Onderwerp Instellen BGO ten behoeve van onderbrengen brandweer bij VRGZ

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Instellen BGO ten behoeve van onderbrengen brandweer bij VRGZ Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting In een samenwerkingstraject waarbij meerdere partijen zijn betrokken, is het aan te bevelen een zogeheten Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) in te richten. In dit BGO kan dan overleg worden gevoerd en kunnen met de bonden afspraken worden gemaakt over de rechtspositionele aspecten van de betrokken medewerkers die overgaan naar het regionale korps. BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. PO10, Jan de Ruiter, 2580 Datum ambtelijk voorstel 6 februari 2012 Registratienummer Ter besluitvorming door het college Instemmen met het instellen van een BGO ten behoeve van de regionalisering van de Brandweer; De portefeuillehouder personeelszaken te benoemen als lid van de werkgeversdelegatie in het BGO; De leden van de werkgeversdelegatie de bevoegdheden te geven om een regeling BGO op te stellen en in onderhandeling met de leden van de vakorganisaties te komen tot onderhandelaarsakkoorden, over die onderwerpen waartoe lokaal het GO bevoegd is; In te stemmen met de bijgevoegde Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Brandweer Gelderland-Zuid. Leidinggevende Programmamanager H. Danner,H. Boon van Ostade Paraaf akkoord Datum Programmadirecteur A. Smit,B. v.d. Ploeg Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 7 februari 2012 nummer: 3.11 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling In het kader van de regionalisering van de Brandweer en de vorming van één brandweerkorps voor de regio Gelderland-Zuid, moeten met de vakbonden afspraken worden gemaakt over rechtspositionele aspecten van de betrokken medewerkers die overgaan naar het regionale korps. De overgang van de gemeentelijke brandweermedewerkers dient zorgvuldig te gebeuren. Het betreft 18 gemeenten met eigen lokale GO s. In het kader van de samenvoeging is het veel efficiënter om voor dit onderwerp één Georganiseerd Overleg (GO) in het leven te roepen in de vorm van een Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) met één werkgeversdelegatie en één werknemersdelegatie voor alle 18 betrokken gemeenten. Het BGO heeft tot taak te overleggen over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de medewerkers, met inbegrip van de algemene regels over de uitvoering van het personeelsbeleid. Dit alles uiteraard voor zover dit verband houdt met de voorbereiding en uitvoering van de inrichting van het regionaal korps. 2 Juridische aspecten Ook de werknemersdelegatie van het GO zal nog in moeten stemmen met de inrichting van een BGO. 3 Doelstelling Het overleg met (een deel van de medezeggenschap) binnen de 18 gemeenten zo efficiënt en effectief mogelijk te organiseren. 4 Argumenten Belangrijkste argument voor een inrichting van een BGO is de moeilijkheid met alle 18 GO s in de 18 gemeenten het overleg te gaan voeren om vervolgens tot één gemeenschappelijk standpunt te komen. Eén BGO, speciaal voor het onderwerp regionalisering van de brandweer, is vele malen slagvaardiger en efficiënter en beperkt de vergadertijd aanzienlijk. 5 Financiën Dit voorstel heeft geen financiële consequenties. 6 Communicatie Bij een positief besluit van het college, zal de VRGZ ter zake worden geïnformeerd. 7 Uitvoering en evaluatie Afdeling P&O 8 Risico N.v.t.

3 Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Brandweer Gelderland-Zuid Versie 0.4, 6 juni

4 Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling veiligheidsregio Gelderland- Zuid; overwegende dat het in het kader van de vorming van de Brandweer Gelderland-Zuid noodzakelijk is om te komen tot een vorm van georganiseerd overleg; overwegende dat het in het kader van de beoogde vorming van de Brandweer Gelderland- Zuid door het bevoegde bestuursorgaan maatregelen moeten worden getroffen ter waarborging van de rechtspositie van de op een nader te bepalen tijdstip bij de Brandweer Gelderland-Zuid in diensttredende ambtenaren; gehoord hebbende het advies van de vakbonden AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak en CMHF; gelet op de bepalingen van: De CAR/UWO, in het bijzonder hoofdstuk 12 dan wel de lokale uitwerking daarvan, in het vervolg CAR/UWO genoemd; De Wet op de Ondernemingsraden, in het bijzonder de artikelen 25 tot en met 27; B E S L U I T: tot vaststelling van de volgende: REGELING BIJZONDER GEORGANISEERD OVERLEG Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: a. Commissie: de, naar analogie van hoofdstuk 12 van de CAR-UWO bedoelde commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg voor personeel- en organisatiezaken ingesteld in het kader van de voorgenomen vorming van de Brandweer Gelderland-Zuid; b. Ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR-UWO, die vanuit de lokale korpsen van de gemeenten in Gelderland-Zuid en vanuit de regionale Brandweer Gelderland-Zuid, zal worden aangesteld bij de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. 2

