PLAATS DATUM Schiedam 1 mei 2007 AANWEZIG Namens de raad: H.F. Bautz, A. Bel, A.R. de Boer, M.G.L. Dingenouts, P.J. Geurtsen, R.J.H. Gilsing, E.M. Gloudi, J. Gouweleeuw, C. de Groot, H.J.H. de Groot J. de Haan-Klaassen,, H. van der Hoeven, W.J. Meijboom, W. Post, J.M.P.M. van Setten, S.A.H. Tolsma, A.M. Valk-Rijnbeek, N. Ulusoy, H.W. Verlinde (dagvoorzitter), N. Yerlikaya Akyapi Namens college: C.A.C. Daskalakis Ambtelijke afvaardiging: H.C. Jansson, S.S. Konijnendijk, J.E.M. Olsthoorn, S. van Tiel, J. Pegtel (verslag) Gast: E.H. Tonkens ONDERWERP Discussiebijeenkomst Wmo 1 mei 2007 Dhr. Verlinde opent de bijeenkomst en heet een ieder van harte welkom. Na een korte introductie geeft hij het woord aan mw. Daskalakis. Zij wijst er op dat de Wmo al snel dreigt te verworden tot een containerbegrip. Daar moet voor gewaakt worden. Wat de gemeente reeds moest doen is geschied. Er is een verordening voor de verstrekkingen, er is een Wmo-Loket. De gemeente staat nu voor de taak de wet in de volle breedte op te pakken. De negen prestatievelden moeten in kaart worden gebracht. Hierbij zal een ideale mix van zorg en welzijn het uitgangspunt zijn. De gemeente moet een goed vangnet gaan ontwerpen en plaatsen voor de komende jaren voor die mensen die het echt nodig hebben. Elke 4 jaar moet het plan voor de hele Wmo worden opgesteld. We staan nu aan de start van het eerste plan. Vervolgens geeft zij een korte introductie van mw. Tonkens en de geschiedenis van de notitie een uitnodigende, verbindende overheid en geeft haar het woord. Mw. Tonkens stelt dat er al langere tijd een tweetal visies wordt gebezigd: de verzorgende en de terugtrekkende overheid. De veranderingen in de maatschappij en meer nog de invoering van de Wmo, hebben een zoektocht ingezet naar een derde visie. Ligt de bal bij de verzorgende overheid bij die overheid, nu zijn er inzichten om een gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven. De verzorgende overheid heeft voordelen, zoals gelijkheid, er is draagvlak bij de burgers in de middenklasse en de bureaucratisering is beperkt( vgl. ook Scandinavië). De voorzieningen zijn er voor iedereen, ongeacht inkomen en positie. Er kleven ook nadelen aan: hoge overheidsuitgaven en passieve burgers, die de hand maar hoeven op te houden. De terugtrekkende overheid gaat uit van het principe dat de burger het primair zelf moet doen. De burger wordt dan ook actiever. Alleen voorzieningen voor mensen die het echt nodig hebben. Het voordeel hierbij is dat de overheidsuitgaven voor zorg en welzijn een stuk lager liggen, maar ook de minder kwetsbare burger wordt geactiveerd. Nadeel is dat ongelijke behandeling op de loer ligt. Maar bijv. ook dat de overheid de demente bejaarden niet weet te vinden: de meest kwetsbare burgers worden in de steek gelaten! De Wmo biedt kansen om de uitnodigende, verbindende overheid vorm te geven. Een overheid die uitgaat van eigen activiteit, maar die ook bij de burger weet los te maken. De overheid neemt bij deze vorm niet over maar: - vult aan - nodig uit - stimuleert - verbindt
- vult gaten op De voorbeelden staan in figuur 1. Ter toelichting het volgende. Het Steunpunt Mantelzorg is er voor iedereen en maakt gebruik van de inzet van vrijwilligers. De overheid zorgt er voor dat halen en brengen tegelijk kan plaatsvinden. Figuur 1 Verzorgen Terugtrekken Uitnodigen/ verbinden Steunpunt Mantelzorg Voor alle mantelzorgers Alleen voor overbelasten met laag inkomen Voor allen, met inzet van vrijwilligers uit buurt en bedrijven, WWB, etc (bijdragen) Jongerencentrum Voor alle jongeren Alleen voor lastige jongens Voor allen, zowel halen als bijdragen De uitnodigende, verbindende overheid trekt zich niet terug bij het stimuleren van actief burgerschap. Het gevaar ligt op de loer dat dan het actief burgerschap de maatschappelijke ongelijkheid versterkt. Terugtrekken activeert namelijk veelal de goed gesitueerden, de hoger opgeleiden