze en beslultvormlng 1. Het overleg in het BG0 worden door de werkgeversvertegenwoordiging gevoerd namens de deelnemende organisaties. Deze organisaties verbinden zich door het vaststellen van de onderhavige regellng om het onderhandelingsakkoord uit het BG0 als zodanlg te aanvaarden en formeel te bekrachtigen. 2. Nadat partijen een onderhandelingsakkoord hebben bereikt over ondemrpen als bedoeld in artikel 6, leggen de vakorganisaties dit onverwijld voor aan hun achterban. Tegelijkertijd brengt de werkgeversvertegenwaordiging het onderhandelingsakkoord ter kennis aan zijn achterban. 3. Indien de vakorganisaties instemmen met het onderhandelingsakkoord wordt het onderhandelingsakkoord voorgelegd aan het bevoegd gezag van de betrokken organisaties, die over gaan tot formele vaststelling. Indien een onderhandelingsakkoord door de achterban van de vakorganisaties wordt afgewezen, wordt het overleg in het BG0 hervat. Artlkel8 Vergaderírequentle 1. Het BG0 vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt. 2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering, indien tenminste drie leden van het BG0 hem dat schriftelijk met opgave van redenen verzoeken en wel uiterlijk vier weken na ontvangst van het verzoek. Mike1 9 Oproeping 1. De vooratter draagt er zorg voor, dat het BG0 tijdig, tenminste een week van tevoren, ter vergadering wordt opgeroepen. In spoedeisende omstandigheden kan hier van worden afgeweken, doch tenminste Mn dag van tevoren. 2. De oproepbrief vermeldt de te bespreken onderwerpen; de bijbehorende stukken worden daarbij zoveel mogelijk tegelijkertijd meegezonden. Artikel 10 Quorum 1. Een vergadering van het BG0 kan slechts plaatsvinden, indien uit beide werknemersvertegemrd@ingen tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is en één lid van de werkgeversvertegenwoord~ng aanwezig is. Indien aan deze voorwaarden nlet wordt voldaan, schrijft de voodtîer binnen een week een nieuwe vergadering uit. Regeling BG0 Omgevingdienst Midden-HoHand, deflnltlef van9

13 PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND 2. Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het eerste lid een vergadering niet kan plaatsvinden, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzltter geplaatst op de agenda van een binnen veertien dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen werden behandeld. Artikel 11 Vergaderingen 1. De vergaderingen van het BG0 zijn niet openbaar. 2. De werkgeversvertegenwoordiging kan zich voor het verstrekken van informatie en advies laten bijstaan door adviseurs, te weten: - ter zake deskundige ambtenaren In dienst van de provincie enlof het ISMH; - externe adviseurs. Deze adviseurs kunnen aan de bespreking deelnemen, maar hebben geen stemrecht. 3. De werknemersvertegenwoordigingen laten zich bijstaan door een vertegenwoordiger namens het hoofdbestuur van hun vakorganisatie. 4. Beide vertegenwoordigingen zijn bevoegd onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken, aan voorbespreking in eigen kring te onderwerpen. 5. Na instemming van de leden van het BG0 legt de voorzitter omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de aan het BG0 overgelegde stukken geheimhouding op. De voorwaarden waaronder de geheimhouding geldt, worden per onderwerp tijdens de betreffende vergadering vastgelegd. Artikel 12 Verslaglegging Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in een verslag. Het verslag wordt uiterlijk veertien dagen na de datum van de vergadering aan de leden van het BG0 toegezonden. Artikel 13 Afronding overleg l. Het BG0 streeft consensus na over de onderhandelingsresultaten. Overeenstemming is nodig over al die onderhandelingsresultaten ten aanzien van regelingen waaraan individuele ambtenaren rechten kunnen ontlenen. 2. Indien in het overleg blijkt, dat overeenstemming niet te bereiken lijkt, ml, alvorens een onderhandelingsresultaat wordt uitgebracht, daarover nog tenminste eenmaal vergaderd worden in een uiterste poging alsnog tot overeenstemming te komen. 3. Indlen de in lid 2 bedoelde overeenstemming ook dan uitblijft kunnen een of meer van de werkgeversof werknemersvertegenwoordigingen een beroep doen op de advies- en arbitrageprocedure als opgenomen in de bijlage bij deze Regeling. HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN Artikel 14 Slotbepalingen 1. Het BG0 is bevoegd om voorstellen tot wijziging van deze regeling aan de in artikel 1 onder a. bedoelde besturen voor te leggen. 2. In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen partijen in onderilng overleg naar redelijkheid en billijkheid. Artikel 15 Titel en inwerkingtreding l. Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg Omgevingsdienst MMde~olland'. 2. Deze regeling treedt in werking de dag nadat de beide betrokken besturen de regeling hebben vastgesteld en op de gebruikelijke wijze hebben bekend gemaakt. Regeling BG0 Omgevingsdlenst Midden-Holland, deflnitlef van 9

