Vlaanderen is landbouw & visserij



Vergelijkbare documenten
Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Bodemerosie: oorzaken en oplossingen. Jan Vermang, Martien Swerts, Petra Deproost Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Randvoorwaarde - erosiebestrijding /

Wijzigingen randvoorwaarden 2015

Erosiebestrijding in de randvoorwaarden. Riemst 20 juni 2017 Maarkedal 29 juni 2017

Studiedag NKB: Inleiding

Vragen en opmerkingen erosieklassen 2017

Nieuwe erosieregelgeving randvoorwaarden. Lierde 17/3/2016 Bart Debussche

Begeleidende nota minimale MTR-advisering

EROSIEBESTRIJDING VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN

Witloofwortelteelt op erosiegevoelige percelen

Controle op de erosiemaatregelen Hubert Hernalsteen

EROSIEBESTRIJDING. een algemene toelichting. Catherine Puype Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek

Erosiebeleid in Vlaanderen. Annelies Gorissen, Karel Vandaele, Jo Lammens en Peter Priemen Provinciaal Steunpunt Land & Water

Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Erosiebestrijding: meer dan sediment uit de waterlopen houden

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren

Donderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Start werking erosiecoördinatoren - Bertem

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED

Erosiebestrijding in Vlaams-Brabant Stefanie Bourgeois - provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen

Vraag en antwoord over de erosiemaatregelen vanaf 2016 (versie 01/01/2018)

Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

Infosessies nieuw GLB: Vergroening

Vraag en antwoord over de erosiemaatregelen vanaf 2016 (versie 19/04/2016)

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Katrien Neudt Bedrijfsplanner

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke

Teelt van vlinderbloemigen in kader van GLB en PDPOIII

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

KLEINSCHALIGE EEN PRAKTIJKVOORBEELD EROSIEBESTRIJDINGSWERKEN. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Beheerovereenkomsten binnen PDPOII: mogelijkheden voor paardenhouderij

Erosie: wat, waar en vooral wat doe je eraan?

ADVIES betreffende wijziging randvoorwaarden erosie

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK BODEMBESCHERMING

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Agrobiodiversiteit in Vlaanderen Hoe ondersteunt, stimuleert en verplicht de overheid hierin?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015

VASTE BEHEEROVEREENKOMSTEN VLM

CONTROLE EN CERTIFICERING VAN IPM

1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven

Kansen voor NKG op zand

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

Lw 6 juli 2017 (B.S., 11 augustus 2017)

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

1-meter teeltvrije zone. Robin Bedert Coördinerend toezichthouder VLM-Mestbank

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW

Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten. VLM.be VLAANDEREN.be/pdpo VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING

Wat is niet-kerende bodembewerking? Resultaten Interreg-project Prosensols

Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt

PERSMEDEDELING Dinsdag 3 februari 2015

Deze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt.

Het nieuwe GLB Informatieavond Erosie Oudenaarde 20 januari 2015

Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten. VLM.be VLAANDEREN.be/pdpo

T I I Grasbufferstroken

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers

Modellering ESD erosiebestrijding en reductie sedimenttransport. waterlopen

Wat moet de landbouwer doen? - Vlaamse Landmaatschappij

Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen

Erosiebestrijding De voorschriften vanaf 2009

7-OI 3 o 80S a. Dit. fci _0 1 innierkrngen Afgedaan d.d.

Werking steunpunt erosie

Activiteiten en nieuws vanuit Inagro. 18 juni 2019 Beitem

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

VOORWAARDEN AANVRAAG DEROGATIE 2019

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor

Welkom op dit feestelijk moment ter gelegenheid van 10 jaar. beheerovereenkomsten in Oost-Vlaanderen. Vandaag sta ik graag

Aardappeldrempeltjes in de strijd tegen erosie en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen

Studieavond industriebloemkool. 19/2/2018 Bart Debussche Departement Landbouw en Visserij

AKKERRANDEN. Hoe? Wat? Waar?

Maatregelen voor koolstofopslag onder gras- en akkerland in Vlaanderen

Mest hoort thuis op het land, niet in het water. (Rebekka Veeckman, Luc Gallopyn, VLM)

Voorlopige resultaten van de perceelsaangiftes

DEROGATIEVOORWAARDEN 2015

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water

SUBSIDIEMAATREGEL ZORGBOERDERIJEN. Vlaanderen is landbouw & visserij DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ JAAROVERZICHT 2015

Erosiebestrijding. De voorschriften vanaf (herziening augustus 2011)

INDIENEN EN WIJZIGEN VAN DE VERZAMELAANVRAAG

Aanpak van erosie- en waterproblemen Riemst

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

Vergroening ecologisch aandachtsgebied: praktisch op e-loket /

Woensdag 29 juni Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED: PRAKTISCH OP E-LOKET /

Perceelswerken NU! Tope Tegoare Oproep 2014 SUBSIDIEREGLEMENT

Veris persmoment. Inhoud. Contactpersonen BDB Inleiding Situering Veris-dienstverlening Optimaal bekalken Intraperceelsadvisering in praktijk

Code van goede praktijk bodembescherming VERSIE februari 2015

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

Transcriptie:

Vlaanderen is landbouw & visserij PRAKTIJKGIDS WATER IN DE LAND- EN TUINBOUW KATERN EROSIE Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ WWW.VLAANDEREN.BE/LANDBOUW/PRAKTIJKGIDSWATER

Entiteit Departement Landbouw en Visserij Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Coördinatoren Hilde Vanhaecke en Liesbeth Vandekerchove Auteurs(s): Departement Landbouw en Visserij - Hilde Vanhaecke, Hubert Hernalsteen, Kristof Vanoost Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Land- en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke rijkdommen - Liesbeth Vandekerckhove Vlaamse Landmaatschappij - Hylke Colpaert Boerenbond Maarten Huybrechts Inagro - Ellen Pauwelyn Lectoren: Departement Landbouw en Visserij - Bart Debussche, Geert Rombouts, Luc Uytdewilligen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Land- en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke rijkdommen Petra Deproost, Joost Salomez, Martien Swerts, Jan Vermang Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek - Greet Ruysschaert, Koen Willekens Vlaamse Landmaatschappij - Carole Ampe Provincie Vlaams-Brabant - Mieke Vandermersch Provincie Oost-Vlaanderen - Catherine Puype Bodemkundige Dienst van België - Pieter Janssens

COLOFON Samenstelling Entiteit: Departement Landbouw en Visserij Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Verantwoordelijke uitgever Jules Van Lieferinge, secretaris-generaal Depotnummer D/2015/3241/007 Lay-out Dienst communicatie Een digitale versie vindt u terug op www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater

Inhoud 1 INLEIDING.........................................................................................................................................................1 1.1 Wat staat er in dit katern erosie en voor wie is het bestemd? 3 1.2 Wat is erosie? 4 1.3 Waar liggen de erosiegevoelige percelen in Vlaanderen? 5 1.4 Wanneer is mijn perceel erosiegevoelig? 5 1.5 Waarom is het voor mij belangrijk om erosie aan te pakken? 7 2 WAT BEN IK WETTELIJK VERPLICHT TE DOEN?...10 2.1 Situering 10 2.2 Hoe weet ik of ik erosiegevoelige percelen heb? 11 2.3 Gefaseerde invoer van verplichte maatregelen tussen2014 en 2018 12 2.4 Erosiebestrijdingsmaatregelen per teeltcategorie 17 3 WAT KAN IK VRIJWILLIG DOEN - FINANCIËLE ONDERSTEUNING MOGELIJK...20 3.1 Beheerovereenkomsten 20 3.1.1 Grasstrook 20 3.1.2 Grasstrook 15 juni 21 3.1.3 Gemengde grasstrook 21 3.1.4 Gemengde grasstrook plus 22 3.1.5 Strategisch gelegen grasland 22 3.1.6 Een erosiedam uit strobalen 23 3.2 Kleinschalige erosiebestrijdingswerken 24 3.2.1 Vlaamse subsidies voor gemeenten via het Erosiebesluit 24 3.2.2 Provinciale subsidies en diensten 26 3.3 Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) 27 3.3.1 Steun voor productieve investeringen 27 3.3.2 Steun voor niet-productieve investeringen 27 4 HOE KAN IK STAPSGEWIJS EROSIE AANPAKKEN?......................................................................................... 29 4.1 Aanpak van erosie aan de bron 29 4.2 Hoe vergroot ik de weerstand van mijn bodem tegen erosie? 30 4.2.1 Land- en tuinbouwpraktijken die bijdragen tot de vorming van een goede bodemstructuur 35 4.3 Hoe verminder ik de kracht van de inslaande regendruppels en afstromend water? 43 4.3.1 Land-en tuinbouwpraktijken die de ruwheid van het bodemoppervlak vergroten 43 4.3.2 Land- en tuinbouwpraktijken die een maximale bodembedekking realiseren 47 4.4 Erosiebestrijdingswerken 99 5 WAAR KAN IK INFORMATIE EN BEGELEIDING VINDEN?...100

1 INLEIDING Erosie door water en wind is zo oud als de wereld zelf. De huidige bodems zijn tot stand gekomen door verwering en bodemvormende processen. Door natuurlijke erosie en sedimentatie werd de wereld bewoonbaar en werd landbouw mogelijk. Zo dankt de Nijldelta zijn vruchtbaarheid aan de afzetting van sediment afkomstig van de Ethiopische hoogvlakten. De vruchtbare leembodems van midden België zijn ontstaan door afzettingen als gevolg van winderosie tijdens de ijstijden. Oorzaken van erosie zijn zowel de natuurlijke inwerking van water en wind als de bodembewerking door de mens. We moeten onder ogen durven zien dat moderne landbouwactiviteiten en landbouwtechnieken erosie door bodembewerking verergerd hebben. Afbeelding 1. Erosie De gevolgen van erosie worden daarnaast problematischer door tussenkomst van de mens. Denken we hierbij maar aan de uitbreiding van het verharde oppervlak door woningbouw en de aanleg van wegen in ons verstedelijkte Vlaanderen. Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw treedt bodemerosie in Vlaanderen in versterkte mate op en leidt het tot toenemende overlast in de vorm van modderstromen. Samen met het sediment komen nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen in de waterlopen terecht. Hierdoor treedt vervuiling en eutrofiëring op en moet steeds vaker slib geruimd worden. De samenleving vindt dit onaanvaardbaar en eist zichtbare verbeteringen. Tegenwoordig wordt bodemerosie wereldwijd erkend als een ernstige bedreiging voor het welzijn van de mens. Wist u dit? Jaarlijks spoelt in Vlaanderen ongeveer 1,5 miljoen ton landbouwgrond weg door bodemerosie Jaarlijks moet in Vlaanderen 2,4 miljoen ton (droge stof) slib worden verwijderd uit waterwegen en waterlopen en 60% hiervan is afkomstig van erosie Dit betekent een jaarlijkse kost voor Vlaanderen van 160 miljoen euro Bodemerosie leidt voor u als landbouwer zeker tot opbrengstverlies en bodembewerkingsproblemen. In het slechtste geval zou u ook kunnen opdraaien voor de kosten als gevolg van schade door modderstromen. Zowel grondgebruikers als bewoners en overheden hebben dus direct of indirect met de gevolgen van erosie te maken. Het vormt een serieus probleem dat niet mag worden onderschat. 1

Afbeelding 2. Modderstroom in bebouwde kom Verwacht wordt dat de erosieproblemen verder zullen toenemen in de toekomst. Langere periodes van droogte afgewisseld met meer hevige regenvlagen als gevolg van de voorspelde klimaatsverandering zijn daarbij een belangrijke bedreiging. Daarom heeft de Vlaamse Regering beslist om de erosieproblematiek brongericht aan te pakken. Strengere verplichte erosiebestrijdingsmaatregelen voor land- en tuinbouw die gespreid in de tijd vanaf 2014 worden opgelegd, moeten een gepast antwoord bieden in de strijd tegen erosie. Dit katern erosie wil hierbij een waardevol hulpmiddel zijn. Het is in de eerste plaats bedoeld als achtergrond en toelichting bij deze verstrengde maatregelen, maar wil ook verder kijken dan wat wettelijk verplicht is. Het katern gaat uitgebreid in op vrijwillige maatregelen die u kunt nemen en op de mogelijke financiële steun hiervoor. Daarnaast krijgt u praktische tips voor de stapsgewijze aanpak van erosie met telkens een overzicht van de machines die u hierbij kunt inzetten. 2

1.1 WAT STAAT ER IN DIT KATERN EROSIE EN VOOR WIE IS HET BESTEMD? Dit katern erosie is opgevat als een praktische wegwijzer voor de preventie en bestrijding van bodemerosie voor die land- en tuinbouwers die in Vlaanderen landbouwpercelen bezitten en/of bewerken. In eerste instantie trachten we de gebruikers van erosiegevoelige percelen in Vlaanderen doorheen de geldende regelgeving en verplichtingen te loodsen. Maar we willen ook verder kijken dan de wettelijke verplichtingen en het belang aantonen van erosiebestrijdende maatregelen op alle percelen. Bovendien willen we alle grondbezitters en grondgebruikers een informatiebron en leidraad bieden voor het behoud van de vruchtbaarheid van de bodem en de preventie en aanpak van erosie. In dit Hoofdstuk 1. Inleiding, krijgt u algemene informatie over erosie en de gevolgen ervan voor Vlaanderen en voor u als land- of tuinbouwer. In Hoofdstuk 2. Wat ben ik wettelijk verplicht te doen?, lichten we de nieuwe wettelijke erosiebestrijdingsmaatregelen toe, zonder in detail op de technieken in te gaan. In Hoofdstuk 3. Wat kan ik vrijwillig doen financiële ondersteuning mogelijk, worden alle maatregelen opgesomd waarvoor u subsidies kunt aanvragen. Voor informatie over alle mogelijke teelttechnieken en de daarbij horende machines in het kader van erosiebestrijding verwijzen wij u naar Hoofdstuk 4. Hoe kan ik stapsgewijs erosie aanpakken? In Hoofdstuk 5 tot slot kunt u alle mogelijke contacten en adressen vinden waar u terecht kunt voor informatie en begeleiding. Wat als ik percelen heb die buiten het Vlaamse grondgebied liggen? Dit katern behandelt enkel de Vlaamse wetgeving over erosie. Wanneer u ook percelen bezit en/of bewerkt buiten het Vlaamse grondgebied, kunt u bij volgende instanties terecht voor meer informatie: Voor Wallonië: Service Public de Wallonie Direction Générale Opérationnelle Agriculture, Ressources Naturelles et Environnement Département de la Ruralité et des Cours d Eau Direction du Développement Rural - Cellule GISER Avenue Prince de Liège, 7 / 5100 Jambes Tél: 081/336 482 / Fax: 081/336 444 erosion@spw.wallonie.be www.giser.be / www.agreau.be Voor Nederland: Waterschap Roer en Overmaas Parklaan, 10 / 6131 KG Sittard www.overmaas.nl Limburgse Land- en Tuinbouw Bond Wilhelminasingel, 25 / Postbus 960 / 6040 AZ Roermond www.lltb.nl De recente Verordening Productschap Akkerbouw erosiebestrijding Zuid-Limburg 2013 vindt u op: www.productschapakkerbouw. nl/files/verordening_pa_erosiebestrijding_zuid-limburg_2013.pdf Meer informatie vindt u ook op: www.wageningenur.nl/nl/zoekresultaten.htm?keyword=erosiebestrijdingsmaatregelen&searchid =88564&tab=publications Voor Frankrijk: Chambre d agriculture de région du Nord-Pas de Calais Service Développement Agricole Durable et Sociétal 140 Boulevard de la Liberté / CS 71177 / 59013 LILLE CEDEX www.agriculture-npdc.fr/fileadmin/documents/publication/environnement/guide%20de%20l%20erosion.pdf Voor Duitsland: www.umweltbundesamt.de/themen/boden-landwirtschaft/bodenbelastungen/erosion 3

