Wat is de Environmental Product Declaration (EPD)?



Vergelijkbare documenten
Levenscyclusanalyse en de bouw Streven naar een meetbare en berekenbare duurzaamheid van gebouwen

BEDRIJFSINFORMATIE. VOOR PLUS groen beton. MRPI-code DATUM AFGIFTE 20 september 2012

MILIEUPROFIELEN VAN SCHEEPSBRANDSTOFFEN IN DE NATIONALE MILIEUDATABASE. Suzanne de Vos-Effting

Bewust Duurzaam Bouwen. Deel 1: Waarom?

Duurzaamheid bouwwerken - Nieuwe Nederlandse en Europese normen en regelgeving

Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

MATERIAAL-MILIEUPRESTATIE EN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

Curaçao Carbon Footprint 2015

INHOUD. Voorwoord 13. Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19

Definitie. Wat is Duurzaamheid?

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 8. Raam

MILIEUGERELATEERDE PRODUCT VERKLARING THERMISCH VERZINKEN

Milieu-impact van groene wandsystemen

Een tool in ontwikkeling op basis van de MMG berekeningswijze

Ecologische Duurzaamheid

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

Geokunststoffen en de reductie van de CO2 footprint

Samenvatting Duurzaamheid van het afvalwater transport systeem; LCA methodiek toegepast op verschillende diameters en materialen

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste

REFERENTIE BETONMORTELS Aan: Daaf de Kok (De betonketen)

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen

Duurzame oplossing door houtreparatie!

Methode en data in Europees perspectief

dr. ir. Ralph Hamerlinck en ir. Jan-Pieter den Hollander Inleiding ontwikkelingen duurzaam bouwen en Webtools voor duurzaamheid

Om te bepalen of een verf duurzaam is dient er, naar de mening van de VVVF, sprake te zijn van een integrale aanpak.

WP4: Verbeterde schattingsmethode materiaalhoeveelheden in constructies! 1 april 2015, TKI KIEM!

Samenvatting Biologie Thema 7

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)

INHOUD. Waarom een vergelijkingstool? INSIDE/INSIDE als koploper. Wat is INSIDE/INSIDE? Hoe werkt INSIDE/INSIDE? Wat is een LCA?

Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België

Levenscyclusanalyse van groene wanden

LCA-resultaten van geleiderails

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Materials and Ecological Engineering

Duurzaam is de toekomst Wat is uw idee?

Opleiding Duurzaam Gebouw : MATERIALEN

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN

Emissiebeheer. Meten en evalueren van klimaatimpact (LCA) Energiezuinige technologie. Klim-O-dag. Veerle Van linden Eenheid: T&V

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 10. Binnenschrijnwerk

Verantwoorde keuze van bestratingsproducten

Milieu Impact van Lampen. Laboratorium voor Lichttechnologie KaHo Sint-Lieven Gebroeders Desmetstraat 1 B-9000 Gent

Bouwmaterialen Toekomst

Aluminium, LCA en EPD

Relevantie van (carbon) footprinting voor telers. Jasper Scholten 23 juni 2011

INHOUD. Waarom een vergelijkingstool? INSIDE/INSIDE als koploper. Wat is INSIDE/INSIDE? Hoe werkt INSIDE/INSIDE? Wat is een LCA?

Milieubarometerrapport 2017

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Energiebalans aarde: systeemgrens

Milieubarometerrapport 2012

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

Milieubarometerrapport 2017

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

Axima Refrigeration. 100% cooling technology.

LCA Studie Levens Cyclus Analyse van enkele tropische houtsoorten ten behoeve van damwanden

De Ecolizer 2.0. Een instrument voor introductie van ecodesign

Milieubarometerrapport 2013

Synthesenota BREEAM: Duurzaamheid meten

Berekening van emissies stationaire bronnen door brandstofverbruik11

Milieubarometerrapport 2016

Levenscyclusanalyse van grassportvelden. 22 november Jasper Scholten

Life Cycle Analysis Granova. Heros Sluiskil B.V. Samenvatting uit rapport: Datum

Circulaire economie LCA als basis DUBOkeur als bewijs

Milieubarometerrapport 2015

Milieubarometerrapport 2016

Bescherming van de ozonlaag; CFK- vrij Suriname vanaf 2010

TEPPFA onderzoek naar duurzaamheid kunststofleidingsystemen: een integrale milieuanalyse

Milieubarometerrapport 2014

Emissies naar lucht door de industrie,

Milieuproblemen: Stoffen worden in het milieu onttrokken (deel verwijderen) en er worden andere stoffen aan toegevoegd = veranderen van het milieu.

