Voorwoord 7. 1 Introductie 10 2 Leeswijzer 12 2.1 Samenvatting 12 2.2 Zelf aan de slag 12 2.3 Achtergronden 12 3 Verantwoording 13



Vergelijkbare documenten
Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Zelfbeoordelingsformulier

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Het beleidsplan cultuureducatie

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

PostHBO CultuurBegeleider

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

Definities kernbegrippen sector

Universitaire Pabo van Amsterdam Studiehandleiding CE RF Cultuureducatie en Erfgoed

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting ET Emmen Tel:

1 Interpersoonlijk competent

Cultuurbeleidsplan

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

beleidsplan cultuureducatie o.b.s. De Zoeker Kerndoelen cultuureducatie voor het basisonderwijs

OBS De Dorpsakker Assendelft

Kunstgebouw Beleidsplan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

REFLECTEREN OP MULTICULTURALITEIT (60 MIN)

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Cultuuronderwijs in school

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

KWALITEITSCRITERIA FONDS CULTUUREDUCATIE ZWOLLE

Leraar basisonderwijs LB

- het formuleren van een onderdeel voor een beleidsplan cultuureducatie op maat van de school.

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)

Toelichting competenties

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Cultuur op school; een hele kunst

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool

Didactische cursus POP

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Alvast hartelijk dank voor het invullen! De teams van Kunststation C, IVAK de Cultuurfabriek, Cultuur Educatie Stad en Museumhuis Groningen

Praktijkplan. Competenties waar ik me op ga richten de komende periode:

M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE

Leerthema 1: De Intern Begeleider / Zorgcoördinator als spil in het onderwijs

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Kunstgebouw Beleidsplan

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ

Competentievenster 2015

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Teamtrainingen & ouderavond

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling

KENNISBASIS CULTUURONDERWIJS versie 17 december 2010

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

CULTUUREDUCATIE BOVEN

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK PCB PRINSES JULIANA

RESULTATEN PROPEDEUTISCHE FASE

1. Het Lokaal convenant cultuur en onderwijs Leiden, juni 2015 vast te stellen waarin een visie op cultuuronderwijs,

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs

Verbreding Techniek Basisonderwijs Achtergrondinformatie voor basisscholen

BELEIDSPLAN ACTIEF BURGERSCHAP De Bukehof

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bekwaamheidseisen leraren

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Basispakket Kunst- en Cultuureducatie

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Excellente Leerkracht SBO, SO/VSO. Stichting Meerkring LC 11 Onderwijsproces -> Leraren Marieke Kalisvaart

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

POP Martin van der Kevie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Fianne Konings en Marjo Berendsen over Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs door Jacolien de Nooij

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K.B.S. "SINT MAARTENSCHOOL"

Evaluatierapport Nationale Opleiding MediaCoach 2015

Schoolbeleidsplan Cultuureducatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Interne. Coördinator. Cultuurdeducatie

Programma van toetsing

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Mediawijsheid protocol Basisschool Op t Hof

KEK DE FRIESE MEREN: VINDBAARHEID EN VERBONDENHEID

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Onderzoek/ontwikkeling gesteund met de PWO-middelen van de Arteveldehogeschool

Brabantse aanpak Cultuureducatie met Kwaliteit

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Transcriptie:

Inhoud Voorwoord 7 1 inleiding: het handboek in vogelvlucht 9 1 Introductie 10 2 Leeswijzer 12 2.1 Samenvatting 12 2.2 Zelf aan de slag 12 2.3 Achtergronden 12 3 Verantwoording 13 2 samenvatting: overzicht van cultuureducatie op de pabo 15 1 Cultuur 16 2 Cultuureducatie 16 3 Wat maakt cultuureducatie tot cultuureducatie 17 4 Cultuureducatie in de Pabo 17 5 Beroepstaken, competenties en indicatoren cultuureducatie 19 6 Kwaliteit cultuureducatie 20 7 Cultuurmonitor 21 3 zelf aan de slag: het materiaal voor docenten en management 23 1 Overzicht kernindicatoren 24 1.1 Beroepstaken en competenties 24 1.2 Kernindicatoren Basis en Verdieping 25 2 Competentieprofiel ICC voor de Pabo 28 2.1 Eindopdracht certificaat Interne Cultuurcoördinator 28 2.2 Verstrekking certificaten 29 3 Instrumenten voor zelfevaluatie 31 3.1 Cultuurmonitor voor basisscholen en voor Pabo s 31 3.2 De instrumenten van de cultuurmonitor 32 3.3 Doel van de cultuurmonitor 34 3.4 De kwaliteitsdriehoek cultuureducatie 34 3.5 De kwaliteit van de culturele educatieve activiteit 36 3.6 Beleidscyclus 38

4 toelichting beroepstaken, competenties en indicatoren 41 1 Toelichting beroepstaken cultuureducatie 42 1.1 Kader formulering beroepstaken 42 1.2 Beroepstaken in relatie tot major en minor 43 1.3 De beroepstaken in de Basis 43 1.4 De beroepstaken in de Verdieping 45 1.5 Het instapniveau 46 2 Indicatoren Basis cultuureducatie 47 2.1 Beroepstaak A: Inspireren als cultuurdrager en cultuuroverdrager 47 2.2 Beroepstaak B: Ontwikkelen van een visie op cultuureducatie 48 2.3 Beroepstaak C: Ontwerpen van culturele educatieve activiteiten 49 2.4 Dublin descriptoren 51 3 Indicatoren Verdieping cultuureducatie 52 3.1 Beroepstaak B: Ontwikkelen van een visie op cultuureducatie 52 3.2 Beroepstaak C: Ontwerpen van culturele educatieve activiteiten 53 3.3 Beroepstaak D: Onderzoek doen naar aanleiding van vragen 54 uit het werkveld 3.4 Beroepstaak E: Coördineren van cultuureducatie activiteiten 55 zowel intern als extern gericht 3.5 Beroepstaak F: Verwerven van inhoudelijk vakmanschap 56 3.6 Dublin descriptoren 57 4 Competenties en indicatoren ICC voor de Pabo 58 4.1 Competentieprofiel ICC 58 4.2 Dublin descriptoren 63 4.3 Literatuur bij competentieprofiel ICC voor de Pabo 63 5 achtergronden bij cultuureducatie 67 in het primair onderwijs en op de pabo 1 Waarom cultuureducatie 68 1.1 Cultuur en cultuureducatie 68 1.2 Inhoud van cultuureducatie 70 1.3 Cultuureducatie als doel 71 1.4 Cultuureducatie als middel 71 1.5 Cultuureducatie en onderwijs 72 2 Cultuureducatie op de basisschool 73 2.1 Cultuur als samenhangend thema 74 2.2 De kerndoelen 75 2.3 Cultuureducatie en de ontwikkeling van kinderen 76 2.4 Stimuleringsregelingen 77 2.5 Brede school en de verlengde schooldag 77

