The lessons learned 2009



Vergelijkbare documenten
GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas!

CO 2 bij paprika: wanneer kan ik het beste doseren? Anja Dieleman, Wageningen UR Glastuinbouw

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans

Optimaal gebruik van CO 2

Aandacht voor bouw en techniek

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika

Optimaliseren van de CO2 dosering in kassen

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4

Opbrengstverhoging snij amaryllis. Arca Kromwijk en Steven Driever, Wageningen UR Glastuinbouw Marc Grootscholten, Improvement Centre

Economie van Het Nieuwe Telen

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

CO 2 : op zoek naar het optimum

Het Nieuwe Telen bij tomaat. Marcel Raaphorst, Wageningen UR Glastuinbouw

Vochtbeheersing onder een scherm. Peter van Weel

Verbeteringsopties BiJo

Innovatie Netwerk Energie Systemen glastuinbouw Oost Brabant (INES) Aardwarmte, WKK en CO 2 10 januari 2013, Peter Vermeulen

Klimaat (on)gelijkheid en luchtbeweging. Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw Seminar HNT 2011, Zoetermeer

De Meerwaarde van Diffuus Licht voor Gewas & Tuinder

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

Energiemanagement Alstroemeria

Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas. Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse

6 Nieuw: Plantvoice / gewasactiviteit en watergift

Gialte (E20B.0132) enzazaden.nl. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen

Rentabiliteit geconditioneerd telen

Energiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld , Arie de Gelder

Conditioneren van chrysant. Marcel Raaphorst Arie de Gelder Paul de Veld (DLV)

monitoringsproef: Verhoogde daglichtbenutting Alstroemeria door gebruik diffuuscoating?

Energiezuinige teelt Alstroemeria

Teeltbegeleiding geconditioneerde tomaat

Conditionering bij biologische vruchtgroenten

Besparen op Groeilicht

Koeling en verneveling bij chrysant

Licht en planten (onder glas)

de plant activiteit sensor Peter Stradiot Energie-InfoDag 12 maart 2009

Warmtebuffering in de grond

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Technieken voor ontvochtiging

Winterlichtkas: spectaculaire resultaten

Belichting bij sla. Economische haalbaarheidsstudie. Marcel Raaphorst Jan Janse

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen

Biologische en overige grondgebonden teelten in een (semi) gesloten kas. Marcel Raaphorst Frank Kempkes (A&F) Jouke Campen (A&F) Ep Heuvelink (TPK)

Krijtmiddelen en diffuus coatings Hoe kies ik het juiste product?

Het Nieuwe Telen. Het Nieuwe Telen. Wat kan ik er NU mee? Ing René Beerkens

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

Gialte (E20B.0132) Teeltrichtlijnen. enzazaden.nl. Raseigenschappen

Near Infrared Radiation (NIR) reflectie:

LED als groeilicht; Wat weten we nu? Lisanne Helmus (Delphy IC) & Kees Weerheim (WUR Glastuinbouw). Energiek event 5 april 2018.

Workshops LichtEvent 9 december 2015

2SaveEnergykas 2017 Een sterk gewas met weinig gas

Gerbera: maximale isolatie & lichtonderschepping

Tomaten telen in een geconditioneerde kas:

Workshops LichtEvent 9 december Door: André Flinterman

Energiebewust belichten: een hele kunst

ENERGIE-EFFICIËNTE GLASTUINBOUW

Ontvochtiger aan, schermkier dicht. Energiek Event, Marcel Raaphorst en Nieves García

LED-verlichting in de praktijk

Relatie tussen toenemende kashoogte en het energieverbruik in de glastuinbouw

Workshop: Telen op plantbalans

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Gewasfotosynthese meten in een (belichte) tomatenteelt. Wageningen UR Glastuinbouw, Anja Dieleman Themabijeenkomst energie glasgroente 18 mei 2015

Warmtepomp in de. aardbeiteelt: Energie-infodag 12 maart Herman Marien.

Pieken zonder Pieken. Project binnen topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal Onderdeel van PPS Energie & CO 2

Analyse aircokas bij Freesia

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

Totaalconcept belichte Groenteteelt. 12 december 2018 Lisanne Helmus (Delphy IC) & Feije de Zwart (WUR)

Energiezuinig telen 10/3/2008. Verloop commodity gasprijs afgelopen 6 jaar. Wat komt er aan de orde? Aanleiding. Energie is heel duur geworden!

