PRIVATISERINGEN EN UITBESTEDINGEN IN DE OPENBARE SECTOR



Vergelijkbare documenten
Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet)

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2


Overzicht Historiek Van oud naar nieuw AGB in Gemeentedecreet Oprichting en statuten Verhouding met gemeente Verhoudingen met derden Bestuursorganen W


Verzelfstandiging van Lokale Besturen. Door Sven De Spiegeleer 26 juni 2008

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

ONTMOETINGSDAG VERZELFSTANDIGING LOCUS en VVC

De vraag stelt zich welke juridische vorm het meest aangewezen en noodzakelijk is om vorm te geven aan de huidige vzw.

Rasschaert Advocaten. Gemeentelijke VZW s en verzelfstandiging. 1. Begrip verzelfstandiging (1/3) 1. Begrip verzelfstandiging (2/3)

AGB of vzw? De motiveringsplicht bij verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Het vermoeden van verzelfstandiging, de weerlegging ervan en de gemeentelijke vzw: much ado about nothing? Rasschaert Advocaten

Verzelfstandiging in provincies: van mogelijkheden naar toepasbaarheid, wenselijkheid en noodzaak Over verzelfstandiging

Beleids- en beheerscyclus en gemeentelijke verzelfstandiging Jan Leroy, VVSG. Ontmoetingsdag Locus-VVC, 20 mei 2011

Zodra jullie daar een bewuste keuze kunnen in maken, zijn er voor elke keuze oplossingen te vinden.

29/11/2015. VVOS Vlaams-Brabant. Verzelfstandigen van openbare zorgvoorzieningen in een zorgbedrijf. Inhoud. Vraagstellingen

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Kenniscentrum Vlaamse Steden. In actie met burgers Workshop wijkbudgetten. Financieel-technisch luik. Jan Leroy Brussel,

Artikel 1. Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst


Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015

Moeder, waarom verzelfstandigen wij?

BIJLAGE 3. VERDELING VAN DE BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN DE OVERHEIDS- OPDRACHTEN

Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon. Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden

Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

Inhoudstafel. Voorwoord...

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

De samenwerkingsverbanden, vermeld in het eerste lid, zijn verenigingen of vennootschappen voor maatschappelijk welzijn.

Budgethouderschap. Juridische benadering. Rudi Hellebosch e3pos Agentschap Binnenlands Bestuur. Inhoud. Organieke wet op de OCMW (NOB)

FICHE. De VZW als gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap met privaatrechtelijke vorm in de zin van het gemeentedecreet

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Checklist met veranderingen voor OCMWverenigingen van publiek recht na inwerkingtreding decreet lokaal bestuur

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel

Verzelfstandiging: de verschillende manieren


IVA Model Gemeenteraadsbesluit + Beheersovereenkomst

DECREET. houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied

Inhoud. Woord vooraf... 13

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Inhoud. Woord vooraf... 13

2. Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen de bepalingen van het Gemeentedecreet.

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

INHOUD. Woord vooraf 17

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte

Privaatrechtelijke verzelfstandiging van een OCMWwoonzorgcentrum

Opschrift Decreet tot wijziging van het havendecreet van 2 maart 1999 in relatie met het gemeentedecreet Datum

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VOORBEELD VAN STATUTEN VAN EEN V.Z.W.

Gelet op de organieke wet d.d. 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna de organieke OCMW-wet genoemd;

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD DD 11 JUNI 2018

Dienstverlening in lokale. verzelfstandigingsvorm. Leuven 8 oktober 2010 Prof. Dr. Koen Verhoest Dries De Herdt

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

SAMENWERKING BINNEN EEN PPS-VERENIGING : EEN UITDAGING BINNEN DE OUDERENZORG?!

INHOUDELIJK EN FINANCIEEL JAARVERSLAG AGENTSCHAP Het Agentschap Integratie en Inburgering

Om geldig te zijn, zal deze volmacht uiterlijk op donderdag 5 juni 2014 in ons bezit moeten zijn VOLMACHT. Naam en voornaam Adres

Oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

Algemene Vergadering VVSG Brussel, 7 december 2016

STATUTEN AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, 2;

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

VOORBEELD VAN STATUTEN VAN EEN V.Z.W.

INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ

Steunpunt voor het Lokaal Cultuurbeleid 8 maart Omvorming van gemeentelijke vzw s

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Het gemeentedecreet als instrument voor de verzelfstandiging van gemeentelijke sportinitiatieven

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

FICHE. Het autonoom gemeentebedrijf

FICHE. Het autonoom gemeentebedrijf

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

VR DOC.0309/2BIS

Memorie van toelichting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van dinsdag 29 januari 2019

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

Statuten. Diensten van de Eerste minister

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Statuten projectvereniging Berg en Nete

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

FICHE. Het budgethouderschap

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

PBO. Statuten. Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel

Projectvereniging Kempens Karakter - Statuten

Voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent

Transcriptie:

PRIVATISERINGEN EN UITBESTEDINGEN IN DE OPENBARE SECTOR

Op 25 oktober 2013 organiseert ACV-Openbare Diensten een studiedag over Privatiseringen en uitbestedingen in de openbare sector. In voorbereiding daarvan is dit document uitgewerkt met het oog op de ondersteuning van de afgevaardigden. oktober 2013, ACV-Openbare Diensten Redactie: ACV-Openbare Diensten - Barbara Janssens, Jan Mortier, Joris Lermytte, Miet De Bruycker Gebruik van de inhoud van deze uitgave is toegestaan mits bronvermelding. ACV-Openbare Diensten Helihavenlaan 21 1000 Brussel www.acv-openbarediensten.be facebook: facebook.com/acv.openbarediensten twitter: @ACVOpenbaar flipboard: openbare-diensten-vandaag 1

PRIVATISERINGEN EN UITBESTEDINGEN IN DE OPENBARE SECTOR 2

3

INLEIDING In tijden van financiële crisis horen we politici naarstig verkondigen dat het overheidsapparaat moet afslanken, dat werkingsbudgetten worden verminderd en er allerhande besparingen doorgevoerd moeten worden. Niet enkel de federale en Vlaamse overheid vallen hieraan ten prooi, ook de lokale overheden moeten hun steentje bijdragen. Deze laatste kregen met het nieuw Gemeente- en OCMW-decreet een aantal extra mogelijkheden om diensten te verzelfstandigen. In een aantal gevallen blijkt verzelfstandigen zelfs nog niet voldoende en worden diensten afgestoten of geprivatiseerd. Voor personeelsleden is een dergelijke evolutie meestal geen goede zaak. ACV openbare diensten wil met deze studiedag aan militanten, secretarissen en geïnteresseerden een zicht geven op de verschillende vormen van verzelfstandiging en privatisering, de gevolgen ervan voor het personeel, de fiscale elementen toelichten die een grote impact hebben bij het maken van de beleidskeuze door het bestuur en tot slot een stand van zaken meegeven van de situatie in de lokale sectoren en een gids met zelfredzaamheidstips voor militanten die op het terrein met deze materie geconfronteerd worden. 4

