Referentiekader resultaten 2012-2013 Sint-Jozef Wiekevorst



Vergelijkbare documenten
Referentiekader resultaten Sint-Jozef Kessel

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

Referentiekader Sint-Margaretha Holsbeek

Referentiekader resultaten Zonnewende Kapellen

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

Kwaliteit in woonzorgcentra: meten via indicatoren. Een woordje uitleg

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 2

Praktische handleiding

Rapportering kwaliteitsindicatoren 2013 :

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 RVT DR. J. COPPENS

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ

SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.7 KWALITEITSINDICATOREN IN DE WOONZORGCENTRA. Januari 2016

Bijlage WZD 3.3. i.v.m. kwaliteitsindicatoren 1. Algemeen:

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Rusthuis Seniorcity Solidariteit voor het Gezin

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Seniorie de Maretak

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 WOON- EN ZORGCENTRUM A. LACOURT OOSTENDE

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 De Pastorij

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Januari 2018

KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2017 deel 2. / 26-feb-18 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. ZNA Joostens / 2017 deel 2. / 9-mrt-18 ONTWERP

ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE

Hoe palliatieve zorg implementeren in een woonzorgcentrum?

Jaarverslag Seniorencentrum

INTENTIEVERKLARING PALLIATIEVE ZORG

Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra?

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP

VLAAMS INDICATORENPROJECT WZC Toelichting voor 2017

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN

CENTRUM VOOR KORTVERBLIJF

Visie : Palliatieve zorgen

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Meetjaar 2019

Procedure euthanasie ouderenzorg

Vroegtijdige zorgplanning

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: hoofdverpleegkundige(ouderenzorg, woonzorgcentrum, zorgteam)

VZP in het gezondheidszorglandschap. Zorgcodering i.f.v. transfert

OPDRACHTVERKLARING WZC Leiehome (Actualisering )

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Verpleegkundig coördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

Rechten van de patiënt Vertrouwenspersoon en Vertegenwoordiger

Vroegtijdige zorgplanning

Het project past binnen de visie van het SEL Zorgregio Gent (Raad van Bestuur 18/11/10)

Blijf in Beweging. Een oefenprogramma voor thuis om sociaal en fysiek in beweging te blijven. Draaiboek

VANDAAG ZORGEN VOOR MORGEN

WOONZORGCENTRUM. Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

PATIËNTEN INFORMATIE. Geriatrie

Dagverzorgingscentrum

Wat te doen als er niets meer aan te doen is? Over palliatieve zorg en ergotherapie

Vroegtijdige Zorg Planning:

Medische Beslissingen rond het levenseinde

VROEGTIJDIGE ZORGPLANNING Tips & Trics

AAI IN WZC van A tot Z. Helga De Pelsmaeker

Huishoudelijk reglement voor de bezoekende huisarts

PATIËNTEN INFORMATIE. Geriatrie

Gedragsstoornissen: Antipsychotica te vermijden? Dirk De Meester WZC Leiehome Drongen

Beslissing tot opstarten of stopzetten van sondevoeding als voorbeeld van vroegtijdige zorgplanning

Overzicht van de gerealiseerde en toekomstige vernieuwingen in RBS Zorg+

VZP bij beginnende dementie. Myriam De Schynkel Dementiecoach

Decubituspreventie: een kwaliteitslabel voor een Woon- en Zorgcentrum? Nita Myburgh, Ergotherapeute Rudi logist, Hoofd Bewonerszorg

Doelstellingen, hefbomen, indicatoren en acties betreffende vorming vzw Stijn

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 2

Palliatief bed in WZC Sint Bernardus

EEN OEFENPROGRAMMA VOOR THUIS OM VEILIG IN BEWEGING TE BLIJVEN DRAAIBOEK

Centrum voor Kortverblijf

Rol CRA in woonzorgcentra

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

Functiebeschrijving. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: hoofdverpleegkundige (WoonZorgCentrum, bewonerszorg, verpleging en verzorging)

Vroegtijdige zorgplanning VZP. WZC Sint Anna vzw Behoort tot GVO vzw (Gast Vrij Omgeven)

Vroegtijdige zorgplanning in woonzorgcentra. hype of hulp? Dr. Gert Huysmans, Voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen

Kwaliteitshandboek CKG Molenberg

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Verpleegkundig coördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

Waarom kiezen voor een rusthuis in het hartje van Brussel?