19/01/2017. H o e h a a l j e m e e r u i t b e l i c h t e t o m a t e n? V a n t h e o r i e n a a r p r a k t i j k. Meer productie door:

Systemen voor buitenluchttoevoer

Het Nieuwe Telen van Amaryllis Amazone Amaryllis Deel 2 : energiemonitoring

Tuinbouw fossielvrij. Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor. Wageningen University & Research, NL

300 tot 2800 nm 380 tot 750 nm 400 tot 700 nm. HOEVEELHEID Joule [J] / mol [mol]

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie

Notitie. Inleiding. Afgeronde onderzoeken. Betreft: Afgerond onderzoek

Introductie temperatuur

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm

Het Nieuwe Telen van Amaryllis Amazone Amaryllis

27/11/2015. Ontwerpen van nieuwe productiesystemen gebaseerd op LED belichting verlagen van de CO 2 voetafdruk. 1. Inleiding. 1.

Het Nieuwe Telen bij Vereijken

Mechanische aspecten spelen natuurlijk altijd een rol, maar zullen in deze presentatie geen aandacht krijgen.

Paprikateelt in geconditioneerde kassen. Luchtbevochtiging en koeling

Eindexamen m&o vwo I

Milieubarometer

Optimalisatie lichtbenutting in de winterperiode

Goede middag, Met dezepresentatiewilikprobereneen getalsmatiginzichttegevenin verdampingen ontvochtiging en het energieverbruik dat daarmee gemoeid

Energie meervoudig ruimtegebruik

Als planten konden praten

Minimale temperatuurgrenzen courgette

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden

Gebruikershandleiding Simulatiemodel lichtuitstoot. G.L.A.M. Swinkels

Diffuus licht wat is de optimale lichtverstrooiing?

Het Nieuwe Telen Potplanten

Precisie in de kas. meer sensoren, meer analyse, lokaal reageren

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer:

CO 2, temperatuur en energiebesparing

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning

Transcriptie:

58

Greenportkas: The lessons learned 29 Een belangrijk onderdeel van de Greenportkas is het onderzoek dat Wageningen UR Glastuinbouw uitvoert. Het doel is de teler te ondersteunen, o.a. door het nauwkeurig volgen van het klimaat en de plantreacties. We willen het maximale uit het gewas halen bij zo laag mogelijke energiekosten. De resultaten van het tweede onderzoeksjaar worden op de volgende pagina s aan u gepresenteerd, waarbij we drie aspecten belichten: de nieuwe informatie die we met speciale meetinstrumenten in de Greenportkas verzamelen om slimmer bij te kunnen sturen, de ontwikkeling van de teelt en de energiehuishouding. In dit overzicht spreken we van de dichte kas en de open kas ; Greenportkas is het gehele complex van een traditionele teelt in een bestaande kas en semigesloten teelt in een nieuw gebouwde kas die elk aan weerszijden van de schuur liggen. In de dagelijkse praktijk wordt de dichte kas ook vaak Greenportkas of De nieuwe kas genoemd. 59

1 MeTen is weten, ÓÓk in de GreenporTkas venlo de meetinstrumenten en het klimaat tijdens het onderzoek Door Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw in de Greenportkas is geavanceerde meetapparatuur gebruikt om informatie te verzamelen over licht, temperatuur en gewicht van het gewas. al deze informatie geeft inzicht in de toestand van de plant in relatie tot het klimaat. dit maakt het mogelijk om het klimaat beter af te stemmen op de behoefte van het gewas zodat de productie kan worden verhoogd. Voor het onderzoek in de Greenportkas zijn moderne stralingsmeters geïnstalleerd die de hoeveelheid licht in de kas bepalen. Weeggoten en weegbalken worden gebruikt om de verdamping te bepalen. Met behulp van modellen worden onder andere de energiebalans en de stand van de huidmondjes berekend. 6

