Belangrijke informatie



Vergelijkbare documenten
Dit voorbeeldexamen bestaat uit 24 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Algemene wet inzake rijksbelastingen

EXAMENPROGRAMMA. Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingwetgeving niveau 5 Niveau

Aangiftebiljet B 2016

Datum van uitreiking:

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 5 MAART UUR

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER UUR

AANGIFTEBILJET B Inkomstenbelasting

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Examen. Belastingwetgeving Niveau

Ministerie van Financiën

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Examenprogramma Belastingwetgeving 1

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Belastingrecht Examennummer: Datum: 19 november 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

2016 Nederlandse Associatie voor Examinering Loonheffingen niveau 5 1 / 7

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie - Belastingrecht

Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting Inleiding Dienstbetrekking Inhoudingsplichtige Loon 13

AANGIFTEBILJET B Inkomstenbelasting Voor belastingplichtigen die niet in Caribisch Nederlandse wonen

De regeling is al goedgekeurd voor Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Ministerie van Financiën

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis

Nieuwsbrief december 2012

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 10 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 6

Belastingen en de boekhouding

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Prinsjesdag fiscale actualiteiten

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

Het hoe en waarom van de belastingheffing

SPD Bedrijfsadministratie. Examenantwoorden FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNE- MINGS DONDERDAG 17 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

1 Begrippen en beginselen Overheidsheffingen Indeling en typering van belastingen Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27

Fiscaal Actueel

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING WOENSDAG 5 OKTOBER UUR UUR

De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld:

2016 Nederlandse Associatie voor Examinering Loonheffingen niveau 4 1 / 9

Vervallen tijdelijke verlenging doorleveringstermijn overdrachtsbelasting.

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Een eigen onderneming starten?

AANGIFTEBILJET A. Belastingjaar t/m Uitreikdatum:

Een Goede Start met de Belastingdienst

Fiscale eindejaarstips. Sjoerd van den Heuvel

Hier geeft u de namen weer van personen bij wie de door u ingevulde informatie kan worden geverifieerd. Bronnen van inkomen

AANGIFTEBILJET A Inkomstenbelasting Premies A.O.V./A.W.W. en A.V.B.Z.

MKB Boekhouder in control

Fiscaal memo (aangifte 2017)

Toelichting Aangiftebiljet B

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004

Onder bepaalde voorwaarden kunnen pensioendotaties en inleg in de levensloopregeling in mindering komen op het gebruikelijk loon.

2 Wie kan een Verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 3

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

Deze examenopgave bestaat uit page 6 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 2 opgaven en omvat 23 vragen.

Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland

Let op bij Kopieren ID Kaart:

Auto: zakelijk of privé?

VERZOEK. vermindering loon. Jaar: A Verzoeker. Persoonsnummer. Aantal kinderen jonger dan 17 jaar op 1 januari 2015

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

1b Wanneer eindigt uw boekjaar? 31 december (boekjaar is gelijk aan kalenderjaar) Andere datum, namelijk. Telefoon: Fax: Naam: Adres:

2.17. Innovatiekosten

Een Goede Start met de Belastingdienst

Toelichting. Inkomstenbelasting. Voor belastingplichtigen die niet woonachtig zijn in Curaçao (buitenlandse belastingplichtigen)

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen

NEDERLAND BELASTINGGEVOLGEN VAN KORTDURENDE VERHUUR

Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

Regeling. pagina 1 van 8

Kansspelbelasting. Voor organisatoren van kansspelen en prijswinnaars

! Het is verstandig om vooraf een berekening te (laten) maken om te voorkomen dat de aangifte

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

1.2 kan het onderscheid tussen het fiscale en het niet-fiscale doel van belastingheffing maken. (K)

Checklist Dga en zijn bv Haal het beste uit de fiscale positie van de dga

Freelancers en zzp ers

Freelancers en zzp'ers

Fiscale Advisering (middag)

Vraag 1. Antwoord: Codering antwoord: Gewenst (09): 1, 2 en 3 Acceptabel (06): 1 Onacceptabel (01):

Toelichting loonbelastingpakket 2014/2015. voor inhoudingsplichtigen 1. Departamento di Impuesto. Aruba, 1 januari 2015

