Publicatie business plan GRB. Business plan GRB. Krachtlijnen 26-9-2001 10:23 1/44



Vergelijkbare documenten
Overzicht. Van KADSCAN naar herinterpretatie in het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) OC-activiteiten i.v.m. vastgoed (cel GRB) Strategie vastgoed

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Juli OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN

Agenda. AbiWare en GIS. AbiWare. AbiWare Gebruikers. AbiWare Gebruikers. Kennismaking GIS en EDL. Eurotronics NV april / juni 2005

Agenda. AbiWare en GIS. v Dhr Pol Van Cleemput - AbiWare Inleiding AbiPlan en GIS. v Dhr Peter Bonne Eurotronics Situering GIS en EDL product

Het plannen- en vergunningenregister digitaal ontsloten,

OVERZICHT REGELGEVING CENTRAAL REFERENTIEADRESSENBESTAND

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

GEOPUNT VLAANDEREN HET NIEUWE GEOPORTAAL VAN DE VLAAMSE OVERHEID. Infosessie Geopunt Voorjaar 2015

Decreet betreffende het Centraal Referentieadressenbestand (citeeropschrift: "CRAB-decreet")

GIS WEST. Deelovereenkomst 2 : GPB - Grootschalig percelenbestand

oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, Advies nr. 126/2018 van 7 november 2018

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Memo. Opname perceelsreconstructiepunten 'PRP' 1 Inleiding

De Provincie Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door haar Deputatie, hierna de provincie genoemd,

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Beleidskader sinds 1997

VERSI Veranderende Referentie, Stabiele Informatie. Dr. Kristien Ooms

van CADMAP naar GRB Luc De Kock relatiebeheerder AGIV Hasselt, 1 oktober 2013 Rondetafelconferentie GIS Limburg

Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert

Sessie 21B. Uniek percelenplan.

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

een betere toegang tot federale geografische informatie

Metadata Catalogus (algemeen) Productbeschrijving Dataset Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN)

CRAB & GRAB in de praktijk. Hans Van den Heede Diensthoofd

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen, artikel 22, laatste lid;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

Districtcenter en Elisa. agenda. Is iedereen er klaar voor? Van Boven Kris 27/03/14 Antwerpen

Nieuwsbrief. GRIP Gents Ruimtelijk Informatie Portaal. Inhoud. Een stevige GRIP op geografische data! Een loket dat luistert

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr /74225

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

We hebben allemaal de titel GIS-coördinator, maar die functie wordt bij veschillende besturen op verschillende manieren ingevuld.

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

Terreinvoorbeelden aanvullend bij

GIPOD, KLIP, GRB as-built Beste aannemer, ziet u de rode draad?

Gent & Geografische Informatieuitwisseling. Inspiratiedag - 23 oktober 2014 Efficiënter informatie uitwisselen

Handleiding. Handleiding bij de tabel Stand van zaken GRB. Grootschalig Referentiebestand. Versie 2.2

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Het inrichtingsnummer

FUNCTIEBESCHRIJVING STAFMEDEWERKER GIS

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Infosessie CRAB. Gebruikersdagen CIPAL. 24 mei Jan Laporte GIS-Implementatie en Data-inwinning

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter

Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context

Brussel, 12 november _Advies_wijzigingsdecreet_VLM. Advies. Wijzigingsdecreet VLM

ZIEKENHUISNETWERKEN REGIONALE ZORGSTRATEGISCHE PLANNING 10/07/2019

OCMWCPASA036 (annulering en wijziging van multifunctioneel attest)

Versie Gezien de uitstekende samenwerking tussen de Federale Staat en de deelstaten in het kader van dit samenwerkingsakkoord;

Briefadvies. een. wat betreft de. Datum

Besluit van de Deputatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

/// Rapport STAND VAN ZAKEN GRB. Handleiding bij de tabel. Versie /// 2.3 Publicatiedatum /// 24 februari

Deel II : Global change, ecosystemen en biodiversiteit

1- HET REFERENTIEBESTAND

VR DOC.1168/1BIS

Het inrichtingsnummer

RWO Data Manager. Toelichting West-Vlaanderen - 24/09/2013

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

Een gemeentelijk schillenboek voor het gebouwenregister

ADVIES. 3 december 2012

/// Gebruiksvoorwaarden en -bepalingen Adpf - Administratieve percelen fiscaal, toestand 01/01/ correctie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Uittreksel uit het vergunningenregister

Het nieuwe beleidskader lokaal mobiliteitsbeleid. (Ver)nieuw(d)e regelgeving. (Ver)nieuw(d)e regelgeving

1. Organisatie: MVG - departement LIN - AMINAL - Afdeling Bos en Groen Doel: inventaris van de bossen

Spoor 2 Landinrichting

Advies. ontwerp van decreet betreffende het oprichten van de Vlaamse grondenbank en houdende diverse bepalingen

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid art. 29 ;

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Samenwerkingsovereenkomst

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Terreinvoorbeelden aanvullend bij KNW1, KNW3, KNW4, KNW9, KNW14,

Metadataset: Orthofoto's, middenschalig, kleur, provincie Oost-Vlaanderen, opname 2006

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Geïntegreerd GIS als spil in informatieuitwisseling. Joris Voets

Coördinatie binnen de GDI

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Belangrijkste uitdagingen voor landelijke versnelling van verwijzen

Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente

Lidstaten - Dienstenovereenkomst - Aankondiging van een opdracht - Procedure van gunning via onderhandelingen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

23016_D_0157_H_011_00

Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

OVERZICHT REGELGEVING AGENTSCHAP VOOR GEOGRAFISCHE INFORMATIE VLAANDEREN

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

FOD FINANCIEN - AABBI

Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening. Startnotitie. Versie: 19 juni Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen

Project Trage wegen Ingelmunster. Visie

Transcriptie:

Publicatie business plan GRB Business plan GRB Krachtlijnen 26-9-2001 10:23 1/44

Woord vooraf Deze publieke versie van het business plan schetst de krachtlijnen opgenomen in het uitgebreide business plan GRB ten behoeve van de Vlaamse regering. Het operationeel plan en het financieel plan werden tot hun essentie herleid. De opmaak van het business plan werd gestart in september 2000. Sindsdien zijn enkele omgevingsfactoren wel geëvolueerd, maar niet in die mate dat er fundamentele wijzigingen of invloeden van uit gaan. In deze versie van september 2001 werden de originele onderdelen ongewijzigd overgenomen. 2/44

A Inhoud B Lijst van de Figuren...5 C Lijst van de Tabellen...5 D Samenvatting...6 D Samenvatting...6 D.1 Inleiding...6 D.2 Wat is GRB?...6 D.3 Waarom dit initiatief?...7 D.4 GRB-missie en visie...7 D.5 GRB is een overheidsinitiatief in samenwerking met de private sector...8 D.6 Het financieel plan...8 D.7 Wettelijk kader...9 1. Waarom dit GRB-initiatief?...10 1.1. Doel van het GRB-initiatief...10 1.2. Strategische visie...10 2. Omgevingsfactoren...11 2.1. De aanloop voor het Vlaams Gewest...11 2.2. De andere Gewesten van België...12 2.3. De Buurlanden...12 2.4. Samenvatting...13 3. De heersende behoeften...13 3.1. Continuïteit...13 3.2. Een breed draagvlak voor de referentiegegevens...14 3.3. Een algemene toepassing van de referentiegegevens...16 3.4. Hoogdringendheid...18 4. Visie...19 4.1. Missie van het GRB-initiatief...19 4.2. Strategie...19 4.3. Fasering...20 5. Focus...21 5.1. Specifieke gemaakte keuzes...21 5.2. Nog te maken keuzes...22 6. Objectieven...23 6.1. Korte termijn objectieven...23 6.2. Objectieven op middellange termijn...24 6.3. Objectieven op lange termijn...24 6.4. Stand van zaken...24 7. Sterkten - Zwakten - Kansen - Bedreigingen...26 7.1. Sterkten...26 7.2. Zwakten...26 7.3. Kansen...27 7.4. Bedreigingen...27 8. Aanbod...27 8.1. Dienstenaanbod...27 8.2. Productaanbod...29 3/44