Straling Eén van de instrumenten in de Greenportkas Venlo is de netto stralingsmeter. Hiervoor is gebruik gemaakt van een heel bijzondere meter die niet alleen de fotosynthetisch actieve straling (PAR) meet maar ook de nabij infrarode (NIR) straling (warmte). Bovendien zijn bij deze meter zowel sensoren naar boven als naar beneden gericht. Zo kan alle straling worden gemeten, niet alleen de straling die de kas binnen komt (Up), maar ook de straling die door het gewas of door de bodem wordt gereflecteerd (Down). De individuele sensoren geven elk een eigen signaal zoals in Figuur 1 valt te zien. Het verschil tussen straling Up en straling Down is de hoeveelheid straling die het gewas absorbeert en die door verdamping of door convectie weer wordt afgevoerd. Er is ook een netto stralingsmeter buiten de kas geplaatst, daardoor kan ook de reflectie door het kasdek worden bepaald. 35 3 Stralingsenergie (W/m 2 ) 25 2 15 1 5-5 : 2: 4: 6: 8: 1: 12: 14: 16: 18: 2: 22: Tijd (uren) Figuur 1 Instraling en uitstraling gedurende een volledige dag in de Greenportkas Venlo in februari 29. Geel = instraling; donkergroen = PAR Up; lichtgroen = PAR Down; blauw = IR Up; rood = IR Down. Op basis van deze gegevens kunnen een aantal zaken worden berekend en weergegeven in een grafiek. Als voorbeeld (Figuur 2) is een berekening gemaakt van de netto straling die in het gewas achterblijft en het aandeel PAR en NIR daarin. Ook is de hoeveelheid straling die door het kasdek is gereflecteerd afgebeeld. In dit voorbeeld zijn er invloeden van belichting en schermen zichtbaar. 25 Stralingsenergie (W/m 2 ) Scherm of belichtingsstand (%) 2 15 1 5-5 : 2: 4: 6: 8: 1: 12: 14: 16: 18: 2: 22: Tijd (uren) Figuur 2 Het effect van schermen en belichten op de straling gedurende een volledige dag in Februari in de Greenportkas Venlo. Geel = netto totale straling die in het gewas achterblijft; donkergroen = netto PAR; lichtgroen = NIR; blauw = reflectie door het kasdek; rood = IR Down; oranje = assimilatielicht; zwart = schermstand. 61

Er is duidelijk te zien dat het schermen de uitstraling in het NIR gebied vermindert (licht groene lijn in Figuur 2). De reflectie van de kas is in dit geval het hoogst rondom 12. uur (blauwe lijn). De zon staat in februari nog erg laag en de reflectie bedraagt ongeveer twintig procent van de netto straling buiten de kas. Als de reflectie in februari wordt vergeleken met een dag in de zomer, dan ontstaat er een ander beeld (Figuur 3). 1 2 8 6 Reflectie (%) 15 1 4 2 Straling (W/m 2 ) 5-2 -4-6 : 2: 4: 6: 8: 1: 12: 14: 16: 18: 2: 22: : Tijd (uren) Figuur 3 Een overzicht van de reflectie van kas en gewas gedurende een volledige dag in de zomer in de Greenportkas Venlo. Donkerpaars = % reflectie door het kasdek; donkerblauw = PAR Up; bruin = PAR Down; groen = IR Up; geel = IR down; lichtblauw = totale hoeveelheid straling die in het gewas achterblijft; paars = NIR. In Figuur 3 is de reflectie door het kasdek in percentage op de linkeras weergegeven. Er zitten in dit soort grafieken altijd pieken omdat de sensor tijdelijk in de schaduw van een constructiedeel komt. Het beeld is echter wel dat de reflectie veel constanter is. Alleen in de avond neemt deze heel erg toe door de specifieke oriëntatie van de kas. Met deze gegevens kan een goede inschatting worden gemaakt van de netto hoeveelheid energie die op het gewas terechtkomt. Dit is van belang om bijvoorbeeld het teveel aan warmte via de koeling af te voeren en op te slaan in de bodem. 62

