2009 was een jaar vol uitdagingen. Nog nooit deden zoveel Gentse gezinnen een beroep op één of meerdere

Vergelijkbare documenten
Focus op essentie. Focus op essentie

POWERTY in de praktijk Emancipatorische Werking

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting

Activeringsbeleid cliënten sociale dienst OCMW Geraardsbergen

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

FINANCIEEL REFERENTIEKADER: BEHANDELING VAN LEEFLOONDOSSIERS

Wat? ESF project 1 sept aug dec 2019 VDAB, OCMW, In-Gent, Stad Gent en GSIW vzw

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap)

Beste lezer. Veel leesplezier!

De Sociale plattegrond

Mechelen 4 december CAG MOVI Seminarie. Workshop Tewerkstelling: iedereen mee, iedereen actief. Bijdrage OCMW Gent:

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

Indien we als OCMW efficiënt en effectief willen inspelen op de voortdurende veranderingen en uitdagingen binnen de

Opvolging hefboomproject 2 Streekpact Zuid-West-Vlaanderen Zuid-West ontwikkelt en werft talent

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2018

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Takenpakketprofiel ( )

TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017)

ocmw jaaroverzicht OCMW Gent is er voor iedereen Activering Kansen bieden op menswaardig leven in onze stad

Welkom! Je stopt met school en je hebt nog geen werk. Wat Nu? Transitietraject. Wie zijn wij? Verloop info

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/

Huis Sofia 22 november 2011

Beschutte werkplaatsen

Tijdelijke Werkervaring (TWE)

c) Hoe evalueert de minister deze taalopleidingen? Hoe loopt de geïntegreerde aanpak?

Korte schets van de problematiek

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

FOCUS Situatie vóór het leefloon

Bijlage 3: Interview organisaties

Webinar werkplekleren VFU 28 NOVEMBER 2017

OCMW J A A R O V E R Z I C H T

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Financiële steun equivalent aan het leefloon

3. Start traject TWE = registratie van de werkervaringsovereenkomst (WEO) in MLP

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

Het OCMW garandeert het recht op maatschappelijke dienstverlening en op menswaardig leven.

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

d) Hoeveel werkzoekenden hebben deze sessies gevolgd de afgelopen drie jaar?

WEGWIJS VOOR studenten. Versie januari 2017 Studenten

demografische en sociale impact van migratie in Eeklo burgemeester Koen Loete eeklo stad van inwoners

Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers

Overzichtstabel werkplekleervormen

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014

De Sociale plattegrond

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

COLLOQUIUM GENT, 23 OKTOBER 2014

WEGWIJS VOOR. zelfstandigen in moeilijkheden. WEGWIJS IN Een uitgave van POD Maatschappelijke Integratie. Versie mei 2014 Zelfstandigen

Voka: Minder doelgroepen voor meer jobs

Monitoring Report. Jongerenwerkloosheid Gent Struys & Van Brabant BVBA

De opvolging van je zoektocht naar werk

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse

DIALOOGDAG Recht op werk, voor iedereen?!

TRAJECTWERKING WERKT 73% stroomt uit

Sta versteld... en ontdek wat WEB voor u kan betekenen.

Koninklijk Besluit re-integratietraject - fiche

Dienstverleningsmodel 2020: naar een futureproof Serr inn VDAB

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN /032 Informatie gevraagd over tweedekansonderwijs bij OCMWcliënten 12/2015

Versie januari 2017 Zelfstandigen WEGWIJS VOOR. zelfstandigen in moeilijkheden

TAALBELEIDSPLAN OPLEIDING POLYVALENT VERZORGENDE

Studiedag Sociale Economie Zie je nog mee? Gits, 19 februari 2019

BEGELEIDINGSINSTRUMENT INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING

FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S"

Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs

Intake bij atlas trefdag NT2

FOCUS De werknemers die een beroep doen op OCMW-steun

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014


VDAB aanbod NT2 NT2 SCHAKKETTEN. VDAB Aanbod NT2. 1) NT2 + Mijn Loopbaanatelier 2) Sectorspecifiek Nederlands 3) Sector-overschrijdend Nederlands

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de

Anker kracht. Verankering in de maatschappij door intensieve multi-disciplinaire begeleiding

25 september Werkplekleren

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

Anker kracht. Verankering in de maatschappij door intensieve multi-disciplinaire begeleiding

HoorzittingCommissieBrussel & De VlaamseRand

PERSONEELSDIENST ADMINISTRATIEF CENTRUM ANTWERPSESTEENWEG KAPELLEN

FOCUS "Senioren en het OCMW"

TIJDELIJKE WERKERVARING (TWE) in vogelvlucht doorheen de TWE trajecten voor leefloongerechtigden TWE trajecten voor werkzoekenden Gits 19/02 Bart

Vrijstelling van beschikbaarheid tijdens opleiding, studie of stage (VOSS)

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

OCMW s en armoedebestrijding

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Aan welke voorwaarden moet je voldoen? Wat biedt de leefloonwet aan -25-jarigen?

Kwartaalrapportage 3 kwartaal 2013

Je talenten komen tot bloei bij Bloesem Theehuis Sterker in de samenleving.

Subsidiereglement OCMW Gent Projectoproep Projecten en/of Activiteiten in de strijd tegen armoede

Socioprofessionele reïntegratie. Conny Daens, GTB

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid AMENDEMENTEN

Ik verlaat de school wat nu?

Nieuwe kans op extra instroom

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

Leren. Werkervaring & Werkplekleren. 27 november Wat is werkplekleren?

Klant bij OCMW Antwerpen

Transcriptie:

Beste lezer 2009 was een jaar vol uitdagingen. Nog nooit deden zoveel Gentse gezinnen een beroep op één of meerdere diensten van het OCMW. En dat was, jammer genoeg, niet het enige record dat sneuvelde. Ook het aantal leefloners, het aantal aanvragen voor een sociale woning, het aantal cliënten met schulden en het aantal cliënten zonder werk, was nog nooit zo hoog. De economische crisis sloeg duidelijk extra hard toe voor mensen die het niet breed hebben. OCMW Gent ziet groei als hét antwoord op de crisis. Eerst en vooral wil het OCMW groeien als klantvriendelijke organisatie met een ruim aanbod van diensten voor alle Gentenaars. Daarnaast investeert het OCMW ook om een goede werkgever te zijn voor haar personeel. Daarom kreeg het jaaroverzicht 2009 als titel Verder groeien Met een hart voor Gent en zorg voor elkaar. De vele tabellen en grafieken zetten het thema groei extra in de verf. Tijden van crisis sporen aan om de eigen dienstverlening te evalueren op vlak van efficiëntie, bij te sturen waar nodig en nieuwe initiatieven te ontwikkelen. In het eerste deel Verder groeien Met een hart voor Gent kunt u lezen hoe OCMW Gent ernaar streeft om hulp op maat te bieden aan iedereen die een beroep doet op onze organisatie. Of het nu gaat om het zoeken van een sociale woning, begeleiding naar een nieuwe job of bemiddeling bij schulden, het doel blijft hetzelfde: het welzijn garanderen van elke Gentenaar. In het tweede deel Verder groeien Met zorg voor elkaar staan de inspanningen opgesomd die het OCMW onderneemt om te groeien als aantrekkelijke werkgever die oog heeft voor het welzijn van haar personeel. In 2009 werd verder geïnvesteerd in mogelijkheden tot interne en externe vormingen, bijscholingen, loopbaanbegeleiding en een duurzame en veilige werkomgeving. Met al deze inspanningen probeert het OCMW ervoor te zorgen dat onze werknemers alle kansen krijgen om hun ambities waar te maken in de beste omstandigheden binnen een aantrekkelijke, collegiale werksfeer. Dat komt uiteindelijk ook de kwaliteit van onze dienstverlening ten goede. Want alleen tevreden personeel maakt tevreden klanten. Luc Kupers secretaris Geert Versnick voorzitter 3

