Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten?



Vergelijkbare documenten
Wat is CO 2? Waarom CO 2? Waarom Milieubarometer i.p.v. CO 2? Waarom CO 2 -footprint? Inhoud. Cursus CO 2 -footprint

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Bedreigingen. Broeikaseffect

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Helmonds Energieconvenant

Klimaatcompensatie investeren in een schone toekomst

100% groene energie. uit eigen land

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

Noordlease. Opgemaakt door Danielle de Bruin. Periode: 1 januari t/m 31 december van 9

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Milieubarometerrapport 2012

Erdi Holding B.V. Voortgangsrapportage 2017

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Klimaatneutrale dienst

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Steeds minder startersleningen beschikbaar

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Intersteno Ghent Correspondence and summary reporting

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Ontwerp Gezonde Systemen

KLIMAATNEUTRALE REINIGING. 100% reiniging, 100% emissieneutraal MILIEU & DUURZAAMHEID

Legrand Nederland B.V.

Klimaatbestendige steden

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

AKB Grootverbruik B.V. Voortgangsrapportage 2017

Regionaal Energie Convenant

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Klimaatneutrale organisatie

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 8 april 2015

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Review Ketenanalyse Energy Consumption of Buildings in the Real Estate Sector. Deerns Nederland B.V.

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

Samen Duurzaam DOEN! Stap 1 // Welkom en inleiding. Stap 2 // Voorstelronde aanwezigen. (5 minuten) (10 minuten)

Legrand Nederland B.V.

CO 2 - Footprint Bedrijventerrein Lorentz I & II te Harderwijk

1 van :03

1. INLEIDING Rapportage

gemeente Eindhoven Hierin wil GroenLinks in ieder geval de volgende vragen beantwoord hebben.

Milieubarometerrapport 2015

CO 2 wijzer voor Tuinen

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

1. INLEIDING Rapportage

Kwantitatieve doelstellingen en energiemanagementplan

Erdi Holding B.V. Opgemaakt door Frank van der Tang. Periode: 1 januari t/m 30 juni van 10. Datum: 2 december 2015

De Energiezuinige Wijk - De opdracht

Partij voor de Dieren Gouda Tav Corina Kerkmans

CO2 Reductie. Samen beter voor buiten

Scope 1 & 2 doelstellingen Pilkes. Pilkes wil in 2015 ten opzichte van % minder CO2 uitstoten

Milieubarometerrapport 2018

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Klimaatneutraal product

UNIVERSITEIT UTRECHT CARBON FOOTPRINT Field in a Box

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Footprint Totaal scope 1 en 2. Scope 1 en 2 emissies Pilkes 2016 (totaal = 518,44 ton CO 2 )

Klimaatneutraal worden doe je zo!

Vooraleer de leerlingen de teksten lezen, worden de belangrijkste tekststructuren overlopen (LB 265).

Klimaatneutraal worden doe je zo! Realiseren van klimaatneutrale ambities; een handreiking voor gemeenten en bedrijven

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

CO2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018

HANDBOEK HIER Klimaatneutraal Gegarandeerd

3.D.1 Actieve deelname initiatief. Hollandridderkerk en SecuredDocuments

Tropisch Nederland. 1. Aanzetten. 1.a Tropisch Nederland

MILIEUVERSLAG 2017 LENOIRSCHURING

Energiebeleidsverklaring

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

Milieubarometerrapport 2014

Willem de Neve DCMR Milieudienst Rijnmond

provincieþrenthe de heer P.A. Zwiers Assen, 19 juli 2017 Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen ex artikel 4l Reglement van orde over

Naam en telefoon. Mundel van Wezenbeek Afdeling. Portefeuillehouder

Milieubarometerrapport 2016

CO 2 Reductie doelstellingen

Milieubarometerrapport 2017

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

Milieubarometerrapport

Provinciaal blad 2010, 79

COMPENSEER HIER JE CO 2 -UITSTOOT, HELP MENSEN DAAR AAN EEN COOKSTOVE

Hoogwaardig en veelzijdig

Amsterdam: energie neutrale stad!

Bijlage nota gs: / Uitvoeringsregeling subsidie duurzaam renoveren Noord- Holland 2015

Milieubarometerrapport 2015

CO2 reductie Scope 1 & 2 (%)

Worden de bedrijven en bedrijventerreinen in Apeldoorn Energieke Regio-deelnemer?

Hesselink Koffie. Opgemaakt door Daniëlle de Bruin. Periode: 1 januari t/m 31 december van 10. Datum: 15 december 2014

Workshop J De kracht van een klimaatfonds. 05 april 2011

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Transcriptie:

Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten? Een vergelijking van verschillende gemeentelijke plannen voor een klimaatneutrale organisatie Auteur Instituut Onderwijseenheid Britta van der Zanden Stichting Stimular Afstuderen

Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten? Een vergelijking van verschillende gemeentelijke plannen voor een klimaatneutrale organisatie Auteur Britta van der Zanden Plaats uitgave Rotterdam Datum 14-06-2013 Instituut Stichting Stimular Scheepmakershaven 27c 3011 VA Rotterdam Begeleidster Isja Dominicus School Hogeschool Inholland Rotterdamseweg 141 2628 AL Delft Begeleider Jan Kok 2

