************************* **************** ******** ***



Vergelijkbare documenten
De voorkant. De zijkant. De banden

Voertuig Controle Golf 7

Banden (B Profilering

VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK)

Voertuig Controle. De Motor (Golf TDI)

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

Praktijk Vragen over auto

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK)

De voorkant. De zijkant. De banden

Praktijk Vragen over auto

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Onder de motorkap. 1. Motoroliepeilstok :

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

Protocol werken bij BAS PERSONEELSINSTRUCTIE - VOERTUIGCONTROLE

Vloeistofpe ilcontro les

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

Voertuig Controle. Vraag: Waar dient de accu voor?

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Voertuigcontrole. De Voertuigcontrole

- Verlichting. Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren:

H a n d e l i n g s a n a l y s e R i j s c h o o l T e a m D r i v e - w w w w. r i j s c h o o l t d. n l Pagina 1

Waarschuwingslampjes WAARSCHUWINGSLAMPJES

voertuigentechniek CSPE KB Bij dit examen horen een bijlage, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

Voertuigcontrole in en om de (les)auto

Zwanenburg, LH Hulsman

De koeling van de motor.

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Thermostaat vervangen bij een M20 blok.

TECHNISCHE INSTRUCTIES. Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar

Examen VMBO-BB versie blauw

Vloeistofpeilcontroles

Beste leerling-bestuurder Beste begeleider

604_38_063 ALFA MITO JTD NL :07 Pagina 1 ALFA MiTo S E R V I C E

Examenopgaven VMBO-BB 2003

A Stoel naar voren klappen. B Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken. C Klap de stoel naar achteren.

Probleemoplossingsgids

Gemaakt door: Gijs Willemsen Klas: 20M2A1A Vakdocent: Dhr. te Spenke Datum: 1 oktober 2008 Gijs Willemsen 1

Winterbulletin Autobedrijf M. Lijzenga

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Winterbulletin Autobedrijf M. Lijzenga

Komplet DS 1020 gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing kort

Motor start niet. Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect. Startinrichting werkt niet

voertuigentechniek CSPE BB

A Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken.

De koeling van de motor.

F I A T P U N T O 1. 4 T - J E T NL s u p p l e m e n t

ELCOS MOTORPOMP BEVEILIGING TYPE DIM-807/00

VOERTUIGENTECHNIEK CSE KB

Auto Onderhoud Tips. Het uitvoeren van algemene onderhoud technieken op het '98 -'02 Accord. Geschreven door: Miroslav Djuric

Algemene informatie en voorwaarden Suzuki Service Card

ONDERHOUDSBOEKJE MERCEDES-BENZ A-KLASSE MILIEUBEWUSTZIJN

Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING!

INFOMAP. Welkom bij rijschool SAFETY! In deze infomap vindt U informatie over:

REWI AANKOOPKEURING. Bezoekadres. Adres. Keurmeester. Postcode \ Plaats. Bezoekdatum. Telefoonnummer. Bezoektijd. Opdrachtgever.

KEN JE MOTOR WAT IEDERE MOTORRIJDER MOET WETEN!

& U UW GIDS REMSYSTEEM

Beste klant, D&C cars dankt u voor uw vertrouwen en wenst u een reis zonder zorgen toe. D&C cars

Verwijder de transportbeveiliging - magneetband

Examen VMBO-BB. voertuigentechniek CSPE BB. gedurende 360 minuten. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Finnik Autorapport - Peugeot 206

Td4 - dieselmotor - aanzicht onder de motorkap

ContiComfortKit Handleiding

Stappenplan Audi A2 (8z0) FSI 1.6 Fsi ( ) BAD motor. Waarschuwingen en aanbevelingen

Foto verslag van de vervanging van de achterste draagarmen op de achteras.

Kenteken 15-GR-PF Datum keuring Merk en type

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

HELP, DE ACCU LOOPT LEEG. Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE

enjoy life!

NL ESP-Systeem

Vakgarage De Liesbosch

REMMEN. Informatie voor de bestuurder. Haal het beste uit uw wagen

Finnik Autorapport - Kia Picanto

Gemotoriseerde Tweewielers Scooters en Bromfietsen. Aandrijving en onderhoud

Gebruikershandleiding Inhoud

Elektrische installatie

profielvak mobiliteit en transport CSPE GL

Mercedes-Benz personenwagens

Probleemoplossingsgids

onderhoudsboekje 50cc Scooter

De RENAULT ONDERHOUDSBEURT

Chassisnummer. VSSZZZ6JZGR Algemeen ja nee nvt Chassisnummer juist x Geldige APK

Verkorte gebruiksaanwijzing

VOLVO S60 & V60 DRIV. Supplement bij het instructieboekje

HANDLEIDING. Gebruiker Voor installatie en gebruik van levelingssysteem HPC112 & HPC124

lyondellbasell.com lyondellbasell.com Veilig autorijden

Countryman Cooper 4 WD Km stand Kw / 122 PK Bouwjaar Chassisnummer. WMWZB51060WT80176 Algemeen ja nee Chassisnummer juist x Geldige APK

TURBHO RL-50 TURBHO RL-50

EAT-242 Diagnose Laad- en startsystemen

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

voertuigentechniek CSPE KB

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

ROOD Niet goed, zet uw auto op een veilige plaats stil en bel de mobiliteitsservice!