KWALITEIT VAN ZORG IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA KWALITEITSINDICATOREN

Vooruitziende zorg, een cultuur in ons huis. Inleiding. Inleiding 21/11/2014. De grote impact van het kleine gebaar

Zorg rond het levenseinde

Liza Van Eenoo Dr. Nele Spruytte Prof. Dr. Chantal Van Audenhove. Leuven December 2012, versie 1.2

BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg

Advance Care Planning in België

Kalvermarkt Gent Telefoon: 09/

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team

Gedeelde zorg rond het levenseinde

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

OPLEIDING VOOR PALLIATIEF REFERENTEN WOONZORGCENTRA

Sterven met dementie in Vlaanderen. Lieve Van den Block Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, VUB-Ugent

VROEGTIJDIGE ZORGpLANNING

Bewegingskansen via toegankelijke (preventieve) gezondheidszorg Jan Tessier

Niel, 13 december

SAMENWERKINGSPROTOCOL:

Functiebeschrijving. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: directeur (WoonZorgCentrum) Geeft leiding aan: alle medewerkers van de dienst

Zelfevaluatie hoofdstuk Huisapotheker

Visie Hanterings- en mobiliteitsbeleid (hamobel) 1. Visie

Jaarverslag13. Rusthuizen Zusters van Berlaar. wzc Heilige Familie Heist-op-den-Berg. wzc Heilig Hart Nijlen. wzc Sint-Jozef. Kessel.


Vroegtijdige Zorgplanning Richtlijn, Versie: 1.0 Datum goedkeuring: 26 juni 2014

Transcriptie:

int-jozef Wiekevorst Voor het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid startten we in 2013 met registraties van indicatoren die omschreven zijn in het referentiekader Integrale kwaliteit van wonen en zorg voor de Vlaamse woonzorgcentra. Hieronder staan de resultaten weergegeven van het wzc Sint-Jozef Wiekevorst in vergelijking met de VZW Rusthuizen Zusters van Berlaar (VZW) en alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen (V). De resultaten met betrekking tot bewoners zijn exclusief kortverblijf, dagverzorgingscentra en serviceflats. U kan het rapport met de resultaten van de eerste meting (maart 2013) downloaden. Het WZC Sint-Jozef is erkend voor 146 woongelegenheden met 106 RVT-erkenningen en 5 plaatsen kortverblijf. We trachten eveneens een duiding te geven bij de cijfers van het woonzorgcentrum. Legende G1: % bewoners met 5-9 geneesmiddelen G2: % bewoners met 10 of meer geneesmiddelen I: % bewoners met up-to-date plan zorg voor het levenseinde A1: % bewoners met een decubituswonde categorie 2-4 A2: % bewoners met een decubituswonde categorie 2-4 ontstaan in het wzc C1: % bewoners met 1 of meer valincidenten in mei 2013 C2: % bewoner met 2 of meer valincidenten in mei 2013 H1: % overleden bewoners die gestorven zijn in het wzc (2012) H2: % overleden bewoners die gestorven zijn in het wzc (2013) F: % zorgpersoneelsleden gevaccineerd tegen de griep V1: Aantal ziektemeldingen per VTE zorgpersoneelslid V2: Aantal kortdurende ziektemeldingen per VTE zorgpersoneelslid W1: % zorgpersoneelsleden die vrijwillig of in onderling akkoord ontslag namen (2012) W2: % zorgpersoneelsleden die vrijwillig of in onderling akkoord ontslag namen (2013) X1: Aantal uren vorming per VTE zorgpersoneel X2: Aantal uren vorming per VTE niet-zorgpersoneel Y: Aantal uren vrijwilligerswerk per woongelegenheid 1