Voorwoord Voor de uitvoering van deze opdracht ben ik veel op het kantoor van Stimular aanwezig geweest. Ik heb daardoor veel tijd doorgebracht met de adviseurs en heb ook regelmatig iets meegekregen van hun werkzaamheden. Een erg fijne werkplek waar ik altijd bij iedereen terecht kan voor vragen, opmerkingen of een praatje, daarvoor wil ik alle adviseurs bedanken. Ondanks dat dit verslag voor een groot deel zelfstandig is uitgewerkt, heb ik veel gehad aan de hulp van mijn begeleidster Isja Dominicus, die mij vooral geholpen heeft met het beantwoorden van vragen, het zoeken van contactpersonen binnen de gemeente en het geven van tips over vormgeving en inhoud van dit verslag. Na het eerste inlevermoment heb ik verbeterpunten gekregen van zowel Isja, als Ted van der Klaauw en Jan Kok (productbeoordelaar en begeleider vanuit Inholland). Deze verbeterpunten hebben mijn verslag naar een niveau gebracht waar ik zelf erg tevreden over ben. Ik heb gemerkt dat de naam Stimular bij vele mensen in dit vakgebied bekend is, en zal na mijn afstuderen ongetwijfeld nog veel van deze Stichting horen, dat doet mij goed! Verder wens ik u veel leesplezier en hoop ik dat u ook nog iets leert bij het lezen van dit verslag. Met vriendelijke groet, Britta van der Zanden 3

Samenvatting De opdrachtnemer van dit onderzoek is studente van de opleiding Landscape and Environment Management. De studente heeft een voorkeur ontwikkeld voor opdrachten met betrekking tot duurzaamheid, waardoor Stichting Stimular gekozen is als organisatie om af te studeren. Stimular probeert in samenwerking met overheden en brancheorganisaties duurzaamheid een plek te geven op de agenda van bedrijven. Dit onderzoek zorgt voor inzicht in verschillende gemeentelijke plannen om klimaatneutraal te worden. De onderzoeksvraag is Hoe klimaatneutraal zijn doelstellingen van 20 gemeenten(waarvan informatie online beschikbaar is) voor een klimaatneutrale eigen organisatie?. Deelvragen voor dit onderzoek staan hieronder opgesomd. Wat is klimaatneutraal en hoe moet dit volgens Stichting Stimular bereikt worden? Hoe wordt met CO 2 -compensatie en groene stroom/gas omgegaan en worden er nog eisen gesteld aan de kwaliteit? Wat verstaat men binnen de gemeente onder de term gemeentelijke organisatie? Wordt er gecommuniceerd met andere gemeenten met betrekking tot CO 2 -reductie? Welke maatregelen worden/zijn uitgevoerd en met welke terugverdientijd? Maken gemeenten gebruik van een CO 2 -footprint? Komen de betrokken plannen met elkaar en met de informatie in de handreiking van Stimular overeen? In stappen is gezocht naar in totaal 20 gemeenten, om een vergelijking te maken. Van alle gemeenten zijn plannen en/of visies geanalyseerd en medewerkers benaderd. De gemeenten zijn over het algemeen klimaat negatief. Dit betekent dat de instelling een negatief effect heeft op de klimaatverandering, namelijk de opwarming van de aarde. Dit wordt veroorzaakt door het versterkt broeikaseffect, met negatieve gevolgen. Omdat CO 2 de grootste veroorzaker is van het broeikaseffect, is CO 2 -uitstoot het belangrijkst om terug te dringen. De begrippen klimaatneutraal en CO 2 -neutraal worden vaak door elkaar gehaald, omdat uitstoot van andere stoffen naast CO 2 vaak te verwaarlozen is of wordt omgerekend naar CO 2 equivalenten. Energieneutraal zijn houdt in dat er evenveel energie gebruikt als opgewekt wordt binnen de grenzen van de organisatie. Stimular heeft een handreiking opgesteld met daarin een stappenplan met stappen naar een klimaatneutrale organisatie, namelijk: het bepalen van de huidige CO 2 -uitstoot; het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen en opwekken van duurzame energie. Ook kan groen gas en groene stroom inkoop plaatsvinden; duurzame inkoop realiseren en compenseren van de resterende CO 2 -uitstoot. Voor de betrokken gemeenten zijn verschillende aspecten uitgezocht met betrekking tot de doelstelling klimaat-, CO 2 - of energieneutraal te zijn. Deze ambities hebben ze om het goede voorbeeld te geven aan inwoners en bedrijven van hun eigen gemeente. Om de doelstellingen te bereiken, zijn maatregelen uitgewerkt die al dan niet uitgevoerd zijn. De meeste gemeenten passen liever geen compensatie toe, maar zien het als onvermijdelijk. Groene stroom wordt ingekocht door alle gemeenten. Groen gas wordt door maar een aantal gemeenten ingekocht. Onder de gemeentelijke organisatie vallen altijd de gebouwen die in gebruik en eigendom zijn van de gemeente en het gemeentelijk wagenpark. Alle gemeenten overleggen met omliggende gemeenten, op provinciaal, nationaal of internationaal niveau over CO 2 -reductie. Ze doen hun best om alle maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar uit te voeren. De CO 2 -footprint is essentieel om CO 2 -reductie inzichtelijk te maken en inzichtelijk te houden. 4

Grotendeels komen de plannen en uitvoering van gemeenten overeen met de informatie zoals deze door Stimular wordt aangeraden. Er worden maar in enkele gevallen evaluaties of resultaten beschreven. Daardoor wordt het resultaat niet zichtbaar voor inwoners en bedrijven. Een aantal discussiepunten bij dit onderzoek zijn: Er valt te betwijfelen of de plannen en visies wel praktijkgericht genoeg zijn geschreven en haalbaar zijn, omdat vijf gemeenten aangeven dat zij hun doel niet of waarschijnlijk niet gaan halen. Omdat er binnen dit onderzoek maar 20 gemeenten zijn onderzocht, kunnen de conclusies niet representatief zijn voor gemeenten in het algemeen. Uit de handreiking van Stichting Stimular blijkt dat groen gas kan worden ingekocht om tot een klimaatneutrale organisatie te komen. In de praktijk blijkt echter dat ingekocht groen gas ook gecompenseerd grijs gas is. Het is aan te raden om voor het klimaatneutraal, CO 2 -neutraal of energieneutraal maken van een gemeentelijke organisatie, een coördinator aan te stellen. Verder is het aan te bevelen om niet alle activiteiten met betrekking tot het verduurzamen van de organisatie tegelijk op te pakken. Een andere aanbeveling is het zichtbaar maken van geboekte resultaten. Ook als duidelijk is dat de ambitie klimaatneutraal te worden niet haalbaar blijkt te zijn, is het aan te bevelen om de aandacht niet te verslappen. Tot slot is het aan te bevelen om gebouwen die de gemeente verhuurd ook mee te nemen in de aanpak richting klimaatneutraal zijn. 5

