SOORTENKENNIS M41B 2 E DEEL PRESENTATIES LEERLINGEN

Transcriptie

1 SOORTENKENNIS M41B 2 E DEEL PRESENTATIES LEERLINGEN Toegepaste biologie M

2 AMERIKAANS KRENTENBOOMPJE

3 AMELANCHIER LAMARCKII Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Een elliptisch blad van 4-8 cm wat van onder zijdezacht wit behaard is Er zitten 5 witte langwerpige kroonbladeren aan Er groeien kleine ronde oranje achtige eetbare besjes aan Extra foto s

4 VOGELKERS

5 PRUNUS PADUS (ROZENFAMILIE) Soortgroep Geleedpotige Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vochtige gronden door heel europa Bloemtrossen tot 15 cm groot na het bloeien komen er kleine zwarte besjes aan Meestal is hij meerstammig Er zitten 2 klieren aan de bladsteel Extra foto s

6 BLAUWE BOSBES

7 VACCINIUM MYRTILLUS (HEIFAMILIE) Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vochtige zure voedselarme grond Kleine eironden bladeren van 3 cm Eetbare blauw paarse besjes Extra foto s

8 ADELAARSVAREN

9 PTERIDIUM AQUILINUM (ADELAARSVARENFAMILIE) Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Wereldwijd verspreid Bladeren zij 3 tot 4 voudig geveerd De plant is kanker verwekkend Bladeren beginnen als ze beginnen met groeien opgerold en krullen dan open Extra foto s

10 Soortenkennis AALSCHOLVER, BLAUWE REIGER, FUUT, KOEKOEK

11 Aalscholver

12 Kenmerken Aalscholver Soortgroep Chordadieren Hoofd-biotoop Gebieden in de buurt van zowel zoet als zout water. Uiterlijke kenmerken - 80 tot 100 cm lang - Vrijwel geheel zwart maar met een witte wang met een gele vlek erop. - Lange snavel voorzien van haakvormig uiteinde.

13 Blauwe reiger

14 Kenmerken Blauwe reiger Soortgroep Chordadieren Hoofd biotoop Vochtige weiden, meren, sloten, rivieren Kenmerken -90 tot 98 cm - Grijze bovenzijde, vleugels en staart met zwarte vleugel uiteinden. De kop is wit met een zwarte band door het oog die doorloopt tot een kuif. De buik is grotendeels lichtgrijs en hij heeft dolkvormige gele snavel.

15 Fuut

16 Kenmerken fuut Soortgroep Chordadieren Hoofd-biotoop Plassen en meren. Uiterlijke kenmerken Donkere grote oorpluimen,het gezicht is wit met een roodbruine en zwarte kraag eromheen die opgericht staat bij het baltsritueel. De bovenkant is donkerbruin en zijn buik wit

17 Koekoek

18 Kenmerken koekoek Soortgroep Chordadieren Hoofd-biotoop Halfopen landschappen, moerassen, duinen en oude cultuurlandschappen. Uiterlijke kenmerken Spitse vleugels en een lange staart. Mannetjes hebben een effen blauwgrijze borst, kop en bovenzijde en de buik is witzwart gestreept. Vrouwtjes zijn of bruin of grijs. De grijze variant is bijna hetzelfde als het mannetje maar de bruine variant is vaak helemaal gebandeerd met bruine strepen.

19 Extra foto s koekoek

20 Schapenzuring

21 Naam: Rumex acetosella Afmeting: 10 tot 60 cm Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september Groeiplaatsen: Bosranden, kapvlakten, brandplekken, akkers

22

23 Veldzuring

24 Naam: Rumex acetosa Afmeting: 50 tot 100 cm. Bloeimaanden: Mei en juni. Groeiplaatsen: Grasland, bermen, bossen, open plaatsen in loofbossen en langs bospaden.

25

26 Grote weegbree

27 Naam: Plantago major subsp. Major Afmeting: cm Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november Groeiplaatsen: Grasland stukgetrapte plekken in weiland, speelvelden.

28

29 Smalle weegbree

30 Naam: Plantago lanceolata Afmeting: 10 tot 80 cm. Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september Groeiplaatsen: Dijken, dijkbeschoeiingen, bermen, grasland,licht bemest grasland, hooiland en weiland, o.a. zinkweiden.

31

32 De Gewone berenklauw (Schermbloem familie)

33 de Gewone berenklauw Hoofd-biotoop : Graslanden (stikstofrijke, vochtige bodems) Uiterlijke kenmerken : te vinden in bermen langs dijken of wegen. Hij is ruw behaart, heeft drievoudig gevinde bladeren, is schermbloemig en heeft een witte bloemkleur. De plant bloeit van juni tot oktober. Behaarde stengel Schermbloemig Blad drievoudig gevind.

34 De Reuzen berenklauw (Schermbloem familie)

35 De Reuzen berenklauw Hoofd-biotoop : Niet-begraasde of niet-bewerkte gebieden (langs wegen) Uiterlijke kenmerken : De plant is tweejarig, schermbloemig met witte bloemen en heeft klauwvormige bladeren. Hij komt oorspronkelijk uit Zuidwest Azië, in de 19 e eeuw werd deze geïntroduceerd als tuinplant in Europa. Zijn sap is schadelijk voor huid en ogen, na aanraking kunnen er brandwonden ontstaan.. Stengel Schermbloemig (witte bloemkleur) Klauwvormige bladeren

36 De Gewone engelwortel (Schermbloem familie)

37 De Gewone engelwortel Hoofd-biotoop : Bossen, moerassen en vochtige graslanden. Uiterlijke kenmerken : Deze is schermbloemig met witte bloemen, heeft een glad gestreepte holle rood purperen stengels en heeft 2 tot 3-voudig geveerde bladeren die eivormig en getand zijn. Stengel Schermbloemig Blad.

