Soortenkennis periode 2. Samenvatting alle presentaties TB43B

Transcriptie

1 Soortenkennis periode 2 Samenvatting alle presentaties TB43B

2 Bleke klaproos (Papaver dubium)

3 Kenmerken Bleke klaproos Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Papaverfamilie Pionier, Grasland, Zoom, Stuifduin, Akker, Ruderaal, Ruigte 2 kelkbladen, 4 kroonbladen Kleur zwart, rood, oranje 20 of meer meeldraden Doosvrucht Stand verspreid, vorm ingesneden en dubbel geveerd, rand veerdelig en gekarteld Extra foto s

4 Grote klaproos (Papaver rhoeas)

5 Kenmerken Grote klaproos Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Papaverfamilie Pionier, Grasland, Zoom, Akker, Ruderaal, Struweel 4 kroonbladen, 2 kelkbladen Kleur Zwart, rood 20 of meer meeldraden Doosvrucht Stand verspreid, vorm oneven geveerd, rand gezaagd Extra foto s

6 Ringelwikke (Vicia hirsuta)

7 Kenmerken Ringelwikke Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vlinderbloemenfamilie Grasland, Zoom, Heide, Stuifduin, Pionier, Akker, Ruderaal, Ruigte, Kapvlakte, Struweel 5 kelktanden, 5 kroonbladen Kleur wit, lichtblauw, lichtpaars 10 meeldraden vergroeid met elkaar Peulvrucht of boon Stand verspreid, vorm even geveerd, rand gaaf Extra foto s

8 Vogelwikke (Vicia cracca)

9 Kenmerken Vogelwikke Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vlinderbloemenfamilie Moeras, Pionier, Grasland, Zoom, Heide, Kwelder, Akker, Ruderaal, Ruigte, Kapvlakte, Struweel, Loofbossen 5 kelktanden, 5 kroonbladen Kleur paars, blauw 10 meeldraden vergroeid met elkaar Peulvrucht of boon Stand verspreid, vorm even geveerd, rand gaaf Extra foto s

10 Kraailook (Allium vineale)

11 Kenmerken Kraailook Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lookfamilie Pionier, Grasland, Zoom, Muur, Stuifduin, Akker, Ruderaal, Ruigte, Struweel, Loofbossen 3 bloemdek (kelkbladen), 3 bloemdek (kroonbladen) Kleur purper, roze, witachtig 6 meeldraden Doosvrucht Stand wortelstandig-verspreid, vorm hol en rond, rand gaaf Extra foto s

12 Daslook (Allium ursinum)

13 Kenmerken Daslook Soortgroep Hoofd-biotoop Lookfamilie Grasland, Ruigte, Loofbossen Uiterlijke kenmerken 3 bloemdek (kelkbladen), 3 bloemdek (kroonbladen) Kleur wit 6 meeldraden Doosvrucht Stand wortelstandig-verspreid, vorm parallelnervig en elliptisch, rand gaaf Extra foto s

14 Bruine kikker (Rana temporaria)

15 Kenmerken Bruine kikker Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Echte kikkers bossen, heidevelden, graslanden, ruderale terreintjes, en duinen grote, platte kop met een relatief stompe snuit wordt gemiddeld 7 tot 9 centimeter lang kleur van de bruine kikker is altijd bruin, vrouwtjes neigen vaak meer naar rood Extra foto s

16 Heikikker (Rana arvalis)

17 Kenmerken Heikikker Soortgroep Echte kikker Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken open plekken met kleine watertjes zoals vennen en poelen in open plekken in het bos kop eindigt relatief spits, de ogen zijn geelbruin van kleur kan gemiddeld tot 7 cm lang worden De heikikker heeft een bruine kleur, vaak met vlekken op de rug en flanken Mannetjes in de paartijd zijn vaak donkerder tot blauw gekleurd Extra foto s

18 Kleine groene kikker (Poelkikker) (Pelophylax lessonae)

19 Kenmerken Poelkikker Soortgroep Echte kikker Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken matig voedselarme poelen, vijvers en vennen op zandgronden en in hoogveengebieden De kop eindigt relatief spits en de ogen dicht bij elkaar op de kop Groene kleur Gemiddelde lengte 5 tot 6 centimeter Extra foto s