1 Verder Groeien met een hart voor Gent Activering 6 Leefloon en levensminimum 20 Hulp voor jongeren en studenten 29 Psychologische hulp 32 Zorg en wonen voor senioren 38 Wonen voor kansarmen en thuislozen 52 Energie en duurzaamheid 61 Aandacht voor andere culturen 66 Juridische hulp 70 Vrije tijd 74 2 Verder Groeien met zorg voor elkaar Bestuur en beleid 78 Talent en diversiteit 80 Tevreden personeel 86 Kwaliteit centraal 92 Communicatie en imago 96 Automatisering en digitalisering 99 Financiën 102

1 Verder Groeien met een hart voor Gent

Activering Iedereen heeft recht op een basisinkomen, een degelijk onderdak en rechtshulp. De beste manier om voor jezelf die basisrechten te garanderen, is een job. Daarom investeert het OCMW voortdurend in het verbeteren van de bestaande dienstverlening en het zoeken naar nieuwe methodieken om cliënten sociaal en professioneel te activeren. Het OCMW Gent onderscheidt vijf niveaus van activering op de activeringsladder. Elke cliënt wordt op een bepaalde trede geplaatst. Doel is de cliënt laten doorstromen naar het voor hem/haar hoogst haalbare traject op de ladder. Daarbij heeft elke trap een specifieke aanpak, met instrumenten op maat van de cliënt. Reguliere arbeid Arbeidstoeleiding nazorg Zorg en hulpverlening leefloon en levensminimum Sociale activering Projecten Maatschappelijke Integratie Basiswerking Wegwijzerwerking Receptiewerking Voorzet Arbeidsactivering Via screening naar werk oriënteringsprogramma s ervaringsbewijzen Via opleiding naar werk technische vormingsmodules taalopleidingen Nederlands Werkt IKOOK Via werkervaring naar werk werkervaringsprojecten artikel 60 arbeidszorgprojecten infomomenten Jobwerkbank Lokale Werkwinkel Actieplan Werk Dienstoverschrijdende aanpak van activering De activering van cliënten is niet de opdracht van één enkele dienst apart, maar van verschillende diensten samen: het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum, de Psychologische dienst, de Juridische dienst Om een optimale samenwerking te garanderen, wordt het thema activering centraal aangestuurd, over de verschillende diensten heen. Draaiboek activering In 2009 stelde de werkgroep Activering een draaiboek Activering op voor alle betrokkenen in het activeringsproces van cliënten; wijkwerkers, trajectbegeleiders, groepswerkers van sociale activeringsprojecten Het draaiboek vertrekt vanuit het model van de activeringsladder en legt ieders rol vast op elke trap van die ladder. De visie en uitgangspunten achter het activeringsverhaal werden vastgelegd en uitgewerkt; positief motiveren, legitiem confronteren en passend sanctioneren. Project Nieuwe Kansen Binnen het project Nieuwe Kansen (NIKA) willen OCMW, VDAB en een aantal vzw s samen nagaan en uittesten hoe er beter samengewerkt kan worden rond werkzoekenden met een welzijnsproblematiek. Dit is een doelgroep waarvoor de klassieke arbeidsbegeleiding en bemiddeling vaak niet volstaat. Dit leidt tot concrete experimenten van begeleidingstrajecten die afwijken van het klassieke aanbod. Cliënten krijgen bijvoorbeeld intensieve begeleiding naar de VDAB na hun artikel 60-job of de verschillende partners werken samen om bij gemeenschappelijke dossiers een traject op maat van de cliënt op te stellen. Een stafmedewerker van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum en een psychologe zorgen ervoor dat de resultaten van het project binnen de diensten van het OCMW geïmplementeerd worden. 6

Zorg en hulpverlening leefloon en levensminimum Mensen die niet over voldoende middelen beschikken, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Maar financiële hulp is nooit vrijblijvend. Het OCMW begeleidt leefloners op vlak van opleiding en werk om de kansen op tewerkstelling te vergroten. Voor wie echter nog niet klaar is voor de arbeidsmarkt is er het opstapje van sociale activering. Daarbij verzekert het OCMW door middel van projecten de maatschappelijke integratie van de cliënt, met het oog op werk, als dat haalbaar is. Toch is zelfs sociale activering voor sommige cliënten te hoog gegrepen, wegens psychologische of mentale problemen. Het is de opdracht van het OCMW om die mensen niet aan hun lot over te laten en ook voor hen een menswaardig bestaan te verzekeren. Een leefloon is in dit geval dan het belangrijkste instrument. Eventueel worden ook een aantal basisvoorwaarden gesteld, zoals het nakomen van afspraken of meewerken aan een hulpverleningsplan. Vreemdelingen die een asielaanvraag ingediend hebben of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, ontvangen geen leefloon maar wel een levensminimum. De bedragen van dat levensminimum zijn dezelfde als die van het leefloon. Meer informatie over financiële steun aan cliënten staat in het volgende hoofdstuk Leefloon en levensminimum cijfers en tendensen. 7

Sociale activering Een job zorgt naast financiële onafhankelijkheid ook voor een zinvolle invulling van de dag. Mensen zonder werk hebben vaak niets om handen, voelen zich sneller nutteloos en hebben minder sociale contacten. Voor hen dreigt sociaal isolement en het zwarte gat. Maar niet iedereen kan geactiveerd worden via een job. Voor sommige mensen is tewerkstelling niet onmiddellijk haalbaar, omdat ze door een kluwen van problemen niet kunnen voldoen aan de verwachtingen en eisen op de arbeidsmarkt. Het OCMW wil ook voor die mensen deelname aan het maatschappelijk leven garanderen. We doen dit door tal van projecten aan te bieden die maatschappelijk zinvol zijn en die de competenties van de cliënt helpen ontplooien. Sociale activering kan een opstap naar werk zijn, maar voor sommigen betekent het ook een eindpunt. Projecten maatschappelijke integratie Met leefloners jonger dan 25 jaar sluit het OCMW contracten geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie (GPMI s) af. Zo is er het GPMI studenten speciaal voor studenten die een leefloon ontvangen. De bedoeling is de maatschappelijke integratie van cliënten te bevorderen In het contract worden een aantal duidelijke afspraken gemaakt waaraan de verschillende partijen zich moeten houden. Bij het GPMI voor studenten verbindt de student zich bijvoorbeeld ertoe om de opleiding met succes te voltooien en een vakantiejob te doen. Het OCMW engageert zich op zijn beurt tot begeleiding en financiële steun. Elk contract is een contract op maat, aangepast aan de individuele situatie van de cliënt, met als einddoel een aangepaste tewerkstelling. In 2009 kregen gemiddeld 503 studenten per maand een leefloon. Dat is ongeveer 11 procent van het gemiddeld aantal steungerechtigden per maand (4.503). In totaal werden er vorig jaar 2.530 GPMI s (inclusief GPMI studenten) hernieuwd of aangevat. Basiswerking (figuur 1) De Basiswerking is een wijkgerichte groepswerking waarbij cliënten uit dezelfde buurt op vaste tijdstippen samenkomen. De thema's van de groepswerkingen worden vanuit de noden en ervaringen van de deelnemers gekozen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er een uitstap georganiseerd wordt, maar het kan ook gaan over het leren klaarmaken van een voedzame en gezonde maaltijd of het leren omgaan met een beperkt budget bij de aankopen in de supermarkt. Op die manier leren de cliënten sociale vaardigheden aan en worden ze gesterkt in hun eigenwaarde. Er zijn basiswerkingen in Gentbrugge-Ledeberg, Bloemekenswijk, Gent Noord-Macharius, Gent Zuid en Sint-Amandsberg-Muide. f i g u u r 1: s o c i a l e a c t i v e r i n g - b a s i s w e r k i n g De Basiswerking telde 107 actieve leden in 2009, tegenover 53 actieve leden in 2008. De Basiswerking Sint-Amandsberg/Muide werd wel pas in 2009 opgericht. 8

