Houtbewerkings- & Handelsbedrijf SNIJDERS B.V. Telefoon:

Transcriptie

1 Inleiding Hieronder algemene informatie over verschillende houtsoorten. Klik op de link om verder te gaan AZOBÉ BANGKIRAI BASRALOCUS BILINGA EIKEN EUROPEES

2 Algemene informatie over de houtsoort AZOBÉ : azobé : Lophira alata, var.procera : Tropisch west Afrika. Volumegewicht : vers kg. per M3. Duurzaamheidsklaase : I Het spinthout is paarsachtig bruin, aan de lucht donkerder wordend; het spinthout is grijsachtig en wordt meestal in het land van herkomst grotendeels of geheel verwijderd. Tussen kernhout en spinthout komt een 5 á 8 cm. brede laag jong kernhout of overgangshout (intermediaire zone) voor dat iets lichter is dan het kernhout. Azobé is zeer sterk en zeer hard; het heeft een grove nerf met grote vaten (poriën) die vooral in het kernhout vaak gevuld zijn met een witachtige, ook geelbruine tot roodbruine, stof. Het hout is zeer kruisdradig, hetgeen de bewerkingen bemoeilijkt. Door de kruisdradigheid is dun hout moeilijk zonder vervorming te drogen. Bij het drogen treden ten gevolge van het langzame vochttransport van binnen naar buiten gemakkelijk windscheurtjes op. Eenmaal gedroogd, past het hout zich uitstekend aan bij de vochtigheidsgraad van de atmosfeer, zowel in de zomer als in de winter. Azobé is vrij moeilijk te schaven of met kleine gereedschappen te bewerken; spijkeren en schroeven gaat eveneens moeilijk. Het laat zich goed lijmen, doch dit dient dan wel met kunstharslijm te geschieden. Het is een van de zwaarste werkhoutsoorten met een hoge mechanische sterkte. Azobé wordt wegens de grote sterkte en duurzaamheid veel gebruikt als constructiehout in de waterbouw voor sluisdeuren, remmingwerken, stuwen, steigers, bruggen, brugdekken, damwanden, gordingen, palen en wrijfbalken. Een toepassing met allerlei mogelijkheden vormen de vlechtwerken van dun azobé. Deze worden o.a. toegepast voor beschoeiingen, beslagmatten, betuiningen, kraag- en zinstukken alsmede voor wegfunderingen en tuinafscheidingen. Andere toepassingen zijn bermplanken, hekpalen, parkbanken, keggen, kielblokken, kimblokken, bedrijfsvloeren, draglineschotten dekken van weegbruggen, buikdenningen en steunconstructies voor zware machines. Azobé is tot op zekere hoogte bestand tegen aantasting door zuren en andere chemicaliën en is derhalve geschikt om voor steunconstructies te dienen voor installaties in chemische fabrieken. Het zogenaamde overgangshout, dat tussen kern en spint is gelegen, is eveneens zeer duurzaam. Bestand tegen termieten en in hoge mate ook tegen paalwormaantasting. 3

3 Algemene informatie over de houtsoort BANGKIRAI : bangkirai : Shorea laevifolia : Borneo Volumegewicht : vers kg. per M3. Duurzaamheidsklaase : I - II Het kernhout varieert van licht bruingeel tot roodachtig bruin. Het zeer sterke, vrij zware tot zware en harde hout heeft een matig fijne en dichte nerf met een vrij regelmatige structuur. Het laat zich ondanks de hardheid goed verwerken (schroeven moeten voorgeboord worden) en het is voor vele doeleinden, speciaal daar waar grote slijtage optreedt, waar brandgevaar is, waar hete voorwerpen worden vervaardigd, waar het met zuur of chemische stoffen in aanraking komt, zeer gewaardeerd. Het hout is sterker dan eiken en teak. Het heeft een zeer hoge slijtsterkte en is bij deskundige behandeling goed te drogen. Het heeft betrekkelijk weinig neiging tot werken. Constructiemateriaal voor waterwerken, in de civiele bouw, op scheepswerven en bij carrosseriebouw; kielen van reddingsloepen, scheepsdekken, klokkenstoelen, verfkuipen voor chemische- en textielindustrie, pekelbakken voor de zuivelindustrie, bedrijfsvloeren, kassenbouw, brugdekken en steigers. Bangkirai heeft een zeer hoge duurzaamheid en kan ongeconserveerd worden toegepast voor binnen en buitenwerk. 4

