Speciale transformatoren



Vergelijkbare documenten
De werking van de nulpuntstransformator

Driewikkeltransformator Toepassing

De netimpedantie nader bekeken

De betekenis van de verhouding Ik"3/Ik"1 van de netvoeding

Stroomcompensatie bij transformatorregelingen

Kortsluitberekeningen met Vision Mogelijkheden en achtergronden

De 3e harmonische pmo. 11 december 2008

Fase-aardsluiting in een zwevend MS-net in Gaia

Mutuele koppelingen in Vision

Gaia LV network design. Bedrijfsaarde

Gaia LV network design. Strand-Axelsson

In 1995 is Gaia begonnen met een model voor één fase, een nul en een

Metingen aan een draaistroomtransformator

Deze proef dient om de student inzicht te geven in de werking van de transformator.

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

Gids voor de evaluatie van. harmonischen

Uitleg bij de programma s voor de Casio

Harmonischen in Vision

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015

Homopolaire impedanties van kabels, revisie 2

Gaia LV network design. Negengeleiderloadflow

Oefenvragen_Basistoets Stipel

Transformatoren. Speciale uitvoeringen

Mogelijkheden met beveiligingen

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Stochastische loadflow

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

Beveiligingen pmo. 11 december 2002

ZX ronde van 10 april 2011

Kortsluitvastheid HS VP. Quercus Technical Services B.V.

Transformatoren Ster-Driehoek schakeling. Hoe doe je dat?

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011

0 0,02 0,04 0,06 0,08 0,1 0,12

Nulgeleider Met een transformator een nulgeleider (N) creëren

Vijfgeleiderloadflow

Afleiding kabelparameters normaal bedrijf

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

Gids voor de evaluatie van flicker. en spanningsvariaties

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet. Sub Totaal :.../80 Totaal :.../20

Opgaven bij hoofdstuk 12

Berekening veiligheid in Gaia

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT

Licht- en Verlichtingstechnieken : Grondslagen elektriciteit, licht en visuele omgeving : Deel Elektrotechniek

Modellering windturbines met Vision

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

Netwerk- oplossingen: Creatie van nulgeleider voor centrale verwarming en laadpalen

Meerfasige stelsels. Hoofdstuk Wat is een meerfasig stelsel. Doelstellingen

Het element is een spoel die op de trafo gewikkeld is. De trafo heeft een secundaire wikkeling waarop het relais aangesloten is.

Invloed van geleidertemperatuur op de door Gaia berekende resultaten

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040)

Bijlage: Lastenboek - Export vermogen begrenzing bij rechtstreekse klanten_v1.0

Enkel voor klasgebruik WEGWIJZER

Middenspanningstransformator

Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator

Technische aansluitvoorwaarden. Elektriciteitsproductie-eenheden van 1 tot 50 MW (categorie B)

Handleiding voor de toepassing van de technische voorwaarden op grond van de RfG. Elektriciteitsproductie-eenheden van 1 tot 50 MW (type B)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20)

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016

Stochastische loadflow

Harmonischen: gevolgen

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015

Practicum drie- en vierleidernetten

Ontwerp en beheer MS-net met Vision

Micro-WKK in Gaia: Speciale generatoren

Schade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017

Eilandbedrijf. P.M. van Oirsouw 13 december 2005

Titel: in bedrijf nemen koppeltransformatoren en APA's. Procesbeheerder: Procesbeheerder KEB AM Publicatiedatum:

Opgaven bij hoofdstuk Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van driefasetransformatoren. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Ten tam en INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK ( )

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Vermogen VA 400/ /24 230/ /24 230/ LP LP LP LP LP

Tentamen Elektriciteitsvoorziening i. (ee2611/et2105d3-t)

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

Installatie van de P266 toerenregelaar

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet

FORMULE BLAD - VERON ZENDCURSUS

ZX Ronde 14 augustus 2011

Hoofdstuk 4: De gelijkrichting

Klasse B versterkers

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Impact van het 20 kv beleid van Liander op de netverliezen in het middenspanningsnet

GESTABILISEERDE VOEDING

1.3 Transformator Werking van een dynamo

Installatie/gebruikershandleiding MTD V1.2. Medical Transformer Data Applicatie voor mobiele Android toestellen. Install_UserGuide_MTD_V1.2.

