Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Vergelijkbare documenten
Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Stappenplan: Hoe maak ik een werkstuk?

Basisschool de Triangel HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK

HOE MAAK IK EEN WERKSTUK?

HOE MAAK IK EEN WERKSTUK?

Hoe maak je een werkstuk?

HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Hoe maak ik een werkstuk?

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:

NAAM: GROEP: SCHOOL:

Bijlage W2 groep 7 1

Je gaat een werkstuk over dieren maken.

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Stap 4: Indeling maken

De beoordeling van je werkstuk

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Boekbespreking: Kies een boek wat je zelf ook echt leuk vindt!! Weet je niet zeker of het boek mag van school, overleg dan even met je juf.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

De beoordeling van je werkstuk

Werkstuk. Groep 5. Hoe maak je in 9 stappen een werkstuk:

1 Hoe werk ik mijn werkstuk af

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Onderwerp. Plaatje. Uitleg over plaatje. Gemaakt door naam Groep Inleverdatum

Het maken van een werkstuk

Inhoudsopgave 1. Waarom maak je een werkstuk? 2. Zo begin ik met mijn werkstuk 2. De onderdelen van het werkstuk 3

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

Instructie. Werkstuk. Bovenbouw 10 e Montessori de Meidoorn Schooljaar

Werkstuk-wijzer. School: CBS De Wegwijzer te Zuidbroek. Groep:.. (Om je te helpen bij het maken van een werkstuk)

Werkwijzer Verslagkring:

Werkstuk wizard Hulpvragen

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN

Werkstuk groep 7 Een dier

Spreekbeurt, en werkstuk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Werkstukken en presentaties

Stappenplan voor je spreekbeurt in groep 3/4

Help, ik moet een werkstuk maken!

Juf Sabine en juf Maaike

Hoe maak ik een werkstuk?

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Beoordeling power-point groep 5

Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt.

Leesdossier moderne vreemde talen (Engels / Duits) VMBO onderbouw

Handleiding Grote schriftelijke presentatie groep 6/7/8

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Een verplichte vraag die over het onderwerp moet worden beantwoord is: welke invloed heeft dit (gehad) op het landschap?

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Hoe maak ik... Naam: Groep:

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Hoe schrijf ik een artikel?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Vergeet niet achterin deze opdracht de tips voor lay-out te bekijken!

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Uitleg boekverslag en boekreclame

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de

Stappenplan: een spreekbeurt maken

STAP 1 (tijd: 1 uur, Punten 5)

Dit ben ik Naam: juf Alma van den Bergh School: o.b.s. de Torenuil Groep: 7a Datum: juni 2015

Werkstuk groep 5 en 6

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T

Amsterdam, november Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen. Geachte ouders/verzorgers,

Huisdier: Hoe oud is het, wat is zijn naam, hoe lang woont hij al bij jou? Wat eet hij? Hoe moet je hem verzorgen? Andere informatie.

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

Landengids voor: Landengids

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Groep 6. Werkboek Werkstuk

Boekverslag & presentatie

Mijn WERKSTUK in 10 stappen

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

Basisschool de Triangel. Het houden van een spreekbeurt.

Bedenken: een tekening maken van de held

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Verslag Nederlands Leesverslag

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Team 6: Zonnepanelen. Onderzoek naar het gebruik van zonnepanelen

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Werkboek LINTSTAGE NAAM: KLAS:

HALLO WERELD WERKSTUK

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

Transcriptie:

Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een weettekst heeft een werkstuk ook één onderwerp voor de hele tekst. De hele tekst is verdeeld in hoofdstukken. Je maakt een werkstuk over een zelf te kiezen onderwerp. Je kiest een onderwerp dat jij interessant vindt en waar jij meer over te weten wilt komen. Lees in dit boekje maar goed hoe jij helemaal zelf een werkstuk kan maken! Lees dit boekje thuis ook goed door met je ouders. Het zou natuurlijk erg fijn zijn als zij jou een beetje willen helpen! Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Heel erg veel succes en veel plezier met het schrijven van jouw eigen werkstuk!