4 Algemene informatie over de houtsoort BASRALOCUS : basralocus : Dicorynia paraensis, Dicorynia guianensis : Suriname, Frans Guyana, Brazilië Volumegewicht : vers 1100 kg. per M3. Duurzaamheidsklasse : I Er is duidelijk verschil tussen kern en spint. Het doorgaans 3-6 cm. brede spint is in verse toestand lichtgrijs; deze kleur wordt na blootstelling aan de lucht licht roodbruin. De kern is goudbruin met meest een roodachtige tint, soms met een wat donkerder streeptekening en soms ook met een iets grijsachtige tint. Basralocus is gelijkmatig van structuur. Nerf: gewoonlijk vrij grof; er bestaat echter tamelijk grote variatie in fijnheid van nerf. Draad: recht tot zwak kruisdradig, een enkele maal warrig. Het hout heeft een duidelijke tot hoge glans en het is vrij hard en sterk. Basralocus kan zowel met de hand als machinaal bewerkt worden. De bewerking wordt vanzelfsprekend het meest beïnvloed door aanwezige kiezelkorrels, die een afstompende werking op het gereedschap uitoefenen. Het hout is goed te beitsen, te verven, te vernissen of in de was te zetten. Over het algemeen kan basralocus mooi glad afgewerkt worden. Spijkers kunnen gemakkelijk worden aangebracht en houden goed; zij kunnen barstjes in het hout veroorzaken, die niet van ernstige aard zijn. Vooral in radiale richting splijt basralocus gemakkelijk. Eenmaal gedroogd neemt het zeer langzaam vocht op. Basralocus wordt hoofdzakelijk als paal en constructiehout toegepast in de waterbouw, o.a. voor remmingwerken, steigers, sluisdeuren, gordingen, strandhoofden en balanspriemen voor ophaalbruggen. Andere belangrijke toepassingen zijn binnen- en buitenbetimmeringen en parket- en strokenvloeren. Door de aanwezigheid van microscopisch kleine kiezellichaampjes in het hout is het gewoonlijk (afhankelijk van het kiezelgehalte dat echter meestal hoog genoeg is) bestand tegen paalwormaantasting. De donkere soorten basralocus hebben over het algemeen meer kiezel in het weefsel. Basralocus is resistent tegen aantasting door zuren. 5

5 Algemene informatie over de houtsoort BILINGA : bilinga : Nauclea trillesii (= Sarcocephalus diderrichii) : Tropisch west Afrika Volumegewicht : vers kg. per M3. Duurzaamheidsklaase : I Bilinga, dat van zeer grote bomen afkomstig kan zijn, heeft goudgeel tot oranjegeel kernhout (in verse toestand citroengeel) dat vrij duidelijk afsteekt tegen de 3 á 6 cm. brede grijze, bleekgele of rose spinthout. De structuur van dit hout is vrij regelmatig. Meestal heeft het kruisdraad; dit geeft op het radiale vlak een typische overlangse streeptekening. De eveneens dikwijls voorkomende, golvende en warrige draad kan bilinga een kenmerkend uiterlijk geven. Nerf: grof tot vrij grof. Draad: gewoonlijk min of meer regelmatige kruisdraad, warrig golvend en ook wel recht. Het hout is zwaar tot matig zwaar, hard tot vrij hard en sterk. Bij het drogen vertoont het neiging tot splijten en scheuren, hoewel nagenoeg geen vormverandering optreedt. Eenmaal goed droog werkt bilinga weinig. Niettegenstaande de tamelijk hoge hardheid kan het hout vrij goed bewerkt worden. Dun hout vertoont neiging tot splijten als het gespijkerd wordt, dik hout niet. Spijkers houden goed. Toepassing: Bilinga is geschikt voor vele bouwconstructies zowel binnen- als buitenwerk alsmede voor waterbouwkundige objecten als sluizen, onderbouw van bruggen en steigers, brugdekken etc. Eveneens voor de carrosseriebouw en scheepsbouw: wagonvloeren, binnen- en buitenbetimmering, scheepsspanten, kielen en dekken. Andere toepassingen zijn parket- en industrievloeren, meubelen, draai- en beeldhouwwerk. Bestand tegen termietenaantasting en in zekere mate ook tegen aantasting door paalworm. 6