Woordenlijst Dienstreizen Wagenpark Climate Neutral group Garanties van oorsprong Terugverdientijd Milieukeur CO 2 -footprint Reizen die gemaakt worden ten behoeve van het werk. Alle voertuigen die in het bezit zijn van de gemeente. Bedrijf voor advies over CO 2 -reductie en mogelijkheden tot CO 2 -compensatie[climateneutralgroup.com]. Certificaten die opgesteld zijn door de Europese Unie. Deze certificaten worden uitgereikt aan bedrijven die duurzaam energie opwekken[hieropgewekt.nl]. De tijd die nodig is om het geïnvesteerde geld volledig terug te verdienen. Een keurmerk voor milieukwaliteit dat voor diverse producten van toepassing is. Binnen dit verslag is dit enkel van toepassing voor energie afkomstig van energieleveranciers[smk.nl]. De berekende hoeveelheid CO 2 die een organisatie uitstoot. 6

Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting... 4 Woordenlijst... 6 1 Inleiding... 9 1.1 Aanleiding... 9 1.2 Achtergrond... 9 1.3 Doel en bijbehorende vragen... 10 1.4 Opbouw... 10 2 Onderzoeksmethodiek... 11 2.1 Methoden en Technieken... 11 2.2 Vaststellen gemeenten... 11 2.3 Onderzoek... 12 2.4 Resultaten... 13 3 Probleembeschrijving... 14 3.1 Algemeen... 14 3.2 Broeikaseffect... 14 4 Wat is klimaatneutraal?... 17 4.1 Beschrijving... 17 4.2 Onderscheid klimaat-, energie- en CO 2 -neutraal... 18 4.3 Klimaatneutrale organisatie... 18 5 Gemeenten... 19 5.1 Amersfoort... 19 5.2 Amsterdam... 20 5.3 Assen... 20 5.4 Bodegraven Reeuwijk... 21 5.5 Botel... 21 5.6 Breda... 22 5.7 Den Haag... 22 5.8 Den Helder... 23 5.9 Deventer... 23 5.10 Goes... 24 5.11 Groningen... 25 7

5.12 Haarlem... 26 5.13 Helmond... 27 5.14 Middelburg... 27 5.15 Midden-Delfland... 28 5.16 Rijswijk... 28 5.17 s-hertogenbosch... 29 5.18 Voorschoten... 29 5.19 Wassenaar... 30 5.20 Zaanstad... 30 6 Vergelijking... 32 6.1 Overzicht gemeenten... 32 6.2 Maatregelen... 34 7 Conclusies... 38 8 Discussie... 40 9 Aanbevelingen... 41 Referenties... 42 Literatuurbronnen... 42 Digitale bronnen... 43 Bijlage I... 45 8

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Opdrachtnemer De opdrachtnemer van dit onderzoek is vierdejaars studente van de opleiding Landscape and Environment Management. Binnen deze opleiding is voor de afstudeerrichting Ruimte, Milieu en Water gekozen. Na stages bij DCMR Milieudienst Rijnmond en Shell Nederland Raffinaderij en het volgen van verschillende thema s binnen de opleiding heeft de studente een voorkeur ontwikkeld voor opdrachten met betrekking tot duurzaamheid en/of klimaatbestendigheid. Dit is ook de reden dat gekozen is voor Stichting Stimular als organisatie om af te studeren. Opdrachtgever Stichting Stimular richt alle activiteiten op het verduurzamen van middelgrote en kleine bedrijven en (vergelijkbare) organisaties in de zorg en de overheid. Duurzaamheid staat zowel in de bedrijfsmissie als in de strategie centraal. Stimular verspreidt kennis over Duurzaam Ondernemen en ontwikkelt praktische instrumenten zonder winstoogmerk. Het doel van Stimular is dat duurzaamheid in alle beslissingen van ondernemers en managers wordt meegenomen. Om dit doel te bereiken probeert Stimular in samenwerking met overheden en brancheorganisaties duurzaamheid een plek te geven op de agenda van bedrijven. Op deze manier krijgen bedrijven die interesse hebben in duurzaamheid een aanknopingspunt waarna eventueel een adviestraject gestart wordt. Dit kan onder andere met behulp van praktische instrumenten zoals de Milieubarometer 1. Stichting Stimular heeft 8 adviseurs, die voor bovenstaande werkzaamheden zorgen. Er is verder geen sprake van een onderverdeling in verschillende afdelingen, in verband met het aantal medewerkers. Ook binnen de eigen organisatie wordt gewerkt aan minimale milieubelasting 2. [stimular.nl] 1.2 Achtergrond De opdracht voor dit afstudeeronderzoek heeft te maken met klimaatneutrale gemeenten. Omdat gemeenten hun plannen om klimaatneutraal te worden vaak niet in samenwerking met elkaar opstellen, is er geen duidelijke lijn te trekken tussen de plannen. Dit onderzoek zorgt ervoor dat er inzicht is in de verschillende gemeentelijke plannen om klimaatneutraal te worden, zodat een overzicht ontstaat waar Stimular mee kan werken bij de benadering van gemeenten die zij al of nog niet als klant hebben. De opgedane kennis wordt ingezet in het Netwerk Duurzame Bedrijfsvoering Overheden 3, om gemeentelijke organisaties te inspireren en te ondersteunen bij het opstellen en behalen van eigen klimaatneutraal doelstellingen. 1 Online meetinstrument dat de milieuprestatie en bijbehorende kosten voor bedrijven of instellingen eenvoudig en snel zichtbaar maakt[milieubarometer.nl]. 2 Iets dat een negatief effect heeft op het milieu, bijvoorbeeld door uitstoot van schadelijke stoffen of uitputting van fossiele (brand)stoffen. 3 Een organisatie die het verduurzamen van de interne bedrijfsvoering van overheden ondersteunt[milieuzorgoverheden.nl]. 9