1.2 WAT IS EROSIE? Bodemerosie is een geleidelijk proces waarbij bodemdeeltjes losgemaakt en verplaatst worden. In onze streken zijn water en wind de belangrijkste dragers van de bodemdeeltjes. Bodembewerking kan dit proces versnellen. Daarnaast kunnen bodembewerkingstechnieken zoals ploegen ook zorgen voor verplaatsing van bodemdeeltjes binnen een perceel. We spreken dan van bewerkingserosie. We hebben het in dit katern vooral over de aanpak van watererosie. Watererosie ontstaat wanneer het effect van inslaande regen en afstromend water sterker is dan de weerstand van de bodem. Omgevingsfactoren en de teelttechniek bepalen de mate van erosie die ontstaat bij hevige neerslag. Dit komt uitvoerig aan bod in hoofdstuk 4. U vindt meer informatie in de brochure Erosie in Vlaanderen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Land- en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen. Belangrijke functies van de bodem voor landbouw De bodem is een groeimedium, namelijk de plaats waar wortels van gewassen zich verankeren zodat landbouwproductie mogelijk wordt. De bodem levert voedingsstoffen (nutriënten) voor de gewassen. In een gezonde bodem met een goede structuur is er voldoende water en lucht ter beschikking van de planten. De bodem is een habitat voor nuttige organismen die de nutriënten vrijstellen uit organisch materiaal en die bijdragen tot de weerbaarheid van de gewassen in de strijd tegen ziekten en plagen. De bodem is een opslagplaats van organische koolstof die bijdraagt aan een betere stabiliteit van aggregaten en aan de basis ligt van de bufferfunctie voor nutriënten en water. Organische koolstof die in de bodem wordt vastgehouden is CO2 die niet bijdraagt aan het broeikasgaseffect. Dank zij de bodem wordt onze voedselvoorziening gewaarborgd en onze drinkwaterreserve beschermd onder meer door filtratie. De draagkracht van de bodem zorgt ervoor dat er met machines kan gewerkt worden. In de bodem bevindt zich een genenbank van onschatbare waarde die inzake volume en diversiteit van biomassa veel groter is dan wat zich bovengronds bevindt. De bodem ligt ook aan de basis van de biodiversiteit in ons landbouwlandschap en is dus in zekere zin het fundament van ons cultureel erfgoed en van onze leefomgeving. 4

1.3 WAAR LIGGEN DE EROSIEGEVOELIGE PERCELEN IN VLAANDEREN? De erosiegevoeligheid van de landbouwpercelen in Vlaanderen wordt weergegeven op de potentiële bodemerosiekaart die u kunt vinden op: www.dov.vlaanderen.be/erosie Volgens de potentiële bodemerosiekaart zijn ongeveer een kwart van de Vlaamse landbouwpercelen in meerdere of mindere mate onderhevig aan bodemerosie. De grootste risico s situeren zich voornamelijk in Haspengouw, het Hageland, het Pajottenland en de Vlaamse Ardennen. Deze kaart toont de gemiddelde erosiegevoeligheid van de Vlaamse gemeenten op basis van de perceelsgegevens. Figuur 1. Gemiddelde erosiegevoeligheid van de Vlaamse gemeenten 1.4 WANNEER IS MIJN PERCEEL EROSIEGEVOELIG? Op basis van een wetenschappelijk model, ontwikkeld door de onderzoeksgroep Fysische geografie aan de KULeuven, deelt de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke rijkdommen (ALBON) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie de percelen in volgens hun erosiegevoeligheid. Het model is gebaseerd op de internationaal erkende RUSLE vergelijking (Revised Universal Soil Loss Equation) en berekent de gemiddelde jaarlijkse erosie per hectare. Het systeem in Vlaanderen is uniek omdat de erosiegevoeligheid van een perceel niet enkel afhangt van de hellingsgraad maar ook rekening houdt met de hellingslengte: dit is de lengte waarover het water ongehinderd kan afstromen; het afstromingsgebied: er wordt rekening gehouden met de volledige stroomgebiedsoppervlakte; de bodemtextuur: niet alle bodemtypes (zand, zandleem, leem, klei) zijn even erosiegevoelig. Ook de erosiviteit van de neerslag, de intensiteit en de hoeveelheid neerslag van een regenbui, wordt in rekening gebracht. Deze is echter dezelfde voor heel Vlaanderen. 5

Tabel 1. Indeling van landbouwpercelen in erosiegevoeligheidsklassen en het totaal aantal ha in Vlaanderen per erosiegevoeligheidsklasse Erosiegevoeligheidsklasse Kleur op de potentiële bodemerosiekaart Oppervlakte Vlaanderen (2014) (ha) Zeer hoog Paars 9.758 Hoog Rood 40.459 Medium Oranje 35.507 Laag Geel 72.791 Zeer laag licht groen 229.991 Verwaarloosbaar donker groen 310.153 De kaart wordt ieder jaar aangepast aan de actuele situatie op het terrein. Meer informatie kunt u vinden op www.lne.be/themas/bodem/erosie1/waar_komt_bodemerosie_voor Figuur 2. Voorbeeld detailkaart indeling percelen volgens erosiegevoeligheid 6

1.5 WAAROM IS HET VOOR MIJ BELANGRIJK OM EROSIE AAN TE PAKKEN? Herkent u bepaalde van deze problemen? Ik ploeg steeds meer stenen boven op mijn veld Afbeelding 3. Stenen aan het bodemoppervlak als gevolg van erosie Er is een kleurverschil aan het bodemoppervlak van mijn akker Afbeelding 4. Kleurverschil aan het bodemoppervlak als gevolg van erosie Er ontstaan telkens weer geulen op mijn veld Afbeelding 5. Geulvorming als gevolg van erosie Mijn grachten slibben dicht Afbeelding 6. Dichtslibben van van een beek als gevolg van erosie 7

De opkomst en de stand van mijn gewas zijn onregelmatig Afbeelding 7. Onregelmatige opkomst gewas als gevolg van erosie Dan heeft u misschien een erosieprobleem! En u vraagt zich misschien af hoe u kan vermijden dat modderstromen die van uw akker afkomstig zijn na een zware regenbui, op de onderliggende akker van uw buurman terecht komen of op de openbare weg stromen en problemen veroorzaken voor mens en verkeer. Of bent u een fruitkweker en merkt u dat de akker onderaan uw boomgaard dikwijls last heeft van geulvorming? Uw buurman beweert dat het afstromend water uit uw perceel hiervan de oorzaak is. U wil ook erosieproblemen voorkomen om burenruzies en schade te vermijden! 8