5

DEEL 1: VERZELFSTANDIGING EN PRIVATISE- RING Verzelfstandigen betekent het zelfstandig maken, het loskoppelen van het geheel of het geven van een autonoom, zelfstandig karakter. GEMEENTELIJKE VERZELFSTANDIGING Het Gemeentedecreet 1 (Titel VII Gemeentedecreet, art. 221-247bis) voorziet in verschillende vormen van verzelfstandiging. De gemeente kan interne en extern verzelfstandigde agentschappen oprichten belast met beleidsuitvoerende en voorbereidende taken. Interne verzelfstandiging betekent dat de dienst of de activiteit binnen de gemeentelijke structuren blijft, d.w.z. dat er geen aparte rechtspersoonlijkheid voor wordt gecreëerd. Mogelijke vormen zijn budgethouderschap en de intern verzelfstandigde agentschappen (IVA s). Er is wel sprake van overdracht van bevoegdheid, verantwoordelijkheid of taken, maar dit enkel tussen de organen of personeelsleden van de gemeentelijke rechtspersoon. De IVA s krijgen wel een eigen budget toegekend. Externe verzelfstandiging betekent dat de dienst als het ware buiten de gemeente staat, de EVA s (extern verzelfstandigde agentschappen) hebben wel rechtspersoonlijkheid. Ze kunnen worden betrokken bij de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. Zij kunnen bovendien een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke vorm aannemen. De publiekrechtelijke gemeentelijke EVA s zijn autonome gemeentebedrijven (AGB s) en gemeentelijke autonome havenbedrijven (deze worden verder buiten beschouwing gelaten want werden uitdrukkelijk uitgesloten van het gemeentedecreet). De privaatrechtelijke gemeentelijke EVA s zijn vennootschappen, verenigingen (vooral vzw s) of stichtingen. Deze laatste vorm is de meest verregaande vorm van verzelfstandiging. De verzelfstandigde entiteit komt in de plaats van het lokaal bestuur en draagt een eigen verantwoordelijkheid., er vindt een overdracht van activiteiten of bevoegdheden plaats. Verzelfstandiging moet dan ook het resultaat zijn van een bestuursmatig en organisatorisch weldoordacht proces, waarin o.b.v. verschillende afwegingen en argumenten een beslissing wordt genomen en waarbij erover gewaakt wordt dat de bevoegdheidsoverdracht niet zonder meer en ongeconditioneerd verloopt. Het is voornamelijk in deze fase dat je als secretaris of militant van ACV-Openbare Diensten een actieve rol kan spelen. De decreetgever bouwde een aantal beschermings- en controlemiddelen in op de oprichting en werking van verzelfstandigde entiteiten. 1 Decreet van 15 juli 2005, B.S. 31 augustus 2005, zoals gewijzigd door het decreet van 29 juni 2012, B.S. 08 augustus 2012. 6

Zowel voor de oprichting van een AGB (art. 232 Gemeentedecreet) als voor de oprichting van een extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm (art. 245, 2 Gemeentedecreet) moet het college van burgemeester en schepenen een verslag opstellen waarin het zijn beslissing motiveert t.a.v. de gemeenteraad. Een vaak aangehaalde reden voor de oprichting van een EVA is de soepelere werking. In vele gevallen is het inderdaad zo dat beslissingslijnen korter kunnen zijn. Gemeenten zijn immers verplicht om een voorgeschreven beslissingsprocedure te volgen, die vaak veel tijd in beslag neemt. Een EVA (tenzij anders overeengekomen in de beheers- of samenwerkingsovereenkomst) is niet gebonden aan deze strakke beslissingstermijnen en kan zo beter inspelen op de snelheid van de markt, bijgevolg bevindt een EVA zich ook in een betere concurrentiepositie. Binnen een AGB moet wel rekening gehouden worden met de toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten, de openbaarheid van bestuur, de formele motivering, etc. Een AGB beschikt over een zekere autonomie bij het uitvoeren van zijn activiteiten, deze is echter niet onbeperkt. De gemeente beschikt steeds over controlemechanismen. Het Gemeentedecreet laat een flexibele werking toe voor beheer van middelen en personeel, doch het AGB is nog steeds gebonden aan de wetgeving overheidsopdrachten, formele motivering, Een AGB kan statutair en contractueel personeel tewerkstellen, waarop in principe de rechtspositie van het gemeentepersoneel van toepassing is, doch het AGB kan hiervan afwijken, mits het specifieke karakter van het AGB dat verantwoordt. Bij een gemeentelijke vzw ligt dit anders, deze kan vrij contractueel personeel tewerkstellen. De controle van de gemeente betreft hoofdzakelijk de aanwending van de subsidies die de vzw van de gemeente ontvangt. 2013 is een cruciaal jaar voor de omvorming van verzelfstandigde beheersvormen van cultuur- en gemeenschapscentra. Uiterlijk op 1 januari 2014 moeten de werking en de statuten van verzelfstandigde entiteiten door een gemeenteraadsbeslissing in overeenstemming gebracht zijn met de bepalingen van het Gemeentedecreet (art. 310, 1 Gemeentedecreet). Deze deadline omvat niet het goedkeuringstoezicht dat aan de oprichting van of omvorming tot AGB of EVA-vzw verbonden is. De Vlaamse Regering moet de gemeenteraadsbeslissing (samen met de statuten en het motiveringsverslag) namelijk goedkeuren, en daarom moet die binnen de 30 dagen aan haar toegezonden worden. De Vlaamse Regering beschikt dan over een termijn van 100 dagen om wel of niet goed te keuren (art. 310, 2 Gemeentedecreet). Maar de toezending van het dossier aan de Vlaamse Regering in het kader van het goedkeuringstoezicht, en daaraan gekoppeld de goedkeuring door Vlaanderen, kan ook nog na 1 januari 2014 gebeuren. De overige installeringshandelingen, zoals de samenstelling van de bestuursorganen en de concretisering van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst, kunnen in principe nog na 1 januari 2014 gebeuren. 7

HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP Een intern verzelfstandigd agentschap (IVA) is een dienst zonder eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente belast is met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang en die beschikt over operationele autonomie. Het hoofd van een intern verzelfstandigd agentschap is het personeelslid dat, onverminderd de eventuele mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van de bevoegdheid, belast is met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap. De gemeenteraad is bevoegd om een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten. Het oprichtingsbesluit bevat minstens de volgende punten: Een opsomming van de beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang die aan het intern verzelfstandigde agentschap worden toevertrouwd; Een beschrijving van de operationele autonomie die aan het hoofd van het agentschap wordt gedelegeerd. De autonomie kan betrekking hebben op: o Het vaststellen en wijzigen van de organisatiestructuur van het agentschap o De organisatie van de operationele processen met het oog op de realisatie van de afgesproken doelstellingen o De uitvoering van het personeelsbeleid o Het aanwenden van de ter beschikking gestelde middelen voor de werking van het agentschap, de uitvoering van de doelstellingen en taken van het agentschap en het sluiten van contracten ter verwezenlijking van de opdrachten van het agentschap o De interne controle binnen het intern verzelfstandigd agentschap o Specifieke delegaties naar gelang de eigen aard van het intern verzelfstandigd agentschap Een IVA beschikt over een zekere mate van autonomie. Dit houdt in dat het hoofd van het IVA bepaalde uitvoerende taken autonoom kan uitvoeren. Deze taken worden beschreven in het oprichtingsbesluit. De beheersovereenkomst tussen het college van burgemeester en schepenen en het hoofd van het IVA bepaalt het kader waarbinnen gewerkt kan worden. Het college van burgemeester en schepenen en het hoofd van het IVA sluiten een beheersovereenkomst. Deze komt tot stand na onderhandelingen. De beheersovereenkomst regelt minstens volgende aangelegenheden: De concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de taken van het agentschap De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden verworven en aangewend De informatieverstrekking aan het college van burgemeester en schepenen 8

