Notitie Natuurpact en Bestuursovereenkomst Grond



Vergelijkbare documenten
Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

Natuurpact ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland

Natuurpact ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur

Notitie Instellen InvesteringsKrediet Grond Natuur

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

BESTUURSOVEREENKOMST GROND. EZ Provincies

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Verkenning natuurbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten.

Provincies, natuurlijk doen!

Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 1

Natuurbeleid in Zuid-Holland

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

HOLLAND ZUID. Gedeputeerde Staten. Aan de leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Raamovereenkomst Plattelandsontwikkeling Drenthe

Natuurpact ontwikkeling en beheer van natuur In Nederland

Taakstelling, realisatie en restanttaakstelling van Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Recreatie om de Stad (RodS) per 1/1/2007

Decentralisatie natuurbeleid en de Wet natuurbescherming. Mark Hoevenaars en Doorle Offerhaus

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

*PDOC01/273777* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Voortvarend verder met opstellen Hoofdlijnennotitie Natuur

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Notitie Beheer en eigendom van natuur

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Realisatie Natuurnetwerk - verwerving en inrichting,

Raymond Schrijver, Aris Gaaff en Irene Bouwma (Wageningen UR)

Bijlage 4: Indicatieve provinciale verdeling prestaties en rijksbudgetten

Griffier van de Staten. Provincie Zeeland. Geleidebrief Kaderstellend

Rapportage onderzoek Investeringskrediet grondaankopen

Aan de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Natuurmeting op Kaart. Peildatum De voortgang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); verwerving, inrichting en beheer

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Een kijkje in de SNL-keuken

Programma uur Lunch

QuickScan Hoofdlijnennotitie Ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland Globale toetsing van effectiviteit en doelmatigheid

;.6 DEC2fl ^ Paraaf Provincie

Definities Voortgangsrapportages Natuur

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied

Grondbeleid EHS. Provincie Zuid-Holland. Onderzoeksopzet

Natuurmeting op Kaart. Peildatum De voortgang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); verwerving, inrichting en beheer

Provincies, natuurlijk!

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol

Statenvoorstel. Openstellingsbesluit SNL, onderdeel agrarisch natuurbeheer 2018

Nieuwe koers Ecologische Hoofdstructuur

Programma 7 Groen Drenthe: Natuur, landschap en landbouw

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Natuurmeting op Kaart. Peildatum De voortgang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); verwerving, inrichting en beheer

Subsidiestelsel Natuur en Landschap

NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2014 NR. 2

Natuurmeting op kaart

Actuele ontwikkelingen in het provinciale natuurbeleid. Heine van Maar Provincie Noord-Brabant 21 maart 2013

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Provinciaal projectenboek natuur 2013 Beknopte analyse van mogelijke bijdrage projecten aan Europese doelen

Daarnaast zijn er subsidies voor het versterken van de landschapskwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Nationale Landschappen.

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Griffier van de Staten

2012D Lijst van vragen

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden

1. Inleiding. 2. Samenvatting van de belangrijkste consequenties voor Flevoland

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3

Agenda van de openbare Weeklijst van 1 oktober 2013

Decentralisatie natuurbeleid: Noordelijke provincies aan zet

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking:

Datum : 26 april 2005 Nummer PS 2005ZCW04 Dienst/sector : R&G/RLU Commissie ZCW. Bijlage(n): diversen (zie blz. 7)

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

Natuurbehoud in de provincie FRIESLAND Waarom de provinciale overheid het deelakkoord natuur niet moet tekenen

3. Provinciale doelen in relatie tot het IPO-basisniveau groene handhaving

Huis "De Horte" Poppenatlee KW Dalfsen Telefoon: Fax:

Ambitiekaart ecologische hoofdstructuur, spelregels voor de herziening

Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

Natuurmeting op kaart 2010

1 PS2011RGW10. Besluit pag. 5. Toelichting pag. 7

Natuurbehoud in de provincie

Verplaatsing agrarische bedrijven

Bijlage 2A: Begroting GWO 2014 Begroting 2014

: Aankopen Middelwaard Vianen/Bestemmingsreserve inrichting Middelwaard. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5.

Datum: Adviserend. Datum: Informerend

ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland (verder: Natuurpact), geven ons

Voortgangsrapportage 2010 Investeringsbudget Landelijk Gebied

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Lange Termijn Agenda Statencommissie Groen en Water, versie 16 januari 2013

Onze voornaamste zorg over de uitvoering van het (internationale) natuurbeleid is de trage besluitvorming rond de aanwijzingen.

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar?

Transcriptie:

Notitie Natuurpact en Bestuursovereenkomst Grond 1. Aanleiding Door de bezuinigingen van het Rijk op de middelen voor natuur dreigde in 2011 een stagnatie in het natuurbeleid. Nu het kabinet Rutte-2 een deel van de bezuinigingen heeft teruggedraaid, zijn er weer nieuwe perspectieven. Om de nieuwe natuuropgaven in te vullen en te kunnen beschikken over de middelen voor natuur, moeten PS vóór 1 februari 2014 een aantal besluiten nemen. Deze notitie geeft de informatie voor een zorgvuldige besluitvorming door PS. In par. 2 gaan we allereerst in op de voorgeschiedenis en de stand van zaken in de onderhandelingen met het Rijk. Par.3 geeft weer welke besluiten zijn en worden genomen. In par. 4 en 5 behandelen we de inhoudelijke en financiële consequenties van de nieuwe natuurambities. Par. 6 zoomt vervolgens in op de Friese situatie. In par. 7 schetsen we evt. risico s. Par. 8 resp. par. 9 eindigen met conclusies resp. vervolgacties. 2. Voorgeschiedenis Eind 2011 hebben provincies en het Rijk (kabinet Rutte-1) in het Onderhandelingsakkoord Natuur (Bleker-akkoord) afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Het Rijk blijft richting Europa eindverantwoordelijk voor het voldoen aan de internationale verplichtingen. De provincies nemen het als kerntaak op zich om invulling en uitvoering te geven aan het natuurbeleid. In het bijzonder gaat het om ontwikkeling en beheer van de (herijkte) ecologische hoofdstructuur (EHS), maatregelen voor de Natura 2000 gebieden met als belangrijk onderdeel de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), en inzet van het Faunafonds (o.a. ganzen). Het Onderhandelingsakkoord is door Provinciale Staten van Fryslân niet aanvaard (PS 21 december 2011). Provinciale Staten hebben wel de bereidheid uitgesproken te zullen meewerken aan de uitvoering van het akkoord. Over de financiering van het natuurbeleid vanaf 2014 hebben IPO en Rijk in het Onderhandelingsakkoord afspraken gemaakt. Het Rijk stelde onder het kabinet Rutte-1 jaarlijks 105 miljoen beschikbaar via het provinciefonds. De provincies zouden dit aanvullen met 65 miljoen. In opdracht van het IPO heeft de Commissie Jansen-1 in het najaar van 2012 een verdeelsleutel opgesteld om de gelden te verdelen over de provincies. De consequenties van het Onderhandelingsakkoord Natuur voor Fryslân zijn uitgewerkt in de Nota Natuer & Lanlik gebiet, Mei-inoar fierder! In deze nota heeft GS aangegeven hoe zij met de gevolgen van het akkoord wil omgaan, zowel beleidsmatig als financieel. Een onderdeel hiervan is een herijking van de EHS omdat er minder rijksgeld beschikbaar is gesteld voor de ontwikkeling van de EHS. PS hebben op 27 juni 2012 ingestemd met de Nota Natuer & Lanlik gebiet en gekozen voor scenario 2 plus: realisatie van de EHS-taakstelling volgens het Onderhandelingsakkoord Natuur, plus enkele prioritaire Friese natuurprojecten in o.a. Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Beekdal Koningsdiep. Bij de keuze voor scenario 2 plus hebben PS wel aangegeven de hogere natuurambitie uit het Grien Manifest na te streven zodra daarvoor extra middelen beschikbaar zijn. Een belangrijke financieringsbron voor de ontwikkelopgave EHS is het grond-voor-grond principe: dit houdt in dat gronden die nu nog in bezit zijn van het Rijk en in beheer bij Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL 1 ), worden verkocht of geruild voor verwerving en inrichting van nieuwe natuur. Het gaat om gronden die buiten de herijkte EHS liggen en die nog niet voor natuur zijn ingericht. Oorspronkelijk vielen onder grond-voor-grond ook de verkoop van bestaande natuur, maar later (zie hierna) is de taakstelling hiervoor vervallen. Medio 2012 heeft het kabinet Rutte-2 de natuurambities verhoogd en een deel van de bezuinigingen teruggedraaid. In het zogenoemde Natuurpact - waaraan gekoppeld extra afspraken tussen provincies en Rijk over beheer en een extra ontwikkelopgave voor de EHS heeft het Rijk samen met het IPO de nieuwe ambities uitgewerkt. De plus t.o.v. het Onderhandelingsakkoord bestaat uit: 1 Bureau Beheer Landbouwgronden beheert de grondvoorraad van het Rijk. Deze grond is indertijd aangeschaft voor realisering van natuurdoeleinden. 1