Stappenplan Stap 1 Kies een onderwerp Kies een onderwerp dat jij interessant vindt. Een onderwerp waar je nog maar weinig of niets over weet. Kies een onderwerp waar je voldoende informatie over kunt vinden. Vul het onderwerp in op je stappenblad en vertel het aan juf. Stap 2 Schrijf de inleiding In de inleiding staat het volgende: Waar gaat het werkstuk over? Waarom heb je dit land gekozen? Wat wil je leren? Hoe wil je dat gaan leren? Je inleiding moet in ieder geval 10 regels zijn. Stap 3 Verzamel informatie over jouw land a. Zoek informatiebronnen Je hebt een onderwerp gekozen, waar je meer over te weten wilt komen. Hiervoor heb je informatie nodig, zodat je een werkstuk kunt maken. Dingen waar je informatie uit haalt noemen we bronnen. Het zijn boeken, films, websites, artikelen enz. die je gebruikt bij het maken van je werkstuk. Je kunt informatie op vele manieren krijgen: Zoek in de bibliotheek boeken over je onderwerp. Zoek op het internet naar informatie en plaatjes. Vraag iemand die veel over je onderwerp weet om informatie. Verzamel tijdschriften, krantenartikelen, foto s en voorwerpen die iets met je onderwerp te maken hebben. Wat weet je zelf al over je onderwerp? b. Een woordspin maken Voor het bedenken van je hoofdstukken maak je een woordveld. Hiervoor gebruik je het lege blad. Schrijf je onderwerp in het midden. Daaromheen schrijf je alle woorden die iets te maken hebben met dit onderwerp.

Geschiedenis Eten Amerika De bevolking Leuke weetjes Bedenk in ieder geval zes hoofdstukken waar jij iets over gaat schrijven. Bij het bedenken van de hoofdstukken kun je gebruik maken van de hoofdstukkenbladen achter in dit boekje. Schrijf de hoofdstukken op en laat dit controleren door juf. Daarna mag je verder met de volgende stap. c. Belangrijke woorden opschrijven. Lees telkens een stukje tekst van de boekjes of het internet die je gevonden hebt. (niet meer dan één bladzijde) en schrijf de belangrijkste woorden op bij het goede hoofdstuk. Woorden die je niet begrijpt zoek je op en probeer je in je eigen woorden uit te leggen. Ga zo door tot je genoeg informatie hebt.

Stap 4 Het maken en typen van je werkstuk A. Blz. 0: Voorkant 1. Bovenaan: de titel van je werkstuk. De titel maak je met WordArt. Je maakt de voorkant zo mooi mogelijk! 2. Afbeelding over je onderwerp. 3. Onderaan: je naam, je groep én de inleverdatum. B. Blz. 1: Inleiding B. Blz. 2: Inhoudsopgave 1. Typ op de bovenste regel met grootte 14: Inhoudsopgave 2. Sla 2 regels over. 3. Typ in lettergrootte 12 onder elkaar de titels van al jouw hoofdstukken en zet erachter op welke bladzijde elk hoofdstuk begint. Na elke titel van een hoofdstuk één regel overslaan. C. Blz. 3: Voorwoord 1. Typ op de bovenste regel met lettertype 14: Voorwoord 2. Sla 2 regels over. 3. Vertel in het kort wat je in je werkstuk gaat vertellen. (vertel over ieder hoofdstuk het belangrijkste in 1 zin) 4. Typ je voorwoord in lettertype 12 (minimaal 10 regels) (zie stap 2) D. Blz. 4: Hoofdstuk 1 1. Typ op de bovenste regel de titel van het hoofdstuk met lettergrootte 14. Bijv. De inwoners van Amerika. 2. Sla 2 regels over en schrijf dan het hoofdstuk in lettergrootte 12. 3. Elk hoofdstuk moet in ieder geval 1 A-4tje groot zijn (lettertype 12). De tekst moet minstens een halve pagina groot zijn. 4. Op de andere helft van de pagina kun je plaatjes zetten. Er mogen ongeveer 2 plaatjes op een pagina staan. Natuurlijk mogen de hoofdstukken groter zijn. Ook kun je tussendoor plaatjes naast de tekst zetten. Tips: - Gebruik niet te vaak hetzelfde woord. - Lees elke zin goed na en controleer hem op spelfouten - Denk aan punten, komma s enz. (leestekens). - Denk aan hoofdletters. - Maak de zinnen niet te lang.