huidmondjes Dankzij de aanwezigheid van weeggoten en weegbalken kan de verdamping ook goed in beeld worden gebracht. Deze gegevens maken het mogelijk om voor iedere situatie een energiebalans te berekenen. De hoeveelheid energie die netto in het gewas achterblijft moet namelijk altijd gelijk zijn aan de hoeveelheid energie die langs allerlei wegen verdwijnt. Bij hoge instralingen bestaat het energieverlies in principe vooral uit de verdamping en de convectie warmteoverdracht aan de omgeving. De eerste is afhankelijk van het gedrag van de huidmondjes, de tweede van het temperatuurverschil tussen blad en omgeving en de luchtbeweging rondom het blad. Als de plant om wat voor reden dan ook in de stress is, zal die verhouding tussen verdamping en convectie zich wijzigen. Aan de hand van de berekende energiebalans kan dat worden gedetecteerd zodat ingrijpen mogelijk wordt. De huidmondjesopening wordt in de Greenportkas Venlo berekend. In Figuur 4 valt te zien dat de berekende huidmondjesopening rond 14. uur op een dieptepunt zit; de huidmondjesgeleiding is dan klein. Dankzij het aanzetten van de verneveling (zie groene lijn pulstijd) gaan de huidmondjes weer wat open. Voor een optimale situatie van het gewas had de verneveling eigenlijk al veel eerder moeten starten, namelijk vanaf 9. uur toen de daling van de huidmondjesgeleiding begon in te zetten. Als de huidmondjes open zijn, is de plant beter in staat om CO 2 op te nemen en zal de fotosynthese hoger zijn. Door op tijd te starten met vernevelen, kan de plant in een semigesloten kas dus meer droge stof aanmaken. 3 1 Pulstijd en huidmondjesgeleiding 25 2 15 1 5 8 6 4 2 Straling (W/m 2 ) -2 : 2: 4: 6: 8: 1: 12: 14: 16: 18: 2: 22: : Tijd (uren) Figuur 4 - Het effect van verneveling op de berekende huidmondjesopening in het gewas. Geel = instraling; groen = pulstijd verneveling (*3 sec); lichtgroen = netto straling die in het gewas achterblijft; bruin = berekende huidmondjesgeleiding. Scanning elektronen microscopische opname van een tomatenblad met huidmondjes (paars) en haren (blauw) 63

Koelen In de Greenportkas Venlo kan de luchttemperatuur gekoeld worden met de LBK s of met de verneveling. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt als beide systemen samen gebruikt worden (Figuur 5 en 6). 35 11 3 9 Temperaturen ( C) 25 2 15 1 5 7 5 3 1 Straling, RV, Raamstand -1 : 4: 8: 12: 16: 2: : 4: 8: 12: 16: 2: : Tijd (uren) Figuur 5 Een overzicht van twee dagen koelen en vernevelen in de Greenportkas Venlo. Geel = kastemperatuur; blauw = uitblaastemperatuur van de LBK; groen = netto straling die in het gewas achterblijft; lichtblauw = luwe zijde raamstand (*1%); rood = relatieve luchtvochtigheid (*1%). CO 2, huidmondjesgeleiding, RV en verdamping 12 1 8 6 4 2 : 4: 8: 12: 16: 2: : 4: 8: 12: 16: 2: : Tijd (uren) Figuur 6 Een overzicht van twee dagen koelen en vernevelen in de Greenportkas Venlo. Bruin = berekende huidmondjesgeleiding; rood = CO 2 (ppm); lichtblauw = relatieve luchtvochtigheid (*1%); roze = berekende gewasverdamping. In Figuur 5 en 6 is het klimaat van twee achtereenvolgende dagen in augustus 29 afgebeeld. De eerste dag wordt er nauwelijks verneveld, de tweede dag relatief veel. Op de ruimtetemperatuur, de huidmondjesweerstand, de bladtemperatuur en de CO 2 concentratie heeft het aanzetten van de verneveling weinig effect. De RV is in tegenstelling tot wat mogelijk wordt verwacht lager bij gebruik van de verneveling. De verdamping daarentegen is in beide situaties gelijk. De verdamping is namelijk afhankelijk van de netto toegevoerde energie en die is voor beide dagen gelijk. Zolang de huidmondjes goed 64

functioneren zal een hogere of lagere RV slechts een geringe invloed hebben op de verdamping en dat zien we hier gebeuren. Verder valt op dat de gerealiseerde CO2-concentratie niet wordt verhoogd door gebruik van de verneveling. In deze situatie zou dat wel het geval zijn als de ramen minder ver open hadden gestaan. Vanaf dat moment zou de RV zijn opgelopen naar dezelfde waarden als de eerste dag en was er meer warmte uitgewisseld met de buitenomgeving door vochtafvoer. De warmteafvoer kan zo door luchtuitwisseling sterk worden beperkt met een hogere CO2-concentratie als resultaat. Dankzij dit soort inzichten uit de registraties kan het klimaat steeds beter worden afgestemd op de behoefte van het gewas en dat zal uiteindelijk leiden tot een optimalere plantengroei en een betere energiehuishouding. Foto 1. Peter van Weel installeert de stralingsmeter onder het kasdek. Foto 2. De stralingsmeter meet zowel invallend als gereflecteerd licht omdat de sensoren zowel naar boven als naar beneden zijn gericht. 65