1.3 Doel en bijbehorende vragen Voor de opdracht is de volgende hoofdvraag opgesteld: Hoe klimaatneutraal zijn doelstellingen van 20 gemeenten(waarvan informatie online beschikbaar is) voor een klimaatneutrale eigen organisatie? Deelvragen voor dit onderzoek zijn: 1. Wat is klimaatneutraal en hoe moet dit volgens Stichting Stimular bereikt worden? 2. Hoe wordt met CO 2 -compensatie en groene stroom/gas omgegaan en worden er nog eisen gesteld aan de kwaliteit hiervan? (Controle, Milieukeur, Nederlands) 3. Wat verstaat men onder de term gemeentelijke organisatie? (Zoals gebouwen, wagenpark, openbare verlichting) 4. Wordt er gecommuniceerd met andere gemeenten over plannen en resultaten met betrekking tot CO 2 -reductie? 5. Welke maatregelen worden/zijn uitgevoerd en met welke terugverdientijd? 6. Maken gemeenten bij uitvoering van plannen voor klimaatneutralisatie gebruik van een CO 2 - footprint? 7. Komen de betrokken plannen met elkaar en met de informatie in de handreiking Klimaatneutraal worden doe je zo! overeen? Het onderzoek heeft als uiteindelijk doel het in kaart brengen van verschillende routes naar een klimaatneutrale organisatie, zodat gemeenten van elkaar kunnen leren. 1.4 Opbouw Na dit hoofdstuk volgt eerst de onderzoeksmethodiek in hoofdstuk 2. Vervolgens staat de probleembeschrijving nader uiteengezet in hoofdstuk 3, met daaropvolgend uitleg over het begrip klimaatneutraal (hoofdstuk 4). Hierna volgen de onderzochte gemeenten per paragraaf in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 geeft overzichtelijke schema s en de daaraan gekoppelde informatie. Hierna zijn achtereenvolgens de conclusies, discussiepunten en aanbevelingen weergegeven in hoofdstuk 7, 8 en 9. 10

2 Onderzoeksmethodiek 2.1 Methoden en Technieken Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende methoden om tot antwoorden van de in de Inleiding genoemde vragen te komen: analyseren van literatuur (zie Referenties): o klimaat- en energieactieplannen en uitvoeringsprogramma s; o duurzaamheidsvisies en nota s; o projectbeschrijvingen en plannen van aanpak met betrekking tot duurzaamheid/klimaatneutraal worden; o klimaatbeleidsplannen; o milieujaarprogramma s; o o evaluaties van uitgevoerde actieprogramma s; Wetenschappelijke literatuur met betrekking tot klimaatverandering, klimaatbeleid et cetera. afnemen van interviews(bijlage I); vergelijking met de handreiking van Stichting Stimular Klimaatneutraal worden doe je zo!. Verdere uitwerking van bovengenoemde punten is terug te vinden in paragraaf 2.3. 2.2 Vaststellen gemeenten Om de in de inleiding genoemde hoofd- en deelvragen te beantwoorden, is eerst gezocht naar gemeenten die plannen met betrekking tot een klimaatneutrale eigen organisatie digitaal beschikbaar hebben. In verschillende stappen is gezocht naar in totaal 20 gemeenten. Dit aantal is gekozen om een nuttige vergelijking te kunnen maken, zonder dat het onderzoek te algemeen en oppervlakkig zou worden. Op de volgende manieren, is gezocht naar de gemeenten die betrokken zijn: een grove zoektocht op google.nl, om erachter te komen welke gemeenten opvallen zonder letterlijk op die gemeenten te zoeken; een gesprek met begeleidster Isja Dominicus waaruit bleek dat zij kennis heeft van een aantal gemeenten dat plannen heeft met betrekking tot het onderwerp. Omdat Stimular hiermee bekend is, zijn deze gemeenten in meegenomen in het onderzoek; het zoeken naar grote steden van Nederland (en kleinere steden in de wijde omgeving van Rotterdam) op google.nl, waardoor een selectie naar voren is gekomen; het vaststellen van de uiteindelijke selectie met Isja Dominicus. Er zijn ook gemeenten meegenomen in het onderzoek die wellicht minder digitaal beschikbaar hadden dan andere gemeenten. Deze gemeenten zijn of bekend bij Stimular, waardoor gemakkelijk contact kon worden opgenomen met de juiste contactpersoon, of voor Stimular interessant met zicht op de toekomst. 11