De beheersovereenkomst wordt gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk 6 maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad (onder voorbehoud van verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding). De gemeenteraad evalueert jaarlijks de overeenkomst en uitvoering ervan. Als bij het verstrijken van de afgesloten termijn geen nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt, dan wordt de bestande overeenkomst van rechtswege verlengd. PERSONEEL Het personeel van een IVA is gemeentepersoneel en valt volledig onder de gemeentelijke RPR. Het gemeentedecreet (art. 221, 3) belast het hoofd van het IVA uitdrukkelijk met de algemene leiding ervan, hij staat ook aan het hoofd van het personeel, uitvoering van het gemeentelijk personeelsbeleid kan aan hem gedelegeerd worden. Naast de dagelijkse leiding kan dit betrekking hebben op beslissingen in verband met personeelsbeloning (uiteraard steeds volgens de gemeentelijke beloningsstructuur en criteria). Hij kan de eigen organisatiestructuur en de interne operationele processen vaststellen of wijzigen, en op deze wijze meer invloed uitoefenen op de manier waarop personeel wordt ingezet. FINANCIEEL BEHEER De uitgaven- en ontvangstenprocedure volgt deze van de gemeente. Het hoofd van het IVA is automatisch budgethouder, hij kan delegeren aan andere personeelsleden binnen de grenzen gesteld in de beheersovereenkomst. Maar door de wijziging van het Gemeentedecreet in 2012 kan het gemeentebestuur nu kiezen of het IVA-hoofd de bevoegdheid krijgt voor het aangaan van verbintenissen waarvan de omvang bepaald wordt in het oprichtingsbesluit of de beheersovereenkomst of dat het IVA-hoofd eerst langs het schepencollege en de secretaris moet passeren voor een verbintenis te kunnen aangaan. Indien het IVA-hoofd de bevoegdheid tot het aangaan van verbintenissen wordt toegekend dan moet de uitoefening ervan verlopen volgens art. 159 Gemeentedecreet: een verbintenis mag alleen worden aangegaan op grond van een goedgekeurd krediet dat voorkomt op het budget of op grond van een voorlopig krediet. Het IVA-hoofd dat verbintenissen aangaat in strijd met deze bepaling is hiervoor persoonlijk verantwoordelijk. HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF Het autonoom gemeentebedrijf is een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en wordt opgericht bij gemeenteraadsbesluit. Volgens art. 225, 1 gemeentedecreet wordt hieronder verstaan: De gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen zijn diensten met een eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente worden opgericht of waarin de gemeente deelneemt en die belast zijn met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Vanuit hun taakstelling inzake beleidsuitvoering kunnen de gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen tevens betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding. 9

Het autonoom gemeentebedrijf is een publiekrechtelijke rechtspersoon en kan niet beschouwd worden als een privaatrechtelijke onderneming. In de rechtsleer wordt dan ook gesteld dat: de autonome gemeentebedrijven, naar de klassieke opvatting, onderworpen zijn aan de wetten van de openbare dienst, de voorrechten van de administratieve actie genieten, en tot de gebruikers van hun diensten in een reglementaire, niet contractuele verhouding staan. Voorts zijn AGB s of beter hun beslissingsorganen te beschouwen als administratieve overheden in de zin van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, en bijgevolg ook als besturen in de zin van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. De AGB s genieten ook de immuniteit van tenuitvoerlegging onder de voorwaarden van art. 1412bis Ger. W. 2 Daarnaast onderwerpt artikel 228 Gemeentedecreet de externe agentschappen uitdrukkelijk aan de verplichting inzake formele motivering en openbaarheid van bestuur. Het AGB beschikt over een Raad van Bestuur en kan daarnaast, mits de statuten dit toelaten, een directiecomité of gedelegeerd bestuurder aanstellen. De Raad van Bestuur is bevoegd voor alles wat niet uitdrukkelijk bij decreet, in de statuten of in de beheersovereenkomst aan de gemeenteraad is voorbehouden (art. 236, 1 Gemeentedecreet). Nieuw sinds 2013 (maar pas vanaf 2014) is dat de voltallige gemeenteraad tot Raad van bestuur benoemd kan worden, in dit scenario krijgen de gemeenteraadsleden ook geen presentiegeld (nieuw art. 236, 2bis Gemeentedecreet). Het AGB heeft rechtspersoonlijkheid. Dit waarborgt een zekere autonomie t.o.v. de gemeente. Het AGB moet in staat zijn een eigen strategie te ontwikkelen. Het AGB kan zelf eigen infrastructuur of middelen verwerven via leningen, giften, uitbating van een centrum, maar dit alles wel binnen de grenzen gesteld in de statuten en de beheersovereenkomst, hetzelfde geldt voor de financiering. Het AGB stelt ook de tarieven en tariefstructuren voor de geleverde prestaties vast, dit moet wel binnen de grenzen van de in de beheersovereenkomst bepaalde grondregelen inzake tarifering. Tot op zekere hoogte kan een autonoom personeelsbeleid gevoerd worden. Het AGB is tot op zekere hoogte autonoom, maar er bestaan wel bepaalde beperkingen en de gemeente behoudt een belangrijke controle: De leden van de Raad van bestuur worden benoemd door de gemeenteraad. De leden kunnen door derden worden voorgedragen en zijn niet noodzakelijk gemeenteraadsleden. Krachtens het Gemeentedecreet blijft de gemeenteraad bevoegd voor alle fundamentele beslissingen betreffende het AGB (oprichting, benoeming, bestuurders, opstellen statuten en wijzigingen en ontbinding). Het AGB heeft ook een informatieverplichting naar de gemeente (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) toe. De beheersovereenkomst en haar uitvoering zijn onderwerp van een jaarlijkse rapportering aan de gemeente- 2 De goederen die toebehoren aan de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut en, in het algemeen, aan alle publiekrechtelijke rechtspersonen, zijn niet vatbaar voor beslag. 10