8.3. Juridische aspecten...29 9. Doelgroep...30 9.1. Eindgebruikers...30 9.2. Grootte van gebruikersgemeenschap...32 9.3. De evenwichten rond het GRB...32 9.4. Meerwaarden...33 9.5. Positionering...34 10. Technologie...34 10.1. Technische modules...34 10.2. De huidige technologie...35 10.3. Verwachte ontwikkelingen...35 11. Bijhouding...36 11.1. Het belang van de bijhouding...36 11.2. De componenten van de bijhouding...36 12. Fasering...37 13. Financieel Plan...38 13.1. Inhoud...38 13.2. Financiering...38 13.3. Huidige prijzen...38 13.4. Aanmaak...38 13.5. Marktbestel voor GRB-productie...39 13.6. Bijhoudingskosten...39 13.7. Beheerskosten...40 13.8. Skeletmeting...40 13.9. Wat na CARDIB?...41 13.10. RTK-GPS...41 13.11. KADSCAN...41 13.12. Financiering...41 13.13. Kostenverrekening binnen de nutssector...42 14. Wetgevend kader...42 14.1. Situering...42 14.2. Aandachtspunten...42 14.3. Kostenverdeling binnen de nutssector...42 Bijlagen...44 4/44

B Lijst van de Figuren Figuur 1: Basiskaarten voor leidingregistratie: overzicht gerealiseerde CARDIB- en Interelectra-bestanden. Naast de getoonde gebieden zijn er nog een aantal gebieden in eigen beheer gerealiseerd (niet weergegeven)....11 Figuur 2: GRB: een grootschalige inventaris van het terrein...16 Figuur 3: Verschillende gebruiksvormen van grootschalige informatie....17 Figuur 4: De GRB-databank en het GRB-kader...20 Figuur 5: Ingescande kadasterkaart met toegevoegde labelpunten ( ): het KADSCANproject biedt op korte termijn een antwoord op de dringende behoefte van de gebruikers naar digitale kadastrale gegevens voor hun geautomatiseerde toepassingen...24 Figuur 6: De activiteiten van het OC GIS-Vlaanderen binnen het GRB-kader...25 Figuur 7: Overzicht van de verhouding van de evolutie in de verhouding tussen de kostprijs voor de aanmaak van een GRB-databank, voor de verzameling en coördinatie van skeletmetingen en voor de bijhouding van KADSCAN...26 Figuur 8: Huidige situatie: iedere meetploeg heeft een eigen referentie- en meetontvanger. De verwerking (plaatsbepaling) gebeurt achteraf...28 Figuur 9: Situatie via RTK-GPS: de meetploeg gebruikt een eigen meetontvanger en de gemeenschappelijke, vast verankerde, referentie. Er is onmiddellijke plaatsbepaling....28 C Lijst van de Tabellen Tabel 1: De centrale GRB databank bevat enkel die gegevens die duidelijk specificeerbaar zijn en waarvoor de referentiewaarde ontegensprekelijk vaststaat. De bovenstaande tabel biedt een overzicht van de entiteiten die begin 1999 in het ontwerp opgenomen zijn....15 Tabel 2: De centrale GRB databank bevat enkel die gegevens die duidelijk specificeerbaar zijn en waarvoor de referentiewaarde ontegensprekelijk vaststaat. De bovenstaande tabel biedt een overzicht van de entiteiten die in het ontwerp opgenomen zijn....33 Tabel 3: Fasering van de realisatie van een gebiedsdekkend GRB voor Vlaanderen...37 5/44

D Samenvatting D.1 Inleiding GIS-Vlaanderen is het samenwerkingsverband voor de uitbouw van een gestructureerd communicatie- en beheerssysteem van geografische informatie (decreet houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen - 17 juli 2000). Het optimaliseren van de aanmaak, het gebruik, de uitwisseling en het beheer van geografische informatie in Vlaanderen is de eerste doelstelling. Om dit te realiseren zijn er op de verschillende schaalniveaus geografische referentiebestanden vereist. Het Ondersteunend Centrum (OC) GIS-Vlaanderen, afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, is belast met de coördinatie, de organisatie en de dienstverlening van GIS- Vlaanderen en heeft als kerntaak om de noodzakelijke geografische referentiebestanden op te bouwen en te beheren. Sinds de oprichting van het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen is er een gestage vraag naar grootschalig kaartmateriaal. Om tegemoet te komen aan deze reële behoefte vanuit zowel overheid als nutssector heeft GIS-Vlaanderen in 1998 het initiatief genomen om via een ruim samenwerkingsverband (openbare en private sector), op uniforme wijze tot de aanmaak van een Grootschalig Referentie Bestand (GRB) over te gaan. Het OC GIS-Vlaanderen heeft de noodzakelijke technische voorbereidingen getroffen om vanaf 2002 te starten met de operationele aanmaak van het GRB. Het GRB vormt een duurzame en structurele oplossing voor de nood aan grootschalig kaartmateriaal. Kostendelend en kostenbesparend inzetten van Geografische informatiesystemen (GIS) is hiermee nauw verbonden. Het businessplan GRB beschrijft hoe de benadering van de grootschalige gegevens in Vlaanderen kan worden aangepakt. D.2 Wat is GRB? GRB staat voor het Grootschalig Referentie Bestand, een duurzaam en operationeel geografisch informatiesysteem dat dient als multifunctioneel grootschalig topografisch referentiekader voor Vlaanderen en waaraan andere gegevensbanken worden gekoppeld. Dit betekent: GRB wil een gemeenschappelijke, geografische basis vormen waarop alle gebruikers hun eigen gegevens kunnen enten. Dat enten kan zowel geografisch, waarbij GRB als kaart wordt gebruikt, als thematische zijn, waarbij de respectievelijke databanken van die gebruikers de GRB-gegevens verrijken en aanvullen. De referentie inhoud van de GRB-databank bevat enkel geografische en kenmerkende informatie van gebouwen, kavels, de weg en haar inrichting en de waterlopen. Het aantal opgenomen elementen is bewust beperkt tot goed definieerbare, conventioneel aanvaarde referentiegegevens omwille van de kostprijs voor aanmaak van het bestand enerzijds en het engagement tot bijhouding anderzijds. GRB situeert zich cartografisch tussen de schaalniveaus 1/250 en 1/5.000. De term grootschalige gegevens slaat overwegend op gebouwen, openbare wegen, waterlopen en kavels. De eigenlijke databanken van de GRB-gebruikers zoals een kadastrale legger, een vergunningenregister, een leidingenbestand, zullen geen deel van GRB uitmaken; deze gegevens kunnen wel bovenop de gestandaardiseerde grootschalige gegevens geent worden. De primaire doelgroep van GRB-gebruikers omvat de openbare besturen (gewest, provincies, gemeenten) en de nutsbedrijven (energie, water, telecommunicatie). Omwille van het belang van de overheid in deze materies, met haar regulerende en controlerende taak, en de algemene nood voor een termijnengagement zien alle partijen in dat een prominente rol van die overheid hierbij noodzakelijk is. 6/44