2.3 Onderzoek Dit onderzoek is tot stand gekomen aan de hand van een literatuurstudie en verschillende casestudy s. Hierbij is gebruik gemaakt van het interviewen van ambtenaren en het analyseren van plannen en visies van de betrokken gemeenten. Van alle gemeenten zijn plannen en/of visies geanalyseerd, deze zijn digitaal beschikbaar. Daarnaast zijn medewerkers van alle bij het onderzoek betrokken gemeenten benaderd, om vragen te beantwoorden. Hiervan zijn vier gemeenten bezocht, waarbij meneer Sint Nicolaas (Deventer), meneer Dobbelaer (Goes), meneer de Vries (Haarlem) en meneer Groot (Zaanstad) antwoord hebben gegeven op de gestelde vragen en hierbij ook de eigen visie hebben toegelicht. Door vijf ambtenaren van de gemeenten Assen, Bodegraven-Reeuwijk, Den Helder, Middelburg en Midden-Delfland is telefonisch antwoord gegeven. Van acht contactpersonen zijn antwoorden via e-mail ontvangen (tabel 1). Het verschil van beantwoording van vragen heeft wellicht invloed op de nuancering van het antwoord. Een uitwerking van de interviews is terug te vinden in bijlage I. De gemeenten die uiteindelijk meegenomen zijn in het onderzoek (Fig. 1), zijn verspreid over Nederland, maar bevinden zich vooral in de Randstad. Op alfabetische volgorde zijn dat de volgende gemeenten: Amersfoort Amsterdam Assen Bodegraven-Reeuwijk Botel Breda Den Haag Den Helder Deventer Goes Groningen Haarlem Helmond Middelburg Midden-Delfland Rijswijk s-hertogenbosch Voorschoten Wassenaar Zaanstad Figuur 1 Gemeenten binnen het onderzoek Tabel 1 Informatievoorziening per gemeente 12

2.4 Resultaten De resultaten die aan de hand van het onderzoek tot stand zijn gekomen, zijn verwerkt in Microsoft Word, Microsoft Ecel en Paint. 13

3 Probleembeschrijving 3.1 Algemeen De in de inleiding beschreven hoofdvraag geeft al te kennen dat de meeste gemeenten momenteel niet klimaatneutraal zijn. De gemeenten zijn over het algemeen klimaat negatief, maar dit is in de huidige samenleving normaal. Klimaat negatief zijn betekent dat de instelling een negatief effect heeft op de klimaatverandering. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op het negatieve effect op het klimaat. 3.2 Broeikaseffect Een klimaatverandering die al decennia aan de gang is en de komende decennia ook zal plaatsvinden, is de opwarming van de aarde. Dit wordt veroorzaakt door het versterkt broeikaseffect. Het natuurlijke broeikaseffect (Fig. 2) ontstaat door broeikasgassen die een gedeelte van de straling van de zon binnen de atmosfeer houden, waardoor de lucht om de aarde een voor de mens leefbare temperatuur heeft. Als deze natuurlijke opwarming van de aarde niet zou plaatsvinden, zou de gemiddelde temperatuur op aarde -18 C zijn in plaats van de huidige 15 C. Hierdoor zou het voor mensen niet mogelijk zijn om te leven[de Vries, 2004]. Figuur 2 Het Broeikaseffect[milieuloket.nl] Het versterkte broeikaseffect is het toenemen van zonnestraling die binnen de atmosfeer blijft. Hierdoor stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde. Dit versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door de mens, namelijk door uitstoot van de volgende gassen: koolstofdioide (CO 2 ), uitgestoten door ontbossing en verbranding van fossiele brandstoffen; methaan (CH 4 ), dit komt vrij door bemesting van het land[agentschap NL]; lachgas (N 2 O), ook dit kan vrijkomen bij land dat bemest is[agentschap NL]; gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen (HFK s), die vrijkomen bij de productie van koelvloeistoffen voor koelkasten, airco s en brandblussers[van der Wateren, 2011]; perfluorkoolwaterstoffen (PFK s), gebruikt als drijfgas in koelkasten en spuitbussen, maar ook als blaasmiddel bij het maken van schuimplastic en als schoonmaakmiddel voor elektronica. Inmiddels wordt dit niet meer gebruikt, maar het is erg persistent 4 en komt dus nog steeds vrij[milieuloket.nl]; sulfur heafluoride (F 6 ), dat wordt gebruikt bij de schakelaars van hoogspanningsleidingen [natuurenmilieu.nl]. Omdat CO 2 de grootste veroorzaker is van het broeikaseffect, is CO 2 -uitstoot het belangrijkst om terug te dringen. Andere broeikasgassen worden ook meegenomen, maar zijn dan omgerekend naar CO 2 equivalenten[rwsleefomgeving.nl]. 4 Onveranderd of nauwelijks veranderd bij het doormaken van natuurlijke processen. Er vindt dus geen of nauwelijks afbraak plaats[encyclo.nl]. 14