en verbetert dan bijv. de buurten waar die burgers woonachtig zijn. Dit als gevolg van burgerinitiatieven. De uitnodigende, verbindende overheid kent 4 taken: 1. actieve burgers onderling verbinden 2. actieve en niet-actieve burgers verbinden 3. sociaal uitgeslotenen speciaal uitnodigen 4. betrokken blijven ad. 1 Den Haag verstrekt pas subsidie als de instelling/vereniging contact heeft gelegd met een andere instelling/vereniging en daar activiteiten mee ontplooit. Dit valt onder prestatieveld (pv) 1 van de Wmo. Ook kan een prijs worden ingesteld voor burgerinitiatieven die een brug slaan naar heel andere burgers (pv 1). Of voormalig mantelzorgers bezoeken mantelzorgers (bijv. in kader van reïntegratie) en hebben signaleringstaak (pv 4). ad. 2 Voorbeelden kunnen zijn: - Mentorsystemen voor jongeren (pv 2) - Maatjesprojecten: dertigers als maatje voor zwerfjongeren (pv 9) - Bewoners van vrouwenopvang werken in kantine van multifunctioneel centrum in kader van Wet Werk en Bijstand (WWB) (pv 7) 2
ad. 3 De overheid zal daar iets extra s voor moeten verzinnen, meer in de uitnodigende, dan in de verzorgende zin. Voorbeelden: - Huisbezoeken om talent, belangstelling en behoeften op te sporen: vragen of men wil mee doen en wat men dan kan doen (pv 1) - Psychiatrische patiënten serveren goedkope maaltijd in multifunctioneel centrum (pv 6) ad. 4 - Ieder burgerinitiatief een eigen contactambtenaar (pv 1) - Bestuurlijke belangstelling voor burgerinitiatieven - Gemeente biedt gratis mediaton bij conflicten tussen actieve burgers onderling of actiever burgers en instellingen Een onderzoek naar burgerinitiatieven waar mw. Tonkens aan meegewerkt heeft, laat zien dat burgers gefrustreerd zijn over de relatie met de overheid. Er is sprake van heftige ontmoediging. Blijken van waardering blijven te veel uit. Een veel gehoorde klacht is De wethouder komt nooit. Nu kan dat ook niet altijd, maar stuur dan iemand anders die namens de wethouder er is. Symbolisch misschien, maar een blijk van waardering is van een hoge waarde. Mediation is een kwestie van opleiding, dat kun je ook initiëren. Ook heb je uitnodigende voorzieningen nodig. Een brede school heeft alles in zich, maar soms worden slechts enkele elementen toegepast. Het zou een bruisend activiteitencentrum kunnen zijn die vraagt en aanbiedt oftewel een combinatie van hulp en activering levert. Na deze inleiding krijgen de leden gelegenheid tot het stellen van vragen. Mw. Geurtsen stelt dat je geen verwachting moet wekken die niet waar te maken is. Dit moet bij het rijtje van voor- en nadelen, waar mw. Tonkens het mee eens is. Mw. Geurtsen: er moeten ook voorwaarden worden gesteld aan een burgerinitiatief. Mw. Tonkens noemt als voorbeeld onze buurt aan zet. De weg er naar toe was lang, maar je moet er voor waken dat ambtenaren plannen gaan verzinnen die zij als het ware opdringen aan de bewoners. Dhr. Meijboom refereert aan de maatschappelijke ongelijkheid, waarbij het soort zoekt soort effect optreedt. Dit moet niet te negatief worden neergezet. Mw. Tonkens geeft aan dat dat zeker niet moet en niet wordt bedoeld, maar dat een dergelijke beweging haast vanzelf plaatsvindt. Men kent elkaar en dan is het ook makkelijker om contacten te leggen en eventueel activiteiten samen te ontplooien. Het moet leuk en makkelijk zijn! De maatschappelijk zorg kan overbelast raken als het niet in de gaten wordt gehouden. De overheid moet het aan de orde stellen want het onderling regelen kan tot ongewenste situaties leiden: brengt dus risico s met zich mee. Mw. De Haan-Klaassen vraagt of men kan worden afgerekend als men niet actief is. Mw. Tonkens stelt dat dit een te negatieve benadering is. De overheid moet wel controleren, maar niet te snel willen afrekenen. Je moet de persoonlijke omstandigheden in acht nemen. Als men niet aanwezig is bij een cursus en men heeft wel de plicht om die te volgen kan de reden van absentie zeer