- Gebruik alleen woorden, die je zelf begrijpt. Dus geen boekentaal of teksten van internet. ALLES IN JE EIGEN WOORDEN. Dit kun je als volgt doen: 1. de tekst die je gebruikt ga je lezen 2. Je legt het boekje of klikt de website weg 3. Je vertelt in je eigen woorden het belangrijkste uit dat stukje. 4.Als je daarmee klaar bent, kijk je nog eens naar de tekst en kijk je of je niets bent vergeten. Ben je iets vergeten? Dan herhaal je stap 2, 3 en 4 - Gebruik steeds HETZELFDE LETTERTYPE MAAK ZÓ ALLE HOOFDSTUKKEN!! Je maakt in ieder geval zes hoofdstukken! F. Blz.??: Nawoord Typ op de bovenste regel met lettertype 14 Nawoord. Sla 2 regels over. Je schrijft een slotwoord in lettergrootte 12: - Wat heb je geleerd? - Hoe heb je dit geleerd? - Wat voor extra s heb je geleerd? - Ben je trots op je werkstuk en waarom? - Welke moeilijkheden kwam je bij het maken tegen? - Wat zou je misschien de volgende keer anders doen? - Wat vond jij ervan om het te maken? E. Blz.??: Literatuurlijst Dit is een lijst van boeken + de schrijver en internetadressen waar je de informatie gevonden hebt. (dus niet google aangeven, maar de website waar je het echt vandaan hebt) Typ op de bovenste regel met lettergrootte 14: Literatuurlijst Sla 2 regels over. Typ alle titels van boeken, films, websites, artikelen enz. die je hebt gebruikt bij het maken van je werkstuk netjes onder elkaar. Typ rechts ernaast, ook recht onder elkaar de namen van de schrijvers Stap 5: Controleer je werkstuk. Controleer jouw werkstuk. Ben je niets vergeten? Staan er geen schrijffouten in? Is de volgorde logisch? Laat het werkstuk voor de zekerheid aan iemand anders lezen. Het kan best zijn dat je iets belangrijks vergeten bent. Verander zo nodig nog wat aan de inhoud of de volgorde.

Stap 6: Maak je werkstuk mooi. Verzorging Gebruik in je werkstuk steeds hetzelfde lettertype. Je mag kiezen uit lettertype: Arial, Times New Roman, Verdana. De lettergrootte is: - bij de titels van de hoofdstukken: lettergrootte 14, vet gedrukt en/of onderstreept - bij de gewone tekst: lettergrootte 12; maak belangrijke woorden vet of schuin gedrukt. Sla een regel over als er in je hoofdstuk een nieuw stukje (alinea) begint. Werk ruim (witruimtes!), zodat het er verzorgd uitziet. Begin elk nieuw hoofdstuk op een nieuw blad. Zorg dat je, als je niet genoeg ruimte hebt voor een alinea, niet de alinea afbreekt, maar dat je op een nieuwe pagina begint. De bladzijdennummering komt onderaan in het midden van de bladzijde. Dit mag ook heel netjes geschreven worden. Afbeeldingen Foto s, plaatjes, tekeningen via kopiëren en plakken in je werkstuk plaatsen. Je mag ze ook netjes uitknippen en met lijm opplakken. Tips: De plaatjes moeten passen bij wat je hebt geschreven. Typ bij elk plaatje een bijschrift. Maak het niet te druk (dan wordt het rommelig). Zorg voor minstens 6 plaatjes. Stap 7: Lever je werkstuk in Maak een mooi boekje van je werkstuk. Dit kan met behulp van een mapje, nietjes, een touwtje, een snelhechter of een ringbandje. De beoordeling Bij de beoordeling van je werkstuk let ik op de inhoud van je werkstuk en op de verzorging. Heb je het allemaal in je eigen woorden verteld? Ziet het er netjes uit? Heb je alle punten erin staan wat in dit boekje staat? Je krijgt dan een goed, ruim voldoende, voldoende, matig of onvoldoende.