Minimaal een verdubbeling van de opgave voor verwerving en inrichting van de EHS en realisatie van natuurlijke verbindingen. Een verhoging van de kwaliteit van de natuur door extra inspanningen in (herstel)beheer en wateren milieucondities. Een impuls voor de natuur buiten de EHS. Aandacht voor soortenbescherming. Een effectiever agrarisch natuurbeheer; naast (agrarisch) natuurbeheer binnen de EHS worden de provincies nu ook verantwoordelijk voor (agrarisch) natuurbeheer buiten de EHS. Het Rijk stelt voor deze plus jaarlijks 200 miljoen extra beschikbaar. In opdracht van het IPO heeft de Commissie Jansen-2 de verdeling van deze extra middelen over provincies uitgewerkt; hierin zijn ook de gelden uit Jansen-1 opgenomen. De verdeelsleutel Jansen-2 vervangt daarmee die van Jansen-1. Gekoppeld aan het Natuurpact is een Bestuursovereenkomst Grond, waarin Rijk en provincies aanvullende afspraken hebben gemaakt over de inzet van grond-voor-grond. Ook regelt deze Bestuursovereenkomst de grondaankoop van 4.000 ha door de provincies van het Rijk. Figuur 1. Schematisch overzicht van de ontwikkelingen, besluitvorming en betrokkenheid PS. Op basis van het Natuurpact hebben de provincies/ipo met de maatschappelijke organisaties (Manifestpartijen) een Uitvoeringsovereenkomst gesloten met procesafspraken over invulling van de (nieuwe) natuuropgaven. 3. Besluitvorming PS zijn tussentijds geïnformeerd over de ontwikkelingen in het natuurbeleid en de onderhandelingen en afspraken hierover tussen het Rijk en de provincies/ipo (zie figuur 1). GS heeft de volgende besluiten genomen, waarbij altijd het voorbehoud is gemaakt dat PS hiermee instemmen: 2

Op 7 mei 2013 heeft GS binnen een financiële bandbreedte ingestemd met het IPO voorstel om als provincies 4.000 ha grond van het Rijk aan te kopen; dekking van het Friese deel van de grondaankoop kan plaatsvinden vanuit het Investeringskrediet Grondaankoop (IKG). Op 18 juni 2013 heeft GS ingestemd met het totale aankoopbedrag van 160 miljoen in de vorm van een garantstelling voor de verkooptaakstelling ; voor Fryslân betekent dit de aankoop van 648 ha voor 21,5 miljoen, te financieren vanuit het IKG. Dit bedrag is incl. de provinciale bijdrage van 1,82 miljoen aan de financiële compensatie door de gezamenlijke provincies van de provincie Drenthe 2, zoals onderling tussen de provincies overeengekomen. Verder heeft GS ingestemd met de door de Commissie Jansen-2 voorgestelde verdeling van middelen, onder de voorwaarde dat de Europese cofinanciering beschikbaar komt. Op 24 september 2013 heeft GS ingestemd met de Bestuursovereenkomst Grond (met als specifiek onderdeel de betaling in bedragen en termijnen aan Drenthe), de Hoofdlijnennotitie Natuur (nu het Natuurpact genoemd), de Uitvoeringsovereenkomst tussen provincies/ IPO en Manifestpartijen, onder de voorwaarde dat de Europese cofinanciering beschikbaar komt. GS heeft PS geïnformeerd over de ontwikkelingen en onderhandelingen in het natuurbeleid; zie par. 2. Tijdens de onderhandelingen met het Rijk is door GS altijd het voorbehoud gemaakt dat PS vanwege haar budgetrecht het definitieve besluit over deze grondaankoop neemt, en dat PS instemt met de natuuropgaven. Verder heeft GS er op gelet dat de risico s voor de provincie binnen aanvaardbare grenzen blijven. Om de nieuwe natuuropgaven in te kunnen vullen en te beschikken over de middelen voor natuur, moeten PS nu een besluit nemen over het Natuurpact. PS hebben namelijk niet ingestemd met het eerdere Onderhandelingsakkoord Natuur. Door in te stemmen met het Natuurpact onderschrijven PS de natuurambities en de beschikbare middelen. Dit geeft aan GS het mandaat voor de uitvoering. De financiële consequenties kunnen dan in de provinciale begroting van 2014 (via begrotingswijziging) en volgende jaren worden verwerkt. Daarnaast is het van belang dat PS instemmen met de Bestuursovereenkomst Grond en de bijbehorende grondaankopen voor natuur, vanwege het budgetrecht van PS. Dit moet vóór 1 februari 2014 gebeuren zodat de rijksmiddelen voor natuur beschikbaar kunnen komen en de gronddeal uitgevoerd kan worden. Verder is het belangrijk dat PS kennis nemen van de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst tussen provincies/ipo en de Manifestpartijen, en van het rapport van de Commissie Jansen-2 over de verdeling van middelen over de provincies. 4. Inhoudelijke consequenties Natuurpact Algemeen In het Natuurpact staan de ambities op hoofdlijnen voor de ontwikkeling en het beheer van de natuur in Nederland: de EHS met daarbinnen de Natura 2000-gebieden, het agrarisch natuurbeheer, de leefgebieden binnen en buiten de EHS, en ecologische maatregelen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het Natuurpact is opgesteld door het Rijk samen met de provincies. Ook de maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke inbreng geleverd. Aan het Natuurpact is een extra inzet van 200 miljoen aan rijksmiddelen per jaar gekoppeld. Het Natuurpact behandelt ook de samenwerking tussen Rijk en provincies, en de rol van de maatschappelijke partijen en andere overheden. Het Onderhandelingsakkoord Natuur blijft uitgangspunt, incl. het grond-voor-grond principe. In het Natuurpact zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen Rijk en provincies over de extra ambities. Verantwoordelijkheden Met het Rijk is afgesproken dat de provincies verantwoordelijk zijn voor het realiseren van de Europese natuurdoelen. Het Rijk verantwoordt aan de Europese Commissie het nakomen van de Europese verplichtingen. Bij deze decentralisatie gaat het om overdracht van taken en bevoegdheden van het Rijk naar de provincies; het gaat niet om delegatie of mandaat. De provincies krijgen de beschikking 2 In Drenthe zijn namelijk vrijwel geen mogelijkheden voor toepassing van het grond-voor-grond principe. 3

over de instrumenten en middelen die nodig zijn om de nieuwe taken goed uit te voeren. Voor de natuurdoelen hebben de provincies een inspanningsverplichting. Alleen voor de doelen m.b.t. Natura 2000 incl. het Uitvoeringsprogramma PAS, en de Kaderrichtlijn Water (KRW) hebben de provincies een resultaatsverplichting. Robuust natuurnetwerk Het Rijk wil samen met provincies en maatschappelijke partijen de natuur blijvend versterken. Het Natuurnetwerk Nederland - een nieuwe benaming voor de EHS - vormt de ruggengraat van de natuur in Nederland. Door vergroting, verbetering en realisering van natuurlijke verbindingen kan dit netwerk robuuster worden. De toegankelijkheid en beleefbaarheid van het netwerk worden vergroot. De ambitie is minimaal een verdubbeling van de opgave voor verwerving en inrichting zoals deze was afgesproken in het Onderhandelingsakkoord Natuur. Concreet betekent dit dat in totaal 80.000 ha nieuwe natuur wordt ingericht, en dat 35.000 ha aan nieuwe natuur wordt toegevoegd als onderdeel van de (herijkte) EHS. Hiervoor wordt t.o.v. het Onderhandelingsakkoord Natuur meer tijd genomen: de tijdshorizon is verschoven naar 2027 i.p.v. 2021. Deze periode sluit aan op de termijn voor het realiseren van de doelen van de KRW. In de Natura 2000 gebieden wordt herstelbeheer uitgevoerd om te voldoen aan de internationale afspraken en om in het kader van PAS ontwikkelingsruimte veilig te stellen voor bedrijven en infrastructuur. Gelijkberechtiging van private partijen t.o.v. natuurbeschermingsorganisaties is het uitgangspunt bij beheer en verwerving van natuur. Provincies werken dit uitgangspunt in overleg met alle betrokken partijen uit. Aan beheerders en grondeigenaren wordt een bijdrage gevraagd in verwerving en inrichting. De provincies spannen zich in om de planologische begrenzing van het Natuurnetwerk op 31-12-2013 afgerond te hebben, en om ook de planologische bescherming ervan te regelen. Soortenbescherming De verplichtingen m.b.t. soortenbescherming op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijnen worden nagekomen. Soortenbescherming kan worden verbeterd door fysieke maatregelen t.b.v. soorten zoveel mogelijk 'mee te laten liften' met de ontwikkeling van het Natuurnetwerk, het agrarisch natuurbeheer door collectieven, en de opgaven in het kader van Natura 2000, KRW en PAS. Zo nodig moeten gerichte initiatieven de soortenbescherming ondersteunen. Natuur buiten het Natuurnetwerk Nederland Er wordt ook een extra impuls aan natuurwaarden buiten het Natuurnetwerk Nederland gegeven. Provincies maken daarin eigen keuzes die aansluiten bij de provinciale opgaven. De uitvoering van agrarisch natuurbeheer moet effectiever en efficiënter. Er komt één stelsel van agrarisch natuurbeheer dat buiten en binnen het Natuurnetwerk Nederland (de EHS) kan worden toegepast. Anders dan in het Onderhandelingsakkoord, worden de provincies niet alleen verantwoordelijk voor het agrarisch natuurbeheer binnen maar ook buiten het Natuurnetwerk Nederland. Provincies stellen vanuit hun regierol in het landelijk gebied integrale gebiedsvisies op. Hierin brengen ze de ambities van overheden en de doelen van belanghebbenden in het gebied samen en leggen ze deze vast in een gebiedsprogramma. Gebiedscollectieven brengen, in samenwerking met andere (natuur)organisaties, een gebiedsofferte uit om de overeengekomen doelen in de gebiedsvisie te realiseren. De omschakeling naar een collectief model van agrarisch natuurbeheer is een ingrijpende systeemwijziging voor alle partijen. Daarom is tot aan de invoering van het collectieve stelsel (vanaf 2016) een overgangsregime nodig. Natuur, water en economie Provincies en waterschappen zoeken naar maximale synergie tussen natuurmaatregelen en maatregelen om te voldoen aan de KRW en selecteren de gebieden in het Natuurnetwerk waar dit kansrijk is; hierbij wordt ingezet op robuuste systemen en op de realisatie van groenblauwe verbindingen. De watercondities voor de Natura 2000 gebieden worden samen met de waterschappen verbeterd. Optimalisatie van de mogelijkheden om de natuur te beleven (recreatief medegebruik) is gewenst. Het duurzaam versterken van natuur draagt ook bij aan de klimaatdoelstellingen. Een goed voorbeeld is het uitvoeren van watermaatregelen met als doel de veenoxidatie af te remmen. Natuurvisie Begin 2014 zal het Rijk met een samenhangende visie op alle natuuraspecten komen. Dit zal een brede visie zijn die ook aandacht besteedt aan bewustwording bij burgers en bedrijven, synergie tussen natuur en andere maatschappelijke opgaven als waterveiligheid, waterberging, gezondheidszorg, 4