D.3 Waarom dit initiatief? Overal wordt gestreefd naar een steeds sterkere informatisering van de dienstverlening, gekoppeld aan een diepere integratie en een vlottere uitwisselbaarheid van de nodige gegevens. Men denkt hierbij aan eenheidsloketten, interbestuurlijke samenwerking, subsidiariteit en dergelijke meer. Dergelijke samenwerking en uitwisseling kunnen maar ten volle functioneren indien alle betrokken organisaties binnen vastgelegde conventies werken. Zonder duidelijke afspraken en referenties, zowel inhoudelijk als vormelijk, is samenwerking en gegevensuitwisseling niet mogelijk. Voor het grootschalig kaartgebeuren dient de Vlaamse overheid op korte termijn een structurele en kostenbesparende oplossing aan te reiken. Deze oplossing biedt het GRB. Bij ontstentenis van het uitzicht op de realisatie van een gebiedsdekkend referentiebestand zal iedere organisatie individueel voor de verdere automatisering en informatisering van haar dienstverlening een verschillend spoor inslaan waarvan de gegevens achteraf niet integreerbaar zullen blijken. Het GRB-initiatief roept een halt toe aan deze wildgroei van plaatselijke en ongecoördineerde initiatieven inzake de aanmaak van grootschalige topografische basiskaarten die bijgevolg onderling niet compatibel zijn. Voor de overheidssector biedt het GRB-initiatief daarnaast de technische hefboom voor een optimale interbestuurlijke geografische gegevensuitwisseling en een modern Vlaams Vastgoed Informatiesysteem. De nutswereld is voor haar leidingregistratie vragende partij voor één standaardbenadering inzake de grootschalige basiskaart op initiatief van de overheid. Dit is een essentiële voorwaarde om te komen tot een zogenaamd kadaster van de ondergrond. Het GRB-initiatief zoekt tenslotte maximaal aansluiting met de historische ontwikkelingen zoals CARDIB en Kadaster. Evenzeer houdt dit business plan rekening met tijdelijke initiatieven, onder meer op de domeinen van het vastgoed en van de geïsoleerde opmetingen door landmeetbureaus, die nodig blijken om de periode van twaalf jaar nodig voor de realisatie van een gebiedsdekkend GRB te overbruggen. D.4 GRB-missie en visie Het GRB-initiatief heeft als missie de aanmaak, het beheer en de verdeling van grootschalige referentiegegevens in Vlaanderen te organiseren alsook de uitwisseling, het efficiënt gebruik en de communicatie van die gegevens te bevorderen. De betrokken partijen van de doelgroep zijn te vinden in zowel de openbare als in de private sector. Daartoe wordt enerzijds een centrale databank met grootschalige referentiegegevens opgebouwd en beheerd, en wordt anderzijds een GRB-kader ontwikkeld via coördinatie, standaarden, normen en conventies. Dat kader waarborgt dat alle betrokken organisaties kunnen aansluiten op de referentiedatabank. De levensloop van de centrale GRB-databank kent drie fasen : 1. de pilootfase stelt de technische specificaties vast en start de organisatie van de bijhouding op; 2. de aanmaakfase omvat de projectmatige kartering van Vlaanderen; 3. de operationele fase valt terug op beheer, bijhouding en exploitatie van de gegevens. Het OC GIS-Vlaanderen heeft in de periode 1998-1999 het conceptueel model van het GRB ontwikkeld. Gedurende de pilootfase (1999 - begin 2002) worden alle aspecten van de centrale GRB-databank ontwikkeld en getoetst. Vanaf 2002 kan op basis van definitieve specificaties de gebiedsdekkende aanmaak van het GRB aangevat worden. Omdat de feitelijke realisatie van de structurele oplossing 12 jaar in beslag zal nemen, werden gelijktijdig verschillende korte termijn oplossingen ontwikkeld. Deze initiatieven 7/44

richten zich op overbruggingsoplossingen die op termijn zullen uitdoven. KADSCAN biedt vanaf eind 2000 een antwoord op de dringende behoefte van de gebruikers naar digitale kadastrale gegevens voor hun geautomatiseerde toepassingen. Gelijktijdig worden inspanningen gedaan om de opmetingen van landmeters te standaardiseren en om ze recupereerbaar te maken voor het GRB via het bestek skeletmetingen. D.5 GRB is een overheidsinitiatief in samenwerking met de private sector Gelet op het cruciale belang van het GRB voor het functioneren van de overheid, zowel voor intern gebruik als naar externen toe, wordt de verstrekking van GRB-gegevens beschouwd als een vorm van openbare dienstverlening. Om die openbare dienst te verzekeren is het noodzakelijk dat de eigendomsrechten van het GRB bij de overheid, met name het Vlaamse Gewest berusten. Alle andere gebruikersgroepen beschikken over een gewaarborgd gebruiksrecht. De private sector (nutsbedrijven) is overtuigd dat enkel een overheidsinitiatief kan leiden tot de realisatie en de gewaarborgde bijhouding van een gebiedsdekkend standaard GRB. De sector wenst van die overheid centrale sturing, coördinatie, kwaliteitsbewaking en een passend medefinancieringsmodel. Voor de realisatie van het GRB wordt maximaal beroep gedaan op de productiecapaciteit en de dienstverlening van de private sector. Op die wijze kan de aanmaak van het GRB doelmatig en kostenbesparend gebeuren. De overheid behoudt als initiatiefnemer steeds twee kerntaken, namelijk de coördinatie en de controle van de activiteiten. De vereiste technologieën om het GRB aan te maken en te exploiteren zijn heden als standaard marktproducten beschikbaar. Er dienen geen nieuwe specifieke technologieën ontwikkeld. Het gebruik van de diverse technologieën dient evenwel telkens aan de operationele omstandigheden en de concrete noden van het GRB aangepast. Zo wordt er in 2001 een RTK-GPS netwerk voor Vlaanderen uitgebouwd hetgeen een voorwaarde is voor een nauwkeurige plaatsbepaling en integreerbaarheid van de diverse metingen in het GRB en dit aan een betaalbare kost. D.6 Het financieel plan Het voorliggend financieel plan behandelt enkel de financiële aspecten van de aanmaak, de bijhouding en het beheer van een gebiedsdekkend GRB. De aspecten gekoppeld aan dienstverlening en korte termijn initiatieven maken geen deel uit van dit plan. Voor de integratie van de korte termijn initiatieven KADSCAN en skeletmeting dient onder meer op de eind 2001 verwachte resultaten van de respectievelijke testprojecten gewacht. Het financieel plan gaat verder uit van de vaststelling dat de doelgroep twee sectoren omvat: de overheid en de nutsector. Aan de sector van de nutsvoorzieningen wordt een gepast medefinancieringsmodel voorgesteld. Die financiële rol van beide sectoren wordt in het plan uitgewerkt. Gelet op de openbare dienst die van de GRB-gegevens wordt verwacht is het aangewezen dat de prefinanciering evenwel door de overheid gebeurt. De duur van de aanmaakfase voor een gebiedsdekkend GRB wordt geraamd op 12 jaar (2002-2014). In totaal dienen ongeveer 350 projectzones gekarteerd voor een totale kostprijs van 3,1 miljard BEF. Dit is een niet onaanzienlijk bedrag maar gelet op de aanwezigheid in Vlaanderen van 2 miljoen gebouwen en 62.000 km openbare weg, verrekent deze som zich naar een kostprijs van amper 1.000 BEF per gebouw en 20 BEF per meter weg. Verder wordt uiteengezet hoe verschillende sectoren ieder hun deel aan deze totale kost kunnen bijdragen. Vanaf het eigenste ogenblik dat een individueel inventarisatieproject is beëindigd wordt gestart met de bijhouding ervan. Die jaarlijkse bijhoudingskost wordt geraamd op 15% van de oorspronkelijke aanmaakkost van alle reeds afgewerkte GRB-projectzones. In de operationele fase (vanaf 2014) culmineert de totale jaarlijkse bijhoudingskost op 465,5 miljoen 8/44

