Onderzoek naar mogelijke verbeteringen van het financieel en fiscaal kader van het woon-werk- en zakelijk verkeer



Vergelijkbare documenten
De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

Financieel/fiscaal kader van woon-werk en zakelijke verplaatsingen

Financieel/fiscaal kader van woon-werk en zakelijke verplaatsingen. Vincent Meerschaert Traject

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

Fiscale Handleiding voor de Carpooler

Verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling

Fiscale handleiding voor de carpooler

FISCALE ASPECTEN VAN VERPLAATSINGEN

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

Optimalisatie van zakelijke verplaatsingen: Wettelijk en fiscaal kader, goede voorbeelden

Verschillende geldigheidsperiodes zijn hierbij mogelijk: 1 week, 1, 3 of 12 maanden voor traject- en nettreinkaarten. 15 dagen voor Railflex.

VOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Het mobiliteitsbudget: een betere mobiliteit met minder kosten. Green Car Policy, 16 en 18 oktober 2012 BIM

beroepskosten 1 BBB info ajr KOSTEN forfaitaire beroepskosten bezoldigingen werknemers forfaitaire beroepskosten bezoldigingen werknemers

INHOUDSTAFEL VOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15

Bedrijfswagens. Bedrijfswagens Wetgeving. Chris Verleye Gedelegeerd Bestuurder

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2012)

FISCALE GIDS ALD COMPANYBIKE & ALD POOLBIKE

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 juli 2014)

PERSONENWAGENS & BEDRIJFSVOERTUIGEN

Wat is een voordeel van alle aard?

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2017)

expertise binnen handbereik Privégebruik firmawagens 2017 Inleiding Solidariteitsbijdrage / CO 2 -bijdrage Juridische dienst

MOBILITEIT EN VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR DE BOUWVAKARBEIDERS NIEUWE REGELING VANAF 1 OKTOBER 2007

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 8 maart 2010

Basisopleiding mobiliteitscoördinatoren Module 4 «De implementatie van een bedrijfsvervoerplan»

BTW aftrek voor bedrijfswagens 2013

C A R P O O L I N G. Inhoud. Wettelijke omschrijving. Voordelen Verzekeringen. Stimuli van de overheid

WERKGEVERSTEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VAN BOUWVAKARBEIDERS EN BEDIENDEN (bijgewerkt tot en met 1 februari 2019)

Mobiliteitsbudget & mobiliteitsvergoeding. Roel Van Hemelen Docent Actuaclub Fiscaliteit

BOUWSECTOR - TEGEMOETKOMINGEN IN DE REISKOSTEN VOOR ARBEIDERS EN BEDIENDEN REGELING VANAF 1 JULI 2009.

correspondentieadres Kunstlaan BRUSSEL uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlage(n)

Mobiliteitsmanagement in uw bedrijf Trends en opportuniteiten waarop u kan inspelen

Fiscale actualiteit voor bedrijfsauto s

Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2012 betreffende de werkgeverstegemoetkoming in de vervoerskosten

Bedrijfswagens anno Update fiscale actualiteit. Boekhoudkantoor Marien BVBA

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave

W at betekent mobiliteitsbudget voor de werknemer? Lieve Michiels Nathalie Van Bauwel

Gebruik van de bedrijfswagen voor privé-doeleinden

Een auto inschrijven

Fiets je rijk. Financiële voordelen voor werknemer en werkgever

Instelling. Onderwerp. Datum

Ink AJ 2013 Gewestelijke weerwerkpremie Maximumbedrag van de brutopremie per maand 180,00 180,00 180,00

NL ALD AUTOMOTIVE AUTOFISCALITEIT

Ink AJ 2014 Gewestelijke weerwerkpremie Maximumbedrag van de brutopremie per maand 180,00 180,00 180,00

Nr december 2015

W at betekent mobiliteitsbudget voor de werknemer? Lieve Michiels Nathalie Van Bauwel

Fiscale actualiteit bedrijfsauto s 2010: een volledig overzicht*

Carpoolreglement: versie 20/12/2012 i

Werknemers. Top. Vervangingsinkomsten. Ink AJ 2013 Ink AJ ,00

Inhoudstafel Deel 1. De auto In De InkomstenbelastIngen

Aftrekbaarheid btw op auto s licht gewijzigd

Ink AJ 2016 Gewestelijke weerwerkpremie Maximumbedrag van de brutopremie per maand 180,00 180,00 180,00

Inhoudstafel. 1. Wat is een kostenvergoeding precies? Vragen en antwoorden over de algemene forfaitaire kostenvergoeding...

PRIVÉGEBRUIK BEDRIJFSWAGENS SOCIALE EN FISCALE SPELREGELS ANNO 2011

De fiscaliteit van bedrijfswagens

Werknemers. Ink AJ Ink AJ Top. Vervangingsinkomsten. Ink AJ , ,00

Mobiliteitsenquête Vlaams ABVV Werk jij in een mobiliteitsvriendelijk bedrijf?

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave

Kosten eigen aan de werkgever

Zodra de werkgever een voertuig ter beschikking stelt aan een werknemer, geldt er een wettelijk vermoeden van privégebruik.

CARPOOLEN. De wet van de grote getallen op een bedrijvenzone. Met Taxistop & Carpoolplaza

Tarieven personenbelasting

Wanneer een nieuw dienstvoertuig, eigendom van de federale of lokale politie, gebruikt wordt voor het woon-werkverkeer

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Het gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudstafel

Belastingvermindering bij de aankoop van een elektrisch voertuig

Dossier: Verplaatsingskosten: sociale en fiscale behandeling

Btw-aftrek bedrijfswagens. meer rekenwerk voor minder btw-aftrek. Boekhoudkantoor Marien BVBA

Het gebruik van een bedrijfswagen voor privédoeleinden maakt een belastbaar voordeel van alle aard uit in hoofde van de verkrijger.

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Werknemers. Ink AJ Ink AJ Ink AJ 2016

Firmawagens : het moment van de akkoorden...

Textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers

BTW-recuperatie op bedrijfsauto s

Terugbetaling van kosten - RSZ

Autokosten : Hoeveel is je auto nu fiscaal aftrekbaar?

Paritair comité voor de uitzendarbeid en erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren

TERUGBETALING KOSTEN EIGEN AAN DE WERKGEVER ============================================== 1. OPGAVE VERPLAATSINGEN

Textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers

Mobiliteit: ook een vraagstuk voor HR. Een benadering op het vlak van fiscaliteit, RSZ en arbeidsrecht. Kathelijne Verboomen, oktober 2013

Luchtvaartmaatschappijen

TRANSPORTVERGOEDING. Owner : Human Resources. Location: NA

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

Externe diensten voor bescherming en preventie op het werk. Voordelen in natura... 2

CARPOOLEN. Met Carpoolplaza. In samenwerking met VSV. 30/05/2013 Antwerpen. Carpoolplaza is een dienstverlening van Taxistop vzw

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 OCTIES VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN

NIEUWE BEREKENING VOORDEEL VAN ALLE AARD BEDRIJFSWAGENS

NL ALD AUTOMOTIVE AUTOFISCALITEIT

De bedragen in onderstaande tabel worden aanvaard als een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever vanaf 1 januari 2014:

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en werknemers

6. ONKOSTENVERGOEDINGEN EN MAALTIJDCHEQUES. 6.1 Forfaitaire onkostenvergoeding

Soort auto MIA % Maximaal in aanmerking te nemen investeringsbedrag

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

Eigen auto 0,3573/km (01/07/2018 t.e.m. 30/06/2019) - Geldt voor beroepsverplaatsingen met de eigen auto, motor- of bromfiets

Paritair Comité voor de casinobedienden

> 5 uur en < 8 uur 8 uur Verblijf op kosten van het personeelslid 3,98 EUR 19,99 EUR 45,54 EUR 23,97 EUR

De maaltijdcheques zijn onderworpen aan een bijzondere regeling zowel op fiscaal vlak als op het vlak van sociale zekerheid.