recreatie en energievoorziening, verduurzaming van productie- en consumptieketens, het in beeld brengen van natuurlijk kapitaal in Nederland, en aan het maken van internationale afspraken. Beoordeling Natuurpact door het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) Het Planbureau voor de leefomgeving heeft een onafhankelijke toets uitgevoerd naar de effecten van het Natuurpact op de Nederlandse natuur. Uit deze QuickScan Hoofdlijnennotitie Ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland (september 2013) blijkt dat door de extra middelen het risico op achteruitgang van de natuurkwaliteit afneemt. De verbetering t.o.v. 2010 die volgt uit het Natuurpact is tweemaal zo groot als de verbetering die volgt uit het Onderhandelingsakkoord Natuur. Met het Natuurpact neemt tot 2027 het areaal natuur in Nederland met meer dan 5 procent toe. Doordat de maatregelen gericht worden ingezet op kwaliteitsverbetering van bestaande leefgebieden, neemt het aandeel duurzaam in stand gehouden soorten met ca. 20 procent toe. Verbetering van de natuurkwaliteit in beschermde Natura 2000 gebieden is een essentieel onderdeel van de PAS en levert ontwikkelingsruimte voor de veehouderij en andere economische activiteiten op. De uiteindelijke natuurwinst is afhankelijk van de keuzes van de provincies. Dan gaat het om de vraag welke extra hectaren het meeste bijdragen aan het robuuste Natuurnetwerk Nederland en aan het bereiken van de internationale doelen. Werkgelegenheid Het akkoord biedt nieuwe ruimte voor ondernemers om te kunnen ondernemen. Het gaat landelijk jaarlijks om 1.000 tot 1.500 extra banen in de marktsector als gevolg van de ontwikkeling van de extra natuur. Daarnaast worden door de invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in bestaande natuurgebieden maatregelen genomen waardoor bedrijven weer ontwikkelruimte krijgen. Ecorys heeft berekend dat de PAS maatregelen direct en indirect nog eens 40.000 extra banen opleveren. Overeenkomst met de Manifestpartijen Met de Manifestpartijen (o.a. LTO en terreinbeherende organisaties (TBO s) hebben de provincies/ipo afspraken gemaakt over de uitvoering van het Natuurpact. Deze uitvoeringsovereenkomst vormt een bijlage bij het Natuurpact. De belangrijkste afspraken zijn: Het Natuurnetwerk Nederland komt in overleg en afstemming met de betrokken maatschappelijke partijen tot stand. Realisatie van nieuwe natuur vindt hierbij plaats in het bredere perspectief van gebiedsontwikkeling, gebiedsopgaven en gebiedsprocessen. Particuliere natuurbeheerders (zoals landgoedeigenaren en agrariërs) en TBO s hebben gelijke rechten als het gaat om verwerving, inrichting en het beheer van natuurgebieden. De provincies geven invulling aan dit principe van gelijkberechtiging. De Manifestpartijen zijn bereid om eigen middelen, waaronder grondposities, in te brengen. De betrokken partijen werken volgens het stelsel en de systematiek van het Subsidiestelsel voor beheer van natuur en landschap (SNL). De vergoeding voor natuur binnen het Natuurnetwerk zal 75% van de normkosten SNL bedragen. Er wordt ook een extra impuls gegeven aan natuurbeheer buiten het Natuurnetwerk. De beheervergoedingen voor natuur en landschap buiten het netwerk worden gecontinueerd (volgens SNL, 75% normkosten) voor de gebieden die nu ook vergoeding ontvangen en een bijdrage leveren aan robuuste werking van het netwerk en het soortenbeleid. Hiervoor ontvangen de provincies een taakstellend bedrag van 13 miljoen p/j (opgenomen in de budgetverdeling van het Natuurpact). Dit bedrag ( 1,3 miljoen p/j voor Fryslân) is ook bedoeld voor financiering van specifieke provinciale opgaven, zoals beheer van natuur- en landschapselementen, maatregelen voor soortenbescherming en toegankelijkheid. Provincies maken over de inzet van dit geld eigen keuzes. Zij treden in overleg met de provinciale Manifestpartijen om te bepalen welke criteria hierbij gelden. Uit dit budget reserveren de provincies 2,5 miljoen voor landschapsbeheer door agrariërs. Agrarisch natuurbeheer kan effectiever en zal een duidelijker meerwaarde voor natuur, landschap en agrarisch ondernemerschap moeten opleveren. Hiervoor ontwikkelen partijen een nieuw stelsel agrarisch natuurbeheer gebaseerd op agrarische collectieven. Agrarisch natuurbeheer wordt alleen ingezet in gebieden die bijdragen aan biodiversiteit en een beter functioneren van het Natuurnetwerk Nederland. Voor weidevogel- en akkerbeheer wordt ingezet op een beperkt aantal kerngebieden. Door concentratie van middelen komt voor deze gebieden een hoger budget beschikbaar. Voor agrarisch landschapsbeheer is ook een verhoogde inzet nodig, niet alleen vanwege de ecologische waarden, maar ook vanwege de belevingswaarden van het landschap. Dit zal worden uitgewerkt in een doelenkader dat voldoet aan eisen van eenvoud en meetbaarheid. 5