Toelichting loonbelastingpakket 2011/2012 voor inhoudingsplichtigen

Transparante Vennootschap

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

1.1 Doel van belastingheffing Rechtsgrond voor belastingheffing Inleiding Plaats binnen de wetten 3

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012

DGA uit de loonheffing

Inhoud bro-AL :34 Pagina 3. 1 Waarom deze brochure? 4. 2 Wie kan een verklaring arbeidsrelatie aanvragen? 5

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel. Fiscale aspecten van de onderneming. Donderdag 28 juni uur

Machtiging. Ondertekening. Inspectie der Belastingen

Transcriptie:

Belastingwetgeving niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen Belangrijke informatie 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Belastingwetgeving niveau 5 1 / 9

Vraag 1 Toetsterm 1.1 Beheersingsniveau: B Aantal punten: 1 Tot welke soort belasting behoort de omzetbelasting? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a aanslagbelasting b aangiftebelasting c tijdvakbelasting d tijdstipbelasting b en c Omzetbelasting is een aangiftebelasting. Bij de techniek van een aangiftebelasting berekent de belastingplichtige zelf de verschuldigde belasting, hij doet hiervan aangifte en draagt het verschuldigde bedrag af aan de ontvanger van de Belastingdienst. De belasting is verschuldigd over een bepaald tijdvak, meestal een maand. Om deze reden is de omzetbelasting een tijdvakbelasting. Vraag 2 Toetsterm 1.3 Beheersingsniveau: B Aantal punten: 1 Op welke datum moet de inspecteur de aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2014 van deze particulier uiterlijk vaststellen? a 31 december 2017 b 31 mei 2018 c 31 augustus 2018 b De termijn voor het opleggen van een aanslag bij een aanslagbelasting is 3 jaar na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Deze termijn wordt verlengd met het verleende uitstel voor de inlevering van het aangiftebiljet (art. 11 lid 3 AWR). Er is uitstel verleend van 1 mei tot 1 oktober, dit is 5 maanden. De aanslag moet dus uiterlijk zijn vastgesteld op 31 mei 2018. Vraag 3 Toetsterm 1.4 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Is de particulier verplicht om alle bescheiden te overleggen waar de inspecteur om verzoekt? Motiveer uw antwoord. De particulier is verplicht om de betalingsbewijzen die betrekking hebben op de door hem geclaimde giftenaftrek te overleggen. De gevraagde informatie ziet namelijk op zijn eigen belastingaangelegenheden (art. 47 AWR). De particulier is echter niet verplicht om een kopie van de aanschafnota en het betalingsbewijs van de door hem aangeschafte caravan te overleggen. De inspecteur verzoekt om deze informatie ten behoeve van de belastingheffing van een derde, de caravanhandelaar. De verplichting om informatie te verstrekken ten behoeve van de belastingheffing van derden rust uitsluitend op administratieplichtigen (art. 53 lid 1 letter a AWR) en niet op een particulier. 1 punt: betalingsbewijzen in verband met giftenaftrek zijn verplicht om te overleggen; ziet op eigen belastingaangelegenheden; 1 punt: kopie van de aanschafnota en betalingsbewijs van de caravan niet verplicht om te overleggen; ziet op belastingheffing van derden. Belastingwetgeving niveau 5 2 / 9