Economie en milieu hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Milieubarometerrapport 2018

Integrale Milieuanalyse Vlaamse Voedingsnijverheid 2017

1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE

Milieubarometerrapport 2017

Milieubarometerrapport 2016

Milieuvervuiling. Planet

Milieubarometerrapport 2014

Milieubarometerrapport 2017

Milieubarometerrapport 2013

Tabel 1 Basisprofiel standaard geleiderails

Milieubarometerrapport 2015

Milieubarometerrapport 2018

2: vermindering van koolmonoxide, kooldioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide en dat is erg goed om het broeikaseffect tegen te houden.

Milieubarometerrapport 2015

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei Energie in Beweging

Milieubarometerrapport 2018

Milieubarometerrapport 2018

Milieubarometerrapport 2015

Nutriënten en organische stof stromen en voorraden op wereld en Europese schaal. Jan Peter Lesschen. Kimo van Dijk en Oene Oenema

Ecosysteem voedselrelaties

6 Levenscyclusanalyse (LCA) van Bioveem-bedrijven

Milieubarometerrapport 2013

Onderbouwing van de duurzaamheid van staalconstructies

Milieubarometerrapport 2017

Transcriptie:

Wat is de Environmental Product Declaration (EPD)? In een Environmental Product Declaration of EPD wordt in een 11-tal impactcategoriën de milieu-impact van een product uitgedrukt in getallen. Het is een wetenschappelijke methodiek, gebaseerd op de Europese norm EN 15804. Deze gegevens zijn op zich het resultaat van een levenscyclusanalyse van het product, die minimum het productieproces weergeeft, maar uitgebreid kan worden met transport naar de werf, plaatsing, onderhoud tot afbraak of recyclage. Dit laat toe om op een objectieve manier impacten van producten in te schatten en gebruikt worden als input om op gebouwniveau de milieuimpact van dat gebouw te gaan berekenen. Ook ISOVER beschikt voor een aantal van zijn producten over zo een EPD (hieronder downloadbaar) voor de gehele levenscyclus (cradle to grave) en deze zijn bovendien door een derde partij geverifieerd. (logo Ecobilan) N Environmental impact Eenheid 1 Consumption of energy resources MJ Total primary energy Renewable energy Non-renewable energy 2 Depletion of natural resources (ADP) kg antimony (Sb) equivalent 3 Water consumption litre 4 Solid waste kg Recovered waste (total) Eliminated waste: Hazardous waste Non hazardous waste Inert waste Radioactive waste 5 Climate change kg CO 2 equivalent 6 Atmospheric acidification kg SO 2 equivalent 7 Air pollution m³ 8 Water pollution m³ 9 Destruction of stratospheric ozone layer kg CFC-11 equivalent 10 Formation of photochemical ozone kg ethylene equivalent 11 Eutrophication kg PO 3-4 equivalent 1. Consumption of energy resources Energieverbruik Eenheid: MJ De hoeveelheid energie die een productieproces vereist, bepaalt in hoge mate zijn milieuimpact. En in een volledige levenscyclusanalyse komt hier ook nog de energie voor transport,