In totaal kan met inzet van Rijk, provincies, LTO en waterschappen vanaf 2016 jaarlijks 95 miljoen euro voor agrarisch natuurbeheer beschikbaar komen. Gebiedscollectieven voeren het beheer uit. Provincies ondersteunen de verdere professionalisering van gebiedscollectieven. Bestuursovereenkomst Grond In het Natuurpact staan ook nieuwe ambities met betrekking tot grond, die zowel afwijken van het Onderhandelingsakkoord Natuur als een aanvulling daarop zijn. In de Bestuursovereenkomst Grond zijn deze vervangende en aanvullende afspraken concreet gemaakt en geoperationaliseerd. Aanpassingen grond-voor-grond principe Het grond-voor-grond principe houdt in dat gronden die nu nog in bezit van het Rijk en in beheer bij Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL 3 ) zijn - de zogenaamde BBL-oud gronden 4 -, worden verkocht of geruild voor verwerving en inrichting van nieuwe natuur. Het ging in eerste instantie om gronden die binnen of buiten de herijkte EHS liggen en nog niet voor natuur zijn ingericht. Daarnaast betrof het voor een deel de verkoop van bestaande natuur die reeds in bezit is van een terreinbeherende organisatie. Het grond-voor-grond principe is gehandhaafd. Wel zijn naar aanleiding van het Natuurpact enkele omstreden onderdelen teruggedraaid: 1. De verkoop van 6.000 tot 9.000 ha bestaande natuur binnen de EHS vervalt. De provincies zoeken naar een alternatieve dekking voor de financiering. Te denken valt aan eigen bijdragen van partijen die de gronden beheren, zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of particuliere natuurbeheerders. 2. De verkoop of ruil van 13.000 ha niet ingerichte grond die binnen de herijkte EHS ligt, wordt als harde taakstelling losgelaten. Het principe blijft echter dat terreinbeherende organisaties meewerken aan grondruilingen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. Concreet betekent dit dat er nu geen gronden binnen de EHS meer verkocht worden. Inzet en aankoop BBL-oud gronden Over de inzet van BBL-oud gronden zijn de volgende afspraken gemaakt: De directe beschikbaarheid voor de provincies van 6.000 ha om niet, zoals afgesproken in het Onderhandelingsakkoord Natuur blijft gehandhaafd. Vanaf 2016 komt nog eens 8.000 ha om niet beschikbaar voor de provincies, zoals afgesproken in het Onderhandelingsakkoord Natuur. Dit gebeurt in tranches van 2.000 ha p/j. De provincies nemen tegen betaling de resterende grond uit de grondvoorraad BBL-oud (ca. 4.000 ha) van het Rijk over. Het Rijk heeft de verkoopopbrengst ingeboekt voor 160 miljoen. De provincies betalen alleen de marktwaarde zonder bijkomende kosten (bijv. van taxaties en grondaankopers). De provincies kopen de gronden voor een gemiddelde waarde die overeenkomt met de grondprijsmonitor. Wanneer de provincies bij verkoop een hogere opbrengst realiseren, dan zullen de provincies deze meerwaarde inzetten voor realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. Het juridisch eigendom van de gronden blijft bij BBL. De provincies beschikken over het economisch eigendom en zijn daarmee volledig beslissingsbevoegd over de inzet en verkoop van de gronden. De overdracht van het beheer van BBL-oud gronden aan de provincies gebeurt met ingang van 1 januari 2014. Hiervoor sluit elke provincie voor 1 januari 2014 een vaststellingsovereenkomst met BBL. Ook met de Dienst Landelijk Gebied, die altijd werkt voor BBL, maken de provincies afspraken zodat zij volgens de provinciale kaders handelen. Met deze afspraken, incl. de aankoop van 4.000 ha, krijgen de provincies de zeggenschap over alle BBL-oud gronden, zonder nadere onderverdeling. Hiermee beschikken de provincies over optimale flexibiliteit om de grond effectief en efficiënt in te zetten voor het realiseren van het Natuurnetwerk, in samenwerking met de terreinbeheerders, boeren en burgers. Maatschappelijke winst Het grote belang dat de provincie heeft bij de zeggenschap over het totale BBL oud-bezit ligt in het realiseren van maatschappelijke winst: 3 Bureau Beheer Landbouwgronden beheert de grondvoorraad van het Rijk. Deze grond is indertijd aangeschaft voor realisering van natuurdoeleinden. 4 Dit zijn gronden die het Rijk vóór 2007 heeft aangekocht. 6

De provincie kan aan grondeigenaren en andere belanghebbenden sneller zekerheid bieden over doorlevering en realisatie van projecten. De provincie kan eenduidig communiceren met de burger, omdat ze geen rekening hoeft te houden met beleidsopgaven en richtlijnen van het Rijk. Ze kan haar eigen provinciale uitgangsprincipes en eenduidigheid hanteren m.b.t. grondprijs- en verhuurbeleid. Omdat de provincie kan beschikken over de totale BBL oud-voorraad van het Rijk, is de ontschotting van grond een feit. Er is geen verschil in zeggenschap tussen de verschillende tranches van BBL oud-grond die het Rijk aan de provincie overdraagt. Voor alle gronden geldt hetzelfde provinciale regime. De provincie kan gericht sturen op de eigen opgaven. De provincie neemt zelfstandig beslissingen bij de aanleg en inrichting van de EHS. Ze is niet langer afhankelijk van besluitvorming van het Rijk en/of DLG. 5. Financiële consequenties Beschikbare middelen voor natuur Zowel het Rijk als de provincies dragen financieel bij aan realisering van de natuuropgaven. Het Rijk stelt jaarlijks aan de provincies beschikbaar: 105 miljoen voor beheer (n.a.v. het Onderhandelingsakkoord Natuur). 200 miljoen voor beheer en de ontwikkelopgave natuur (de plus uit het Natuurpact). 5 miljoen van het ministerie van I&M voor hydrologische maatregelen. De provincies stellen gezamenlijk jaarlijks 65 miljoen beschikbaar voor beheer (n.a.v. het Onderhandelingsakkoord Natuur). Bovenop deze bedragen zijn er nog de BBL-oud gronden die het Rijk om niet overdraagt aan de provincies en die kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave natuur. Daarnaast wordt nog gerekend op een bedrag van 40 miljoen uit Europese cofinanciering (POP/GLB, zie ook toelichting bij tabel 1), waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden. In totaal zijn vanaf 1 januari 2014 jaarlijks 375 miljoen + 40 miljoen Europese cofinanciering beschikbaar aan natuurmiddelen. De eerst vier jaar is echter vanwege bezuinigingen door het Rijk de 200 miljoen uit het Natuurpact getemporiseerd: in 2014 en 2015 komt van de 200 miljoen jaarlijks 100 miljoen beschikbaar, in 2016 en 2017 jaarlijks 300 miljoen en in de daaropvolgende jaren 200 miljoen per jaar. De beschikbare middelen voor de komende jaren staan in tabel 1. Deze bedragen zijn nog exclusief de extra bijdragen van provincies en bijdragen van derden. De provincies gaan zich namelijk samen met partijen in de regio inspannen om in gebiedsprocessen het budget dat jaarlijks beschikbaar is voor de ontwikkelopgave te verhogen. De provincies streven naar een multiplier van minimaal15%. Tabel 1: Financiële dekking natuurambities uit Natuurpact; bedragen x 1 miljoen 2014 2015 2016 2017 vanaf 2018 (agrarisch) Natuurbeheer - bijdrage Rijk conform Onderhandelingsakkoord Natuur 105 105 105 105 105 - bijdrage provincies conform natuurakkoord 65 65 65 65 65 - uit extra bijdrage 200 miljoen (1) 100 100 100 100 100 - EU-cofinanciering (2) 40 40 40 40 40 - bijdrage hydrologie I&M voor PAS 5 5 5 5 5 Ontwikkelopgave Natuur - uit Onderhandelingsakkoord Natuur grond-voor-grond voor gehele periode - uit extra bijdrage 200 miljoen (1) - - 200 200 100 Totaal 315 315 515 515 415 (1) Van de 200 miljoen extra p/j wordt jaarlijks ca. de helft besteed aan beheer, herstelmaatregelen Natura 2000 en aan verbetering hydrologie in het kader van PAS. De andere helft wordt besteed aan ontwikkeling van het Natuurnetwerk Nederland. (2) Dit bedrag uit de 2 e pijler GLB is indicatief omdat over de verdeling van het Nederlandse POP3-budget nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Er is nu rekening gehouden met: - 30 miljoen voor agrarisch natuurbeheer; - 5 miljoen voor ganzenbeheer; - 5 miljoen voor hydrologische maatregelen PAS. 7

De rijksmiddelen worden bij de decembercirculaire via het provinciefonds aan de provincies uitgekeerd. Het IPO heeft de commissie Jansen-2 gevraagd om een eenvoudige, kostengeoriënteerde verdeelsleutel op te stellen die aansluit bij het te beheren areaal, te nemen maatregelen en de resterende ontwikkelopgave. De met het Rijk gemaakte afspraken over de bestedingsdoelen zijn leidend voor de verdeling van de middelen over de provincies. De commissie Jansen-2 is tot de onderstaande verdeling over de provincies gekomen. Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Flevoland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Jansen I (65 mln. eigen bijdrage) Jansen I (105 mln) Hoofdlijnennotitie (200 mln) I&M (5 mln. + 5 mln POP3) 0 20.000.000 40.000.000 60.000.000 80.000.000 In de figuur is de Europese cofinanciering niet meegenomen. Het budget in de figuur is gesplitst naar de verschillende dekkingsbronnen: - Paars: 65 miljoen van de provincies, overeenkomen in Onderhandelingsakkoord Natuur - Groen: 105 miljoen van EZ, overeengekomen in Onderhandelingsakkoord Natuur - Donkerblauw: 200 miljoen extra uit het Natuurpact - Lichtblauw: I&M á 5 miljoen van I&M, toegezegd voor hydrologische maatregelen Dienst Landelijk Gebied (DLG) In het onderhandelingsakkoord Natuur zijn afspraken gemaakt over de overdracht en inzet van DLG, waarvoor de provincies vanaf 1 januari 2015 structureel 41 miljoen per jaar krijgen van het Rijk. De verdere uitwerking en besluitvorming van/over DLG is losgekoppeld van het Natuurpact. 6. Vertaling naar Fryslân Het natuurpact heeft zowel inhoudelijke als financiële gevolgen voor Fryslân. Sommige opgaven veranderen en we krijgen er nieuwe bij inclusief financiering. De Bestuursovereenkomst grond kost ons geld maar helpt ons bij het realiseren van provinciale doelen. Hoe past dat in de Friese begroting en (hoe) kunnen we de opgaven realiseren? Gevolgen Natuurpact voor de Friese opgaven voor natuur De in het Natuurpact gemaakte afspraken leiden tot herziene en nieuwe opgaven voor Fryslân. Deze kunnen worden verdeeld in een ontwikkelopgave nieuwe natuur en beheeropgaven. Ontwikkelopgave natuur In juli 2012 hebben we aan de commissie Jansen-1 opgegeven hoeveel hectares Fryslân nog nodig heeft voor het nakomen van reeds aangegane verplichtingen en het halen van internationale doelen. De totaal resterende opgave in Fryslân op 1 januari 2011 bedroeg 2.112 ha voor verwerving en 5.723 ha voor inrichting voor internationale doelen (daarnaast is er nog een opgave provinciale afronding maar die is hierin niet meegenomen). Uit het onderhandelingsakkoord Natuur, overeengekomen met (toenmalig) staatssecretaris Bleker, volgde voor Fryslân een ontwikkelopgave van 1.035 ha voor verwerving en 2.551 ha voor inrichting. 8