Verkorte gebruikershandleiding Multihog CX met Heatweed XL.

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

Ben jij het ook zat om steeds te zakken met 1 fout te veel? Mag je al afrijden maar moet je nog stééds je theorie halen?

Transcriptie:

Bij deelname aan het Tussentijdstoets moet je de volgende documenten overhandigen: een geldig theorie certificaat een wettelijk toegestaan, geldig identiteitsbewijs. ************************* **************** ******** *** Bij deelname aan het praktijk examen moet je de volgende documenten overhandigen: de oproepkaart (Gezondheidsverklaring) een geldig theorie certificaat een wettelijk toegestaan, geldig identiteitsbewijs eventueel het adviesformulier van je tussentijdse toets ************************* **************** ******** ***

MEER AANDACHT VOOR VOORBEREIDINGS EN KONTROLE HANDELINGEN. Een belangrijke wijziging bij het B examen is dat er meer aandacht zal worden besteedt aan de voorbereiding en controlehandelingen bij het praktijkgedeelte van het rijexamen. Deze handelingen behelzen het volgende; De rijexaminator kiest afwisselend voor controle (1) buiten de auto of (2) in de auto ( Bij slechte weersomstandigheden niet buiten de auto). Controle (3) dient altijd te worden uitgevoerd!. Banden Banden spanning is 2 bar volgens instructie boekje (iedere auto heeft andere bandenspanning) De profieldiepte van een band is gemakkelijk te controleren. Een band is namelijk voorzien van slijtageverklikkers. Dit zijn een soort bruggetjes in het profiel van de band die 1,6 mm hoog zijn. Als deze bruggetjes gaan slijten, moet de band worden vervangen. Een onregelmatige slijtage duidt op slecht functionerende schokbrekers of onbalans van het wiel, in dit geval is controle en reparatie door een vakman noodzakelijk. De banden moeten altijd de juiste spanning hebben. De bandenspanning bepaalt het rijgedrag van jouw auto. Een zachte band zorgt voor een hoger brandstofverbruik, een slechtere wegligging en hogere slijtage. De band wordt ook warmer. Hierdoor kan het loopvlak loslaten. Een te harde band beïnvloedt wegligging ook nadelig, hij stuitert en het loopvlak slijt onregelmatig. De juiste bandenspanning kun je vinden in het instructieboekje van de auto. Vaak is de bandenspanning ook aan de binnenzijde van de benzineklep vermeld. Banden moeten zijn voorzien van een ventieldopje om binnendringen van vuil te voorkomen. Controleer dit regelmatig (minimaal 1 keer per maand bij koude banden). Natuurlijk geldt dit alles ook voor het reservewiel.

Opmerking Het is ook mogelijk om banden te vullen met stikstof in plaats van lucht. Banden gevuld met stikstof blijven langer (meer dan een jaar) op spanning en kun je herkennen aan een groen ventieldopje. Autorijschool De Zuidhollandse Vloeistoffen Onder de motorkap bevindt zich een aantal vloeistof reservoirs. Deze zijn vaak doorzichtig voorzien van een minimum- en maximum niveauaanduiding. Het niveau van de vloeistof moet tussen deze streepjes blijven. De volgende reservoirs moeten worden gecontroleerd: 1-de ruitenwisservloeistof, 2-de koelvloeistof, 3-de remvloeistof 4- de koppelingsvloeistof. Accu De accu is normaal onderhoudsarm. Controleer regelmatig het vloeistofpeil in de accu. Het vloeistofpeil moet altijd tussen de aangebrachte minimum en maximum merktekens staan. Indien het vloeistofpeil onder de minimum markering is gedaald, dienen de betreffende accucellen met gedestilleerd water tot de maximum merkteken te worden bijgevuld. Opmerking Bij sommige auto s kan de accu in plaats van onder de motorkap ook in de kofferbak, onder de achterzitting of op een andere plek zijn geplaatst (zie instructieboekje). Motorolie controleren is wat moeilijker. Daarvoor moet de auto enige minuten hebben stilgestaan. De olie zakt dan onder in het carter. Motorolie controleer je meestal met behulp van een oliepeilstok Op de peilstok staan twee merktekens waartussen het motorolieniveau moet blijven. Olie bijvullen doe je meestal boven op het motorblok. Daar zit een grote dop met daarop een oliekannetje. Als je deze hebt losgedraaid, kun je motorolie bijvullen. Welke motorolie de juiste is kun je vinden in het instructieboek. (half liter en controleren zo nodig herhalen)