Wist u dit? Op ondiepe bodems met bijvoorbeeld steen-, zand- of kleikoppen op minder dan 150 cm diepte mag er bijna geen erosie plaatsvinden omdat anders de leemmantel op termijn verdwijnt. Bij diepere bodems met een leem-of zandleemlaag dikker dan 150 cm moet de erosie beperkt worden tot 0,5 mm, of minder dan 5 m 3 per jaar. Dit is het verlies dat kan gecompenseerd worden door de vorming van nieuwe bodem. Erosie tast de vruchtbare teeltlaag van uw kostbare landbouwgrond aan. Op korte maar vooral op lange termijn leidt dit tot een vermindering van de opbrengsten. Het afspoelen van de toplaag van de bodem berokkent schade aan kiemplanten en zorgt voor een verminderde plantdichtheid, minder beschikbare voedingsstoffen en meststoffen en een aantasting van de vruchtbare bouwvoor. Dit komt zowel voor op de plaats van afspoelen als op de plaatsen waar het sediment wordt afgezet. U heeft er alle belang bij erosie te voorkomen omdat het u nu en later geld gaat kosten. Door erosie te voorkomen draagt u zorg voor het bodemkapitaal voor uzelf en de toekomstige generaties. Als landbouwer speelt u bovendien, net als de industrie en de gezinnen, een belangrijke rol bij de bescherming van de watervoorraden en bij de realisatie van een goede chemische, ecologische en kwantitatieve toestand van waterlopen en grondwater. Erosie betekent niet alleen het afspoelen van grond, meststoffen en planten, maar ook van gewasbeschermingsmiddelen. Sommige producten zullen oplossen in het afstromende regenwater, andere zullen binden aan sediment en zich verplaatsen via de geërodeerde bodemdeeltjes. Op erosiegevoelige velden kan via afspoeling en erosie tot 5 % van de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen verloren gaan. Niet alleen verstoort dit de gewenste werking van de toegediende middelen op het gewas, u ziet ook dure gewasbeschermingsmiddelen verloren gaan. Afspoeling en erosie veroorzaken bovendien tot 30 % van de vervuiling van het oppervlaktewater door gewasbeschermingsmiddelen. Wanneer middelen teruggevonden worden in concentraties die de drempelwaarden overschrijden, vormt dat een bedreiging voor het waterleven en wordt de drinkwaterproductie bemoeilijkt. Dit leidt tevens tot strengere maatregelen of zelfs het wegvallen van producterkenningen. Dus willen we in de toekomst voldoende en doeltreffende producten overhouden, pakken we erosie best aan! Om al deze redenen is het belangrijk dat u erosie vermijdt en aanpakt! TIP Verliezen van gewasbeschermingsmiddelen door afspoeling en erosie zijn het grootst bij een hevige regenbui net na de toepassing. Vermijd daarom bespuitingen als hevige regen voorspeld wordt en neem erosiebestrijdingsmaatregelen op erosiegevoelige velden. En wist u dat u bepaalde producten enkel nog mag gebruiken op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paarse percelen) als u erosiebestrijdingsmaatregelen neemt? Respecteer dan ook steeds deze gebruiksbeperking zoals aangeduid op het etiket. Bijkomende informatie over het reduceren van afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen vindt u in de TOPPS-prowadis brochure Goede landbouwpraktijken om afspoeling en erosie van gewasbeschermingsmiddelen te reduceren. 9

2 WAT BEN IK WETTELIJK VERPLICHT TE DOEN? In dit hoofdstuk vindt u achtergrond en uitleg bij de nieuwe wettelijke erosiebestrijdingsmaatregelen. In het kader van het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) heeft de Vlaamse Regering op 24 oktober 2014 een nieuw besluit over de randvoorwaarden goedgekeurd waarin licht gewijzigde erosiebestrijdingsmaatregelen zijn opgenomen, geldig vanaf 2015. Alle maatregelen die hier vermeld worden, komen uit dit Besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dit werd gepubliceerd in het Belgische Staatsblad van 8 december 2014 Voor de wettelijk opgelegde erosiebestrijdingsmaatregelen is het niet mogelijk om subsidie te krijgen. Voor aankoop van bepaalde machines is er wel mogelijkheid om investeringssteun te krijgen via het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (VLIF) 2.1 SITUERING Om erosie te bestrijden werkte de overheid in het verleden voornamelijk met stimulerende maatregelen, zoals ondersteuning voor beheerovereenkomsten erosie, aanleggen van bufferstroken, niet-kerende bodembewerking of directe inzaai. Er zijn sinds 2005 al verplichte maatregelen op paarse percelen in het kader van de randvoorwaarden. Maar dit alleen bleek onvoldoende effect te hebben. Daarom voert de Vlaamse overheid nu een globaal erosiebestrijdingsplan in met verplichte maatregelen, stimulerende maatregelen en voorlichting van landbouwers. De erosiebestrijdingsmaatregelen worden tussen 2014 en 2018 stapsgewijs ingevoerd en verstrengd en het areaal waarop ze van toepassing zijn, wordt uitgebreid met de rode percelen. Onder het motto voorkomen is beter dan genezen, wil de Vlaamse overheid het probleem vooral brongericht aanpakken. Er worden dus in de eerste plaats maatregelen opgelegd die ervoor zorgen dat de bodem blijft waar hij is, namelijk op uw landbouwgrond. Deze maatregelen maken deel uit van de randvoorwaarden, de zogenaamde cross compliance waaraan landbouwers moeten voldoen om recht te hebben op directe steun en bepaalde steunregelingen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Wat gebeurt er als ik de verplichte erosiebestrijdingsmaatregelen niet naleef? Zoals voor alle randvoorwaarden zal bij niet-naleving de hierboven bedoelde steun met een bepaald percentage verminderd worden. Is een eerste niet-naleving het gevolg van een nalatigheid van de landbouwer? Dan wordt de steun in principe verlaagd met 3%. Afhankelijk van de ernst, de omvang en het permanente karakter van de nietnaleving kan dat percentage worden aangepast tot 1% of 5%. Betreft het een herhaling van de niet-naleving binnen een periode van drie opeenvolgende jaren? Dan wordt het verlagingspercentage vermenigvuldigd met een factor drie, maar beperkt tot een maximum van 15%. Bij verdere herhaling wordt de inbreuk vanaf dan als opzettelijk beschouwd. Betreft het een opzettelijke niet-naleving van één van de randvoorwaarden? Dan wordt de steun in principe verlaagd met 20%. Afhankelijk van de ernst, de omvang of het permanente karakter van die opzettelijke niet-naleving kan dat verlagingspercentage worden verlaagd tot 15% of worden verhoogd tot maximaal 100%. Waar kan ik informatie vinden over de wettelijke verplichtingen? Jaarlijks zorgt het Departement Landbouw en Visserij voor een voorlichtingsbrochure De randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Deze brochure kunt u vinden op de website van het beleidsdomein Landbouw en Visserij: www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden 10