BEF. Het OC GIS-Vlaanderen staat in voor het beheer van het GRB. Het beheer bestaat uit de algemene coördinatie, de kwaliteitscontrole van de bestanden bij aanmaak en bijhouding, de dataverwerking, het projectbeheer, het databankbeheer en de distributie van bestanden. De kosten voor beheer worden geraamd op 20% van de kosten voor aanmaak en bijhouding van het GRB. De totale jaarlijkse kost in de operationele fase wordt gevormd door de som van de bijhoudingskost en de beheerskost in die fase, vermeerderd met de onderhoudskost van het RTK-GPS netwerk, en bedraagt 573,6 miljoen BEF. Er worden enkele mogelijkheden inzake de regeling van de co-financiering van het GRB binnen de nutsector zelf behandeld. De optie om nutsbedrijven te laten bijdragen op basis van hun aanwezige leidinginfrastructuur, eerder dan op basis van de rechtspersoonlijkheid, geniet hierbij de voorkeur. Dit model laat immers een transparante en billijke verrekening voor alle nutsectoren toe. D.7 Wettelijk kader Stilaan groeit de overtuiging dat er een wettelijk kader is vereist om tot de effectieve gebiedsdekkende realisatie en financiering van een uniform GRB te komen waarbij het gebruik en de bijhouding gewaarborgd zijn. Randvoorwaarde is dat deze regelgeving niet concurrentievervalsend werkt, dat alle partijen participeren en dat er een billijk cofinancieringsmodel gehanteerd wordt. Door het decreet houdende GIS-Vlaanderen beschikt de overheid over een wettelijk kader waarin het GRB-initiatief kan verankerd worden. Zo n regeling is één van de voorwaarden om tot een geïntegreerd loket te komen inzake leidingregistratie, "kadaster van de ondergrond", en om de interbestuurlijke uitwisseling van grootschalige registraties binnen de overheid te harmoniseren.inleiding 9/44

1. Waarom dit GRB-initiatief? 1.1. Doel van het GRB-initiatief GRB staat voor het Grootschalig Referentie Bestand, een operationeel geografisch informatiesysteem dat dient als grootschalig topografisch referentiekader voor Vlaanderen en waaraan andere gegevensbanken worden gekoppeld. Het initiatief ontwikkeld in dit ontwerp van business plan beoogt een duurzame en werkbare oplossing voor de problematiek met betrekking op grootschalige ruimtelijke gegevens in Vlaanderen. Het initiatief streeft drie objectieven na: 1. een passend algemeen kader voor het gebruik en de uitwisseling van alle grootschalige geografische gegevens; 2. een gewestelijke databank van hoge kwaliteit met een beperkte set referentiegegevens; 3. de dienstverlening noodzakelijk voor het goede functioneren en het voortbestaan van zowel kader als databank verzekeren. De primaire doelgroep is heterogeen en omvat de openbare besturen via gemeenten, provincies, gewest en hun diensten samen met de brede sector van nutsvoorzieningen met energie-, waterdistributie- en telecommunicatiebedrijven. Naast deze primaire doelgroep is het initiatief relevant voor de dienstenleveranciers zoals studiebureaus, landmeterbureaus en zelfstandige landmeters als ook voor nationale instellingen zoals het Kadaster, het Notariaat en het Nationaal Geografisch Instituut. 1.2. Strategische visie Het GRB-initiatief is in eerste instantie gestart als reactie op expliciete en dringende vraag gesteld vanuit de primaire doelgroep. Deze willen een halt toeroepen aan de wildgroei van lokale ongecoördineerde initiatieven inzake de aanmaak van grootschalige topografische basiskaarten, die onderling nauwelijks integreerbaar zijn tot een gebiedsdekkend mozaïek in Vlaanderen. Tevens wil de doelgroep een bruikbaar alternatief voor de huidige karteringsactiviteiten. De handschoen werd in de schoot van het samenwerkingsverband GIS Vlaanderen geworpen omwille van de complexiteit en het volume van de grootschalige gegevens, de benodigde financiering, de problematiek van de bijhouding en het bredere draagvlak dat overheid en private instellingen omvat. Geen enkele individuele instelling of organisatie kan een dergelijke uitdaging autonoom tot een goede einde brengen. Voor de overheidssector biedt het GRB-initiatief de technische hefboom die een aantal gekende bestuursproblemen mee kan helpen oplossen. Zo is het de voorwaarde om te komen tot een Vlaams Vastgoed Informatiesysteem en een Kadaster van de ondergrond en creëert het mogelijkheden voor nieuwe beleidsinitiatieven (zoals de herziening van de 'Atlas van de buurtwegen', de operationalisering van grondbank, het instellen van een grondboek, fiscaliteit, ). Omdat geen enkele afzonderlijk initiatief een redelijke slaagkans heeft en omdat de referentiedatabank op termijn voor de overheid zelf een absolute voorwaarde vormt voor een effectieve en efficiënte uitvoering van haar opdrachten, is het initiatief vanuit en de inbreng door diezelfde overheid de enige haalbare optie. De concrete effecten van het GRB-initiatief zullen zichtbaar worden via de gebruikerstoepassingen met grootschalige gegevens, via een Vlaams Vastgoed Informatiesysteem, via een effectieve integratie binnen de diverse regelgevingen en via een gefundeerde bijdrage aan wetgevende initiatieven. 10/44

2. Omgevingsfactoren 2.1. De aanloop voor het Vlaams Gewest 2.1.1. Grootschalige topografie voor 1990 Diverse nutsbedrijven en intercommunales hebben in de laatste decennia grootschalig kaartmateriaal laten aanmaken. Voor de doorbraak van de informatica betrof het papieren documenten. In een aantal gevallen werd dat kaartmateriaal achteraf gedigitaliseerd. Vrijwel de volledige provincie Antwerpen is op die wijze geïnventariseerd. De resulterende IGAO-kaart, is inmiddels echter zowel vormelijk als inhoudelijk verouderd. 2.1.2. De Grootschalige Basiskaart Vlaanderen (GBKV) De GBKV of Grootschalige Basiskaart Vlaanderen, beter bekend als het CARDIB-initiatief beoogde een digitale, kaartgerichte inventaris van het Vlaamse grondgebied. Dit initiatief kwam er vooral onder impuls van de nutsbedrijven, die ook 90 percent van de kosten financierden. Er dient opgemerkt dat slechts enkele nutsbedrijven actief geparticipeerd hebben in CARDIB. Zowat dertig percent van Vlaanderen werd volgens die specificaties gekarteerd. Het typebestek werd en wordt in diverse varianten (o.a. Interelectra) door veel nutsbedrijven en lokale besturen als een de facto standaard gehanteerd. CARDIB strandde echter op die 30 % omdat het beperkt aantal actief participerende nutsbedrijven de kartering niet langer alleen kon dragen terwijl zij kaartproductie niet langer tot haar kernactiviteit rekende. Figuur 1: Basiskaarten voor leidingregistratie: overzicht gerealiseerde CARDIB- en Interelectrabestanden. Naast de getoonde gebieden zijn er nog een aantal gebieden in eigen beheer gerealiseerd (niet weergegeven). 2.1.3. De basiskaart van HAVI-TV Een recent lokaal initiatief is dat van het intercommunale kabelbedrijf HAVI-TV dat een grootschalige basiskaart voor gemeenten rond het arrondissement Halle-Vilvoorde opmaakt en exploiteert en inmiddels aan een tweede versie toe is. 2.1.4. De Administratie van het Kadaster De Kadastrale perceelsplans van de Administratie van het Kadaster en Registratie der Domeinen (AKRED) kennen een zeer algemeen gebruik in de overheid maar zij kampen met drie grote problemen: 1. De geometrische kwaliteit is zeer heterogeen en gekoppeld aan de historiek van het bronmateriaal; 2. Het gros van de gegevens wordt op papier bewaard zonder digitaal equivalent; 3. De kaarten bedekken het Vlaams territorium slechts ten dele, het belangrijke openbaar domein wordt niet geregistreerd. 11/44

