Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2014



Vergelijkbare documenten
Jaarrapportage 2014 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, oktober 2015

Jaarrapportage 2012 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2013

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2014

Jaarrapportage 2011 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, april 2013

Jaarrapportage 2016 van de Wet afbreking zwangerschap. Gezond vertrouwen

Jaarrapportage 2015 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage Wafz Gezond vertrouwen

Jaarrapportage 2009 van de Wet afbreking zwangerschap. Den Haag, december 2010

Jaarrapportage 2010 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2011

Jaarrapportage 2008 van de Wet afbreking zwangerschap

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

Jaarrapportage 2007 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage 2008 van de Wet afbreking zwangerschap

2 Past de overtijdbehandeling beter in de huisartsenpraktijk dan in de abortuskliniek of het ziekenhuis?

Landelijke abortusregistratie 2011

Landelijke abortusregistratie 2013

vra2007vws Evaluatie Wet afbreking zwangerschap VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Jaarrapportage 2006 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage 2002 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage 2005 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage 2001 van de Wet afbreking zwangerschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Utrecht, augustus 2016 Auteurs: Denise Twisk en Ciel Wijsen Projectnummer: NL0312MR. Rutgers 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Utrecht, april 2016 Auteurs: Lieve Hehenkamp en Ciel Wijsen Projectnummer: NL0312MR. Rutgers 2016

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie

Tweede Kamer der Staten Generaal

BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Statistieken ste Vierdaagse

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Artikelen. Vaders gemiddeld 3 jaar ouder dan moeders. Elma Wobma en Mila van Huis

DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Misdrijven en opsporing

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Ontwikkeling leerlingaantallen

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Verslag zwangerschapsafbreking na 24 weken. Zwangerschapsduur weken dagen ten tijde van de bevalling

Statistieken ste Vierdaagse

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017

resultaten Vacature-enquête

Prenatale screening in Nederland: historisch en geografisch perspectief Oegstgeest, 26 september 2016

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Gebruik jeugdhulp in Groningen: 2016 vergeleken met 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Wet afbreking zwangerschap

Gemiddeld kindertal per vrouw, 2014

Q&A ABORTUS PROVOCATUS 2008

Nederland in internationaal perspectief 1

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd

Geboorteregeling in 2008

Gunil i l l a l a K le l iv i erd r a Gynaecolo l og g F l F e l vozie i kenhuis i Almere

toerisme in cijfers tourism in figures 2011

Werkloosheid in de Europese Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jaarverslag cystectomieregistratie NVU 2017

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Gemiddeld kindertal per vrouw,

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Diversiteit in de Provinciale Staten

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur

FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS. ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN 2011/2012 TOT EN MET 2015/2016

Jaarverslag prostatectomieregistratie NVU 2017

Organisatie en uptakevan. naar downsyndroom en ernstige foetale afwijkingen. Marian Bakker

2. Groei allochtone bevolking fors minder

Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

6,8. Keuzeopdracht door een scholier 2015 woorden 24 februari keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Inleiding

Toerisme in cijfers Tourism in figures XL

1 Alcoholvergiftigingen

Allochtonen op de arbeidsmarkt

De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat XP Den Haag. Datum 19 december 2016 Betreft Afwijkende wijze examineren - dyslexie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

DOSSIER: Abortus. Dossier Abortus. Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap.

Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Tabellenboek Wet Bopz De belangrijkste kwantitatieve ontwikkelingen Wet Bopz in beeld gebracht

AWBZ en Wlz: een vergelijking

Demografische ontwikkelingen in Curaçao in 2015

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Transcriptie:

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap Utrecht, december 2014

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 Inhoud Voorwoord 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 1.1 Aanleiding en belang 9 1.2 Hoofdvragen 9 1.3 Methode 9 2 Conclusies 11 2.1 Aantal zwangerschapsafbrekingen vergelijkbaar met 2012 11 2.2 Stabiel beeld bij veel gegevens 11 2.3 Sterke afname van zwangerschapsafbrekingen bij tieners 11 2.4 Goede toegankelijkheid tot de hulpverlening 11 3 Resultaten: Cijfers en trends 13 3.1 Aantal zwangerschapsafbrekingen vergelijkbaar met vorig jaar 13 3.2 Iets meer behandelingen bij vrouwen woonachtig in het buitenland 14 3.3 Ruim een kwart van de zwangerschapsafbrekingen was overtijdbehandeling 15 3.4 Abortuscijfer gelijk gebleven 16 3.5 Abortusratio iets hoger dan voorgaande vijf jaar 17 3.6 Nederland bij landen met laagste abortuscijfers 18 4 Resultaten: Kenmerken vrouwen die een zwangerschapsafbreking ondergingen 19 4.1 Helft van de zwangerschapsafbrekingen in de eerste 7 weken 19 4.2 Sterke afname zwangerschapsafbrekingen bij tieners 19 4.3 Helft van zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen zonder kinderen 20 4.4 Eenderde had al eerder een zwangerschapsafbreking 20 4.5 Meeste zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen uit Noord- en Zuid-Holland 21 5 Resultaten: zorgverlening rond zwangerschapsafbreking 23 5.1 Goede spreiding van abortushulpverlening over het land 23 5.2 Lichte toename zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen 23 5.3 Aantal tweedetrimesterabortussen gelijk gebleven 23 5.4 Zwangerschapsafbrekingen op basis van resultaten van prenatale diagnostiek vooral in ziekenhuizen 24 5.5 Huisarts houdt belangrijke rol bij verwijzing 25 5.6 Meer consultaties bij een perinatologisch centrum 26 5.7 Meeste behandelingen tussen zesde en tiende dag na eerste gesprek 26 5.8 Overtijdbehandelingen vaker medicamenteus 27 5.9 Gebruik intraveneuze anesthesie neemt toe 28 5.10 Meeste complicaties bij zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen 29 5.11 Anticonceptieadvies vooral door behandelaar, nacontrole vooral bij verwijzer 29 6 Gebruikte bronnen 31 7 Summary 33 Pagina 3 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg Bijlage 1 Definities van gebruikte begrippen 35 Bijlage 2 Aantal zwangerschapsafbrekingen naar woonland cliënt, 1975 2013 37 Bijlage 3 Abortuscijfer en abortusratio 1990-2013 39 Bijlage 4 Kenmerken vrouw: Zwangerschapsduur; leeftijd; aantal kinderen waarvoor zij zorg draagt; aantal eerdere zwangerschapsafbrekingen 41 Bijlage 5 Toegankelijkheid: Woonplaats cliënt naar provincie; aantal Wafz-vergunningen voor ziekenhuizen en klinieken; zwangerschapsafbrekingen naar provincie, trimester, ziekenhuis of kliniek, 2013 44 Bijlage 6 Besluitvorming: Verwijspatroon; beraadtermijn in dagen 47 Bijlage 7 Behandeling: Behandelmethode; gebruik van anesthesie; complicaties 49 Bijlage 8 Nazorg: Nacontrole; anticonceptiekeuze na behandeling 52 Pagina 4 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 Voorwoord Sinds 1984, toen de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) van kracht werd, brengt de Inspectie voor de Gezondheidszorg jaarlijks verslag uit over de zwangerschapsafbrekingen (tot 24 weken) die in Nederland worden verricht. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van het jaar 2013. De basis voor de jaarrapporten zijn de gegevens die abortusklinieken en ziekenhuizen aanleveren over de zwangerschapsafbrekingen in hun instelling. De wettelijke verplichting om (ieder kwartaal) deze gegevens aan de inspectie aan te leveren geldt voor alle instellingen die een vergunning in het kader van de Wafz hebben. De respons is 100 procent. De inspectie gebruikt de aangeleverde gegevens in de eerste plaats als indicatoren in haar risicogestuurde toezicht op de aanbieders van abortuszorg. Zo zijn opgaven die afwijken van eerdere jaren, of van andere instellingen, aanleiding tot verificatie en nadere evaluatie bij de individuele instelling of bij de professionele koepels. De gegevens werden tevens gebruikt in het toezichtonderzoek Abortusklinieken dat de inspectie in 2012 en 2013 uitvoerde. Een van de conclusies in het rapport over dat toezichtonderzoek, getiteld Verantwoorde zorg in abortusklinieken, met ruimte voor verbetering (augustus 2013) was dat de dossiervorming in de abortusklinieken goed op orde was. Om op landelijk niveau inzicht te geven in de abortushulpverlening, zijn in dit rapport de gegevens van afzonderlijke klinieken en ziekenhuizen samengevoegd. Dit rapport geeft hiervan een cijfermatig, feitelijk, overzicht. Dr. J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde, Inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg Pagina 5 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 Samenvatting Jaarlijks rapporteert de Inspectie voor de Gezondheidszorg de gegevens over de zwangerschapsafbrekingen die in het voorafgaande jaar in Nederland werden uitgevoerd. Het betreft de afbrekingen onder de 24 weken zwangerschapsduur. a Krachtens de Wet afbreking zwangerschap (Wafz, 1984) zijn abortusklinieken en ziekenhuizen met vergunning verplicht ieder kwartaal deze behandelingen aan de inspectie te melden. De registratie heeft een dekking van 100 procent. Kerncijfers zwangerschapsafbrekingen in Nederland in 2013 Aantal zwangerschapsafbrekingen Bij vrouwen in Nederland woonachtig Bij vrouwen in buitenland woonachtig Abortuscijfer Aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 vrouwen 15-45jaar Abortusratio Aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 levendgeborenen Zwangerschapsduur bij de afbreking Eerste trimester t/m 12 weken Tweede trimester 13-24 weken 30.601 26.758 3.793 8,5 156 24.832 5.769 Zwangerschapsafbrekingen bij tieners 3.643 Aantal zwangerschapsafbrekingen in een abortuskliniek Aantal zwangerschapsafbrekingen in een ziekenhuis Behandelwijze Instrumentele behandelingen Medicamenteuze behandelingen Combinatie medicamenteus/instrumenteel Anesthesie Lokale anesthesie Intraveneuze anesthesie 27.869 2.732 21.346 5.672 3.566 7.312 17.776 Zwangerschapsafbreking op basis van resultaten prenatale diagnostiek 4,6 Percentage complicatie bij behandeling 1,7 In 2013 werden 30.601 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd. Ruim 12 procent daarvan betrof vrouwen die in het buitenland woonachtig zijn en voor de abortus naar Nederland kwamen. Het aantal behandelde vrouwen dat in Nederland woonde was 26.758. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met 2012. Het abortuscijfer, het aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 in Nederland wonende vrouwen in de leeftijdsgroep 15-45 jaar, was evenals in 2012 8,5. De abortusratio, het aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 levendgeborenen, steeg van 153 naar 156. a De zogenaamde late zwangerschapsafbrekingen (later dan 24 weken) worden elders geregistreerd en geëvalueerd, zie Evaluatie Regeling centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking in een categorie-2 geval en levensbeëindiging bij pasgeborenen, Den Haag 2013. Pagina 7 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg Kenmerken vrouwen Ruim de helft van de zwangerschapsafbrekingen vond plaats in de eerste 7 weken van de zwangerschap. 19 procent vond plaats bij meer dan 12 weken zwangerschap (tweedetrimesterabortus). Bij 4,6 procent van de zwangerschapsafbrekingen waren de resultaten van prenatale diagnostiek reden voor het besluit van de vrouw. Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners was 3.643, dat is 10 procent lager dan in 2012. Vooral bij meisjes onder de 15 jaar was een sterke daling in het aantal afbrekingen: van 142 in 2012 naar 87 in 2013 (min 39 procent). Zorgverlening Hoewel het aandeel van ziekenhuizen langzaam stijgt, vond het overgrote deel van de zwangerschapsafbrekingen plaats in een abortuskliniek (91,1 procent). Het aantal medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen steeg ten opzichte van 2012, met name bij de overtijdbehandeling (vroege zwangerschapsafbreking) die in 38 procent medicamenteus was ( abortuspil ). 83 procent van de zwangerschapsafbrekingen vond plaats onder een vorm van anesthesie, waarbij het gebruik van intraveneuze anesthesie toenam. Bij 1,7 procent van de zwangerschapsafbrekingen trad een complicatie op, waarvan de meeste een incomplete abortus (achterblijven van placenta) en/of ruim bloedverlies betroffen. Uit de rapportage blijkt dat er, over het geheel genomen, de laatste jaren weinig verandert aan het beeld van de zwangerschapsafbrekingen in Nederland. Pagina 8 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en belang Zwangerschapsafbreking is in Nederland geregeld bij wet. De Wet afbreking zwangerschap (Wafz, 1984) bepaalt het kader waarbinnen de hulpverlening kan plaatsvinden. In de wet zijn voorschriften opgenomen die ten doel hebben de kwaliteit van de medische behandeling en een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen. Door middel van een vergunningenstelsel worden deze voorschriften gehandhaafd. Een ziekenhuis of abortuskliniek moet over een vergunning beschikken om zwangerschappen te mogen afbreken. De directies van de ziekenhuizen en abortusklinieken met een Wafz-vergunning rapporteren ieder kwartaal aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg over de behandelingen die in de instelling in het kader van abortushulpverlening zijn gedaan. Deze, in de Wafz vastgelegde, registratieverplichting biedt de inspectie een belangrijk instrument voor het toezicht op de naleving van de Wafz op instellingsniveau. Door het samenbrengen van de gegevens van de afzonderlijke ziekenhuizen en klinieken ontstaat tevens een instrument voor het toezicht op landelijk niveau. Zij zijn de enige bron voor een totaalbeeld van de aantallen en trends in de abortushulpverlening in Nederland in 2013. De zogenaamde late zwangerschapsafbrekingen (later dan 24 weken) worden elders geregistreerd en geëvalueerd. b 1.2 Hoofdvragen De hoofdvragen van deze Wafz-rapportage 2013 zijn: Hoeveel zwangerschapsafbrekingen hebben er in Nederland in 2013 plaatsgevonden? Welke trends kunnen uit de abortusregistratie worden opgemaakt met betrekking tot kenmerken van de behandelde vrouwen en de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorgverlening (voor zover deze uit de abortusregistratie zijn op te maken)? 