3 Cultuureducatie op de Pabo 79 3.1 Cultuureducatie in het curriculum 80 3.2 Een goede leraar cultuureducatie 81 3.3 Kennisbasis cultuureducatie 82 3.4 Cultuureducatie en de ontwikkelingen in het HBO 85 4 Basis cultuureducatie 86 4.1 De status van cultuureducatie in het opleidingsprogramma 86 4.2 De leraar als cultuurdrager en cultuuroverdrager 87 5 Verdieping cultuureducatie 87 5.1 Waarom verdiepingsinhoud? 88 5.2 Cultuureducatie en integrale persoonlijkheidsontwikkeling 88 6 Opvattingen over leren en cultuureducatie 89 6.1 Authentiek leren en sociaal constructivisme 90 6.2 Meervoudige intelligentie 91 6.3 Competentiegericht leren 91 6.4 ICT als katalysator van leren 92 6.5 Afsluitend 92 6 verantwoording handboek en cultuurmonitor 97 1 Context 98 2 De opdracht 99 3 Ontwikkelgroepen 100 3.1 Ontwikkelgroep toepasbaar maken cursus Interne Cultuurcoördinator (ICC) 100 3.2 Ontwikkelgroep basisinhoud cultuureducatie 100 3.3 Ontwikkelgroep verdiepingsinhoud cultuureducatie 101 3.4 Ontwikkelgroep cultuurmonitor 101 Bijlage 1: Begrippenlijst Primair Onderwijs 104 Bijlage 2: Literatuurlijst 110

Voorwoord Voor u ligt het eerste handboek Cultuureducatie in de Pabo. U deelt met mij het streven om iedereen, van jongs af aan, in aanraking te laten komen met cultuur. Een brede culturele basis is een voorwaarde voor ontplooiing van talent. Dit handboek is ontwikkeld om u daarin te begeleiden, als docent op een Pabo, of als toekomstige leraar op een basisschool. Het geeft handreikingen voor het verbeteren van de kwaliteit van cultuureducatie. Welke vaardigheden en kennis moeten studenten opdoen voor hun lespraktijk en wat is nodig om specialist in cultuureducatie of cultuurcoördinator te worden? Aan welke eisen moeten culturele activiteiten voldoen? Dit boek bevat naast praktisch toepasbaar materiaal over kunst, erfgoed en media ook een cultuurmonitor. Die is bedoeld om de Pabo, maar ook het primair onderwijs, een spiegel voor te houden. Uiteraard kunt u hierbij van elkaar leren. Dat kan ook digitaal, via www.cultuurnetwerk.nl/ cultuurmonitor. Het invullen van de vragenlijsten geeft meteen zicht op uw resultaten en maakt het mogelijk geanonimiseerd de eigen culturele activiteiten te vergelijken met die van andere scholen. Ik weet zeker dat dit boek docenten zal inspireren om kinderen kennis te laten maken met alles wat cultuur te bieden heeft. Ik wil de Pabo-docenten die zich zo hebben ingespannen om dit boek samen te stellen van harte feliciteren met dit mooie resultaat en ik wens u allen veel succes. ronald m. plasterk Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1 Inleiding: het handboek in vogelvlucht Pabo s denken meer en meer na over wat cultuur voor het opleiden van leraren betekent. En door het competentiegerichte onderwijs zijn ook studenten bewust op zoek naar hun rol op het gebied van cultuur.

10 handboek cultuureducatie in de pabo 1 introductie Cultuureducatie in de basisschool heeft de laatste jaren meer en meer aandacht gekregen. Was het vroeger beperkt tot een enkel bezoek aan een museum en misschien een theatervoorstelling in de school, tegenwoordig zien we dat cultuureducatie een volwaardige plaats in het onderwijs gaat innemen. 1 Eigenlijk zijn scholen culturele instellingen. Hier krijgen leerlingen de cultuur in algemene zin overgedragen. Ze leren lezen, schrijven, rekenen, waarnemen, beschouwen, analyseren, redeneren, beargumenteren, concluderen en nog veel meer. Zoals deelnemen aan culturele activiteiten. Goed onderwijs leert kinderen de verschillende dimensies ervan zien en ervan te genieten. Door kinderen hier al op jonge leeftijd kennis mee kennis te laten maken, leren ze welke plaats cultuur inneemt in de samenleving en wat cultuur voor hen kan betekenen. Al die vaardigheden spelen een rol bij cultuureducatie. De overheid stimuleert cultuureducatie in de basisschool op vele manieren: aandacht voor cultuur is niet beperkt tot het kunstzinnig domein. Cultuureducatie is onderdeel van het onderwijsprogramma. Er is een nascholingstraject cultuurcoördinator in de basisschool ontwikkeld die zeer succesvol is. En zowel de landelijke overheid als provincies en gemeenten hebben allerlei subsidies of stimuleringsregelingen geïntroduceerd. Ook particuliere fondsen steunen de ontwikkeling van cultuureducatie in het primair onderwijs steeds meer. De ontwikkelingen rondom de brede school en de invoering van de verlengde schooldag bieden perspectief om meer aandacht te kunnen geven aan culturele educatieve activiteiten die voor de ontwikkeling van kinderen van belang zijn. En niet te negeren zijn de indringende discussies in de samenleving over burgerschap, over het belang van de culturele banden met het verleden, over normen en waarden, over het besef dat naast materiële waarden ook de immateriële waarden niet veronachtzaamd moeten worden. Al deze aspecten zijn ongetwijfeld van invloed op een groeiende belangstelling voor cultuureducatie. De ontwikkelingen in het basisonderwijs leiden ook in de Pabo s tot meer aandacht voor cultuureducatie. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van brede of verdiepende minoren cultuur in allerlei varianten. Ook politiek wordt het belang van cultuureducatie op de Pabo s geduid. Zo schrijven de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad in een gezamenlijk advies aan de minister: Cruciaal voor de ontwikkeling van cultuureducatie in het onderwijs is het opleiden van deskundige leraren. Studenten op de Pabo s moeten zich kunnen ontwikkelen tot leraren met ruim voldoende culturele bagage. Het curriculum van de Pabo s dient daarom structureel aandacht te besteden aan kunst- erfgoededucatie, omgevingsonderwijs, media-educatie, literatuureducatie. 2 De raden vinden het bovendien wenselijk dat alle Pabo-studenten de mogelijkheid te krijgen de specialisatie tot cultuurcoördinator of mediacoach te volgen en daarvoor een aantekening op hun diploma te krijgen. Hoewel