AKRED werkt al geruime tijd aan de verbetering van de geometrische kwaliteit van haar perceelplans maar die verbetering gebeurt te langzaam volgens de meeste besturen. Gezien het belang van dit Kadastraal gegeven voor de overheid lanceerde GIS- Vlaanderen in 1999 het KADSCAN-initiatief, als tijdelijke aanloop naar GRB, waarbij alle Vlaamse Kadastrale perceelsplannen werden gedigitaliseerd (ingescand). Het KADSCANproject betreft in wezen een formaatconversie van het Kadastraal gegeven maar men voegt geen wezenlijke of fundamentele informatie aan de Kadastrale Documentatie toe. Inmiddels is het KADSCAN-project gebiedsdekkend distributieklaar gemaakt, waarbij de volgende stappen doorlopen werden: inscannen, georefereren, perceelidentificatie, klaarmaken voor distributie. Alle openbare besturen kunnen op heden beschikken over deze bestanden. 2.2. De andere Gewesten van België Beide overige Belgische gewesten ervaren uiteraard dezelfde problematiek jegens de Kadastrale Documentatie. 2.2.1. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest is sinds een tiental jaar initiatiefnemer voor een topografische databank, URBIS genaamd. Deze databank werd ontworpen, aangemaakt en beheerd door het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest (CIBG). CIBG verzorgt tevens de klantentoepassingen en technische ondersteuning. De eerste versie (URBIS 1) was gebaseerd op een combinatie van het Vlaamse CARDIB bestek voor topografische gegevens met gedigitaliseerde kadastrale perceelsplannen. Inmiddels heeft CIBG de tweede generatie databank ontwikkeld (UrBIS2), een objectgerichte databank waarbij het Kadastraal perceel als zelfstandig gegeven, los van de perceelsplannen werd geïntegreerd. Deze UrBIS2 vertoont grote gelijkenissen met de referentiedatabank die in de doelstellingen van dit GRB-initiatief is opgenomen. 2.2.2. Wallonië In Wallonië wordt door het MET (Ministère Wallon de l'equipement et des Transports) een gedetailleerde grootschalige basiskaart PICC (Projet Informatique de Cartographie Continue) geproduceerd. Deze kaart op schaal 1:1000 wordt aangemaakt op basis van luchtfoto's en zowat 40 percent van het Waals Gewest werd sinds 1992 gekarteerd. Eind 2000 heeft het Waals gewest een procedure gelanceerd om de Kadastrale documentatie te digitaliseren. 2.3. De Buurlanden 2.3.1. Nederland Nederland maakte reeds enige jaren komaf met de erfenis van het Napoleontische Kadaster. Door een moderne wetgeving werd het Kadaster omgevormd van een fiscale instelling tot organisatie met als doel de rechtszekerheid bevorderen bij het maatschappelijk verkeer inzake vastgoed. Tot dat vastgoed behoren niet alleen onroerende zaken, maar ook schepen en luchtvaartuigen. Rechtszekerheid wil in dit geval zeggen, dat duidelijk is aan wie een bepaald vastgoedobject toebehoort en wat er de kenmerken van zijn. Daartoe verzamelt het Nederlands Kadaster gegevens over vastgoed in Nederland, houdt deze nauwkeurig bij in openbare registers en op Kadastrale kaarten en geeft informatie aan bedrijven, particulieren en andere belanghebbenden. Analoog aan maar onafhankelijk van het CARDIB-initiatief ontstond in Nederland de GB- KN (Grootschalige Basiskaart Nederland) deze werd aangemaakt door regionale samenwerkingsverbanden en 'zelfregistrerende gemeenten' en werd dit jaar (2000) voltooid. De GBKN ondervindt hinder van de heterogeniteit in de gegevens als gevolg van verschillende aanmaakspecificaties die in de diverse regio's werden gebruikt. Het Nederlands Ka- 12/44

daster speelde een zeer belangrijke financiële en organisatorische rol in het GBKNverhaal. 2.3.2. Frankrijk De vastgoedproblematiek in Frankrijk is vergelijkbaar met de Belgische, niet verwonderlijk, gezien de historische verbondenheid. Het DGI (Direction Générale des Impôts) startte in 1991 met het opzetten van lokale samenwerkingsverbanden met ondernemingen, nutsbedrijven en de lokale overheid voor de vectorisering en bijhouding van de Kadastrale plans. Het DGI verzorgt de technische voorwaarden en eindcontrole, de uitvoering wordt meestal in handen gegeven van de private sector. Deze vectorisering blijkt geen succesverhaal: in de afgelopen 9 jaar is slechts ongeveer 10% van het territorium verwerkt. Mede door een wet die de plans voor het publiek toegankelijk stelt (ook via internet) gooit het DGI nu het roer om en wil in 2 jaar tijd alle Kadastrale plans scannen. De vectorisering gaat door, maar met minder middelen. DGI voert besprekingen met IGN France om de gescande Kadasterplans te combineren met de BDTOPO 25 (een stafkaart met 1 meter precisie) en eventueel orthofoto s. Grootschalige opmetingen worden voornamelijk verricht in het Kader van grote werken (SNCF, la Générale des Eaux, la Lyonnaise des Eaux, EDF, France Telecom). 2.3.3. Duitsland In Duitsland vormt de Arbeitsgemeinschaft der Vermessungsverwaltungen der Länder der Bundesrepublik Deutschland (AdV) de koepel voor cartografische instellingen van de verschillende Länder. Het Liegenschaftskataster verzorgt een Grondboek waarin de ligging van de eigendommen (percelen en gebouwen) wordt beschreven en gekarteerd. De Liegenschaftskarten zijn digitaal opvraagbaar bij de verschillende Länder. Het betreft ofwel gescande ofwel vectoriële versies van de kaarten. Bij de verschillende Länder worden de gescande versies geleidelijk omgezet naar vectoriële bestanden. Als topografisch bestand valt men in Duitsland terug op ATKIS (Amtliches Topografisch- Kartografisches Information System), dat echter een middenschalig bestand is (DTK10, schaal 1:10.000 en DTK25, schaal 1:25.000). 2.3.4. Engeland en Wales De Ordnance Survey, vergelijkbaar van het NGI, beheert en exploiteert voor Engeland en Wales een uitgebreide nationale topografische databank van digitale kaarten (Superplan). De originele karteringsschaal van deze gegevens varieert van 1:1250 in stedelijke gebieden over 1:2500 in landelijke gebieden tot 1:10 000 in ruigtes. Voor de eigendomstitels is de 'Land Registry' verantwoordelijk, terwijl de identificatie van de percelen en de afbakening van landbouwpercelen de taak is van het Ministerie van Landbouw (Ministry of Agriculture, Fisheries and Food (MAFF)). 2.4. Samenvatting In de andere gewesten en in vrijwel alle buurlanden worden grootschalige activiteiten georganiseerd. Het beheer van de resulterende gegevensbanken is er steeds een zaak van de overheid. Vlaanderen hinkt op dat vlak evenwel achterop. Uit deze voorbeelden blijkt ook dat op diverse plaatsen de synergie wordt onderkend tussen de topografische gegevens op grote schaal enerzijds en de vastgoedgegevens anderzijds. 3. De heersende behoeften 3.1. Continuïteit GIS-Vlaanderen dient met de beide historische ontwikkelingen, CARDIB enerzijds en het Kadaster anderzijds, rekening te houden. Zo wordt de aansluiting gewaarborgd bij respec- 13/44

