STAM op schoolmaat eindtermen basisonderwijs
inhoudstafel 1. inleiding...3 2. leergebied overschrijdende eindtermen...3 2.1. ICT...3 2.2. sociale vaardigheden...3 3. eindtermen leergebieden...4 3.1. muzische vorming...4 3.2. nederlands...4 3.3. wereldoriëntatie...4 pagina 2 / 5
1. inleiding De vaste tentoonstelling in het STAM vertelt het verhaal van de stad Gent doorheen de tijd en is de perfecte introductie voor een bezoek aan de echte stad. In het vaste circuit, een chronologisch parcours, ontdek je wat Gent tot Gent maakt. Aan de hand van ruim 300 collectiestukken en vele interactieve media toont het STAM de geschiedenis van Gent op een beeldende manier. Het verhaal van Gent wil ook leerlingen uit het basissecundair onderwijs informeren over de begrippen stad en verstedelijking. Daarom bieden we via deze weg een overzicht van de Vakoverschrijdende en Vakgebonden Eindtermen die overeenstemmen met wat in het STAM verteld wordt en tentoongesteld is. Onder meer de vakken Nederlands, Wereldoriëntatie en Muzische Vorming komen in deze expo of in onze ateliers aan bod. STAMcontact Greet De Lathauwer Educatie greet.delathauwer@gent.be 09/267.14.64 2. leergebied overschrijdende eindtermen 2.1. ICT 1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren 2.2. sociale vaardigheden 1.3 De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders 2. De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven pagina 3 / 5
3. eindtermen leergebieden 3.1. muzische vorming 1.1 De leerlingen kunnen door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen 1.2 De leerlingen kunnen door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten 1.3 De leerlingen kunnen beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan 1.4 De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven* 1.6 De leerlingen kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven* 3.1 De leerlingen kunnen genieten van een gevarieerd aanbod van voor hen bestemde culturele activiteiten 3.3 De leerlingen kunnen geconcentreerd luisteren naar een gesproken tekst (verteld of voorgelezen) en die mondeling, schriftelijk, beeldend of dramatisch weergeven 6.2 De leerlingen kunnen zonder vooroordelen naar kunst kijken en luisteren * Deze eindtermen komen enkel aan bod in de ateliers die het STAM aanbiedt 3.2. nederlands 3.1 De leerlingen kunnen de informatie achterhalen in voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard 3.2 De leerlingen kunnen de informatie achterhalen in de gegevens in schema s en tabellen ten dienste van het publiek 5.1 De leerlingen kunnen zich oriënteren op aspecten van de luister-, lees-, spreeken schrijftaak 5.2 De leerlingen kunnen hun manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven afstemmen op het doel en op de luisteraar/lezer 5.3 De leerlingen kunnen tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel 7. De leerlingen tonen een (inter)culturele gerichtheid 3.3. wereldoriëntatie 2.5 De leerlingen kunnen illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren 2.17 De leerlingen kunnen illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden 4.8 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten pagina 4 / 5
5.7 De leerlingen kennen de grote periodes uit de geschiedenis en ze kunnen duidelijke historische elementen in hun omgeving en belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdband 5.8 De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert 5.9 De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders 6.1 De leerlingen kunnen aan elkaar een te volgen weg tussen twee plaatsen in de eigen gemeente of stad beschrijven; ze kunnen deze reisweg ook aanduiden op een plattegrond 6.3bis De leerlingen kunnen begrippen zoals wijk, gehucht, dorp, deelgemeente, fusiegemeente, stad, provincie, gemeenschap, land en continent in een juiste context gebruiken pagina 5 / 5