5 c. Vrijwilliger: de vrijwilliger in de zin van artikel 19:1 van de CAR-UWO, die is aangesteld door één van de deelnemende gemeenten in Gelderland-Zuid en zal worden aangesteld bij de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid; d. Vakorganisaties: de tot het reguliere georganiseerd overleg toegelaten vakorganisaties van overheidspersoneel, ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en CMHF; e. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid; f. Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid; g. De Bijzondere Ondernemingsraad (BOR): de op [datum] opgerichte Bijzondere Ondernemingsraad, die zich bezig houdt met de advisering dan wel instemming met de voorgenomen besluiten conform de Wet op de Ondernemingsraden betreffende de samenvoeging van de brandweerorganisaties van achttien gemeenten in de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en de regionale brandweer Gelderland-Zuid tot één brandweer Gelderland-Zuid; h. Convenant: het Convenant waarbij de taken en bevoegdheden van de Commissie en van de Bijzondere Ondernemingsraad worden geregeld; i. Werkgeversdelegatie: de door het Algemeen Bestuur gemandateerde vertegenwoordigers; j. Werknemersdelegatie: de door de vakorganisaties aangewezen vertegenwoordigers; 2. Andere vakorganisaties, dan die welke worden genoemd in lid 1 sub d, worden bij beslissing van het BGO op hun verzoek tot het overleg toegelaten indien het BGO van oordeel is dat deze vakorganisaties in voldoende mate representatief geacht kunnen worden. Hoofdstuk 2 Samenstelling Artikel 2 1. Er is een commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg in verband met de voorbereiding en uitvoering van de vorming van de Brandweer Gelderland-Zuid. 2. Deze commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het Algemeen Bestuur en een vertegenwoordiging van de vakorganisaties. 3

6 3. Het Algemeen Bestuur wordt vertegenwoordigd door twee nader aan te wijzen personen, al dan niet leden van het Algemeen Bestuur. 4. Het voorzitterschap wordt vervuld door een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van het Algemeen Bestuur. De tweede vertegenwoordiger van het Algemeen Bestuur is tevens plaatsvervangend voorzitter. 5. De voorzitter kan zich laten bijstaan door nader aan te wijzen (externe) adviseurs. Deze adviseurs kunnen aan de besprekingen deelnemen, maar hebben geen stemrecht. 6. De vertegenwoordiging van de vakorganisaties kan zich laten bijstaan door adviseurs. Deze adviseurs kunnen zij aan de besprekingen deelnemen, maar hebben geen stemrecht. 7. Voor de vertegenwoordiging van de vakorganisaties worden per vakorganisatie leden en plaatsvervangende leden aangewezen. 8. Voor de vertegenwoordiging van de werkgevers worden eveneens plaatsvervangende leden benoemd. 9. Indien dit voor de continuïteit van het overleg wenselijk is wonen de plaatsvervangers de vergadering bij. Artikel 3 1. Degene die als lid of plaatsvervanger door een vakorganisatie is aangewezen houdt op dit te zijn zodra hij geen ambtenaar of lid van de vakorganisatie meer is, alsmede wanneer de vakorganisatie schriftelijk aan de werkgeversdelegatie laat weten dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger is ingetrokken. 2. Degene, die ophoudt deel uit te maken van het Algemeen Bestuur houdt daarmee tevens op vertegenwoordiger in de commissie te zijn. Daarnaast kan het Algemeen Bestuur de aanwijzing als vertegenwoordiger te allen tijde intrekken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen. Artikel 4 1. Het ambtelijk secretariaat van de commissie is ondergebracht bij de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Vanuit de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid wordt een secretaris en zo nodig een plaatsvervanger geleverd. 2. De secretaris van de commissie en diens plaatsvervanger kunnen aan de besprekingen deelnemen. Zij hebben geen stemrecht. Hoofdstuk 3 Taak en bevoegdheden Artikel 5 1. De commissie beraadslaagt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover verband houdend met de voorbereiding of uitvoering van de inrichting in verband met de vorming van één brandweerorganisatie Gelderland-Zuid. De commissie kan niet overleggen over onderwerpen die voorbehouden zijn aan het LOGA tussen het College van Arbeidszaken van de VNG en de centrales van overheidspersoneel. 2. Tussen de commissie en de Bijzondere Ondernemingsraad kan een werkverdeling in een Convenant worden vastgelegd, welke bindend is voor alle partijen met als basis het eerste lid van dit artikel. 4