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom

Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 8

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Dwarsregeling. De dwarsregeltransformator

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte: .../.../...

Bepaal van de hieronder weergegeven spanningen en stromen: de periodetijd en de frequentie, de gemiddelde waarde en de effectieve waarde.

A-examen radioamateur : Zitting van 11 oktober Reglementering

Digitale systemen. Hoofdstuk De digitale regelaar

Transcriptie:

Speciale transformatoren 6-55 pmo 5 april 26 Phase to Phase BV Utrechtseweg 31 Postbus 1 68 AC Arnhem T: 26 352 37 F: 26 352 379 www.phasetophase.nl

2 6-55 pmo 1 INLEIDING Speciale transformatoren zijn componenten die een andere modellering vereisen dan normale tweewikkel en driewikkeltransformatoren. Er bestaat namelijk een grote verscheidenheid aan regeltransformatoren, zowel wat spanningsniveaus betreft als de opbouw. Onder speciale transformatoren verstaan we onder andere de: - Spaartransformatoren - Spaarboostertransformatoren - Spaartransformatoren met ingebouwde nulpuntstransformator - Laagspanningsregelaars met continue regeling - Laagspanningsregelaars met roterende regeling. In Vision en Gaia is een aantal van deze transformatoren geprogrammeerd. Zij hebben gemeen dat sommige parameters zoals de kortsluitspanning en het kortsluitvermogen sterk van de trapstand afhankelijk kunnen zijn. Dit document beschrijft enkele bijzonderheden ten aanzien van de modellering en de toepassing in Vision en Gaia. 2 MODELLERING TRANSFORMATOREN De regeltransformatoren kunnen worden uitgevoerd als gewone spaartransformator met of zonder sterpuntsaarding en met of zonder driehoekswikkeling ter vereffening van de homopolaire stromen. Maar ook kunnen zij worden uitgevoerd met een andere schakeling ter vereffening van de homopolaire stromen of verbetering van het asymmetrische gedrag. Ook komen combinatievormen van een spaartransformator met een serietransformator voor. 2.1 De Yy spaar regeltransformator De Yy spaar regeltransformator is een spaartransformator in zijn eenvoudigste vorm. Er is één wikkeling per fase met een aantal aftakkingen, aangesloten op een trappenschakelaar. De drie wikkelingen zijn in ster geschakeld en het sterpunt is niet stroomvoerend uitgevoerd. De kortsluitspanning is klein en kan in theorie nul worden in de "nominale" stand (overzetverhouding 1:1). Onderstaande figuren geven kortsluitspanning en kortsluitverlies weer voor een 13 MVA 13 kv regeltransformator. Kortsluitspanning Yy spaar Kortsluitverlies Yy spaar Uk (%) 2 1.5 1.5 5 1 15 Uk Pk (kw) 16.5 16 15.5 15 14.5 14 13.5 5 1 15 Pk Figuur 1 Kortsluitverlies en kortsluitspanning Yy spaartransformator