verwerking en recyclage bij. Een aanzienlijk deel van andere uitstoten of impacten (CO2, fijn stof, luchtverontreiniging, ) zijn immers in belangrijke mate gelinkt aan energieverbruik. Bij de meeste producten speelt niet enkel de productie, maar ook transport hierin een belangrijke rol. 2. Depletion of natural resources (ADP elements: Abiotic depletion potential for non-fossil resources) Uitputting van niet-fossiele grondstoffen Eenheid: kg Sb (antimoon) equivalenten Overexploitatie van mineralen en andere niet-levende, niet-hernieuwbare materialen leidt tot uitputting van onze natuurlijke rijkdom/grondstoffen. Abiotische uitputtingspotentieel is een maat om ontginning van niet hernieuwbare, abiotische (dus geen fossiele zoals petroleum, gas, kolen, ) grondstoffen/bronnen te begroten/meten. Hier is gekozen voor antimoon, als een referentie voor zogenaamde zeldzame aardelementen. 3. Water consumption Waterverbruik Eenheid: liter Water, en vooral drinkbaar zoet water, is op onze blauwe planeet een schaars goed. Industriële processen, maar ook de landbouw, vragen echter vaak heel wat water in hun bedrijfsvoering. Indien mogelijk wordt dit water op allerlei manieren gerecupereerd, wordt er rivierwater of regenwater gebruikt, of wordt zogenaamd grijs water (al licht vervuild water, maar nog bruikbaar) van het ene bedrijf naar het andere doorgesluisd om daar nog eens te kunnen dienen. Toch blijft het van groot belang om als producent ook de noodzaak aan water zoveel mogelijk te beperken. 4. Solid Waste Vast afval Eenheid: kilogram Onder vast afval wordt alles verstaan wat in de totale levenscyclus van afval geproduceerd wordt en waarvoor een verwerking voorzien moet worden. Recovered waste gaat over het onderdeel van dat afval dat zelf door ISOVER wordt gerecycleerd. Op het einde van de levenscyclus moet het materiaal uiteindelijk ook verwerkt worden. Aan deze post zijn ook de afvalaspecten van transport en energie-opwekking gekoppeld (vandaar het radioactief afval).

5. Climate Change Klimaatsverandering, ook Global Warming Potential (GWP) Eenheid: kg CO 2 equivalenten De klimaatsverandering beschrijft het isolerend effect van broeikasgassen in onze atmosfeer. Deze gassen laten zonlicht door, maar houden de warmte die door de aarde gereflecteerd wordt, tegen, en kaatsen het terug. Dit fenomeen staat bekend als het broeikaseffect. Koolstofdioxide (CO 2 ), methaan (CH 4 ) en (di-)stikstofoxide (N 2 O) zijn enkele belangrijke broeikasgassen. Dit, oorspronkelijk natuurlijke fenomeen, is een probleem beginnen vormen door de toename aan broeikasgasuitstoot ten gevolge van menselijke activiteiten. Elk broeikasgas heeft een verschillende verwarmingspotentieel. Deze potentieel wordt berekend op basis van een referentiewaarde: het verwarmingspotentieel van CO 2. Elk broeikasgas krijgt een karakteristieke factor toegekend, die uitdrukt hoeveel belangrijker de verwarmingspotentieel is van dit broeikasgas in vergelijking met CO 2 (waarvan de karakteristieke factor per definitie gelijk is aan 1). De klimaatsverandering is een direct gevolg van de toenemende concentraties broeikasgassen in onze atmosfeer. 6. Atmospheric acidification potential (AP) Verzuring Eenheid: kg SO 2 (zwaveldioxide) equivalenten De verzuring is een maat voor de emissies die verzurende effecten veroorzaken op het milieu. Verzurende polluenten hebben een sterke variatie aan impact op boden, grondwater, oppervlaktewater, biologische organismes, ecosystemen en materialen (gebouwen). Voorbeelden zijn ondermeer vissterfte in Scandinavische meren, achteruitgang van bossen en het verkruimelen van bouwmaterialen (typisch kerken, kathedralen en andere monumenten). De belangrijkste verzuringspolluenten zijn SO 2, NO X en NH X (amonia/amoniak). Beperken van verzuring beschermt het natuurlijke milieu, de door de mens gemaakte omgeving, menselijke gezondheid en natuurlijke hulpbronnen. Het verschijnsel zure regen heeft ook met deze impactcategorie te maken. Verzuringspolluenten worden uitgestoten door de industrie en komen in de atmosfeer terecht waar ze zich binden in kleine waterpartikels in de wolken. 7. Air pollution Luchtverontreiniging Eenheid: m³ Dit is een heel ruime parameter die aangeeft in welke mate concentraties verontreinigende stoffen in een hoeveelheid lucht zo hoog zijn dat ze een bepaalde kritische drempel overstijgen en beschouwd worden als verontreinigd. Deze hoeveelheid lucht wordt uiteraard verdund en daardoor niet meer schadelijk. Een belangrijk aandeel van deze luchtverontreiniging is, zoals vaak, gekoppeld aan de opwekking van energie en transport.

