BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER



Vergelijkbare documenten
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik. Water voor injectie

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. THIOSULFATE DE SODIUM STEROP 1g/5 ml Oplossing voor injectie. Natriumthiosulfaat

INALPIN, 9,48 mg/15 ml; 94,8 mg/15 ml, siroop Codeïnefosfaat hemihydraat - Guaifenesine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide

BIJSLUITER ( )

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER R CALM DIMENHYDRINATE 50 MG TABLETTEN

Stellorphine sine conservans 10mg/1ml oplossing voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex 15 mg tabletten. Noscapine

Behandeling van ernstige pijn die niet wordt verholpen door minder sterke pijnstillers.

Package Leaflet / 1 van 5

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

DOLPRONE 500 MG TABLET

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Loperamide EG 2 mg capsules, hard. Loperamidehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. VISINE 0,5 mg/ml oogdruppels, oplossing. Tetryzolinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Maglid 200 mg/200 mg kauwtabletten. Magnesiumhydroxide / Aluminiumhydroxide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. VITAMINE B12 STEROP 1mg/1ml Oplossing voor injectie en drank. Cyanocobalamine

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5

1. WAT IS NOSCAFLEX 15 MG TABLETTEN EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL INGENOMEN?

CODEINOFORM QUALIPHAR, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE FORTE, 120 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

Senokot 7,5 mg tabletten Sennoside B uit Cassia senna L., vrucht, poeder / Cassia angustifolia Vahl., vrucht, poeder

Longbalsem 10 mg/15 ml mg/15 ml siroop

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Tinctuur van Serenoa repens (Bartram Small), Sap van Echinacea purpurea (Moench)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dixarit 0,025 mg omhulde tabletten clonidinehydrochloride

Rhinofebryl 240 mg/3,2 mg harde capsules

PE-TAM, 500 mg, tabletten paracetamol

Publieksbijsluiter Fentanyl-Janssen

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER (Ref )

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

VASOCEDINE PSEUDOEPHEDRINE 60 mg, filmomhulde tabletten pseudo-efedrine hydrochloride

Version 3.0, 04/2013 BIJSLUITER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie. piritramide

Minims Cyclopentolaathydrochloride 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Minims Cyclopentolaathydrochloride 10 mg/ml oogdruppels, oplossing

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?

TOULARYNX CODEINE, 11,49 mg/15 ml, siroop Codeïne fosfaat hemihydraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Acetylcysteine EG 200 mg, capsules acetylcysteïne

VASOCEDINE PSEUDOEPHEDRINE 60 mg, filmomhulde tabletten pseudo-efedrine hydrochloride

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

BIJSLUITER 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistablet. Acetylsalicylzuur

Balsoclase Antitussivum

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Broncho-Pectoralis Pholcodine 15 mg/300mg siroop. Folcodine 15 mg/15 ml; Sulfogaiacol 300 mg/15 ml

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Indocollyre Unidose 1 mg/ml, oogdruppels, oplossing Indometacine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Mylan 500 mg tabletten Paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nesivine 0,01% baby sine conservans, neusdruppels, oplossing Oxymetazoline hydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NAPHCON FORTE 1 mg/ml oogdruppels, oplossing. Naphazolinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Efedrinechoorhydraat

Bijsluiter: Informatie voor de gebruik(st)er. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Lactulose EG 670 mg/ml, siroop Lactulose EG 10 g, poeder voor drank. lactulose

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Paracetamol Sandoz 500 mg tabletten Paracetamol Sandoz 1 g tabletten. Paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NORIT 250 mg tabletten NORIT 200 mg capsules, hard

DAFLON 500 mg filmomhulde tablet Gemicroniseerde gezuiverde flavonoïdefractie

Betahistine dihcl 8 mg Teva, tabletten Betahistine dihcl 16 mg Teva, tabletten betahistinedihydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie. piritramide

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Urgenin druppels. Tinctuur van Serenoa repens (Bartram Small), Sap van Echinacea purpurea (Moench)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BALSOCLASE ANTITUSSIVUM 2,13 mg/ml drank (pentoxyverine citraat)

