Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,



Vergelijkbare documenten
Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

BTW-nieuwtjes

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

De kleineondernemersregeling

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020

De kleineondernemersregeling

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

afnemer of van een derde, met inbegrip van subsidies die rechtstreeks met de prijs van deze handelingen verband houden (artikel 73 van de

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M

De kleineondernemersregeling

1. Inleiding. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

De kleineondernemersregeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2 Administratieve verplichtingen

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1. Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/1680M, Stcrt. nr. 202

PRAKTIJKNOTITIE BTW EN OVOB BTW. 1. Inleiding. 2. Kleine ondernemersregeling

Verslag internetconsultatie Wet omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van omzetbelasting

Schenkbelasting. Tijdelijke verruiming van de vrijstelling voor de schenking voor de eigen woning

Brondatum:

Van: NOAB Adviesgroeplid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: juli 2019 Onderwerp: De Wet Modernisering kleineondernemersregeling

Besluit van 4 april 2011, nr. BLKB2011/240M, Staatscourant 13 april 2011, nr De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Bijna elke ondernemer heeft ermee te maken, oninbare debiteuren. Met ingang van 1 januari 2017 is de wet- en regelgeving hieromtrent gewijzigd.

Omzetbelasting -- Deel 5

HRo - Omzetbelasting -- Deel 5

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Algemene contributieverordening 2007 Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 16 december Tekst geldend vanaf 1 januari

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Dit besluit is vervangen door het besluit van 16 december 2014, nr. BLKB2014/2146M Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Particulieren met zonnepanelen kunnen ondernemer voor de btw zijn

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet Burgerlijk Wetboek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging per 2012 ARTIKEL X. Het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Omzetbelasting. Fondswerving en kantines. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Besluit van 8 april 2009, nr. CPP2009/482M, Stcrt. nr. 70

Besluit van 6 maart 2008, nr. CPP2007/2918M, Stcrt. nr. 53. De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW.

Wijziging Leidraad Invordering Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 juni 2013, nr.

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Transparante Vennootschap

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren die zonnepanelen

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) Na artikel VIIc worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

U rekent zich rijk Gemeente Amsterdam Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BTW-nieuwtjes

Directoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland. Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197

Besluit van 16 februari 2012, nr. BLKB 2012/137M, Staatscourant 29 februari 2012, nr. 3802

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Provinciewet. Provinciewet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Auteur: mr. A.P. van Nes, FrieslandCampina. 2 december Centrale vraagstelling

Besluit van 25 januari 2007, nr. CPP2006/2847M, Stcrt. nr. 24. De minister van Financiën heeft het volgende besloten.

Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt.

Transcriptie:

Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Dit besluit bevat een goedkeuring waardoor de inspecteur aan het verzoek van een startende (kleine) ondernemer om ontheffing van administratieve verplichtingen terugwerkende kracht kan verlenen tot de dag waarop het verzoek is ingediend ( 7.1). Daarnaast bevat dit besluit een goedkeuring voor commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders ( 7.2) 1. Inleiding De zogenoemde kleine ondernemersregeling houdt in dat een ondernemer, die in een kalenderjaar minder dan 1.883 btw verschuldigd is, in aanmerking komt voor een vermindering van btw (artikel 25 van de Wet op de omzetbelasting 1968). 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen AWR wet besluit beschikking btw btw-richtlijn regeling Algemene wet inzake rijksbelastingen Wet op de omzetbelasting 1968 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 omzetbelasting Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU L 347 van 11 december 2006) Kleine ondernemersregeling (artikel 25 van de wet) 2. Voor wie geldt de regeling? De regeling geldt alleen voor natuurlijke personen. Rechtspersonen (BV s, NV s, verenigingen, stichtingen enz.), niet-rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen en doelvermogens zijn dus van de regeling uitgesloten. Onder natuurlijke personen wordt ook verstaan een maatschap, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap (mits niet op aandelen) en soortgelijke samenwerkingsverbanden tussen natuurlijke personen. De regeling geldt per ondernemer. Wanneer een ondernemer verschillende bedrijven uitoefent worden die bedrijven voor de toepassing van de regeling bij elkaar genomen. De Nederlandse wetgeving sluit toepassing van de regeling uit als een ondernemer niet in Nederland is gevestigd en daar ook geen vaste inrichting heeft.