Loonsverhoging : Effecten Verhouding netto voor de werknemer tov kost voor de werkgever Voorbeeld : bediende gehuwd zonder personen ten laste

Transcriptie:

www.traject.be Onderzoek naar mogelijke verbeteringen van het financieel en fiscaal kader van het woon-werk- en zakelijk verkeer Eindverslag In opdracht van het Vlaams gewest, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid 29 mei 2008

Inhoudstafel Inleiding...4 Managementsamenvatting schematisch overzicht...6 Deel I State of the Art : Fiscaal kader van woon-werk- en zakelijke verplaatsingen in België...11 1. Woon-werkverkeer...11 1.1. Kant werknemer...11 1.2. Kant werkgever...17 2. Zakelijke verplaatsingen...18 2.1. Kant werknemer...18 2.2. Kant werkgever...18 3. De bedrijfswagen...19 3.1. Kant werknemer...19 3.2. Kant werkgever...19 4. Aanschaf (propere) voertuigen...21 5. Wettelijke basis...22 Deel II Vergelijking met de situatie in de ons omringende landen: Nederland, Frankrijk, Duitsland, Engeland...24 1. Nederland...24 2. Duitsland...26 3. Verenigd Koninkrijk...27 4. Frankrijk...28 5. Vergelijking België-omringende landen...29 Deel III Verbetervoorstellen...32 1. Woon-werkverkeer...32 1.1. Stand van zaken...32 1.2. Opinie van de ondervraagde bedrijven...33 1.3. Verbetervoorstellen...33 1.4. Voorbeelden...35 2. Zakelijk verkeer...38 2.1. Stand van zaken...38 2.2. Opinie van de ondervraagde bedrijven...39 2.3. Verbetervoorstellen...39 2.4. Voorbeelden...40 3. Mobifisc vs. de logica van de (bedrijfs)auto...42 3.1. Stand van zaken...42 3.2. Opinie van de ondervraagde bedrijven...44 3.3. Opinie van de genieters van een bedrijfswagen...45 3.4. Verbetervoorstellen...47 3.5. Voorbeelden...51 Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 2

Deel IV Conclusie aanbevelingen...56 1. Doelstellingen en stappen...56 2. Constateringen...56 3. Verbetervoorstellen...57 3.1. Korte termijn...57 3.2. Langere termijn: Mobifisc...58 Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 3

Inleiding De Vlaamse Regering wenst de duurzame mobiliteit (lees: alternatieven voor het autosolisme) te bevorderen in het woon-werkverkeer. Dit gebeurt voornamelijk door het sensibiliseren van bedrijven en hun werknemers. Het Pendelplan, dat in 2006 werd gelanceerd, somt een aantal maatregelen op die de Vlaamse Regering in dat kader zal nemen. Naast het bestaan van een efficiënt aanbod aan alternatieven is een belangrijke hefboom in dit verband uiteraard het kostenaspect, zowel voor de werkgever, de werknemer als voor de overheid: Alhoewel (het alleenrijden in) de auto objectief gezien voor de privé-gebruiker merkelijk duurder is dan de andere vervoermiddelen, lijkt de prijs-kwaliteit vergelijking door de werknemer nog al te vaak in het voordeel van de auto uit te vallen. Een deel van dit fenomeen kan ongetwijfeld door fiscale en financiële stimuli worden beïnvloed. Werkgevers kiezen om fiscale redenen vaak liever voor het geven van een bedrijfswagen dan voor multimodaliteit bij het terugbetalen van woon-werk-en zakelijke verplaatsingen. Deze studie heeft dan ook als doelstelling mogelijke verbeteringen te onderzoeken van het financieel-fiscaal kader voor de duurzame mobiliteit of minstens de multimodaliteit in het woonwerk- en het (daaraan gelinkte) zakelijke verkeer, alsook het fiscale kader van de bedrijfswagen. Het gaat hier dus steeds om de relatie werkgever-werknemer en de manier waarop in deze relatie omgegaan wordt met mobiliteit en verplaatsingsvergoedingen. De studie streeft naar win-win situaties waarbij overheid, werknemer en werkgever hun voordeel doen. Dit is het eindverslag van deze studie. Het geeft de resultaten van alle opeenvolgende fasen: In een eerste fase ( state of the art ) van deze studie werd een stand van zaken gegeven van het fiscaal en financieel kader van de mobiliteit in de werkgever-werknemerrelatie in ons land (deel I) en de omringende landen (deel II); In een tweede fase werden verbeteringsscenario s (deel III) opgebouwd en getest. Dit gebeurde aan de hand van de kritische analyse van het bestaande kader, alsook: o Toepassing van verschillende fiscaal-financiële kaders op een aantal voorbeeldgevallen; o Een bevraging van 10 bedrijven 1 om hun visie te kennen; o Een groepsgesprek met werknemers van verschillende profielen die beschikken over een bedrijfswagen. Tenslotte werd bij wijze van conclusie een samenvattende nota met beleidsaanbevelingen (deel IV) opgesteld ten behoeve van het beleid met daarin een opsomming van de meest relevante acties op korte en langere termijn. 1 Alcatel, Banksys, Brussels Airport, Colruyt, Eandis, Kluwer, Securex, Proximus, Siemens, ING. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 4

Het verslag volgt zoveel mogelijk de boven reeds geciteerde opdeling: woon-werkverkeer; zakelijke verkeer; (alternatieven voor) de bedrijfswagen (woon-werk, zakelijk én privé). Verder wordt de problematiek steeds bekeken vanuit de kant van de werknemer en die van de werkgever. In dit verslag, en met name bij de verbetervoorstellen wordt af en toe verwezen naar organisatorische randvoorwaarden die zouden moeten vervuld zijn om bepaalde financieelfiscale mechanismen succesvol te maken. Deze vormden het voorwerp van een studie van de Bond Beter Leefmilieu dienaangaande, en worden waar nuttig hier hernomen 2. 2 Bond Beter Leefmilieu, Studie naar gebruiksvriendelijke mobiliteitsformule(s) die de drempel naar multimodaliteit in het woon-werk- en het zakelijk verkeer verlaagt, Eindrapport, 8 mei 2008 (Studie in opdracht van het Vlaams gewest, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid) Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 5

Managementsamenvatting schematisch overzicht Hierna geven we, bij wijze van samenvatting, een overzicht van de constateringen en aanbevelingen van deze studie. Telkens wordt daarbij verwezen naar de plaats in dit verslag waar het specifieke thema becommentarieerd wordt. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 6