1.3 Methode Ziekenhuizen en abortusklinieken met een Wafz-vergunning leveren de gegevens over de verrichte zwangerschapsafbrekingen volgens een Modelformulier geanonimiseerd en geaggregeerd aan de inspectie aan. De inspectie brengt alle door ziekenhuizen en klinieken aangeleverde gegevens samen in een database en maakt op basis daarvan analyses. Ieder jaar brengt de inspectie daarover een jaarrapportage uit. Het Modelformulier voor het aanleveren van de registratiegegevens aan de inspectie is per 1 januari 2011 gewijzigd. c De registratie-items die in artikel 11 van de Wafz zijn vastgelegd, zijn gelijk gebleven maar in bewoordingen en definities aangepast. Daarnaast is met betrekking tot de zorginhoud een aantal items toegevoegd of zijn items uitgebreid. Waar mogelijk en opportuun geeft dit rapport over 2013 een vergelijking met de gegevens uit 2011 en 2012, en/of met de gegevens van de voorgaande vijfjaarsperioden. b Zie Evaluatie Regeling centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking in een categorie-2 geval en levensbeëindiging bij pasgeborenen, Den Haag 2013. c De vernieuwde Modelformulieren A en B zijn op 22 december 2010 in de Staatscourant gepubliceerd, zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-20555.pdf. Pagina 9 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg De gegevens over het jaar 2010 moesten deels gebaseerd worden op (onderbouwde) schattingen. d Daarom worden bij het tonen van vijfjaarsperioden de cijfers van 2009 gebruikt in plaats van de cijfers van 2010. Gezien de wettelijke bepalingen leveren de instellingen ook met het nieuwe modelformulier alleen geaggregeerde gegevens aan. Daardoor is het niet mogelijk om correlaties te leggen tussen de verschillende onderdelen van de registratie en worden in dit rapport de rechte tellingen weergegeven. Het Nederlands Genootschap van Abortusartsen heeft in 2012 een aantal richtlijnen voor de abortushulpverlening uitgebracht. De beroepsgroep heeft ervoor gekozen in de richtlijnen de term zwangerschapsafbreking te gebruiken, in plaats van abortus provocatus. De inspectie neemt dit woordgebruik in de voorliggende jaarrapportage over. De gerapporteerde gegevens betreffen de periode 1 januari 31 december 2013. d Zie voor de achtergronden hiervan de Jaarrapportage 2010 van de Wet afbreking zwangerschap. Pagina 10 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 2 Conclusies 2.1 Aantal zwangerschapsafbrekingen vergelijkbaar met 2012 De eerste hoofdvraag luidde: hoeveel zwangerschapsafbrekingen hebben er in Nederland in 2013 plaatsgevonden? In 2013 werden in totaal 30.601 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd. Daarvan waren 3.793 behandelingen bij vrouwen die in het buitenland woonachtig zijn en voor de abortus naar Nederland kwamen (12,4 procent). Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen die in Nederland wonen was 26.758. In 2012 waren de cijfers ongeveer gelijk: er waren toen 30.577 zwangerschapsafbrekingen: 3.684 bij vrouwen uit het buitenland en 26.871 bij vrouwen woonachtig in Nederland. Meer dan de helft van de zwangerschapsafbrekingen vond plaats bij vrouwen die in Noord- en Zuid-Holland woonden. Het abortuscijfer (het aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 in Nederland wonende vrouwen in de vruchtbare leeftijd) was 8,5 evenals in 2012. 2.2 Stabiel beeld bij veel gegevens De tweede hoofdvraag luidde: welke trends kunnen uit de abortusregistratie worden opgemaakt met betrekking tot kenmerken van de behandelde vrouwen en de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorgverlening? De meeste gegevens rond de abortushulpverlening die sinds 1984 worden geregistreerd, vertonen de laatste jaren een stabiel beeld. Ook de kenmerken van de behandelde vrouwen vertonen weinig wijzigingen, evenals de zorgverlening rond de abortushulpvraag. Door in te zoomen op de gegevens zijn echter bij specifieke onderdelen zeker trends en verschillen met voorgaande jaren zichtbaar. 2.3 Sterke afname van zwangerschapsafbrekingen bij tieners Een opmerkelijke wijziging was zichtbaar in het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners. In 2013 betroffen 3.643 afbrekingen een tienerzwangerschap; in 2012 was dit aantal 4.061. Dat is een daling van ruim 10 procent. Vooral bij jonge tieners was er een sterke afname: in 2013 waren er 87 afbrekingen bij meisjes onder de 15 jaar; in 2012 waren dit er 142. Dat is een daling van 39 procent. De gegevens rond zorginhoud, behandelingen en risico s die sinds 1 januari 2011 worden geregistreerd, tonen wel verschillen tussen de jaren maar uit data van 3 jaar kunnen nog geen significante trends zichtbaar worden gemaakt. Door de toevoeging van de informatie over deze aspecten van veilige zorg kan de registratie wel al benut worden voor toezichtdoeleinden en als spiegelinformatie voor de instellingen die abortushulpverlening bieden. 2.4 Goede toegankelijkheid tot de hulpverlening Er is voldoende toegankelijkheid tot abortushulpverlening: de huisarts speelt een belangrijke rol bij de verwijzing maar vrouwen komen ook zonder verwijzing naar de abortuskliniek (met name bij overtijdbehandelingen). De spreiding over het land van klinieken en ziekenhuizen met een abortusvergunning correspondeert met de spreiding van woonplaatsen van de vrouwen met een abortusverzoek. Pagina 11 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 3 Resultaten: Cijfers en trends In dit hoofdstuk worden gegevens over in 2013 uitgevoerde zwangerschapsafbrekingen vanuit verschillende invalshoeken weergegeven. Voor een snel overzicht van de gegevens worden deze waar opportuun in grafieken weergegeven. In de tabellen in de bijlagen staan dan ter aanvulling de onderliggende cijfers. 3.1 Aantal zwangerschapsafbrekingen vergelijkbaar met vorig jaar Het totaal aantal zwangerschapsafbrekingen (inclusief overtijdbehandelingen e ) lag sinds het jaar 2000 rond de 33.000 per jaar. Vanaf 2008 is een dalende trend zichtbaar (figuur 1). In 2013 was het aantal afbrekingen ongeveer gelijk aan het jaar daarvoor. In 2012 werden 30.577 zwangerschapsafbrekingen (inclusief overtijdbehandelingen) uitgevoerd; in 2013 was dit aantal 30.601 (plus 24, tabel 1). Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij in Nederland wonende vrouwen was 113 lager dan in 2012; bij vrouwen die voor de zwangerschapsafbreking naar Nederland kwamen was het aantal 109 hoger. Van 50 vrouwen was het woonland niet bekend (tabel 1). 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 1990 1995 2000 2005 2009 2013 totaal aantal zwangerschapsafbrekingen Aantal zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen in Nederland woonachtig Aantal zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen niet in Nederland woonachtig Figuur 1. Aantal zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen respectievelijk wel en niet in Nederland woonachtig, en totaal aantal zwangerschapsafbrekingen 1990-2013 e Zie bijlage 1 voor definitie van dit begrip. Pagina 13 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg Tabel 1 Aantal zwangerschapsafbrekingen 1980-2013 Land van vestiging 1980* 1985** 1990 1995 2000 2005 2009 2011 2012 2013 Nederland 19.700 17.251 18.384 20.932 27.205 28.738 28.319 27.728 26.871 26.758 Niet in Nederland woonachtig 36.700 20.651 11.852 7.707 6.121 4.240 4.055 3.924 3.684 3.793 Onbekend -- 40 6 46 9 4 53 55 22 50 Totaal 56.400 37.972 30.242 28.685 33.335 32.982 32.427 31.707 30.577 30.601 * Door Stimezo Nederland geregistreerde aantallen van de abortusklinieken en de geschatte aantallen van de ziekenhuizen ** Uit wettelijk verplichte abortusregistratie (inclusief apart opgegeven overtijdbehandelingen, zie hoofdstuk 3.3) Voor gebruik gegevens 2009 in plaats van 2010: zie hoofdstuk 1.3 3.2 Iets meer behandelingen bij vrouwen woonachtig in het buitenland 3.793 zwangerschapsafbrekingen werden verricht bij vrouwen die in het buitenland woonachtig zijn en voor de abortus naar Nederland kwamen (12,4 procent van alle behandelingen, zie tabel 1). Dat is 109 meer dan in 2012 (plus 2,3 procent). Deze relatief geringe stijging valt op omdat het aandeel van buitenlandse vrouwen, na de scherpe daling tussen 1980 en 1990, in de loop der jaren overall gezien geleidelijk steeds verder was afgenomen. Sinds 2002 schommelt het aandeel van vrouwen uit andere landen tussen de 12 en 14 procent van alle afbrekingen (figuur 2). In tabel A, bijlage 2, worden de behandelde vrouwen naar woonland weergegeven. Daaruit blijkt dat de meeste buitenlandse vrouwen uit Duitsland en Frankrijk afkomstig zijn. Pagina 14 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1990 1995 2000 2005 2009 2013 Behandelingen bij vrouwen in Nederland woonachtig in van het totaal Behandelingen bij vrouwen niet in Nederland woonachtig in van het totaal Figuur 2: Relatieve verdeling van zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen respectievelijk wel en niet in Nederland woonachtig, als percentage van het totaal aantal zwangerschapsafbrekingen in het betreffende jaar (zie tabel A in bijlage 2 voor de bijbehorende cijfers). Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen die in Nederland wonen was 26.758, dat is 113 minder dan in 2012 (min 0,4 procent) (tabel 1). 3.3 Ruim een kwart van de zwangerschapsafbrekingen was overtijdbehandeling Het begrip overtijdbehandeling wordt ten onrechte soms geïnterpreteerd als een morning-after methode (zie definities in bijlage 1) en leidt dan tot verwarring. Feitelijk is een overtijdbehandeling een vroege zwangerschapsafbreking, tot 16 dagen overtijd, die zowel instrumenteel (curettage) als medicamenteus ( abortuspil ) kan worden uitgevoerd. De overtijdbehandeling onderscheidt zich van de overige zwangerschapsafbrekingen door de zwangerschapsduur en door wettelijke bepalingen: bij een overtijdbehandeling is de beraadtermijn niet wettelijk verplicht en geldt de wettelijke registratieverplichting voor zwangerschapsafbrekingen niet (zie definities in bijlage 1). Niettemin melden de abortusklinieken de overtijdbehandelingen vrijwillig aan de inspectie. Twee klinieken geven geen aparte registratie op van de overtijdbehandelingen; de overige klinieken melden de overtijdbehandelingen separaat van de overige zwangerschapsafbrekingen. Ziekenhuizen doen geen aparte melding van overtijdbehandelingen. In deze jaarrapportage wordt, evenals voorgaande jaren, steeds het aantal zwangerschapsafbrekingen vermeld dat door de ziekenhuizen en abortusklinieken is opgegeven, inclusief het aantal overtijdbehandelingen. Indien opportuun wordt in de tabellen een onderscheid gemaakt tussen de overtijdbehandeling en de latere zwangerschapsafbrekingen. Pagina 15 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg In 2013 betrof ruim een kwart van de zwangerschapsafbrekingen een overtijdbehandeling (tabel 2). f Tabel 2 Aantal apart gemelde overtijdbehandelingen binnen totaal aantal zwangerschapsafbrekingen Aantal overtijdbehandelingen Percentage overtijdbehandelingen binnen totaal aantal zwangerschapsafbrekingen 1990 3.485 11,5 1995 3.498 12,2 2000 6.005 18,0 2005 6.311 19,1 2009 7.652 23,6 2011 8.272 26,1 2012 7.820 25,6 2013 8.063 26,4 3.4 Abortuscijfer gelijk gebleven Het abortuscijfer is conform de internationale definitie - het aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 vrouwen van 15 tot en met 44 jaar. Het abortuscijfer relateert zo het aantal zwangerschapsafbrekingen aan