3 6-55 pmo Het nullastverlies is ook afhankelijk van de trapstand, maar deze afhankelijkheid is niet gemodelleerd omdat de bijdrage tot het resultaat niet groot is. De gemiddelde waarde moet worden ingevoerd. De homopolaire impedantie is niet afhankelijk van de trapstand en is vergelijkbaar met de homopolaire impedantie van een verbinding. De Z (en R) is gemodelleerd als langsimpedantie. 2.2 De Y(spaar)d11 transformator De Y(spaar)d11 transformator is een regelbare spaartransformator, die twee netgedeelten van ongeveer gelijk spanningsniveau met elkaar verbindt. Als voorbeeld is een transformator uitgewerkt van 26,25 naar 21 kv. De transformator bevat één kern, met daarop een zigzag wikkeling en een driehoekswikkeling. In het normale gebruik is de spaartransformator aangesloten op de klemmen 1U, 1V en 1W aan de ene zijde van de zigzag wikkeling en op de klemmen 2U, 2V en 2W aan de andere zijde van de zigzag wikkeling en aan de driehoekswikkeling. Er is geen uitgevoerd sterpunt. 1U 1V 1W 2U 2V 2W Figuur 2 Schakelschema Y(spaar)d11 transformator De transformator heeft een vaste overzetverhouding met een hoekverdraaiing van 3 graden. Het verstellen van de transformator heeft in principe invloed op de hoekverdraaiing, maar dat is in dit model verwaarloosd. De invloed van de trapstand op kortsluitspanning en kortsluitvermogen kan worden meegenomen. De homopolaire impedantie is niet afhankelijk van de trapstand en is vergelijkbaar met de homopolaire impedantie van een verbinding. De Z (en R) is gemodelleerd als langsimpedantie. 2.3 De spaarboostertransformator De booster transformator van Smit is een Ya(d) spaartransformator met een serietransformator, voorzien van een driehoekswikkeling, waarvan één hoekpunt op twee klemmen naar buiten is uitgevoerd en op de deksel doorverbonden en geaard. Het sterpunt van de spaartransformator is alleen uitgevoerd ten behoeve van de metingen.

4 6-55 pmo De regeltransformator heeft twee kernen: - Een kern voor een driewikkelingentransformator (primair: serietransformator; secundair: regelwikkeling ; tertiair: wikkeling in driehoek geschakeld). - Een kern voor een regelbare spaartransformator, die de secundaire wikkeling van de serietransformator voedt. Het sterpunt is niet geaard. In het normale gebruik is de spaartransformator aangesloten op de constante spanningszijde (1U2-1V2-1W2). Bij de kortsluitmetingen wordt de variabele spanningszijde (1U1-1V1-1W1) kortgesloten. De regelaar wordt aangestuurd door de regelschakelaar en de ompoolschakelaar. De bekrachtigende wikkeling van de serietransformator krijgt een spanning, in te stellen van de volledige nominale spanning (op 1U2) tot nul. In de getekende stand (+) wordt de spanning op klem 1U1 omhoog getransformeerd. In de alternatieve stand (-) kan de spanning omlaag worden getransformeerd. 1U1 1U2 + Figuur 3 Schakelschema spaarboostertransformator In het normale systeem is er niets aan de hand en wordt de boostertransformator behandeld als een gewone transformator Yy. De overzetverhouding is volgens de instelling van de trapschakelaar. Uitgangspunten: - De boostertransformator mag alleen worden aangesloten tussen knooppunten van gelijke basisspanning. - Het nullastverlies is afhankelijk van de trapstand. Aangezien de grootte van het nullastverlies in verhouding tot het nominale vermogen klein is (.1%), verwaarlozen wij de afhankelijkheid. - Het kortsluitverlies is afhankelijk van de trapstand. - De kortsluitspanning is in geringe mate afhankelijk van de trapstand (plus of min 14 %). De waarde is klein (kleiner dan 1 %). - De homopolaire impedantie is zeer klein en onafhankelijk van de trapstand. Onderstaande figuren geven kortsluitspanning en kortsluitverlies weer voor een 23 MVA 1,6 kv regeltransformator.