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Sint-Jozef Wiekevorst G1 G2 I A1 A2 C1 C2 H1 H2 F V1 V2 W1 W2 X1 X2 Y VZW 43,2 45,6 75,2 4,8 3,2 13,3 3,4 81 87,9 48,2 2,3 2,1 5,7 5,6 26,7 23,8 34,3 V 44,4 44,3 16,2 3,4 2,2 11,9 2,7 80 80 40,5 1,8 1,6 5,6 4,5 16,3 7,8 27,5 SJW 57,2 29,7 82,1 2,8 2,1 11,6 1,4 81,6 90,5 75,2 2,4 2,1 6,6 4,3 31,1 22,1 39,8 Aantal geneesmiddelen (G1 en G2) Op 20 maart 2013 namen 57,2% van onze bewoners 5 tot 9 geneesmiddelen (G1), en 29,7% van onze bewoners 10 tot meer geneesmiddelen (G2). Deze resultaten zijn voor G1 hoger en voor G2 lager dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVTerkenningen. Bij de telling werden alle geneesmiddelen geteld die voorgeschreven zijn door de huisarts. Dit zijn zowel geneesmiddelen die enkel verkrijgbaar zijn op voorschrift van de arts, als geneesmiddelen die door de arts ondertekend zijn op de medicatiefiche, maar waarvoor geen voorschrift nodig is (bv. vitamines, Dafalgan ). In ons woonzorgcentrum worden alle geneesmiddelen ondertekend door de huisarts. Dit is ook nodig voor de apotheker bij het klaarzetten van de medicatie via de medicatierobot. Ook geneesmiddelen die niet dagelijks, maar enkel indien nodig (bv. bij pijn, diarree, ) worden gebruikt, werden meegeteld. Zowel medicatie die via de mond wordt ingenomen, als medicatie in de vorm van oogdruppels, zalven, e.d. werden mee opgenomen in de telling. In het overleg met onze Coördinerende Raadgevende Artsen (CRA s) op VZW-niveau zullen de resultaten m.b.t. het aantal geneesmiddelen besproken worden. Huisarts en hoofdverpleegkundige dienen er over te waken dat de medicatie van de bewoner kritisch in vraag gesteld wordt teneinde overmedicalisering te vermijden. 2

Up-to-date plan zorg voor het levenseinde (I) Op 20 maart 2013 had 82,2% van onze bewoners een up-to-date plan zorg voor het levenseinde. Dit is hoger dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen. Dit plan hield in dat we bij deze bewoners zo kort mogelijk na opname één van de volgende 2 items hadden besproken: de aanduiding van een wettelijk vertegenwoordiger en/of de handelingsrichtlijnen waarin besproken wordt of de bewoner bepaalde (be)handelingen/zorgen niet meer wenst. Hierbij willen we toelichten dat we nu nog mild zijn geweest in de bepaling van een up-to-date plan zorg voor het levenseinde om te voorkomen dat onze medewerkers gedemotiveerd zouden geraken in ons intensief project rond vroegtijdige zorgplanning. Om ons groeitraject de komende jaren nauwgezet te kunnen opvolgen, willen we ruimer dan het referentiekader oplegt, een interne registratie doen bij hoeveel bewoners volgende items besproken zijn en of er een document is ingevuld: mandaat vertegenwoordiging, aanduiding van een vertrouwenspersoon, handelingsrichtlijnen/therapiewensen, voorkeur plaats overlijden, spirituele verzorging, persoonlijke wensen levenseinde. Vanaf 2014 zullen we bijkomend registreren bij hoeveel bewoners de ABC-doelstellingen zijn besproken (A = alles doen, B = behoud van functies, C = zuivere comfortzorg) en de wilsverklaring. In onze VZW zijn we al enkele jaren bezig met het denkproces rond vroegtijdige zorgplanning (VZP). Sinds eind 2013 is er ook een procedure klaar met bijhorende folder gericht naar bewoners en hun naasten. Deze procedure beoogt naast vorming de implementatie van VZP verder te ondersteunen. Decubitus of doorligwonden (A1 en A2) Op 22 april 2013 werden al onze bewoners geobserveerd door de referent wondzorg in het kader van de registratie van decubituswonden. Gemiddeld had 2,8 % van onze bewoners in ons WZC een decubituswonde graad 2-4. Als we enkel kijken naar de decubituswonden die ontstaan waren in het woonzorgcentrum, zakte het cijfer naar 2,1%. Deze resultaten liggen net iets onder het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVTerkenningen. Bij observatie door de referent wondzorg werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen decubituswonden en ander letsels, zoals o.a. vochtletsels. Ondanks de aangepaste matrassen en kussens die momenteel voorradig zijn, de eiwitrijke voeding, de doorgedreven 3