het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Met behulp van de demografische gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het bekende aantal zwangerschapsafbrekingen bij in Nederland wonende vrouwen kan het abortuscijfer worden berekend. De behandelingen van (Nederlandse) vrouwen die in het buitenland woonachtig zijn, zijn hierin dus niet meeberekend. Het verloop van het abortuscijfer in de periode 1990 tot 2013 wordt weergegeven in figuur 3 en in tabel B in bijlage 3. De figuur laat zien dat het abortuscijfer sinds 2004 stabiliseerde rond de 8,7. In 2013 was het abortuscijfer evenals in 2012-8,5. f Het percentage overtijdbehandelingen binnen het totaal aantal abortus is in werkelijkheid hoger, omdat twee abortusklinieken en de ziekenhuizen deze vroege abortussen niet apart als overtijdbehandeling opgeven, maar als gewone abortus. Pagina 16 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 10 8,5 4 5,2 1990 1995 2000 2005 2010 2013 Figuur 3: Abortuscijfer Nederland (aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 vrouwen van 15-44 jaar in Nederland woonachtig) in de periode 1990-2013 (zie tabel B in bijlage 3 voor de bijbehorende cijfers). 3.5 Abortusratio iets hoger dan voorgaande vijf jaar De abortusratio geeft de verhouding aan tussen het aantal zwangerschapsafbrekingen en het aantal levend geboren kinderen in het betreffende jaar. Uitgaande van de definitie aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 levendgeborenen g was in 2013 de abortusratio onder in Nederland woonachtige vrouwen 156. Sinds 2008 schommelde deze ratio tussen de 152 en 154. Figuur 4 toont het verloop van de abortusratio in Nederland van 1990 tot 2013. Uit hoofdstuk 3.2 blijkt dat het aantal zwangerschapsafbrekingen bij in Nederland woonachtige vrouwen in 2013 113 lager was dan in 2012. Dat de abortusratio niettemin hoger is dan in 2012, komt doordat het aantal levendgeborenen in 2013 eveneens, en verhoudingsgewijs meer, gedaald is (in 2013 waren er 171.341 levendgeborenen tegen 175.457 in 2012, een verschil van 4.116). 180 156 80 93 1990 1995 2000 2005 2010 2013 Figuur 4: Abortusratio Nederland (aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 levendgeborenen) in de periode 1990-2013 (zie tabel C in bijlage 3 voor de bijbehorende cijfers). De abortusratio voor 2010 bedraagt een (onderbouwde) schatting g De abortusratio kent internationaal twee verschillende definities, zie definities in bijlage 1. In dit rapport wordt de meest gangbare definitie gehanteerd, waarbij de noemer het aantal levendgeboren kinderen in het betreffende jaar is. Pagina 17 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg 3.6 Nederland bij landen met laagste abortuscijfers Het abortuscijfer wordt wereldwijd op dezelfde wijze gedefinieerd. In tabel 3 staan de abortuscijfers uit de landen waarover gegevens beschikbaar waren, alfabetisch gesorteerd. De volledigheid en betrouwbaarheid van de registraties is onbekend, dus bij vergelijking is enige voorzichtigheid met betrekking tot de interpretatie geboden. Niettemin blijkt duidelijk dat Nederland tot de landen met de laagste abortuscijfers behoort. De variatie tussen de landen is groot. Opvallend is echter dat binnen de meeste landen het abortuscijfer in de afgelopen jaren relatief stabiel is (met name na 2005). Zoals in de vorige paragrafen getoond, geldt dit ook voor Nederland. Tabel 3 Internationaal abortuscijfer per 1000 vrouwen 15-44 jaar Land 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 België 1 7,0 8,6 8,6 8,9 9,2 9,2 9,3 9,3 -- -- Bulgarije 2 30,6 a 22,3 a 20,0 a 20,4 a 20,0 a 18,7 a 17,8 a 19,1 a 18,3 a -- Canada 3 15,0 b 14,1 b 13,4 b+c 14,4 b 14,0 b 13,6 b 9,3 b 13,3 b -- Denemarken 4 12,5 a 12,4 a 12,3 a 12,6 a 13,1 a 13,4 a 13,3 a 12,7 A -- Duitsland 5 8,0 6,3 a 6,1 a 6,0 a 5,8 a 5,8 a 5,9 a 5,9 a 5,8 a 5,6 a+c Engeland + Wales 6 17,0 17,8 18,3 18,6 18,2 17,0 17,1 17,2 16,4 16,5 Finland 7 9,0 a 9,3 a 9,1 a 9,0 a 8,9 a 9,0 a 8,8 a 9,1 a 8,6 a -- Frankrijk 8 13,8 a 14,3 a 14,9 a 14,7 a 14,4 a 14,5 a 13,3 a 12,9 a 12,9 a -- Hongarije 9 23,2 a 19,9 a 19,1 a 18,2 a 18,4 a 18,1 a 17,0 a 18,1 a -- -- Ierland 10 7,3 d 5,9 d 5,2 d 4,7 d 4,8 d 4,5 d 4,4 d 4,1 d 4,0 d 3,8 d Italië 11 9,4 a 8,9 a 8,8 a 8,6 a 8,2 a 8,7 a 8,6 a 5,4 a 5,4 a -- Litouwen 12 17,2 a 11,2 a 10,8 a 10,9 a 11,1 a 10,1 a 9,1 a 8,5 a 8,5 a -- Nederland 8,0 8,6 8,6 8,6 8,7 8,8 8,7 c 8,7 8,5 8,5 Nieuw-Zeeland 13 18,7 19,2 20,0 20,1 19,7 19,2 18,1 17,3 16,1 13,7 Noorwegen 14 13,7 a 12,9 a 13,2 a 13,8 a 14,5 a 14,1 a 13,8 a 13,3 a 13,1 a 12,5 a Roemenië 15+9 44,4 a 29,2 a 27,1 a 25,0 a 23,5 a 21,4 a 19,0 a 21,9 a 16,4 a Russische Federatie 9 53,9 a 43,7 a 40,3 a 38,0 a 36,1 a 34,2 a 31,9 34,9 -- -- Schotland 16 11,1 12,0 12,5 13,1 13,3 12,4 12,2 11,9 11,9 11,2 Spanje 17 7,1 9,6 10,6 11,5 11,8 11,4 11,5 12,4 12,0 -- Verenigde Staten 18+9 21,3 b 19,4 b 19,9 b 19,5 b 19,5 b 18,5 b 17,7 b 16,9 b 16,5 b 15,9 b Zweden 19+9 18,3 20,2 20,6 21,0 21,3 20,8 20,9 20,9 20,7 -- Zwitserland 20 8,1 6,6 6,8 6,7 6,6 6,5 6,7 6,8 6.7 -- Gegevens (nog) onbekend a Per 1000 vrouwen 15-49 jaar b Cijfers niet van alle staten of provincies bekend; inclusief vrouwen woonachtig in het buitenland c Schatting (estimated) d Op basis van het aantal vrouwen dat zelf gemeld heeft behandeld te zijn in Groot-Brittannië plus vanaf 2008 ook het aantal Ierse vrouwen die door klinieken in Nederland aan de Ierse registratie zijn gemeld. Herkomst gegevens nummers 1-20: zie hoofdstuk 6. Pagina 18 van 52