raad die deze evalueert (art. 235 Gemeentedecreet). Bij elke nieuwe legislatuur moet het AGB een evaluatieverslag voorleggen aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst, dit bevat eveneens een evaluatie van de verzelfstandiging (art. 227 Gemeentedecreet). Het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van het AGB moeten worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Erkende bedrijfsrevisoren (benoemd door de gemeenteraad) voeren een financiele controle uit op het AGB, a.d.h.v. dit verslag keurt de gemeenteraad de jaarrekeningen goed (art. 243bis Gemeentedecreet). Sinds de wijziging van het Gemeentedecreet in 2012 moet een gemeenteraadscommissie waken over der afstemming tussen het gemeentelijk beleid en het beleid van de gemeentelijk verzelfstandigde agentschappen. PERSONEEL Artikel 241, 1 Gemeentedecreet bepaalt dat het AGB personeel kan aanstellen in statutair of contractueel verband. Het is wel de gemeenteraad die moet bepalen, in het oprichtingsbesluit of de statuten, op welke wijze het personeel zal worden aangesteld. Bij ontbinding van het AGB moet het statutair personeel van het AGB door de gemeente worden overgenomen (art. 244, 2 Gemeentedecreet). Art. 241, 2 stelt dat de overeenstemmende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel van toepassing is op de statutaire en contractuele personeelsleden van het AGB. Artikel 230 Gemeentedecreet bepaalt dat de gemeente aan haar gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen personeel ter beschikking kan stellen of overdragen mits de geldende rechtspositie wordt nageleefd. Het statutair personeel kan aan het AGB ter beschikking gesteld worden indien het personeelsstatuut van de gemeente hierin voorziet, dit laatste bepaalt dan ook de rechtspositie van het ter beschikking gesteld personeel. Voor contractueel personeel is ter beschikking stelling slechts mogelijk overeenkomstig art. 144bis gemeentewet. Dit artikel beperkt terbeschikkingstelling van contractueel gemeentepersoneel tot een OCMW, een sociale huisvestingsmaatschappij of een vzw, mits naleving van een aantal voorwaarden. De gemeente kan dus geen contractueel personeel ter beschikking stellen aan een AGB. WERKING Het AGB heeft wel een zekere autonomie: De raad van Bestuur kan afwijkingen op de rechtspositie vaststellen in de mate dat het specifieke karakter van het AGB dit verantwoordt (bv. indien specialisatie functies vereist die niet in gemeente voorkomen). Voor de functies binnen het AGB die niet bestaan binnen de gemeente, bepaalt de Raad van Bestuur zelf de rechtspositieregeling. De AGB s zijn onderworpen aan het budgetterings- en boekhoudsysteem van de gemeenten. De nieuwe Beleids- en Beheerscyclus (BBC) is ook van toepassing op alle AGB s. Naast de regels inzake budget, boekhouding en jaarrekening moeten AGB s nu ook een meerjarenplan opmaken. 11

DE VZW ALS GEMEENTELIJK EXTERN VERZELF- STANDIGD AGENTSCHAP IN PRIVAATRECHTELIJKE VORM Het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap met privaatrechtelijke vorm (EVAvzw) wordt als volgt omschreven in artikel 225, 1 Gemeentedecreet: De gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen zijn diensten met een eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente worden opgericht of waarin de gemeente deelneemt en die belast zijn met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Vanuit hun taakstelling inzake beleidsuitvoering kunnen de gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen tevens betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding. Een EVA-vzw kan niet zomaar worden opgericht. Het Gemeentedecreet bepaalt dat de gemeente haar motieven hiertoe bekendmaakt en motiveert. In haar motivering moet de gemeente aantonen dat de oprichting van een EVA meer voordelen biedt dan een beheer binnen de rechtspersoonlijkheid van de gemeente. En de gemeente moet ook aantonen waarom een AGB niet de voordelen biedt van een EVA-vzw. Pas indien deze dubbele motivering succesvol is, is de oprichting van een EVA-vzw toegelaten. Eigen aan deze rechtsvorm is dat de privaatrechtelijke vormen opengesteld worden voor de gemeenten. De rechtsvorm van het extern verzelfstandigd agentschap moet volledig overeenstemmen met de dwingende bepalingen van het privaatrecht. Dit geldt o.a. voor de regelgeving inzake personeel, toezicht, bestuurssamenstelling en verantwoordelijkheid, boekhouding, financiën en ontbinding. In tegenstelling tot het AGB zijn de gemeentelijke agentschappen met private rechtsvorm niet noodzakelijk eenhoofdig. Naast de gemeente kunnen ook private en sommige publieke partners erin deelnemen. Er is geen beperking tot welbepaalde rechtsvormen, zowel de commerciële (NV, CVBA, ) als niet-commerciële privaatrechtelijke rechtsvormen (vzw en stichtingen) kunnen gehanteerd worden. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van de vzw-vorm 3. WERKING Een vzw heeft een algemene vergadering en een Raad van Bestuur. De algemene vergadering vertegenwoordigt de leden in de interne werking, en oefent de controle over het bestuur uit. Zij heeft enkel de bevoegdheden die de wet en de statuten haar voorbehouden. De Raad van Bestuur is belast met het bestuur van de vereniging, zij heeft alle bevoegdheden die niet aan andere organen worden voorbehouden. De Raad van Bestuur bestuurt de vereniging en vertegenwoordigt haar in rechte en in feite. De samenstelling van de algemene vergadering en de Raad van Bestuur volgens het Gemeentedecreet: 3 Wet van 27 juni 1921 betreffende de vereniging zonder winstoogmerk, de internationale vereniging zonder winstoogmerk en de stichting, B.S. 1 juli 1921. 12

De gemeente moet over een meerderheid (helft+1) van de stemmen in de algemene vergadering van de vzw beschikken. De gemeente kan zich laten vertegenwoordigen door één of meer fysieke personen die lid van de gemeenteraad zijn. De benoeming van de vertegenwoordigers gebeurt op voordracht van de gemeente. De gemeente draagt de meerderheid van de bestuurders voor, dit kunnen derden zijn. De autonomie van het extern verzelfstandigd agentschap in vzw-vorm is de regel, de beperking hierop zijn de uitzondering. De autonomie wordt veelal beperkt door de controle vanuit de gemeente en de Vlaamse overheid. Indien gekozen wordt voor een privaatrechtelijke vorm, dan kunnen haar beslissingen niet onderworpen worden aan het bestuurlijk schorsings- en vernietigingstoezicht. Toezicht kan enkel uitgevoerd worden via de privaatrechtelijke toezichtmechanismen: aansprakelijkheid bestuurders, benoeming en ontslag bestuurders, controle op de rekeningen en boekhouding, Er wordt wel aanvaard dat een gepaste vorm van overheidscontrole wordt uitgewerkt: Er zijn erkenningsvoorwaarden vastgelegd en er is toezicht op de naleving ervan De toekenning van subsidies of andere middelen aan de vzw, kan door de gemeente of Vlaamse overheid gekoppeld worden aan voorwaarden. Zo ook het gebruik van personeel, gebouwen en andere activa. De samenwerkingsovereenkomst wordt bij elke nieuwe legislatuur geëvalueerd o.b.v. een evaluatieverslag, dit bevat ook een evaluatie van de verzelfstandiging (artikel 227 Gemeentedecreet). Volgens artikel 247 Gemeentedecreet moet in de samenwerkingsovereenkomst een regeling uitgewerkt worden over rapportering aan en controle door de gemeente. Sinds 2012 moet een gemeenteraadscommissie waken over de afstemming tussen het gemeentelijk beleid en het beleid van de verzelfstandigde agentschappen van de gemeente. De gemeentelijke vzw s vallen onder het gemeenrechtelijk aansprakelijkheidsregime. Er is onderscheid tussen de aansprakelijkheid van de rechtspersoon en van het management. Aansprakelijkheid van de vzw: T.a.v. derden: de gemeentelijke vzw; T.a.v. de gemeente: gemeen recht, in de samenwerkingsovereenkomst kunnen specifieke voorschriften hierover worden opgenomen. Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen die de gemeentelijke vzw aangaat. Wel is elke bestuurder tav de vzw aansprakelijk voor een correcte uitvoering van zijn mandaat. De bestuurders zijn dus individueel aansprakelijk voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van het bestuur (o.a. bij wanbeleid). 13