inleiding: het handboek in vogelvlucht 11 dit advies niet in zijn geheel is omgezet naar het wettelijke opleidingskader, is in het majoren minorbeleid van een groot aantal hogescholen dit advies terug te vinden. Opleidingen denken inmiddels steeds meer na over wat cultuur voor het opleiden van leraren betekent. En door de invoering van het competentiegerichte onderwijs zijn ook studenten bewust op zoek naar hun rol op het gebied van cultuur. Over welke competenties moet ik beschikken om samen met kinderen cultuureducatie vorm te kunnen geven? Wat zijn kenmerkende beroepstaken cultuureducatie en hoe kan ik laten zien dat ik die goed kan uitvoeren? Aan welke kwaliteiten moeten culturele activiteiten voldoen? Hoe kan ik op mijn school of opleiding in gesprek gaan over de ambitie die wij met cultuureducatie hebben en of we het goed doen? De afgelopen jaren zijn deze vragen geregeld besproken in landelijke netwerkbijeenkomsten cultuureducatie van de Pabo s. Aanvankelijk ging het in die bijeenkomsten over kunsteducatie en erfgoededucatie. Over wat die twee met elkaar verbindt en welke plaats media-educatie daarbij inneemt. Maar basisscholen vragen meer en meer om leraren die in staat zijn interessant, vakoverstijgend onderwijs aan kinderen aan te bieden. Die weten hoe ze kinderen kennis kunnen laten maken met cultuur, hen de wortels van onze multiculturele samenleving in al zijn facetten leren kennen, hen kunnen voorbereiden op deelname aan cultuur. Dat vraagt om leraren die zich bewust zijn van hun eigen culturele bagage en die bagage ook kunnen overdragen. Die het nodige over hebben om als cultuuroverdrager te kunnen functioneren. Dan hebben we het niet meer over kunsteducatie, erfgoededucatie of media-educatie, maar spreken we over cultuureducatie. Al sinds 2001 investeert het ministerie van OCW samen met hogescholen in cultuureducatie in lerarenopleidingen basisonderwijs. In de pilotfase kregen opleidingen de gelegenheid kunsteducatie of erfgoededucatie te verankeren in het onderwijsprogramma. In de periode 2004-2006 werd een breedtestrategie ingezet om in alle opleidingen cultuureducatie een plaats te geven in het programma. Een van de belangrijke doelen was om structurele samenwerkingsverbanden met de culturele omgeving aan te gaan. Kern van de activiteiten tot en met 2006 was verankering van kunst- en erfgoededucatie in het opleidingsprogramma en studenten vaardigheden laten opdoen om samen met de culturele omgeving van een basisschool cultuureducatie vorm te geven. Daarnaast onderzochten opleidingen welke rol zij als opleidingsinstituut in regionale en lokale netwerken cultuureducatie primair onderwijs kunnen spelen. Inspirerende resultaten zijn beschreven in Een rugzak gevuld met cultuur. 3 De resultaten variëren van een specifieke module Cultuureducatie tot de aanstelling van een culturele werkgroep op de Pabo. Door de komst van minoren zijn binnen het HBO vanuit verschillende invalshoeken verdiepende programma s cultuureducatie ontwikkeld en deze worden inmiddels uitgevoerd. In de periode 2006-2009 is via een verdiepingsstrategie gewerkt aan kwaliteit, aan basisinhoud cultuureducatie voor alle studenten en verdiepingsinhoud cultuureducatie als ver-

12 handboek cultuureducatie in de pabo dieping of specialisatie voor een beperkt aantal studenten. 4 De resultaten van dit werk zijn deze publicatie en twee cultuurmonitoren: een voor docenten en het management van de Pabo s, en een voor basisscholen (cultuurcoördinator, team, directie) en Pabo-studenten. 2 leeswijzer Dit boek voert de lezer telkens verder in op het gebied van cultuureducatie in het primair onderwijs en op de Pabo. Het bevat praktisch toepasbaar materiaal en reikt alle achtergrondinformatie aan die docenten en managers nodig hebben om zelf met het onderwerp aan de slag te gaan. En het bevat een schat aan teksten die gebruikt kunnen worden als studiemateriaal voor studenten. 2.1 samenvatting De samenvatting (hoofdstuk 2) biedt de lezer het belangrijkste overzicht. Het schetst de lijn cultuur, cultuureducatie, wat maakt cultuureducatie tot cultuureducatie en cultuureducatie in de Pabo s. In compacte schema s zijn daar de beroepstaken en bijbehorende competenties voor alle (toekomstige) leraren en de specialisten cultuureducatie aan toegevoegd. Ook wordt kort beschreven wat de kwaliteit van cultuureducatie bepaalt en met welke instrumenten die, zowel in het basisonderwijs als in de Pabo s, in beeld kan worden gebracht. 2.2 zelf aan de slag In hoofdstuk 3 vindt de lezer met welk materiaal hij of zij zelf aan de slag kan. Het gaat achtereenvolgens om de beroepstaken en 30 kernindicatoren cultuureducatie, het competentieprofiel Interne Cultuur Coördinator voor gebruik in de Pabo en de instrumenten voor zelfevaluatie van cultuureducatie en culturele educatieve activiteiten in het primair onderwijs en in de Pabo. Met de beschreven beroepstaken, kernindicatoren en competenties kunnen Pabo s cultuureducatie in de eigen opleidingsprogramma (verder) vormgeven en nader beschouwen, en met eigen docenten en docenten van andere opleidingen bespreken. De cultuurmonitor biedt instrumenten om dat op systematische wijze te doen. De bijbehorende vragenlijsten van de cultuurmonitor zijn apart bijgevoegd en zijn te downloaden. Digitaal invullen van deze vragenlijsten levert een grafisch beeld op van de resultaten. Om zichtbaar te maken hoe de cultuurmonitor een plaats kan krijgen in het reguliere kwaliteitszorgsysteem van de opleiding, is een beschrijving van de kwaliteitscyclus toegevoegd. 2.3 achtergronden De hierop volgende hoofdstukken geven nadere informatie over het te gebruiken materiaal en over het onderwerp cultuureducatie op de basisschool en de Pabo. Voor de ontwikkeling van de beroepstaken, de competenties en de indicatoren cultuureducatie is gezocht naar een theoretische onderbouwing. Die is te vinden in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat nader in op het hoe, wat en waarom van cultuureducatie, zowel op de basisschool als op de Pabo.

inleiding: het handboek in vogelvlucht 13 Daar wordt ook beschreven welke kennis en vaardigheden alle studenten op moeten doen voor hun latere lespraktijk (de Basis) en welke kennis en vaardigheden studenten zich eigen moeten maken om specialist cultuureducatie of cultuurcoördinator te worden (de Verdieping). Omdat cultuureducatie verbonden is met opvattingen over leren, worden die apart toegelicht. Ten slotte is in hoofdstuk 6 beschreven hoe cultuureducatie in de Pabo s zich sinds 2001 heeft ontwikkeld, welke opdrachten voor de periode 2006-2009 zijn geformuleerd en op welke wijze en door wie deze opdrachten zijn uitgewerkt. Een begrippenlijst en een literatuurlijst vormen het sluitstuk van dit boek. In de begrippenlijst worden de gebruikte definities en begrippen kort en helder toegelicht, zodat de vragen uit de cultuurmonitor eenduidig worden geïnterpreteerd. 3 verantwoording Veertien docenten, werkzaam op twaalf hogescholen, hebben samen met vijf medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland gewerkt aan de volgende producten: Handboek cultuureducatie in de Pabo Cultuurmonitor Primair Onderwijs Cultuurmonitor Pabo De vijf leden van de stuurgroep hebben de auteurs ondersteund in hun werkzaamheden door adviezen te geven of door tijdens landelijke netwerkbijeenkomsten mee te denken. Dit project was niet mogelijk geweest zonder de financiële ondersteuning van het ministerie van OCW en de bijdragen van de hogescholen waar de auteurs werkzaam zijn. 5 Het ministerie van OCW beschouwt de ontwikkelde producten belangwekkend voor de verdere ontwikkeling van cultuureducatie. Dat blijkt onder andere uit het feit dat het ministerie voor de periode 2009-2012 opnieuw flink wat middelen ter beschikking heeft gesteld om cultuureducatie in opleidingen leraar basisonderwijs kwalitatief verder te versterken. Dan zal ook de kennisbasis cultuureducatie, nu beschreven in hoofdstuk 5 3.3, verder worden uitgewerkt, in samenwerking met de opleidingen leraar basisonderwijs.

14 handboek cultuureducatie in de pabo noten 1 Vegt, A.L. van der & Hoogeveen, K. (2006). Cultuur in beweging. Monitor Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs 2005-2006. Utrecht: Sardes. 2 Onderwijsraad & Raad voor Cultuur (2006). Onderwijs in cultuur. Versterking van cultuureducatie in primair en voortgezet onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad/Raad voor Cultuur, p. 2. 3 Hemel, A. van, Thissen, C. & Vogelezang, P. (Eds.) (2007). Een rugzak gevuld met cultuur. Utrecht/Amsterdam: Cultuurnetwerk Nederland/Erfgoed Nederland. 4 Vogelezang, P. & Rokebrand, F. (2008). Op weg naar De kunst (van het) verankeren. Investeren in cultuureducatie in lerarenopleidingen basisonderwijs 2009-2015. Manuscript, 26 augustus 2008, p. 11. 5 Zie voor meer informatie over de opdrachten, deelnemende opleidingen en auteurs hoofdstuk 6.