Kant werknemer Kant werkgever Kant werknemer Kant werkgever Woon-werkverkeer Algemeen fiscaal kader Multimodaliteit wordt reeds gestimuleerd - blz. 32 Keuze tussen 1. systeem forfaitaire aftrek beroepskosten + vrijstellingen Bijdrage in de kosten van het openbaar vervoer voor de woonwerkverplaatsing gedragen door de werknemer Een gratis openbaar vervoerabonnement voor de woon-werkrit Gratis openbaar vervoerabonnement ook bruikbaar voor privéverplaatsingen (netabonnement) Fietsvergoeding kilometerbasis op Overzicht fiscaal gevolg mobiliteitsvergoedingen door de werkgever op verplaatsingsvergoeding werkgever OF 2. Bewijzen beroepskosten. In beide gevallen worden alternatieven voor de wagen reeds fiscaal voordeliger behandeld - blz. 11 en 15 100% vrijgesteld OF bewijzen beroepskosten (max. 100 km enkel) - blz. 13 en 15 100% vrijgesteld OF bewijzen beroepskosten (max. 100 km enkel) - blz. 13 en 15 Alle verplaatsingsvergoedingen vrij van RSZ en aftrekbaar indien vergoeding niet hoger dan kost; Vereenvoudigen van het ingewikkelde idem voor de fietsvergoeding tot max. systeem waarbij men tussen forfaitaire 0,15 /km - blz. 17 aftrek en bewijzen beroepskosten moet kiezen Elimineren van de limiet van 100 km voor bewijzen beroepskosten wanneer verplaatsingen niet met de auto gebeuren - blz. 33 Vrij van RSZ en 100 % aftrekbaar voor zover niet hoger dan kost - blz. 17 Elimineren van de limiet van 100 km voor bewijzen beroepskosten - blz. 33 Vrij van RSZ en 100 % aftrekbaar voor zover niet hoger dan kost Elimineren van de limiet van 100 km voor - blz. 17 bewijzen beroepskosten - blz. 33 Omnipas: 100% vrijgesteld OF Omnipas: vrij van RSZ en 100 % bewijzen beroepskosten (max. 100 km aftrekbaar voor zover niet hoger dan enkel); spoorwegen idem? - blz. 13, 15 en 48 kost, idem voor spoorwegen? - blz. 13, 15 en 48 Tot 0,15 onbelast EN bewijzen beroepskosten - blz. 13 en 15 Vrij van RSZ en 100 % aftrekbaar voor zover niet hoger dan kost - blz. 17 Verbetervoorstellen fiscaal Uitklaren van de fiscale behandeling van gratis netabonnementen - blz. 48 Het bedrag van de onbelaste fietsvergoeding zou moeten aangepast worden. Nu is de fietsvergoeding niet altijd een beter alternatief dan de klassieke terugbetaling van de woonwerkverplaatsing. Onder de ongeveer 2,5 km enkele rit is ze zelfs minder interessant, en is er ook geen verschil in fiscale behandeling - blz. 34 Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 7

Woon-werkverkeer Forfaitaire fietsvergoeding Overzicht fiscaal gevolg mobiliteitsvergoedingen door de werkgever Kant werknemer Kant werkgever Kant werknemer Kant werkgever Max. 160 vrijgesteld OF bewijzen beroepskosten - blz. 13 en 15 Vrij van RSZ en 100 % aftrekbaar voor zover niet hoger dan kost - blz. 17 RSZ op voordeel alle aard BTW op voordeel alle aard - blz. 17 Fiets of fietsattributen Max. 160 vrijgesteld OF bewijzen Mogelijkheid creëren een fiets van de zaak ter beschikking te stellen zonder fiscale beroepskosten - blz. 13 en 15 bijtelling - blz. 48 Voetgangersvergoeding (op Max. 160 vrijgesteld (OF bewijzen Vrij van RSZ en 100 % aftrekbaar voor kilometerbasis of forfaitair) beroepskosten) - blz. 13 en 15 zover niet hoger dan kost - blz. 17 Vergoeding gegeven aan Vrijstelling max. weekabonnement 1 ste Vrij van RSZ en 100 % aftrekbaar voor De regeling moet helderder worden werknemers die deelnemen aan klas trein OF bewijzen beroepskosten -zover niet hoger dan kost opgesteld en gecommuniceerd door de georganiseerd blz. 13 en 15 - blz. 17 De regeling moet helderder worden fiscale administraties + harmonisatie met gemeenschappelijk vervoer opgesteld en gecommuniceerd door de de term collectief vervoer die in een (georganiseerde carpooling, fiscale administraties andere betekenis gebruikt wordt voor bedrijfsbus) Elimineren van de limiet van 100 km voor bewijzen beroepskosten - blz. 33 vrijstellingen op de CO²-taks voor bedrijfswagens - blz. 34 Gratis werknemersvervoer (per Onbelast sociaal voordeel EN Vrij van RSZ bedrijfsbus, minibus, taxi) bewijzen beroepskosten - blz. 17 120% aftrekbare beroepskosten - blz. 17 Omwegen gemaakt in het kader Zie dienstverplaatsingen met de eigen Zie dienstverplaatsingen met de eigen van georganiseerd auto van de werknemer auto van de werknemer gemeenschappelijk vervoer - blz. 13 en 18 - blz. 18 voor ophalen passagiers Verbetervoorstellen fiscaal Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 8

Zakelijk verkeer Algemeen fiscaal kader Kant werknemer Kant werkgever Kant werknemer Kant werkgever Interessant om zakelijke ritten met de eigen wagen te laten vergoeden - blz. 38 Fiscaal interessanter voor de werkgever om werknemers aan te sporen alternatieven te gebruiken voor zakelijke verplaatsingen - blz. 38 Openbaar vervoerbewijzen Niet belast als inkomen - blz. 18 Vrij van RSZ en 100% aftrekbaar als kosten eigen aan de werkgever - blz. 18 Vergoeding voor verplaatsingen Niet belast als inkomen indien Vrij van RSZ en aftrekbaar volgens met privé-auto van de vergoeding volgens ernstige norm werknemer voor zakelijke - blz. 18 verplaatsingen Abonnement Cambio beperkt tot Niet belast als inkomen zakelijke verplaatsingen - blz. 18 Huurwagen Taxi Bedrijfswagen enkel bruikbaar Niet belast als inkomen voor zakelijk verkeer - blz. 18 Ter beschikking stellen van een Niet belast als inkomen fiets voor zakelijke verpl. - blz. 18 Vergoeding voor gebruik van de privéfiets voor zakelijke verplaatsingen Overzicht fiscaal gevolg mobiliteitsvergoedingen door de werkgever Niet belast als inkomen - blz. 18 Niet belast als inkomen - blz. 18 70/30 regel als kosten eigen aan de werkgever indien vergoeding volgens ernstige norm - blz. 18 Vrij van RSZ Beperkte aftrekbaarheid Beperkt aftrekbare BTW - blz. 18 Vrij van RSZ Beperkte aftrekbaarheid Beperkt aftrekbare BTW - blz. 18 Vrij van RSZ en 100% aftrekbaar als kosten eigen aan de werkgever Beperkt aftrekbare BTW - blz. 18 Vrij van RSZ en CO2-taks Beperkte aftrekbaarheid Beperkt aftrekbare BTW - blz. 18 en 20 Vrij van RSZ Aftrekbaar blz. - blz. 18 Mogelijkheid creëren om werknemers te belonen met vergoeding van privéverplaatsingen als ze minder auto gebruiken - blz. 39? (niet beschreven)? (niet beschreven) De onbelaste fietsvergoeding ook voor zakelijke verplaatsingen invoeren - blz. 39 Verbetervoorstellen fiscaal Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 9