Package Leaflet

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Sinecod, 0,15%, siroop. Butamiraatcitraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. ISOPTO TEARS 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Hypromellose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nesivine 0,025% Pediatrie sine conservans, neusspray, oplossing. Oxymetazoline hydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol EG 500 mg tabletten Paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BAREXAL 3 g/0,125 g poeder voor orale suspensie

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistabletten Acetylsalicylzuur

RVG / Version 2017_06 Page 1 of 5. ETHYMAL 125 mg, capsules, zacht ETHYMAL 250 mg, capsules, zacht Ethosuximide

MEDICA KEELSPRAY MENTHOL, 20 mg/10 ml; 5 mg/10 ml, spray voor oromucosaal gebruik Chloorhexidine gluconaat - Lidocaïne hydrochloride

Paracetamol Teva 500 mg ovaal, tabletten paracetamol

Xylometazoline HCl 0,5 mg/ml Teva, neusspray Xylometazoline HCl 1 mg/ml Teva, neusspray xylometazolinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BENERVA 300 mg maagsapresistente tabletten Thiaminehydrochloride

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC)

Strepsils Vit C Sinaasappel zuigtabletten dichlorobenzylalcohol, amylmetacresol en Vitamine C

Cedium benzalkonium, 0,1 %, oplossing voor cutaan gebruik Cedium benzalkonium, 0,1 %, huidspray, oplossing Benzalkoniumchloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Betaserc, tabletten 8 of 16 mg. Betahistine dihydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. A.Vogel ArnicaforceMed forte gel. Arnica Montana L.

BIJSLUITER (CCDS ) (Ref )

INALPIN, 9,48 mg/15 ml; 94,8 mg/15 ml, siroop Codeïnefosfaat hemihydraat - Guaifenesine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC + MAT)

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. SANDOZ CALCIUM 500 MG poeder voor drank. calcium lactaat gluconaat en calcium carbonaat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Opticrom 2% oogdruppels, oplossing. Natriumcromoglicaat

Boots Pharmaceuticals Hoestdrank Noscapine HCl 1 mg/ml, stroop noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Livocab oogdruppels 0,5 mg/ml oogdruppels levocabastine

Informatie voor de patiënt

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE, 60 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

GAVISCON AANGEPASTE FORMULE CITROEN 250 MG kauwtabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dipidolor oplossing voor injectie 10 mg/ml. piritramide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. ALLERGO RHINATHIOL 120 mg filmomhulde tabletten Fexofenadine hydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Livostin 0,5 mg/ml oogdruppels, suspensie. levocabastine

Transcriptie:

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER MORPHINE HCl STEROP 10mg/1ml MORPHINE HCl STEROP 20mg/1ml MORPHINE HCl STEROP 30mg/1ml MORPHINE HCl STEROP 40mg/1ml Oplossing voor injectie Morfinechloorhydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen, want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig. - Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u veel last van één van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter 1. Waarvoor wordt MORPHINE HCl STEROP gebruikt? 2. Wanneer mag u MORPHINE HCl STEROP niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u MORPHINE HCl STEROP? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u MORPHINE HCl STEROP? 6. Inhoud van de verpakking en overage informatie 1. WAARVOOR WORDT MORPHINE HCl STEROP GEBRUIKT? MORPHINE HCl STEROP is een morfineachtig analgeticum aangewezen bij de behandeling van ernstige pijn die niet wordt verholpen door minder sterke pijnstillers. 2. WANNEER MAG U MORPHINE HCl STEROP NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? Wanneer mag u MORPHINE HCl STEROP niet gebruiken? - U bent allergisch voor morfine. - Bij acute ademhalingsinsufficiëntie. - Bij acute abdominale syndromen van onbekende oorsprong. - Bij spasme van het darmkanaal en ernstige leverinsufficiëntie. - Bij schedeltraumata, verhoogde druk in de schedel, stuiptrekkingen, coma. - Bij alcoholintoxicatie of acuut alcoholisme, intoxicatie met barbituraten. - Niet toedienen als preoperatieve medicatie bij kinderen jonger dan één (1) jaar, noch bij prematuren. Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met MORPHINE HCl STEROP? Pagina 1 of 6