2 Samenvatting: overzicht van cultuureducatie op de Pabo Voor cultuureducatie geldt niet alleen de vraag: doen we de goede dingen, maar ook: doen we de dingen goed? Wat maakt de kwaliteit van cultuureducatie?

16 handboek cultuureducatie in de pabo 1 cultuur Bij cultuur denk je al gauw aan kunst. Of aan geschiedenis. Cultuur wordt in dit boek echter veel breder opgevat: als opvattingen, uitingen en gedragingen. Cultuurbepaald en cultuurbepalend zijn daarbij sleutelbegrippen. Opvattingen bestaan uit regels, normen en waarden, en zijn dynamisch van aard. Uitingen zijn zowel van materiële als van immateriële aard. Kunst, gebouwen, gebruiksvoorwerpen, taal, communicatie en rituelen: ze zijn bepalend voor de cultuur, maar zijn evenzeer door de cultuur (van een maker, een groep, een land) bepaald. Dat geldt ook voor gedragingen. Gedragingen zijn gewoonten, gebruiken, handelwijzen en methoden. Sommige gebruiken zijn zo n traditie geworden dat ze tot de rituelen gaan behoren. Samen vormen opvattingen, uitingen en gedragingen de cultuur van een samenleving. In de samenleving is sprake van een grote culturele diversiteit: een mix van subculturen met hun uitingen, geloven, gewoonten, gebruiken, waarden en normen. De cultuur waarin je opgroeit maak je je onbewust en bewust eigen. Het onderwijs speelt daarbij een belangrijke rol. Opvattingen Gedragingen cultuur Uitingen figuur 1_ cultuur 2 cultuureducatie De maatschappij vraagt om jonge burgers die geleerd hebben om -op eigen wijze- nu en later actief deel te nemen aan het culturele leven. Cultuureducatie in het onderwijs geeft kinderen de mogelijkheid kennis te nemen van al die opvattingen, gedragingen en uitingen die kenmerkend zijn voor onze samenleving in heden en verleden. Daarvoor kunnen we teruggrijpen op tradities, overleveringen en het materiële cultureel erfgoed en op wat de kunsten voortbrengen en hebben voortgebracht. Media spelen een belangrijke rol in de wijze waarop onze huidige samenleving functioneert. Cultureel erfgoed, de kunsten en de media worden in de klassieke definitie tot cultuureducatie gerekend (UNESCO 2002). 1 Het is belangrijk dat kinderen van jongs af aan deelnemen aan cultuuruitingen: actuele en historische, vertrouwde en minder vertrouwde. 2 Leerlingen dienen ermee kennis te maken, niet alleen vanwege de formele reden dat het zo in de wet staat, maar ook omdat we ons

samenvatting: overzicht van cultuureducatie op de pabo 17 geen ontwikkeling van mensen kunnen voorstellen zonder die kennismaking. Het gaat bij cultuureducatie om: toerusting voor de toekomst, zodat jonge mensen straks adequaat kunnen participeren in de samenleving. 3 Erfgoed, kunst en media vormen daar een belangrijk onderdeel van; overdracht van culturele verworvenheden; ruimte voor individuele ontwikkeling door het opdoen van persoonlijke, vormende ervaringen. Opvattingen Gedragingen cultuur Uitingen figuur 2_ cultuureducatie 3 wat maakt cultuureducatie tot cultuureducatie Cultuureducatie kent een veelheid aan doelen en effecten. Educatie over erfgoed versterkt de binding met het verleden en het historisch besef. Kunsteducatie vergroot de kunstzinnige en creatieve vermogens van mensen, verschaft kennis en inzicht in kunstvormen en geeft mensen de middelen om een gemotiveerde keuze te maken uit het kunstaanbod en actief deel te nemen aan het culturele leven. Media-educatie leert mensen kundig en kritisch om te gaan met (massa)media, zowel met de klassieke (kranten, radio, tv) als met nieuwe media (internet). Media-educatie draagt bij tot grotere mediawijsheid. 4 Daar waar erfgoededucatie, kunsteducatie en media-educatie elkaar al dan niet in combinatie met andere vak- en vormingsgebieden raken of bepaalde aspecten met elkaar delen, is sprake van cultuureducatie. Daarmee wordt een belangrijk uitgangspunt voor cultuureducatie zichtbaar: alle vak- en vormingsgebieden leveren een bijdrage aan cultuureducatie en cultuureducatie levert een bijdrage aan alle vak- en vormingsgebieden. 4 cultuureducatie in de pabo Bovenstaand uitgangspunt heeft vanzelfsprekend consequenties voor de inhoud van cultuureducatie en de wijze waarop die inhoud vorm krijgt in het opleidingsprogramma. In het basisonderwijs is sprake van leergebieden. Het gaat om Taal en communicatie, Rekenen en wiskunde, Oriëntatie op jezelf en de wereld, Kunstzinnige Oriëntatie en Bewegingson-

18 handboek cultuureducatie in de pabo derwijs. 5 De opleidingen voor leraren zijn gericht op het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden in de onderscheiden kunstvakken, mens- en maatschappijvakken, natuur- en techniekvakken, levensbeschouwing, filosofie, bewegingsonderwijs, soms aangevuld met extra keuzevakken. Die kennis, inzichten en vaardigheden worden verbonden met de leergebieden in het basisonderwijs. Gecombineerd met bovenstaande beschrijving van cultuureducatie ontstaat voor Pabo s het volgende schema (figuur 3). De buitenste cirkel omvat de leergebieden basisonderwijs. De drie gekleurde cirkels representeren erfgoededucatie, kunsteducatie en media-educatie. Daar waar twee of meer cirkels elkaar raken of overlappen is sprake van cultuureducatie omdat de inhoud niet toe te rekenen is aan één specifiek vak of leergebied. De grootte van de cirkels en de mate waarin de cirkels elkaar overlappen is (nog) arbitrair. In de komende jaren zal in de praktijk moeten blijken hoe het schema in overeenstemming met de werkelijkheid (te brengen) is. kunsteducatie erfgoededucatie media-educatie taal en communicatie rekenen en wiskunde oriëntatie op jezelf en de wereld kunstzinnige oriëntatie bewegingsonderwijs figuur 3_ cultuureducatie in de opleiding

samenvatting: overzicht van cultuureducatie op de pabo 19 5 beroepstaken, competenties en indicatoren cultuureducatie Studenten verwerven competenties om als cultuurdrager en als cultuuroverdrager in het onderwijs te kunnen functioneren. Als leraar vervul je in beide rollen bepaalde taken die specifiek samenhangen met cultuureducatie. In de Pabo krijg je de gelegenheid je voor te bereiden op die taken. Niet alle studenten zullen zich willen specialiseren in cultuureducatie. Op basis van wat in de kerndoelen basisonderwijs is geformuleerd, moeten echter alle leraren in staat zijn om bekwaam (professioneel) te kunnen handelen in kenmerkende situaties die samenhangen met cultuureducatie. Die kenmerkende situaties zijn gekoppeld aan beroepstaken (tabel 1). Voor alle leraren gelden drie beroepstaken (zie Basis, middelste kolom tabel 1). Voor (aanstaande) leraren die zich willen verdiepen of specialiseren zijn vijf beroepstaken geformuleerd (zie Verdieping, rechterkolom tabel 1). Bij elke beroepstaak passen competenties (tabellen 2 en 3). Steeds is een selectie gemaakt uit de zeven SBL competenties die kenmerkend zijn voor de betreffende beroepstaak. 6 Beroepstaak Basis Verdieping a Inspireren als cultuurdrager en cultuuroverdrager b Ontwikkelen van een visie op cultuureducatie c Ontwerpen van cultuureducatieve activiteiten d Onderzoeken naar aanleiding van vragen uit het werkveld e Coördineren van cultuureducatieve activiteiten f Verwerven van inhoudelijk vakmanschap tabel 1_ beroepstaken cultuureducatie Basis Met leerlingen Met collega s Met omgeving Reflectie en competentie ontwikkeling Interpersoonlijk a Pedagogisch b Vakinhoudelijk ac ab b abc & didactisch Organisatorisch c tabel 2_ competenties basis cultuureducatie