3. Grondslag voor het berekenen van de vermindering 3.1 Teruggaaf van btw De vermindering is afhankelijk van de in een kalenderjaar verschuldigde btw, na aftrek van de voorbelasting. Na afloop van een kalenderjaar nageheven of teruggegeven btw moet worden toegerekend aan het jaar waarop deze btw betrekking heeft. Ik keur op grond van artikel 63 AWR het volgende goed. Ik keur goed dat in de volgende gevallen terug ontvangen of bijbetaalde bedragen worden verwerkt in het jaar van teruggaaf of bijbetaling: - de teruggaaf van btw vanwege oninbare vorderingen (artikel 29 van de wet); - de teruggaaf of bijbetaling van btw als gevolg van een wettelijke bepaling (bijvoorbeeld artikel 16 van het besluit). Van een eenmaal gemaakte keuze kan niet worden afgeweken. 3.2 Bepalen bedrag voorbelasting Het bedrag van de voorbelasting wordt bepaald aan de hand van de aan de ondernemer uitgereikte facturen. Ik keur op grond van artikel 63 AWR het volgende goed. Ik keur goed, dat de ondernemer die gebruik maakt van de regeling, de voorbelasting bepaalt aan de hand van de door hem verrichte betalingen. De ondernemer die ervoor kiest om geen gebruik (meer) te maken van deze goedkeuring maakt deze keuze voor een periode van tenminste vijf jaren. Na het verstrijken van een periode van vijf jaren kan de ondernemer opnieuw een beroep doen op deze goedkeuring. 4. Voorlopige vermindering 4.1 Schatting De ondernemer kan per belastingtijdvak van het jaar waarover hij gebruik maakt van de regeling een voorlopige vermindering op de verschuldigde btw toepassen (artikel 24, eerste lid, van de beschikking). Hij moet dan vóór de eerste aangifte van een jaar een schatting maken van de btw die hij in dat jaar verschuldigd zal worden. Bij deze schatting moet rekening worden gehouden met de gegevens over het eerste belastingtijdvak. Op basis van deze schatting past de ondernemer per belastingtijdvak van een kwartaal een vermindering van btw toe. Als de schatting op redelijke wijze heeft plaatsgevonden, hoeft zij in de loop van het jaar niet te worden herzien. 4.2 Sterk wisselende omzet Als het bedrag van de voorlopige vermindering hoger is dan de in een tijdvak verschuldigde btw, komt het verschil niet voor teruggaaf in aanmerking. Bij ondernemers met een sterk wisselende omzet in de verschillende tijdvakken van het jaar kan dit ertoe leiden, dat de voorlopige vermindering belangrijk achterblijft bij het bedrag van de vermindering waarop over het gehele jaar gemeten aanspraak bestaat (bijvoorbeeld seizoenbedrijven). Ik keur op grond van artikel 63 AWR het volgende goed.

Ik keur goed dat de inspecteur een bij het omzetverloop aangepaste voorlopige vermindering toestaat indien de aard van het bedrijf daartoe aanleiding geeft. 4.3 Maandaangifte In gevallen waarin de btw wordt voldaan over een maand worden de bedragen van de voorlopige vermindering (zoals vermeld in artikel 24, tweede lid, van de beschikking) naar rato verlaagd. 4.4 Geen voorlopige vermindering Als de ondernemer geen voorlopige vermindering heeft toegepast en na afloop van het jaar blijkt dat de regeling van toepassing is, kan hij een verzoek om teruggaaf doen. De ondernemer verwerkt dat verzoek in zijn aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat jaar. Als dat niet meer mogelijk is, kan hij op de gebruikelijke wijze om teruggaaf verzoeken. Het terug te ontvangen bedrag telt niet mee bij de bepaling van de in het nieuwe jaar verschuldigde btw voor de toepassing van de regeling. 5. Afwijkend boekjaar De regeling is van toepassing per kalenderjaar. Ik keur op grond van artikel 63 AWR het volgende goed. Ik keur goed dat de ondernemer die een boekjaar voert dat afwijkt van het kalenderjaar voor de toepassing van de regeling kan uitgaan van dat boekjaar. 6. Afwijkingen administratieve verplichtingen De ondernemer die gebruik maakt van de regeling moet voldoen aan de administratieve verplichtingen (artikelen 34 en 35 van de wet). De inspecteur kan afwijkingen van de administratieve verplichtingen toestaan (artikel 31, zevende lid, van de beschikking). In een voorkomend geval legt de inspecteur geen naheffingsaanslag op wegens het vervallen van de vermindering van btw op de enkele grond, dat de ondernemer die afwijkingen al vóór de toestemming toepaste. 7. Ontheffing van administratieve verplichtingen 7.1 Moment van ingaan ontheffing In bepaalde gevallen kan de ondernemer voor de btw ontheven worden van zijn administratieve verplichtingen die voortvloeien uit het belaste ondernemerschap (artikel 25, derde lid, van de wet). Een ondernemer die in aanmerking komt voor ontheffing van de administratieve verplichtingen, moet bij de inspecteur een verzoek indienen. Als de inspecteur het verzoek inwilligt, gaat de ontheffing in met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin het verzoek is ingediend (artikel 25 van de beschikking). Dit betekent dat de ondernemer tot aan dat tijdstip nog moet voldoen aan de administratieve verplichtingen voor de btw. Om de administratieve lasten voor startende (kleine) ondernemers te verminderen keur ik vooruitlopend op wijziging van artikel 25, tweede lid, van de beschikking het volgende goed. Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de inspecteur, in zoverre in afwijking van artikel 25, tweede lid, van de beschikking, aan het verzoek om ontheffing van administratieve verplichtingen terugwerkende kracht kan

