Werken met tradities. Uw project voor. Erfgoedspoor: 3. Toelichting. invul-lesmodel. Titel van het project: 1. Leerjaar:

Transcriptie

1 Werken met tradities invul-lesmodel Werken met is een (digitale) serie lesmodellen waarmee erfgoedinstellingen gemakkelijk hun eigen project voor Erfgoedspoor kunnen samenstellen. Op de volgende pagina vindt u de werkinstructie. Uw project voor Erfgoedspoor Titel van het project: Doelgroep: Leerjaar: Erfgoedspoor: Lessen zijn ontwikkeld door: Uitvoering kernles door: Geef uw project een passende titel, kort en krachtig. BO of VO Naam gemeente/regio Naam medewerker instelling Instelling: Noteer hier de namen van de tradities die u behandelt. Omschrijving project: In dit project gaan de leerlingen aan de slag met tradities. Deze tradities zijn bijzonder erfgoed omdat Waarde aangeven van de tradities en relatie met eigen omgeving van leerlingen en relatie met titel project. Plaats hier eventueel een digitale foto. werken met tradities Leerdoelen project: De leerlingen weten/kennen/kunnen na afloop van de lessen: Noteer hier wat de leerlingen leren van dit project.

2 Werkinstructie Met dit lesmodel maakt u kant-en-klare lessen voor Erfgoedspoor. Het (digitale) invuldocument bestaat uit vier onderdelen: project: op dit titelblad geeft u een korte omschrijving van uw project. introductieles: de leerling wordt voorbereid op het erfgoed door kennis en een opdracht in de klas. kernles: doe-activiteit op locatie; de leerling beleeft het erfgoed. reflectieles: reflectie-opdracht in de klas. Vul het digitale lesmodel in met uw eigen gegevens en teksten. U vindt in het lesmodel aanwijzingen [KAPITAAL] voor het invullen. Haal deze aanwijzingen weg nadat uw eigen tekst is ingevuld. U vindt ook suggesties voor leerdoelen en voor opdrachten in iedere les. Deze suggesties helpen u bij het bedenken van geschikte leerdoelen, opdrachten en werkvormen. Werk de suggesties uit tot volledige opdrachten en stem het af op het niveau van uw doelgroep. Haal de suggesties weg in uw definitieve versie voor de school. U bent niet verplicht de suggesties te gebruiken. Plaats gerust uw eigen opdrachten en activiteiten in het lesmodel! Het oog wil ook wat! Besteed naast de tekst ook zorg aan de vormgeving. Check op spellingsfouten. Gebruik overal hetzelfde lettertype. Plaats uw logo op de bladen. Maak er een mooi pakketje van voor de school. Organisatie Lever het lesmateriaal ruim vóór het bezoek aan uw instelling af bij de school. Nog vragen? Bel uw begeleider van het Erfgoedhuis. Stuur één exemplaar van uw project naar: Erfgoedhuis Zuid-Holland t.a.v. Afdeling Erfgoededucatie Postbus 09, 0 DB Delft Met welke historische bronnen gaan leerlingen bij u werken? Maak dan uw keuze uit: werken met tradities Werken met ambachten, archieven, cultuurlandschappen, historische kaarten, monumenten, ooggetuigen, tradities, verhalen, vondsten, voorwerpen.

3 les Introductieles - op school De leerling wordt voorbereid op dit project door kennis en een opdracht in de klas. Tijd: Les wordt gegeven door: Lesonderdelen:. Uitleg Erfgoedspoor en project aan leerlingen.. Kennisoverdracht: wat moeten leerlingen minimaal weten over de tradities?. Geef de leerlingen de opdracht. Bespreek de opdracht. Denk bij het nabespreken aan: weten leerlingen nu waarom deze tradities bijzonder erfgoed zijn?.... Bespreek wat u van de leerlingen verwacht in de volgende les: de kernles. Wat zijn de afspraken? Opdracht voor leerlingen: Achtergrondinformatie voor leraren: 8 Werkblad leerlingen: Houd een lesuur aan: 0 min. VO en 0 min. BO. Naam leraar Nummer de aanwijzingen voor de leraar zoals aangegeven. Omschrijf welke kennis de leerlingen nodig hebben voordat ze een bezoek brengen aan uw instelling en kennismaken met tradities. Titel opdracht Afhankelijk van uw opdracht kan de kennisoverdracht ook na de opdracht plaatsvinden. Vul aan met aandachtspunten voor de leraar. Plaats hier uw opdracht. Kijk bij Voeg hier eventueel extra informatie toe over tradities en immaterieel erfgoed. Houd het kort en bondig. Zorg voor correcte bronvermelding. Plaats hier ook internetlinks. voor de leerlingen dat de leraar kan kopiëren. Suggesties introductieles werken met tradities Welke tradities ken jij? Nodig: voorwerpen die horen bij tradities. (Zorg dat allerlei voorwerpen uit uw instelling op school gebracht zijn voor deze introductieles). Vertel de leerlingen dat een traditie het doorgeven van gewoonten en gebruiken is. Vraag de leerlingen naar de tradities die zij kennen of die zij thuis of in hun eigen familie kennen. U kunt de leerlingen hints geven, zoals: feestdagen zoals Pasen, Kerst, oud&nieuw, ramadan en suikerfeest streekgewoontes, zoals luilak, poaskerls en paasvuren, carnaval het eten van voedsel als haring en oliebollen. tradities bij geboortes, sterfgevallen, verjaardagen en bruiloften. Zoek met de leerlingen naar voorwerpen die horen bij deze tradities. Wat vertellen de voorwerpen over de tradities? Ga verder naar les Onderzoek de (lokale) traditie! Nodig: beschikbare informatie van uw instelling over de historische achtergrond van de lokale traditie(s), internet, bibliotheek, pen en papier. Leerlingen voeren in kleine groepjes een onderzoek uit naar een (lokale) traditie en de ontstaansgeschiedenis daarvan. De leerlingen stellen vragen op die in het onderzoek beantwoord moeten worden, zoals: Waar vind je deze traditie? Welke gewoonten of gebruiken worden doorgegeven met deze traditie? Wie doet/doen aan deze traditie mee? Welke specifieke voorwerpen, eten/hapjes of kleding horen bij de traditie? Wanneer wordt deze traditie gevierd? Is er een specifiek tijdstip? Sinds wanneer bestaat de traditie? Van het onderzoek wordt een kort verslag met afbeeldingen gemaakt.