huidzorg enz. ontstaan er nog een beperkt aantal decubituswonden in ons WZC. Het gaat in deze gevallen over sterk verzwakte ouderen na een ziekteproces of in een palliatieve fase. Eind 2013 is samen met de referenten wondzorg gewerkt aan een vormingspakket decubituspreventie en behandeling op basis van de recentste richtlijnen en een praktische vorming vanuit EduWond (lesgever: prof. Beeckman van UGent). In maart-april 2014 geeft de referent wondzorg dit vormingspakket aan alle zorgverleners in het eigen woonzorgcentrum. We hopen met deze vormingen, onze nieuwe procedure, regelmatige sensibilisatie en de stapsgewijze aankoop van aangepaste matrassen en kussens ons decubituscijfer nog lager te krijgen. Dit jaar zijn er reeds een 6-tal matrasvervangende alternatingsmatrassen aangekocht. Valincidenten (C1 en C2) In mei 2013 was 11,6 % van onze bewoners minstens 1 keer gevallen en 1,4% minstens 2 keer gevallen. Deze resultaten liggen net iets onder het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen. Bij bespreking van de resultaten kwam naar voor dat er in de eerste plaats nog betere afspraken gemaakt moeten worden naar uniforme registratie. Alle bewoners die gevallen zijn,konden zich nog zelfstandig verplaatsen,al dan niet met een hulpmiddel ( looprek,stok,kruk, ) Het is ook opvallend dat de afdelingen waar de meest mobiele bewoners verblijven het hoogst scoren bij de valincidenten. In ons WZC trachten we er naar de zelfstandigheid en mobiliteit van onze bewoners zo lang mogelijk te vrijwaren. Een fixatie-arm beleid is hiervan een deelaspect maar verhoogt tevens de kans op valincidenten. We willen de richtlijn valpreventie die werd uitgeschreven door het Expertisecentrum Valen Fractuurpreventie Vlaanderen implementeren in onze woonzorgcentra. Hiervoor werken we samen met de KU Leuven. In april-mei 2014 worden er ook al vormingsavonden gegeven aan huisartsen waarin het thema val- en fractuurpreventie aan bod komt. Binnen de kwaliteitskring valpreventie worden nu reeds alle valincidenten individueel besproken. We gaan dit intensief blijven doen om ons meer bewust te worden van oorzaken en preventie van valincidenten. 4

Overlijden in het woonzorgcentrum (H1 en H2) In het kader van VZP streven we ernaar om palliatieve bewoners tijdens hun laatste levensdagen met alle nodige zorgen te kunnen omringen in het woonzorgcentrum. In 2012 zijn er 81,6 % van de overleden bewoners gestorven in het woonzorgcentrum. In 2013 was dit cijfer gestegen naar 90,5% Deze resultaten zijn beter dan alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen We willen tot in de laatste levensdagen van onze bewoners hun wensen respecteren en hen met de meest aangepaste zorg omringen. Vroegtijdige zorgplanning voor elke bewoner geeft ons een duidelijke koers hierin en wordt bevestigd door deze cijfers. Van in het begin nog meer in overleg gaan met onze bewoners en tegemoet komen aan hun wensen betreffende de laatste levensfase. Vaccinatie (F) In 2013 werd ¾ de van onze zorgpersoneelsleden (75,2 %) gevaccineerd tegen de griep waarbij het vaccin betaald werd door het woonzorgcentrum. Dit is hoger dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen. We sensibiliseren onze medewerkers om zich te laten inenten om verspreiding van het virus te voorkomen. De inenting is echter geheel vrijblijvend. De campagne die we voeren hieromtrent is doorgedreven, gesteund door de CRA en heeft een sneeuwbaleffect gecreëerd bij de medewerkers. De veiligheid van onze zwakke bewonerspopultie is hierbij prioritair. Sensibiliseren, informeren en herhalen zijn cruciaal om medewerkers te overtuigen van het nut van het griepvaccin. In de toekomst gaan wij zeker op dit elan verder gaan. Ziektemeldingen (V1 en V2) In 2013 waren er 2,4 ziektemeldingen per voltijds equivalent in de zorg. Indien we enkel kijken naar kortdurend ziekteverzuim (max. 30 dagen) dan waren er 2,1 ziektemeldingen. 5