T.a.v. derden zijn bestuurders aansprakelijk op basis van artikel 1382 en 1383 Burgerlijk Wetboek, dit is bij een onrechtmatige daad (de aansprakelijkheid is niet hoofdelijk). Begroting en boekhouding zijn onderworpen aan de wetgeving op de vzw s, zie artikel 17 van de Wet van 27 juni 1921. Ieder jaar en ten laatste binnen 6 maanden na afsluiting van het boekjaar, legt de Raad van Bestuur de jaarrekening van het voorbije boekjaar alsook de begroting van het volgende boekjaar, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. PERSONEEL Het eigen personeel van de gemeentelijke vzw is onderworpen aan het privaatrecht. Bijgevolg wordt het personeel tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst en is de CAO-wetgeving van toepassing. Het ter beschikking stellen van contractueel personeel vanuit de gemeente is principieel verboden door artikel 31 Wet 24 juli 1981 betreffende de Uitzendarbeid, echter zal steeds in concreto moeten worden nagegaan of terbeschikkingstelling van contractueel gemeentepersoneel binnen de toepassingssfeer van de wet valt. Artikel 144bis van de nieuwe gemeentewet staat een afwijking toe op artikel 31 van de Wet van 24 juli 1987, o.a. ten voordele van de vzw, mits naleving van een aantal voorwaarden: De vzw moet ten minste 1 lid tellen aangewezen door de gemeenteraad De terbeschikkingstelling moet van bepaalde duur zijn en betrekking hebben op een opdracht die rechtstreeks verband houdt met gemeentelijk belang De arbeidsvoorwaarden en het loon, miv vergoedingen en voordelen, van de terbeschikkinggestelde werknemer, mogen niet lager liggen dan die hij zou genieten mocht hij bij de gemeente zijn tewerkgesteld De voorwaarden en duur van de terbeschikkingstelling evenals de aard van de opdracht moeten worden vastgesteld in een geschrift, goedgekeurd door de gemeenteraad en ondertekend door de gemeente, de vzw en de werknemer en dit voor het begin van de terbeschikkingstelling De terbeschikkingstelling is maar mogelijk voor zover de vzw zelf de werknemer had kunnen aanwerven onder de voorwaarden waaronder hij is aangeworven door het gemeentebestuur. Het statutair personeel kan ter beschikking worden gesteld van of overgedragen aan de vzw indien en in de mate het personeelsstatuut van de gemeente hierin voorziet. Dit personeelsstatuut bepaalt ook de rechtspositie van het ter beschikking gestelde personeel. UITBESTEDING IN DE LOKALE SECTOR Uitbesteding is het gunnen van onderdelen van de beleidscyclus aan publieke of private actoren die daarover een contract afsluiten en op de naleving van dat contract worden afgerekend. De uitvoerende instantie krijgt voor haar prestatie een financiële vergoeding. 14

Typische redenen om voor uitbesteding van taken te kiezen, zijn: Vermindering van kosten en overheidsuitgaven (aantoonbare besparingen via vergelijking externe bodprijzen en kost eigen beheer); Flexibiliteit en innovatief vermogen van een private partner; Binnenhalen van externe expertise; Oplossing voor personeelsproblematiek. Wanneer overheidsdiensten bepaalde diensten, leveringen, werken willen uitbesteden dan moeten zij de wetgeving op de overheidsopdrachten naleven. Deze wetgeving is van toepassing op alle overheden in België dus ook de Vlaamse en de lokale overheden. De wetgeving bevat regels over bekendmaking, aankondiging, procedure, type opdracht, gunning en uitvoering. De overheid kan ook een openbare dienst in concessie geven. De concessie is tijdelijk en wordt uitgevoerd onder het gezag van de overheid belast met het beheer van de openbare dienst. Het voorwerp van de concessie is de exploitatie van de dienst. Wat niet uit het oog verloren mag worden is dat de Europese concurrentieregels hier eveneens spelen, Europese internationaal opererende ondernemingen kunnen dus meedingen naar en de overheidsopdracht binnenhalen. In de praktijk zien we dat een aantal besturen inderdaad kiezen voor het uitbesteden van taken met als reden een van de hierboven aangehaalde elementen echter na een aantal jaren komen ze tot de conclusie dat de initiële gunningsprijzen sterk gestegen zijn en dat er klachten komen over kwaliteit van de dienstverlening en ook dat de betrokkenheid van het personeel van de externe firma erg laag of onbestaande is. VERZELFSTANDIGING IN HET OCMW Het OCMW is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid waaraan bij wet een zeer specifieke opdracht werd toegewezen. Deze opdracht bestaat erin om aan elke persoon die er behoefte aan heeft, en ongeacht zijn vermogenstoestand, diensten of hulp te verstrekken of te doen verstrekken op materieel, sociaal-medisch, medisch of psychologisch gebied. De dienstverlening kan verschillende vormen aannemen (artt.1, 57, 57ter, 63-68 Wet 8 juli 1976, hierna OCMW-wet). Bij wet kunnen aan het OCMW bijzondere opdrachten toegewezen worden. Het werkingskader van het OCMW vind je in de OCMW-wet en het OCMW-decreet 4. INTERNE EN EXTERNE VERZELFSTANDIGING De regelgeving is te vinden in het OCMW-decreet, Titel VIII, het voorziet in interne en externe verzelfstandiging. Het decreet herneemt voornamelijk de bepalingen uit de OCMW-wet. Interne verzelfstandiging is het toevertrouwen van beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden aan de secretaris of de afgeleide organen van de Raad voor 4 Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 15