2 Mooi teeltresultaat in het tweede jaar dankzij verdere optimalisatie Verslag van het teeltonderzoek in de Greenportkas Venlo Door Jan Janse, Wageningen UR Glastuinbouw In de Greenportkas Venlo is een meerproductie van ongeveer twintig procent gehaald, zonder dat dit ten koste ging van de smaak. Dit is het resultaat van de combinatie van het geteelde ras met de semigesloten teelt. De bovenkoeling en de verneveling bevallen goed, maar moeten met beleid worden ingezet. Het afgelopen seizoen kon gebruik gemaakt worden van de ervaringen die in het eerste jaar met het nieuwe energiesysteem zijn opgedaan. In de eerste maanden van de vorige teelt werkten nog niet alle nieuwe onderdelen vlekkeloos. Toch kon toen in de zomermaanden een meerproductie van zo n acht procent in de dichte kas ten opzichte van de open kas worden gerealiseerd. Dit jaar was het voor Joep Raemakers, zijn adviseur Frank Florus en Wageningen UR Glastuinbouw de uitdaging om een nog grotere productiestijging in de dichte kas te realiseren. Dit blijkt inderdaad te zijn gelukt. Teeltgegevens In de dichte kas zijn de cocktailtomaten dit seizoen ruim twee weken eerder geplant dan vorig jaar, namelijk in week 46. In het grootste gedeelte van deze kas stond het ras Oakley en op zo n 3 m 2 het nieuwe ras Annamay. In de open kas was de plantdatum van Annamay wel vergelijkbaar met vorig jaar (week 52). Bij het ras Annamay was dus een goede vergelijking tussen beide kassen mogelijk. Een week na het planten is in de dichte kas begonnen met groeilicht te geven. In totaal is er tot en met week 17 zo n 13 uur belicht met 182 micromol/m 2 /sec. Dit was 47 uur meer dan in het jaar daarvoor. In zowel de open als de dichte kas is gestart met een plantafstand van 2.5 planten/m 2. Door later extra stengels aan te houden kwam de stengeldichtheid uiteindelijk uit op 4.15 stengels/m 2. Ondanks de hoge stengeldichtheid is de hoeveelheid blad, uitgedrukt in de Leaf Area Index (LAI) in de dichte kas nooit echt te hoog geweest. In de open kas stond het gewas er in het algemeen vrij vegetatief op en daarom is hier vaker een klein blaadje uit de kop verwijderd. Waarschijnlijk had achteraf in deze kas in sommige periodes een wat hogere temperatuur gerealiseerd mogen worden. 66

Klimaat en gewas 27 Gemiddelde etmaaltemperatuur Dichte kas 25 Open Kas 23 21 19 17 15 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 7 De etmaaltemperatuur is door de belichting in de dichte kas hoger. Vanaf mei (week 18) is de temperatuur in de dichte kas veelal wat lager dan in de open kas. Door de belichting kon tot en met april in de dichte kas een hogere temperatuur worden aangehouden dan in de open kas. Met behulp van de bovenkoelers (1 W/m 2 ) en ook luchtbevochtiging kon de temperatuur in de dichte kas bij warm weer goed worden gedrukt. In tegenstelling tot vorig jaar zijn de koelers nu ook overdag gebruikt. Dit is goed bevallen. Ondanks een vijftig procent lagere luchtingscapaciteit kon in de dichte ten opzichte van de open kas vanaf mei gemiddeld een.2 o C lagere etmaaltemperatuur worden gerealiseerd (Figuur 7). Dit was het resultaat van een respectievelijk.1 en.3 o C lagere dag- en nachttemperatuur. Het gewas reageerde goed op de bovenkoeling. Soms vertoonden de koppen in de dichte kas zelfs een paarsverkleuring, wat duidt op een overschot aan assimilaten. Tijdelijk is er toen bewust wat minder gekoeld. De verticale temperatuurverdeling in de kas is steeds goed geweest. 95 Relatieve luchtvochtigheid Dichte kas Open Kas 85 75 65 55 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 8 In de dichte kas is de RV per etmaal vanaf mei gemiddeld 7% hoger. 67