Vraag 4 Toetsterm 1.4 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Welk rechtsmiddel heeft de ondernemer tegen de uitspraak op het bezwaarschrift van de inspecteur en binnen welke termijn moet hij deze actie ondernemen? De ondernemer kan tegen de uitspraak op het bezwaarschrift in beroep gaan bij de rechtbank. Hij moet dit doen binnen zes weken na de dagtekening van de uitspraak op het bezwaarschrift. Het beroepschrift is tijdig ingediend als dit voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn bij de rechtbank is ontvangen. 1 punt: in beroep gaan bij de rechtbank 1 punt: binnen zes weken na de dagtekening van de uitspraak op het bezwaarschrift Vraag 5 Toetsterm 2.1 Beheersingsniveau: B Aantal punten: 1 Een werknemer treedt in dienst bij een werkgever. De werkgever is verplicht om de identiteit van de werknemer vast stellen. Welke van onderstaande bescheiden voldoen aan de eis om de identiteit van de werknemer vast te stellen. Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a een Nederlands paspoort b een rijbewijs c een ID-bewijs uit een EU-land d een NS-jaartrajectkaart a en c Een rijbewijs en NS-jaartrajectkaart kwalificeren niet om de identiteit van de werknemer vast te stellen (art. 28 LB jo. art. 7.5 Uitv.reg.LB). Vraag 6 Toetsterm 2.2 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Behoort de vergoeding van de bekeuring voor de snelheidsovertreding tot het loon van de werknemer? Motiveer uw antwoord. Ja. Bij de vergoeding voor een boete mag niet gekozen worden voor eindheffingsloon, deze vergoeding behoort verplicht tot het individuele loon van de werknemer (art. 31 lid 4 Wet LB). Ja en genoemd: vergoeding is verplicht individueel loon of is geen eindheffingsloon of genoemd art. 31 lid 4 Wet LB. Vraag 7 Toetsterm 2.2 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Behoort de schadevergoeding van 500,-- door de werkgever tot het loon van de accountant? Motiveer uw antwoord. Nee en genoemd: 1 punt: vergoeding voor verlies of schade aan een persoonlijke zaak 1 punt: ontstaan tijdens uitoefening dienstbetrekking Belastingwetgeving niveau 5 3 / 9

Vraag 8 Toetsterm 2.3 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Wat is het bedrag dat de werkgever ten laste van de vrije ruimte brengt in verband met de verstrekte onkostenvergoeding van 720,-- aan de vertegenwoordiger? Geef ook de berekening. Voor de kilometervergoeding geldt een gerichte vrijstelling van 0,19 per kilometer. De gerichte vrijstelling is 1.800 kilometer x 0,19 = 342,--. Ten laste van de vrije ruimte komt 720,-- min 342,-- = 378,--. 1 punt: gerichte vrijstelling van 0,19 per kilometer 1 punt: 720,-- - 342,-- = 378,-- ten laste van vrije ruimte Vraag 9 Toetsterm 2.3 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Moet de vergoeding van de werkgever aan de werknemer voor de fles Franse cognac van 80,-- ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling worden gebracht? Motiveer uw antwoord. Nee, er hoeft niets ten laste van de vrije ruimte te worden gebracht. Er is sprake van kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering van de werkgever en niet met het functioneren van de werknemer. Dit betreft een intermediaire vergoeding. 1 punt: geen bedrag ten laste van de vrije ruimte 1 punt: dit betreft een intermediaire vergoeding Vraag 10 Toetsterm 2.4 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Wat zijn twee gevolgen voor de inhouding van loonbelasting in verband met de loonbetaling aan de illegaal in Nederland verblijvende Irakees? De Irakese werknemer verblijft illegaal in Nederland. Hij beschikt dus niet over een geldige verblijfsvergunning en hierdoor ook niet over een BSN-nummer. Het gevolg is dat het anoniementarief van toepassing is (art. 26 b Wet LB) en ook mag geen loonheffingskorting worden toegepast (art. 29 lid 2 Wet LB). 1 punt: anoniementarief of 52%-tarief van toepassing 1 punt: geen loonheffingskorting toepassen Vraag 11 Toetsterm 3.1 Beheersingsniveau: B Aantal punten: 1 In welke van onderstaande situaties is sprake van subjectieve belastingplicht voor de toepassing van de Wet op de inkomstenbelasting? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a een in Amsterdam wonende man met een jaarsalaris van 50.000,-- b een in Antwerpen (België) wonende ongehuwde man zonder inkomsten of bezittingen in Nederland c een kind van vier jaar oud, dat bij zijn ouders in Breda woont en een spaarpot heeft met hierin 40,-- d een vennootschap onder firma met twee bv s als firmanten a en c Belastingwetgeving niveau 5 4 / 9