6 Algemene informatie over de houtsoort EIKEN EUROPEES Volumegewicht : vers 690 kg. per M3. Duurzaamheidsklasse : II - III : eiken europees : Quercus petraea (= Q.sessiliflora) : Quercus robur : Europa Eiken is een der eerste en zeker een der meest bekende van alle soorten, die in ons land tot op heden zijn toegepast. Het heeft reeds honderden jaren tot tevredenheid bewezen dienst te kunnen doen in de scheepsbouw, voor binnen- en buitenbetimmeringen, constructie- en bruggenbouw, terwijl het ook voor waterwerken tot op heden nog in grote hoeveelheden wordt toegepast. Opgravingen en vondsten geven blijk, dat eiken duurzaam, sterk en vrijwel voor alle doeleinden te gebruiken is. Hier te lande wordt eikenhout gebruikt dat uit vrijwel alle hoeken der aarde afkomstig is: Japan, Rusland, Polen Joegoslavië, Frankrijk, Duitsland, België en Amerika, waarbij zeker niet mag worden vergeten dan eikenhout, dat uit eigen bosbezit wordt aangeboden. Bij de verwerking tot gereed product komen de verschillen in structuur, kwaliteit etc. (naar gelang het land van herkomst) duidelijk naar voren. De geelbruine kleur van eiken kernhout steekt duidelijk af tegen het 3 tot 5 cm. brede licht getinte spinthout. Eiken laat zich gemakkelijk, zowel met eenvoudige machines als met de hand, bewerken. Het is goed te schroeven, te spijkeren, te draaien en te frezen; het is vooral ook goed te buigen. Eiken leent zich uitstekend voor beitsbehandeling, roken, logen e.d.. Afwerken met vernis, verf of was kan met zeer goed resultaat geschieden. Het hout laat zich met de nodige voorzorgen prima drogen en werkt, eenmaal tot de gewenste droogtegraad gedroogd, weinig, hoewel er steeds de voorkeur aan moet worden gegeven om voor speciale doeleinden kwartiers gezaagd hout toe te passen. Inlands eiken is over het algemeen harder, zwaarder en vaster, sterker maar ook grover van structuur dan geïmporteerde eikensoorten. Het laat zich goed verwerken, schroeven en spijkeren. Het is niet mogelijk al de toepassingsmogelijkheden van eikenhout weer te geven, wij zullen er enkele noemen: Constructiehout, op scheepswerven, bij bruggenbouw en waterwerken, chemische industrie, de meubel-, speelgoederen-, carrosserie- en landbouwmachineindustrie, sportartikelen, vaten, kozijnen, ramen, deuren, waterdorpels, stolpnaalden, reddingboten, sloepen, zeil- en vrachtschepen, parket- en strokenvloeren, triplex en fineer, remmingwerken, brugdekken, keggen, balanspriemen, planken voor transporteurs, stortkokers, leuningen, wagon- en scheepsvloeren, kerkmeubelen, gereedschappen. Inlands eiken wordt speciaal toegepast voor constructiehout, het herstellen van oude gebouwen, kozijnen, ramen, balken, bedrijfsvloeren, scheepskielen en huiden, dwarsliggers, remmingwerken, brugdekken, palen, wagon- en scheepsvloeren, sluisdeuren, dukdalven, walbeschoeiing etc. 7