20 Gewone pad (Bufo bufo)

21 Kenmerken Gewone pad Soortgroep Echte padden Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Bossen, weilanden, akkers, graslanden, spoorwegbermen, duingebieden, kop is groot en breed en heeft twee duidelijk zichtbare ogen met een oranjerode tot goudbronzen kleur Gemiddelde lengte van 6 tot 13 centimeter Kleur is grijsbruin tot geelbruin of roodbruin Extra foto s

22 Akkerviooltje

23 Akkerviooltje Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Viooltjes Open, zonnige plekken Witte kroonbladeren Gele voet Paarse lijnen Doosvrucht

24 Maarts viooltje

25 Maarts viooltje Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Viooltjes Randen van loofbossen Wortelstokken en uitlopers Grote groepen 5 paarse kroonbladeren Handnervatuur

26 Zink viooltje

27 Zink viooltje Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Viooltjes Graslanden Tweeslachtig Geel met donker paarse strepen Langwerpige bladeren Gave bladrand

28 Rode klaver

29 Rode klaver Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vlinderbloemen Bermen, grasland en afgravingen Rood paarse kleur Tweeslachtig Behaarde stengels Bladeren V-vormige vlek

30 Witte klaver

31 Witte klaver Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vlinderbloemen Bermen, grasland en afgravingen Witte kleur Tweeslachtig Behaarde stengels

32 Grasklokje

33 Grasklokje Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Klokjesfamilie Bermen Ronde stengels Gekartelde bladrand Tweeslachtige bloem Blauwe klokvormige bloemen Doosvrucht

34 Kleine watersalamander

35 Kleine watersalamander Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Watersalamanders Sloten en poelen Grijs tot olijfkleurig Buik geel oranje Donkere vlekken Tot 11 cm groot

36 Kamsalamander

37 Kamsalamander Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Watersalamanders Water met veel onderwatervegetatie Oranje buik Zwarte vlekken Tot 20 cm

38 Tjiftjaf

39 Tjiftjaf Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Zangvogels Halfopen landschappen met bomen Grijs/bruin Donkere poten Lichte oogstreep

40 Fitis

41 Fitis Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Zangvogels Halfopen landschap met bomen Grijs/bruin Lichte poten Lichte oogstreep

42 Verschil Tjiftjaf en Fitis

43 Echte koekoeksbloem

44 Kenmerken koekoeksbloem Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie natte graslanden, veengebieden en vochtige bossen Ruwbehaarde stengel, lancetvormige bladeren. Meestal paarse bloem heeft vijf kroonbladen. Extra foto s

45 Dagkoekoeksbloem

46 Kenmerken Dagkoekoeksbloem Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie Vochtige plaatsen, voedselrijke laagveen- of zandgrond. Roze, tweehuizige bloemen met vijf diep ingesneden kroonbladen. De kelkbladen zijn buisvormig vergroeid tot een kelkbuis. Ruwbehaarde stengel. Extra foto s

47 Avondkoekoeksbloem

48 Kenmerken Avondkoekoeksbloem Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie Beschaduwde, grassige plaatsen en op voedselrijke ruigten. Bloemen hebben vijf witte ingesneden kroonbladen. Ruwbehaarde stengel. Extra foto s

49 Blaassilene

50 Kenmerken Blaassilene Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie Matig voedselrijke, iets droge zand-, kleien leemgrond, in bermen en tegen hellingen, in de duinen en op grazige grond. Vijf witte kroonbladen diep ingesneden. De kelkbuis is sterk opgeblazen en gelig tot paarsachtig geaderd. Onbehaarde stengels. Extra foto s

51 Bosanemoon

52 Kenmerken Bosanemoon Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Ranonkelfamilie Lemig, kleiige of sterke humus bosbodems. Houtwallen, bermen, kanaaloevers, slootkanten, langs beken Bloemen zijn wit, vaak iets roze of paars aan de onderkant. Groeien laag aan de grond. Extra foto s