14 tauri~miamtn<.luk rn~milr~w~aen e-.- Midden-molland provincie ZUID HOLLAND PROJECT VORMING OHGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND 3. Deze regeling vervalt van rechtswege op de dag waarop de Omgevingsdienst Midden-Holland formeel in werking treedt &n de medewerkers van de Provincie Zuid-Holland zijn ontslagen bij de provincie en aangesteld bij de Omgevingsdienst Midden-Holland dan wel het ISMH. Aldus besloten in Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op xx januari 2010 en In het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling ISMH op xxxxx 2010 resp. xx 2010 Regeling BG0 Omgevingsdienst Midden-Holland, definitief

15 intar~sm~iitei~b l u ramwnm>riwrormn Mfdden-Eolland provincie HOLLAND l 4 PROJECT VORMING OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND BIJLAGE BIJ REGELING BG0 OMGEVINGSDIENST MIDDEN-HOLLAND PROCEDURE VOOR ADVIES EN ARBITRAGE Artikel 1 Toepasselijkheld De hierna volgende artikelen 2 tot en met 6 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 6 van de Regeling BG0 Omgevingsdienst Midden-Holland. Artikel 2 Kennisgeving Indien een of meer van de deelnemers aan het overleg tot het oordeel komt dat dlt overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming heeft van alle deelnemers aan het overleg, breng(t)en (hij) zij dit oordeel binnen drie dagen, nadat (h1j)zlj daarvan In het overleg blijk (heefl)hebben gegeven schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg. Artikel 3 Vergadering BG0 Binnen tien dagen na de kennisgeving, als bedoeld in artikel 2, schrijft de voorzitter een vergadering van het BG0 uit. De vergadering moet worden gehouden binnen zeven dagen nadat deze is uitgeschreven. Artikel 4 Geschil 1. Indien het BG0 besluit het overleg toch voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt In de vergadering nagegaan of er overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is. Voorts dient te worden besloten, of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat het advies is ingewonnen van de Advies- en arbitragecommissie, dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie. 2. De vertegenwoordigingen zijn ieder voor zich bevoegd tot het inwinnen van advies van de Advies- en arbitragecommissie. 3. Voor ondennrerping van het geschil aan arbitrage door de Advies- en arbitragecommissie is overeenstemming vereist tussen de vertegenwoordigingen. Artlkel 5 Verroek om advies l. Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door een lid van de vertegenwoordiging dat zich voor inwinnen van advies heeft uitgesproken en vermeldt in ieder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil. 2. Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 3 geen overeenstemming is bereikt ter zake van het onderwerp en de inhoud van het geschil brengen belde vertegenwoordigingen ieder hun opvatting ter zakevanhetonderwerpendeinhoudvanhetgeschheveneensbinnenzesdagenna eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie. 3. Binnen twee weken na ontvangst van het advies van de Advies- en arbitragecommissie wordt het overleg over het geschil op inltiatlef van de voorzitter voortgezet. Artlkel6 Verzoek om arbltrage 1. Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek om arbltrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommlssle. Een verzoek om arbitrage wordt ondertekend door een lid van elk der vertegenwoordigingen en vermeldt in leder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil alsmede de opvattingen van de vertegenwoordigingen ter zake. 2. Een arbitrale uitspraak van de Advies- en arbitragecommissie heeft bindende kracht. Regeling BG0 Orngevlngsdienst Mldden-Holland, definitief van 9

16