Overzicht fiscaal gevolg mobiliteitsvergoedingen door de werkgever Verbetervoorstellen fiscaal Kant werknemer Kant werkgever Kant werknemer Kant werkgever (Bedrijfs)wagen met prvégebruik vs. alternatieven Bedrijfswagen met privégebruik Belastbaar voordeel van alle aard CO2-taks volgens uitstoot verminderd met terugbetaling door de Beperkte aftrekbaarheid (i.f.v. uitstoot) werknemer: Beperkt aftrekbare BTW - bij keuze forfaitaire aftrek BTW op voordeel alle aard beroepskosten: belastbaar voordeel - blz. 19 en 20 forfaitair bepaald op 5000 of 7500 km, zelden in relatie tot reële privékilometers - bij bewijzen beroepskosten: reële privékilometers aangerekend (maar hoe bepaald?) - blz. 14 en 19 1. Combinatie bedrijfswagen + systeem vrijgestelde verplaatsingsvergoedingen voor woon-werkverplaatsingen (terugbetaald of gratis openbaar vervoer, fietsvergoeding) is nu al mogelijk en kan gepromoot worden - blz. 43 2. Minimale aanpassing fiscaliteit door toe te laten aan de werkgever: Een fiets van de zaak ter beschikking te stellen (voorbeeld: max. waarde 500 ) die expliciet ook voor privédoeleinden kan worden gebruikt zonder fiscale bijtelling; Netabonnementen (indien nodig geïntegreerd NMBS-De Lijn-MIVB) expliciet onbelast te maken ook al worden zij ook gebruikt voor privéverplaatsingen; De mogelijkheid te bieden onder bepaalde voorwaarden onbelast een bepaald bedrag aan gebruik van Cambio, taxi en/of huurwagen toe te kennen zonder onderscheid tussen privé- en zakelijk gebruik - blz. 48 3. Een verder gaande aanpassing: de mogelijkheid creëren om loutere privéverplaatsingen met alternatieven voor de wagen te vergoeden zonder dat de volledige waarde als belastbaar voordeel wordt beschouwd. Voorgesteld wordt het systeem van forfaitaire berekening van het privévoordeel, dat nu bestaat voor de bedrijfswagen, uit te breiden naar alternatieve vervoersvormen, waarbij het milieuvriendelijkste vervoermiddel de laagste belasting per km heeft - blz. 49 Persoonlijk toegewezen Zoals hierboven, maar belastbaar CO2-taks volgens uitstoot tenzij De regeling moet helderder worden De regeling moet helderder worden bedrijfswagen die ook gebruikt voordeel van alle aard verminderd met vrijstelling "collectief vervoer" onder opgesteld en gecommuniceerd door de opgesteld en gecommuniceerd door de wordt voor carpooling carpoolkilometers georganiseerd indien bepaalde voorwaarden gemeenschappelijk Beperkte aftrekbaarheid (i.f.v. uitstoot) fiscale administraties - blz. 33 fiscale administraties + harmonisatie met de term collectief vervoer die in een vervoer - blz. 14 en 19 Beperkt aftrekbare BTW andere betekenis gebruikt wordt voor BTW op voordeel alle aard verminderd vrijstellingen op de CO²-taks voor met carpoolkilometers - blz. 19 en 20 bedrijfswagens - blz. 34 Abonnement Cambio, taxi of Privéverplaatsingen in principe RSZ en BTW op voordeel alle aard huurwagen ook bruikbaar voor belastbaar als voordeel alle aard Beperkte aftrekbaarheid privéverplaatsingen - blz. 14 Beperkt aftrekbare BTW - blz. 17 en 20 De mogelijkheid te bieden onder bepaalde voorwaarden onbelast een bepaald bedrag aan gebruik van Cambio, taxi en/of huurwagen toe te kennen zonder onderscheid tussen privé- en zakelijk gebruik - blz. 48 Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 10

Deel I State of the Art : Fiscaal kader van woon-werk- en zakelijke verplaatsingen in België Voor de beschrijving van het huidige kader in België wordt de volgende indeling genomen 1. Kader voor het woon-werkverkeer; 2. Kader voor het zakelijk verkeer; 3. De bedrijfswagen (woon-werk, zakelijk én privé buiten woon-werk) Voor elk van deze onderdelen wordt vervolgens eerst de kant van de werknemer en dan die van de werkgever beschreven 1. Woon-werkverkeer 1.1. Kant werknemer De fiscus voorziet verschillende systemen om vermindering van loonbelasting te verkrijgen op basis van de kosten van de woon-werkverplaatsing. Het schema hieronder geeft aan welke systemen er naast elkaar bestaan en hoe deze al dan niet combineerbaar zijn. Het belangrijkste onderscheid betreft de keuze tussen de forfaitaire aftrek voor beroepskosten, combineerbaar met bepaalde fiscale vrijstellingen, en het bewijzen van beroepskosten. Daarnaast bestaat ook de belastingvrije fietsvergoeding, die onder bepaalde voorwaarden met beide andere systemen combineerbaar is. 1.1.1. Forfaitaire aftrek beroepskosten 1.1.2. Bewijzen beroepskosten EN Vrijstelling inkomstenbelasting - op de werkgeversbijdrage in de woon-werkverplaatsing 1. Openbaar vervoer: 100% 2. Coll. vervoer: meestal 100% 3. Andere: 160 - op voordelen van alle aard, o.a. de bedrijfswagen Forfaitaire regeling voor berekening privévoordeel bedrijfswagen OF EN/OF Voor wat betreft de woonwerkverplaatsing meestal aan 0,15 /km per woon-werk-kilometer 1.1.3. Tot 0,15 /km belastingvrije fietsvergoeding Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 11

1.1.1. Voor de werknemer die opteert voor het forfaitaire systeem voor aftrek beroepskosten De fiscus voorziet een forfaitaire aftrek voor beroepskosten, het "wettelijk forfait". Dit is afhankelijk van het bruto inkomen. Deze aftrek betreft onder andere de woon-werkverplaatsing. Het wettelijk forfait wordt steeds automatisch toegekend, zelfs als de werknemer zijn werkelijke beroepskosten bewijst (zie 1.1.2.) en deze zijn lager dan het wettelijk forfait. Om van dit wettelijk forfait te genieten moet er dus niets ingevuld worden op de belastingaangifte. Brutoloon (EUR) Berekening wettelijk forfait in 2008 (EUR) Van 0 tot 4.880 EUR 26,1% Van 4.880,01 tot 9.690 EUR 1.273,68 EUR + 10% v/h bedrag boven 4.880,01 Van 9.690,01 tot 16.130 EUR 1.754,68 EUR + 5% v/h bedrag boven 9.690,01 Van 16.130,01 tot 56.574 EUR 2.076,68 EUR + 3% v/h bedrag boven 16.130,01 Meer dan 56.574 EUR 3.290,00 EUR De werknemer die op een grote afstand van het werk woont, meer bepaald meer dan 75 km, en dit op zijn aanslagformulier invult, ontvangt daarboven nog een forfait voor verre verplaatsingen (tussen 75-100 km: 75 EUR, tussen 101-125 km: 125 EUR, +125 km: 175 EUR). Dit moet wel op het belastingformulier worden aangeduid. Deze forfaitaire aftrek van beroepskosten is combineerbaar met vrijstellingen op vergoedingen, in loon of natura, inzake woon-werkverkeer die de werknemer ontvangt van de werkgever. Deze vergoedingen zijn normaliter belastbaar als een deel van het loon, omdat de fiscus de woon-werkverplaatsing als een privé-aangelegenheid van de werknemer beschouwt. Maar de fiscus voorziet een aantal vrijstellingen met het oog op de promotie van meer duurzame vervoerswijzen: 1.1.1.1. Verplaatsingsvergoedingen Het betreft hier de financiële bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten (woon-werk) van de werknemer. Werkgevers in België zijn sinds 1962 verplicht een verplaatsingsvergoeding woon-werk te geven voor gebruikers van de trein, de bijdrage in het zogenaamde sociaal abonnement voor de NMBS. Deze wettelijke bijdrage is de laatste jaren ongeveer 60% van de prijs van een treinabonnement voor de woon-werkafstand van de werknemer. De NMBS publiceert bij elke tariefwijziging deze verplichte bijdrage. Naast deze wettelijke regeling hebben opeenvolgende CAO s en reglementen, die kunnen verschillen per sector en bedrijf, bijkomende vergoedingen vastgelegd naast de vergoeding van de treinverplaatsing. o De meeste privé-werkgevers passen de terugbetaling van het "sociaal abonnement" toe op alle werknemers, ook zij die niet met het openbaar vervoer komen. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 12