verlenen tot de dag waarop het verzoek is ingediend. Ik verbind hieraan de volgende voorwaarden. Voorwaarden - de ondernemer maakt aannemelijk dat hij na toepassing van artikel 25, eerste lid, van de wet over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen btw hoeft te voldoen; - de ondernemer heeft over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen melding gemaakt van btw op de door hem uitgereikte facturen; - de ondernemer maakt over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen aanspraak op teruggaaf van btw en heeft dat ook niet gedaan. 7.2 Commissarissen Commissarissen hebben als lid van de raad van commissarissen een toezichthoudende en adviserende taak. Als een naamloze of besloten vennootschap het zogenoemde one-tier board besturingsmodel toepast vervult de niet-uitvoerende bestuurder de rol van toezichthouder. Deze werkzaamheden worden zelfstandig uitgevoerd. Per commissariaat of nietuitvoerend bestuurderschap dient te worden bezien of sprake is van belastingplicht voor de btw. Tot 1 januari 2013 konden commissarissen nog gebruik maken van een goedkeuring op basis waarvan heffing van btw achterwege bleef bij het vervullen van niet meer dan 4 commissariaten. Dit heeft er mogelijk toe geleid dat de betrokken ondernemers die na toepassing van artikel 25, eerste lid, van de wet, geen btw behoeven te voldoen niet al in 2012 een verzoek om ontheffing van administratieve verplichtingen hebben ingediend. Dat zou er toe leiden dat deze ondernemers, mede gelet op de goedkeuring opgenomen in paragraaf 7.1, gedurende een gedeelte van het jaar 2013 aan de administratieve verplichtingen voor de btw moeten voldoen. Ik acht dat onder de gegeven omstandigheden niet wenselijk. Daarom keur ik het volgende goed met toepassing van artikel 63 AWR. Ik keur onder de volgende vier voorwaarden goed dat de inspecteur verzoeken om ontheffing van de administratieve verplichtingen inwilligt en terugwerkende kracht verleent tot 1 januari 2013. Voorwaarden a. Het betreft een commissaris of een niet-uitvoerende bestuurder, die met ingang van 1 januari 2013 in de heffing van btw wordt betrokken; b. Het is aannemelijk dat de commissaris of niet-uitvoerende bestuurder na toepassing van artikel 25, eerste lid, van de wet geen btw hoeft te voldoen; c. De commissaris of niet-uitvoerende bestuurder heeft met inbegrip van de ingangsdatum van de ontheffing geen melding gemaakt van btw op de door hem uitgereikte facturen; d. Het verzoek is ingediend vóór 1 juli 2013. 7.3 Geen vermelding van btw Als de ondernemer ontheffing van de administratieve verplichtingen heeft gekregen is hij niet verplicht facturen uit te reiken (artikel 25, derde lid van de

wet). Reikt hij toch een factuur uit, dan mag hij daarop op geen enkele wijze melding maken van btw. De afnemer kan ter zake van de aan hem verrichte levering of verleende dienst geen btw in aftrek brengen. Vermeldt de ondernemer toch btw op door hem uitgereikte facturen, dan vervalt de ontheffing voor het jaar waarin die uitreiking geschiedt. De vermindering van btw wordt niet aan hem verleend. In voorkomende gevallen zal daardoor de verschuldigde btw moeten worden nageheven. Doordat voor het bewuste jaar de grondslag aan de ontheffing is komen te vervallen, zal de ondernemer voor de rest van dat jaar de gewone administratieve verplichtingen moeten vervullen. In volgende jaren kan de ontheffing weer toepassing vinden zonder dat een nieuw verzoek om ontheffing wordt gedaan en voor zover aan de daarvoor gestelde eisen wordt voldaan. 7.4 Bedrijfsmiddel Het kan voorkomen dat een ondernemer, die ontheffing van administratieve verplichtingen heeft gekregen, goederen levert die hij als bedrijfsmiddel heeft gebruikt. Ik keur op grond van artikel 63 AWR het volgende goed. Ik keur goed dat voldoening van btw achterwege blijft als een ondernemer, die ontheffing heeft gekregen, goederen levert die hij als bedrijfsmiddel heeft gebruikt. De ondernemer mag dan geen btw in rekening brengen. Deze goedkeuring geldt ook als door die levering de btw na toepassing van de regeling boven 1.345 zou stijgen. De ontheffing van administratieve verplichtingen blijft dan in stand. 8. Ingetrokken regeling Het volgende besluit is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit: - het besluit van 13 december 2012, nr. BLKB 2012/1629M. 9. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Den Haag, 26 maart 2013. de staatssecretaris van Financiën F.H.H. Weekers