Wereldwijd zijn de meeste mensen het erover eens dat deze opwarming van de aarde negatieve gevolgen voor de mens (en voor dieren en planten) zal hebben, zoals: het smelten van landijs op de Noordpool, waardoor dieren daar steeds minder leefruimte hebben; het stijgen van de zeespiegel wereldwijd (de oorzaak is het smelten van landijs en het uitzetten van watermoleculen door de opwarming van het water); ontdooiing van permafrost 5, waardoor de bodem verschuift of inzakt en gebouwen kunnen instorten; het toenemen van zware stormen[kraaijvanger, 2013]; door de warmte verplaatsen pieken van bijvoorbeeld het broedseizoen van vogels, waardoor insecten minder worden gegeten en er sneller plagen kunnen ontstaan van bijvoorbeeld rupsen of sprinkhanen. De vogels hebben op hun beurt te weinig te eten om voldoende te overleven, omdat de pieken van hun voedsel eerder hebben plaatsgevonden; afnemen van koraalrif waardoor het ecosysteem in de war raakt; het verplaatsen van dierenkolonies zoals de malariamug naar andere landen, omdat deze ook geschikte temperaturen krijgen. Dit zorgt weer voor andere ziekten in landen die dit tot nu toe nog niet gehad hebben; [Gore, 2006] De grootste uitstoot van CO 2 wordt veroorzaakt door de meest geïndustrialiseerde landen en werelddelen, zoals hieronder te zien is (Fig. 3). Hoe groter de cirkel, des te groter de uitstoot. De werelddelen Noord-Amerika en Azië en Oceanië hebben dus de grootste CO 2 -uitstoot, maar ook Europa en Eurazië hebben een flink aandeel[harvey, 2011]. Figuur 3 CO2-uitstoot per werelddeel in 2011[Harvey, 2011] Dit zijn echter niet de delen van de wereld die waarschijnlijk het meeste last zullen ondervinden van de gevolgen van het versterkt broeikaseffect. Noord-Amerika zal wel wat overlast krijgen, zoals een toename van zware stormen, maar dit zal beheersbaar zijn. Ontwikkelingslanden krijgen daarentegen meer overlast, vooral wanneer zij nu al last hebben van droogte of een lange en lage kustlijn hebben. 5 Grond die eeuwenlang bevroren is. 15

Een lastig probleem, aangezien de landen die in de toekomst de meeste problemen krijgen, ook het minste geld hebben om voorzorgsmaatregelen te nemen of het versterkte broeikaseffect te bestrijden. Daarbij komt nog dat zij ook het minste bijgedragen hebben aan dit effect. De welvarende landen hebben hier juist wel veel aan bijgedragen[folmer, 1997]. 16

4 Wat is klimaatneutraal? 4.1 Beschrijving Zoals in hoofdstuk 3 al gedeeltelijk aan bod is gekomen, betekent klimaatneutraal dat er geen negatief effect is op het milieu. Dit houdt in dat er geen uitstoot meer is van de broeikasgassen die genoemd zijn in hoofdstuk 3. Steeds meer bedrijven, instellingen en overheden zijn hiermee bezig, om het versterkte broeikaseffect zoveel mogelijk terug te dringen. Om klimaatneutraal te worden, kan gebruik gemaakt worden van een stappenplan dat in 1996 is opgesteld. Op deze manier hebben instellingen, bedrijven, overheden en andere organisaties handvatten om hun doelstelling om klimaatneutraal te worden te bereiken. Dit stappenplan wordt ook wel de Trias Energetica genoemd en is opgebouwd uit de volgende stappen: 1. energiezuinig zijn. Dit is gericht op het minder verbruiken van energie door zuiniger om te gaan met apparaten en activiteiten die energie vragen; 2. duurzame energie opwekken. De energie die na bezuiniging toch gebruikt zal moeten worden, kan zoveel mogelijk duurzaam opgewekt zijn. Dit kan ofwel via een energiemaatschappij die zonne- of windenergie of energie uit biomassa aanbiedt, of door dit zelf op te wekken; 3. klimaatcompensatie toepassen. Ondanks bovenstaande stappen zal er waarschijnlijk nog steeds sprake zijn van uitstoot van broeikasgassen. Om dit probleem op te lossen kan het verbruik gecompenseerd worden. Compensatie kan op verschillende manieren, hieronder wordt dit nader toegelicht. [dier-en-natuur.infonu.nl] Na het juist uitvoeren van bovenstaande stappen kan een organisatie, bedrijf, overheid of andere instelling zich klimaatneutraal noemen. CO 2-compensatie Alvorens er CO 2 -compensatie kan plaatsvinden bij een instelling, bedrijf of organisatie, zal eerst vastgesteld moeten worden hoeveel ton CO 2 er gecompenseerd moet worden. Dit aantal tonnen staat gelijk aan het aantal CO 2 -credits dat gecompenseerd moet worden[med. Bleeker, 14-5-2013]. Er zijn twee verschillende soorten CO 2 -credits; de verplichte en de vrijwillige. Bedrijven in Nederland die veel CO 2 uitstoten, zoals tuindersbedrijven, oliemaatschappijen en energiemaatschappijen, behoren bij de categorie voor verplichte CO 2 credits. Deze bedrijven zijn verplicht om jaarlijks een bepaald percentage minder uitstoot van CO 2 te hebben, dit kunnen zij regelen via CO 2 -credits. Als een bedrijf boven de toegestane CO 2 -uitstoot komt, kan dit bedrijf emissierechten kopen van een bedrijf dat (ruim) onder de toegestane CO 2 -uitstoot is gebleven. In de praktijk blijkt dit systeem echter niet tot zijn recht te komen; er is veel aanbod van emissierechten, maar nagenoeg geen vraag, omdat bedrijven (gemakkelijk) onder de toegestane uitstoot kunnen blijven[med. Bleeker, 14-5-2013]. Kleinere organisaties, onder andere overheden, zijn niet verplicht om jaarlijks minder CO 2 uit te stoten, maar doen dit op vrijwillige basis. In het geval van overheden doen zij dit vaak om een voorbeeld te zijn voor inwoners en bedrijven. In dit geval hebben de organisaties keuze uit CO 2 - credits projecten via Gold Standard, of via VCS (Voluntary Carbon Standard), maar ook uit de CO 2 - markt voor verplichte credits. Voorbeelden van organisaties die compensatie doen volgens VCS zijn Greenchoice en Trees for All. Een voorwaarde voor de projecten die voor Gold Standard of VCS projecten gebruikt mogen worden, is dat deze worden uitgevoerd buiten de grenzen van landen die deelnemen aan het Kyotoprotocol[Med. Bleeker, 14-5-2013]. De gemeenten die in dit verslag belicht worden, maken deels gebruik maken van de vrijwillige CO 2 - credits, en dan met name van de VCS mogelijkheden. 17