5 6-55 pmo Kortsluitspanning Yy spaar Kortsluitverlies Yy spaar.8 2.6 15 Uk (%).4.2 Uk Pk (kw) 1 5 Pk 9.5 1 1.5 11 11.5 9.5 1 1.5 11 11.5 Figuur 4 Kortsluitverlies en kortsluitspanning spaarboostertransformator De homopolaire impedantie wordt voornamelijk bepaald door de reactantie van de wikkelingscombinatie seriewikkeling/tertiaire (driehoek) wikkeling. De homopolaire impedantie is in principe onafhankelijk van de regelstand omdat het sterpunt (zwevend) tijdens bedrijf geen stroom kan voeren. De homopolaire is vergelijkbaar met de homopolaire impedantie van een verbinding. De Z (en R) is gemodelleerd als langsimpedantie. 2.4 De laagspanningsregelaar met ingebouwde nulpuntstransformator en continue regeling Deze regelaar is een Z-spaartransformator, die traploos regelbaar is en die twee netgedeelten van gelijk spanningsniveau met elkaar verbindt. De transformator bevat één kern, met daarop een zigzag wikkeling. In feite combineert de regelaar een spaartransformator en een nulpuntstransformator in één. De transformator wordt toegepast in laagspanningsnetten. In het normale gebruik is de spaartransformator aangesloten op de klemmen U, V en W aan de geregelde zijde en op de klemmen R, S en T aan de voedende zijde. Er is een uitgevoerd sterpunt. De transformator is voorzien van een traploze regelaar. Er is een hysterese (tolerantie), regelbaar tot 2%, ingebouwd om slijtage door nerveus regelgedrag te voorkomen. Een traploze regelaar is niet eenvoudig te integreren in Vision. Om deze redenen wordt de regelaar gemodelleerd met een zo groot mogelijk aantal discrete trapstanden. Voor de geregelde spanning geldt: - Umin = Uref - tolerantie/2 - Umax = Uref + tolerantie/2 Voorbeeld: een transformator met een nominale spanning van 38 V heeft een bereik van 28 V tot 412 V. Dat komt overeen met een regelbereik van -1 V tot +32 V. Voor de speciale transformatoren is het mogelijk een bereik van een trappenschakelaar op te geven van -99 tot +99. Een trappenschakelaar met een trapgrootte van 1 V levert in Vision dan een regelbereik op van -99 tot +32 V. Indien een groter bereik gewenst wordt, moet de trapgrootte groter genomen worden. De bandbreedte van de geregelde spanning mag in ieder geval niet kleiner zijn dan de trapgrootte.

6 6-55 pmo R S T U V W D E F Figuur 5 Schakelschema laagspanningsregelaar met ingebouwde nulpuntstransformator De kortsluitspanning en het kortsluitverlies zijn sterk afhankelijk van de stand van de trappenschakelaar. Praktisch probleem is dat deze transformatoren niet zo nauwkeurig gemeten worden als MS- en HS-transformatoren en dus meestal de juiste gegevens ontbreken. Onderstaande figuren geven ter illustratie een theoretisch verloop van kortsluitspanning en kortsluitverlies, waarbij aangenomen dat de kortsluitspanning 4% is. Het kortsluitverlies stellen we op een maximale waarde van één promille van het nominale vermogen (7 kva levert 7 W maximaal kortsluitverlies). Kortsluitspanning Yy spaar Kortsluitverlies Yy spaar 5.8 Uk (%) 4 3 2 1 2 4 6 Uk Pk (kw).6.4.2 2 4 6 Pk Figuur 6 Theoretisch kortsluitverlies en kortsluitspanning regelaar met ingebouwde nulpuntstransformator De overzetverhouding introduceert een fasedraaiing, die afhankelijk is van de trapstand. Hiermee is rekening gehouden in de modellering. Deze transformator mag dus niet zonder meer in een vermaasd netwerk worden opgenomen. De homopolaire impedantie is niet afhankelijk van de trapstand en is vergelijkbaar met de homopolaire impedantie van een verbinding. De homopolaire langsimpedantie is in het model gelijk genomen aan de normale langsimpedantie. De waarden voor Z en R zijn gemodelleerd als dwarsimpedantie van de nulpuntstransformator.