Het instrumentenpaneel Op het instrumentenpaneel van de meeste auto s zijn meetinstrumenten gemonteerd, zoals een tijdklok, een snelheidsmeter met kilometerteller, een toerenteller, een koelvloeistoftemperatuurmeter en een brandstof voorraadmeter. Sommige automerken hebben hun instrumentenpaneel ook uitgerust met een service interval indicatie. Al deze meters zijn er om de bestuurder te informeren over de toestand van belangrijke systemen van de auto. Verder zitten op het instrumentenpaneel controlelampen. De controlelampen zijn onder te verdelen in functie- en de waarschuwingslampen. Zowel de functieals de waarschuwingslampen zijn voorzien van een symbool. Deze symbolen zijn internationaal en in alle auto s hetzelfde. De functielampen laten zien welke functies zijn ingeschakeld en dus moeten functioneren. De waarschuwingslampen waarschuwen als er een ernstige of minder ernstige storing aan één van de systemen van de auto is. Er zijn twee soorten waarschuwingslampen: de rode en de gele. De rode waarschuwingslampen geven aan dat er gestopt moet worden direct maatregelen dienen te worden genomen. De gele waarschuwingslampen geven aan dat er iets niet in orde is, maar dat er wel nog even mee kan worden doorgereden. Functielampen Deze lampen gaan branden als de autosleutel op contact staat (rijstand) en de functie is ingeschakeld. Het op contact zeilen gebeurt wanneer de autosleutel in het contactslot wordt gestoken en rechtsom naar de contactpositie wordt gedraaid. Is bijvoorbeeld het mistachterlicht ingeschakeld, dan brandt de functielamp met het symbool van het mistachterlicht. De functies die gecontroleerd moeten worden voor het wegrijden, worden bediend met knoppen, schakelaars en handels. Deze knoppen, schakelaars en hendels hebben meestal meerdere functies gecombineerd. Bij inschakelen zullen gelijktijdig de functielampen op het dashboard gaan branden.

Waarschuwingslampen Zodra het contact aanstaat (rijstand) moeten de volgende waarschuwingslampen gaan branden. De bestuurder moet weten hoe de diverse waarschuwingslampen geïnterpreteerd moeten worden! zodat hij van de belangrijkste storingen de oorzaak kan lokaliseren. Hij kan dan de werkplaats/dealer dan meer gedetailleerd over het defect informeren! die dan gericht maatregelen kan treffen. Remsysteem waarschuwingslamp Deze lamp brandt bij aangetrokken parkeerrem en als het remvloeistofniveau in het remsysteem te laag is.gaat deze waarschuwingslamp tijdens het rijden branden dan is de parkeerrem niet geheel gelost. Blijft de lamp na het controleren van de parkeerrem nog branden dan duidt dit op een te laag remolieniveau. De oorzaak hiervan kan een lekkage of versleten remvoeringen zijn. Breng direct de auto op een veilige plek tot stilstand. Controleer het remolieniveau op eventuele lekkage en raadpleeg de werkplaats / dealer. Waarschuwingslamp laadstroom Als de waarschuwingslamp tijdens het rijden gaat branden betekent dit dat de dynamo de accu niet meer oplaadt. De oorzaak van het branden van deze waarschuwingslamp kan een defecte dynamo zijn, maar meestal is het de V-snaar waarmee de dynamo door de motor wordt aangedreven. Deze V-snaar is aan slijtage onderhevig en kan of gebroken zijn of slippen. Vaak drijft deze V-snaar ook de koelvloeistofpomp aan waardoor de motor oververhit kan worden, omdat de waterpomp de koelvloeistof niet meer door het koelsysteem laat circuleren. Breng direct de auto op een veilige plek tot stilstand, controleer de V-snaar van de dynamo en raadpleeg de werkplaats! dealer. Koelvloeistofsysteem te warm Deze waarschuwingslamp brandt wanneer de naald van de thermometer van het koelsysteem in het rode gebied staat. Gaat deze waarschuwingslamp tijdens het rijden branden dan is de koelvloeistof van het koelsysteem te warm. De naald van de thermometer staat dan in het rode vlak. Breng direct de auto op een veilige plaats tot stilstand en waarschuw de werkplaats/dealer. De oorzaken die door de bestuurder opgespoord kunnen worden, zijn: een defecte of slippende V-snaar die de koelvloeistofpomp aandrijft lekkage van de radiateur of de koelslangen uitwendige vervuiling van de radiateur Naast bovengenoemde oorzaken zijn er meer oorzaken van te hoog oplopen van de koelvloeistoftemperatuur, maar deze kunnen alleen door een specialist worden opgespoord.

Motorolie Afhankelijk van de auto (zie instructieboek) kunnen één van de volgende waarschuwingslampen gaan branden: als deze waarschuwingslamp bij draaiende en bedrijfswarme motor gaat branden is het motoroliepeil tot aan het minimum merkteken van de peil- stok gedaald. Autorijschool De Zuidhollandse De waarschuwingslamp gaat in eerste instantie slechts even branden. Als het oliepeil verder gedaald is zal de waarschuwingslamp constant gaan branden. Indien geen zichtbare lekkage aanwezig is, moet bij het eerstvolgende tankstation het oliepeil worden gecorrigeerd. als deze waarschuwingslamp tijdens het rijden gaat branden is de olie- druk van de motor te laag. Zet de motor onmiddellijk af en controleer het oliepeil in de motor.