4.2 Onderscheid klimaat-, energie- en CO2-neutraal Zoals in voorgaande paragrafen is uitgelegd, heeft klimaatneutraal worden officieel te maken met alle broeikasgassen die uitgestoten worden binnen een organisatie. Omdat het er bij veel organisaties op neer komt dat vooral CO 2 -uitstoot moet worden teruggedrongen en maar weinig of helemaal geen overige gassen zoals CH 4 of N 2 O, wordt de uitstoot van deze gassen vaak omgerekend in CO 2 -equivalenten. Op deze manier wordt de uitstoot van de overige gassen ook gereduceerd of gecompenseerd. De reden dat de begrippen klimaatneutraal en CO 2 -neutraal vaak door elkaar gehaald worden heeft dus te maken met het feit dat CO 2 de grootste rol heeft in het versterkt broeikaseffect. Energieneutraal heeft daarentegen een groot verschil in vergelijking met bovengenoemde begrippen. Energieneutraal zijn houdt in dat er evenveel energie gebruikt als opgewekt wordt binnen de grenzen van de organisatie. Van CO 2 -compensatie is hier dus geen sprake, omdat dit buiten de grenzen van de organisatie plaatsvindt[encyclo.nl]. 4.3 Klimaatneutrale organisatie Stimular heeft een handvat ontwikkeld voor organisaties om ze te helpen bij het uitvoeren van hun missie om klimaatneutraal te worden. In samenwerking met CE Delft en Stichting Natuur en Milieu is de handreiking Klimaatneutraal worden doe je zo! opgesteld. In deze handreiking wordt uitgelegd welke aspecten meegenomen moeten worden om een dienst, product, (nieuw) gebouw of organisatie klimaatneutraal te maken. Het relevante onderdeel voor dit verslag is het gedeelte over de klimaatneutrale organisatie. Deze wordt hieronder stapsgewijs besproken[stichting Stimular, 2009]. 1. De eerste stap naar een klimaatneutrale organisatie is het bepalen van de huidige CO 2 - uitstoot. Hierbij zal dan de uitstoot van de gebouw gebonden energie, de proces gebonden energie, het eigen transport en het woon-werkverkeer van medewerkers moeten worden meegenomen. Dan is inzichtelijk waar de grootste uitstoot is en welke gebieden de beste kansen hebben om te besparen. 2. De tweede stap is het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen die binnen 5 jaar terugverdiend zijn. Deze 5 jaar is de terugverdientijd die door het bevoegd gezag (Milieudienst) gehandhaafd wordt, omdat deze wettelijk verplicht is. Daarnaast kan duurzame energie worden opgewekt, als de toepassing hiervan binnen 5 jaar terug te verdienen is. Voor overig verbruik kan groen gas en groene stroom worden ingekocht. Tot slot kunnen benodigde grondstoffen voor de organisatie duurzaam ingekocht worden. 3. De laatste stap is het compenseren van de resterende CO 2 -uitstoot, op een manier dat de compensatie voldoende gewaarborgd is. [Stichting Stimular, 2009] De handreiking geeft nog aanvullende informatie over communicatie en beleid binnen de organisatie. Zo wordt duidelijk aangegeven dat activiteiten die tegenstrijdig zijn ten opzichte van klimaatneutrale doelen, ervoor kunnen zorgen dat een Greenwashing imago kan ontstaan. Hiermee wordt bedoeld dat de omgeving kan gaan denken dat de organisatie zich groener voordoet dan ze daadwerkelijk is[stichting Stimular, 2009]. 18

5 Gemeenten Binnen dit hoofdstuk zullen de verschillende gemeenten die binnen dit onderzoek zijn meegenomen worden belicht op het gebied van het klimaat-, CO 2 - of energieneutraal maken van de eigen organisatie. Welke van voorgaande ambities van toepassing is, is te zien aan de verschillende kopjes van de alinea s die bij nagenoeg alle gemeenten zichtbaar zijn. Deze gemeenten zijn gerangschikt op alfabetische volgorde. De beschreven activiteiten en ambities zullen terugkomen in de vergelijking in hoofdstuk 6. Bij elke gemeente staat aangegeven wat de oppervlakte van de gemeente is en hoeveel inwoners zij heeft. Omdat het aantal medewerkers van de gemeentelijke organisatie onbekend is, is uit bovengenoemde gegevens op te maken hoe groot de gemeentelijke organisatie in verhouding met andere gemeenten in het onderzoek is. 5.1 Amersfoort De gemeente Amersfoort bevindt zich in de provincie Utrecht, tegen de westelijke grens. De gemeente heeft 148.250 inwoners en is 62,86 km 2 groot[metatopos.org]. CO 2-neutraal De gemeentelijke organisatie van Amersfoort is sinds 2009 CO 2 -neutraal. Ze heeft hiervoor gekozen omdat energieneutraal zijn nog niet haalbaar is. De gemeente heeft besloten om snel CO 2 -neutraal te zijn, zodat zij als voorbeeld en inspiratie kan dienen voor inwoners en bedrijven in Amersfoort en op deze manier leiderschap kan tonen[gemeente Amersfoort, 2011]. Dit doel heeft ze bereikt door zelf duurzame energie op te wekken, gebruik te maken van groene stroom met Garanties van Oorsprong en inkoop van gecompenseerd gas. Daarnaast worden dienstreizen gecompenseerd via CO 2 -credits van de Climate Neutral Group[Med. Sparenburg, 19-4-2013]. De onderdelen die meegenomen zijn binnen de CO 2 -neutrale aanpak zijn de gebouwen die in gebruik en beheer zijn van de gemeente, het wagenpark, het woon-werkverkeer, alle openbare verlichting en de gemeentelijke inkoop[gemeente Amersfoort, 2011]. Binnen deze onderdelen worden alle maatregelen toegepast die zorgen voor een lager energieverbruik, als deze binnen 10 jaar terug te verdienen zijn[gemeente Amersfoort, 2008]. Omdat de gemeente Amersfoort een CO 2 -footprint heeft voor de gemeentelijke organisatie, is duidelijk waar energiebesparing nodig is en hoeveel besparing dit oplevert. Over energiebesparing in het algemeen en andere oplossingen voor CO 2 -reductie heeft de gemeente overleg met de klimaatcoördinatoren van alle Utrechtse gemeenten, waarbinnen resultaten en ideeën met elkaar gedeeld worden[med. Sparenburg, 19-4-2013]. Voor deze activiteiten is een medewerker verantwoordelijk. Diegene heeft dan ook inzichtelijk welke activiteiten uitgevoerd zijn en welke effecten dit heeft. Bij Amersfoort vindt nog steeds ontwikkeling plaats ondanks dat de gemeente sinds 2009 een CO 2 -neutrale organisatie heeft[med. Sparenburg, 19-4- 2013]. Vergelijking met de handreiking Klimaatneutraal worden doe je zo! Er is eigenlijk maar een verschil als de plannen van gemeente Amersfoort en de handreiking met elkaar vergeleken worden en dat is de terugverdientijd, die minstens 5 jaar moet zijn, maar bij de gemeente tot 10 jaar loopt. 19