Morfine is een verdovend middel dat kan leiden tot toxicomanie; lichamelijke en psychische afhankelijkheid en gewenning ontwikkelen zich ten gevolge van herhaalde toedieningen. Het plotseling stopzetten van een langdurige behandeling brengt een syndroom van derving met zich mee: de stopzetting moet dus geleidelijk aan gebeuren naar gelang de duur van de behandeling, de toegediende dosis en de pijn. Bij het stopzetten van een langdurige behandeling doet zich een dervingsyndroom voor dat door de volgende tekenen gekenmerkt wordt: abnormale verwijding van de pupil, tranende ogen, rhinorrhoea, niezen, spierschokjes, zwakheid, transpiratie, angstigheid, irriteerbaarheid, slapeloosheid, misselijkheid, braken, diarree, uitdroging, hemoconcentratie en leucocytose, buik- en spierkrampen, hartstoornissen, te hoge temperatuur en te hoge bloeddruk. - Er is voorzichtigheid geboden bij de behandeling van patiënten met antecedenten van afhankelijkheid aan psychotropen. - Voor het heelkundiginrijpen mag Morfine niet toegediend worden aan kinderen jonger dan één (1) jaar en moet met uiterste voorzichtigheid toegediend worden bij pasgeborenen en prematuren. De begindosis moet verminderd worden en er moet toezicht gehouden worden op de intensive care afdeling voor de behandeling van acute pijnen met een bereiding van een antidotum. - De dosering moet verminderd worden bij bejaarde of verzwakte patiënten, vooral bij een onvoldoende werking van de nieren en van de lever, aangezien zij bijzonder gevoelig zijn voor antalgische effecten en voor bijwerkingen op het niveau van het centraal zenuwstelsel of voor bijwerkingen van digestieve aard. - Morfine moet met voorzichtigheid toegediend worden aan patiënten met een slechte werking van de schildklier, de klieren van de bijnierschors, de lever, de nieren, de prostaat, bij patiënten in shock, in geval van te hoge intracraniële druk - De ademhalingsfunctie moet gecontroleerd worden bij patiënten die aan ademhalingsinsufficiëntie lijden. Slaperigheid is een teken van decompensatie. - Het is noodzakelijk om vóór en tijdens de behandeling rekening te houden met een constipatie of een occlusief syndroom en dit in acht te nemen. - In geval van hypovolemie kan morfine een collapsus veroorzaken. De hypovolemie moet verbeterd worden vooraleer morfine ingespoten wordt. - Bij een lopende of recente behandeling met MAO-remmers. - MORPHINE HCl STEROP bevat geen conserveringsmiddelen en na het openen van de ampullen kunnen zich dus microben ontwikkelen. De medicamenteuze oplossing en elke injectiespuit die medicaties bevat, zijn bestemd voor eenmalig en individueel gebruik en mogen in geen geval opnieuw gebruikt worden. - Als u MORPHINE HCl STEROP moet injecteren, moet er een steriele injectiespuit gebruikt worden en moet de oplossing na het openen van de ampul aanstonds afgenomen worden. Er moet vermeden worden dat zich microben kunnen ontwikkelen. Elke niet gebruikte of resterende hoeveelheid van de medicamenteuze oplossing moet afgevoerd worden volgens de geldende reglementering. - Als u de medicamenteuze oplossing in een infuus moet gebruiken, moet deze oplossing en het infusiemateriaal beschermd worden tegen alle contaminatie door microben gedurende de hele duur van het infuus. Aan het einde van het infuus moet de rest van de ongebruikte medicamenteuze oplossing afgevoerd worden volgens de geldende reglementering, evenals al het materiaal dat bij het infuus infusie gebruikt werd. Buiten het ziekenhuis wordt aangeraden om een infuus na 4 tot 6 uur niet meer te gebruiken. - Er bestaat een risico van irritatie, necrose op de plaats van de injectie of tromboflebitis in geval van te snelle of langdurige toediening. Om het risico van tromboflebitis te verminderen, wordt aangeraden om de plaats van toediening om de 24 uur te veranderen. - Niet gebruiken als de oplossing niet helder is. Pagina 2 of 6