4 les Kernles - bij u op locatie Doe-activiteit op locatie: de leerling beleeft het erfgoed. Tijd: Les wordt gegeven door: Lesonderdelen:. Ontvangst en welkom. Uitleg aan leerlingen over locatie en les. Uitleg activiteit. Uitvoeren activiteit door leerlingen. Nabespreking: wat hebben we gedaan/gezien/geleerd? Activiteit voor leerlingen: Houd 0 minuten aan. Naam medewerker instelling Nummer de aanwijzingen voor de medewerker van de instelling die de les uitvoert. Titel activiteit Plaats hier uw activiteit. Kijk bij voor de leerlingen. Zorg voor voldoende kopiën. Werkblad leerlingen: Suggesties kernles Het beleven van een traditie Nodig: voorwerpen, historische foto s, filmbeelden of specifieke ansichtkaarten beschikbaar in uw instelling die refereren aan het beleven van regionale gewoonten en gebruiken. Leerlingen brengen een bezoek aan uw instelling waarbij ze uitleg krijgen over lokale tradities van de streek waarin ze wonen. Vertel de leerlingen over het ontstaan van de gewoonte of het gebruik. Laat de leerlingen de foto s, filmbeelden of ansichtkaarten zien. Vraag de leerlingen gericht te kijken: Wat zie je precies? Let goed op de details. Wat doen de mensen op de afbeeldingen? Wat voor kleding hebben ze aan? Hoe kijken ze? Zijn het oude foto s en beelden? Waaraan kun je dat zien? Herken je de omgeving? Herken je de mensen? Ken je deze traditie? Hoe beleef jij deze traditie? Leg uit waarom uw instelling dit erfgoed bewaart. De straat op! Nodig: interviewvragen, pen en papier Leerlingen gaan in het centrum van hun stad of dorp mensen op straat een aantal vragen stellen over de lokale tradities. Ze werken in kleine groepjes. Stel met de leerlingen van tevoren een vragenlijst op. Voeg waar nodig afbeeldingen toe die leerlingen kunnen laten zien aan de mensen. Gebruik de gegevens die de leerlingen verzameld hebben in de introductieles. Vragen die leerlingen kunnen stellen zijn: Kennen de mensen de lokale tradities? Wat weten de mensen van de lokale tradities? Leg uit hoe je mensen op straat netjes aanspreekt en bedankt na afloop van de vragen. Leerlingen maken een kort verslag van de interviews. Bespreek de resultaten. Publiceer eventueel de resultaten in de schoolkrant of lokale krant. werken met tradities Ga verder naar les

5 les Reflectieles - op school De leerling kijkt terug op de lessen: Wat hebben we geleerd? Tijd: Les wordt gegeven door: Lesonderdelen:. Reflectie: Wat hebben we geleerd? Stel de volgende vragen: Met welke tradities hebben we kennis gemaakt? Wat hebben we geleerd over deze tradities? Wat weet je nu wat je voor deze lessen niet wist?. Check samen met de leerlingen of de leerdoelen zijn bereikt.. Geef de leerlingen de opdracht.. Bespreek de opdracht. Denk bij het nabespreken aan: Houd een lesuur aan: 0 min. VO en 0 min. BO. Naam leraar Nummer de aanwijzingen voor de leraar zoals aangegeven. Titel opdracht Vul aan met aandachtspunten voor de leraar. Plaats hier uw opdracht. Kijk bij voor de leerlingen dat de leraar kan kopiëren. Opdracht voor leerlingen: Werkblad leerlingen: Suggesties reflectieles Pleidooi voor een nieuwe traditie Nodig: een klaslokaal-opstelling waar leerlingen de ruimte hebben voor het houden van een pleidooi. Bespreek met de klas wat er geleerd is over tradities. Verdeel de klas in groepen. Hoe zou je een nieuwe traditie kunnen maken? Welk(e) nieuw gebruik of gewoonte die belangrijk is voor jullie wil je bewaren voor later? Overtuig je klasgenoten waarom jullie voorstel de moeite waard is om een traditie te worden. Houd een warm en levendig pleidooi en presenteer de nieuwe traditie eventueel in stijl, met bijbehorende kleding en voorwerpen. De groep die het meeste applaus ontvangt van de klasgenoten strijkt met de eer. Traditie in uitvoering Nodig: voorwerpen en eventueel verkleedkleren, afdruk van foto s en ansichtkaarten uit de kernles Leerlingen beelden hun favoriete traditie uit. De andere leerlingen raden welke traditie ze zien. werken met tradities