o De meeste ambtenaren ontvangen de bijdrage enkel als ze gebruik maken van het openbaar vervoer (niet alleen de trein maar ook de andere vervoermiddelen). De laatste jaren betalen de meeste openbare administraties en bepaalde bedrijven meer terug dan de wettelijke bijdrage, zelfs tot 100% van de abonnementsprijs. o Sommige werkgevers en veel overheden keren ook een fietsvergoeding uit aan hun personeel sinds deze is ingevoerd in 1997 (zie 1.1.3). Hieronder geven we de fiscale behandeling van de klassieke verplaatsingsvergoedingen. Deze zijn in principe belastbaar als loon, maar volgens het gebruikte vervoermiddel zijn er vrijstellingen voorzien. Sinds aanslagjaar 2002 zijn hier 3 categorieën ingevoerd: 1. Als de werknemer het openbaar vervoer gebruikt en de kosten daarvan op vraag van de controleur kan bewijzen, dan is de vrijstelling (sinds 2002) 100% van de werkgeversbijdrage of - als de bewijsbare kosten lager zijn dan de werkgeversbijdrage - gelijk aan de bewezen kosten. Het abonnement kan in dit kader ook verworven worden via een derdebetalersregeling (betaald door de werkgever). De bewijsbare openbaar vervoer kosten kunnen wel vermeerderd worden met de max. 160 EUR vrijstelling voor andere verplaatsingswijzen als men een deel van de verplaatsingen met andere vervoermiddelen heeft afgelegd, en dit is altijd het geval (zie onder 3.). Op deze manier kan men vaak een vrijstelling van 100% op de werkgeversbijdrage krijgen, zelfs al vallen de kosten lager uit. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer iemand een klassieke verplaatsingsvergoeding ontvangt ter waarde van 60% van een treinabonnement, maar enkel een abonnement van De Lijn als kost kan inbrengen, waarvan de waarde lager is dan de gekregen verplaatsingsvergoeding. 2. Als de werknemer gebruik maakt van door de werkgever of een groep van werkgevers georganiseerd gemeenschappelijk vervoer, dan is de maximale vrijstelling gelijk aan het tarief van een eersteklas-weekabonnement van de trein voor de periode waarin de werknemer gebruik maakt van het systeem. Dit is een nieuwe categorie, ingevoerd in 2002. Hieronder valt elke vorm van gemeenschappelijk vervoer dat door de werkgever of een groep van werkgevers wordt georganiseerd, zoals bedrijfsbussen of carpooling, ook als dit laatste uitsluitend met privévoertuigen van de werknemers wordt georganiseerd. Voorwaarde is wel dat er een akkoord is tussen organiserende werkgever en werknemer over de deelname van de werknemer aan het gemeenschappelijk vervoer en de voorwaarden daarvan. Een dergelijk akkoord kan zowel op niveau van een CAO als met individuele werknemers worden afgesloten. In de praktijk wordt vaak gewerkt volgens het systeem dat ook gebruikelijk is voor de fietsvergoeding: een verklaring op eer met eventueel onderschrijving van een reglement door de werknemer. Net zoals onder 1. kan ook deze vrijstelling gecombineerd worden met de 160 EUR vrijstelling "andere vervoermiddelen". Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn als men niet voldoende dagen carpoolt om het volledige bedrag van de verplaatsingsvergoeding te halen. Werkgevers kunnen in dit kader bovendien omwegen die chauffeurs maken met hun eigen wagen om carpoolpartners op te pikken in het kader van woon-werkverkeer ook (belastingvrij) terugbetalen zoals dienstkilometers. 3. Andere verplaatsingswijzen: vrijstelling met een maximum van 160 EUR. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 13

Administratief gezien zullen de meeste werkgevers op de samenvattende opgave (fiscale fiche gegeven aan de werknemer aan het einde van het jaar voor het invullen van de belastingsbrief) ofwel het hele bedrag van de verplaatsingsvergoeding in één van bovenstaande categorieën plaatsen, ofwel indien de werknemer heeft gewisseld van categorie gedurende het fiscale jaar de verplaatsingsvergoeding verdelen over de categorieën volgens de dagen dat de werknemer in de één of andere categorie viel. Als de werkgever dit doet is het voor de werknemer gemakkelijk om de vrijstelling in de belastingaangifte in te vullen. Daar waar de werkgever de indeling in categorieën niet zelf vermeldt is het aan de werknemer om zijn vrijstelling te berekenen, afhankelijk van het/de categorie(en) waartoe hij in het afgelopen jaar behoorde. Bovengenoemde vrijstellingen zijn natuurlijk maar relevant als de werkgever effectief een verplaatsingsvergoeding geeft. Maar zelfs in dat geval kan het zijn dat deze vrijstellingen fiscaal niet de beste optie zijn. Het is namelijk zo dat, vooral bij hogere woon-werkafstanden, het bewijzen van beroepskosten interessanter kan zijn (zie 1.1.2.), sinds kort ook voor carpoolers, collectief vervoer- en openbaar vervoergebruikers. 1.1.1.2. Voordelen van alle aard Hier gaat het om alle voordelen, buiten het salaris, die de werkgever in natura aan de werknemer geeft en die geen vergoedingen zijn van reële kosten opgelopen tijdens het werk. Deze voordelen zijn in principe belastbaar als deel van de bezoldiging. De fiscus hanteert bepaalde regels om de financiële waarde van de voordelen te berekenen, zodat ze kunnen bijgeteld worden bij het belastbare loon. Er zijn enkele belastbare voordelen die betrekking hebben op de woon- werkverplaatsing en waarop soms vrijstellingen gelden: o De bedrijfswagen (zie meer detail onder 3.) De privé-kilometers die de werknemer ermee aflegt, inclusief de woon-werkverplaatsing zijn belastbaar als voordeel van alle aard. De fiscus maakt het sinds 2004 mogelijk dit aantal privékilometers forfaitair vast te leggen op 5000 km voor werknemers die tot 25 km van het werk wonen, en op 7500 km voor de overige werknemers die beschikken over een bedrijfswagen, als men zijn beroepskosten niet bewijst. Als de bedrijfswagen gebruikt wordt in het kader van door de werkgever of door een groep werkgevers georganiseerd gemeenschappelijk vervoer, en men opteert voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten, dan zijn de kilometers die ermee gecarpoold worden vrijgesteld van het voordeel van alle aard. In dezelfde filosofie zal ook het toekennen van taxi-, cambio- of huurwagenritten voor privéverplaatsingen (woon-werk of vrije tijd) belast worden als een voordeel van alle aard, maar hier zal de factuurwaarde dan gelden voor het bepalen van het ontvangen voordeel. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 14

o Aanbieden van een fiets of fietsattributen aan de werknemer In onze fiscaliteit zijn deze voordelen theoretisch nog steeds volledig belastbaar van zodra ze het woon-werkverkeer (of een andere privéverplaatsing) als doel hebben, met uitzondering van de 160 vrijstelling die standaard is voorzien voor alle verplaatsingsvergoedingen woon-werk. Als de werknemer de fiets enkel toegewezen krijgt voor dienstdoeleinden (en de fiets dus niet wordt gebruikt voor woon-werk- of andere privéverplaatsingen) dan is het voordeel niet belastbaar. Belastbaar is de reële waarde van het voordeel dat de werknemer ontvangt. Van zodra de fiets wordt gebruikt voor privéverplaatsingen is in principe de totale waarde van het voordeel belastbaar met uitzondering van de genoemde 160. De fietsvergoeding (zie 1.1.3.) is vaak een fiscaal interessantere manier om het fietsen te subsidiëren. 1.1.2. voor de werknemer die kiest voor het bewijzen van beroepskosten In plaats van genoegen te nemen met het wettelijk forfait voor beroepskosten kan men ook opteren voor het bewijzen van zijn kosten, d.i. als men vermoedt dat de kosten hoger oplopen dan het wettelijk forfait. Hiervoor bestaan precieze regels in verband met de woonwerkverplaatsing. Voor woon-werkverplaatsingen met eigen wagen, gezinswagen of een aan zich toegewezen wagen (verhuring, leasing...) kan men 0,15 EUR aftrekken voor elke effectief gereden woonwerkkilometer. Ook als men beschikt over een bedrijfswagen kan men dus beroep doen op de aftrek, maar dan zal ook het privévoordeel van de bedrijfswagen berekend worden op het aantal kilometers dat men bewijst (zie 1.1.1.2.) Nu bestaat dezelfde mogelijkheid sinds 2002 ook voor verplaatsingen die niet gebeuren met de eigen wagen, gezinswagen of een wagen die werd toegewezen, namelijk voor fietsers, carpoolpassagiers en gebruikers van het openbaar vervoer vallen hier onder. Hier geldt vanaf 2007- een limiet van 100 km enkele reis of 200 km heen+ terug. Wanneer opteren voor het bewijzen van beroepskosten (verondersteld dat men enkel woon-werkverkeer als aftrekbare beroepskost heeft)? Als het wettelijk forfait hoger of gelijk is dan het bedrag dat men zou kunnen bewijzen met de 0,15 EUR/km, en de werknemer heeft geen andere aftrekbare kosten dan de woonwerkverplaatsing, dan is het sowieso zinloos de kosten te bewijzen. Onderstaande tabel geeft een indicatie van de drempel waarboven men moet overwegen zijn kosten te bewijzen. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 15