Maatschappelijk Welzijn via het vast bureau of bijzondere comités. Dit kan via budgethouderschap of via intern verzelfstandigde agentschappen. Bij externe verzelfstandiging worden afzonderlijke rechtspersonen opgericht, OCMWverenigingen genoemd. Een OCMW-vereniging is een rechtspersoon die taken uitvoert die door de OCMW-wet aan de OCMW s zijn toevertrouwd. Het voornaamste doel van het in het leven roepen van deze verenigingen was het tegengaan van de privatisering van OCMW-activiteiten. In opeenvolgende wetgeving werd deze rechtsfiguur aanzienlijk versoepeld. De OCMW-vereniging kan een vorm van verzelfstandiging zijn of een samenwerkingsverband. Samenwerking kan tussen een OCMW en een ander OCMW, andere openbare rechtspersonen of rechtspersonen zonder winstoogmerk. De samenwerking kan verschillende partners omvatten. In de reglementering (OCMW-wet) zijn er 4 soorten verenigingen: Vereniging hoofdstuk XII: publiekrechtelijke rechtspersonen die kunnen dienen voor alle opdrachten die aan een OCMW zijn toevertrouwd Vereniging hoofdstuk XIIbis: privaatrechtelijke rechtspersonen die enkel dienen voor de exploitatie van een ziekenhuis of een activiteit die ermee verbonden is Vereniging hoofdstuk XIIter: privaatrechtelijke rechtspersonen die dienen voor het organiseren van alle mogelijke sociale doeleinden, behalve voor de ziekenhuisactiviteiten, die vallen onder hoofdstuk XIIbis Nieuw vereniging Hoofdstuk IV: de vereniging of vennootschap van privaatrecht voor de exploitatie van woonzorgcentra OCMW-verenigingen in de regelgeving: Hoofdstuk XII OCMW-wet Hoofdstuk I, titel VIII OCMW-decreet Hoofdstuk XIIbis OCMW-wet Hoofdstuk II, titel VIII OCMW-decreet Hoofdstuk XIIter OCMW-wet Hoofdstuk III, titel VIII OCMW-decreet Nieuw vereniging Hoofdstuk IV OCMW-wet Hoofdstuk II, titel VIII VERENIGING ONDERWORPEN AAN TITEL VIII, HOOFDSTUK I OCMW-DECREET = OCMW- VERENIGING VAN PUBLIEKRECHT Een OCMW kan, om een van zijn opdrachten uit te voeren die aan de centra voor maatschappelijk welzijn zijn toevertrouwd en voor leidinggevende, staf-, expert- en managementfuncties, een vereniging oprichten ofwel met als enig lid het OCMW, ofwel met één of meer andere OCMW s, met andere besturen en/of met rechtspersonen andere dan die welke een winstoogmerk hebben (art. 219, 1 e alinea OCMW-decreet). De vereniging kan voor 3 doelstellingen worden opgericht: Uitvoering van één van de opdrachten toevertrouwd aan de OCMW s; Invulling van leidinggevende, staf, expert- en managementfuncties; Exploitatie van een ziekenhuis of een gedeelte ervan. De vereniging is een op een zichzelf staande rechtspersoon naar publiek recht Dit publiekrechtelijk statuut brengt tal van verplichtingen met zich mee: 16

de vereniging wordt aanzien als een administratieve overheid met eenzijdig bindende beslissingsmacht en valt onder de Raad van State de vereniging volgt de regels van de openbaarheid van bestuur, inzake uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandeling, de beginselen van behoorlijk bestuur, de bestuurstaalwetgeving en, indien ze voorziet in een collectieve behoefte aan de regels eigen aan de openbare dienst (continuïteit, gelijkheid en veranderlijkheid) de wetgeving overheidsopdrachten moet nageleefd worden de vereniging kan fiscale vrijstellingen genieten, kan niet failliet gaan en geniet het principe van immuniteit van tenuitvoerlegging Aanwerving van personeel, contractueel of statutair gebeurt normaal gezien binnen de bestaande rechtspositieregeling van het OCMW. Statutaire tewerkstelling is in principe de regel. Sinds de wijziging van het OCMW-decreet in juni 2012 moet de publiekrechtelijke OCMW-vereniging de beleids- en beheercyclus toepassen. Vanaf 2013 moet elke vereniging in het 1 e jaar van een nieuwe legislatuur een evaluatieverslag opmaken dat aan de OCMW-raad wordt voorgelegd, waarna deze laatste 3 maanden heeft om de verzelfstandiging te evalueren. VERENIGING ONDERWORPEN AAN TITEL VIII, HOOFDSTUK II OCMW-DECREET Met het oog op de gehele of gedeeltelijke exploitatie van een ziekenhuis of van ziekenhuisgebonden activiteiten kan een OCMW een vereniging zonder winstoogmerk, zoals bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de vereniging zonder winstoogmerk ( ), oprichten, al dan niet met een of meer andere OCMW s, gemeenten, verenigingen, opgericht volgens hoofdstuk I, en/of andere openbare besturen, samen met één of meer rechtspersonen, andere dan die welke een winstoogmerk hebben (art. 236, 1 e alinea OCMW-decreet.) Om een dergelijke vereniging op te richten moet aan minimum één van de onderstaande voorwaarden zijn voldaan: het OCMW-ziekenhuis voldoet niet langer aan de voorwaarden om erkend te kunnen blijven als ziekenhuis; de oprichting van de vereniging is noodzakelijk om het ziekenhuisaanbod in de regio te optimaliseren of onder betere economische voorwaarden te realiseren. Minstens 3 oprichters zijn vereist, waaronder een OCMW en één (privaatrechtelijke) vzw. Het gaat hier om een echt samenwerkingsverband met andere rechtspersonen. Deze vereniging kan enkel worden opgericht met als doel de gehele of gedeeltelijke exploitatie van een ziekenhuis, een ziekenhuisdienst of ziekenhuisgebonden activiteiten. Deze verenigingen (vzw s) kunnen enkel contractuele personeelsleden als eigen personeel in dienst hebben. De rechtspositie van dit personeel wordt onderhandeld in het bevoegde paritair comité. 17

Het OCMW-decreet bepaalt m.b.t. statutair personeel enkel dat de oprichtingsakte en de toetredingsakte o.a. de overname of terbeschikkingstelling regelen van het OCMWpersoneel met behoud van bezoldiging en geldelijke anciënniteit. VERENIGING ONDERWORPEN AAN TITEL VIII, HOOFDSTUK III OCMW-DECREET Het OCMW kan met het oog op het vervullen van sociale doeleinden, met uitsluiting van de gehele of gedeeltelijke exploitatie van een ziekenhuis of van ziekenhuisgebonden activiteiten, lid worden van een vereniging zonder winstoogmerk vermeld in de wet van 27 juni 1921 ( ) (art. 243, 1 OCMW-decreet). Voor de oprichting van deze vereniging zijn minimum drie partners nodig, waarvan minimum één OCMW en minimum één private partner die geen winst nastreeft, behalve als de vereniging een rechtsvorm is opgelegd voor erkenning, vergunning of subsidiëring en behalve bij toetreding tot een vereniging die uitsluitend door publiekrechtelijke overheden werd opgericht. Er moet aan minimum één van de volgende voorwaarden worden voldaan om deze vereniging op te richten: de rechtsvorm is een bij decreet/besluit opgelegde voorwaarde voor gehele of gedeeltelijke erkenning, vergunning of subsidiëring; het bereiken van een bepaalde regionale dekking of schaalgrootte is een bij decreet/besluit opgelegde voorwaarde voor gehele of gedeeltelijke erkenning, vergunning of subsidiëring, indien aan die voorwaarden door geen van de lokale deelgenoten afzonderlijk kan worden voldaan. Het OCMW-lidmaatschap van deze vereniging maakt het mogelijk een nieuwe dienst aan te bieden, de Vlaamse regering moet hiervoor wel machtiging geven. De vereniging kan geen eenzijdig bindende beslissingen nemen, is niet gebonden aan de openbaarheid van bestuur noch de motiveringsplicht. Wel moet rekening gehouden worden met de wetgeving overheidsopdrachten. Deze verenigingen kunnen enkel contractuele personeelsleden als eigen personeel in dienst hebben. De rechtspositie van dit personeel wordt onderhandeld in het bevoegde paritair comité. Het OCMW-decreet bepaalt m.b.t. statutair personeel enkel dat de OCMW-raad de eventuele overname of terbeschikkingstelling regelt van het OCMW-personeel met behoud van bezoldiging en geldelijke anciënniteit. De raad regelt dit in overeenstemming met de statuten van de vereniging of een met de vereniging gesloten overeenkomst. VERENIGING ONDERWORPEN AAN TITEL VIII, HOOFDSTUK IV OCMW-DECREET Een OCMW kan met betrekking tot woon- en zorgcentra, in afwijking van hoofdstuk III van deze titel, en met uitsluiting van de gehele of gedeeltelijke exploitatie van een ziekenhuis of van ziekenhuisgebonden activiteiten, lid worden van een vereniging zon- 18