2.2 HOE WEET IK OF IK EROSIEGEVOELIGE PERCELEN HEB? Onder punt 1.4. van dit katern vindt u meer uitleg over de bepaling van de erosiegevoeligheid van de percelen in Vlaanderen. De jaarlijkse verzamelaanvraag informeert u over de erosiegevoeligheidsklasse van elk van uw percelen. Wanneer een perceel behoort tot de erosiegevoeligheidsklasse zeer hoog (paars), hoog (rood), medium (oranje) of laag (geel), dan zal die informatie voorgedrukt staan op de verzamelaanvraag. Zo heeft u een duidelijke indicatie op welke percelen u erosiebestrijdingsmaatregelen moet nemen, namelijk op de percelen met zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) en op de percelen met hoge erosiegevoeligheid (rood). De berekening van de erosiegevoeligheidsklasse gebeurt jaarlijks op basis van de recentste gegevens uit de perceelsregistratie. Wanneer percelen wijzigen door splitsing, samenvoeging of herintekening, kan dat leiden tot een indeling in een andere erosiegevoeligheidsklasse. Ik ga niet akkoord met de toegewezen erosiegevoeligheidsklasse van mijn perce(e)l(en). Wat kan ik doen? Als u meent dat één of meerdere van uw percelen in een foutieve erosiegevoeligheidsklasse ingetekend zijn, kunt u op elk moment bezwaar aantekenen. Het standaardformulier om bezwaar in te dienen is beschikbaar op de LV-website: www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden Kan ik de erosiegevoeligheidsklasse van een perceel laten dalen en zo ja onder welke voorwaarden? Het koolstofgehalte (C-gehalte) in de bodem is een belangrijk element in het beschermen van de bodem tegen erosie. Hoe hoger het C-gehalte hoe beter het perceel beschermd is tegen erosie. Landbouwers die aan de hand van een analyse van een bodemstaal (0-10 cm of dieper) kunnen aantonen dat het koolstofgehalte minstens 1,7% bedraagt én de zuurtegraad (ph) van de bodem zich in een optimale zone bevindt, kunnen een aanvraag indienen bij de buitendiensten van het Departement Landbouw en Visserij om de erosiegevoeligheid van het bemonsterde perceel met één klasse te laten dalen. De optimale zone van de zuurtegraad is afhankelijk van het bodemtype. U vindt onderstaande gegevens ook terug in de Code van Goede Praktijk Bodembescherming. Bodemtype zand 5,0-6,0 zandleem 5,5-6,5 leem 6,5-7,5 klei 7,0-8,0 Optimale zone zuurtegraad (ph-kcl) Om een verlaging van de erosiegevoeligheidsklasse van een perceel aan te vragen, kan de landbouwer een bodemanalyse gebruiken die maximaal vijf jaar oud is vanaf de datum van de staalname. Die bodemanalyse moet uitgevoerd zijn door een erkend laboratorium en zij blijft dus 5 jaar geldig. De herklassering van de erosiegevoeligheidsklasse van een perceel loopt per kalenderjaar en vangt aan op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag wordt goedgekeurd en eindigt op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan de einddatum van de maximale geldigheidsduur van de bodemanalyse. De herklassering wordt automatisch weergegeven bij de perceelsinformatie opgenomen in de verzamelaanvraag. Als het perceel van vorm verandert, blijft de herklassering geldig voor zover het perceel voor minstens 80% overlapt met het oorspronkelijke perceel waarop de staalname die de basis voor de herklassering vormde, is uitgevoerd. LET WEL! Voor blijvend grasland kunt u als landbouwer geen verlaging in erosiegevoeligheidsklasse vragen. Het standaardformulier voor een aanvraag tot daling in erosiegevoeligheidsklasse is te vinden op de LV-website: www.vlaanderen. be/landbouw/randvoorwaarden De monsterneming en analyse van het bodemstaal moet uitgevoerd worden door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bodembescherming. De lijst met erkende laboratoria kunt u vinden op: www.lne.be/themas/bodem/erkenninglaboratoria 11

2.3 GEFASEERDE INVOER VAN VERPLICHTE MAATREGELEN TUSSEN 2014 EN 2018 Tot eind 2013 waren landbouwers in het kader van de randvoorwaarden enkel verplicht om erosiebestrijdingsmaatregelen te treffen op de percelen met zeer hoge erosiegevoeligheid of paarse percelen. Vanaf 2014 moeten zij ook verplichte maatregelen treffen op de percelen met hoge erosiegevoeligheid of rode percelen. Het areaal van percelen met verplichte erosiebestrijdingsmaatregelen vervijfvoudigt hiermee van ca 10.000 ha tot bijna 50.000 ha (zie hiervoor punt 1.4. in dit katern). Op percelen met medium (oranje) of lage (geel) erosiegevoeligheid komen er voorlopig geen verplichte maatregelen maar de Vlaamse overheid raadt, via voorlichting en stimulerende maatregelen, aan om op deze percelen dezelfde technieken toe te passen als op paarse en rode percelen. Goede, vruchtbare landbouwgrond is immers een kostbaar, zeer belangrijk en onvervangbaar productiemiddel dat niemand graag in de beek ziet belanden. De erosiebestrijdingsmaatregelen die u op paarse of rode percelen moet nemen, verschillen naargelang de teeltcategorie waartoe het gewas behoort dat u op het betrokken perceel teelt. Deze maatregelen hebben betrekking op enerzijds het zorgen voor een minimale bodembedekking, en anderzijds het toepassen van een minimaal landbeheer. Tabel 2 geeft een overzicht van de aanscherping van de erosiebestrijdingsmaatregelen per teeltcategorie in de periode 2015-2018. Deze tabel vindt u ook terug als bijlage 7 van de Voorlichtingsbrochure De randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid die u vindt op de website van het beleidsdomein Landbouw en Visserij: www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden. TIP U raadpleegt best regelmatig de overzichtstabel met de verplichte erosiebestrijdingsmaatregelen op de website www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden Daar vindt u steeds de meest recente versie: van zodra er wijzigingen optreden, wordt de overzichtstabel aangepast. 12

Overzicht aanscherping erosiebestrijdingsmaatregelen in Tabel de 2. periode Overzicht aanscherping 2015-2018 erosiebestrijdingsmaatregelen in de periode 2015-2018 groen: erosiemaatregel van toepassing vanaf 1 januari 2015 blauw erosiemaatregel van toepassing vanaf 1 januari 2016 Bruin: erosiemaatregel van toepassing vanaf 1 januari 2018 Teeltcatego Teeltcategorie Teelten die het jaar rond een volledige bedekking bieden (L) Winter granen + winterkoolzaad (M) Zomergranen, vlas en spinazie (M) VA-groepen fruit (m.u.v. aardbeien), sierplanten, zaad- en plantgoed, houtige gewassen Ruggenteelten Erosiegevoeligheidsklasse zoals weergegeven op de verzamelaanvraag zeer hoog - Paarse percelen (1) hoog - rode percelen (1) Verbod op het omzetten van blijvend grasland naar akkerland met uitzondering van blijvend grasland aangelegd in uitvoering van een BO - Max 2 maand onbedekt voorafgaand aan de aanleg van het zaaibed - Zaaien volgens de hoogtelijnen indien perceel > 100m in die richting (5) - Max 2 weken onbedekt voorafgaand aan de aanleg van het zaaibed - Zaaien volgens de hoogtelijnen indien het perceel > 100m in die richting (5) Ok als teelt + gras of andere waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen zorgen voor > 80% bodembedekking - Max 2 maanden onbedekt voorafgaand aan de inzaai (2) Slechts 1x ruggenteelt om de drie jaar waarbij de twee andere jaren een minder erosiegevoelige teelt moet ingezaaid worden (7) Drempeltjes verplicht Ruggenteelt met frees verboden Ruggenteelt verboden - Max 2 maand onbedekt voorafgaand aan de aanleg van het zaaibed - Zaaien volgens de hoogtelijnen indien perceel > 100 m in die richting (5) - Max 2 weken onbedekt voorafgaand aan de aanleg van het zaaibed - Zaaien volgens de hoogtelijnen indien het perceel > 100m in die richting (5) Ok als teelt + gras of andere waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen zorgen voor > 80% bodembedekking - Max 2 maanden onbedekt voorafgaand aan de inzaai (2) medium - oranje percelen (1) laag - gele percelen (1) (6) (6) (6) (6) (6) (6) Drempeltjes verplicht (6) (6) Aardbeien Teelten n vermeld in Voor de vol volgende bi Teelt Groenten in openlucht maïs (1) Klasse e (2) Gekopp ring voor ko ring voor an (3) BO NK (4) BO DI2 (5) Het toe (6) Op perc erosiebestri (7) Minder teelt gran code maï teelt teelt 13