Bruto inkomen na afhouding RSZ (euro) Wettelijk forfait aftrek beroepskosten (euro) Jaarlijkse km woonwerk nodig om forfait te bereiken met systeem bewijzen beroepskosten (forfait / 0,15 ) Kilometer per werkdag nodig om de forfait te bereiken met bewijzen beroepskosten (jaarkm/220 werkdagen per jaar) 10000 1770 11801 54 15000 2020 13468 61 20000 2193 14619 66 25000 2343 15619 71 30000 2493 16619 76 35000 2643 17619 80 40000 2793 18619 85 45000 2943 19619 89 50000 3093 20619 94 Als het forfait lager is dan het bedrag dat de werknemer zou kunnen bewijzen met de 0,15 EUR/km, dan moet die het verschil tussen de twee vergelijken met de vrijstelling die hij kan bekomen op de verplaatsingsvergoeding (of voordelen alle aard) toegekend door de werkgever. Want beiden zijn niet combineerbaar, dus is het best te kiezen voor de voordeligste formule. 1.1.3. De fietsvergoeding De fietsvergoeding heeft een apart statuut. Alleen het bedrag boven 0,15 EUR per km woonwerkverkeer wordt bij de bezoldigingen opgeteld en dus als loon belast. Een bedrag tot 0,15 EUR/km is vrij van belastingen. De voorwaarde voor deze gunstige fiscale behandeling is dat de werknemer werkelijk fietst naar het werk. De bewijslast ligt echter niet bij hem maar bij de werkgever, die een systeem moet hebben om uit te maken wie daadwerkelijk fietst van en naar het werk en hoeveel km. Verder is de wetgeving niet erg specifiek over hoe dit administratief wordt geregeld. Maar in de meeste gevallen wordt gewerkt met een verklaring op eer, waarin de fietser verklaart zich (eventueel gedurende een bepaalde periode) met de fiets naar het werk te begeven. De voordelige fiscale behandeling van de fietsvergoeding is fiscaal ook cumuleerbaar met vrijstellingen op andere verplaatsingsvergoedingen, maar niet voor hetzelfde traject. Als het bedrijf bijvoorbeeld een fietsvergoeding van 0,15 EUR uitbetaalt voor het voortraject naar een treinstation, en daarnaast het abonnement voor de daaropvolgende treinrit naar het werk terugbetaalt, dan is de fietsvergoeding onbelast en de terugbetaling van het treinticket fiscaal vrijgesteld. De fietsvergoeding is fiscaal ook combineerbaar met het bewijzen van beroepskosten. Op administratief vlak hoeft de werkgever bij het invullen van de fiscale samenvattende opgave aan het einde van het jaar - alleen het bedrag boven de 0,15 EUR/km bij het belastbaar inkomen te tellen. Daarvoor is in principe op de fiche een vak voorzien. Informatief wordt het volledige bedrag van de fietsvergoeding meestal vermeld, maar dit is niet nodig voor de fiscale aangifte. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 16

1.1.4. Gratis collectief werknemersvervoer Gratis werknemersvervoer ter beschikking gesteld door de werkgever wordt beschouwd als een onbelast sociaal voordeel, en is ook combineerbaar met het bewijzen van beroepskosten. 1.2. Kant werkgever Het betreft hier de belasting op de vergoedingen die de werkgever toekent voor de woonwerkverplaatsingen van de werknemer. Aan de kant van de werkgever is de regeling minder complex. Hier spelen zowel de RSZregeling (sociale zekerheid die de werkgever betaalt op loon) als de aftrekbaarheid van de gemaakte kosten een rol. Zijn vrijgesteld van RSZ-regeling: o elke terugbetaling woon-werkverkeer, tenzij de terugbetaling hoger is dan de kost; o een gratis openbaar vervoerabonnement toegekend aan de werknemers; o gratis collectief vervoer ter beschikking gesteld aan de werknemers. De werkgever is wel RSZ verschuldigd als de werknemer een bedrijfswagen krijgt toegewezen die ook voor privéverplaatsingen (inclusief woon-werk) kan worden gebruikt. Dit is sinds 2005 onder de vorm van de zgn. C02-taks. Verder betaalt de werkgever een beperkte BTW op het voordeel van alle aard dat aan de werknemer wordt toegekend (zie onder 3.) RSZ is ook verschuldigd bij alle andere vormen van mobiliteitsvergoedingen voor woon-werken privéverplaatsingen waarop geen vrijstellingen zijn gedefinieerd: een fiets of fietsattributen met privégebruik, taxi-, Cambio- en huurwagenritten met privégebruik. Aftrekbaar voor de werkgever zijn: o elke terugbetaling woon-werkverkeer, maar met een beperking voor wat betreft autokosten (zie onder 3.); o het gratis openbaar vervoer-abonnement toegekend aan de werknemers; o kosten voor collectief vervoer zijn voor 120% aftrekbaar. Het betreft hier de kosten voor de aanschaf van voertuigen (afschrijving van investeringen), rechtstreekse kosten (onderhoud, brandstof, verzekering), uitbesteding aan een vervoerbedrijf, géén directe personeelskosten voor de chauffeur; o Parkingkosten (aanleg en tickets) voor klanten en personeel. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 17

2. Zakelijke verplaatsingen 2.1. Kant werknemer De terugbetaling van zakelijke verplaatsingen door de werkgever wordt niet beschouwd als zijnde een loonvoordeel toegekend aan de werknemer, omdat het gaat over de vergoeding van kosten opgelopen tijdens het werk of eigen aan de werkgever. Openbaar vervoertickets of - abonnementen, fietsen, kunnen allemaal onbelast worden terugbetaald of ter beschikking gesteld zolang het enkel voor dienstverplaatsingen is. Voor het gebruik van de privéwagen van de werknemer mag de terugbetaling "forfaitair" gebeuren, indien gebaseerd op een ernstige norm. Een algemeen aanvaarde ernstige norm is de rondzendbrief van het Ministerie van Ambtenarenzaken die steeds op 1 juli het jaarlijks geïndexeerde kilometerbedrag bepaalt. Vanaf 1 juli 2007 is dat 0,2940 EUR/km. Voor de toepassing van zo n forfaitaire regeling is er wel een begrenzing tot 24 000 km/jaar, tenzij er een bijkomend bewijs wordt geleverd. Sinds de invoering van de categorie door de werkgever georganiseerd gemeenschappelijk vervoer (in 2002, zie onder 1.1.1.1.) kunnen werkgevers omwegen die chauffeurs maken met hun eigen wagen om carpoolpartners op te pikken in het kader van woon-werkverkeer ook (belastingvrij) terugbetalen zoals dienstkilometers. 2.2. Kant werkgever Aan de kant van de werkgever zijn terugbetalingen voor zakelijke verplaatsingen met de auto vrij van RSZ en aftrekbaar (volgens de zgn. 70/30 formule : 30% aan te nemen als brandstof en dus 100% aftrekbaar, de overige 70% is voor 75% aftrekbaar). Taxidiensten en verhuurdiensten zijn ook slechts voor 75% aftrekbaar. De BTW op huurwagens is slechts voor 50% aftrekbaar, voor taxidiensten is dit wel 100%. Door de betaler van de factuur doorgerekende autokosten zijn wel 100% aftrekbaar. In dat geval kan ook de BTW 100% aftrekbaar zijn als het gaat om een geheel van prestaties (vb. een geheel van diensten waar onder andere vervoer is inbegrepen in de prijs). Terugbetalingen van verplaatsingen met duurzame vervoermiddelen (openbaar vervoerabonnementen of tickets) zijn volledig aftrekbaar. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 18