tievelijk de vroegere investeringen van nutsbedrijven en gemeenten en bij de geldende regelgeving binnen de overheid. 3.1.1. De GBKV Wat betreft de GBKV heeft het Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen (OC GIS- Vlaanderen) inmiddels de rechten van CARDIB overgenomen en verdeelt het de bestaande gegevens. Bovendien onderzoekt het OC GIS-Vlaanderen of de gegevens in het moderne GRB-kader kunnen worden ingepast en of waardevolle elementen voor recuperatie in aanmerking komen. 3.1.2. De Kadastrale documentatie Voor de vastgoedinformatie werd een tweeledige benadering gekozen: De Administratie voor het Kadaster en de Registratie der Domeinen (AKRED) beheert momenteel de vastgoedinformatie. Deze Kadastrale documentatie, bestaande uit de Kadastrale perceelsplannen en de digitale legger, werd via het KADSCAN-project met minimale informatiewijzigingen omgezet in een digitale, gebruikersvriendelijke vorm. Deze ruimtelijke variant van de AKRED-databank is sedert eind 2000 voor gans Vlaanderen beschikbaar en wordt daarna via een samenwerking tussen het Kadaster en GIS- Vlaanderen bijgehouden. Omdat de Kadastrale documentatie reeds vanaf de bron een aantal kwaliteitsproblemen kent, zijn de toepassingsmogelijkheden van de KADSCAN bestanden buiten de vastgoedsector beperkt. Op lange termijn moet het Kadastraal gegeven, in het bijzonder het perceel, een correcte inpassing vinden in de topografie van het terrein en deze lange termijnoplossing wordt, samen met AKRED en de andere Gewesten onderzocht. Dit is een sleutelaspect van het GRB-initiatief. 3.2. Een breed draagvlak voor de referentiegegevens 3.2.1. De GBKV-ervaringen De GBKV-kartering werd uitgevoerd onder impuls van de nutsbedrijven en richtte zich voornamelijk tot het schijnbaar openbaar domein. De gebruikte gegevensspecificatie is uitermate geschikt voor gebruik in toepassingen zoals leidingregistratie en als topografische basiskaart. Omwille van deze gebruiksvormen neemt de geometrische nauwkeurigheid en de detaillering van de kartering een belangrijke plaats in bij de specificatie. De invloed van de producent (landmeters, topografen en fotorestituteurs) domineert op de werkelijke behoefte van de gebruikers-financiers. Om enigszins aan de behoeften van de openbare besturen te kunnen tegemoet komen biedt het bestek naast een basisspecificatie de mogelijkheid om hieraan projectmatig een aantal opties toe te voegen. Deze optionele objecten, indien gekarteerd, maken de kaarten wel geschikt voor meer algemeen gebruik, maar bij de meeste projecten ontbreken ze omdat individuele partners niet aanvaardden om een meerkost te dragen voor een deelgegeven of detaillering waarvoor ze zelf geen onmiddellijke toepassing zagen. De Interelectra specificatie die werd gehanteerd voor Limburg is gelijkaardig aan die van het CARDIB-bestand maar stelt minder strenge nauwkeurigheidseisen in het bijzonder op het niveau van de gevel. Lokale besturen, die bij de bijhouding van de GBKV noodzakelijk waren, bleken in veel gevallen niet bereid tot de CARDIB toe te treden. Daardoor werd in Vlaanderen de problematiek van de bijhouding van de gegevens onderschat en de facto verwaarloosd. Bij de betrokken organisaties groeide het besef dat het nieuwe initiatief uit deze historische ervaringen de nodige lessen moest trekken. 3.2.2. Het streven naar één uniforme standaardbenadering Daar het systeem met opties in de praktijk leidde tot een heterogene verzameling van 14/44

kaarten en deze situatie de bruikbaarheid voor de hogere overheden, zoals provincie en gewest, beperkte, wil GIS-Vlaanderen de inhoud van de bestanden éénmalig en gewaarborgd vastleggen. Zodoende ontwierp men een echt referentiebestand. Vuistregels voor de opname in dit referentiebestand zijn de gegevens die: 1. eenduidig definieerbaar zijn en conventioneel worden aanvaard; 2. voor minstens twee organisaties relevant zijn; 3. door meerdere processen of toepassingen worden geraadpleegd; 4. minstens één referentie bieden naar externe of thematische bestanden, ofwel via positie ofwel via attributen. 1. Meetkundige referentie 7. Terrein Planimetrisch geodetisch punt Terrein Verdichtingspunt 8. Weginrichting 2. Wegennet Zichtbare riooldeksels Wegverbinding Wegknoop Longitudinale inrichting Transversale inrichting 3. Inrichtingselementen Puntvormige inrichting Gebouw aan de grond Aanhorigheid van een gebouw Spoorrails Wegaanhorigheid Kunstwerk 9. Kadastrale indeling 4. Wegbaan Kadastrale indeling Wegbaan 10. Spoorbaan 5. Oppervlaktewater Spoorbaan As van de waterloop/waterweg 11. GRB-ondersteuning Gracht Watergang Voorgevel Adres 6. Wegopdeling Probleemzone Grens onverharde zone Grens circulatiezone zwakke weggebruikers Skeletzone GRB-organisme Tabel 1: De centrale GRB databank bevat enkel die gegevens die duidelijk specificeerbaar zijn en waarvoor de referentiewaarde ontegensprekelijk vaststaat. De bovenstaande tabel biedt een overzicht van de entiteiten die begin 1999 in het ontwerp opgenomen zijn. 15/44

Figuur 2: GRB: een grootschalige inventaris van het terrein. 3.2.3. De verbreding van het draagvlak Om een breder samenwerkingsverband te realiseren werden de specificaties van de vernieuwde benadering voor grootschalige gegevens dermate opgesteld dat deze voldoen aan de basisvereisten van een ruime groep institutionele en andere gebruikers. De belangrijkste beoogde gebruikersgroepen zijn: 3.2.3.1. De gemeenten Als directe gemeentelijke toepassingen kunnen geciteerd worden: de Kadastrale verplichtingen, de toekenning en lokalisatie van straatnamen en huisnummers, het bouw- en woningtoezicht en de milieuvergunningen. Indirecte toepassingen vinden we bij: bestemmingsplannen (APA, BPA), patrimoniumbeheer, landbouwbeleid, brandweer en politie. 3.2.3.2. Het provinciaal beleidsniveau De provinciale overheid werkt met toepassingen voor onder meer patrimoniale boekhouding, landschapsparken en regionale landschappen, rampenplannen, provinciale structuurplannen, polders en wateringen, milieudatabank, fietspadenatlas, atlas van de buurtwegen. 3.2.3.3. Het Vlaamse Gewest Het gewestelijk beleidsniveau gebruikt een brede waaier aan grootschalige applicaties. Hier speelt het Departement Leefmilieu en Infrastructuur (LIN) een belangrijke rol, ondermeer bij de volgende diensten: AMINAL (milieuvergunningen en -inspectie), AROHM (stedenbouwkundige vergunningen en inventarisatie), AWV (beheer van gewestwegen) en AWZ (beheer van bevaarbare waterlopen). Bovendien zijn een aantal Vlaamse openbare instellingen vragende partij om grootschalige informatie in hun activiteiten te integreren: GOM s (beheer van industrieterreinen), OVAM (bodemdecreet), VLM (ruilverkavelingen, MAP, natuurbehoud), VMM (meetdatabank). 3.2.3.4. De nutswereld De nutsbedrijven vormen de belangrijkste gebruikersgroep buiten de overheid. In functie van leidingregistratie en beheer van aansluitingspunten ervaren zij de behoefte aan nauwkeurige grootschalige kaarten met accent op het openbaar domein. 3.2.3.5. De burger Iedereen heeft baat bij een consulteerbaar grootschalig bestand, bijvoorbeeld via internet. Denk hierbij voornamelijk aan de problematiek van bouwaanvragen, milieuvergunningen, of melding van problemen ter hoogte van het openbaar domein die een ingreep van de bevoegde overheid noodzakelijk maken. Het GRB-bestand is een noodzakelijk basisgegeven voor de opmaak van die specifieke geoloketten. 3.3. Een algemene toepassing van de referentiegegevens 3.3.1. De GBKV-ervaring Bij de bespreking van het GBKV draagvlak werd het overwicht van de nutssector in de GBKV reeds vermeld. Dit overwicht heeft de specificaties en datastructuur van de GBKV ook sterk gericht naar die toepassing die voor de nutssector zo belangrijk is, met name leidingregistratie ten behoeve van de uitwisseling van de ondergrondse of bovengrondse infrastructuur. Administratieve toepassingen en koppelingen naar externe gegevensbanken bleken met het standaard GBKV niet eenvoudig te realiseren. 3.3.2. Een multifunctioneel bestand Er bleek een duidelijke nood aan een benadering waarbij leidingregistratie wel een belangrijke, maar niet de enige toepassing van het gekarteerde materiaal moet zijn. 16/44