Teeltcategorie zeer hoog - Paarse percelen (1) hoog - rode percelen (1) Aardbeien Teelten niet elders vermeld in deze tabel - Max 2 maand onbedekt voorafgaand aan de aanplant - Vanaf 15 april tot na de oogst een volledige bodembedekking met stro of een andere waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen - Slechts 1x aardbeienteelt om de drie jaar waarbij de twee andere jaren een minder erosiegevoelige teelt moet ingezaaid worden (7) - Aardbeienteelt verboden - Max 2 maanden onbedekt voorafgaand aan de inzaai (2) - Niet kerende bodembewerking - Of BO Nk2 (3) - Of BO Di2 (4) - Max 2 maanden onbedekt voorafgaand aan de aanplant - Vanaf 15 april tot na de oogst een volledige bodembedekking met stro of een andere waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen - Max 2 maanden onbedekt voorafgaand aan de inzaai (2) - Niet-kerende bodembewerking medium - oranje percelen (1) laag - gele percelen (6) (6) (6) (6) Voor de volgende teelten uit de Teeltcategorie Teelten niet elders vermeld in deze tabel gelden op paarse percelen de volgende bijkomende maatregelen, bovenop de reeds vermelde in de laatste rij van bovenstaande tabel: Teelt Groenten in openlucht maïs Erosiegevoeligheidsklasse - zeer hoog - paarse percelen(1) Teeltrotatie verplicht: slechts 1 x om de drie jaar waarbij de twee andere jaren een minder erosiegevoelige teelt moet ingezaaid worden. (7) Verboden tenzij >80% waterdoorlatende bodembedekking Teeltrotatie verplicht: slechts 1 x om de drie jaar waarbij de twee andere jaren een minder erosiegevoelige teelt moet ingezaaid worden. (7) Verboden tenzij mulchzaai of strip-till-techniek (1) Klasse en kleur op de Potentiële Bodemerosiekaart (LNE); (2) Gekoppeld aan een verplichting om te oogsten en een bodembedekking te voorzien vóór 1 oktober met uitzondering voor korrelmaïs (oogsten vóór 15 november en mulch behouden) en mogelijkheid voor aanvragen van uitzondering voor andere teelten die pas later kunnen geoogst worden; (3) BO NK2: beheerovereenkomst niet-kerende bodembewerking; (4) BO DI2: beheerovereenkomst directe inzaai; (5) Het toepassen van een niet-kerende bodembewerking is een rechtsgeldig alternatief; (6) Op percelen met een medium of een lage erosiegevoeligheid worden de landbouwers sterk aanbevolen om dezelfde erosiebestrijdingsmaatregelen toe te passen als deze die verplicht zijn voor de percelen met een hoge erosiegevoeligheid. (7) Minder erosiegevoelige teelten zijn: teelten uit de teeltcategorie 1, 2 of 3 namelijk de teelten die het volledige jaar een bedekking bieden; wintergranen en winterkoolzaad of zomergranen, vlas en spinazie (dit zijn teelten met de code L en M in de gewascodetabel toegevoegd als bijlage aan de toelichting bij de verzamelaanvraag) maïs volgens strip-till teelten volgens mulchzaai teelten met meer dan 80% waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen 14

BELANGRIJK OM WETEN! Alle maatregelen gelden enkel voor de zogenaamde hoofdteelt De hoofdteelt is de teelt die op 31 mei aanwezig is op het veld. Wanneer op dat moment geen teelt of een grasachtige voorteelt aanwezig is, is het de eerstvolgende teelt die na 31 mei wordt ingezaaid, zoals het ook in de verzamelaanvraag geformuleerd is. Eerst enkele begrippen definiëren Mulchzaai: het direct inzaaien in een voldoende bodembedekking. Om gunstige zaaicondities te creëren wordt bij directe inzaai toegestaan dat de bodem, vóór de insnijding van de zaaikouters, wordt geopend en verkruimeld. Concreet gaat het om schijven of een combinatie van schijven en tanden die werkzaam zijn in dezelfde lijn als de zaaikouter en met een werkbreedte per schijf van maximaal 3 cm. De bodembedekking wordt verkregen door inzaai van een gewas vóór 15 september of door behoud van de mulch van korrelmaïs. Afbeelding 8. Mulchzaai Strip-tilltechniek: de techniek waarbij maïs ingezaaid wordt op een strook bewerkte grond van maximaal 15 cm breed, terwijl de rest van het veld onbewerkt blijft en een voldoende bodembedekking heeft. De bodembedekking wordt verkregen door inzaai van een gewas vóór 15 september of door behoud van de mulch van korrelmaïs. Afbeelding 9. Strip-tilltechniek 15

Drempeltjes: aanaardingen aangebracht dwars tussen de ruggen met een aangepaste machine. Afbeelding 10. Het aanleggen van drempeltjes Volgende definitie van minder erosiegevoelige teelten is van groot belang telkens er in de tekst sprake is van teeltrotatie bij de verplichte maatregelen. Minder erosiegevoelige teelten zijn: * enerzijds teelten uit de 1ste, 2de of 3de teeltcategorie uit Tabel 2, namelijk de teelten die het volledige jaar een bedekking bieden, wintergranen en winterkoolzaad of zomergranen, vlas en spinazie (dit zijn teelten met de code L en M in de gewascodetabel toegevoegd als bijlage 3 bij de toelichting bij de verzamelaanvraag 2015); * anderzijds erosiegevoelige teelten met toepassing van een erosiebestrijdende teelttechniek:»» maïs volgens strip-till;»» teelten volgens mulchzaai;»» teelten met meer dan 80% waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen. 16