7 Artikel 6 Besluiten over de in lid artikel 5, eerste lid, bedoelde onderwerpen worden van werkgeverszijde niet genomen dan nadat in de commissie overeenstemming is bereikt overeenkomstig het bepaalde in dit reglement. Artikel 7 1. De commissie kan, indien dit voor de behandeling van bepaalde onderwerpen nodig wordt geacht, subcommissie(s) instellen, bestaande uit een door haar aan te wijzen voorzitter en leden. 2. Het ambtelijk secretariaat van de subcommissie(s) wordt vervuld door een daartoe aangewezen medewerker van de Regionale Brandweer Gelderland-Zuid. 3. Het resultaat van de besprekingen van de subcommissie wordt aan de commissie voorgelegd. 4. Het bepaalde in artikel 1, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Hoofdstuk 4 Werkwijze en besluitvorming / vergaderingen Artikel 8 1. Nadat partijen een onderhandelingsresultaat hebben bereikt over onderwerpen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, leggen zij dit aan hun respectievelijke achterbannen voor. Bij de totstandkoming van het onderhandelingsresultaat worden afspraken gemaakt over de termijnen van raadpleging van de achterban. 2. Indien bij raadpleging van de achterbannen blijkt, dat het onderhandelingsresultaat bij één of beide partijen niet acceptabel is, worden de onderhandelingen heropend. 3. Indien beide partijen instemmen met het onderhandelingsresultaat, wordt dit aangeduid als onderhandelingsakkoord. Zodra een onderhandelingsresultaat is omgezet in een onderhandelingsakkoord, brengen partijen dit ter kennis aan hun achterban. Tevens wordt het akkoord voorgelegd aan het bevoegd gezag voor formele vaststelling. 4. De onderhandelingen over de rechtspositie in het BGO worden door de werknemersvertegenwoordiging gevoerd namens de deelnemende vakorganisaties. Deze vakorganisaties verbinden zich door het vaststellen van het onderhavige reglement om de onderhandelingsakkoorden uit het BGO als zodanig te aanvaarden en formeel te bekrachtigen. Artikel 9 1. De commissie vergadert op door haar te bepalen tijdstippen. 2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering indien tenminste drie leden van de commissie hem dit schriftelijk en met opgave van redenen verzoeken en wel uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van dit verzoek. Artikel De commissie wordt tijdig, in de regel 10 dagen van te voren, ter vergadering opgeroepen. De oproepingsbrief vermeldt zoveel mogelijk de te bespreken onderwerpen. 5