Figuur 3: Verschillende gebruiksvormen van grootschalige informatie. Vijf gebruikerstoepassingen zijn bij het databankontwerp in rekening gebracht: 3.3.2.1. De klassieke cartografie Het GRB moet in staat zijn een getrouwe en leesbare grootschalige voorstelling van het grondgebied te produceren. 3.3.2.2. De vastgoedtoepassingen De vastgoedsector opereert rond een register van onroerend goed en belanghebbenden. Om een zinvolle grootschalige kaart te hebben dient deze het onroerend goed te beschrijven. De meest duidelijke elementen van het onroerend goed zijn het Kadastraal perceel en de opgetrokken bebouwing en uitrusting. 3.3.2.3. De leidingregistratie De hoogste dichtheid van leidingen komt voor in de smalle zone langs de rand van de openbare weg; meestal tussen het privaat domein en de rand van de rijbaan. Voor de meeste opmetingen en maatvoering worden de voorgevels gebruikt. Bij verkavelingen is dit de rand van de rijbaan. 3.3.2.4. Opmaak van planningsdocumenten Het opmaken van planningsdocumenten vergt vaak een evaluatie van verschillende alternatieven of scenario's. Daarom maakt men bij deze activiteiten niet zozeer gebruik van een tekenomgeving maar verkiest men een GIS-omgeving. 3.3.2.5. De bijhouding Het terrein ondergaat voortdurend veranderingen. De bijhouding is in feite de intrinsieke toepassing die de kwaliteit en gebruiksmogelijkheden van het bestand moet waarborgen door de anachronismen in de databank dermate te beperken dat er geen problemen bij het praktijkgebruik ontstaan. 17/44

3.4. Hoogdringendheid 3.4.1. Het dilemma van de Vlaamse gebruikers Door de stagnatie van de GBKV-kartering en de immobiliteit van het Kadaster zagen niet weinig gebruikers van ruimtelijke informatie zich voor een dilemma geplaatst: Aan de ene kant wees de verdere automatisering en informatisering van de gemeentelijke dienstverlening steeds meer de noodzaak van een GIS en bijbehorende grootschalige gegevens aan. Leveranciers van informaticatoepassingen en dataproducenten schenen een oplossing te bieden en een aanzienlijk deel van het geïnspireerde en gemotiveerde gemeentepersoneel werd het lange wachten beu. Zij konden op die manier op eigen houtje de grootschalige weg inslaan. Aan de andere zijde kon men een meer voorzichtige positie aannemen. Dan wachtte men tot de ontwikkeling binnen GIS-Vlaanderen een structurele oplossing bood. Dat kwam bij lokale achterban wel over alsof men op de rem ging staan en niet wou inspelen op de onmiddellijke noden van iedere individuele eindgebruiker. 3.4.2. De korte termijn initiatieven van GIS-Vlaanderen Omdat de feitelijke realisatie van de structurele oplossing heel wat tijd in beslag zal nemen, werden verschillende korte termijn initiatieven gelanceerd. Deze initiatieven richten zich specifiek op overbruggingsoplossingen en verwacht wordt dat zij op langere termijn uitdoven. Het project 'scanning van de Kadastrale perceelplans en perceelidentificatie' of KADSCAN biedt op korte termijn een antwoord op de dringende behoefte van de gebruikers naar digitale Kadastrale gegevens voor hun geautomatiseerde toepassingen. Deze KADSCAN-bestanden worden echter wel bijgehouden in samenwerking met AKRED. Naast de distributie van de beschikbare GBKV-bestanden wordt tevens een inspanning gedaan om de terrestrische metingen van grootschalige gegevens te standaardiseren. Dit gebeurt via het bestek skeletmetingen waarbij compatibele en recupereerbare opmetingen kunnen worden uitgevoerd. 18/44

4. Visie 4.1. Missie van het GRB-initiatief De missie van GIS-Vlaanderen luidt: "bevorderen van het efficiënt gebruik, de aanmaak, het beheer, de uitwisseling en de communicatie van geografische informatie binnen de overheid in Vlaanderen." Toegepast op de grootschalige gegevens kan de missie van het GRB-iniatief worden verwoord als: "het organiseren van de aanmaak, het beheer en de verdeling van grootschalige referentiegegevens in Vlaanderen en het bevorderen van de uitwisseling, van het efficiënt gebruik en van de communicatie van die grootschalige gegevens bij alle betrokken actoren." Met de term 'grootschalige' wordt verwezen naar die geografische en topografische informatie die traditioneel op kaarten met schaalniveau van 1:250 tot 1:1250 wordt voorgesteld. Concreet gaat het in de meeste gevallen om individuele gebouwen, percelen, wegen met hun inrichting, vrijstaande installaties en diverse infrastructuur. De term 'referentiegegeven' verwijst naar informatie over een terreinfenomeen dat éénduidig en conventioneel definieerbaar is, dat door meerdere gebruikers of applicaties wordt aangesproken en dat dient als referentie waaraan bijzondere informatie wordt toegevoegd. Het GRB biedt aan alle betrokken partijen het nodige en voldoende instrument om een brede waaier aan toepassingen voor het beheer van hun patrimonium uit te bouwen. 4.2. Strategie De missie van het GRB-initiatief zoals hierboven geformuleerd, duidt aan dat er minstens twee niveaus aanwezig zijn. Enerzijds is er de fysieke opbouw en het daadwerkelijke beheer van een databank met referentiegegevens. Op dit niveau worden intensieve inspanningen van GIS-Vlaanderen verwacht, zowel op het financiële als op technische en methodologische vlak want de overheid is hier initiatiefnemer en drijvende kracht. In dit plan wordt de term 'centrale databank' gebruikt om dit niveau te omschrijven. Anderzijds zijn er de activiteiten die moeten waarborgen dat alle betrokken organisaties kunnen aansluiten aan de referentiedatabank en hun specifieke gegevens onderling kunnen overdragen. De activiteiten op dit niveau zijn veelal rechtstreeks gestuurd door de directe noden van de diverse instellingen, organisaties en bedrijven. Het betreft dan ook vooral ondersteunende activiteiten zoals coördinatie, standaardisatie en normering van gegevens waarbij er steeds naar gestreefd wordt de operaties van traditioneel geïsoleerde actoren (nutsvoorzieningen, vastgoed, openbaar beleid, landmeetkundigen) rond de centrale databank te verzamelen. Alle aspecten die hieraan verbonden zijn worden het 'GRB-kader' genoemd. Omwille van de flexibiliteit en de betrokkenheid van meerdere actoren is de uitbouw van dit essentiële kader heel wat moeilijker te beschrijven. De korte termijn initiatieven van GIS-Vlaanderen zoals KADSCAN en de overname van de GBKV passen volledig in dit GRB-kader. 19/44