38 De wilde peen (Schermbloem familie)

39 De wilde peen Hoofd-biotoop : Droge graslanden. Uiterlijke kenmerken : Deze plant is schermbloemig met een witte bloemkleur, heeft een stijf behaarde stengel en is 2 tot 3-voudig geveerd. De plant is een tweejarige plant en bloeit in het 2 e jaar van juni tot de herfst. In het 2 e jaar gebruikt hij de voeding uit zijn verdikte wortel om verder te groeien. Na het bloeien krult de bloem op in de vorm van een soort vogelnestje.. Stengel / blad Schermbloemig Uitgebloeid (vogelnestje)

40 Bedankt voor jullie aandacht

41 Akkerdistel Círsium arvense Composieten-familie Lila/paarse bloemen 1 hoofdje Buisvormige bloemen Eenslachtig 5 vergroeide kroonbladeren 5 vergroeide meeldraden Rechtopstaande geribbelde stengel Verspreide bladstand

42 Akkerdistel: Círsium arvense

43 Speerdistel Círsium vulgáre Composieten-familie Lila/paarse bloemen 1 hoofdje Buisvormige bloemen tweeslachtig 5 vergroeide kroonbladeren 5 vergroeide meeldraden Rechtopstaande geribbelde stengel Verspreide bladstand

44 Speerdistel: Círsium vulgáre

45 Echte kamille Matricaria recutita Composieten-familie Gele 5-tallige buisbloemen De bloembodem is 2/3 maal zo hoog als breed Oude lintbloemen naar beneden Meervoudig veerdelige bladeren Slippen draadvormig en rolrond

46 Echte kamille: Matricaria chamomilla

47 Duizendblad Achillea millefolium Composieten-familie Witte buisbloemen Witte lintbloemen Dubbel veerdelig blad van boven behaard Hoofdjes dicht bij elkaar omwindsel dakpansgewijs 4/5 lintbloemen 15/20 buisbloemen

48 Duizendblad: Achillea millefolium

49 TAMME KASTANJE

50 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vrijalgemeen in de hogere gebieden van Nederland Plantvorm: boom Plantgrootte: meter Bloeiperiode: Mei - Juni Bloemkleur: wit Bloeiwijze: Katje Bloemtype: eenslachtig Extra foto s

51 WITTE PAARDEKASTANJE

52 KENTMERKEN WITTE PAARDEHAZELAAR Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Geleedpotige natte en vochtigeplaatsen Plantvorm: boom Plantgrootte: meter Bloeiperiode: Mei - Juni Bloemkleuren: wit, rood, geel Bloeiwijze: pluim Bloemvorm: tweezijdig symmetrisch Bloemtype: tweeslachtig Bloembladen:

53 HAZELAAR

54 KENMERKEN HAZELAAR Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Zoorgdieren Bossen Plantvorm: struik Plantgrootte: meter Bloeiperiode: Januari - Maart Bloemkleuren: lichtgeel, groen, bruin Bloeiwijze: katje Bloemvorm: nvt Bloemtype: eenslachtig

55 HULST

56 KENMERKEN HULST Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Plantvorm: struik Plantgrootte: meter Bloeiperiode: Mei - Juni Bloemkleur: wit Bloeiwijzen: tros, kluwen Bloemvormen: viertallig, vijftallig, regelmatig Bloemtype: eenslachtig

57 Schietwilg

58 Kenmerken schietwilg soortgroep Hooftbiotoop Uiterlijke kenmerken tweezaadlobbigen Wilgenvloedbossen of alleenstaand De boom heeft altijd eenslachtige bloemen, de mannelijke bloemen zijn geel en de vrouwelijke bloemen zijn groen. De fijn gezaagde bladeren zijn smal en langwerpig en hebben een Zijde achtige beharing. In het voorjaar heeft de kroon een zilverige glans. Extra foto

59 Zwarte populier

60 Kenmerken Zwarte populier soortgroep Hoofdbiotoop Uiterlijk kenmerk tweezaadlobbigen ooibossen Heeft een eenslachtige bloem en is tweehuizig. De kale bladeren zijn 5-10 cm. Ze zijn eirond-ruitvormig tot driehoekig, aan de voet meestal wigvormig en aan de top toegespitst. De bladeren zijn verder fijn getant Extra foto

61 Vlasbekje

62 Kenmerken vlasbekje soortgroep tweezaadlobbigen hoofdbiotopen Grasland en langs wegen Uiterlijke kenmerken Tweeslachtige bloem met een gele bloem kroon. De lant heeft langwerpige, grijs groenige bladeren. Stengel is weinig tot niet behaart. Extra foto

63 Ruwe berk

64 Kenmerken Ruwe berk soortengroep Hoofdbiotoop tweezaadlobbigen Zonnige plaatsen op best wel droge gronden van zand, leem, mergel of veen Uiterlijke kenmerken De plant heeft eenslachtige eenhuizige bloemen. De stam is eerst roodbruin, maar wordt later zilverwit en gaat dan afschilferen, nog later krijgt de stam donkere knoesten. De plant heeft ruitvormige bladeren en zijn regelmatig dubbel gezaagd. Extra foto