20 handboek cultuureducatie in de pabo Verdieping Met leerlingen Met collega s Met omgeving Reflectie en competentie ontwikkeling Interpersoonlijk Pedagogisch be de Vakinhoudelijk b de ce bdf & didactisch Organisatorisch b tabel 3_ competenties verdieping cultuureducatie Aan de competenties zijn indicatoren gekoppeld die zichtbaar maken over welke kwaliteiten een leraar moet beschikken om samen met kinderen vorm te kunnen geven aan cultuureducaties. Het resultaat hiervan is zowel voor de Basis als voor de Verdieping te vinden in Zelf aan de slag, pagina s 23-40. 6 kwaliteit cultuureducatie Voor cultuureducatie in zowel de basisschool als de Pabo geldt niet alleen de vraag: doen we de goede dingen, dat wil zeggen de dingen die passen bij de ambitie ten aanzien van cultuureducatie, maar ook: doen we de dingen goed? Of anders gezegd, is de kwaliteit voldoende, heeft cultuureducatie het effect bij aanstaande leraren dat we ons er van voorstellen. Wat maakt de kwaliteit van cultuureducatie? Kwaliteit is een waardering die is gerelateerd aan één of meer normen, die veelal aan voortdurende verandering onderhevig zijn. Cultuureducatie vindt plaats binnen de algemene context van de basisschool of de Pabo. Er is dynamiek en er zijn relaties tussen actoren (personen, organisaties) en factoren (beschikbare tijd, middelen) die in de kwaliteitsdriehoek in figuur 4 zichtbaar kunnen worden gemaakt. 7 Interactie en de verhouding(en) tussen actoren bepalen de kwaliteit van de inrichting van cultuureducatie. De samenhang en het evenwicht tussen de diverse actoren laat de mate van consistentie zien.

samenvatting: overzicht van cultuureducatie op de pabo 21 Inhoud Visie Onderwijsprogramma Organisatie Schoolorganisatie Partners kwaliteit Context* Randvoorwaarden Financiën Faciliteiten * Context van de school: de culturele omgeving, de leerlingenpopulatie, de bestuursvorm, de locatie van de school figuur 4_ kwaliteitsdriehoek cultuureducatie 7 cultuurmonitor Een gedegen plan voor cultuureducatie is nog geen garantie voor de kwaliteit van cultuureducatie. Een onderwijsprogramma gebaseerd op een geformuleerde visie (inhoud) is weliswaar een voorwaarde voor doelgerichte cultuureducatie, maar levert niets op als de onderwijsorganisatie, het personeelsbeleid en het financieel beleid tekortschieten. Daarom is gezocht naar instrumenten om in beeld te brengen hoe cultuureducatie in praktijk wordt gebracht. Voor zowel de basisschool als de Pabo is een cultuurmonitor ontwikkeld. De cultuurmonitor voor het basisonderwijs kan ook door studenten in de opleiding gebruikt worden. De Cultuurmonitor Primair Onderwijs en de Cultuurmonitor Pabo bestaan elk uit drie instrumenten: het gestuurde gesprek cultuureducatie, een vragenlijst waarmee de discussie over visie en beleid van cultuureducatie met het gehele team kan worden gevoerd; een vragenlijst cultuureducatie, waarmee alle actoren die van invloed zijn bij de inrichting van cultuureducatie in de basisschool of in de opleiding in kaart worden gebracht; een vragenlijst culturele educatieve activiteit, waarmee zichtbaar kan worden gemaakt wat de succesfactoren zijn bij de voorbereiding, organisatie, uitvoering en evaluatie van een activiteit.

22 handboek cultuureducatie in de pabo Bij het beantwoorden van de vragen wordt bovendien zichtbaar welke actoren op school worden ingezet en hoe de verschillende actoren zich tot elkaar verhouden. Daarom wordt ook gevraagd aan te geven in welke mate men tevreden is over de inzet van die actoren en de mate waarin ze doelgericht worden benut. Digitaal invullen van de Vragenlijst cultuureducatie of de Vragenlijst culturele educatieve activiteit op de site www.cultuurnetwerk.nl/cultuurmonitor levert meteen zicht op de resultaten. Bij het opslaan van de gegevens geeft de gebruiker toestemming om de resultaten geanonimiseerd te gebruiken. Na het opslaan van de gegevens is het mogelijk de eigen gegevens te vergelijken met de geanonimiseerde gegevens van scholen of opleidingen die eveneens de gegevens digitaal hebben opgeslagen. Daarmee is de gebruiker in staat cultuureducatie in de eigen school of opleiding nog beter te beoordelen: wij doen het zo gek nog niet in vergelijking met het landelijke beeld of op het onderdeel organisatie doen wij het minder goed dan gemiddeld maar de beschikbare tijd voor de interne cultuurcoördinator daarentegen is bovengemiddeld. noten 1 www.colloque2002symposium.gouv.qc.ca/h4v_presentation_an.htm, geraadpleegd op 5 juli 2009. 2 Greven, J. & Letschert, J. (2006). Kerndoelen Primair Onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, p. 3. Zie ook Oriëntatie op jezelf en de wereld en Kunstzinnige Oriëntatie, p. 12 en 15. 3 De meest recente term hiervoor is cultuurwijsheid: het kunnen leren en profiteren van overeenkomsten en van verschillen in kunst en cultuur, zelf keuzes kunnen maken en die van anderen kunnen respecteren. Deze term geeft aan dat het er ook om gaat de afwijkende culturele keuzes van andere burgers te kunnen plaatsen en tot op zekere hoogte te kunnen waarderen. Hoefnagels, F. (2009). Een nieuwe toekomst voor het cultuurbeleid. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, p. 14. 4 Raad voor Cultuur (2005). Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. In: M-J. Kommers (Ed.), Zicht op... media-educatie en mediawijsheid (pp. 7-38). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. 5 www.postbus51.nl/nl/home/themas/onderwijs/basisonderwijs/periode-op-de-basisschool/lesprogramma/ wat-zijn-kerndoelen-voor-het-basisonderwijs.html#anchor-paragraph01, geraadpleegd op 25 september 2009. 6 De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) heeft zeven competenties opgesteld waaraan alle leraren moeten voldoen: interpersoonlijk competent, pedagogisch competent, vakinhoudelijk & didactisch competent, competent in samenwerken met collega s, competent in samenwerken met de omgeving, en competent in reflectie en ontwikkeling. 7 In het vervolg worden met de term actoren zowel actoren als factoren bedoeld.