Belastingplichtig voor de heffing van inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die: 1 in Nederland wonen, of 2 niet in Nederland wonen maar wel Nederlands inkomen genieten. In situatie a en c is sprake van een natuurlijk persoon die in Nederland woont. Voor een natuurlijk persoon die in Nederland woont is niet van belang of hij inkomen of bezittingen heeft. In situatie b is sprake van een natuurlijk persoon die niet in Nederland woont, deze is alleen dan subjectief belasting voor de inkomstenbelasting als hij Nederlandse inkomsten of bezittingen heeft. In situatie d is geen sprake van een natuurlijk persoon maar van een transparant lichaam. De vennootschap onder firma is niet subjectief belastingplichtig voor de inkomstenbelasting. Vraag 12 Toetsterm 3.4 Beheersingsniveau: B Aantal punten: 1 De Wet op de inkomstenbelasting kent drie boxen van inkomen. In de Wet op de inkomstenbelasting is opgenomen welke inkomsten tot de betreffende box behoren. Elke box heeft zijn eigen tarief en systeem voor de berekening van het inkomen. In welke van onderstaande situaties is sprake van een juiste toepassing van het boxenstelsel? a Een echtpaar bezit een spaartegoed bij de Rabobank van 60.000,--. In januari van dit jaar hebben zij van de Rabobank 1.200,-- rente ontvangen. De rente-inkomsten van 1.200,-- behoren tot de heffingsgrondslag van box 3. b Een man bezit alle aandelen van een besloten vennootschap. De waarde van de aandelen op 1 januari behoort tot de heffingsgrondslag van box 3. c Een ongehuwde vrouw woont in een appartement dat zij in eigendom bezit. De inkomsten uit het appartement behoren tot de heffingsgrondslag van box 1. d Een man bezit 10% van de aandelen in een besloten vennootschap. De inkomsten uit deze aandelen worden in box 2 forfaitair belast. c Het spaartegoed van het echtpaar onder a valt onder de inkomsten uit sparen en beleggen in box 3. In box 3 worden de inkomsten forfaitair (4%) vastgesteld aan de hand van de waarde van de bezittingen en de schulden op 1 januari. De man onder b bezit alle aandelen in een besloten vennootschap. Bij een bezit van 5% of meer van de aandelen is sprake van een aanmerkelijk belang. De inkomsten uit het aanmerkelijk belang zijn belast in box 2. Inkomsten uit aanmerkelijk belang zijn belast voor de werkelijke opbrengst. Stelling d is dus onjuist. Vraag 13 Toetsterm 3.5 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Zijn de kosten van de diners op 12 en op 20 januari voor de ondernemer geheel, gedeeltelijk of niet aftrekbaar ten laste van zijn winst uit onderneming? Geef zo nodig een berekening. Het diner op 12 januari is een zakelijke uitgave. De kosten van dit diner zijn aftrekbaar. Hierbij moet rekening worden gehouden met de aftrekbeperking van art. 3.15 lid 1 letter a Wet IB. Aftrekbaar is 73,5% van 210,-- = 155,--. (Als de ondernemer meer uitgaven heeft die onder de aftrekbeperking vallen dan is het mogelijk voordeliger om de eenmalige aftrekbeperking van 4.400,-- toe te passen). Het diner op 20 januari is een privé-uitgave. De kosten hiervan zijn in het geheel niet aftrekbaar. Weliswaar is de ondernemer met zijn gezin gaan dineren, omdat hij in december een hoge omzet heeft gehaald, maar dit staat in een te ver verwijderd verband met de ondernemingsuitoefening. Belastingwetgeving niveau 5 5 / 9