53 Speenkruid

54 Kenmerken Speenkruid Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Ranonkelfamilie Vochtige gronden, langs natte bosranden en slootkanten Hartvormige bladeren aan het uiteinde van een lange bladsteel. De gele bloemen hebben acht tot twaalf kroonbladeren en drie groene kelkbladeren. Extra foto s

55 Aalscholver

56 Kenmerken Aalscholver Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Aalscholvers Grote kolonies langs de kusten van West- Europa en op de Balkan. Soms ook in het binnenland, bij sloten, kanalen en rivieren. Vrijwel geheel zwart, maar met een opvallende witte wang en een gele plek op de plaats van de aanhechting van de bek. Zit vaak met uitgespreide vleugels op een paaltje bij het water. Extra foto s

57 Blauwe reiger

58 Kenmerken Blauwe reiger Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Reigers Vochtige weiden, sloten, meren, rivieren en de zeekust. De kop is wit met een zwarte band door het oog, die doorloopt in een kuif. hals heeft een witte kleur en is voorzien van lengtestrepen aan de voorzijde. De buikzijde is grotendeels lichtgrijs van kleur. Extra foto s

59 Dodaars

60 Kenmerken Dodaars Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Futen Zoetwatermoerassen, kleine meren, poelen, brede sloten, vennen en traag stromende rivieren, maar soms ook in vijvers en grachten. Snavel is zwart met een lichte punt. In de mondhoek bevindt een groengele vlek, 's winters lichter. Zomerkleed is donkerbruin met een kastanjebruine nek. De kruin is zwart. Het winterkleed heeft lichtere nek en wangen en een donkere kruin.

61 Fuut

62 Kenmerken Fuut Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Futen Kleine meren, poelen, brede sloten, vennen Wit gezicht met roodbruine en zwarte kraag. Onderkant is wit, van boven is hij donker overgaand in roestbruin. Tussen oog en snavel zit een zwarte streep. Donkere oorpluimen. Extra foto s

63 GEEL WALSTRO

64 GEELWALSTRO Soortgroep Hoofd-biotopen Uiterlijke kenmerken Zaadplanten weilanden, heggen, duinen, aan wegkanten, oevers Bloemkleur: Geel Tweeslachtig Bladeren: in kransen, lijnvormig, gaaf Extra foto s

65 GLAD WALSTRO

66 KENMERKEN GLAD WALSTRO Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Zaadplanten Struweelranden en graslanden Bloemkleur: wit Een tweeslachtige bloem Bladeren: in kransen, lijnvormig, gaaf Extra foto s

67 KLEEFKRUID

68 KENMERKEN KLEEFKRUID Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Zaadplanten Bosranden De stengels, bladeren en vruchten zijn met veel stekelharen bezet die de vorm van weerhaakjes hebben. Witte bloemetjes Extra foto s

69 ADDER

70 KENMERKEN ADDER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Slangen Vochtige omgevingen zoals vochtigeheidegebieden zigzag streep Mannetjes algemeen grijs (zwarte streep) Vrouwtjes vaak lichtbruin (donkerbruine streep) Verticale pupillen Extra foto s

71 RINGSLAG

72 KENMERKEN RINGSLANG Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Slangen Verhoogde terreinen bij water Duidelijke gele en zwarte vlekken Grootste slang (1,40 m) Ronde pupillen Extra foto s

73 GLADDE SLANG

74 KENMERKEN GLADDE SLANG Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Slangen bosranden Wel eens verward met adder Ronde pupillen Vager zigzag patroon Extra foto s Langere staart

75 ROODBORST

76 KENMERKEN ROODBORST Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vogels Overal waar bomen zijn Kleine bruine vogel Oranjerood borst en gezicht Jonge vogels lichtbruin gevlekt Extra foto s

77 WINTERKONING

78 KENMERKEN WINTERKONING Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vogels Bosrijke streken De opstaande staart Klein, bruin Lichte wenkbrauwstrepen Extra foto s

79 HEGGENMUS

80 KENMERKEN HEGGENMUS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vogels Bossen, tuinen, parken (plekken met struiken en heggen) Bruingrijs verenkleed Blauwgrijze kop en borst Spitse snavel Extra foto s