In 2009 werd er vooral gefocust op de instroom van nieuwe cliënten, nadat in 2008 heel wat cliënten doorstroomden naar bestaande initiatieven, zoals vrijwilligerswerk, activiteiten in het Buurtcentrum Voor deze nieuwe cliënten was doorstroming in 2009 zelf nog niet mogelijk. Daarom lag het aantal doorstromingen in 2009 (29) gevoelig lager dan in 2008 (51). Wegwijzerwerking De Wegwijzerwerking brengt mensen die ervaring hebben met de hulpverlening van het OCMW samen om na te denken hoe die hulpverlening nog beter kan. Enerzijds is er de Dialooggroep, die werkt rond thema s in de hulpverlening en meewerkt aan vormingen voor hulpverleners. In 2009 werd er met 19 cliënten vooral nagedacht en gepraat over de OCMW-hulpverlening, en lag de klemtoon minder op doorstroming en activering. Daarnaast is er de Brochurewerking, die bestaande of nieuwe documenten, brieven, folders en brochures helpt begrijpbaar maken. Omwille van minder personeel bleef deze werking in 2009 beperkt. Receptiewerking Eind 2009 startte de Receptiewerking ook met het bereiden van verse broodjes voor de vormingsdienst. De Receptiewerking is een project waarbij cliënten de catering verzorgen voor OCMW-diensten, stads- en provinciediensten en sociale organisaties. Ze bereiden hapjes, warme maaltijden, koude buffetten en belegde broodjes. Daarnaast bedienen de cliënten ook zelf tijdens recepties en maaltijden. Naast groepswerk voorziet het arbeidszorgproject in de individuele ondersteuning van de groepsleden en biedt het vormingen aan. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de mogelijkheden en interesses van de cliënt. In 2009 telde de Receptiewerking 26 actieve groepsleden. Ze voerden 73 recepties uit, serveerden 3.621 maaltijden in het Buurtcentrum De Vaart en leverden 25 maaltijden (bijvoorbeeld koude buffetten) voor OCMW- en stadsdiensten. 9

Voorzet Voorzet is een uniek project in Vlaanderen waarbij een eersteklasse voetbalclub samenwerkt met jongeren om ze via voetbal bepaalde competenties en vaardigheden bij te brengen. Het uitgangspunt van Voorzet is eenvoudig. De vaardigheden die nodig zijn op het voetbalveld, zijn ook de vaardigheden die jongeren vooruit helpen in het leven. Daarom krijgen de deelnemers aan het project de kans om binnen KAA Gent een voetbalploeg te vormen. Door trainingen te volgen, leren ze samenwerken, omgaan met kritiek en door te zetten. In 2009 bestond de groep uit 17 deelnemers. 2 cliënten stroomden door naar de reguliere arbeidsmarkt, twee naar jobcoaching, twee naar een voltijdse opleiding, drie naar een artikel 60-job, 1 persoon volgde een opleiding aan de VDAB en 3 mensen werden verder opgevolgd binnen het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum van het OCMW. Gent Blue en Gent White in Belgian Homeless Cup 2009 In 2009 vaardigde België voor de tweede keer een team af voor de Homeless World Cup. Om te bepalen wie ons land zou vertegenwoordigen in Milaan, werd een Belgian Homeless Cup georganiseerd. OCMW Gent, het CAW en het Straathoekwerk sloegen de handen in elkaar en stelden twee teams samen, Gent White en Gent Blue. Het OCMWvoetbalproject Voorzet zorgde voor de nodige ondersteuning. Voetbal als instrument Het idee achter de Homeless Cup is dat voetbal een krachtig instrument is om daklozen weer te integreren in de maatschappij. Het geeft thuislozen weer een doel in het leven, iets Gent Blue eindigde als derde op het tornooi in Kortrijk, na de teams van Lierse en Kortrijk. zeer concreet waar ze zich voor kunnen inzetten en waarvoor ze zelfs bereid zijn om hun leven om te gooien. Op die manier wordt er geleidelijk weer meer structuur in het leven van de daklozen gebracht en krijgen ze meer zelfvertrouwen. Gent Blue en Gent White werkten zich onder begeleiding van het OTC-project Voorzet maandenlang in het zweet om zover mogelijk in de selectie te geraken. Op zaterdag 27 juni 2009 werd tijdens een slottornooi in het Koning Boudewijnstadion beslist wie er het ticket voor Milaan mee naar huis mocht nemen. Gent White kwam er het dichtst bij, het team eindigde op de derde plaats. Het verhaal stopte echter niet daar. Alle deelnemers werden verder opgevolgd door het netwerk aan hulpverleners die actief bij het project betrokken waren. Homeless Gent bereikte 50 deelnemers. Twaalf cliënten stroomden intussen door naar (werk)projecten binnen OCMW Gent, zoals Voorzet, Perspectief of artikel 60. 10

Arbeidsactivering Het OCMW Gent ziet activering naar werk als dé manier om mensen aan financiële onafhankelijkheid en maatschappelijke contacten te helpen (figuur 2). De belangrijkste actor bij de sociaal-professionele activering van werkzoekende OCMW-cliënten is het Opleidingsen Tewerkstellingscentrum (OTC). Cliënten die zonder werk zitten, worden door de welzijnsbureaus naar het OTC doorverwezen. Daar wordt voor hen, na evaluatie van hun vaardigheden, een passende opleiding of (sociale) tewerkstelling gezocht binnen het OCMW of bij andere instanties. Trajectbegeleiders volgen de cliënten op en sturen bij waar nodig. f i g u u r 2: cl i ën t e n p ro fi e l v a n h e t opleidings- en t e w e r k s t e l l i n gs ce n t rum (o t c) 2009 2008 2007 Totaal cliënten in trajectbegeleiding 1.256 (100 %) 926 (100 %) 725 (100 %) Afkomst Belgen van Belgische afkomst 47,7 % 55 % 46,8 % Belgen van allochtone afkomst 16,3 % 12 % 16,5 % Allochtone afkomst met een niet-belgische nationaliteit 36,0 % 33 % 36,7 % Geslacht Mannen 61,4 % 60,5 % 57,4 % Vrouwen 38,6 % 39,5 %: 42,6 % Leeftijd <25j 36,2 % 41 % 35 % Tussen 25 en 34 jaar 30,7 % 28 % 28 % Tussen 35 en 44 jaar 21,5 % 19 % 21 % > 45jaar 11,7 % 12 % 16 % Scholing Geen 6,0 % 7 % 9 % Max. Lager onderwijs 40,4 % 42 % 35 % Max. Lager secundair onderwijs 24,0 % 29 % 27 % Hoger secundair of hoger 16,4 % 11 % 16 % Buitenlands diploma 13,1 % 10 % 13 % Via screening naar werk (figuur 3) Tijdens intake- en oriënteringsgesprekken maken medewerkers van het OTC een persoonsprofiel van de cliënt op en bepalen ze wat zijn vaardigheden zijn. Met deze diagnose kan de maatschappelijk werker, samen met de cliënt, gericht op zoek gaan naar een gepaste job op de arbeidsmarkt. Maar in veel gevallen volstaat enkel een screening van de capaciteiten niet om cliënten op weg te helpen naar werk in het reguliere circuit. Daarom biedt het OTC ook opleidingen aan en laat ze cliënten werkervaring opdoen binnen het OCMW of bij andere instanties. f i g u u r 3: s cr ee n i n gs o t c De grote stijging van het aantal screenings is te verklaren door de stijging van het aantal leefloners in het OCMW en de sterke focus op het activeren van deze doelgroep naar werk. 11

