METHODIEK 1. WAT Hoe groot is jouw netwerk? Maak je eigen visitekaartje over het deelthema en ga op pad: wie heeft gelijkaardige interesses en belangen, wie kan wat voor je doen, en wat staat daarvoor in de plaats? Zoek naar één punt dat voor jouw rol heel erg van belang is en houd de visitekaartjes van de anderen in het achterhoofd. Op zoek naar de grootste gemene deler lukt het je misschien wel om jouw voorstel gestemd te krijgen! 2. DOEL een gedragen voorstel formuleren het uitdiepen van de rollen kennismaken met de standpunten van de andere rollen 3. VERLOOP Timing VOORBEREI- DING 0 10 10 30 Wat 1. Voorstelling: 1 van de 9 deelthema s wordt op ludieke wijze voorgesteld door één van de rollen (op voorhand bepaald) of door de voorzitter. Het voorgestelde subthema wordt het onderwerp van deze vergadering. 2. Visitekaartjes maken: 2. elke rol krijgt 20 minuten om een visitekaartje te maken over het subthema. De rollen gebruiken wel best de volledige informatie uit de drie subthema s van het hoofdstuk om hun positie ten aanzien van dit subthema te bepalen. Voor iedereen die de rol vertegenwoordigt, wordt een visitekaartje gemaakt met daarop volgende zaken: Naam (naam van de rol en een persoon). Laat de deelnemers namen verzinnen gerelateerd aan de rol, bijvoorbeeld rol = Verenigde Staten, mogelijke naam = president Barak Obama. Maak eventueel op voorhand een lijst met mogelijke namen. Prioriteiten (Welke prioriteiten stelt jouw rol ten aanzien van het thema? Elke deelnemer schrijft een andere prioriteit op het visitekaartje.) Taken (Wie moet wat doen om die prioriteit te bereiken?) Breekpunt (Welk punt is voor jouw rol zo prioritair dat er geen toegevingen over kunnen gedaan worden?) Elke deelnemer heeft dus een visitekaartje met een andere prioriteit op. Elke deelnemer kopieert voor zichzelf dit kaartje vier maal, zodat hij/zij vijf keer hetzelfde visitekaartje heeft.
Timing VERLOOP 30-45 45-60 Wat 1. De Manager De deelnemers lopen rond en stellen zichzelf voor: wie ben je, en van welke rol? Ze stellen hun prioriteit voor en reageren op de prioriteit van de ander. Door deze prioriteiten uit te wisselen, leren ze de visie van de andere rollen kennen. Ze delen hun visitekaartjes uit en proberen vijf visitekaartjes van verschillende rollen in ruil te hebben. 2. Voorstel formuleren De deelnemers komen terug samen per rol en bespreken de standpunten van de andere rollen over het deelthema. Daarna gaan ze op zoek: wat is, voor hun eigen rol, de best mogelijke consensus? Wat is hun eigen prioriteit, en heeft die een realistische kans om door een meerderheid gestemd te worden? Ze passen hun prioriteit eventueel aan en schrijven ze neer in een motie. 60-70 70-85 85-110 110-120 3. Coalities De deelnemers krijgen opnieuw tijd om met de anderen te gaan praten. Ze weten uit het Managergedeelte welke rollen achter hun voorstel zouden kunnen staan. Ze gaan dus met die eventuele partners onderhandelen om samen een motie in te dienen. 4. Pauze De verschillende moties worden tijdens de pauze bij de voorzitter ingediend. De voorzitter groepeert gelijkaardige of tegengestelde voorstellen. 5. Plenum De voorzitter geeft een overzicht van de moties. De indieners kunnen verduidelijking geven bij hun voorstel, daarna wordt het debat geopend. 6. Stemming De moties worden gestemd.
4. PRAKTISCH TIPS THEMA Handig is om het deelthema op de voorgaande sessie te bepalen. Zo kan elke rol zich in dit deelthema verdiepen en de mening van de andere rollen een eerste keer bekijken. Als rollen op voorhand informatie rond (hun standpunt over) het deelthema opzoeken, kan deze sessie nog vlotter verlopen! MANAGER De visitekaartjes kunnen eventueel op voorhand worden geschreven, zodat we op het moment zelf direct aan de Manager kunnen beginnen. De deelnemers mogen, binnen hun rol, eventueel ook per twee of per drie rondlopen om de andere deelnemers te leren kennen. Volgende opdrachten helpen om deelnemers aan te zetten om met elkaar te praten: % Je moet van elke rol minstens één visitekaartje hebben. Of je moet met één deelnemer van elke rol hebben gesproken. % Probeer te achterhalen wie je grootste tegenstander of medestander is. GROEP Het eerste deel van deze sessie kan ook worden gespeeld vóór het begin van een parlementaire zitting, om persoonlijke kennismaking tussen de deelnemers te stimuleren. Voor kleine groepen kan het stukje coalities wegvallen. Dan kan elke rol een prioriteit indienen waarover gediscussieerd kan worden. Bij grote groepen kan een maximum worden ingesteld voor het aantal voorstellen die kunnen worden ingediend (bv. twee of drie). MATERIAAL Voorgedrukte visitekaartjes met logo van de rol: vijf per deelnemer (zie bijlage één). Lijst met namen waaruit de deelnemers kunnen kiezen voor ronde één: de Manager. Voorgedrukte datefiches.
BIJLAGE 1: Visitekaartje