der winstoogmerk ( ). Van een vereniging zonder winstoogmerk moeten minstens een of meer private rechtspersonen die geen winst nastreven lid zijn. Van deze vereniging kunnen al dan niet één of meer OCMW s, gemeenten, verenigingen opgericht volgens titel VIII, hoofdstuk I, andere openbare besturen of private rechtspersonen die geen winst nastreven lid zijn (art. 247/1 OCMW-decreet). Het decreet van 29 juni 2012 creëerde een nieuw type vereniging (eof vennootschap) van privaatrecht van woon- en zorgcentra. Deze vereniging kan enkel opgericht worden voor woonzorgcentra. Andere diensten die het OCMW kan aanbieden als thuiszorg en kinderopvang kunnen er niet in onder gebracht worden. Voor de oprichting zijn minstens 3 partners nodig, minimaal één OCMW en minimaal één private partner die geen winst nastreeft. Andere OCMW s, gemeenten, OCMWverenigingen van publiek recht en andere openbare besturen kunnen lid zijn. Het besluit tot oprichting of toetreding, de statuten en hun bijlagen moeten door de gemeenteraad van elk betrokken OCMW worden goedgekeurd. De oprichting van zulk een vereniging is onderworpen aan strikte voorwaarden. Het dossier bevat: een grondige motiveringsnota, hierin moet de noodzaak aangetoond worden van het aantrekken van een private partner alsook de meerwaarde van de privaatrechtelijke rechtsvorm; een bestuursplan met duidelijke omschrijving van de opdrachten van de vereniging en een toelichting bij de organisatie plus eventuele rechten en plichten en waarborgen van de publieke en private partner; een zesjarig financieel plan met omschrijving van de bedrijfsopdrachten, de financiële structuur, de in te zetten middelen en de controlemogelijkheden op uitvoering een ontwerp van de statuten En dit dossier moet door de Vlaamse regering worden goedgekeurd. Deze verenigingen kunnen enkel contractuele personeelsleden als eigen personeel in dienst hebben. De rechtspositie van dit personeel wordt onderhandeld in het bevoegde paritair comité. Het OCMW-decreet bepaalt m.b.t. statutair personeel enkel dat de OCMW-raad de eventuele overname of terbeschikkingstelling regelt van het OCMW-personeel met behoud van bezoldiging en geldelijke anciënniteit. De raad regelt dit in overeenstemming met de statuten van de vereniging of een met de vereniging gesloten overeenkomst. Overleg en beslissingen over de criteria van het opnamebeleid en het bepalen van de ligdagprijs kunnen enkel als twee derde van de deelgenoten aanwezig is, waaronder alle deelnemende OCMW s. een besluit kan enkel worden genomen indien met een meerderheid van twee derde van de uitgebracht stemmen. 19

SECTORALE BEPALINGEN ROND VERZELFSTANDIGING WELZIJN GEZINSZORG De Vlaamse regering erkent de voorzieningen en verenigingen die zijn opgericht als of door vzw s, een provinciebestuur, een gemeentebestuur, een OCMW, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, publiekrechtelijke verenigingen, de vennootschappen met sociaal oogmerk of de ziekenfondsen. Commerciële initiatiefnemers zijn uitgesloten. Verzelfstandigde vormen van lokale initiatiefnemers worden wel als dusdanig erkend. Voor verzelfstandiging zijn er geen subsidies voorzien. Maar schaalvergroting (vaak een gevolg van verzelfstandiging) kan wel grote voordelen hebben. KINDEROPVANG Verzelfstandiging is in deze sector niet uitgesloten. Wel is het zo dat een organiserend bestuur in de erkende en gesubsidieerde kinderopvang een rechtspersoon moet zijn die geen winstoogmerk heeft en onder wiens verantwoordelijkheid een erkende voorziening functioneert. Dit wil zeggen dat indien een door een gemeente of OCMW extern verzelfstandigde entiteit in aanmerking wil komen om erkend te worden als organiserend bestuur van een erkende en gesubsidieerde kinderopvang, dan zal zij zich moeten onderwerpen aan de rechtspersonenbelasting. In het Kinderopvangdecreet 5 wordt organisator omschreven als de natuurlijke persoon of rechtspersoon die kinderopvang organiseert. In het subsidiebesluit ter uitvoering van het decreet 6 is bepaald dat een organisator met minstens 18 subsidieerbare plaatsen een rechtspersoonlijkheid met sociaal oogmerk heeft. In de feiten komt dit op hetzelfde neer. OUDERENZORGBELEID De lokale besturen worden in het ouderenzorgdecreet expliciet erkend als initiatiefnemer, maar dit houdt geen beperkingen in voor het statuut van de initiatiefnemers. De federale overheid voorziet in RIZIV-subsidies voor erkende dagverzorgingscentra en woonzorgcentra. De Vlaamse overheid beperkt sommige subsidies (voor infrastructuur, animatie) tot initiatiefnemers met een openbaar of vzw-statuut. SOCIALE HUISVESTING Een sociaal verhuurkantoor van het OCMW hoeft niet verzelfstandigd te zijn om erkend te worden. Maar om in aanmerking te komen voor subsidies moet het SVK de rechtsvorm hebben van een vereniging Titel VIII, Hoofdstuk I OCMW-decreet of een vzw volgens de wet van 27 juni 1921. 5 Decreet 20 april 2012, B.S. 15 juni 2012. 6 Besluit Vlaamse Regering, ontwerp van 5 juli 2013 20