Stappenplan van Mijn onderwerp is Wat? Wanneer moet dit af? Af? Goedgekeurd door juf Stap 1: Kies een onderwerp 27 januari 2014 Ja/nee Ja/nee Stap 2: Schrijf de inleiding 3 februari 2014 Ja/nee Ja/nee Stap 3: Verzamel informatie 3 februari 2014 Ja/nee Ja/nee Stap 3: Maak een woordveld 3 februari 2014 Ja/nee Ja/nee Stap 3: Bedenk minstens 6 hoofdstukken 3 februari 2014 Ja/nee Ja/nee Stap 4: het typen van je werkstuk Ik wil dit af hebben op: Stap 5: Controleer je werkstuk Laat het ook goed door papa en mama controleren Stap 6: Maak je werkstuk mooi Ik wil dit af hebben op: Ik wil dit af hebben op: Stap 7: Inleveren van je werkstuk 20 maart 2014 Ja/nee

HOOFDSTUKKENBLAD LANDEN Dit zijn voorbeelden van hoofdstukken die je kunt gebruiken voor jouw werkstuk. 1. Kaartgegevens. Waar ligt het land? Hoe groot is het? Hoeveel inwoners heeft het? Hoe ziet de vlag eruit? 2. Landschap. Hoe ziet het landschap eruit? 3. Klimaat. Hoe is het klimaat? Wat is de temperatuur? Wind? Regen? Sneeuw? 4. Middelen van bestaan. Waar leven de meeste inwoners van? Wat voor werk hebben ze? Waar verdienen ze hun geld mee? Met welke munt betalen ze? 5. Toerisme Wat is er allemaal te zien? Wat bezoeken de toeristen? 6. Staatsvorm Hoe wordt het land geregeerd? Wie is er de baas? Hoe heet de koning of de koningin? Is het een republiek? Wie is de president? 7. Levenswijze Hoe wonen en leven de mensen er? Wat eten ze? Welke taal spreken ze? 8. Extra informatie. Is er nog andere belangrijke informatie over het land? Of heb je misschien leuke weetjes?

HOOFDSTUKKENBLAD DIEREN Dit zijn voorbeelden van hoofdstukken die je kunt gebruiken voor jouw werkstuk. 1. Veldkenmerken. Hoe herken je het dier? Let op de vorm, de grootte, de kleur, het geluid, de bewegingen. 2. Woongebied. Waar woont het dier? Waarin woont het dier? 3. Voedsel. Wat eet het dier? 4. Vijanden. Wie jaagt er op het dier? Door wie wordt het dier gegeten? 5. Verdediging. Hoe verdedigt het dier zich tegen vijanden. Hoe verdedigt het dier zich tegen het weer? 6. Voortplanting. Waar en wanneer krijgt het dier jongen? Hoeveel jongen krijgt het? Hoe verzorgt het dier zijn jongen? 7. Familie. Welke diersoorten zijn familie van het dier? 8. Verzorging. (alleen bij huisdieren) Wat moet je doen om het dier gezond te houden? 9. Extra informatie. Is er nog andere, belangrijke of leuke informatie over het dier?

HOOFDSTUKKENBLAD GESCHIEDENIS Dit zijn voorbeelden van hoofdstukken die je kunt gebruiken voor jouw werkstuk. 1. Tijd In welke tijd gebeurt het? Maak er een tijdlijn bij. 2. Activiteiten Welke belangrijke dingen gebeurden er in die tijd? 3. Middelen van bestaan Waar leefden de mensen in die tijd van? 4. Levenswijze Hoe leefden de mensen in die tijd? Denk aan bijvoorbeeld woning, voeding, kleding en verlichting. 5. Godsdienst Welke godsdienst (en) hadden de mensen? Vertel er wat meer over. 6. Staatsvorm Hoe werd er in die tijd geregeerd? Wie was de baas in het land? 7. Bekende personen Wie waren er in die tijd belangrijk? Waarom waren die personen belangrijk? 8. Overblijfselen Wat is er nu nog te zien van die tijd? 9. Betekenis voor ons Wat is er voor ons nu nog van betekenis van die tijd? 10. Extra informatie Is er nog andere belangrijke informatie? Of heb je misschien leuke weetjes?