legitiem zijn. Dhr. Bel: moet een instelling die midden in een woonwijk een vestiging heeft zich meer richten op de burgers? Mw. Tonkens: de gemeente moet een pittige visie op de Wmo hebben waar duidelijk in naar voren komt dat de instelling het ook niet alleen kan doen en dat de overheid de helpende hand kan bieden. Dhr. Bautz: leidt mediation tot meer personeel bij de gemeente? Mw. Tonkens stelt dat dat niet hoeft. De burgers kunnen worden opgeleid en nemen het over. Niet vergeten mag worden dat onder de burgers een groot potentieel zit, dat moet worden aangeboord. Dhr. De Boer vraagt naar het type burger dat actief is of wordt. Hoe herken je dat? Mw. Tonkens: er is geen speciaal type dat je er zo uit kunt halen. Een werkloze komt misschien niet op het idee om vrijwilligerswerk te gaan doen. Daar moet je activiteiten voor op touw zetten. Dhr. Van der Hoeven: moet je als overheid contracten aangaan met burgers? Mw. Tonkens: nee, je moet het hebben over de rechten die de burgers hebben maar ook wat je daar voor terug kunt vragen. Men is persoonlijk aanspreekbaar/verantwoordelijk voor de afspraken die men maakt. 3
Op een vraag van dhr. Gilsing stelt zij dat je je beleid niet radicaal moet veranderen. Wat goed is moet behouden blijven, bijv. activiteiten vanuit de WWB en wijkgericht werken. Er moet wel een visie zijn om veranderingen in gang te zetten en de verbanden te blijven zien. Dhr. Verlinde moet, gelet op de tijd, een einde maken aan de levendige discussie, waarbij helaas niet een ieder aan het woord kon komen. Hij vat het kort en bondig samen: de door mw. Tonkens aangegeven zoektocht is een veelzijdig gebeuren, impliciete en expliciete zaken zullen in de beleidsnota een plaats krijgen. Hij dankt mw. Tonkens voor haar inleiding en beantwoording van de vragen. Vervolgens nodigt hij de aanwezigen uit zich in drie groepen te splitsen en over de uitgangspunten te discussiëren. Uitkomst discussies. De bullets ( )geven de uitkomsten meningen weer van de drie groepen. Uitgangspunt nummer: 1. Schiedam kiest voor een brede aanpak van de Wmo, waarbij voor alle relevante beleidsterreinen wordt nagegaan of aanpassingen wenselijk en of nodig zijn. Schiedam kiest daarbij voor een pragmatische en gefaseerde benadering omdat de uitvoering van bestaand beleid niet van de een op de andere dag veranderd kan worden Wmo is niet te vatten in één beleidskader Vanuit prestatievelden verbredingen leggen en versterken. Waken voor extra tegenstellingen Zie ook onder 2. Meer geleidelijke overgang waarbij je instellingen meeneemt Goede dingen behouden en aanpassingen waar nodig 2. In Schiedam zal een permanent proces van kwaliteitsverbetering van het beleid en de uitvoering plaatsvinden waarbij instellingen en organisaties betrokken worden. Het gaat dan om beleidsontwikkeling, uitvoering en evaluatie Open deur bij verbindende overheid Personeelsbeleid: meer op competenties gericht Ook voor nr. 1: Derde variant uit notitie mw. Tonkens is een paraplu Ook voor nr. 1: Op zoek naar lacunes in de prestatievelden ook voor nr. 1: hoe maken we prestatieafspraken met de verschillende organisaties? De bedoeling is diensten van kwaliteit te bieden Uitvoering jaarlijks evalueren zodat je kunt bijsturen. 3. Als de gemeente een beroep doet op de eigen kracht en mogelijkheden van burgers wordt de samenleving sterker en krachtiger. Naar mogelijkheden zoeken om burgers meer te betrekken Stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen. Afhankelijk van de omstandigheden Moet niet leiden tot bureaucratische rompslomp Moet jaarlijks meetbaar zijn door evaluatie Eens, mits er zorgzaam wordt omgesprongen en extra activerende aandacht voor achterstandgroepen is Het moet prikkelend zijn 4. Het doel om de zelfredzaamheid van burgers te vergroten eist van de gemeente een actieve rol bij het verbinden van actieve burgers onderling. Schiedam geeft die rol invulling door middel van: - prestatieafspraken voor subsidies - afspraken maken met maatschappelijke partners 4