WEL OF NIET VERZELFSTANDIGEN IN DE LOKALE SEC- TOR? ALGEMENE ELEMENTEN Heel wat lokale besturen denken na over de mogelijkheden tot verzelfstandigen van bepaalde activiteiten. Een aantal drijfveren hiertoe zijn: snellere werking, betrekken van andere spelers bij de activiteiten en het realiseren van besparingen. De centrale vraag bij verzelfstandiging is: Wat geeft een bestuur af door te verzelfstandigen? (beslissingsbevoegdheden, transparantie, ) en Wat krijgt het bestuur ervoor in de plaats? (snellere beslissingsprocedures, duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden, ) Het bestuur zal een goede afweging moeten maken van al deze elementen in haar beslissing om over te gaan tot verzelfstandiging. Belangrijke motieven voor het verzelfstandigen van een publieke taak kunnen zijn: efficiëntiewinst hogere effectiviteit kostenbeheersing- en reductie concentratie op de kerntaken specialistische kennis flexibiliteit innovatie vrijkomen van middelen risicospreiding kwaliteit van de dienst (beslissings)snelheid De keuze voor interne verzelfstandiging kan ingegeven worden door volgende motieven: Ontlasten van gemeenteraad, college en secretaris voor detailbeslissingen en beter inzetten en aantrekken van expertise en competenties Meer aandacht voor beheer en output in plaats van beleidsvoorbereiding Flexibeler beheer van een kleinere organisatie-eenheid op bepaalde vlakken Nadruk meer op resultaten en minder op budgetten Meer externe druk die kwaliteitsverbetering kan stimuleren Minder focus op politieke prioriteiten op korte termijn PERSONEELSWIJZIGINGEN BIJ VERZELFSTANDI- GING Personeelsbeleid of HRM-overwegingen spelen soms een rol in de beslissing tot verzelfstandigen. We bekijken enkele vaak gehoorde argumenten wat van naderbij. 21

MEER FLEXIBILITEIT IN PERSONEELSBELEID Door te verzelfstandigen willen sommige besturen hun statutair personeelsbestand afbouwen en enkel nog contractanten aanwerven. Statutaire tewerkstelling wordt aanzien als star, omslachtig en duur. Het is inderdaad makkelijker om personeel tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst te ontslaan. Maar gemeenten en OCMW s 7 hebben intussen ruime mogelijkheden om contractanten aan te werven. Contractanten maken nu al 62% uit van het personeel van de lokale besturen in Vlaanderen 8. Door te verzelfstandigen kunnen de omslachtige sollicitatieprocedures worden vermeden. Dit argument is enkel van toepassing als het om een verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm gaat: vzw, vennootschap of stichting. Elke publiekrechtelijke werkgever is immers gebonden door het grondwettelijke principe van gelijke toegang tot het openbaar ambt. In de praktijk zien we dat besturen het zichzelf moeilijk maken door het opstellen van ingewikkelde sollicitatieprocedures die eigenlijk veel eenvoudiger of doeltreffender kunnen. VERZELFSTANDIGEN DRUKT DE PERSONEELSKOST De socialezekerheidsbijdragen die op het loon van een contractant moeten betaald worden zijn lager dan bij een statutair personeelslid. Dit is zeker het geval voor gesubsidieerde contractanten, het bestuur krijgt voor hen een Vlaamse subsidie (nietgeïndexeerd) en moet nauwelijks socialezekerheidsbijdragen op hun loon betalen. Het verschil zit vooral in de hogere pensioenbijdrage voor statutaire personeelsleden, 23% minimum t.o.v. 8,86% voor contractanten. Dit verschil in pensioenbijdrage vertaalt zich uiteraard wel in grote verschillen in pensioenuitkeringen. Een studie wijst uit dat het pensioenverschil gemiddeld 700 euro bruto per maand bedraagt 9. Een andere kost voor statutaire personeelsleden zijn de kosten van ziekte, invaliditeit, bevallingsverlof, als deze risico s zich voordoen neemt het bestuur zelf de kosten van het socialezekerheidsrisico ten laste. Opgelet, contractanten in de openbare sector zijn goedkoper dan in de private sector. Zo is de werkgeversbijdrage voor de sector gezinsbijslag hoger in de private sector dan in de openbare (resp. 7% en 5,25%). Voor de sector arbeidsongevallen betaalt de private werkgever 0,19% meer dan de openbare. Voor beroepsziekten betaalt de private sector 1% aan bijdragen, een lokaal bestuur 0,17%. De werkgeversbijdrage voor een contractant in de private sector is zowat 2,77% hoger dan in de publieke sector. 7 Artikel 104 Gemeentedecreet en artikel 103 2 OCMW-decreet. 8 VVSG, De Lange, M., Leroy, J., e.a., Verzelfstandiging op lokaal niveau, een afwegingskader, p.21 9 Ria Janvier, Hoogleraar Universiteit Antwerpen, Vacature Magazine 30 oktober 2010. 22

DOOR TE VERZELFSTANDIGEN KUNNEN WE HET PERSONEEL ANDERS GAAN VERLONEN In principe zijn andere loon- en arbeidsvoorwaarden enkel mogelijk als het personeel werkt in een verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm. Een private werkgever is gebonden aan minimale loon- en arbeidsvoorwaarden maar mag altijd loyaler zijn. Lokale besturen, AGB s en OCMW verenigingen van publiek recht Titel VIII, Hoofdstuk I OCMW-decreet, zijn gebonden aan loon- en arbeidsvoorwaarden die in het Vlaams Comité C1 zijn afgesloten en vastgelegd in de rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. Doch de AGB s en OCMW-verenigingen van publiek recht (Titel VIII, Hfdst I) kunnen afwijken van de loon- en arbeidsvoorwaarden van het moederbestuur, mits motivering, maar blijven gebonden aan de afspraken gemaakt in het Vlaams Comité C1. De salarisschalen in de rechtspositiebesluiten zijn minima en maxima. Lokale besturen zijn gebonden aan het zuinigheidsbeginsel. De enige manier om hogere salarisschalen toe te kennen is de functie inhoudelijk zwaarder maken. Voor andere verloningsaspecten, toelagen en vergoedingen, verloven en afwezigheden, hebben de gemeenten en OCMW s meer vrijheid. Ze hebben de ruimte om sociale voordelen of andere verlofmogelijkheden toe te kennen, zelfs indien deze niet in de rechtspositiebesluiten staan. EIGEN PERSONEELSBELEID Kiest een bestuur voor verzelfstandiging dan moeten er in de beheersovereenkomst en/of lokale rechtspositieregeling duidelijke afspraken gemaakt worden over: Het al dan niet inzetten van personeel van het moederbestuur voor de verzelfstandigde entiteit; De eventuele samenwerking van de verzelfstandigde entiteit met het moederbestuur over bv. een gezamenlijk secretariaat, facility management, gezamenlijke sollicitatieprocedures, vorming; Wat gebeurt er met het personeel bij ontbinding van het verzelfstandigd agentschap? Plicht overname door gemeente of OCMW? Behoud van rechten bij overname door derde?; Financiering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden di via terbeschikkingstelling of andere ingezet worden in de verzelfstandigde entiteit. Over de gevolgen van verzelfstandiging voor het personeel moet in ieder geval onderhandeld worden met de vakbonden. Personeel(sbeleid) is een zeer delicaat aspect van verzelfstandiging. Het is meestal pas nadat de beslissing om over te gaan tot verzelfstandiging door het bestuur is genomen, dat de vakbonden op de hoogte gebracht worden en tot actie kunnen overgaan. Uiteraard zijn de belangen van het personeel de prioriteit van ACV-Openbare Diensten. De beslissing tot verzelfstandiging/privatisering van het bestuur op dit moment nog omdraaien is quasi onmogelijk. Toch is het de taak van de secretaris om alle middelen die in zijn/haar macht liggen te gebruiken om de tewerkstelling en de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel te vrijwaren. 23