3 Zelf aan de slag: het materiaal voor docenten en management Om een goede leraar cultuureducatie te worden, moeten studenten zich gericht voorbereiden op hun rol in de basisschool. Met de cultuurmonitor kunnen Pabo s en scholen de kwaliteit van hun cultuureducatie beoordelen en verbeteren.

24 handboek cultuureducatie in de pabo 1 overzicht kernindicatoren 1.1 beroepstaken en competenties Een leraar op de basisschool neemt deel aan de Nederlandse cultuur, voegt daaraan toe en draagt die over. Hij is cultuurdrager en ook bewust cultuuroverdrager. Studenten verwerven competenties om als cultuurdrager en als cultuuroverdrager in het onderwijs te kunnen functioneren. Niet alle studenten zullen zich willen specialiseren in cultuureducatie. Op basis van wat in de kerndoelen basisonderwijs is geformuleerd moeten echter alle leraren in staat zijn om bekwaam (professioneel) te kunnen handelen in kenmerkende situaties die samenhangen met cultuureducatie. Die kenmerkende situaties zijn gekoppeld aan beroepstaken. Voor alle leraren gelden drie beroepstaken (zie Basis, middelste kolom tabel 4). Beroepstaak Basis Verdieping a Inspireren als cultuurdrager en cultuuroverdrager b Ontwikkelen van een visie op cultuureducatie c Ontwerpen van cultuureducatieve activiteiten d Onderzoeken naar aanleiding van vragen uit het werkveld e Coördineren van cultuureducatieve activiteiten f Verwerven van inhoudelijk vakmanschap tabel 4_ beroepstaken cultuureducatie Voor (aanstaande) leraren die zich willen verdiepen of specialiseren zijn vijf beroepstaken geformuleerd (zie Verdieping, rechterkolom tabel 4). Bij elke beroepstaak passen competenties (tabel 5 en 6). Steeds is een selectie gemaakt uit de zeven SBL competenties die kenmerkend zijn voor de betreffende beroepstaak. 1 Bij elke beroepstaak cultuureducatie passen dus competenties die een leraar nodig heeft om deze taak goed te kunnen uitvoeren. Met indicatoren wordt zichtbaar over welke kennis, inzicht en vaardigheden de student daarvoor moet kunnen beschikken. In totaal zijn bij de 7 competenties cultuureducatie 88 verschillende indicatoren beschreven. Acht indicatoren Basis Met leerlingen Met collega s Met omgeving Reflectie en competentie ontwikkeling Interpersoonlijk a Pedagogisch b Vakinhoudelijk ac ab b abc & didactisch Organisatorisch c tabel 5_ competenties basis cultuureducatie

zelf aan de slag: het materiaal voor docenten en management 25 worden bij verschillende competenties genoemd. Om het geheel inzichtelijk te houden zijn de indicatoren voor Basis en Verdieping doorgenummerd tot 96. De lijst met alle indicatoren is te vinden in hoofdstuk 4. Verdieping Met leerlingen Met collega s Met omgeving Reflectie en competentie ontwikkeling Interpersoonlijk be Pedagogisch de Vakinhoudelijk b de ce bdf & didactisch Organisatorisch b tabel 6_ competenties verdieping cultuureducatie 1.2 kernindicatoren basis en verdieping Om scherp te krijgen waar het bij cultuureducatie vooral om gaat, zijn uit het totale aantal indicatoren 30 kernindicatoren geselecteerd die (bijna) uitsluitend of exclusief van toepassing zijn voor cultuureducatie. 2 Vijftien daarvan gelden voor alle studenten (Basis, tabel 7), de andere vijftien zijn alleen van toepassing voor studenten die zich willen verdiepen of specialiseren in cultuureducatie (Verdieping, tabel 8). 3 toelichting tabel 7 : kernindicatoren basis (pagina 26-27) De codes na elke indicator verwijzen respectievelijk naar de overeenkomstige indicator (zie hoofdstuk 4 2: Indicatoren Basis cultuureducatie) en de bijbehorende beroepstaak. Voor organisatorisch competent is geen kernindicator voor cultuureducatie opgenomen. Bij het ontwerpen van culturele educatieve activiteiten zijn vier indicatoren genoemd. Organisatorisch competent is op dit niveau niet exclusief toe te rekenen aan cultuureducatie maar wel aan (een combinatie van) kunstvakken of aan (een combinatie van) mens- of maatschappijvakken. Zie voor de motivering van dit onderscheid hoofdstuk 2 4 en hoofdstuk 5 1. toelichting tabel 8: kernindicatoren verdieping (pagina 26-27) De codes na elke indicator verwijzen respectievelijk naar de overeenkomstige indicator (zie hoofdstuk 4 3: Indicatoren Verdieping cultuureducatie) en de bijbehorende beroepstaak. Als een student zich verdiept of specialiseert in cultuureducatie is niet te overzien welke kwalificaties hij op andere momenten in zijn studie verwerft of heeft verworven, die voor cultuureducatie eveneens van belang zijn. 4 Een aantal indicatoren, zoals inhoudelijk vakmanschap, is gekoppeld aan vakken. Kennis, inzicht en vaardigheden die elders worden verworven en raken aan erfgoededucatie, kunsteducatie of media-educatie zijn onontbeerlijk. De drie kerncompetenties die behoren bij de beroepstaak Inhoudelijk vakmanschap zijn daardoor niet meer concreet te duiden dan nu geformuleerd is.

26 handboek cultuureducatie in de pabo Basis Met leerlingen Interpersoonlijk Pedagogisch Vakinhoudelijk & didactisch Organisatorisch 1 Je benoemt jouw rol en aandeel in het aanbieden van cultuuronderwijs aan kinderen. b1-a 2 Je gebruikt je eigen ervaringen om kinderen uit te nodigen tot gesprek over hun eigen culturele ervaringen. Je hanteert daarbij interactie en communicatievormen die alle kinderen zo veel mogelijk tot hun recht laten komen. b2-a 3 Je hebt kennis van de cultuurbeleving van kinderen. b14-b 4 Je herkent de diverse verschijningsvormen van cultuur die in je stagegroep aanwezig zijn en je hebt daarbij aandacht voor diversiteit (talent, religie, herkomst, sekse, sociale verschillen) en processen van identiteitsvorming, zingeving en waardeontwikkeling. b28-c 5 Je laat kinderen zien en ervaren dat cultuur zich op velerlei manieren manifesteert. b7-a 6 Je kunt culturele educatieve activiteiten ontwerpen en uitvoeren, waarbij vakoverstijgend wordt gewerkt, met een variatie aan werkvormen en materialen in een rijke culturele leeromgeving. b31-c 7 Je kunt vanuit kennis en visie ten aanzien van cultuureducatie een culturele educatieve activiteit voor jouw groep verantwoorden in relatie tot de ontwikkeling van kinderen van groep 1 t/m 8. b33-c * tabel 7_ kernindicatoren Verdieping Met leerlingen Interpersoonlijk 16 Je kunt binnen de taak van cultuurcoördinatie leerlingen en collega s motiveren, inspireren, informeren en begeleiden. v50-b 17 Je kunt een planmatige manier van aanpak voor interactie met collega s en personen uit het culturele netwerk van de desbetreffende basisschool bedenken. v75-e Pedagogisch 18 Je kunt de pedagogische opvatting van de school vertalen naar een eigentijdse visie op cultuureducatie. v51-b 19 Je kunt vanuit je ontwikkelde visie op cultuureducatie een vertaling maken in activiteiten en een voorstel doen voor inbedding in het onderwijsprogramma. v52-b Vakinhoudelijk & didactisch 20 Je verantwoordt je vakinhoudelijke en didactische opvattingen op basis waarvan je culturele educatieve activiteiten ontwerpt en uitvoert. Daarbij maakt je gebruik van relevante, actuele en methodische inzichten. v54-b 21 Je ontwerpt culturele educatieve activiteiten die aansluiten bij het schoolprogramma van de school / groep en waarmee je werkt aan vakoverschrijdende doelen en recht doet aan culturele diversiteit. v60-cf Organisatorisch 22 Je kunt vanuit de vraag van de school projecten op het gebied van cultuureducatie selecteren, initiëren, organiseren. Je kunt activiteiten met en voor kinderen naar cultuurinstellingen organiseren, met een reële inschatting hoe collega s, ouders en anderen daarbij ingezet kunnen worden. v63-c tabel 8_ kernindicatoren