7 6-55 pmo Gedrag bij een éénfase kortsluitstroom in Gaia De ingebouwde nulpuntstransformator heeft als taak de eventuele asymmetrie te verminderen. Dat heeft ook gevolgen voor een eventuele éénfase kortsluitstroom. Onderstaande afbeelding geeft de verdeling van de stromen als gevolg van de toepassing van de nulpuntstransformator. F1 F2 F3 2i/3 i i/3 i/3 i N i/3 i/3 i/3 i i Nulpuntstransformator i Z Figuur 7 Gedrag éénfase belasting in combinatie met nulpuntstransformator Een éénfasige stroom achter de nulpuntstransformator verdeelt zich in het circuit vóór de nulpuntstransformator over de drie fasen in de verhouding 2/3, -1/3 en -1/3. Het éénfasig kortsluitvermogen wordt door toepassing van een nulpuntstransformator dus aanzienlijk verhoogd. Dit heeft gevolgen voor de veiligheidsberekening in Gaia. Het in Gaia toegepaste model kent geen symmetrische componenten en kan niet toegepast worden in driefasig asymmetrische systemen. De werking van de module voor het berekenen van de asymmetrie is gebaseerd op het gedrag van een éénfase systeem. Een systeem waar de drie fasen elkaar beïnvloeden is in Gaia zonder de componentenmethode of zonder de vijfgeleiderloadflow niet goed te berekenen. Het gedrag van de éénfase kortsluitstromen, zoals in figuur 7 geschetst, wordt dan ook met Gaia niet zo berekend. In werkelijkheid is altijd een smeltveiligheid achter de regeltransformator is opgenomen. Voor het uitvoeren van een veiligheidsberekening is het absoluut noodzakelijk die smeltveiligheid in het secundaire circuit, achter de nulpuntstransformator, ook op te nemen. Zo niet, berekent Gaia een relatief snelle afschakeling door de zekering bij de voeding, terwijl dat niet conform de werkelijkheid is. 2.5 De laagspanningsregelaar met roterende regeling De regelaar met roterende regeling is een serietransformator, die traploos regelbaar is en die twee netgedeelten van gelijk spanningsniveau met elkaar verbindt. De werking van de transformator komt overeen met de inductieregelaar. Aan de doorgaande wikkeling wordt een spanning toegevoegd die afhankelijk is van de stand van een draaibare wikkeling. In feite is de regelaar te vergelijken met de spaar-booster transformator: een spaartransformator en een nulpuntstransformator in één. Alleen de wijze waarop de spanning aan de doorgaande wikkeling wordt toegevoerd, verschilt. Er is waarschijnlijk ook geen driehoekswikkeling aangebracht, want de regeltransformator is maar beperkt asymmetrisch belastbaar.

8 6-55 pmo U1 U2 Figuur 8 Principeschema regelaar met roterende regeling In het normale gebruik is de spaartransformator aangesloten op de klemmen U1 (en V1 en W1) aan de geregelde zijde en op de klemmen U2 (en V2 en W2) aan de voedende zijde. Er is een uitgevoerd sterpunt, maar dat wordt niet gebruikt voor de transformatie. Het sterpunt wordt gebruikt voor opwekking van het regelveld (en voor besturing van de regeling). De transformator is voorzien van een traploze regelaar. Er is een hysterese (tolerantie)van 2%, ingebouwd om slijtage door nerveus regelgedrag te voorkomen. Een traploze regelaar is niet eenvoudig te integreren in Vision. Om deze redenen wordt de regelaar gemodelleerd met een maximum aantal discrete trapstanden. Voor de geregelde spanning geldt: - Umin = Uref - tolerantie/2 - Umax = Uref + tolerantie/2 Voorbeeld: een transformator met een nominale spanning van 38 V heeft een bereik van 34 V (-2%) tot 418 V (+1%). Dat komt overeen met een regelbereik van -72 V tot +38 V. Een trappenschakelaar met een trapgrootte van 1 V levert in Vision een regelbereik op van -72 tot +38 V. Indien een groter bereik gewenst wordt dan van -99 tot +99, moet de trapgrootte groter genomen worden. De bandbreedte van de geregelde spanning mag in ieder geval niet kleiner zijn dan de trapgrootte. De regelaar komt in principe overeen met de inductieregelaar, een transformator waarvan de onderlinge stand van de wikkelingen kan worden gewijzigd teneinde de grootte en de fasehoek van de secundaire spanning te regelen. Toegevoegde spanning en ingangsspanning geven vectorieel opgeteld de uitgangsspanning. Zie onderstaande figuur. Deze manier van regelen introduceert een fasedraaiing in de overzetverhouding, die het grootst is in de nominale stand. α U U2 U toegevoegd U U1 Figuur 9 Eenfase vectordiagram van de Relo-regelaar

9 6-55 pmo De homopolaire impedantie is niet afhankelijk van de trapstand en is vergelijkbaar met de homopolaire impedantie van een verbinding. De Z (en R) is gemodelleerd als langsimpedantie.