8. Water pollution Waterverontreiniging Eenheid: m³ Deze parameter beschrijft de hoeveelheid water die wordt verontreinigd bij de productie. Deze hoeveelheid water moet daarom naderhand opnieuw behandeld worden alvorens deze terug geloosd kan worden. Aan deze behandeling zijn er economische en milieukosten verbonden, aangezien er vaak een rest achterblijft onder vorm van slib of bezinksel, wat op zijn beurt ook behandeld of gestort dient te worden. In industriële processen wordt water wel vaak uitgewisseld tussen verschillende bedrijven onder vorm van grijs water (licht verontreinigd water) wat voor bepaalde processen wel nog kan dienen. 9. Destruction of stratospheric ozone layer Ozonaantasting (Ozon Depletion Potential) (ODP) Eenheid: kg CFC-11 (trichloorfluormethaan) equivalenten De ozonaantasting beschrijft de aantasting van de ozonlaag in de atmosfeer door uitstoot van chemische schuiming- en schoonmaakproducten en drijfgassen (CFK s), waardoor grotere hoeveelheden UV van de zon doorgelaten worden tot op het aardoppervlak, wat onder andere huidkanker en verminderde oogst aan landbouwgewassen veroorzaakt. Ozonaantasting is een maat voor de mogelijkheid van een substantie, zoals chloor of broom, om stratosfere ozon te kunnen afbreken. Stratosfere ozonaantasting verwijst naar de afname/verdunning van de stratosfere (15-30km hoogte) ozonlaag (onze natuurlijke zonnecrème ) ten gevolge van antropogene/menselijke emissies. De stratosfere ozonlaag is op zijn laagste niveau sinds het begin van de metingen in 1970, met de laagste concentraties ter hoogte van Antarctica (het gat in de ozonlaag). 10. Photochemical Ozone Creation (POCP) fotochemische oxidantvorming Eenheid: kg C 2 H 4 (etheen) equivalenten De fotochemische reactie van zonlicht met primaire luchtverontreiniging zoals vluchtige organische componenten (VOC s) en stikstofoxides (NO x ) leidt tot chemische smog die een effect heeft op onze gezondheid, die van ons ecosysteem en voedselgewassen. Fotochemische oxidantvorming is een maat om emissies/uitstoot van precursors/voorlopers die bijdragen aan lage smog (bij het grondoppervlak, in tegenstelling tot ozon in de stratosfeer die ons beschermt tegen schadelijke UV-B-straling, zie hoger), veroorzaakt door de reactie van stikstofoxides en VOCs onder invloed van UV-licht, te bepalen Ozon (O 3 ) wordt beschouwd als de belangrijkste onder deze oxiderende componenten.

11. Eutrophication potential (EP) Vermesting Eenheid: kg PO 4 3- (fosfaat) equivalenten Vermesting leidt tot overbemesting van water en bodem met nutriënten als stikstof (N) en fosfor (P) afkomstig van menselijke activiteiten, forceren van plantengroei en afsterven van dierlijk leven in meren en waterlopen. De vermesting is een maat om emissies die eutrofiërende (verrijkende of bemestende) effecten op het milieu hebben te meten. Eutrofiëring beslaat alle mogelijke impacts van excessief hoge levels macronutriënten in het milieu, waarvan de belangrijkste stikstof (N) en fosfor (P) zijn. Nutriëntverrijking kan resulteren in een ongewenste omslag in soortensamenstelling en verhoogde biomassaproductie in zowel aquatische en terrestrische ecosystemen. Daarbij komt ook nog dat verhoogde nutriëntenconcentraties oppervlaktewater onaanvaardbaar kunnen maken als bron van drinkwater. Aangezien emissies aan afbreekbare organische materie eenzelfde impact hebben, worden zulke emissies ook behandeld onder de impactcategorie vermesting.