Oriënteringsprogramma s Het OTC heeft vier oriënteringsprogramma s om te achterhalen wat de competenties en beroepsmogelijkheden van een cliënt zijn: Scala, Technische screening, Administratieve Screening en Individuele vervolgscreening. De programma s zijn uniek in Vlaanderen omdat ze specifiek gericht zijn naar kortgeschoolden. Het programma Scala is een tweedaagse basisscreening die de brede inzetbare competenties in beeld brengt. De technische screening test gedurende twee dagen de handvaardigheid en de technische aanleg via opdrachten binnen de bouw- en renovatiesector. De administratieve vaardigheden staan dan weer centraal tijdens de administratieve screening. De individuele vervolgscreening tenslotte is een screening op maat en probeert een totaalbeeld van de cliënt weer te geven. Het testcentrum verhuizer/inpakker opende in 2008 al haar deuren. Ervaringsbewijzen Veel mensen doen tijdens een job bepaalde nieuwe vaardigheden op. Andere mensen zijn tijdens hun vrije tijd actief met iets bezig waardoor ze nieuwe competenties verwerven. Als ze dan op zoek gaan naar een job waar ze deze nieuwe vaardigheden en competenties kunnen toepassen, hebben ze wel de nodige ervaring, maar niet de juiste diploma s of attesten. De Vlaamse overheid geeft deze mensen de kans om hun vaardigheden voor bepaalde beroepen toch op papier te laten vastleggen. Als ze met succes een gesprek en een praktische proef doorstaan in een testcentrum, krijgen ze een ervaringsbewijs, een officieel bewijs van bekwaamheid. Dat attest toont aan dat iemand goed is in wat hij doet, wat natuurlijk kan uitgespeeld worden op de arbeidsmarkt. Het OTC was voorheen al door de Vlaamse overheid erkend als testcentrum voor het beroep verhuizer/inpakker. In 2009 kwamen daar nog 2 testcentra bij: voor de beroepen monitor/begeleider in de beschutte en sociale werkplaatsen en keukenmedewerker. Het nieuwe testcentrum keukenmedewerker bevindt zich in welzijnsbureau Gent-Noord en is een samenwerking met de vzw Vlaams Centrum voor de Vorming en Vervolmaking in de Horeca en de VDAB. Het is het enige testcentrum keukenmedewerker in Oost-Vlaanderen. In 2009 namen 47 mensen deel aan een examen voor een ervaringsbewijs (2008: 29 deelnames). Er slaagden 5 deelnemers voor het ervaringsbewijs verhuizer/inpakker, 6 deelnemers voor het ervaringsbewijs monitor/begeleider en 7 deelnemers voor het ervaringsbewijs keukenmedewerker. 12

Via opleiding naar werk Er is een mismatch op de arbeidsmarkt tussen het aanbod van de profielen en de capaciteiten die werkgevers vragen. Daarnaast zijn er veel mensen die door omstandigheden niet aan de slag kunnen. Het OTC speelt op deze tegenstelling in en probeert door opleiding op maat cliënten naar de arbeidsmarkt te laten doorstromen. Technische vormingsmodules Het OTC organiseerde de voorbije jaren zelf technische vormingen in een aantal disciplines zoals schrijnwerk, elektriciteit en behangen en schilderen. Sinds 2008 wordt voor de laatste 2 modules een beroep gedaan op CVO Leerdorp. De vormingen staan open voor OCMW-steungerechtigden en werklozen van andere organisaties. Taalopleidingen Nederlands werkt Wie weinig of geen Nederlands spreekt, ondervindt zeker een nadeel in de zoektocht naar werk. Anderstaligen die toch een job vinden, hebben het op de werkvloer evenmin makkelijk en krijgen meestal niet dezelfde doorgroeimoeilijkheden. Cliënten moeten over een basiskennis Nederlands beschikken voor de wijkwerker ze naar het OTC kan doorverwijzen. Sinds 2008 ligt deze basiskennis vast op het taalniveau Europese Richtgraad 1.1. Als de cliënt de richtgraad bereikt, kan die terecht bij het team Nederlands werkt. Dit team specialiseert zich binnen het OTC in het begeleiden van anderstaligen in een traject naar werk. Daarbij wordt via taalprojecten aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van Nederlandse taalkennis. Het Voortraject Integratie Anderstaligen (VIA) is een combinatie van taalopleiding en screening, waarbij de cliënten vooral het mondeling Nederlands oefenen aan de hand van een aantal activiteiten. Dit project loopt over twee maanden en een half en werd drie maal aangeboden in 2009 voor een totaal van 41 deelnemers (2008: 15 deelnemers). JOB-INTRA is een voortraject dat anderstaligen specifiek voorbereidt op een artikel 60-tewerkstelling. Het project werd drie keer georganiseerd in 2009 en duurde telkens zes maanden. Er startten 77 cliënten in dit project (2008: 42 deelnemers). Nederlands werkt geeft sinds eind 2008 ook extra taalcoaching aan cliënten die de Europese richtgraad 1.2 wel al bereiken, maar die door onvoldoende kennis van de Nederlandse (spreek)taal moeite hebben om goed op de OTCwerkvloer te functioneren. De anderstalige cliënt krijgt individuele begeleiding (aanleren van technische termen en uitdrukkingen) en opleiding in groep (inoefenen van woordenschat in werkgerelateerde situaties). Doel is de doorstromingskansen naar werk verhogen, bijdragen tot de sociale integratie en bevorderen van de taal zelfredzaamheid in het algemeen. In 2009 waren er 35 cliënten in de groepscoaching actief. IKOOK Het project IKOOK speelt in op de nood op de arbeidsmarkt naar meer hulpkoks en zaalmedewerkers. Het project IKOOK is een opleidingsproject tot hulpkok en zaalmedewerker gericht op laaggeschoolde werkzoekenden. Het project werd in 2008 opgericht en is het resultaat van een samenwerking tussen Horeca Vlaanderen, Gent, stad in werking, VDAB, OCMW Gent en het Centrum voor Volwassenenonderwijs. 13