3. De bedrijfswagen 3.1. Kant werknemer Om de waarde van het voordeel te bepalen gebruikt de fiscus volgende formule: aantal privé-km x forfaitaire prijs per km i.f.v. de fiscale PK van de wagen (bij wet vastgelegd, zie bedragen 2007 in onderstaande tabel), met een minimum van 5000 km per jaar. Fiscale PK Privévoordeel per km (EUR) Fiscale PK Privévoordeel per km (EUR) Fiscale PK 4 0,1682 9 0,2865 14 0,4059 5 0,1975 10 0,3169 15 0,423 6 0,2182 11 0,3474 16 0,4352 7 0,2414 12 0,3681 17 0,4437 8 0,2633 13 0,3913 18 0,4547 19 en meer 0,4632 Privévoordeel per km (EUR) De fiscus maakt het sinds 2004 mogelijk dit aantal privékilometers forfaitair vast te leggen op 5000 km voor werknemers die tot 25 km van het werk wonen, en op 7500 km voor de overige werknemers die beschikken over een bedrijfswagen. Deze forfaitaire regeling is wel niet combineerbaar met het bewijzen van beroepskosten (zie hoger). Als de wagen niet wordt gebruikt voor woon-werkverplaatsingen blijft het minimum van 5000 km gelden (ze betreffen dan de andere privé-verplaatsingen). Het belastbare bedrag kan echter worden verminderd met de bijdragen die de werknemer ook op kilometerbasis - levert voor het gebruik van de bedrijfswagen. Een recent en interessant initiatief is dat, als de bedrijfswagen gebruikt wordt in het kader van door de werkgever of door een groep werkgevers georganiseerd gemeenschappelijk vervoer (zie ook hoger), de kilometers die ermee gecarpoold worden, vrijgesteld zijn van het voordeel van alle aard. Ook deze vrijstelling is niet combineerbaar met het bewijzen van beroepskosten. 3.2. Kant werkgever Sociale zekerheid Inzake bedrijfswagens toegekend als "voordeel van alle aard" aan werknemers (d.w.z. wagens waar privégebruik van gemaakt wordt) betalen werkgevers een solidariteitsbijdrage die recent de vorm heeft aangenomen van een CO²-taks. Deze is van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 en N1 (personenwagens tot 9 plaatsen, en vrachtwagens onder de 3,5t), en wordt berekend op basis van de emissiegraad van de wagen (met een minimum van 21,68 /maand in 2007). Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 19

Voertuigen Formule Benzine [(CO2-uitstoot x 9 EUR) - 768] : 12 x 120,27/114,08 Diesel [(CO2-uitstoot x 9 EUR) - 600] : 12 x 120,27/114,08 LPG [(CO2-uitstoot x 9 EUR) - 990] : 12 x 120,27/114,08 Elektrische /Minimumbijdrage 21,96 EUR per maand Het is aan de werkgever om te bewijzen dat een wagen uit de bovenvermelde categorieën waarover het bedrijf beschikt géén privégebruik kent. De CO²-taks blijft gelden zelfs als de werknemer een deel van de kosten van de bedrijfswagen terugbetaalt aan de werkgever. Op vraag van met name de bouwsector is op deze regel een uitzondering gemaakt voor wagens die, onder bepaalde voorwaarden, worden gebruikt voor collectief vervoer. Type voertuig N 1 N 1 met minder dan 3 plaatsen of N 1 met ruimte voor personenvervoer beperkt tot 1 zitbank of 1 rij zitplaatsen M 1 met minstens 5 en max. 8 plaatsen (zonder zetel chauffeur) Voorwaarden voor vrijstelling CO2-taks Chauffeur + min. 2 andere werknemers van onderneming aanwezig tijdens min. 80 % van het afgelegde traject van / naar woonplaats chauffeur + bewijs door werkgever: geen ander privégebruik. Chauffeur + min. 1 werknemer van onderneming aanwezig tijdens min. 80 % van het afgelegde traject van / naar woonplaats chauffeur + bewijs door werkgever: geen ander privé-gebruik. Chauffeur + Min. 3 werknemers van onderneming aanwezig tijdens min. 80 % van het afgelegde traject van en naar de woonplaats van de chauffeur. Voertuig geïdentificeerd als '"dienstig voor collectief vervoer van werknemers" + bewijs door werkgever dat er geen ander privégebruik is Werkgevers betalen ook BTW (7,8766%) op het voordeel van alle aard dat hun werknemers via de bedrijfswagen krijgen. Aftrekbaarheid Bedrijfswagens zijn maar beperkt aftrekbaar. Vroeger was dit standaard 100% voor financieringskosten, brandstof en mobilofonie en 75% voor de andere kosten. Sinds 2007 variëren de aftrekmogelijkheden voor de andere kosten in functie van de CO2-uitstoot: CO2-uitstoot (in gram per kilometer) Aftrekpercentage Diesel Benzine < 105 < 120 90 105 tot 115 120 tot 130 80 116 tot 145 131 tot 160 75 146 tot 175 161 tot 190 70 > 175 > 190 60 De BTW op autokosten, met uitzondering van mobilofonie, is in principe slechts 50% aftrekbaar. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 20

4. Aanschaf (propere) voertuigen Alhoewel dit niet strikt genomen onder werkgerelateerde verplaatsingen valt vermelden we toch ook de fiscaliteit van de aankoop en het bezit van een wagen. Wie over een wagen beschikt betaalt, naast accijnzen op brandstof, 2 soorten belastingen: o De belasting op inverkeerstelling: verschuldigd op elke wagen (nieuw of tweedehands) op het ogenblik dat deze in gebruik genomen wordt (op het moment dat de nummerplaat van een wagen verandert). Deze wordt berekend op basis van de cilinderinhoud van de wagen en het vermogen van de motor. o De verkeersbelasting: jaarlijks verschuldigd voor alle motorvoertuigen in België en afhankelijk van het type brandstof en de fiscale pk s van de wagen. De laatste jaren komen er steeds meer fiscale stimuli voor de aanschaf van milieuvriendelijke voertuigen: o Bij de aanschaf van een auto die minder dan 105 gram CO2 per km uitstoot, is er een belastingvermindering van 15% op de aankoopprijs, beperkt tot een bedrag van 4270 EUR (aanslagjaar 2008); o Bij de aankoop van een auto die tussen de 105 en de 115 gram CO2 per km uitstoot, is dit slechts 3% op de aankoopprijs, beperkt tot een bedrag van 800 EUR (aanslagjaar 2008); o Er is een bijkomende belastingvermindering van 200 EUR (aanslagjaar 2008) voor motoren die standaard zijn uitgerust met een roetfilter en met een uitstoot van minder dan 130 gram CO2 per kilometer. De roetfilter mag maximaal 5 mg deeltjes per kilometer uitstoten. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 21