Financiering vindt plaats via grond-voor-grond. In het Natuurpact zijn geen nieuwe afspraken gemaakt over ha s. Wel is minimaal een verdubbeling van de ontwikkelopgave afgesproken. Daarmee is de oorspronkelijk opgave van 2.112 ha voor verwerving en 5.723 ha voor inrichting weer in beeld. Hiervoor ontvangt Fryslân jaarlijks 8,45 miljoen extra. Hoewel met de extra middelen uit het Natuurpact meer budget beschikbaar is gekomen, valt met het wegvallen van twee categorieën uit grond-voorgrond (zie punt 4 Bestuursovereenkomst grond) een deel van de eerdere financiële dekking weer weg. Dat betekent dat er onvoldoende middelen resteren voor de totale opgave. Afgesproken is dat de provincies met de maatschappelijke organisaties zullen overleggen over de wijze waarop zij (de maatschappelijk organisaties) bijdragen aan de realisatie van de ontwikkelopgave. In het convenant dat de provincies hebben gesloten met de maatschappelijke organisaties staat al dat de terreinbeheerders bereid zijn om daarvoor eigen middelen in te zetten. Beheeropgaven De provincies hebben in het Onderhandelingsakkoord Natuur ingestemd met het overdragen van de verantwoordelijkheid voor de uitwerking en uitvoering van het natuurbeleid aan de provincies. Die afspraken, waarbij de provincies verantwoordelijk zijn voor natuurbeheer binnen de EHS, maatregelen voor Natura 2000/PAS en het Faunafonds (o.a. ganzen), blijven onverminderd van kracht. GS heeft deze voor Fryslân uitgewerkt in de Nota Natuer en lanlik gebiet en de Nota Gans in de Balans, welke door PS is vastgesteld. In het Natuurpact zijn nu aanvullende afspraken gemaakt voor agrarisch natuurbeheer, Natura 2000/PAS en hydrologische maatregelen. In het onderhandelingsakkoord Natuur was afgesproken dat het Rijk verantwoordelijk is voor het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS en de provincies binnen de EHS. In het Natuurpact valt het gehele agrarisch natuurbeheer weer onder regie van de provincie. Dat betekent dat de provincies ook de regie hebben gekregen over de herziening van het stelsel voor agrarisch natuurbeheer waarbij wordt uitgegaan van gebiedscollectieven. De provincie kijkt nu samen met BoerenNatuur naar de consequenties van deze ontwikkelingen voor agrarische natuurverenigingen en de nog op te richten gebiedscollectieven. Overigens was provinciale regie op het agrarisch natuurbeheer een grote wens van zowel provincies als de agrarisch natuurverenigingen. Op basis van berekeningen van de commissie Jansen-1 werd duidelijk dat in het Onderhandelingsakkoord Natuur te weinig middelen beschikbaar waren gesteld voor maatregelen Natura 2000/PAS, met name hydrologische maatregelen. Omdat de provincies voor deze onderdelen een resultaatsverplichting zijn aangegaan is dekking van de benodigde financiën essentieel. Met het Natuurpact is aanvullende financiering geregeld. Hiermee wordt het voor de provincie mogelijk om de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden vast te stellen, hierover contractuele verplichtingen aan te gaan voor de eerste zes jaar, en te starten met de uitvoering van maatregelen. De provincie is met de afspraken in het Natuurpact verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van 17 van de 20 Friese Natura beheerplanmaatregelen, waaronder ook de herstelmaatregelen die onderdeel zijn van de PAS. Het Friese aandeel in de Bestuursovereenkomst Grond Fryslân krijgt van het Rijk uit de grondvoorraad BBL-oud ruim 600 ha om niet. Deze ha s kan de provincie naar eigen inzicht ruilen en/of verkopen ten behoeve van de verwerving en inrichting van nieuwe natuur, d.w.z. het afronden en inrichten van het Natuurnetwerk in Fryslân. Daarnaast koopt Fryslân 648 ha van het Rijk uit de grondvoorraad BBL-oud voor 19,7 miljoen. Ook deze gronden kan de provincie inzetten voor de ontwikkelopgave natuur. Het bedrag dient in 3 termijnen (zie tabel 2) te worden voldaan. De eerste betaling is per 1 februari 2014. Tot slot draagt Fryslân 1,82 miljoen bij aan financiële compensatie door de gezamenlijke provincies van de provincie Drenthe, zoals onderling tussen de provincies overeengekomen. In het advies van de commissie Jansen-2 is namelijk een verrekening met de provincie Drenthe voor grond opgenomen omdat in Drenthe vrijwel geen mogelijkheden zijn voor toepassing van het grond-voor-grond principe. Het gaat om een compensatie van in totaal 420 ha ad. 15.263.360,-. De Friese bijdrage van 1,82 miljoen wordt vanaf 2014 betaald in vier gelijke tranches (zie tabel 2) van 455.000,- per jaar. Hiervoor ontvangt de Fryslân jaarlijks een factuur rechtstreeks van de provincie Drenthe. Per saldo leidt dit tot het volgende kasritme van provinciale betalingen aan het Rijk en de provincie Drenthe zoals aangegeven in onderstaande tabel: 9

Tabel 2: Betalingen van provincie aan Rijk en provincie Drenthe in het kader van Bestuursovereenkomst Grond. jaar aankoop 648 ha afdracht aan Drenthe Totaal 2014 9.247.490,- 455.000,- 9.702.490,- 2015 5.548.493,- 455.000,- 6.003.493,- 2016 4.931.995,- 455.000,- 5.386.995,- 2017 455.000,- 455.000,- Totaal 19.727.978,- 1.820.000,- 21.547.978,- De totale kosten van 21,5 miljoen over max. vier jaar kunnen worden gefinancierd uit het IKG (Investeringskrediet Grond). Dat geldt zonder meer voor de eerste twee jaar. Mogelijk is het noodzakelijk om voor de betalingen in 2016 en 207 het IKG met 1 a 2 miljoen te verhogen. Dit is mede afhankelijk van de te realiseren verkoopopbrengsten van de van het Rijk overgenomen BBL-oud gronden. Mocht een ophoging van het IKG noodzakelijk zijn dan zal hierover afzonderlijke besluitvorming plaatsvinden. Een evaluatie van het IKG, zoals GS met PS hebben afgesproken, zullen GS in het najaar van 2014 aan PS toezenden. Relatie met het provinciale grondbeleid De grondaankoop is een bijzondere transactie die niet valt binnen het normale kader van de provinciale Nota Grûnbelied die PS op 27 februari 2013 hebben vastgesteld. De afwijkingen betreffen met name de volgende punten: Er liggen (waar nodig) geen onherroepelijke plannen gereed waarvoor de gronden worden verworven. Voor zover de gronden dienen als ruilgrond, is niet onderzocht of de beoogde nieuwe eigenaar daar belang bij heeft. Deze afwijkingen hangen samen met het uitzonderlijke karakter van deze grondtransactie. De afwijkingen zijn aanvaardbaar omdat: De risico s - met name van waardedaling van gronden die later weer verkocht worden -, beperkt en beheersbaar zijn; zie par. 7. De geschetste voordelen van onverdeeld eigendom ruimschoots opwegen tegen de risico s; De grondaankopen een duidelijk, aan een termijn gebonden doel dienen, namelijk realisering van de herijkte en begrensde EHS vóór 2027. Er een strak beheersregime geldt waardoor de provincie regie houdt op beheer en inzet van gronden. In het Statenvoorstel worden PS daarom voorgesteld om voor deze bijzondere grondaankoop af te wijken van de Nota Grûnbelied. Gevolgen Natuurpact voor de Friese begroting voor Natuur De provincie ontvangt van het Rijk via het provinciefonds één bedrag voor de gehele natuuropgave. Daarmee moeten de afgesproken doelen gehaald worden. Hierbij is afgesproken dat de provincie voor de natuurdoelen een inspanningsverplichting heeft. Alleen voor de doelen m.b.t. Natura 2000 incl. het Uitvoeringsprogramma PAS, en de Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft de provincie een resultaatsverplichting. De provincie moet de voortgang van de opgaven jaarlijks aan het Rijk rapporteren. In tabel 3 zijn de beschikbare middelen, zowel afkomstig van het Rijk als van de provincie zelf (structureel en incidenteel) opgenomen en verdeeld over de verschillende natuurdoelen voor de periode 2014-2027. De bedragen in de tabel zijn maximumbedragen; de verdeling over de jaren en doelen is indicatief. In de jaarlijks door GS vast te stellen jaarplannen staat concreet wat in dat jaar wordt uitgevoerd en hoeveel middelen per doel worden ingezet. Het eindresultaat staat hierbij centraal. Dit betekent dat GS aan de hand van de voortgangsresultaten jaarlijks de verdeling van middelen over doelen kan prioriteren. 10