De opleiding bestaat uit 25 weken les, 4 weken stage in een horecazaak en een examen. Geslaagde kandidaten krijgen een getuigschrift van de VDAB en het certificaat van hulpkok van het CVO, het Centrum voor Volwassenenonderwijs. Op die manier kunnen ze doorstromen naar een baan of opleiding binnen de horeca. Na een strenge selectie stapten 12 kandidaten in IKOOK (2008: 12 kandidaten): 6 cursisten met leefloon (toegeleid door het OCMW) en 6 met een werkloosheidsuitkering (toegeleid door de VDAB). Samen bereidden ze 1.564 maaltijden, voor personeelsleden van het OCMW en van de partners in het project. Hoogtepunten waren de feestelijke kerst- en Valentijnsmenu s. Net als in 2008 haalden vorig jaar 9 cursisten de eindstreep van de opleiding en ontvingen hun getuigschrift. Eind 2009 waren 6 cursisten nog steeds aan het werk in de horeca en één persoon in een andere sector. Via werkervaring naar werk Sommige cliënten hebben nood aan een eerste werkervaring als voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt. Voor hen heeft het OCMW Gent een aanbod van een aantal werkprojecten. Er wordt altijd gezocht naar de job die het best bij de vaardigheden en interesses van de cliënt past. Werkervaringsproject (Wepplus) Het OTC vormt samen met het Lokaal Werkgelegenheidsbureau (LWB) een leerwerkbedrijf: LeerWerk Gent. In dit kader kan het OTC 15 langdurig werklozen voor één jaar tewerkstellen binnen de eigen diensten van het OCMW of enkele vzw s. Tijdens deze tewerkstelling moeten ze een aantal verplichte vormingen volgen en krijgen ze intensieve begeleiding. Door deze combinatie van werkervaring met intensieve begeleiding kan de Webplusser weer makkelijker aansluiting vinden tot de arbeidsmarkt. Aan de slag met artikel 60 7 (figuur 4) Artikel 60 7 van de OCMW-wet geeft het OCMW de mogelijkheid werk aan te bieden aan personen zodat zij werkervaring opdoen of recht krijgen op een werkloosheidsuitkering. De cliënt krijgt dan een job binnen het OCMW Gent of bij één van de 234 werkervaringsplaatsen die plaatsen vrijhouden voor artikel 60-cliënten. De duur van een contract ligt tussen één en twee jaar. Voor, tijdens en na een artikel 60-tewerkstelling krijgen cliënten intensieve begeleiding. Dat is noodzakelijk voor een goed verloop van het werktraject en om doorstroming naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Deelname aan de verschillende infomomenten is voor iedereen verplicht. f i g u u r 4: a a n ta l s ta r t e r s ar t i k e l 60 2009 2008 2007 253 253 100 % 213 100 % 237 100 % Leeftijd < 25jaar 82 32,4 % 44 21 % 57 24 % 25-34 jaar 85 33,6 % 64 30 % 79 33 % 35-44 jaar 55 21,7 % 59 28 % 52 22 % 45-54 jaar 23 9,1 % 39 18 % 40 17 % > 55 jaar 8 3,2 % 7 3 % 9 4 % Geslacht Man 162 64 % 117 55 % 132 57 % Vrouw 91 36 % 96 45 % 105 43 % Nationaliteit Belg 146 58 % 108 51 % 135 57 % Niet- Belg 107 42 % 105 49 % 102 43 % Iedereen die voor een art. 60-tewerkstelling in aanmerking komt, maar daar om bepaalde redenen nog niet klaar voor is, kan eerst een maand werkstage volgen. Zo kunnen de cursist en de werkplaats elkaar wat beter kennen. Als de juiste klik er niet is, kan probleemloos uitgekeken worden naar een meer geschikte werkplek. In 2009 kregen 178 mensen de kans voor een werkstage. 14

OCMW Gent pionier in competentiecoaching Ook in 2009 waren 3 competentiecoaches belast met het coachen van instructeurs die leiding geven aan artikel 60-werknemers. Doel is om de instructeurs zoveel mogelijk te ondersteunen in hun opdracht om artikel 60-werknemers in hun mogelijkheden te versterken. Het coachen verloopt zowel in groep als individueel. Het Gentse OCMW is hiermee de pionier op het vlak van ondersteuning van instructeurs via coaches. De job als competentiecoach groeide vanuit de vaststelling dat instructeurs wel een technische, maar vaak geen agogische vooropleiding volgden. Dat terwijl competenties zoals individueel begeleiden of conflicthantering voor een instructeur essentieel zijn. De gecoachte instructeurs evalueerden de aanpak positief tijdens een rondvraag in 2009. In 2009 werd de competentiegerichte aanpak toegepast op 26 werkvloeren en werd een nieuwe groep van 43 instructeurs gecoacht. De KarWIJdienst is een werkervaringsproject van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum waar cursisten aan de slag zijn met een artikel 60-contract. De deelnemers verrichten kleine renovatiewerkzaamheden zoals schilderen, behangen, vloeren, elektriciteitswerken en tuinonderhoud. In 2009 bestond de KarWIJdienst uit 5 ploegen cursisten artikel 60 en andere contractuelen (vast, sociaal activa, wep+, sine) onder leiding van 5 technische begeleiders. De hele groep bestond uit een veertigtal personen. De KarWIJdienst voert kleine renovatiewerken uit bij Gentse particulieren met een laag inkomen, woningen verbonden aan het OCMW en een aantal vzw s. 15

Cursisten van project de Schuitschaaf krijgen een technische vorming in houtbewerking, meubels maken, meubels schilderen en restauratietechnieken. De aangeleerde technieken worden meteen in de praktijk toegepast. In 2009 maakten de cursisten en het technisch personeel van de Schuitschaaf onder andere 4 kijkkasten voor het Designmuseum Vlaanderen vzw, informatieborden, decors voor de OCMW-Vakantiewerking, fotolijsten, een carnavalswagen Daarnaast repareerden ze meer dan 600 stukken meubilair, 20 volksspelen en 3 marqueteriestukken voor het Design museum Gent Restauratie. Op 14 maart organiseerde de Schuitschaaf een openbare verkoop van gerestaureerde meubels en variastukken. De kijkdagen lokten meer dan 200 geïnteresseerden. Er werden 160 loten te koop aangeboden, waarvan er 128 effectief verkocht werden. In 2009 waren er gemiddeld 18 cursisten per maand actief in de Schuitschaaf. 3 begeleiders leidden alles in goede banen. Nog een ander werkervaringsproject van het OTC is de Laadbrug. Deelnemers aan het project verzorgen de materiële dienstverlening, zoals de levering van meubilair, ontruimingen en verhuizingen, aan OCMW-cliënten. In 2009 waren er gemiddeld 10 cursisten per maand en 2 begeleiders actief in de Laadbrug. In 2009 deden 312 personen een beroep op de dienstverlening van de Laadbrug. De cursisten verrichtten onder andere 151 verhuizingen, 112 leveringen, 140 schenkingen en 20 ontruimingen. Arbeidszorg Sommige leefloners kunnen door persoons- en/of maatschappijgebonden redenen niet (meer) aan de slag in het reguliere of beschermende arbeidscircuit. Arbeidszorg wil ook voor deze mensen het recht op arbeid waarborgen. De arbeidszorg biedt hen arbeidsmatige activiteiten aan in een werkomgeving die ofwel op productie ofwel op dienstverlening is gericht, en ondersteunt hen daarbij. Het gaat om vrijwillig onbetaald werk onder begeleiding. Intussen behoudt de cliënt wel zijn/haar uitkering. In 2009 subsidieerde het OCMW 8 vzw s om extra tewerkstellingsplaatsen te creëren voor artikel-60ers met een laag profiel en cliënten in arbeidszorg. In 2009 startten vanuit het OTC 56 cliënten in arbeidszorg (2008: 45 starters). Arbeidstoeleiding en nazorg Ook cliënten die klaar zijn voor de arbeidsmarkt en die misschien al een specifieke job voor ogen hebben, kunnen bij het OCMW terecht. Het OTC begeleidt hen, vaak in samenwerking met partnerorganisaties, bij hun zoektocht naar een job. De begeleiding stopt echter niet wanneer de cliënt een contract ondertekent. Ook bij de start van een tewerkstelling volgt het OTC de cliënt verder op. Vormingsmomenten artikel 60 Artikel 60-werknemers moeten verplicht 2 vormingen volgen voor hun contract ten einde loopt: Delta (3 maanden voor het einde) en Wat na art. 60? (1 maand voor het einde). Tijdens deze vormingen krijgen de cursisten informatie over wat hun doorstroommogelijkheden zijn. Daarbij worden ze ook aangespoord al stappen te zetten naar opleiding en/of tewerkstelling om het zwarte gat te vermijden. In 2009 namen elke maand gemiddeld 10 mensen deel aan de infosessie Wat na artikel 60. Delta telde 85 deelnemers. Jobwerkbank De Jobwerkbank richt zich tot steungerechtigden, mensen met een artikel 60-contract en personen in nazorg. Het doel is die mensen te helpen bij hun zoektocht naar een vaste job. Dit gebeurt via allerlei concrete initiatieven zoals het schrijven van sollicitatiebrieven, telefoons naar werkgevers en begeleiding bij sollicitatiegesprekken. Wie dat nodig heeft, krijgt extra begeleiding van de bedrijfsconsulent. In 2009 begeleidde de Jobwerkbank 130 cliënten (2008: 132 cliënten). Voor 74 cliënten (57 procent) was een actieve begeleiding mogelijk, 56 cliënten daagden nooit op (43 procent). 58 van de 74 cliënten sloten het jobwerkbanktraject af in 2009 (2008: 51 afgesloten dossiers). Daarvan hadden eind 2009 23 cliënten een job en 5 cliënten een opleiding gevonden. Dat is een doorstromingspercentage van 48,5 procent. In 2008 bedroeg het doorstromingspercentage 88 procent. De daling is vermoedelijk te wijten aan de economische crisis. Hierdoor zijn er veel minder vacatures voor deze doelgroep van werknemers. 16