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 4 Resultaten: Kenmerken vrouwen die een zwangerschapsafbreking ondergingen De registratieformulieren geven inzicht in een aantal kenmerken van de behandelde vrouwen. In dit hoofdstuk worden deze geaggregeerd weergegeven. 4.1 Helft van de zwangerschapsafbrekingen in de eerste 7 weken De helft van alle zwangerschapsafbrekingen (inclusief de overtijdbehandelingen) vond plaats in de eerste 7 weken: 51,0 procent (15.616). 81,1 procent van de afbrekingen vond plaats in het eerste trimester, inclusief overtijdbehandelingen en 19,9 procent in het tweede trimester (vanaf 13+0 weken). Hoofdstuk 5.3 gaat hier verder op in. Figuur 5 toont de relatieve verdeling over de zwangerschapsweken als percentages van het totaal aantal zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen respectievelijk klinieken. De figuur laat zien dat, vergeleken met de ziekenhuizen, in de klinieken relatief vaker een zwangerschapsafbreking in de eerste 7 weken werd verricht (51,9 procent van alle zwangerschapsafbrekingen in de klinieken, versus 41,8 procent van alle zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen). In de ziekenhuizen werd relatief vaker dan in de klinieken een zwangerschapsafbreking na 12 weken verricht (30,8 procent versus 17,7 procent). Voor zwangerschapsafbrekingen na 17 weken zijn deze verschillen nog duidelijker: 16,3 procent van de zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen betroffen zwangerschappen van 18 tot en met 23 weken; in de klinieken was dit 7,0 procent. Een aannemelijke verklaring voor deze verschillen is dat de (latere) zwangerschapsafbrekingen na prenatale diagnostiek meestal in de ziekenhuizen worden uitgevoerd. Het aandeel van de ziekenhuizen in de totale abortusverlening is gering (zie hoofdstuk 5.2). Daarom vinden, ondanks deze relatieve verdeling, bij elke zwangerschapsduur (uitgezonderd 23 weken) de meeste zwangerschapsafbrekingen plaats in de klinieken. In tabel D in bijlage 4 worden de bij figuur 5 behorende aantallen gegeven. klinieken 52 30 11 5 2 ziekenhuizen 42 27 15 4 12 Afbrekingen () gecategoriseerd naar < 8 8-12 13-17 18-20 21-23 Figuur 5: Relatieve verdeling van zwangerschapsduur bij zwangerschapsafbrekingen in 2013, verricht in ziekenhuizen respectievelijk klinieken, als percentage van het totaal aantal zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen respectievelijk klinieken (zie ook tabel D in bijlage 4) 4.2 Sterke afname zwangerschapsafbrekingen bij tieners De leeftijdverdeling van de behandelde vrouwen wordt weergegeven in figuur 6. In tabel E, in bijlage 4, staan de bij figuur 6 behorende aantallen. In 2013 werden 87 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd bij meisjes onder de 15 jaar. Dat is 55 minder dan in 2012, toen dit aantal 142 was (min 39 procent). Ook in de groep van 15 tot en met 19 jaar daalde het aantal zwangerschapsafbrekingen, Pagina 19 van 52