8 2. Een vergadering vindt slechts plaats indien tenminste de helft van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties en de helft van de werkgeversdelegatie aanwezig is. 3. Indien wegens onvolledigheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaatshebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen 14 dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen worden behandeld, ongeacht het bepaalde in het tweede lid van dit artikel. Artikel 11 Elk lid heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken door deze schriftelijk op te geven aan de voorzitter. De voorzitter stelt deze onderwerpen zoveel mogelijk in de eerstvolgende vergadering aan de orde. Artikel De vergaderingen van de commissie, alsmede van een subcommissie, zijn niet openbaar. 2. De leden van de commissie zijn bevoegd onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken aan voorbesprekingen in eigen kring te onderwerpen. 3. De voorzitter kan over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van de commissie overlegde stukken geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt niet ten aanzien van de besturen van de vakorganisaties, alsmede niet ten aanzien van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur. 4. De agenda en de notulen van de vergaderingen zijn openbaar met uitzondering van privacygevoelige gegevens. Artikel 13 De voorzitter kan zo dikwijls als hij dit nodig acht en op verzoek van één van de leden, de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd. Artikel 14 Indien in de vergadering moet worden gestemd brengt elke vertegenwoordiging, bedoeld in artikel 2, conform het gestelde in artikel 12:2:9 leden 1 tot en met 4 CAR-UWO, één stem uit. Artikel 15 Het in de vergadering behandelde wordt beknopt en zakelijk weergegeven in een verslag dat zo spoedig mogelijk, doch voor de volgende vergadering, ter kennis van de leden wordt gebracht en in de eerstvolgende vergadering (eventueel gewijzigd) wordt vastgesteld. Hoofdstuk 5 Geschillen Artikel 16 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a) deelnemers aan het overleg: - de werkgeversvertegenwoordiging als eenheid en - de vertegenwoordigers van elk van de vakorganisaties, als bedoeld in artikel 1, als eenheid. 6

9 b) Advies- en Arbitragecommissie: De advies- en arbitragecommissie ingesteld door het College van arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Artikel 17 De artikelen 18 tot en met 22 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 6, voor zover deze aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren betreffen, met inbegrip van algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, dit alles in het kader van de voorbereiding of uitvoering van de vorming van één brandweerkorps voor Gelderland-Zuid. Artikel 18 Indien één of meer van de deelnemers aan het overleg tot oordeel komen dat het overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van de meerderheid van de deelnemers aan het overleg zal hebben, brengen zij dit oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg. Artikel Binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving, als bedoeld in artikel 18, schrijft de voorzitter een vergadering van de commissie uit. Deze vergadering moet worden gehouden binnen een week nadat deze is uitgeschreven. 2. Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de in het eerste lid bedoelde vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is. Daarbij wordt beoordeeld of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat advies is ingewonnen van de Adviesen Arbitragecommissie, dan wel door het te onderwerpen aan een arbitrale uitspraak van die commissie. 3. De deelnemers aan het overleg zijn, ieder voor zich, bevoegd tot het inwinnen van advies. 4. Voor het onderwerpen van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen alle deelnemers aan het overleg. Artikel Binnen een week na de datum van de vergadering als bedoeld in artikel 19 wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de partijen aan het overleg die zich voor de het inwinnen van het advies hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 19 geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen een week na de datum van de eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. 7

10 2. Binnen een week na de datum van de vergadering als bedoeld in artikel 19 wordt het verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. Het verzoek daartoe is ondertekend door alle deelnemers aan het overleg en dient tenminste te bevatten het onderwerp en de inhoud van het geschil alsmede de standpunten van alle deelnemers aan het overleg omtrent het onderwerp en de inhoud van het geschil. Artikel 21 Binnen twee weken na de datum van ontvangst van het advies van de Advies- en Arbitragecommissie wordt het overleg over het geschil voortgezet. Artikel 22 De arbitrale uitspraak van de Advies- en Arbitragecommissie heeft voor beide partijen aan het overleg bindende kracht. Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 23 In de gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Algemeen Bestuur in overeenstemming met de commissie. Artikel 24 1 Deze verordening kan niet worden gewijzigd dan nadat een voorstel daartoe in de commissie is behandeld. 2 De commissie heeft het recht voorstellen omtrent wijziging van dit reglement voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. Artikel Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Brandweer Gelderland-Zuid. 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van vaststelling en komt te vervallen op de datum waarop implementatie van de nieuwe organisatie van de Brandweer Gelderland-Zuid is afgerond en een GO is geïnstalleerd. 3. indien de streefdatum van 1 januari 2013 voor de voorgenomen organisatiewijziging wordt aangepast, worden de in deze regeling genoemde data automatisch geacht daaraan te zijn aangepast. Aldus, onder voorbehoud van besluitvorming door alle colleges van B&W van de aangesloten gemeenten, besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van [datum] 2011 De secretaris, De voorzitter, 8