zelf aan de slag: het materiaal voor docenten en management 27 Met collega s Met omgeving Met zichzelf 8 Je informeert, inspireert en motiveert collega s vanuit je rol als cultuur(over)drager. b9-a 9 Je neemt constructief deel aan de ontwikkeling en uitvoering van het schoolbeleid voor cultuureducatie. b18-b 10 Je kent de culturele kaart (culturele instellingen, ondersteunende instellingen en andere externe culturele partners) van de schoolomgeving. b19-b 11 Je werkt vanuit de onderwijsvisie van de school samen met culturele instellingen ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen. b40-c 12 Je hebt kennis van de cultuurdeelname in de thuissituatie van de leerlingen, informeert je over hun culturele achtergronden en benut cultuurverschillen onder andere ten behoeve van identiteitsvorming en waardeontwikkeling. b42-c 13 Je reflecteert op je eigen beginsituatie ten aanzien van cultuur. b11-a 14 Je kunt onder woorden brengen wat cultuurdrager en cultuuroverdrager zijn voor jou betekent in relatie tot je toekomstige rol als leraar. b12-a 15 Je beschrijft jouw ideale visie op cultuureducatie, je benoemt wat daarbinnen jouw sterke en zwakke punten zijn. b24-b basis cultuureducatie Met collega s Met omgeving Met zichzelf 23 Je kunt in gesprek met collega s binnen en buiten de school persoonlijke opvattingen ten aanzien van de inhoud en de plaats van cultuureducatie op de desbetreffende basisschool op een constructieve wijze kenbaar maken. v49-b 24 Je kunt als contactpersoon fungeren tussen de instellingen en de school, je kunt overleggen en duidelijk aangeven wat gewenst en mogelijk is in samenwerking tussen school en culturele instelling en je kunt (hulp)vragen uit de school inventariseren. v65-ce 25 Je bent je bewust van cultuurverschillen tussen culturele instellingen en de basisschool en gaat hierover in gesprek wanneer dat nodig is. v88-e 26 Je kunt verwoorden hoe jouw visie en ten aanzien van cultuureducatie zich heeft ontwikkeld en hoe jouw persoonlijk werkconcept met cultuureducatie is gerelateerd aan je visie op onderwijs. v55-b 27 Je kunt verwoorden wat voor kinderen op cultureel gebied belangrijk is en vanuit welke normen en waarden en onderwijskundige opvattingen je daar zelf vorm aan geeft (rekening houdend met de eigentijdse ontwikkeling van het kind, omgevingsfactoren en moderne media). v56-b 28 Je kunt via onderzoek een bijdrage leveren aan innovatie en ontwikkeling op het gebied van cultuureducatie, waarbij je systematisch reflecteert en evalueert. v72-d 29 Je kunt vanuit jouw persoonlijk vakmanschap een bijdrage leveren aan innovatie en ontwikkeling op het gebied van cultuureducatie, waarbij je systematisch reflecteert en evalueert. v95-f 30 Je relateert je persoonlijk inhoudelijk vakmanschap aan meningen en opvattingen van kunstenaars en/ of andere deskundigen op het gebied van cultuureducatie. v96-f verdieping cultuureducatie

28 handboek cultuureducatie in de pabo 2 competentieprofiel icc voor de pabo De Pabo s bieden hun studenten de laatste jaren steeds meer mogelijkheden om zich te specialiseren op het gebied van cultuureducatie. Voor zittende leerkrachten voorziet de landelijke Cursus Interne Cultuurcoördinator (ICC) sinds juli 2007 in deze behoefte. Zij kunnen hiermee het ICC-certificaat verkrijgen. Bij het ontwikkelen van de competenties en indicatoren van Basis en Verdieping zijn de competenties van de ICC-cursus vertaald naar competenties die gebruikt kunnen worden op de Pabo. Dit competentieprofiel geeft houvast voor het vormgeven van een specialisatie of minor op het gebied van cultuureducatie, waarmee studenten in de initiële opleiding of (deel) post-hbo traject worden opgeleid tot interne cultuurcoördinator. 5 Voorwaarde om als Pabo-student het certificaat cultuurcoördinator te verkrijgen is het uitvoeren van een eindopdracht. Deze opdracht komt overeen met de opdracht die leraren primair onderwijs moeten uitvoeren om hun certificaat in het kader van de reguliere ICCcursus te verkrijgen. Voor Pabo s die het landelijke certificaat aan hun studenten willen uitreiken, staat in hoofdstuk 3 2.2 beschreven welke actie de opleiding hiervoor moet ondernemen. 2.1 eindopdracht certificaat interne cultuurcoördinator De mate waarin de competenties 1 tot en met 7 (zie hoofdstuk 4 4) worden beheerst, wordt zichtbaar in een eindresultaat: de weergave van de eindopdracht waarmee het certificaat ICC kan worden verkregen. Onderstaande overzicht laat zien aan welke eisen ook een Pabostudent moet voldoen om voor het certificaat in aanmerking te komen. toetscriteria: pakvis Planmatig (handelen is doelgericht, stapsgewijs, tijdgebonden, gericht op 360 graden feedback) Authenticiteit (reflectie op persoonlijke leerervaring die op een onderzoeksgerichte manier tot stand is gekomen) Kennisbasis (actueel, relevant) Visie (eindopdracht sluit aan op visie, beleid en mogelijkheden van de basisschool; er is gebruik gemaakt van scan-instrumenten als Cultuurmonitor, Cultuurkompas) Implementatie (leerervaring vindt plaats in implementatie beleidscyclus: initiëren > coördineren > organiseren/uitvoeren > evalueren) Samenwerking (het project is gericht op samenwerking met een culturele instelling en integratie in de dagelijkse schoolpraktijk) omschrijving eindopdracht icc Je beschrijft de gewenste situatie ten aanzien van cultuureducatie voor je stageschool en presenteert een actieplan dat er op gericht is deze gewenste situatie te bereiken.