81 KOEKOEK

82 KENMERKEN KOEKOEK Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vogels Moeras, platteland, heide etc. Geluid verschil man, vrouw Kleurverschil man, vrouw Witte buik met zwarte strepen Lange staart Extra foto s

83 Zwanenbloem Butomus umbellatus

84 Kenmerken Soortgroep Landplanten Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Moerassen (verlandingsvegetaties), waterkanten en water (sloten, plassen, kanalen, spoorsloten, vijvers, afwateringskanaaltjes, kleiputten, oude rivierarmen, wielen en in het zoetwatergetijdengebied). Vaak rood getinte rond en niet bebladerde stengels. Lijnvormige bladeren. Tweeslachtige bloemen, schermvormige bloeiwijze met langwerpig toegespitste schutbladen. 9 rode meeldraden.

85 Grote egelskop - Sparganium erectum

86 Kenmerken Soortgroep Landplanten Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Water en waterkanten (o.a. sloten, vaarten, poelen), moerassen (rietland, drijftillen), heide (heidevennen), grasland (moerassig hooiland), en bossen (grienden en moerasbossen). Bolvormige vrouwelijke of mannelijke hoofdjes. Vertakte bloeistengel. Stekelige bollen van spitse vruchten. Lange, smalle, rechtopstaande en gekielde bladeren.

87 Mattenbies - Schoenoplectus lacustris

88 Kenmerken Soortgroep Kruidplanten Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Waterkanten en water (plassen, rivieren, afgesneden rivierarmen, kanalen, wielen, meren, vijvers, aan de voet van stenen dijken en kribben, in zoetwatergetijdengebieden en modderige delen in polderboezemland). Lange ronde stengels met aan de voet twee bladeren. Brede vlakke bladeren. Eenzadige dopvrucht of nootje.

89 Pijlkruid - Sagittaria sagittifolia

90 Kenmerken Soortgroep Kruidlanten Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Water en langs oevers (sloten, plassen, kanalen, vijvers, grote beken, kleine rivieren, in groter water op plekken die tegen sterke golfslag beschut liggen, zoetwatergetijdengebieden en verlandingsvegetaties). Ronde stengels, eenzadige dopvrucht of nootje met snavel op de top van de vrucht, eenslachtige en eenhuizige bloemen, bloemen groeien in trosvormige gerangschikte kransen.

91 Kikkerbeet Hydrocharis morsus-ranae

92 Kenmerken Soortgroep Kruidlanten Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Water (brede, maar soms vrij smalle sloten, vijvers, kleine veenplassen, verlandende kanalen en rivierarmen), bossen en moerassen. Kort, bebladerde, worteldragende stengels en lange in het water zwevende stengels die in een bladoksel groeien. Drijvende bladeren met een diep hartvormige voet met boogvormige nerven. Eenslachtige en eenhuizige bloemen. De vruchten rijpen onder water

93 Das Meles meles

94 Kenmerken Soortgroep Chordadieren Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Loof-, dennen- en gemengde bossen, houtwallen, heggen, boomgaarden, akkers en weilanden. Witte dekharen op de rug gevolgd door een zwarte band, hierdoor lijken ze grijs. De kop, oorpluimen en de punt van de staart zijn wit. Op de kop lopen twee brede zwarte strepen vanuit de snuit naar de naar het achterhoofd.

95 Hermelijn Mustela erminea

96 Kenmerken Soortgroep Zoogdier Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s landschappen waar intense afwisseling optreedt (bossen, graslanden, landelijke bebouwing en tuinen, perceelsranden en houtkanten). Lange behaarde staart met een zwarte pluimpunt. Grijze of beigebruine rug met een witte buik. Strakke scheidingslijn tussen de rugkleur en buikkleur. (zomervacht: roodbruin. wintervacht: soms wit.)

97 Wezel Mustela nivalis

98 Kenmerken Soortgroep Zoogdier Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Wezels leven bij voorkeur in open, droge natuuren cultuurlandschap (Rd) maar verder in veel verschillende biotopen (zoals bossen, duinen, weien akkerland. Slang en langgerekt lichaam met korte poten en staart. Grijsbruine rug met witte buik en onregelmatige afscheingslein. Kort en geheel bruine staart.