5.2 Amsterdam Met 790.110 inwoners heeft de gemeente Amsterdam de meeste inwoners van Nederland. Daarentegen beschikt de gemeente maar over 165,76 km 2 oppervlakte[metatopos.org]. CO 2-neutraal Amsterdam heeft zich voorgenomen om vanaf 2015 een CO 2 -neutrale gemeentelijke organisatie te hebben[gemeente Amsterdam, 2012]. Voor alsnog lijkt het erop dat zij dit gaan bereiken. Onder de gemeentelijke organisatie van Amsterdam vallen de eigen gebouwen en de gebouwen die de gemeente huurt, maar ook het wagenpark en alle openbare verlichting[gemeente Amsterdam, 4-2008]. Uiteindelijk zal binnen deze onderdelen ook CO 2 -compensatie worden toegepast, als fossiele brandstoffen onvermijdbaar zijn[gemeente Amsterdam, 2008]. De stroom die wordt verbruikt wordt vergroend met Garanties van Oorsprong van een eigen energie- en afvalbedrijf. Sinds 2013 wordt ook het ingekochte gas vergroend. Om de verbruikte hoeveelheid energie te beperken, worden energiebesparende maatregelen uitgevoerd waarvan de levensduur in ieder geval langer is dan de terugverdientijd. Hiervan wordt niet vastgelegd wat de prestatie is op besparingsgebied, behalve bij enkele stadsdelen, waar een CO 2 -footprint is uitgevoerd. Binnen die stadsdelen is ook een verantwoordelijke op het gebied van duurzaamheid[gemeente Amsterdam, 2012]. Gemeente Amsterdam heeft een paar resultaten zichtbaar gemaakt (tabel 4, hoofdstuk 6), waardoor duidelijk is dat het op het gebied van CO 2 -reductie hard bezig is[gemeente Amsterdam, 2008]. Bovenstaande aanpak doet de gemeente om het goede voorbeeld te geven aan de inwoners en bedrijven van Amsterdam. Ze ziet dit als een goede mogelijkheid om een serieuze gesprekspartner met deze actoren te zijn als het gaat over onderwerpen als duurzaamheid[gemeente Amsterdam, 2008]. Vergelijking met de handreiking Klimaatneutraal worden doe je zo! Het verschil tussen de handreiking en de gemeentelijke organisatie van Amsterdam is de afwezigheid van aanpak op het gebied van inkoop, woon-werkverkeer en dienstreizen bij Amsterdam. Bij de gemeente worden wel maatregelen uitgevoerd met een hogere terugverdientijd dan de vereiste 5 jaar, terwijl dit volgens de handreiking 5 jaar mag zijn. 5.3 Assen De gemeente Assen heeft binnen haar gemeentegrenzen 76.208 inwoners en is 81,94 km 2 groot. Assen ligt in het noorden van de Drenthe en is ook de hoofdstad van deze provincie[metatopos.org]. CO 2-neutraal Voor de gemeentelijke organisatie van Assen was de doelstelling CO 2 -neutraal in 2020 opgesteld, maar deze is inmiddels losgelaten, omdat het niet haalbaar bleek. De organisatie onderneemt wel nog steeds actie op het gebied van CO 2 -reductie om een voorbeeld te zijn voor de inwoners en bedrijven in de gemeente[gemeente Assen, 2009]. Ze voert geen CO 2 -compensatie uit, anders zou het doel alsnog gerealiseerd kunnen worden, maar dat is niet hun idee van CO 2 -neutraal zijn[med. Oosterhoff, 8-5-2013]. De maatregelen die uitgevoerd worden voor CO 2 -reductie voert de gemeente uit binnen de gemeentelijke gebouwen, het wagenpark, de dienstreizen, het woon-werkverkeer van de medewerkers en de inkoop van de organisatie[gemeente Assen, 2009; Med. Oosterhoff, 8-5-2013]. Deze worden allemaal uitgevoerd, als ze een terugverdientijd hebben van 5 jaar of minder, maar maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar worden ook belicht, om te kijken of deze ook uitgevoerd kunnen worden. Voor het energiegebruik binnen de genoemde onderdelen wordt groen gas (gecompenseerd) en groene stroom ingekocht. 20