2.4 EROSIEBESTRIJDINGSMAATREGELEN PER TEELTCATEGORIE Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie teelten die het jaar rond een volledige bedekking bieden? Deze teeltcategorie omvat alle graslanden, een- en meerjarige klaver, en grasklaver, festulolium, luzerne, mengsels van vlinderbloemigen, mengsels van gras en vlinderbloemigen, olifantsgras, mariadistel en spontane bedekking. Het zijn de teelten die met een de code L zijn aangeduid in de gewascodetabel toegevoegd als bijlage 3 aan de toelichting bij de verzamelaanvraag. Minimale bodembedekking Voor deze teelten geldt vanaf 2015 en enkel op de paarse percelen - dit zijn percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid - een verbod op het omzetten van blijvend grasland naar akkerland met uitzondering van blijvend grasland aangelegd in uitvoering van een beheersovereenkomst. Op rode percelen, dit zijn percelen met een hoge erosiegevoeligheid, gelden geen verplichte maatregelen. Minimaal landbeheer Er zijn voor deze categorie geen teelttechnische maatregelen inzake minimaal landbeheer. Blijvend grasland is dan ook het meest efficiënte middel tegen erosie. Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie wintergranen en winterkoolzaad? Minimale bodembedekking Voor wintergranen en winterkoolzaad geldt dat de bodem maximum twee maanden onbedekt mag blijven voor het zaaibed wordt aangelegd. Deze verplichting geldt al sinds 2014 op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) en vanaf 2015 ook op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (rood). Minimaal landbeheer Wintergranen en winterkoolzaad, moet u vanaf 2015, zowel op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) als op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (rood), inzaaien volgens de hoogtelijnen. Deze verplichting geldt enkel op percelen die langer zijn dan 100 meter in de richting van de hoogtelijnen. Inzaaien volgens de hoogtelijnen betekent dat u inzaait volgens de richting die het best aansluit bij de hoogtelijnen. LET WEL! Het toepassen van een niet-kerende bodembewerking (NKB) is een rechtsgeldig alternatief. Wanneer u NKB toepast, hoeft u dus niet in te zaaien volgens de hoogtelijnen. Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie zomergranen, vlas en spinazie? Minimale bodembedekking Voor zomergranen, vlas en spinazie mag u de bodem niet langer dan 2 weken onbedekt laten vóór de aanleg van het zaaibed. Vanaf 2015 geldt deze verplichting zowel op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) als op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (rood). Dit betekent dat u tijdig een groenbedekker moet inzaaien. Minimaal landbeheer Zomergranen, vlas en spinazie, moet u vanaf 2015, zowel op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) en vanaf 2015 ook op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (rood), inzaaien volgens de hoogtelijnen. Deze verplichting geldt enkel op percelen die langer zijn dan 100 meter in de richting van de hoogtelijnen. Inzaaien volgens de hoogtelijnen betekent dat u inzaait volgens de richting die het best aansluit bij de hoogtelijnen. LET WEL! Het toepassen van een niet-kerende bodembewerking (NKB) is een rechtsgeldig alternatief. Wanneer u NKB toepast, hoeft u dus niet in te zaaien volgens de hoogtelijnen. 17

Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie verzamelaanvraag groepen fruit (met uitzondering van aardbeien), sierplanten, zaad- en plantgoed, houtige gewassen? De maatregelen hieronder vermeld zijn van toepassing voor de teelten uit de volgende groepen opgenomen in de bijlage 3 van de Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015: * Fruit (met uitzondering van aardbeien); * sierplanten; * zaad- en plantgoed; * houtige gewassen. Minimale bodembedekking Wanneer u deze teelten hebt op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) of op percelen met hoge erosiegevoeligheid (rood) moet u ervoor zorgen dat de teelt samen met het gras of een andere waterdoorlatende bodembedekking tussen de rijen de bodem voor meer dan 80% bedekt. Minimaal landbeheer Voor deze categorie gelden geen maatregelen voor minimaal landbeheer. Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie aardbeien? Minimale bodembedekking Vanaf 2015 is de aardbeienteelt in een aparte categorie opgenomen. Hier geldt dat de bodem maximaal twee maanden voor de aanplant onbedekt mag zijn. Bovendien moet u van 15 april tot na de oogst zorgen voor een volledige bodembedekking tussen de rijen met stro of een andere waterdoorlatende bodembedekking. Beide maatregelen gelden zowel op de percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid (paars) als op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (rood). Minimaal landbeheer Voor aardbeien geldt er sinds 2014 een verplichte teeltrotatie op de paarse percelen waarbij u deze teelten maar eens om de drie jaar mag verbouwen en waarbij u de andere twee jaren minder erosiegevoelige teelten moet inzaaien. Vanaf 2015 kunnen er sancties volgen indien u de teeltrotatie op paarse percelen niet naleeft. De aardbeienteelt is vanaf 2018 volledig verboden op paarse percelen. Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie ruggenteelten? Minimale bodembedekking Voor alle gewassen die op ruggen geteeld worden (aardappelen, cichorei, witloof, prei, wortelen, enz.), geldt eveneens de regel dat de bodem maximaal twee maanden onbedekt mag blijven voorafgaand aan de inzaai. Deze regel wordt gekoppeld aan de verplichting om de voorafgaande teelt tijdig te oogsten zodat u vóór 1 oktober in een bodembedekking kunt voorzien bijvoorbeeld door een groenbedekker in te zaaien. Voor korrelmaïs geldt een uitzondering en mag u oogsten tot ten laatste 15 november maar dan moet u de mulch wel op het veld laten. Dit geldt vanaf 2015 zowel op paarse als op rode percelen. U zult dus in uw teeltplanning rekening moeten houden met deze verplichtingen zodat u bijvoorbeeld late aardappelen, suikerbieten of cichorei tijdig kunt oogsten. Op paarse en rode percelen kiest u dus best voor vroeg rijpende variëteiten. U kunt, mits motivatie en het toepassen van andere erosiebestrijdende maatregelen, een uitzondering melden voor teelten die u pas later kunt oogsten. Het formulier hiervoor en de manier waarop u deze uitzondering aanmeldt, vindt u op de LV-website: www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden. Minimaal landbeheer Voor ruggenteelten is het aanleggen van drempeltjes op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (paars) verplicht vanaf 2015. Op percelen met een hoge erosiegevoeligheid (rood) moet u vanaf 2016 eveneens met drempeltjes werken. Enkel op paarse percelen is het opbouwen van de ruggen met frees verboden vanaf 2016 en geldt er een volledig verbod op ruggenteelten vanaf 2018. Voor ruggenteelten geldt er sinds 2014 eveneens een verplichte teeltrotatie op de paarse percelen. Daarbij mag u deze teelten maar eens om de drie jaar verbouwen en moet u de andere twee jaar minder erosiegevoelige teelten inzaaien. Vanaf 2015 kunnen er sancties volgen indien u de teeltrotatie op paarse percelen niet naleeft. 18

Welke maatregelen moet ik treffen voor teelten uit de teeltcategorie teelten niet elders vermeld in de tabel? Deze teeltcategorie omvat alle gewassen die niet aan bod zijn gekomen in de eerder vermelde teeltcategorieën zoals alle openluchtgroenten, maïs, vlakkeveldscichorei, bieten, suikerbieten, Minimale bodembedekking Voor deze gewassen geldt eveneens de regel dat de bodem maximaal twee maanden onbedekt mag blijven voorafgaand aan de inzaai. Deze regel wordt gekoppeld aan de verplichting om de voorafgaande teelt tijdig te oogsten zodat u vóór 1 oktober in een bodembedekking kunt voorzien bijvoorbeeld door een groenbedekker in te zaaien. Voor korrelmaïs geldt een uitzondering en mag u oogsten tot ten laatste 15 november maar dan moet u de mulch wel op het veld laten. Dit geldt vanaf 2015 zowel op paarse als op rode percelen. U zult dus in uw teeltplanning rekening moeten houden met deze verplichtingen zodat u bijvoorbeeld late aardappelen, suikerbieten of cichorei tijdig kunt oogsten. Op paarse en rode percelen kiest u dus best voor vroeg rijpende variëteiten. U kunt, mits motivatie en het toepassen van andere erosiebestrijdende maatregelen, een uitzondering melden voor teelten die u pas later kunt oogsten. Het formulier hiervoor en de manier waarop u deze uitzondering aanmeldt, vindt u op de LV-website: www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden. Minimaal landbeheer Deze gewassen mogen vanaf 2015 enkel nog op de paarse percelen geteeld worden mits u niet- kerende bodembewerking (vóór de hoofdteelt) toepast. Op rode percelen geldt de verplichting tot niet kerende bodembewerking vanaf 2018. Voor groenten in open lucht en voor maïs (met uitzondering voor mais met mulchzaai of strip-tilltechniek) geldt er sinds 2014 een verplichte teeltrotatie op de paarse percelen. Daarbij mag u deze teelten maar eens om de drie jaar verbouwen en moet u de andere twee jaar minder erosiegevoelige teelten inzaaien. Vanaf 2015 kunnen er sancties volgen indien u de teeltrotatie op paarse percelen niet naleeft. Groenten in openlucht zijn verboden op paarse percelen vanaf 2018 tenzij u voorziet in meer dan 80% waterdoorlatende bodembedekking. Maïs telen op paarse percelen is vanaf 2018 verboden tenzij u mulchzaai of strip-tilltechniek toepast. In dit geval moet u oogsten èn in een bodembedekking voorzien vóór 15 september. Het is duidelijk dat dit alles een hele aanpassing zal vergen zowel voor wat de teeltplanning betreft als voor het aanwenden van nieuwe bodembewerkingstechnieken en de hieruit voortvloeiende investering in nieuwe machines. Om u hierbij te helpen wordt in hoofdstuk 4 meer gedetailleerd ingegaan op alle mogelijke teelttechnieken om stapsgewijs erosie aan te pakken. 19