99

100 Edelhert

101 Kenmerken Soortgroep Chordadieren Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Drogere loogbossen en heidevelden, vennen, moerassen, hooglanden, berggebieden. Voorkeur aan bosgebieden die grenzen aan grasgebieden en rivierdalen met ooibossen. In de zomer roodbruine vacht. In de winter grijsachtig bruine vacht. Witte buikzijde. Staartstuk heeft lange haren en is wit tot roomkleurig. Grote oren en zijn van binnen behaard, grote donkere ogen en spitse snuit met donkere neus.

102 Ree

103 Kenmerken Soortgroep Zoogdier Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Roodbruine vacht in de zomer, grijsbruin in de winter. De keel en achterwerk is licht witgeel. Zwarte neus en witte kin met donkere ogen en grote oren. De poten zijn slank. Bosachtige streken met open plekken en aangrenzende velden, heidevelden, rietvelden, duinen en akkerbouwgebieden.

104 Kenmerken gele dovenetel Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lipbloemenfamilie Bossen (loofbossen en parkbossen), struwelen, hakhout, houtwallen en waterkanten meter Bloeiperiode april tot juni Gele symmetrische bloemen Tweeslachtig Bladeren tegenoverstaand Blad met gezaagde rand Extra foto s

105 Paarse dovenetel

106 Kenmerken paarse dovenetel Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lipbloemenfamilie Grasland, Akker, Ruigte, Struweel en Loofbossen cm Bloeiperiode maart tot februari tweezijdig symmetrisch paarse bloemen 5 vergroeide kroonbladeren en 4 meeldraden Gekartelde bladrand Bladeren tegenoverstaand Extra foto s

107 Witte dovenetel

108 Kenmerken witte dovenetel Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lipbloemenfamilie Grasland, Ruigte, Kapvlakte, Struweel, Loofbossen en verstoorde grond meter Bloeit van Maart tot November bloemen tweezijdig symmetrisch, tweelippig en wit geel van keur tweeslachtig met 5 vergroeide kroonbladen en 4 meeldraden stengels vierkant en behaard bladeren gezaagd Extra foto s

109 Watermunt

110 Kenmerken watermunt Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lipbloemenfamilie Moeras, Grasland, Kwelders, Akker, Ruigte, Struweel en Loofbossen meter Bloeit van juli tot november Ruikt naar munt Tweeslachtig Bladeren gezaagd tegenoverstaand en kruisgewijs Vierkantige stengel 5 vergroeide kroonbladen en 4 meeldraden Extra foto s

111 Moerasandoorn

112 Kenmerken moerasandoorn Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lipbloemenfamilie Natte voedselrijke bodems, grasland en moerassen, ruigten, struweel en loofbos cm vierkante stengel Bloeit van Juli tot Augustus Roze bloemen 5 kroonbladen en 5 kelkbladen Tegenoverstaande gekartelde bladeren Extra foto s

113 Ekster

114 Kenmerken ekster Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kraaienfamilie tuinen, stadsparken, landbouwgebied en bossen Zwart hoofd lange staart Witten buik Witten schouders Blauwen glansgloed Extra foto s

115 Gaai

116 Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kraaienfamilie Struiken loof en naaldbos Grijsbruin verenkleed Zwarte streep bij de snavel Staart zwart Witte stuit Vleugel blauw met zwart gestreept Extra foto s

117 Roek

118 Kenmerken roek Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kraaienfamilie Agrarisch gebied, naald en loofbos 41 tot 49 cm lang Helemaal zwart Grijze snavel Puntige snavel Extra foto s

119 Kauw HOOFDFOTO

120 Kenmerken kauw Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kraaienfamilie Stedenlijkgebied akkers en bossen Geheel donkergrijs tot zwart Wit in het oog Zwart petje Extra foto s

121 Zwarte kraai

122 Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kraaienfamilie Tuinen, parken, akkers, en bossen Geheel zwart 44 tot 51 cm lang Snavel zwart Extra foto s