Als u nog andere geneesmiddelen neemt, gelieve ook de rubriek Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? te lezen. Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast MORPHINE HCl STEROP nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Morfine niet gelijktijdig toedienen met - Andere morfinederivaten, benzodiazepinen, barbituraten: groter risico van een ademhalingsdepressie. - De onderdrukkende effecten van morfine worden versterkt door de depressiva van het centraal zenuwstelsel: anaesthetica, anxiolytica en hypnotica, antidepressiva, sedatieve H1 antihistaminica, fenothiazines, neuroleptica, centrale antihypertensia, thalidomide, baclofeen. - Morfine agonisten-antagonisten (buprenorfine, nalbufine, pentazocine) : Vermindering van het pijnstillend of antitussief effekt door competitieve blokkering van de receptoren, met risico van optreden van een dervingsyndroom. - Rifampicine : Vermindering van de concentraties en van de doeltreffendheid van morfine en van zijn aktief metaboliet. Klinisch toezicht en eventuele aanpassing van de posologie van morfine tijdens de behandeling met rifampicine en na het stopzetten is geboden. - Als men gelijktijdig MAO-remmers (een soort van antidepressiva) inneemt kan het sedatief effect toenemen en de bloeddruk dalen. De oplossingen met morfinechloorhydraat zijn onverenigbaar met basen, jodium, ijzerzouten, lood, mangaan, zilver, koper, zink, looizuur en kaliumpermanganaat. Waarop moet u letten met eten en drinken? Het gebruik van alcoholische dranken en medicamenten die alcohol bevatten, moet vermeden worden: het sedatief effect van de morfinebestanddelen wordt versterkt door de alcohol en kan de waakzaamheid verminderen. Zwangerschap en borstvoeding Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Een matige hoeveelheid gegevens op zwangere vrouwen wijzen niet naar malformative of foeto / neonatale toxiciteit van morfine. Als voorzorgsmaatregel, is het beter om het gebruik van morfine tijdens de zwangerschap te vermijden. Morfine gaat door de placentabarrière heen en kan een ademhalingsdepressie bij de pasgeborene veroorzaken. Er kan zich gewenning en een dervingsyndroom voordoen bij de pasgeborene in geval van toxicomanie van de moeder, met irriteerbaarheid, braken, stuiptrekkingen en een toegenomen sterftekans. In dit geval moet een neonataal toezicht beoogd worden. Er is onvoldoende informatie over de uitscheiding van morfine in de moedermelk. Een risico voor het zogende kind kan niet worden uitgesloten. De onderbreking van de behandeling of van de Pagina 3 of 6

borstvoeding moet worden beschouwd, rekening houdend met het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van de therapie voor de moeder. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Door de vermindering van de waakzaamheid en de onderdrukkende invloed van de morfine op het centraal zenuwstelsel, mag de patiënt die met het product behandeld wordt, gedurende 48 uur na de laatste inspuiting niet met de auto rijden of geen instrumenten en/of machines gebruiken. 3. HOE GEBRUIKT U MORPHINE HCl STEROP? Gebruik MORPHINE HCl STEROP altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Door een subcutane injectie, door inspuiting in de spier of in de ader, door een intra-arachnoidale (epidurale of intrathecale) injectie en door een intraventriculaire injectie. De arts zal de in te spuiten hoeveelheid, de frequentie van de injectie en de toedieningswijze bepalen volgens de patiënt en volgens het nagestreefde effect. Hij/Zij zal bovendien aanwijzingen geven voor het gebruik. Stop de behandeling niet voortijdig omdat dit kan nadelige gevolgen hebben voor uw gezondheid. Hebt u te veel van MORPHINE HCl STEROP gebruikt? Wanneer u te veel van MORPHINE HCl STEROP heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). De symptomen van overdosering zijn: slaperigheid die gevolgd kan worden door ademhalingsmoeilijkheden, grote vernauwing van de pupil, lage bloeddruk, daling van de lichaamstemperatuur, coma. De spoedbehandeling die bij voorkeur in een gespecialiseerd ziekenhuisomgeving gegeven moet worden, moet het volgende omvatten: stopzetting van de lopende morfinebehandeling, cardiorespiratoire reanimatie, een specifieke behandeling met anti-morfineachtige producten: intraveneuse toediening van 0,4 mg nalaxon, indien nodig om de 2 tot 5 minuten herhaald (0,4 tot 4 mg in gefractioneerde dosissen). Voor de kinderen bedraagt de begindosis 0,01 mg/kg. Als er geen enkel effect werd vastgesteld na 2 tot 3 dosissen, kan de diagnostiek redelijkerwijs in twijfel getrokken worden. Voorzorg: bij personen die afhankelijk zijn van morfinomimetica, kan een injectie met een te hoge dosis naloxon een dervingsyndroom veroorzaken (zie ongewenste bijwerkingen). Bij deze patiënten moet naloxon voorzichtig en progressief ingespoten worden. Bent u vergeten MORPHINE HCl STEROP te gebruiken? Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u stopt met het gebruik van MORPHINE HCl STEROP Aangezien morfine een analgeticum is dat een toestand van gewenning kan veroorzaken bij een langdurig gebruik, mag de patiënt de behandeling niet plotseling stopzetten omdat zich anders derving zou voordoen. Pagina 4 of 6