De Jobwerkbank richt zich tot steungerechtigden, mensen met een artikel 60-contract en personen in nazorg. Lokale Werkwinkel Een OTC-trajectbegeleider is sinds juni 2007 voltijds in de Lokale Werkwinkel actief. De bedoeling is om de samenwerking tussen het OCMW, de Gentse partners en de VDAB te optimaliseren. Op die manier kunnen ook cliënten die hun artikel 60-tewerkstelling hebben beëindigd, efficiënt begeleid worden zodat ze niet in de werkloosheid terechtkomen. De trajectbegeleider begeleidt de cliënten bij sollicitaties. Ze leren sollicitatiebrieven schrijven, gesprekken voeren en worden vertrouwd gemaakt met de verschillende communicatiekanalen. De Lokale Werkwinkel begeleidde 38 cliënten na hun artikel 60-job. Daarvan gingen 5 cliënten aan de slag. Daarnaast begeleidde de Lokale Werkwinkel 83 cliënten die doorverwezen werden uit de wijk (mensen met een werkloosheidsuitkering met OCMW-begeleiding of kort geschorsten). 14 personen gingen aan het werk. Actieplan Werk In april 2009 startten het OCMW Gent, de stad Gent en de VDAB het project Actieplan Werk op. Het project heeft als doel mensen die door de economische crisis werkloos werden, intensief te begeleiden naar een job. De begeleiding gebeurt door 6 trajectbegeleiders, 5 in de VDAB en 1 in het OCMW. Het OCMW richt zich naar werklozen die een leefloon/levensminimum of voorschotten op de werkloosheidsuitkering aanvragen. In tegenstelling tot de trajectbegeleiders van de VDAB, screent de trajectbegeleider van het OCMW ook de welzijnsproblematiek van de cliënt en stelt daarna een intensief hulpverleningsplan op. De trajectbegeleider van het OCMW nodigde 71 personen uit in 2009. Intussen vonden 28 cliënten een nieuwe job en volgen 6 cliënten een opleiding. 17

De weg na het OTC (figuur 5 en 6) Cliënten worden tijdens hun activeringstraject regelmatig geëvalueerd. De weg stopt wanneer het dossier van de cliënt wordt afgesloten. Bij voorkeur gebeurt dit als de cliënt een job op de arbeidsmarkt heeft gevonden en zijn/haar situatie voldoende stabiel is geworden. Maar ook andere redenen liggen aan de basis, zoals geen interesse, psychosociale en medische problemen, of uitstroom naar een werkloosheidsuitkering. f i g u u r 5: d o o r s t r o o m e n u i t s t ro o m cl i ën t en o t c na af s l u i t e n d o s s i e r Het aantal afgesloten arbeidscontracten daalde in 2009 aanzienlijk in vergelijking met voorgaande jaren. De economische crisis is hiervan de belangrijkste oorzaak. Fi g u u r 6: d o o r s t r o o m cl i ën t en na af s l u i t e n d o s s i e r in d e ta i l (w e r k + opleiding) 2009 2008 2007 2006 Contract in loondienst 124 172 151 105 Interim contract 38 66 48 28 Contracten activa 5 12 29 20 Contracten WEP+ 13 14 9 15 Contracten SINE 3 3 2 3 Contracten dienstencheques 10 7 8 15 Zelfstandige activiteit 9 8 6 12 Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) 1 0 0 1 Interne Beroepsopleiding (IBO) 0 2 1 1 Startbaan 0 0 0 1 Vrijwilligerswerk 0 0 0 1 Opleiding 53 32 28 28 Totaal 256 316 282 230 18

Activering in cijfers Sociale activering 2. 503 geïntegreerde projecten maatschappelijke integratie (GPMI s) werden afgesloten met steungerechtigden jonger dan 25 jaar; daarvan waren er gemiddeld 503 studenten per maand die een GPMI voor studenten afsloten; de wijkgerichte Basiswerking werkte met 107 cliënten aan sociale activering; 19 cliënten kwamen samen om over de OCMWdienstverlening te praten in de Wegwijzerwerking; de Receptiewerking telde 26 actieve groepsleden, die samen 3.621 maaltijden serveerden in Buurtcentrum De Vaart; 17 cliënten namen deel aan het voetbalproject Voorzet in samenwerking met KAA Gent; de Gent Homeless Cup bereikte 50 deelnemers. Arbeidsactivering Het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) begeleidde in totaal 1.256 cliënten met als doel hen naar een job op de reguliere arbeidsmarkt te helpen. Via screening naar werk 374 cliënten werden gescreend op competenties en vaardigheden; 47 cliënten probeerden een ervaringsbewijs in één van de drie testcentra te behalen, 18 cliënten slaagden. Via opleiding naar werk 118 anderstalige cliënten namen deel aan één van de twee taalprojecten VIA en JOB-INTRA; 35 cliënten kregen taalcoaching tijdens hun artikel-60 tewerkstelling; 9 cursisten behaalden een getuigschrift van hulpkok en zaalmedewerker na het volgen van het opleidingsproject IKOOK. Via werkervaring naar werk 15 langdurig werklozen werden binnen het OCMW tewerkgesteld in het kader van het Werkervaringsproject (Wepplus); gemiddeld per maand waren er 253 cliënten met een artikel 60-contract actief; 178 cliënten volgden een werkstage als voorbereiding op artikel 60; 56 cliënten startten vanuit het OTC in arbeidszorg. Arbeidstoeleiding er namen elke maand gemiddeld 10 mensen deel aan het infomoment Wat na artikel 60?, 85 cliënten volgden de vorming Delta; 74 cliënten kregen in de Jobwerkbank actieve begeleiding naar een job; de Lokale Werkwinkel begeleidde 121 cliënten met als doel een job op de reguliere arbeidsmarkt; Actieplan Werk nodigde 71 personen uit die werkloos werden door de financiële crisis. Reguliere arbeid 204 cliënten stroomden vanuit het OTC door naar de arbeidsmarkt; 23 cliënten vonden werk en 5 cliënten een opleiding na begeleiding door de Jobwerkbank; 19 cliënten stroomden door naar de arbeidsmarkt na begeleiding door de Lokale Werkwinkel; 28 cliënten vonden een nieuwe job en 6 cliënten volgden een opleiding na begeleiding in het kader van het Actieplan Werk. Wat kost het? Het OCMW Gent kreeg ruim 9,2 miljoen aan subsidies van de Vlaamse en Federale Overheid voor de financiering van de tewerkstellingsprojecten (2008: 8,8 miljoen aan subsidies). Deze subsidies maken het mogelijk om bestaande projecten verder uit te bouwen en nieuwe initiatieven op te starten. 19

Leefloon en levensminimum Cijfers en tendensen In 2009 steeg het uniek aantal cliënten dat een leefloon of levensminimum kreeg met bijna 9 procent ten opzichte van 2008, naar een totaal van 7.872 steungerechtigden. Ongeveer 30 procent van het aantal steungerechtigden was jonger dan 25 jaar. En 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand was student. Deze financiële hulp is echter niet vrijblijvend. Het OCMW begeleidt leefloners actief op vlak van opleiding en werk om de kansen op tewerkstelling te vergroten. Een job betekent financiële onafhankelijkheid. En dat is nog altijd de beste manier om voor jezelf basisrechten te garanderen zoals een degelijk onderdak, basisgezondheidszorg en rechtshulp Leefloners jonger dan 25 jaar en leefloonstudenten zijn speciale aandachtsgroepen. Het OCMW doet extra inspanningen om hen te begeleiden naar een gepaste opleiding of job. 20