Tabel 3: Beschikbare middelen voor natuuropgaven in Fryslân in 2014-2027 (bedragen x 1 miljoen en indicatief). 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2014-2021- Totaal 2020 2027 Rijksmiddelen Natuurontwikkeling (verwerving en 0,24 0,24 16,9 16,9 8,45 8,45 8,45 56,63 59,15 118,78 inrichting) Natura 2000/PAS, (Agrarisch) natuurbeheer, 25,8 25,8 25,8 25,8 25,8 25,8 25,37 180,17 177,59 357,76 soortenbeleid, overige natuur, Faunafonds, schadevergoeding ganzen Dienst Landelijk Gebied 0 2,85 2,85 2,85 2,85 2,85 2,85 17,1 19,95 37,05 Provinciale middelen structureel Natuurontwikkeling (verwerving en inrichting) Natuurbeheer, Faunafonds (schadevergoeding ganzen), Nationale Parken en weidevogels Provinciale middelen incidenteel Natuurbeheer, Nationale Parken, weidevogels en proceskosten 0,9 0,9 1,03 1,03 1,03 1,03 1,03 6,95 7,21 14,16 8,38 8,38 8,38 8,38 8,38 8,38 8,38 58,66 58,66 117,32 6,975 6,975 3,575 3,575 0 0 0 21,1 0 21,1 Totale middelen per periode 42,295 45,145 58,535 58,535 46,61 46,61 46,08 343,61 322,56 666,17 Opmerkingen bij de tabel: Door de kasschuif van het Rijk zijn er in de jaren 2014 en 2015 nauwelijks middelen voor verwerving en inrichting. Dit kan ertoe leiden dat de juist weer opgestarte gebiedsontwikkelingen weer tot stilstand komen en nog twee jaar vertraging oplopen. Hiervoor ziet GS oplossingen (zie verder bij punt 7. Risico s). De voor Fryslân beschikbare BBL grond uit grond-voor-grond moet conform de afspraken uit het rapport Jansen-1 ingezet worden voor de aflossing van de natuurverplichtingen van voor 2011 en voor de ontwikkelopgave natuur. Voor de verplichtingen is een interne leenvoorziening van 22,5 miljoen geregeld. Deze moet vanaf 2013 jaarlijks worden afgelost. Een eerste aflossing is inmiddels gedaan. Daarnaast moeten ook de middelen voor grondaankoop die zijn ingezet uit het IKG worden terugbetaald. De middelen voor de aflossing komen uit de verkoop van de grond, de middelen voor de natuuropgave en de bijdrage voor doorlevering van de gronden aan terrein beherende organisaties en particuliere natuurbeheerders. Jaarlijks zullen GS in het jaarplan aangeven hoeveel kan worden afgelost. De provincie ondersteunt de vervallen rijksdoelen voor de Nationale Parken. Een nadere uitwerking hiervan wordt opgenomen in het Uitvoeringsprogramma en in het Jaarplan. Bij de invulling en uitvoering van de natuuropgaven zijn ook andere partijen betrokken, zoals Wetterskip Fryslan, particuliere natuurbeheerders, TBO s, (samenwerkingsverbanden van) agrariërs. In de programmering gaat de provincie er vanuit dat minimaal 15% van de benodigde middelen wordt opgebracht door derden. Zijn de beschikbare middelen genoeg voor de opgaven? Het gaat hierbij om meerdere beheeropgaven en een ontwikkelopgave voor nieuwe natuur. Beheeropgaven De beheeropgaven bestaan uit de volgende onderdelen: Natura 2000/ PAS De maatregelen N2000/PAS worden vastgelegd in de Beheerplannen Natura 2000 welke GS vaststellen. De provincie gaat daarmee een resultaatsverplichting aan om de maatregelen te realiseren. Voor de realisatie van de maatregelen is jaarlijks 4,2 miljoen nodig; de middelen in het Natuurpact, verdeeld over verschillende deelbudgetten, voorzien in een dekking hiervan van 96%. Een risico is dus een tekort van 4% ( 170.000,-). Een ander risico bij dit onderdeel is de Europese cofinanciering voor de bijdrage van I&M van 5 miljoen. Wanneer die cofinanciering uitblijft, ontstaat er in Fryslân een tekort van 154.000 op een benodigd bedrag van 4.223.000,- per jaar. Er wordt vanuit gegaan dat 11

deze tekorten voor dit onderdeel geen probleem zijn en kunnen worden opgevangen binnen het programma. Natuurbeheer Naar aanleiding van het advies van de Commissie Jansen-1 werd al voorzien dat extra financiering voor natuurbeheer en voor faunabeheer (met name de ganzen) nodig zou zijn; inmiddels is dit geregeld in de Nota Natuer en lanlik gebiet en de Kadernota 2014. Wanneer de provincie, conform de Nota Natuer & lanlik gebiet, de komende jaren 30% weet te bezuinigen op natuurbeheer wordt in de planperiode 2014-2020 binnen het beschikbare budget voor natuurbeheer gebleven. De eerste jaren zal meer nodig zijn, de laatste jaren minder. De nota Natuer en lanlik gebiet houdt ook rekening met frictiekosten bij beheer van 2 x 3 miljoen voor 2014 en 2015. Dit zullen we nog uitwerken. De verwachting voor de kosten voor de ganzen (Faunafonds) is dat deze kosten zullen dalen van 8,6 miljoen in 2014 naar 7,8 miljoen in 2020. Het budget van het Faunafonds is ontoereikend. Daarom is er in de Kadernota aanvullende financiering gevraagd (en gekregen) van 2,38 miljoen per jaar voor de periode 2014 2017. Agrarisch natuurbeheer Voor agrarisch natuurbeheer is het beschikbare budget voldoende om de kosten te dekken. Een onzekerheid is dat er nieuw beleid in de maak is voor het agrarisch natuurbeheer en dat de commissie Jansen-2 voorstelt om daarom de verdeelsleutel indien nodig nog aan te passen. Het agrarisch natuurbeheer is in Fryslân de pijler onder het weidevogelbeheer. Onzekerheden/risico s bij verdeling beheermiddelen Een onzekerheid/risico binnen zowel het agrarisch natuurbeheer als het Faunafonds is de Europese cofinanciering. Deze is beslist nodig maar er is nog geen zekerheid over het daadwerkelijk beschikbaar komen van deze financiering. Natuurwet en Overige beheer Voor de onderdelen Natuurwet (die de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet gaat vervangen) en overig beheer is het onzeker of het budget toereikend is. In het kader van de Natuurwet ontvangt Fryslân echter het één na hoogste aandeel van alle provincies. We nemen daarom aan dat we met het budget van 0,5 miljoen p/j de kosten kunnen dekken. Het budget voor overig beheer is bedoeld voor natuurbeheer en soortenbeleid buiten de EHS. Daarvoor heeft de provincie momenteel geen beleid (dit is komen te vervallen in de nota Natuer & lanlik gebiet doordat het Rijk dit had geschrapt). Hiervoor zal nieuw beleid moeten worden gemaakt door de provincie. Daarbij kan het beschikbare budget als uitgangspunt worden genomen. Onder overig beheer valt ook het agrarisch landschapsbeheer. Daarover is landelijk afgesproken dat 2,5 miljoen naar agrarisch landschapsbeheer zal gaan. Daar is echter nog geen verdeelsleutel over afgesproken. Tevens is afgesproken dat de provincies streven naar een verdubbeling van deze 2,5 miljoen via Europese cofinanciering. Dat is een inspanningsverplichting. Beheer samengevat Met inzet van de frictiegelden voor natuurbeheer in 2014 en 2015 uit de Nota Natuer en Lanlik gebiet en de toekenning van het in de kadernota 2014 gevraagde budget voor ganzen zijn er voor de periode 2014 2017 geen tekorten op het onderdeel beheer. Dienst Landelijk Gebied Uit de 41 miljoen per jaar vanaf 1 januari 2015 voor DLG ontvangt Fryslân 2,85 miljoen per jaar. De commissie Jansen heeft alleen een financiële verdeelsleutel opgesteld. De inhoudelijke uitwerking van en besluitvorming over DLG zijn losgekoppeld van het Natuurpact en volgen nog. De voorgestelde verdeelsleutel is gebaseerd op de restant ontwikkelopgave (verwerving en inrichting) en de opgave voor de Natura 2000/PAS en lijkt vooralsnog acceptabel. Ontwikkelopgave natuur In de Nota Natuer en lanlik gebiet hebben PS gekozen voor scenario 2 plus. Een scenario dat op basis van ons huidige beleid, het Grien Manifest van onze maatschappelijk partners, de geschetste perspectieven, en de financiële ruimte het beste aansluit op de provinciale ambities, ingezette projecten en programma s, en financiële mogelijkheden. Scenario 2 omvat bovendien veel elementen uit 12