Vanaf mei was de gemiddelde luchtvochtigheid per etmaal in de dichte kas duidelijk hoger, gemiddeld namelijk zo n 7% (Figuur 8). De hogere luchtvochtigheid in de dichte kas is ook vorig jaar al geconstateerd. 14 CO2 Dichte kas 12 Open Kas 1 ppm CO2 8 6 4 2 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 9 In de dichte kas is vanaf april de CO 2 concentratie gemiddeld 16 ppm hoger geweest. Gemiddeld over de gehele periode was het CO 2 -gehalte 8 ppm en vanaf april 16 ppm hoger in de dichte dan in de open kas. Omdat de temperatuur in februari door het belichten in de dichte kas wat te hoog opliep, moest hier meer geventileerd worden, waardoor het CO 2 -gehalte toen op een wat lager niveau uitkwam. In week 12 en 13 is in de dichte kas in verband met de stand van het gewas juist bewust een wat lager CO 2 -gehalte nagestreefd (Figuur 9). 68

Productie en kwaliteit Cumulatieve productie Dichte kas Annamay Open Kas Annamay kg/m 2 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 1 Cumulatieve productie in de twee kassen tot en met week 4 in 29. De productie van Annamay kwam in de dichte kas op een duidelijk hoger niveau uit dan in de open kas (Figuur 1). Tot en met week 4 is in de dichte kas zelfs 5% meer geoogst dan in de open kas. De teelten in beide kassen zijn echter niet goed met elkaar te vergelijken door onder andere verschillen in plantdatum en toepassing van belichting. Vanaf het moment dat het tomatengewas in de open kas enkele weken in productie kwam tot aan eind september (week 15 tot en met week 4), heeft de dichte kas een meerproductie gegeven van zo n 2%. Dit is voor een belangrijk deel gerealiseerd door de oogst van duidelijk (+5 g) zwaardere vruchten (zie Figuur 11). 6 Gemiddeld vruchtgewicht Dichte kas Annamay 5 Open Kas Annamay Open Kas Oakley 4 g 3 2 1 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 11 Het gemiddeld vruchtgewicht in de dichte kas bij het ras Annamay en Oakley en in de open kas bij Annamay. 69

Ongetwijfeld heeft het hogere CO 2 -gehalte hieraan sterk bijgedragen. Maar ook het gebruik van koeling en verneveling zullen ervoor gezorgd hebben dat het gewas ook in de zomermaanden beter produceerde. Door deze stuurmiddelen stonden de tomatenplanten in de dichte kas in het algemeen beter in balans dan in de open kas. Cumulatieve productie Dichte kas Annamay Open Kas Oakley kg/m 2 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 12 Cumulatieve productie van de rassen Annamay en Oakley in de dichte kas in 29. In de dichte kas kon het ras Annamay vergeleken worden met het ras Oakley. Tot eind september was het productieverschil 2% in het voordeel van Annamay (Figuur 12). Dit werd vrijwel geheel veroorzaakt door bijna 7 gram zwaardere vruchten bij Annamay. Annamay is minder scheurgevoelig dan Oakley, waardoor er minder opbrengst verloren gaat. Tabel 1 - Het drogestof gehalte, de refractie en de smaakwaardering door een consumentenpanel van 32 personen op een schaal -1 van de rassen Annamay en Oakley Ras Droge stof (%) Refractie ( o Brix) Smaakwaardering Annamay 6.1 6.9 64 Oakley 6.2 7.1 64 De refractie en het drogestof gehalte in de vrucht (elke drie weken gemeten) was bij Annamay vooral in de eerste helft van de teelt iets lager. Maar dit heeft niet geleid tot een lagere smaakwaardering door het consumentenpanel van Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk, dat op drie momenten de vruchten op smaak heeft onderzocht. De smaak lag bij beide rassen op een even hoog niveau (Tabel 1). 7