Hierbij scoren we minder goed dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen We kunnen niet ontkennen dat het opstarten van een mobiele equipe ook de drempel verlaagd heeft bij de medewerkers om zich ziek te melden. Medewerkers die langdurig ziek zijn wensen we ook meestal in dienst te houden omdat we ondervinden dat,het psychologisch effect van als zieke nog een werkgever te hebben en niet afgeschreven te worden, toch ook niet te onderschatten is. In 2014 wordt een vorming gepland voor leidinggevenden rond ziekteverzuimgesprekken. Vrijwillig ontslag (W1 en W2) Het percentage zorgpersoneel met contract van onbepaalde duur dat in 2012 het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord verliet, bedroeg 6,6 %, wat lichtjes hoger is dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen. In 2013 bedroeg dit 4,3% waar we net iets onder het gemiddelde scoren van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen. Ieder woonzorgcentrum heeft de opdracht om het resultaat voor zijn huis intern te bekijken (o.a. per casus de reden van het ontslag nagaan en waar mogelijk initiatieven nemen om het werkklimaat continu te verbeteren). Vrijwillig ontslag heeft in de meeste gevallen te maken met een medewerker die graag een verhoging van de jobtime wenst maar waar niet meteen kan aan tegemoet gekomen worden. Per casus zullen we de reden van het ontslag nagaan en waar mogelijk initiatieven nemen om het werkklimaat te verbeteren. Vorming (X1 en X2) In 2013 werd er 31,1 uur vorming gevolgd per voltijds equivalent in de zorg. Voor nietzorgpersoneelsleden bedroeg dit cijfer 22,1 uur. Voor beide groepen scoren we duidelijk veel hoger dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVTerkenningen. 6

Onze medewerkers die tewerkgesteld zijn in de zorg, dienen 20 u vorming gespreid over 2 jaar te volgen. We bieden hen intern en extern een ruim aanbod aan bijscholing aan om hun competenties te verbeteren. Medewerkers brengen ook zelf voorstellen binnen om bepaalde vormingen te kunnen volgen. Vanaf 2014 is er een nieuw vormingsbeleid van kracht dat meer centraal aangestuurd wordt vanuit de VZW. Dit zal niet alleen een invloed hebben op het aantal uur vorming, maar ook op de doorstroming van nieuw opgedane kennis naar de dagelijkse werking en kwaliteit van zorg. We trachten zoveel mogelijk vormingen intern te organiseren (met externe lesgever) voor specifieke doelgroepen in onze VZW. Via kwaliteitscirkels (werkgroepen) wordt verder nagedacht over de gevolgde vormingen. Hieruit kunnen nieuwe visieteksten en procedures volgen die dan via vormingen door onze referenten doorgegeven worden aan alle betrokken medewerkers. Vrijwilligerswerk (Y) We zijn open huizen en zijn blij beroep te kunnen doen op een uitgebreide vrijwilligersploeg. Het aantal uur vrijwilligerswerk per woongelegenheid bedroeg in 2013 39,8 uren, wat beter is dan het gemiddelde van alle woonzorgcentra in Vlaanderen met 50-74% RVT-erkenningen. Hierbij zijn enkel de gekende uren geteld. Informele vrijwilligersuren zijn niet in rekening gebracht. Momenteel zijn er een 30-tal vrijwilligers actief in ons WZC. Zij bieden ondersteuning bij verschillende taken ( wandelnamiddagen,hulp bij animatie activiteiten en uitstappen, logistieke hulp, bemannen van de bezoekerscafetaria,.). Bijna alle vrijwilligers hebben hun vaste dagen en uren waarop ze zich willen inzetten voor onze bewoners,wat de planning voor hen en voor ons alleen maar vergemakkelijkt. We blijven actief en intensief op zoek gaan naar gemotiveerde vrijwilligers. Zij zijn immers een zeer gewaardeerde hulp en meerwaarde in de goede zorg voor onze bewoners. 7