Een open deur dichtbij Elke Gentenaar die hulp of advies wil of gewoon een vraag heeft over de OCMW-dienstverlening kan terecht in een welzijnsbureau in zijn/haar buurt. Het is het eerste aanspreekpunt. In totaal liggen er 9 welzijnsbureaus verspreid in de verschillende Gentse wijken. De welzijnsbureaus willen een open huis voor iedereen zijn, waar mensen terecht kunnen met vragen van sociale, administratieve, financiële, psychologische of juridische aard. Ze zijn dus zoveel meer dan enkel loketten voor de uitbetaling van steun (figuur 7). In 2009 ontving het centraal onthaal 2.663 personen. 712 personen werden doorverwezen naar een interne dienst met als gevolg de opening van een dossier. Aan 1.951 personen gaf het Onthaal louter informatie of advies. Sociaal huis Bovendien bieden sommige welzijnsbureaus ook toegang tot andere diensten zoals Kind en Gezin, de stedelijke Buurtwerking of het wijkrestaurant. Dat past binnen het streven van de stad Gent en het OCMW om een sociaal huis op te richten. Dit houdt in dat de burger voor (informatie over) alle sociale dienstverlening op één en dezelfde plaats terecht kan. Het OCMW hield in 2009 verschillende overlegmomenten met de stedelijke Buurtwerking om het concept van de welzijnsbureaus verder aan te passen aan de actuele visie en noden van een sociaal huis. f i g u u r 7: h u l p v r a g e n v a n u i t d e 9 w e l z i j n s b u r e a u s In 2009 werden 6.984 huishoudens opgevolgd vanuit de welzijnsbureaus. Dit is een stijging van 5,2 procent ten opzichte van 2008. 18 procent van deze huishoudens waren éénoudergezinnen. 21

Cel Armoedebestrijding In de schoot van het Gentse Lokaal Sociaal Beleid werd begin 2009 de cel Armoedebestrijding opgericht. Armoede op de agenda De cel Armoedebestrijding heeft eerst en vooral als taak het thema armoede(bestrijding) verder op de beleidsagenda van alle diensten van stad en OCMW te zetten. Met dit doel werd een overlegplatform Armoede opgericht dat bespreekt rond welke thema s er in Gent moet gewerkt worden. Mensen in armoede krijgen zelf een stem in dit verhaal. Zo zijn er regelmatig overlegmomenten met de Verenigingen waar Armen het Woord nemen, waarin belangrijke beleidsbeslissingen afgetoetst worden aan de doelgroep. Een tweede opdracht van de cel is om cultuur, sport en jeugdwerk toegankelijker te maken voor mensen die het financieel moeilijk hebben. De cel neemt een belangrijke rol op binnen het Netwerk Vrijetijdsparticipatie. Dit netwerk werd opgericht met als doel de participatie van mensen in armoede aan cultuur, sport en vrije tijd te verhogen. Ten slotte verzamelt de cel Armoedebestrijding cijfers om armoede nog beter in kaart te brengen. Het indicatorenrapport armoede 2009 bevat cijfermateriaal rond onder andere demografie, inkomen, onderwijs en nachtopvang van daklozen. Dit is belangrijke informatie wil het beleid afgestemd geraken op de noden die er leven. In 2010 staat de actualisering en verfijning van de kansarmoedeatlas, die dateert van 2002, op het programma. Dag van de armoede De cel Armoedebestrijding wil de thema s armoede en armoedebestrijding meer zichtbaar en bespreekbaar maken. Daarom riep de cel de week voorafgaand aan 17 oktober 2009 (de werelddag van verzet tegen extreme armoede) in Gent uit tot Week tegen armoede. Gentse organisaties werden opgeroepen om in die week het thema armoede centraal te stellen. Ook OCMW Gent nam deel aan de Week tegen armoede met tal van acties. Er vonden in samenwerking met partners tal van voordrachten, workshops, vormingen, lunchgesprekken en infoavonden plaats. Die behandelden uiteenlopende thema s met armoede als centraal aanknopingspunt. Daarnaast werd een kookboekje Koken met weinig geld gelanceerd, in lokaal dienstencentrum Ten Hove voerden bezoekers een modeshow op met tweedehandskledij en er werden honderden ballonnen met een boodschap over armoede losgelaten. Tenslotte voerde sociaalartistiek forum Victoria Deluxe samen met OCMW-cliënten het theaterstuk Vidi Vici op. Dit stuk onderzocht hoe de politici zich vandaag verhouden tot de beslommeringen en noden van de kleine man. Ontmoeting en uitwisseling Op 6 maart 2009 organiseerde de cel Armoedebestrijding een grote ontmoetings- en uitwisselingsdag. Op deze dag informeerde de cel een 300-tal intermediairen over bepaalde relevante thema s, en nieuwe ideeën. De aanwezigen deden inspiratie op, discussieerden over en werkten aan bepaalde acties De Sociale Trefdag was een motor voor netwerking, discussie én verbetering. Om alle betrokken actoren en de burger blijvend te informeren over het Lokaal Sociaal Beleid en hun projecten, werd de website www.lokaalsociaalbeleidgent.be opgericht. 22

Het leefloon in detail cijfers en tendensen Wie op eigen benen staat en geen of bijna geen inkomen heeft, kan een leefloon vragen bij het OCMW. Dat is een basisinkomen dat mensen de kans geeft op een menswaardig leven. Vreemdelingen die een asielaanvraag ingediend hebben of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, kunnen geen leefloon ontvangen maar wel een levensminimum. De bedragen van dat levensminimum zijn dezelfde als die van het leefloon. Bedragen leefloon in d(maandbasis) samenwonenden alleenstaande persoon die samenwoont met een gezin ten laste 1 september 08 474,37 711,56 948,74 Bedragen leefloon, volgens de gezinssituatie. 1 juni 09 483,86 725,79 967,72 Aantal steungerechtigden (figuur 8 en 9) De totale groep leefloners en levensminimumgerechtigden steeg in 2009 met bijna 9 procent ten opzichte van 2008. Dat komt vooral door de grote instroom van nieuwe cliënten die een leefloon kregen. Maand na maand steeg het aantal leefloners. In januari waren er 4.197 leefloners, in december was het maandcijfer gestegen tot 4.820 leefloners (+15 procent). Uiteindelijk kregen gemiddeld 4.503 cliënten per maand een leefloon. Dat is een stijging van 14 procent ten opzichte van 2008, toen het gemiddeld aantal leefloners per maand 3.953 cliënten bedroeg. In 2009 steeg het aantal maandelijkse levensminimumgerechtigden voornamelijk in de tweede helft van het jaar. Gespreid over 2009 kregen gemiddeld 736 cliënten per maand een levensminimum (2008: 728 cliënten). f i g u u r 8: u n i e k a a n ta l le e fl o n e r s en le v en sm i n i mumg er ech t i g d e n Levensminimumgerechtigden kunnen leefloongerechtigd worden wanneer zij hun inschrijving in het bevolkingsregister bekomen. Om deze reden kunnen zij in een en hetzelfde jaar zowel cliënt leefloon als cliënt levensminimum zijn. 23