Cumulatieve productie Dichte kas Annamay 29 Open Kas Annamay 29 Dichte kas Oakley 28 Open Kas Oakley 28 kg/m 2 5 3 8 13 18 23 28 33 38 Weeknummer Figuur 13 Cumulatieve productie van de dichte en open kas in 28 en 29. Als de productie van 28 met die van dit jaar wordt vergeleken, dan blijkt dat deze in de dichte kas in 29 duidelijk hoger is dan in 28 (Figuur 13). Door eerder te planten en eerder te belichten kwam het gewas in de deze kas uiteraard vroeger in productie. Maar ook in de zomermaanden neemt het productieverschil met vorig jaar nog duidelijk toe. Tot en met week 4 is er in de dichte kas met het ras Annamay ruim 3% meer geoogst dan met Oakley. In de open kas is er in deze periode met Annamay ongeveer 1% meer geoogst dan vorig jaar met Oakley. Deze verschillen zijn voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het nieuwe ras. Uit Figuur 13 valt op te maken dat Annamay het onder geconditioneerde omstandigheden extra goed lijkt te doen. 71

3 GreenporTkas venlo springt FleXiBel in op GrilliGe energiemarkt overzicht van energieverbruik en energielevering Door Marcel Raaphorst, Wageningen UR Glastuinbouw de energiebalans van de Greenportkas was in 29 opnieuw positief. het verbruik van warmte en elektriciteit zijn sinds februari 29 afgenomen met respectievelijk vijf procent en zeven procent ten opzichte van dezelfde periode in 28. de levering van warmte aan de zorggroep is gestegen met tien procent. dit is het resultaat van slim inzetten van de verschillende energiebronnen. Het teeltseizoen van 29 heeft meer energie nodig gehad dan dat van 28 omdat de teelt veel vroeger is gestart. Om de twee teelten eerlijk te kunnen vergelijken worden van beide jaren alleen de periode van februari tot oktober naast elkaar gezet. In de periode van februari tot oktober 29 is het warmteverbruik met vijf procent afgenomen en het elektriciteitsverbruik met zeven procent ten opzichte van dezelfde periode in 28. Ten opzichte van het vorige teeltseizoen is het gewas langer belicht (1.3 uur in 29 ten opzichte van 8 uur in 28) omdat de teelt vroeger is gestart. In de periode na 1 februari is echter zuiniger belicht en is zeven procent minder elektriciteit verbruikt dan in 28. Door de lage elektriciteitsprijzen in het tweede en derde kwartaal van 29 heeft de warmtepomp meer uren en de WKK minder uren gedraaid. Hierdoor kon ook minder elektriciteit geleverd worden dan in 28. Verder is er tien procent meer warmte geleverd aan De Zorggroep. Tussen oktober 28 en oktober 29 was de warmtelevering ongeveer 22. GJ, waarmee de zorggroep jaarlijks zo n 7. m 3 aardgas kan uitsparen. Warmtekrachtkoppeling (WKK) Warmtepomp Warmtewisselaar (TSA) 72

Bronnen en doelen van warmte en elektriciteit In Figuur 14 is weergegeven hoe in de Greenportkas Venlo met warmte en elektriciteit is omgegaan. De warmte is grotendeels geproduceerd door de WKK, af en toe is er bijgesprongen door de ketel. Een klein deel van de warmte is door de warmtepomp geleverd, die daarnaast ook koude levert om de dichte kas te kunnen koelen. Zestien procent van alle geproduceerde warmte is aan de zorggroep geleverd. Met de overige warmte zijn de kassen verwarmd. Het gaat om 114. GJ, wat vergelijkbaar is met 47m 3 aardgas per m 2 met een verwarmingsketel. Dit is vijf procent minder warmtevraag dan in 28. Omdat deze warmte grotendeels is geproduceerd in een efficiënte WKK en warmtepomp is er sprake van een energiebewuste teelt. De WKK is verreweg de grootste elektriciteitsbron. Slechts vijf procent van de elektriciteit is ingekocht. De meeste elektriciteit is teruggeleverd aan het elektriciteitsnet. Daarnaast gaat een groot deel naar de assimilatiebelichting. Warmtepompen, bronpompen en distributiepompen vragen daarmee vergeleken slechts een kleine hoeveelheid elektriciteit. Warmtebronnen 12% warmtepomp Warmtegebruik 16% De Zorggroep 88% WKK en ketel 84% De Greenportkas Elektriciteitsbronnen 5% inkoop Elektriciteitsgebruik 4% warmtepomp 6% overige 26% belichting 64% verkoop 95% productie Figuur 14 - Bronnen en doelen van warmte en elektriciteit in 29. 73