Er moet vooraf een arts geraadpleegd worden die zal uitleggen hoe men de dosis geleidelijk aan moet verminderen. Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. 4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals elk geneesmiddel kan ook MORPHINE HCl STEROP bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. De frequentie van mogelijke bijwerkingen is als volgt gedefinieerd: - zeer vaak: bij meer dan 1 op de 10 patiënten - vaak: bij 1 tot 10 op de 100 patiënten - soms: bij 1 tot 10 op de 1000 patiënten - zelden: bij 1 tot 10 op de 10.000 patiënten - zeer zelden: bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten - niet bekend : de frequentie kan op basis van de beschikbare gegevens niet worden vastgesteld. Tijdens de behandeling kunnen de volgende bijwerkingen optreden: Zeer vaak : - Risico van lichamelijke en psychische gewenning dat toeneemt volgens de dosis en de duur, wat tot een dervingsyndroom kan leiden bij een plotse stopzetting van het medicament. De tekenen van derving zijn: verwijding van de pupil, voortdurend tranen van de ogen en lopende neus, niezen, spierschokjes, zwakheid, transpiratie, angstigheid, irriteerbaarheid, slapeloosheid, misselijkheid, braken, diarree, uitdroging, bloedconcentratie en toename van de witte bloedlichamen, buik- en spierkrampen, versnelling van het hartritme, verhoging van de lichaamstemperatuur, verhoging van de bloeddruk - Constipatie, misselijkheid Soms : - Sedatie, verwarring, nachtmerries, hallucinaties, opgewondenheid, slaperigheid. - Kriebelig gevoel, netelroos, huiduitslag. - Pijn of irritatie op de plaats van de injectie. Zelden: - Te hoge druk in de schedel. - Ademhalingsmoeilijkheden, ademhalingsstilstand. - Braken. - Moeilijkheden om te urineren. Krijgt u veel last van een bijwerking? Of hebt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. 5. HOE BEWAART U MORPHINE HCl STEROP? Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Pagina 5 of 6

Ter bescherming tegen licht. Gebruik MORPHINE HCl STEROP niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. Gebruik MORPHINE HCl STEROP niet als u merkt dat deeltjes in de ampullen zitten. Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht. 6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE Welke stoffen zitten er in MORPHINE HCl STEROP? - De werkzame stof in dit middel is morfinechloorhydraat 10mg, 20mg, 30mg of 40mg in 1ml. - De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn natriumchloride, zoutzuur en water voor injectie. Hoe ziet MORPHINE HCl STEROP eruit en hoeveel zit er in een verpakking? Oplossing voor injectie. Subcutaan gebruik, intraveneus gebruik, intramusculair gebruik en intrathecaal gebruik. Kleurloze glasampullen type I van 1ml, verpakt in dozen van 10 en 100 ampullen. Aflevering : Op medisch voorschrift. MORPHINE HCl STEROP is onderhevig aan de wetgeving op verdovende middelen. Nummers van de Vergunningen voor het in de handel brengen: MORPHINE HCl STEROP 10mg/1ml : BE414346 MORPHINE HCl STEROP 20mg/1ml : BE414355 MORPHINE HCl STEROP 30mg/1ml : BE414364 MORPHINE HCl STEROP 40mg/1ml : BE414373 Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant LABORATORIA STEROP, Scheutlaan 46-50, 1070 Brussel. Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 02/2012 Pagina 6 of 6