3 WAT KAN IK VRIJWILLIG DOEN? FINANCIËLE ONDERSTEUNING MOGELIJK? 3.1 BEHEEROVEREENKOMSTEN 1 Als actieve landbouwer kunt u voor een aantal erosiebestrijdingsmaatregelen een beheerovereenkomst sluiten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). De overeenkomsten hebben een looptijd van vijf jaar en starten telkens op 1 januari. U ontvangt hiervoor jaarlijks een vergoeding. Het bedrag is afhankelijk van de maatregel. Beheerovereenkomsten voor erosiebestrijding kunnen enkel gesloten worden op percelen die uitgebaat en geregistreerd worden als landbouwgrond in het Vlaamse gewest; in uw verzamelaanvraag (op het e-loket) aangeduid zijn met de erosiegevoeligheidsklasse zeer hoog, hoog, medium, laag of andere ; tijdens de ganse looptijd van de beheerovereenkomst in uw gebruik zijn. Op blanco percelen (d.w.z. zonder aanduiding van erosiegevoeligheid) kunt u geen beheerovereenkomst voor erosiebestrijding sluiten. Toch is het mogelijk dat zo n perceel veel afstromend water produceert of ontvangt, en dan kan een erosiebestrijdingsmaatregel heel nuttig zijn. In dat geval kunt u een aanvraag voor het toekennen van de code A (andere erosiegerelateerde gronden) indienen. Na goedkeuring hiervan, krijgt het perceel de permanente aanduiding andere en komt het in aanmerking voor een beheerovereenkomst erosiebestrijding. Als u geïnteresseerd bent in het sluiten van een beheerovereenkomst, neemt u het best contact op met een bedrijfsplanner van de VLM voor uw regio. Hij/zij geeft gratis en vrijblijvend advies over de mogelijkheden voor het sluiten van beheerovereenkomsten op uw bedrijf, en helpt u bij het invullen van het aanvraagformulier (verkrijgbaar bij de regionale afdelingen van de VLM). Ook de erosiecoördinatoren die door de gemeenten zijn aangesteld, kunnen u op weg helpen bij het kiezen van de gepaste beheerovereenkomst voor erosiebestrijding. 3.1.1 Grasstrook U staat in voor de aanleg (of het behoud) en het onderhoud van een grasstrook op een akker, op de plaats waar water en sediment afstromen. Het gras remt het afstromende water af en vangt de meegevoerde bodemdeeltjes op. De grasstrook heeft een gemiddelde breedte tussen 6 en 30 m, afhankelijk van de erosiegevoeligheid van het perceel en de functie van de strook. Er zijn geen bijkomende beperkingen of verplichtingen m.b.t. maaien, begrazen, bemesten of het gebruik van bestrijdingsmiddelen. U moet wel zorgen dat de grasmat als een ononderbroken geheel behouden blijft. Mocht er zich een ploegvoor of ploegwal gevormd hebben tussen de akker en de grasstrook, moet u die nivelleren, om te voorkomen dat water en sediment naast de strook afstromen. Herinzaai is enkel toegelaten met het oog op het herstel van de grasmat. De jaarlijkse vergoeding voor deze maatregel bedraagt 1.047 EUR/ha. Opgelet, de grasstrook mag u niet gebruiken om te voldoen aan een inzaaiverplichting in het kader van de vergroeningsvereisten rond blijvend grasland! 1 Onder voorbehoud van goedkeuring van het PDPOIII (derde programmadocument voor plattelandsontwikkeling) door de Europese Unie 20

Afbeelding 11. Grasstrook in functie van erosiebestrijding Het is ook mogelijk om de grasstrook een ecologische functie te geven door strengere voorwaarden na te leven. Hiervoor ontvangt u dan ook een hogere vergoeding. Zo kunt u een beheerovereenkomst sluiten voor een grasstrook 15 juni, een gemengde grasstrook of een gemengde grasstrook plus. 3.1.2 Grasstrook 15 juni Als uw akker grenst aan een kwetsbaar landschapselement (waterloop, houtkant, holle weg ), kunt u een beheerovereenkomst sluiten voor het aanleggen en onderhouden van een grasstrook 15 juni. Op deze grasstrook mag u geen meststoffen, bodemverbeteringsmiddelen of bestrijdingsmiddelen (uitgezonderd voor de pleksgewijze bestrijding van akkerdistels) gebruiken. Hierdoor beschermt u het kwetsbare landschapselement tegen de inspoeling van zowel sediment (door erosie) als nutriënten en andere chemicaliën. Verder mag u de strook pas maaien of klepelen vanaf 15 juni en geen enkele andere activiteit uitvoeren op de strook. De jaarlijkse vergoeding voor deze maatregel bedraagt 1.317 EUR/ha. 3.1.3 Gemengde grasstrook U kunt ook een beheerovereenkomst sluiten voor het aanleggen en/of onderhouden van een gemengde grasstrook. Hierbij is het de bedoeling om voldoende geschikt leefgebied te voorzien voor o.a. akker- en weidevogels. Daartoe zaait u een strook van gemiddeld 6 à 30 meter breed in met een goedgekeurd gras(kruiden)mengsel of houdt u een soortenrijke grasstrook in stand. Op deze grasstrook mag u evenmin meststoffen, bodemverbeteringsmiddelen of bestrijdingsmiddelen (uitgezonderd voor de pleksgewijze bestrijding van akkerdistels) gebruiken. U heeft keuze uit twee beheervormen. Ten eerste kunt u ervoor kiezen om het maaien of klepelen uit te stellen tot 15 juli. Vanaf die datum mag u dan de volledige strook maaien of klepelen. Ten tweede kunt u ervoor kiezen om het maaien of klepelen niet uit te stellen. In dit geval moet u wel gedurende het volledige kalenderjaar minstens één derde van de strook laten staan en dit over de gehele lengte. In beide gevallen mag u geen enkele andere activiteit uitvoeren op de strook. Als u een nieuwe grasstrook inzaait, bedraagt de jaarlijkse vergoeding voor deze maatregel 1.812 EUR/ha. Als u een bestaande grasstrook in stand houdt, ontvangt u jaarlijks 1.700 EUR/ha. 21