- waar mogelijk afspraken in contracten Lastig om meetbare prestaties af te spreken Verdiepen in en benutten van goed practices in den lande Visiteren Subsidies: ja Afspraken maken met maatschappelijke partners: ja In contracten: ja Niet actieve burgers er bij betrekken Redelijk dat prestatieafspraken voor subsidies worden gemaakt ook met betrekking tot niet actieven en waar mogelijk afspraken met inspanningsverplichting 5. De gemeente verricht extra inspanning om sociaal uitgeslotenen uit hun isolement te halen. Beleidsterreinen vrijwilligerswerk en sociaal cultureel werk, maar zeker ook het beleid voor uitvoering van de wet werk en bijstand bieden hiertoe kansen Meer ontschotting nodig Sport en maatschappelijk werk erbij betrekken, meer in samenhang bezien Is sociaal isolement een keuze van een individu? Men kan zich verplaatsen van of naar omliggende gemeenten: regionale afspraken maken Met en zonder aanziens des persoons kijken naar de omstandigheden Eens, extra inspanning om mensen uit isolement te halen, wel stimulerend en verplichtend maar ook belonend 6. In Schiedam gaan we ervan uit dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen als het gaat om het verstrekken van voorzieningen Nieuwe manier van benaderen Op zoek naar nieuwe voorzieningen? Er is een rol voor de overheid en voor de burger Vereist maatwerk Zorgzaam omgaan met wat verstrekt wordt Vermogenstoets Letten op de omstandigheden van een ieder Dit punt is te zwart-wit, iets genuanceerder grenzen aangeven (een boven- en ondergrens) Dhr. Verlinde stelt dat er in grote lijnen consensus is over de uitgangspunten, maar dat er natuurlijk ook verschillen van inzicht bestaan t.a.v. bepaalde punten (de politieke keuzes). Mw. Daskalakis geeft in een reactie op de bijeenkomst te kennen dat zij gemerkt heeft dat de betrokkenheid van allen groot is. Dit geeft vertrouwen voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zij wil de uitdaging aangaan om een en ander te gaan omzetten in een beleidsnota, die zij via de subcommissie graag in een soortgelijke setting als vanavond zou willen bespreken alvorens de nota op de raadsagenda wordt geplaatst. Dhr. Van Setten stelt dat de bondgenoten, zoals SWS, daarbij ook van belang zijn. Dhr. De Boer vraagt naar de status van de stukken: kan de notitie nu vrijelijk worden verspreid? Mw. Daskalakis stelt dat het stuk van de gemeente is, zij zal eerst de consequenties in ogenschouw nemen en daarop terug komen. Daarbij zal zij ook het voorstel van dhr. Verlinde meenemen om een toelichtende tekst te schrijven en deze dan tezamen met de notitie op de website van de gemeente te plaatsen. Dhr. Verlinde dankt een ieder voor de betoonde inzet en sluit de bijeenkomst. 5
Op de vraag Wat is in uw ogen de grootste uitdaging of kans die de Wmo de gemeenten biedt? is als volgt geantwoord? De mogelijkheid om mensen aan het denken te zetten ( en zich zo op te stellen) over het hebben van rechten en plichten op maatschappelijk gebied. (realiseren van) burgerparticipatie. Het bevorderen van de burgerparticipatie De samenleving activeren Alle burgers er bij te betrekken Activeren verschillende soorten burgers bij uitvoering Wmo Organisaties (geïnstitutionaliseerd) Wmo proof te maken Het anders denken cultuuromslag/ontkokering (de overheid zijn wij zelf) De vervulling en verdere uitwerking van de veranderende rol van de overheid is een uitdaging. Probleemsignalering van mw. Tonkens duidt aan op een management rol os een complexer wordende netwerk/omgeving. De veranderende strategie moet in de loop der tijd worden uitgekristalliseerd in goed aansluitende subdoelen (subobjectives) b.v. prestatieafspraken of andere meetinstrumenten. Grotere cohesie en meer respect voor elkaar! Alle doelgroepen in de gemeenten kansen te bieden, te stimuleren en zo nodig met inspanningsverplichtingen te activeren 6