verloop van de energiestromen GedUrende een jaar Het energiesysteem van de Greenportkas Venlo kan zeer fl exibel omgaan met de schommelende energiemarkt. Op de momenten met een lage elektriciteitsprijs is de warmtepomp de voordeligste warmtebron. Als de elektriciteitsprijs hoog is kan de WKK worden ingezet en de elektriciteit tegen een goede prijs worden verkocht. De elektriciteitsbehoefte is niet het hele jaar gelijk. In Figuur 15 is te zien dat in de winterperiode de meeste draaiuren van de WKK zijn gerealiseerd (blauwe lijn). De elektriciteitsvraag is dan ook het hoogst (gele lijn). Toch wordt ook in de winterperiode elektriciteit verkocht (rode lijn), al is deze in het tweede kwartaal veel hoger. In het derde kwartaal (vanaf week 26) wordt de WKK veel minder frequent ingezet en wordt ook minder elektriciteit verkocht. Dit heeft te maken met lage elektriciteitsprijzen in deze periode. 1 3 8 25 Elektriciteit (kwh/dag) 6 4 2 2 15 1 5 Gas WKK (m 3 /dag) 41 45 5 2 6 1 15 19 23 28 32 36 4 Weeknummer Figuur 15 - De productie van elektriciteit en de verdeling over een jaar van het verbruik. Rood = elektriciteitsverbruik (kwh/dag); groen = elektriciteitsinkoop (kwh/dag); geel = elektriciteit voor belichting (kwh/dag); zwart = overig elektriciteitsgebruik (kwh/dag); blauw = gas WKK (m 3 /dag). Uit Figuur 16 blijkt inderdaad dat de warmtepomp in het derde kwartaal vaak heeft gedraaid. De koude die hierbij is geproduceerd kon dan ook direct overdag worden ingezet en hoefde niet naar de aquifer te worden verpompt. Door de warmteproductie van de warmtepomp is de warmte van de WKK minder vaak nodig geweest en heeft deze minder gas verbruikt. 16 3 Warmte WP (kwh/dag) 12 8 4 25 2 15 1 5 Gas WKK (m 3 /dag) 41 45 5 2 6 1 15 19 23 28 32 36 4 Weeknummer Figuur 16 - Verdeling over een jaar van de warmteproductie van warmtepomp (groen) en WKK (blauw). 74

samenvatting en conclusie De Greenportkas Venlo is in staat om fl exibel om te gaan met een grillige energiemarkt. Bij een hoge elektriciteitsprijs kan de efficiënte WKK ingezet worden voor de warmtevoorziening. Bij een lage elektriciteitsprijs kan de warmtepomp voordeliger worden ingezet. Ten opzichte van een bedrijf met een verwarmingsketel is het energieverbruik door de WKK en de warmtepomp veel lager. Het verbruik van warmte en elektriciteit zijn sinds februari 29 afgenomen met respectievelijk vijf procent en zeven procent ten opzichte van dezelfde periode in 28. De levering van warmte aan de zorggroep is gestegen met tien procent. Verdere verbetering van de energie efficiëntie kan worden gezocht in het verder terugdringen van het warmteverbruik en het nog zuiniger omgaan met belichten. Met de uitgekiende meetapparatuur van de Greenportkas Venlo kan de teler precies ingrijpen om het klimaat en de groei te optimaliseren. In de Greenportkas Venlo is een meerproductie van ongeveer twintig procent gehaald, zonder dat dit ten koste ging van de smaak. Dit is het resultaat van de combinatie van het geteelde ras met de semigesloten teelt. De bovenkoeling en de verneveling bevallen goed, maar moeten met beleid worden ingezet. De Greenportkas Venlo is in staat om f lexibel om te gaan met een grillige energiemarkt. Ten opzichte van een bedrijf met een verwarmingsketel is het energieverbruik door de WKK en de warmtepomp veel lager. Het verbruik van warmte en elektriciteit zijn sinds februari 29 afgenomen met respectievelijk vijf procent en zeven procent ten opzichte van dezelfde periode in 28. 75