f i g u u r 9: a a n ta l s t eu n g e r ech t i g d e n p e r 1000 i n w o n e r s Op 31 december 2009 waren er 22,8 leefloners en levensminimumgerechtigden per 1000 Gentse inwoners. Op 31 december 2008 waren dat er 19,3 per 1000 Gentse inwoners. Uitsplitsing van de steungerechtigden (figuur 10 en 11) OCMW Gent probeert leefloners op allerlei manieren aan een job op de reguliere arbeidsmarkt te helpen. Via sociale tewerkstelling kunnen cliënten werkervaring opdoen. Cliënten die nog niet klaar zijn voor werk, kunnen deelnemen aan tal van maatschappelijk zinvolle projecten die hun competenties helpen ontplooien. Of er wordt samen naar een goede opleiding gezocht. Met leefloners jonger dan 25 sluit het OCMW geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie af. In 2009 was maandelijks ongeveer 6 procent van de leefloners aan het werk binnen een sociale tewerkstellingsmaatregel. Gemiddeld kregen 503 studenten per maand een leefloon, tegenover 481 studenten gemiddeld per maand in 2008. Dat is ongeveer 11 procent van het gemiddeld aantal steungerechtigden per maand. Het aantal afgesloten of hernieuwde GPMI s is sinds 2006 in stijgende lijn. In 2009 werden 2.530 GPMI s hernieuwd of aangevat. Hierin zitten ook de GPMI s voor studenten vervat. f i g u u r 10: u i t spl i t si n g le e fl o n er s 2009 (g e m i d d e l d e s p e r m a a n d ) Het gemiddeld aantal leefloners per maand steeg van 3.953 cliënten in 2008 naar 4.503 cliënten in 2009. Dat is een stijging van 14 procent. 24

f i g u u r 11: u i t spl i t si n g le e fl o n e r s - e v o l u t i e In 2006 en 2007 waren nog geen gegevens voor handen over het gemiddeld aantal leefloonstudenten en leefloners in sociale tewerkstelling per maand. Wie zijn de steungerechtigden? Wat betreft de profielen van de steungerechtigden (sekse, leeftijd en nationaliteit) blijven de trends van de voorbije jaren ook in 2009 gehandhaafd. Sekse In 2009 was er opnieuw een evenwicht tussen het percentage mannen (49,56 procent) en vrouwen (50,44 procent). Leeftijd Het aantal steungerechtigden tussen 18 en 24 jaar blijft stijgen (figuur 12). Deze jongeren zijn de meest kwetsbare groep van steungerechtigden. Ze hebben geen diploma op zak, hebben geen werkervaring (en dus geen toegang tot een werkloosheidsuitkering) en kunnen niet rekenen op de steun van familie. Daarom besteedt de organisatie speciale aandacht aan deze doelgroep. OCMW Gent ondersteunt jonge steungerechtigden niet alleen financieel. De organisatie neemt vooral ook initiatieven om hen aan een job te helpen, zoals sociale tewerkstelling, geïntegreerde projecten maatschappelijke integratie, opleidingen Daarbij worden ze intensief begeleid op vlak van hun thuissituatie. Een stabiele omgeving is noodzakelijk als deze jongeren op termijn op eigen benen willen staan. f i g u u r 12: a a n d e e l v a n d e ve r s ch i l l en d e lee f t i j d s c at eg o r i eën (in %) 2006 2007 2008 2009 <18 0,20 0,10 0,12 0,18 18-24 29,20 28,40 28,73 29,93 25-29 14,33 14,18 14,62 14,66 30-34 11,01 11,14 10,98 11,37 35-39 10,08 10,31 10,18 9,32 40-44 8,89 8,90 9,25 8,73 45-49 7,73 7,78 7,34 7,47 50-54 6,28 6,13 5,85 6,06 55-59 5,48 5,31 5,33 5,20 60-64 4,42 4,93 4,76 4,20 65+ 2,38 2,82 2,84 2,88 Totaal 100,00 100,00 100,00 100,00 25

Afkomst Ten slotte blijft het aandeel van het aantal niet-belgen ook in 2009 stijgen. Bijna 62 procent van de cliënten die een leefloon of levensminimum ontvingen, is niet in België geboren (figuur 13a en 13b). Sinds 2009 is het mogelijk steungerechtigden te catalogiseren op basis van hun geboorteland, terwijl vroeger alleen naar nationaliteit werd gekeken. Dat betekent dat mensen die in een ander land dan Belgie geboren zijn, maar toch de Belgische nationaliteit hebben, onder de categorie allochten vallen. De groep geboren in België bevat dan weer cliënten die wel in België geboren zijn, maar waarvan de (groot)ouders allochtoon waren. EU-burgers die een wettelijke verblijfplaats in België of een verblijfsrecht van meer dan drie maanden hebben, komen in aanmerking voor een levensminimum als ze aan de voorwaarden van het leefloon voldoen. Het aandeel van de nieuwe EU-burgers dat steun krijgt, is met bijna 5 procent gestegen ten opzichte van 2008 (figuur 13b). De reden hiervoor is dat sinds september 2009 het OCMW steun (levensminimum gekoppeld aan het volgen van inburgering) geeft aan EU-burgers met bijlage 19. Dat zijn EU-burgers die een legaal verblijf in België hebben om redenen als (het zoeken naar) werk, studie en familiehereniging. f i g u u r 13a: o p s p l i t s i n g s t eu n g e r ech t i g d e n op b a s i s v a n g eb o o r t e l a n d (in % e n a a n ta l) f i g u u r 13b: o p s p l i t s i n g s t eu n g e r ech t i g d e n v o l g e n s g eb o o r t el a n d d e ta i l (in %) 2006 2007 2008 2009 Totaal 100,00 100,00 100,00 100,00 Belgie 45,18 43,6 41,54 38,48 Azië en Midden Oosten 12,65 14,79 14,97 15,29 Afrika 15,06 15,21 15,94 14,99 Europees grondgebied, geen EU-lidstaat 13,38 13,62 13,71 13,3 Eu12+ (nieuwe lidstaten) 6,48 6,14 8,5 13,28 Ander 4,59 3,84 2,8 2,53 EU 15 2,66 2,8 2,54 2,13 26

Stopzetting leefloon (figuur 14) Sinds augustus 2009 kan het OCMW automatisch opvragen wat de verschillende redenen zijn waarom iemand geen steun meer krijgt. Dit is heel erg interessant omdat dit mogelijk maakt te onderscheiden of iemand geen steun meer ontvangt omdat hij/zij niet wil werken of net omdat hij/zij juist wel de weg naar werk heeft gevonden. Bij 18 procent van het aantal stopzettingen werd het leefloon of levensminimum ingetrokken omdat de betrokkene of zijn/haar partner werk heeft gevonden. In 23 procent van de gevallen van stopzetting is het gezinsinkomen van de cliënt voldoende hoog geworden, zodat de steun van het OCMW niet meer nodig is. f i g u u r 14: r ed e n e n s to p ze t t i n g s t eu n in 2009 aug sept okt nov dec Gemiddeld Totaal 464 467 416 288 240 % betrokkene/samenwonende heeft werk gevonden voldoende gezinsinkomsten: werkloosheidsvergoeding (=WLVG) 95 90 75 41 38 18,08 45 58 52 32 42 12,21 cliënt biedt zich niet meer aan 40 41 36 26 22 8,80 betrokkene heeft de gemeente verlaten 40 24 36 30 33 8,69 voldoende gezinsinkomen andere dan WLVG andere rechten moeten eerst uitgeput worden 27 32 34 28 29 8,00 43 38 27 23 16 7,84 partner heeft voldoende inkomsten 15 25 11 12 11 3,95 mogelijkheid van toereikende bestaansmiddelen onvoldoende medewerking aan sociaal onderzoek 38 18 4 3 1 3,41 17 19 15 5 2 3,09 gedetineerd 7 10 8 11 4 2,13 niet nakomen GPMI 12 11 2 2 3 1,60 niet voldoen aan voorwaarden werkbereidheid 2 7 8 2 3 1,17 geen normaal studieverloop 2 6 9 2 0 1,01 geen aangifte wijzigingen in verblijfs-, financiële of gezinstoestand 7 4 3 1 1 0,85 andere 74 84 96 70 35 19,15 27