1 punt: diner op 12 januari: aftrekbaar 73,5% van 210,-- = 155,-- 1 punt: diner op 20 januari: niets aftrekbaar is een privé-uitgave Vraag 14 Toetsterm 3.5 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Mag de ondernemer dit jaar al rekening houden met de schilderkosten van zijn bedrijfspand die hij over twee jaar moet doen? Motiveer uw antwoord en geef aan met welk bedrag. Ja. De ondernemer mag een kostenegalisatiereserve vormen omdat de toekomstige uitgaven voortkomen uit de bedrijfsvoering in dit jaar. De toevoeging aan de kostenegalisatiereserve is 10.000,--, omdat inhaaltoevoegingen niet zijn toegestaan. 1 punt: Ja en kostenegalisatiereserve 1 punt: dit jaar 10.000,-- Vraag 15 Toetsterm 3.5 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Is het toegestaan dat de akkerbouwer de boekwinst op de bietensorteermachine afboekt op de aanschafprijs van de opslagloods? Motiveer uw antwoord. Nee, dit is niet toegestaan. De boekwinst op een bedrijfsmiddel met een afschrijvingstermijn van minder dan tien jaar mag niet door gebruik te maken van een herinvesteringsreserve worden afgeboekt op een bedrijfsmiddel met een afschrijvingstermijn van meer dan tien jaar. De economische functie van de opslagloods is niet gelijk aan de economische functie van de bietensorteermachine. Nee en genoemd: 1 punt: herinvesteringsreserve is niet toegestaan 1 punt: de boekwinst op een kort afschrijfbaar bedrijfsmiddel mag niet worden afgeboekt op een lang afschrijfbaar bedrijfsmiddel of een verwijzing naar art. 3.54 lid 4 Wet IB of de economische functie van beide bedrijfsmiddelen is niet gelijk Vraag 16 Toetsterm 3.5 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Wat is het bedrag dat de ondernemer dit jaar aan investeringsaftrek ten laste van zijn winst uit onderneming mag brengen? Motiveer uw antwoord. De personenauto, het perceel grond en het beeldscherm zijn uitgesloten van investeringsaftrek (art. 3.45 lid 1 letters b en d en 3.45 lid 2 letter b Wet IB). De machine komt wel in aanmerking voor investeringsaftrek. De investeringsaftrek is 28% van 53.000,-- = 14.840,--. De machine wordt dit jaar nog niet in gebruik genomen. Om deze reden is het bedrag van de investeringsaftrek dat dit jaar in aftrek mag worden gebracht het bedrag van 4.000,-- dat is aanbetaald. Het restant schuift door naar het volgend jaar. 1 punt: personenauto, industriegrond en beeldscherm uitgesloten van aftrek 1 punt: dit jaar in aftrek 4.000,-- Belastingwetgeving niveau 5 6 / 9

Vraag 17 Toetsterm 3.6 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 In welke box en onder welke inkomenscategorie moet de vriendin van de ondernemer de opbrengst van het winkelpand in haar aangifte inkomstenbelasting opnemen? Geef ook het bedrag dat zij in haar aangifte inkomstenbelasting moet opnemen. De ondernemer en zijn vriendin zijn fiscale partners, hierdoor zijn zij een verbonden persoon in de zin van art. 3.91 lid 1 letter b ten eerste Wet IB. Om deze reden moet de vriendin de huuropbrengsten opnemen in box 1 als inkomsten uit een resultaat uit overige werkzaamheden. De huuropbrengst wordt gesteld op het bedrag dat in zakelijke verhoudingen wordt overeengekomen. De vriendin moet in haar aangifte opnemen: - huuropbrengst winkelpand 44.000,-- - af: kosten en afschrijvingen 8.000,-- - opbrengst 36.000,-- af: TBS-vrijstelling 12% 4.320,-- - In aangifte 31.680,-- 1 punt: box 1 en resultaat uit overige werkzaamheden of inkomsten uit TBS 1 punt: 31.680,-- Vraag 18 Toetsterm 3.6 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Is tussen De Hoop bv en Woonwinkel Beter Wonen bv sprake van een fiscale eenheid voor de heffing van omzetbelasting? a Ja, want er is sprake van zowel financiële, organisatorische als economische verwevenheid tussen beide vennootschappen. b Ja, als de vennootschappen hierom verzoeken is altijd sprake van een fiscale eenheid. c Nee, want er is geen sprake van financiële verwevenheid tussen beide vennootschappen. d Nee, want er is geen sprake van economische verwevenheid tussen beide vennootschappen. c Voor financiële verwevenheid is vereist dat de ene onderneming de andere in financieel opzicht overheerst. Dit is het geval als men een aandelenbelang heeft van meer dan 50%. Wel is sprake van economische verwevenheid, omdat door De Hoop bv haar activiteiten uitsluitend worden verricht ten behoeve van Woonwinkel Beter Wonen bv. Ook is sprake van organisatorische verwevenheid omdat De Hoop bv feitelijk ondergeschikt is aan Woonwinkel Beter Wonen bv. Daarnaast staan zij onder een gezamenlijke leiding. Belastingwetgeving niveau 5 7 / 9