het Grien Manifest. Met de plus heeft PS aangegeven dat ze liever wat meer zou willen doen, richting scenario 3. De middelen ontbraken daar echter voor. Scenario 2 houdt voor de ontwikkelopgave natuur in dat we de in het Onderhandelingsakkoord Natuur overeengekomen 1.035 ha verwerving en 2.551 ha inrichting van nieuwe natuur realiseren (peildatum 1 januari 2011). Daarnaast realiseren we met eigen provinciale middelen nog eens 200 500 ha natuur ter afronding van natuurgebieden, met prioriteit in de beekdalen Koningsdiep en Linde en in de landinrichting Achtkarspelen Zuid. Met het Natuurpact zijn er meer middelen beschikbaar gekomen voor de ontwikkelopgave natuur. Daar staat tegenover dat door de aanpassing van de afspraken over het grond-voor-grond principe (zie punt 4. Bestuursovereenkomst Grond) er ook weer middelen afgaan. Voor wat betreft ha s heeft de provincie nu, door de nieuwe afspraken, een ontwikkelopgave van 2.112 ha verwerving en 5.723 ha inrichting. Het betreft nog steeds een inspanningsverplichting waarbij realisatie afhankelijk is van de beschikbaarheid van voldoende middelen van het Rijk. De provinciale ambitie (200 500 ha) uit de nota Natuer & lanlik gebiet verandert niet door het Natuurpact. Om te bepalen of de provincie de gestelde ambitie (of meer) kan realiseren met de beschikbare middelen wordt momenteel (november 2013) gewerkt aan een portefeuillestrategie landelijk gebied. In deze portefeuillestrategie wordt bepaald welke doelen gerealiseerd kunnen worden met de beschikbare middelen, hoe deze gerealiseerd kunnen worden en welke gronden kunnen worden verkocht. Dit geeft een kader voor het operationele handelen op perceelsniveau in de praktijk van alledag. Voor het landelijk gebied geeft de portefeuillestrategie inzicht in: Welke natuurdoelen nog gerealiseerd kunnen worden met het beschikbare budget; Hoe deze doelen gerealiseerd kunnen worden en met welke planning; Welke percelen verkocht kunnen worden; Welke aan- en verkoopstrategie worden gevolgd om de geprioriteerde natuurdoelen te realiseren. In de portefeuillestrategie is uitgerekend welk deel van de ontwikkelopgave nieuwe natuur kan worden gerealiseerd in de gehele planperiode van 15 jaar (dus tot 2027). Daarbij zijn enkele aannames gedaan over de risico s. Deze zijn allemaal aan de maximaal veilige kant gekozen. Uit de portefeuillestrategie blijkt dat de provincie met de extra financiële middelen uit het Natuurpact een behoorlijke plus op de ambities in scenario 2 uit de Nota Natuer en lanlik gebiet kan zetten. Met deze middelen lukt het echter niet om de ontwikkelopgave natuur in het Natuurpact (die een verdubbeling is van de eerder met het Rijk overeengekomen ontwikkelopgave) volledig te realiseren. Voor die afspraak in het Natuurpact geldt echter dat het voor de provincie een inspanningsverplichting betreft en geen resultaatsverplichting. Dit betekent dat de beschikbare middelen bepalen wat de provincie uiteindelijk kan realiseren. Mogelijk kunnen nog inverdieneffecten worden gerealiseerd op de aankoop- en/of inrichtingskosten. Wij verwachten daarom dat de provincie een groter deel van de ontwikkelopgave kan realiseren dan berekend in de portefeuillestrategie. Vanwege de inspanningsverplichting die GS zijn aangegaan met Rijk en de verantwoording daarover richting het Rijk, is het belangrijk dat eventuele meevallers binnen het programma blijven en worden gebruikt voor de realisatie van de ontwikkelopgave natuur. 7. Risico s Bestuursovereenkomst Grond Hoewel de provinciale aankoop van BBL-gronden naar verwachting positief zal uitwerken voor het proces van natuurontwikkeling, zijn er ook enkele risico s aan verbonden: Juridisch eigendom van de gekochte grond blijft bij het Rijk. Provincies hebben wel het economische eigendom. Met het Rijk is afgesproken dat de provincies tot 1-1-2016 minimaal 8.000 ha op de balans laten staan (juridisch eigendom) van BBL. Dat wordt afgebouwd in 4 tranches van 2.000 ha/jr. Het aandeel van Fryslân in die 8.000 ha bedraagt 159 ha per 1-1-2016, 119 ha per 1-1-2017 (-40 ha in 2016), 80 ha per 1-1-2018 (-39 ha in 2017), 40 ha per 1-1-2019 (-40 ha in 2018) en 0 ha per 1-1-2020 (-40 ha in 2019). Al het overige BBL-bezit binnen de grenzen van Fryslân kan op aanwijzing van Fryslân door DLG (in opdracht van Fryslân) worden verhandeld. BBL zal zonder voorbehoud meewerken aan de doorlevering van de eigendommen, mits dit past binnen de tranches. 13

De verkoopopbrengsten vallen lager uit dan oorspronkelijk geraamd, of het verkooptempo is langzamer dan gepland. Dit risico lijkt beheersbaar omdat we willen gaan werken op basis van een jaarlijks toe te kennen werkbudget. Tussendoor wordt op de reguliere wijze voorzien in voortgangsrapportages zoals begroting, jaarrekening BERAP en MARAP. Problemen met grondruil of grondverkoop doordat de gronden op lastige locaties liggen, en/ of bij partijen weinig bereidheid bestaat om grond in te brengen of grond aan te kopen. Dit zal leiden tot iets langere eigendomssituaties voor de provincie. Tegenover het uitblijven van inkomsten door verkoop staan in dit geval inkomsten uit verpachtingen. Door goed beheer van deze gronden kan het nadeel worden geneutraliseerd. Meerkosten als gevolg van uitbetalingsverschillen via het provinciefonds. Deze meerkosten kunnen oplopen naar 1-2 miljoen p/j t/m 2017, dus 5-8 miljoen op programmabasis. De beheersmaatregel is dat de jaarbudgetten worden afgestemd op de beschikbare middelen. Indien in enig jaar het Rijk minder uitkeert, zal het uitvoeringsprogramma daarop worden afgestemd. Met het Rijk moet dan overlegd worden over de consequenties van uitstel. Een vertraging van het uitvoeringsprogramma kan leiden tot een latere realisatiedatum van de totale opgave. Bepaling 3d van de Bestuursovereenkomst over het vrijgeven van 8.000 ha BBL-oud bezit in 4 tranches van 2.000 ha. Volgens deze bepaling worden deze tranches pas vrijgegeven als de provincies hebben aangetoond, op nog nader te specificeren wijze, dat het aan hun toegewezen deel van die tranche noodzakelijk is voor het realiseren van de EHS. Het IPO heeft deze bepaling geaccepteerd omdat dit punt zeer zwaarwegend is voor het Rijk. Bij de uitwerking van de criteria is het van belang om de schijn van resultaatsverplichting die hierin schuilt - waar een inspanningsverplichting nadrukkelijk het uitgangspunt is - zoveel mogelijk te beperken. Natuurpact Kasschuif en ontwikkelopgave in 2014/2015. Het Rijk temporiseert de extra uitkering van 200 miljoen p/j door in 2014 en 2015 100 miljoen p/j beschikbaar te stellen en in de jaren daarna meer. Hierdoor zijn in 2014 en 2015 nauwelijks middelen voor verwerving en inrichting EHS beschikbaar. GS willen in het kader van het jaarplan 2014/ 2015 de mogelijkheden van provinciale voorfinanciering onderzoeken en uitwerken, onder de voorwaarde dat PS hierachter staan. Dan gaat het om voorfinanciering voor het oplossen van grote of specifieke knelpunten in gebiedsontwikkelingen. In het desbetreffende geval zullen GS per knelpunt een voorstel aan PS voorleggen. Meerkosten Dienst Regelingen. Over de uitvoering van het (agrarisch) natuurbeheer door de Dienst Regelingen (DR) is in het Onderhandelingsakkoord afgesproken dat de kosten van DR door het Rijk worden vergoed, maar dat de meerkosten (voor 2014 t/m 2016 17 miljoen) voor de provincies zijn. Inmiddels zijn de meerkosten bekend. Deze bedragen maximaal 7,33 miljoen. Dit bedrag moet dus door de provincies worden opgebracht. Naar verwachting zal het gebruik van DR de maatstaf zijn. Voor Fryslân gaat het om ca. 25% van de werkzaamheden door DR voor het beheer. Dit houdt in dat de provincie rekening moet houden met jaarlijks een maximale bijdrage van 1,8 miljoen. De provincies zijn in onderhandeling met het Rijk en DR om de totale kosten van DR te beperken tot de vergoeding van het Rijk. Verdeelsleutel. De verdeling van de rijksmiddelen over de provincies zou moeten gebeuren op basis van de rapportage van de commissie Jansen-2. Deze verdeling is gebaseerd op de natuuropgaven van de provincies. Het Rijk heeft echter een standaard verdeelsleutel. Indien deze verdeelsleutel niet meer afwijkt dan een bepaald percentage, gebruikt het Rijk deze sleutel. De berekeningen tonen aan dat Fryslân daarmee ca. 1 miljoen minder zal ontvangen van het Rijk. Dit zal bij de realisering van de ontwikkelopgaven, waar door het Rijk niet meer aan getornd zal worden, opgevangen moeten worden. Verplichtingen. De provincies zijn met het Natuurpact een inspanningsverplichting, en specifiek voor Natura 2000/PAS en Kaderrichtlijn Water een resultaatsverplichting aangegaan. Dit betekent dat wanneer in een jaar de rijksmiddelen voor natuur niet geheel verplicht worden, deze middelen beschikbaar moeten blijven voor de afspraken die met het Rijk hierover zijn gemaakt. Dit moet in de provinciale organisatie goed geregeld worden, bijv. door het programma de financiële A status te geven. Ook hebben de provincies met het Rijk afgesproken dat evt. meerwaarde bij verkoop van gronden volledig wordt ingezet voor het robuuste Natuurnetwerk Nederland. Europese cofinanciering. Het is cruciaal dat de Europese cofinanciering voor agrarisch natuurbeheer en ganzen ook daadwerkelijk beschikbaar komt. Als de Europese cofinanciering wegvalt wordt Fryslân het hardst getroffen van alle provincies vanwege ons grote aandeel agrarisch natuurbeheer (23%) en Faunafonds (26%) in het landelijk budget. In dat geval zullen we dit als een nieuwe omstandigheid beschouwen en met het Rijk over de consequenties daarvan overleggen. 14