Inspectie voor de Gezondheidszorg van 3.919 in 2012 naar 3.556 (- 363). Het totale aantal zwangerschapsafbrekingen bij een tienerzwangerschap was derhalve 418 minder dan in 2012 (3.643 versus 4.061), een afname van ruim 10 procent. Van alle zwangerschapsafbrekingen werd 11,9 procent bij tieners uitgevoerd h. Dit is 1,4 procent minder dan in 2012 (13,3 procent). Sinds 2002, toen nog 16,8 van alle zwangerschapsafbrekingen een tienerzwangerschap betrof, is er een dalende trend zichtbaar. Evenals in voorgaande jaren vinden de meeste zwangerschapsafbrekingen plaats bij vrouwen tussen de 20 en 25 jaar (24,8 procent) maar er is een lichte stijging in de leeftijdscategorieën > 25 jaar zichtbaar. 30 25 20 15 10 5 0 <15 jaar 15 t/m 19 jaar 20 t/m 24 jaar 25 t/m 29 jaar 30 t/m 34 jaar 35 t/m 39 jaar 40 t/m 44 jaar 45 jaar 2011 2012 2013 Figuur 6: Verdeling naar leeftijd in percentage van totaal aantal zwangerschapsafbrekingen, 2011-2013(zie ook tabel E in bijlage 4) 4.3 Helft van zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen zonder kinderen Meer dan de helft van de behandelde vrouwen i had de zorg voor één of meer kinderen (zie tabel F in bijlage 4). In de toelichting op het Modelformulier staat dat het hier gaat om het aantal kinderen dat de vrouw zelf heeft gekregen en/of waar zij zorg voor draagt. Hieronder worden ook stief-, adoptie- of pleegkinderen verstaan, alsmede reeds overleden kinderen die door de vrouw tot haar kinderen worden gerekend. 4.4 Eenderde had al eerder een zwangerschapsafbreking Bij tweederde van de behandelde vrouwen j was dit de eerste zwangerschapsafbreking. Bijna een kwart had eerder één zwangerschapsafbreking ondergaan. De overige vrouwen hadden twee of meer zwangerschapsafbrekingen gehad. Ten opzichte van vorige jaren zijn hierin geen opvallende veranderingen (tabel G in bijlage 4). h i j Door de aard van de registratie is het niet mogelijk onderscheid te maken tussen tieners die in Nederland wonen en tieners die in het buitenland wonen en naar Nederland kwamen voor de zwangerschapsafbreking. Door de aard van de registratie is het niet mogelijk onderscheid te maken tussen vrouwen die in Nederland wonen en vrouwen die in het buitenland wonen en naar Nederland kwamen voor de zwangerschapsafbreking. Door de aard van de registratie is het niet mogelijk onderscheid te maken tussen vrouwen die in Nederland wonen en vrouwen die in het buitenland wonen en naar Nederland kwamen voor de zwangerschapsafbreking. Pagina 20 van 52