Figuur 4: De GRB-databank en het GRB-kader. 4.3. Fasering De aanmaak van de centrale databank kent drie fasen: 4.3.1. De pilootfase Gedurende de pilootfase worden alle fundamentele aspecten van de centrale GRBdatabank ontwikkeld. Op de eerste plaats staan hierbij de referentie-inhoud en de bijbehorende technische specificaties voorop, maar ook de organisatie van de datastromen en de aanpassingen aan de directe behoeften van de participanten krijgen aandacht. De pilootfase eindigt als aan twee voorwaarden is voldaan: 1. de technische specificaties in bestekvorm zijn voldoende stabiel en begrepen zodanig dat ze zonder bijzondere methodologische begeleiding kunnen worden uitgevoerd. Er kan van dan af een marktgerichte productie plaatsvinden; 2. de organisatie van de bijhouding kan gewaarborgd worden onder impuls van de gewestelijke en lokale overheden. Daartoe dienen de nodige organisatie en procedures op poten gezet. 4.3.2. De aanmaakfase Na de pilootfase komt een periode waarbij de meeste inspanningen aan de kartering van steeds nieuwe gebieden worden besteed. Gelijklopend met het areaal dat in GRB is ingebracht wordt de bijhouding uitgebouwd. De toenemende beschikbaarheid van GRBgegevens zal de ontwikkeling van applicaties en toepassingen bij de eindgebruikers in de hand werken. De ervaring uit het buitenland leert dat de vordering van het gekarteerde areaal exponentieel groeit, met een relatief langzame start en een hoge productie bij de voltooiing. De aanmaakfase eindigt wanneer het volledig territorium in de GRB databank is ingebracht, twaalf jaar is hiervoor een minimumtermijn. 4.3.3. De operationele fase In de operationele fase staat het beheer en de exploitatie van de databank centraal. De 20/44

meeste mutaties zullen hierbij via de meldingsplicht en andere regelgeving worden gedetecteerd. Bepaalde zones zullen echter, wanneer kwaliteitsproblemen worden vastgesteld, volledig opnieuw worden ingebracht, wanneer de problemen van die aard zijn dat het resultaat van een bepaald gebied beter vervangen kan worden dan bijgewerkt. De operationele fase duurt zolang de huidige technische, administratieve en financiële voorwaarden geldig blijven. 4.3.4. Voortdurende begeleiding Over de duur van de pilootfase en aanmaakfase samen lopen diverse begeleidings- en coördinatieactiviteiten die de gebruikers in staat stellen aan te sluiten bij de centrale databank. Hierbij behoren ook de 'korte termijn' pistes die GIS-Vlaanderen ontwikkelt. Al deze inspanningen helpen immers mee de uiteindelijke convergentie van de verschillende gebruikersgroepen en sectoren te bewerkstelligen. Tegen de aanvang van de operationele fase moeten de meeste "korte termijn" initiatieven uitgedoofd zijn. 5. Focus 5.1. Specifieke gemaakte keuzes Uit de bovenstaande missieverklaring blijkt dat reeds een aantal strategische keuzes werden gemaakt, zowel inhoudelijk als organisatorisch. 5.1.1. Inhoudelijke en vormelijke keuzes Ieder onderdeel van de uitdrukking 'Grootschalig Referentiebestand' verwijst reeds naar een inhoudelijke keuze maar daarnaast zijn er nog andere inhoudelijke randvoorwaarden: 5.1.1.1. Grootschaligheid Enkel terreingegevens relevant en aangepast voor gebruik binnen de schaalgrenzen 1:250 tot 1:1250 worden beschouwd. Deze keuze impliceert dat traditioneel kleinschalige informatie zoals routesystemen of landgebruik geen deel uitmaken van GRB, evenmin als de meer gedetailleerde informatie zoals die bijvoorbeeld in bouwtekeningen wordt aangetroffen. 5.1.1.2. Referentiegegevens Alle informatie die niet beantwoordt aan de referentiecriteria wordt uit GRB geweerd en verwezen naar een sectoriële of thematische omgeving. Als voorbeelden van thema s kunnen toepassingen leidingregistratie of groenbeheer worden vermeld. Het niet opnemen van die informatie in de GRB-databank betekent echter niet dat er geen coördinatie inspanningen in het GRB-kader kunnen worden ontwikkeld. Immers zowel de aansluiting met de GRB-databank als de onderlinge uitwisselbaarheid van de gegevens dienen steeds gewaarborgd. 5.1.1.3. Bestand In tegenstelling tot vorige initiatieven waar men vrijwel steeds een (al dan niet digitale) kaart realiseerde, stelt GRB een digitale en objectgerichte databank centraal. De voordelen van deze databank zijn tweeërlei: uit een generische databank kunnen meerdere toepassingsgerichte 'basisproducten' worden afgeleid en een databank is intrinsiek de beste omgeving om de bijhouding te organiseren. 5.1.1.4. Vlakke gegevens De GRB-databank bevat een tweedimensionale of vlakke gegevensverzameling. Zo wordt een gebouw bijvoorbeeld voorgesteld via zijn grondvlak en niet via de werkelijke ruimte die de constructie inneemt. Er zijn wel een aantal voorzieningen die hoogtewaarden bevatten maar het gros van de hoogtegegevens voor Vlaanderen zal worden geleverd door een compatibel doch onafhankelijk digitaal hoogte model (DHM). 21/44

5.1.2. Organisatie 5.1.2.1. Overheidsinitiatief Daar de volledige gebruikersgemeenschap wordt aangesproken, wordt de verstrekking van GRB-gegevens als een dienst van openbaar belang en dus als een taak van de overheid beschouwd. De overheid, vertegenwoordigd door het Ondersteunend Centrum GIS- Vlaanderen, neemt dus het voortouw. 5.1.2.2. Particuliere uitvoering Voor de realisatie van het GRB wordt in principe maximaal beroep gedaan op de productiecapaciteit en de dienstverlening die zich op de markt bevinden. Er dient bijgevolg een atmosfeer geschapen waarin de markt op eigen initiatief de benodigde capaciteit kan ontwikkelen. De overheid behoudt echter steeds twee kerntaken namelijk de coördinatie van het initiatief en de controle op de activiteiten. De overheid dient daarvoor over voldoende technische knowhow en capaciteit te beschikken, anders riskeert men een dominante positie van de dataproducenten. 5.1.2.3. Centrale versus decentrale organisatie Alhoewel een aantal uitvoerende taken zeker op lokale of provinciale basis kan worden georganiseerd, is een decentralisatie van het gegevensbeheer technisch niet haalbaar. De verzekering van de data integriteit vereist immers steeds een centraal beheerd gegevenssysteem. De combinatie van de verspreide eindgebruikers met volumineuze GRBdatasets dringt een bedrijfszeker en performant netwerk op. 5.1.2.4. Juridische aspecten Om de openbare dienst te verzekeren mag het GRB zich nooit in een staat van onmacht bevinden. Daarom is het noodzakelijk dat eigendomsrechten van de gegevens onverdeeld bij de overheid berusten. Daar het Gewest het hoogste overheidsniveau is dat bij GRB is betrokken lijkt het aangewezen dat de eigendomsrechten zich daar bevinden. Alle andere gebruikersgroepen beschikken over een gewaarborgd gebruiksrecht, m.a.w. het Gewest heeft publicatieplicht. 5.2. Nog te maken keuzes 5.2.1. Samenwerkingsvorm Verwijzend naar de basisprincipes van Publiek Private Samenwerking kan men de aanmaak van het GRB als een bijzonder PPS-pilootproject beschouwen, waarbij maatschappelijke meerwaarde gecreëerd kan worden door kostenbesparing en doelmatigheidsverbetering. Een aantal factoren zorgen ervoor dat er een specifieke samenwerkingsvorm zal moeten vastgesteld worden voor de realisatie van het GRB voor Vlaanderen : - de private sector (vnl. nutsbedrijven) heeft dringend nood aan een uniforme GRB voor Vlaanderen en is bereid om de opbouw mee te financieren. De private sector ziet zichzelf als belangrijke gebruiker van het GRB. De sector wenst dat de overheid het initiatief neemt en de eindverantwoordelijkheid draagt (garantie voor de realisatie en de bijhouding van een standaardproduct); - de private sector wenst dat de overheid instaat voor de centrale sturing, de coördinatie, de kwaliteitsbewaking en de bijhouding; - het bij de PPS-projecten vooropgestelde outputgerichte basiscriterium kan bij het GRB-project moeilijk gehanteerd worden: niet alleen het resultaat, maar ook de vorm is wel degelijk belangrijk. Het OC GIS-Vlaanderen heeft een standaardbestek opgesteld dat door alle partijen gevolgd wordt om eenvormigheid en standaardisatie van de opmetingen te garanderen, wat vereist is voor een gebiedsdekkend grootschalig referentiebestand; 22/44