Indexering rijksmiddelen (agrarisch) natuurbeheer. Landelijk is afgesproken dat de indexering jaarlijks moet worden toegepast op de rijksmiddelen, vooral voor (agrarisch) natuurbeheer. Deze indexering zal normaal gezien meelopen met de indexering door het Rijk van het provinciefonds. Dit jaar heeft het Rijk besloten te bezuinigen door de indexering niet toe te passen. Als dit meer voor gaat komen, zal dit de provincie geld gaan kosten omdat hierover geen afspraken zijn gemaakt. Voorbeeld: de provincie is 30 miljoen kwijt aan beheer. Een indexering van 1% is dan gelijk aan jaarlijks 3 ton. 8. Conclusies Bestuursovereenkomst Grond Het voordeel van de grond-voor-grond deal is dat de provincie alle BBL-gronden naar eigen inzichten en op basis van gebiedsgericht maatwerk kan inzetten voor natuurontwikkeling. Op deze manier krijgt de provincie maximale regelruimte om invulling te geven aan de regietaak voor natuur. Hierdoor is de provincie in staat om samen met alle betrokken partijen in de gebieden het Friese Natuurwerk zo effectief en efficiënt mogelijk af te ronden en in te richten. De juridische en financiële risico s van grondaankoop vallen binnen aanvaardbare grenzen. Het maximale risico bedraagt 2,5 miljoen. Dit komt vooral door een hoge risicofactor van 15% (gebruikelijk is in deze fase 10-11%) en de rente die moet worden betaald over de financiering. Dit risico is opgenomen in de portefeuillestrategie voor het Natuurpact. Wij verwachten dat de komende 15 jaar voldoende beïnvloedingsmomenten aanwezig zijn om het tekort terug te brengen tot een budgettairneutrale exploitatie. Natuurpact Met het Natuurpact krijgt de provincie voldoende middelen om de opgaven voor natuurbeheer en maatregelen in het kader van Natura 2000 en de PAS goed in te kunnen vullen. Met het Natuurpact komt ook het gehele agrarisch natuurbeheer (dus zowel binnen als buiten de EHS) onder regie en verantwoordelijkheid van de provincie. Het agrarisch natuurbeheer is een belangrijke pijler onder het Friese weidevogelbeheer. Het is cruciaal dat de Europese cofinanciering voor agrarisch natuurbeheer en ganzen ook daadwerkelijk beschikbaar komt. Met het Natuurpact kan de provincie een grote plus zetten op haar ambities voor de ontwikkeling van de Ecologische hoofdstructuur (nu Natuurnetwerk Nederland geheten). Hiermee kunnen we invulling geven aan de wensen van PS die zij uitten bij de vaststelling van de Nota Natuer & lanlik gebiet. Resumerend In vergelijking met ruim een jaar geleden toen PS de Nota Natuer & Lanlik gebiet vaststelde, zijn er nu per jaar veel meer middelen beschikbaar voor natuurontwikkeling. De provincie krijgt de beschikking/ zeggenschap over alle betreffende rijksgronden, en kan deze over meerdere jaren naar eigen inzichten optimaal inzetten voor natuurontwikkeling. Door de spreiding over meerdere jaren en een strak grondbeheersregime, zijn de risico s beperkt en beheersbaar. Kortom: de situatie is nu veel rooskleuriger en creëert nieuwe mogelijkheden voor het realiseren van hogere natuurambities. En, ook niet onbelangrijk, dit levert extra werkgelegenheid op. Voorstel besluitvorming GS stellen PS resumerend voor om: In te stemmen met het Natuurpact en met de Bestuursovereenkomst Grond incl. de aankoop van 648 ha rijksgronden t.b.v. natuurontwikkeling. Voor de aankoop van 648 ha af te wijken van de provinciale Nota Grûnbelied, vanwege het bijzondere karakter van deze aankoop, de specifiek natuurdoelen (EHS) die daarmee gediend zijn, en de mogelijkheden van risicobeheersing. In te stemmen met het door Gedeputeerde Staten onderzoeken en uitwerken van de mogelijkheden van provinciale voorfinanciering ter overbrugging van het financiële tekort in 2014/ 2015. Kennis te nemen van de Notitie Natuurpact en Bestuursovereenkomst Grond, de Uitvoeringsovereenkomst tussen provincies/ipo en de Manifestpartijen, en het rapport van de Commissie Jansen over de verdeling van middelen over provincies. De vrijval of ruimte die vanaf 2014 in enig jaar kan ontstaan in de rijksmiddelen voor natuur, alleen te gebruiken voor natuur en niet in de algemene middelen terug te laten vloeien. 15

9. Vervolg Uit het Natuurpact, de overeenkomst met de Manifestpartijen en de Bestuursovereenkomst Grond komen voor de provincie enkele vervolgacties voort: Het beheren, verkopen en ruilen van BBL-gronden t.b.v. het ontwikkelen, afronden en inrichten van het Friese natuurnetwerk. De provinciale afdeling vastgoed zal deze taak uitvoeren en hiervoor de formatie moeten uitbreiden. Daarvoor is budget beschikbaar binnen de portefeuillestrategie. Ook door de ontmanteling van DLG per 1-1-2015 komt er aanvullende capaciteit (vanwege overname van een aantal fte s) voor onder meer de afdeling Vastgoed beschikbaar. Hierover volgt een afzonderlijk advies van de Dienst. Het invullen van het principe van gelijkberechtiging bij verkoop, inrichting en beheer van grond voor natuur. Hiervoor heeft de provincie het Beleids- en toetsingskader voor de verkoop van grond ten behoeve van de Ecologische hoofdstructuur opgesteld. Het stuk is onlangs unaniem positief beoordeeld door de Provinciale Commissie Landelijk Gebied en komt binnenkort in GS. Het planologisch begrenzen en vaststellen van het Natuurnetwerk Nederland (EHS) in Fryslân. Dit gebeurt via een herziening van de Verordening Romte Fryslân. Het ontwerp hiervan wordt begin 2014 ter visie gelegd. Het formuleren van beleid/criteria voor de besteding van de middelen voor natuurbeheer, agrarisch landschapsbeheer en soortenbeleid buiten de EHS, waarvoor vanuit het Natuurpact voor Fryslân jaarlijks 1,3 miljoen beschikbaar is. Het herzien van het vergoedingenstelsel voor agrarisch natuurbeheer. Dit traject loopt en zal in 2015 leiden tot een nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer dat uitgaat van collectieven. Een nieuw Uitvoeringsprogramma landelijk gebied voor de periode 2014 2020. Binnen dit Uitvoeringsprogramma wordt gewerkt met jaarplannen. Een jaarplan wordt ieder jaar opgesteld en zal halverwege dat jaar geactualiseerd worden. Het Uitvoeringsprogramma en het jaarplan 2014 komen binnenkort in GS. Vaststellingsovereenkomst BBL en Handelingskader DLG. De vaststellingsovereenkomst is de nadere uitwerking van de Bestuursovereenkomst. Daarin worden o.a. concrete afspraken gemaakt over de omvang van het BBL-bezit en de daaraan gekoppelde budgetten in beheer bij BBL. Het Handelingskader betreft de concretisering van de afspraken voor 2014. Daarin wordt afgesproken hoe DLG de gronden namens Fryslân gaat beheren en onder welke condities (zoals werken conform onze AO). Portefeuillestrategie landelijk gebied. In deze portefeuillestrategie wordt bepaald welke doelen gerealiseerd kunnen worden met de beschikbare middelen, hoe deze gerealiseerd kunnen worden en welke gronden kunnen worden verkocht. Dit geeft een kader voor het operationele handelen op perceelsniveau in de praktijk van alledag. De portefeuillestrategie landelijk gebied komt binnenkort in GS. Conform de overeenkomst met de Manifestpartijen zal de provincie met de Manifestpartners in gesprek gaan over hun bijdrage in de ontwikkelopgave natuur. Bijlagen 1 - Natuurpact 2 - Overeenkomst Manifestpartijen 3 - Bestuursovereenkomst Grond 4 - Rapport Jansen-2 16