zelf aan de slag: het materiaal voor docenten en management 29 Het actieplan is op een verantwoorde wijze tot stand gekomen en voorzien van 360 graden feedback (leraren, ouders, kinderen, culturele partners, docenten pabo en eventuele andere belanghebbenden). Je kunt het actieplan onderbouwen met kennis, kennis van onderzoek op het terrein van cultuureducatie, eigen onderzoek, praktijkervaringen en praktijkvoorbeelden waarin je op methodisch verantwoorde manier toelicht welk effect de cultuuractiviteiten hebben op leerlingen en leerkrachten. (Kennis: zie competentieprofiel ICC. Praktijkervaringen betreffen eigen onderzoek, intervisie en uitgevoerde cultuureducatieprojecten. Je kunt toelichten welke organisatorische en samenwerkingsaspecten van belang zijn om activiteiten daadwerkelijk uit te voeren (inzet van leerkrachten, budget, ouderbetrokkenheid, leeromgeving binnen de school). Je kunt reflecteren op je eigen kwaliteiten als startbekwame ICC er. Het actieplan moet het resultaat zijn van persoonlijk onderzoek en vervolgacties ten aanzien van cultuureducatie voor jouw stageschool. Het wordt dus een persoonlijk project voor een actuele werksituatie. 2.2 verstrekking certificaten certificaten voor leraren die reeds werkzaam zijn in het onderwijs De huidige ICC-cursus wordt aangeboden aan leraren die in het basisonderwijs werkzaam zijn, en aan educatief medewerkers van instellingen. Deze cursus bestaat uit drie delen van elk drie lessen. De eerste zes bijeenkomsten zijn vooral oriënterend en verkennend van aard. De deelnemers/studenten krijgen bouwstenen aangereikt die zij in de laatste drie bijeenkomsten kunnen gebruiken bij het maken van een aanzet voor een beleidsplan. Om voor het certificaat in aanmerking te komen, moet de cursus voor leraren werkzaam in het basisonderwijs aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén van de voorwaarden is dat de cursus mede gegeven wordt door vertegenwoordigers van ten minste twee van de drie branches die indertijd bij de ontwikkeling van de cursus betrokken waren: Kunstconnectie (ondersteunende instellingen cultuureducatie, nu meestal lid van de Raad van twaalf), Erfgoed Nederland (erfgoedinstellingen) en Edventure (onderwijsbegeleidingsdiensten). Hoe die samenwerking vorm krijgt, bepalen de samenwerkingspartners zelf. certificaten voor pabo-studenten Pabo s mogen het certificaat aan hun studenten uitreiken als de hieronder genoemde onderdelen van het ICC-programma aan bod komen. 1 Cultuur in beweging Hierbij gaat het om een algemene visie op cultuureducatie. In dit deel: worden de deelnemers/studenten zich bewust van de eigen beleving van en visie op cultuur(educatie);

30 handboek cultuureducatie in de pabo leggen de deelnemers/studenten verbinding tussen de eigen visie en de school/instelling en haar omgeving binnen de huidige beleidskaders 6 ; nemen de deelnemers/studenten kennis van beleidsontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie (landelijk, provinciaal, lokaal); krijgen de deelnemers/studenten inzicht in het beschikbare culturele aanbod, zowel lokaal, provinciaal als landelijk; krijgen de deelnemers/studenten inzicht in de uitgangspositie van de eigen school/instelling in relatie tot de drie scenario s uit het rapport Hart(d) voor cultuur van de Taakgroep Cultuureducatie in Primair Onderwijs (Cuprio). 2 Cultuur in perspectief Centraal staat wat de ICC er/educator nodig heeft. Wat moet de school van de culturele omgeving weten en wat moet de culturele omgeving van de school weten? In dit deel: leren de deelnemers/studenten wat zij moeten doen als zij een voorstelling, tentoonstelling of project binnen de school uitvoeren of buiten de school bezoeken. Zij kunnen aangeven wat dat betekent voor de organisatie, planning, financiën, teamoverleg, inbedding in het schoolprogramma en voor de samenhang met andere aspecten van het onderwijs; ontwikkelen de deelnemers/studenten competenties om de geïnventariseerde activiteiten uit te voeren; krijgen de deelnemers/studenten zicht op hun eigen competenties en kunnen zij de directie duidelijk maken welke activiteiten op het terrein van cultuureducatie haalbaar zijn en welke scholing binnen het team of voor henzelf nodig is; leren de deelnemers/studenten de aspecten noemen die een goede vraag vanuit een school aan een culturele instelling dient te bevatten; leren de deelnemers/studenten deze aspecten toe te passen op een reële vraag vanuit hun school; leren de deelnemers/studenten een bezochte culturele activiteit te analyseren op educatieve toepassingen binnen de eigen school. 3 Cultuur in mijn school of instelling De stappen die moeten leiden tot het maken van een cultureel actieplan staan centraal. In dit deel: leren de deelnemers/studenten de visie te vertalen naar concrete activiteiten in de school en een koers voor de komende jaren uit te zetten; leren de deelnemers/studenten welke actoren zij moeten bewerken om hun visie gestalte te geven. Ook voor de Pabo s is het van belang om ergens in het programma (waar dat passend is) externen uit te nodigen of programmaonderdelen extern te organiseren, bijvoorbeeld in een erfgoedhuis. Als bovenstaande elementen aantoonbaar aan bod komen en bij de uitvoering van het pro-

zelf aan de slag: het materiaal voor docenten en management 31 gramma ten minste één externe partij betrokken is, komen Pabo-studenten in aanmerking voor een certificaat. Voor het verkrijgen van de certificaten moet de opzet van het programma in een zo vroeg mogelijk stadium worden voorgelegd aan de projectleiding van het landelijke ICC-project, zodat de certificaten vervaardigd kunnen worden en de studenten deel gaan uitmaken van het ICC-netwerk. Meer informatie is te vinden op www.cultuurcoordinator.nl. 3 instrumenten voor zelfevaluatie 3.1 cultuurmonitor voor basisscholen en pabo s Cultuureducatie in de basisschool heeft de laatste jaren meer en meer aandacht gekregen (zie ook hoofdstuk 5 2). Was het vroeger beperkt tot een enkel bezoek aan een museum en misschien een theatervoorstelling in de school, tegenwoordig zien we dat cultuureducatie een meer volwaardige plaats in het onderwijs inneemt. Net als voor Pabo s is ook voor scholen daarbij niet alleen de vraag: doen we de goede dingen relevant, maar ook: doen we de dingen goed. Is de kwaliteit voldoende, heeft cultuureducatie het effect dat we ons er van voorstellen? Is een gedegen plan ook een garantie voor kwaliteit en wat bepaalt die kwaliteit dan? Wat maakt een bepaalde culturele educatieve activiteit tot een succes? Welke (f)actoren bepalen of het uitgevoerde programma nog verder versterkt kan worden? Het is niet vanzelfsprekend dat de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs wordt onderzocht. In opdracht van de inspectie voor het onderwijs heeft Sardes onderzoek verricht naar de stand van zaken op het gebied van cultuureducatie in het primair onderwijs, maar daarbij zijn geen vragen over kwaliteit gesteld. 7 Anne Bamford deed in haar onderzoek Netwerken en Verbindingen: arts and cultural education in the Netherlands onder andere de aanbeveling dat de onderwijsinspectie daar meer nadrukkelijk aandacht aan zou moeten besteden. 8 Een evaluatie-instrument specifiek gericht op cultuureducatie in het primair onderwijs ontbrak tot op heden. Middels deze cultuurmonitor is een instrument ontwikkeld dat alle aspecten van cultuureducatie in de basisschool in ogenschouw neemt. Het kan gebruikt worden om te achterhalen: op welke wijze de visie ten aanzien van cultuureducatie vertaald is in het onderwijsprogramma; op welke wijze de organisatie bijdraagt aan het vormgeven van cultuureducatie; op welke wijze de randvoorwaarden mede bepalend zijn voor de uitvoering van cultuureducatie. Met deze cultuurmonitor hebben de cultuurcoördinator, de directie en het hele team van de basisschool een evaluatie-instrument in handen om te kijken of de effecten van cultuur-