Vraag 19 Toetsterm 4.3 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Voldoet de levering van het kantoorpand door de belastingadviseur aan de assurantietussenpersoon aan de voorwaarden om de vrijstelling van omzetbelasting buiten toepassing te laten? Motiveer uw antwoord. Nee, de vrijstelling omzetbelasting mag niet buiten toepassing worden gelaten. Een assurantietussenpersoon is een vrijgestelde ondernemer (art. 11 lid 1 letter k Wet OB). Om de vrijstelling omzetbelasting in verband met levering van het kantoorpand buiten toepassing te laten is vereist dat de koper de onroerende zaak gaat gebruiken voor doeleinden waarvoor hij volledig of nagenoeg volledig recht heeft op de aftrek van voorbelasting (art. 11 lid 1 letter a ten tweede Wet OB jo. 6 Uitv.besch.OB). Aan deze voorwaarde voldoet de assurantietussenpersoon (vrijgestelde ondernemer) niet. Nee, en genoemd: 1 punt: de assurantietussenpersoon is een vrijgestelde ondernemer 1 punt: de assurantietussenpersoon heeft geen recht op aftrek van voorbelasting Vraag 20 Toetsterm 4.4 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Mag de ondernemer in verband met deze factuur als voorbelasting in zijn aangifte omzetbelasting een bedrag opnemen? Motiveer uw antwoord. Nee. De omzetbelasting mag uitsluitend in mindering worden gebracht als deze afzonderlijk op de factuur is vermeld. 1 punt: nee 1 punt: niet afzonderlijk op factuur in rekening gebracht Vraag 21 Toetsterm 4.5 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Welke actie moet de ondernemer uitvoeren om het bedrag van de voldane omzetbelasting terug te krijgen? Geef ook aan wat het gevolg is voor de groothandel in verband met het feit dat zij de factuur niet betaalt. Als de vergoeding niet wordt betaald, geldt een bijzondere regeling. De ondernemer mag de niet voldane omzetbelasting niet verrekenen via zijn periodieke omzetbelastingaangifte, maar hij moet hiervoor bij de Belastingdienst een afzonderlijk verzoek indienen. Hij moet aannemelijk maken dat de factuur niet betaald is en ook niet meer betaald zal worden (art. 29 lid 1 Wet OB). De groothandel is de door haar in het voorgaande jaar in aftrek gebrachte voorbelasting weer verschuldigd (art. 29 lid 2 Wet OB). 1 punt: afzonderlijk verzoek voor teruggave indienen 1 punt: groothandel is het bedrag aan omzetbelasting weer verschuldigd Belastingwetgeving niveau 5 8 / 9

Vraag 22 Toetsterm 4.6 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Hoe verloopt de heffing van omzetbelasting in verband met de invoer van goederen uit Zuid-Korea? Neem in uw antwoord ook op over welke waarde de omzetbelasting moet worden berekend. De ondernemer beschikt over een vergunning conform artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting. Dit heeft tot gevolg dat de verleggingsregeling van toepassing is. De ondernemer moet de verschuldigde omzetbelasting in verband met de invoer in zijn aangifte omzetbelasting opnemen en mag deze als hij de goederen voor belaste prestaties gebruikt- direct als voorbelasting op dezelfde aangifte in mindering brengen. De verschuldigde omzetbelasting wordt berekend over de douanewaarde. 1 punt: verleggingsregeling van toepassing 1 punt: heffing over douanewaarde Vraag 23 Toetsterm 4.7 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Is de ondernemer over de onttrekking van de damesfiets omzetbelasting verschuldigd? Motiveer uw antwoord en geef zo nodig een berekening. Ja, er is sprake van een zogenaamde fictieve levering (art. 3 lid 3 letter a Wet OB). De verschuldigde belasting wordt berekend over de inkoopprijs. Verschuldigd is 21% van 800,-- = 168,--. Ja, en genoemd: 1 punt: fictieve levering 1 punt: 21% van 800,-- = 168,-- Vraag 24 Toetsterm 4.8 Beheersingsniveau: T Aantal punten: 2 Geef van bovenstaande factuurgegevens aan welke feiten relevant zijn voor de aangifte omzetbelasting van december. Vul het juiste rubrieknummer en het daarbij behorende omzetbelastingbedrag in de tabel in. Als een feit geen aanleiding geeft tot vermelding in de aangifte omzetbelasting, vermeldt dan in de tabel in beide kolommen geen. Raadpleeg indien nodig het model van de aangifte omzetbelasting. Factuur Rubriek omzetbelasting Bedrag omzetbelasting Factuur 1 1a 54.600,-- Factuur 2 2a 5b 6.300,-- 6.300,-- Einde examen Belastingwetgeving niveau 5 9 / 9