5. Wettelijke basis Verplaatsingsvergoedingen: - De Wet van 27/07/1962 (B.S. 31 juli 1962) die elke werkgever verplicht voor sommige werknemers (arbeiders en bedienden) een deel te betalen van de prijs van het sociaal abonnement afgeleverd door de NMBS; - De collectieve overeenkomst nr. 19 ter van 5 maart 1991 (KB van 04/06/1991) gewijzigd door de CAO nr.19 sexies van 30/03/2001 (B.S. 29 juni 2001). - De sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten indien ze een voordeel toekennen dat minstens gelijkwaardig is dan de in de Nationale Arbeidsraad bepaalde; - Koninklijk Besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten (B.S. 29 april 1999) van kracht sinds 1 mei 1999, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 3 september 2000 (B.S. 7 september 2000), van kracht voor werknemers van de overheidssector sinds 1 september 2000; - Koninklijk Besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden (B.S. 7 september 2000), van kracht sinds 1 september 2000 voor werknemers van de overheidssector. Fiscale behandeling van verplaatsingsvergoedingen - Wetboek van Inkomstenbelastingen (WIB), art. 30-33bis (bezoldigingen) en art. 38 (vrijstellingen); - Art. 38, eerste lid, 14 (WIB 92) aangaande de kilometervergoeding toegekend voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, ingevoegd door de Wet van 8 augustus 1997 (B.S. 5 november 1997). Van toepassing met ingang van aanslagjaar 1998; - Wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting (B.S. 20 september 2001), van toepassing vanaf het boekjaar 2002, inkomsten 2001. - Bevestigingsbrief van 20 november 2002 van Minister Didier Reynders betreffende de ongewijzigde toepassing van de fietsvergoeding, als gevolg van de Wet van 10 augustus 2001; - Circulaire nr. Ci.RH.241/550.265 (AOIF 20/2002) dd. 18.07.2002 aangaande de vergoeding voor reiskosten voor woon-werkverkeer en de vrijstellingen Aftrek beroepskosten: - Artikel 66 van het Wetboek van Inkomstenbelasting (WIB) 1992 over de aftrek van beroepskosten; - Wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting (B.S. 20 september 2001), van toepassing vanaf het boekjaar 2002, inkomsten 2001 dat een artikel 66bis heeft ingevoegd in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in verband met de beroepskosten met betrekking tot de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die anders dan met een in artikel 66, 5, vermeld voertuig wordt gedaan; - Koninklijk Besluit van 12 mei 2004, art. 1B (B.S. 27 mei 2004) dat met ingang van aanslagjaar 2007 de kilometergrens voor het bewijzen van beroepskosten uit de wet van 10 augustus 2001 verhoogt tot 100 km enkele rit; Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 22

- Circulaire nr. Ci.RH.241/555.223 (AOIF 19/2004) dd. 08.04.2004 over de aftrek van beroepskosten woon-werkverkeer Zakelijke verplaatsingen - artikel 13, vierde lid, van het KB van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten voor ambtenaren (B.S. 2 februari 1965) - Circulaire nr. Ci.RH.241/535.316 dd.11.09.2000 over de toepassing op andere werknemers. Bedrijfswagen en andere voordelen van alle aard: - artikel 31, tweede lid, 2 en 32, tweede lid, 2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen (WIB) 92 over de voordelen van alle aard als belastbare bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders; - artikel 18, 3, punt 9, van het KB tot uitvoering van het WIB 92 (KB/WIB 92) dat de waarde van het privé-voordeel van de bedrijfswagen bepaalt; - Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 over de forfaitaire raming van voordelen van alle aard voor firmawagens. CO2-taks - Programmawet van 27 december 2004, artikel 1 (B.S. 31 december 2004) voert een artikel 38 2 in in de Wet betreffende de sociale zekerheid van werknemers van 29 juni 1981 (voorziet in een CO2-solidariteitsbijdrage op bedrijfswagens); - Programmawet van 20 juli 2006 (B.S. 28 juli 2006) stelt sommige bedrijfswagens vrij van de CO² -solidariteitsbijdrage door de definitie van voertuig voor «collectief vervoer van werknemers» Programmawet van 27 april 2007 (B.S., 8 mei 2007) die een progressieve verlaging van de kostenaftrek voor bedrijfswagens voorziet in functie van hun CO2-uitstoot Artikel 45 2 van het Wetboek van de BTW i.v.m. de BTW-aftrek. Fiscale incentives aankoop propere voertuigen - Artikel 145/28 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, ingevoegd door de Programmawet van 9 juli 2004, hoofdstuk X (B.S. 15 juli 2004) en artikel 63/13 van het KB/WIB 92 ingevoegd door Koninklijk Besluit van 16 december 2004 inzake de belastingvermindering voor uitgaven voor de verwerving in nieuwe staat van een personenauto, auto voor dubbel gebruik of minibus met een maximale uitstoot van 115 g CO2 per kilometer (B.S. 30 december 2004); - Art. 12 van de Programmawet van 27 december 2006 (B.S. 28 december 2006), van toepassing op de uitgaven gedaan vanaf 1 januari 2007 tot 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar in hetwelk de Europese Commissie de verplichting invoert dat alle voertuigen standaard moeten worden uitgerust met een roetfilter. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 23

Deel II Vergelijking met de situatie in de ons omringende landen: Nederland, Frankrijk, Duitsland, Engeland. 1. Nederland In Nederland bestaat er sinds 2005 geen onderscheid tussen woon-werk- en zakelijke kilometers. De werkgever kan beide soorten verplaatsingen onbelast aan 0,19 /km vergoeden, ongeacht het vervoermiddel. Vergoedingen boven de 0,19 /km worden belast. Dit systeem is van toepassing op alle vervoermiddelen. Omdat zakelijke verplaatsingen traditioneel hoger worden vergoed en woon-werkverkeer lager, is het mogelijk het volledige bedrag van woon-werk- en zakelijke vergoedingen op te tellen en te delen door alle woon-werk-en zakelijke kilometers, om het eventueel te belasten deel (boven de 0,19 /km) te bekomen. Dit heet saldering. Voor het openbaar vervoer bestaat de mogelijkheid af te wijken van dit principe, en de volledige kost van de vervoersbewijzen onbelast terug te betalen. Theoretisch kunnen hier ook bewijzen onder vallen die privaat (buiten woon-werkverkeer) kunnen worden gebruikt, op voorwaarde dat zakelijk gebruik aanneembaar is. Het door de werkgever gegeven abonnement of door de werkgever gratis georganiseerde collectieve vervoer geniet quasi dezelfde behandeling (volledig onbelast). Maar hier wordt er wel een beperkte fiscale bijtelling 54 tot 82, resp. 1 ste en 2 de klas) gedaan zodra er een privégebruik buiten woon-werkverkeer is. Indien de werkgever geen of een niet kostendekkende vergoeding geeft, dan kan de werknemer opteren voor de reisaftrek op de inkomstenbelasting vanaf een woon-werkafstand van meer dan 10 km. Deze reisaftrek is forfaitair bepaald (bvb. 1101 voor een reisafstand tussen 30 en 40 km). Betreffende gebruik van de eigen auto worden parkeer-, veer- en tolgelden beschouwd als gedekt door de 0,19 /km. Uitzondering is de parkeerplaats verstrekt bij het werk of de cliënt (terugbetalingen of betaalkaarten komen niet voor de uitzondering in aanmerking). Worden deze bovenop vergoed, dat wordt dit belast in hoofde van de werkgever. In geval van carpooling blijft de regeling van de onbelaste 0,19 /km (dus ook voor dienstverplaatsingen) van kracht. Maar er zijn meer beperkingen naarmate de werkgever er meer bij betrokken is (in tegenstelling tot Vlaanderen waar het net andersom is): omwegen in woon-werkverkeer of carpoolen met de wagen van de zaak kunnen als dienstkilometers worden vergoed, maar alleen bij de chauffeur. Ook voor de bedrijfswagen is er in tegenstelling tot België geen onderscheid tussen woonwerk- en zakelijke kilometers: deze zijn onbelast. Wel belast als loon in natura worden de privékilometers buiten woon-werkverkeer, sinds 2006 net als bij ons in de loonbelasting. De methode om het voordeel te berekenen verschilt wel van het Belgische systeem: 22% van de cataloguswaarde, tenzij er niet meer dan 500 km privé worden gereden. Voor dit laatste is een kilometeradministratie vereist. Het belastbare bedrag kan wel net als bij ons verminderd worden met de werknemersbijdrage voor privékilometers. Er zijn ook enkele uitzonderingen voorzien, die voornamelijk betrekking hebben op poolcars of echte bedrijfsvoertuigen, die niet of om bedrijfsredenen gebruikt worden voor privékilometers. Onderzoek naar financieel en fiscaal kader van het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer eindverslag, mei 2008 24