Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening



Vergelijkbare documenten
Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Woningbrand bestrijding. Oefening

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Woningbrandbestrijding. Oefening

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek

Brandbestrijding bedrijfsgebouwen. Oefening

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Slachtoffer redden op diepte. Oefening. Brandweerduiken Optreden als Duikploeg Frequentie: korpsspecifiek

Slachtoffer redden op of onder het ijs. Oefening. Brandweerduiken Optreden als duikploeg Frequentie: korpsspecifiek

Woningbrand bestrijding. Oefening

Woningbrandbestrijding. Oefening

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Woningbrandbestrijding. Oefening

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen.

Specialistische brandbestrijding Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: afhankelijk van korpstaken

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A

Bijlage 3C - Concept Draaiboek

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST

Vloeistofbrandbestrijding. Oefening

102A. Toegang forceren tot een object. Oefening. Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER

Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap. 113C - Op hoogte werken

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen

Brandweer Sliedrecht Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht

Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

KWALIFICATIEDOSSIER OFFICIER VAN DIENST

Elementaire oefening. Opdracht A. Draaiboek : 101A-DB01 Datum : Locatie : leslokaal

woensdag 12 januari 2011

woensdag 19 januari 2011

OVD Frequentie: minimaal 1 keer per jaar

KWALIFICATIEDOSSIER BEVELVOERDER

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

A-B-C + extra opdracht

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie :

401A. Risico s signaleren bij het rijden met brandweervoertuigen. Oefening

Klasse xxx Manschappen / Ploeg: Brandweer ABWC

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E. Datum : Locatie :

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Oefenkaart 102C Levensreddend handelen 1 202D 302D

Elementaire oefening. geblokkeerde lift. Opdracht A, B, C en D. Draaiboek : 113B-DB02 Datum : [Geef tekst op]

Elementaire oefening. hydraulische gereedschap. Opdracht A, B en C. Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie :

KWALIFICATIEDOSSIER BEDRIJFSBRANDWEER BEVELVOERDER

toepassen Op hoogte werken

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

PORTFOLIO FUNCTIE BEVELVOERDER

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A

Bevelvoerder Werkboek

401A. Risico s signaleren bij het rijden met brandweervoertuigen. Oefening

Elementaire oefening. inzetten. Opdracht A t/m E. Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie :

Bevelvoerder Handleiding voor docenten en instructeurs

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR HOOFDOFFICIER VAN DIENST

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel

Transitietabel Leidraad Oefenen naar branchestandaarden blijvende vakbekwaamheid

BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisoefeningen

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST

Werkexemplaar Leidraad Oefenen

Branchestandaarden blijvende vakbekwaamheid Totaaloverzicht functies manschap a, bevelvoerder en officier van dienst

Vakbekwaamheid. Portfolio. Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat

KWALIFICATIEDOSSIER HOOFDOFFICIER VAN DIENST

Elementaire oefening. verkeersongeval. Opdracht A en B. Draaiboek : 112A-DB01 Datum : Locatie :

Bekendmaking van de vacature voor de interne bevordering tot adjudant in het beroeps- en het vrijwilligerskader

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regie op vernieuwde repressie

PORTFOLIO FUNCTIE OFFICIER VAN DIENST

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MANSCHAP A

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Leergangkader Officier van dienst

Chauffeur/pompbediener. Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering

Functiehuis Bedrijfsbrandweer

Proeve van bekwaamheid Bevelvoerder Bedrijfsbrandweer Toetswijzer voor de kandidaat

201A. Risico s bij brand herkennen en inschatten. Oefening. Bevelvoerders Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage 11. Voertuigspecificaties

Uitrukprocedure bij branden hulpverleningstaken

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR

Specialistengroep WTS 806

101A. Risico s bij brand signaleren. Oefening. Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

BEKENDMAKING VACATURE

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid bedrijfsbrandweer manschap optionele richting technische hulpverlening

Draaiboek ontruimingsoefening AB&C Partners te Zoetermeer

Transcriptie:

700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus doel De eenheden voeren onder leiding van de OVD veilig en effectief een inzet uit met accent op brandbestrijding. Operationele doelen 1 De manschappen voeren bij brand onder leiding van de bevelvoerder een verkenning, eventueel een redding en blussing uit. 2 De bevelvoerder stuurt de manschappen aan volgens de bevelvoeringprocedure. 3 De OVD geeft leiding aan de eenheden, coördineert de inzet met andere diensten en start zonodig het CoPI op. Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Recent afgetekende oefenkaarten Manschappen: 100- en 500-serie. Bevelvoerders: 200- en 500-serie. OVD: 300-serie. Parate kennis Brandbestrijding. Functie Oefenleider Beoordelaar Veiligheidsfunctionaris Niveau Opgeleid oefenleider Vakinhoudelijk deskundige Opgeleid VF Zie bijlage 3 Suggesties voor eindoefeningen en de Oefenbank Brandweer, via www.brandweerkennisnet.nl. Oefenmaterieel en -locatie overeenkomstig het type inzet. Ensceneringsmateriaal. Laat volledige persoonlijke bescherming dragen. Laat de locatie vooraf controleren op veiligheid (VF). Schenk tijdens de briefing aandacht aan veiligheidsaspecten. Laat relevante basis- en elementaire oefeningen vooraf gaan aan deze eindoefening. Gebruik bij uitvoering van deze oefenkaart tijdens een oefenweek op een realistisch oefencentrum alleen de beoordelingscriteria voor de betreffende functie. 700/OVD met eenheden/01-2009

700 Inzet met accent op brandbestrijding Algemene beoordeling Manschappen 1 Kiezen, controleren en dragen de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen. Accuraat 2 Kiezen de voor de situatie meest geschikte middelen, materialen en technieken en passen deze effectief toe. 3 Proberen zo schadebeperkend mogelijk te werken. 4 Handelen op basis van risicobewustzijn. Daadkracht 5 Voeren bevelen en aanwijzingen correct uit, nemen adequate beslissingen over te ondernemen acties. 6 Werken goed samen, koppelen acties en effecten daarvan voortdurend terug naar de bevelvoerder. 7 Passen hun gedrag aan bij veranderende omstandigheden; schakelen snel tussen verschillende werkzaamheden. Flexibel 8 Handelen ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig Bevelvoerder 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, staat open voor vragen, wekt vertrouwen. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de eigen ploeg en controleert of ze worden opgevolgd. 4 Heeft compleet beeld en stelt dit bij wanneer dat nodig is na een toetsende verkenning. Analyseren Oordelen 5 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+. Resultaatgericht Onafhankelijk 6 Kiest de juiste methode voor realisatie van het plan, stelt werkzaamheden bij veranderende omstandigheden of te weinig resultaat snel bij, heeft waar mogelijk aandacht voor schadebeperking. Plannen, organiseren en coördineren Flexibel 7 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig 8 Voert effectief en efficiënt motorkapoverleg en informeert manschappen en OVD. OVD 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, ook in contacten met derden. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de bevelvoerders. 4 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Uitruk en verkenning 1 Heeft compleet beeld en stelt dit indien nodig bij na een toetsende verkenning. Analyseren Daadkracht 2 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+, handelt situationeel en durft beargumenteerd van prioriteit te wisselen. 700/OVD met eenheden/01-2009

700 Inzet met accent op brandbestrijding Algemene beoordeling Inzet 1 Blijft op de hoogte van status incident, controleert het effect van acties, reageert op veranderingen. 2 Leidt het motorkapoverleg effectief en efficiënt, informeert de RAC, bevelvoerder, HOVD en start zonodig het CoPI op. Afbouw 1 Overlegt met politie, salvage-coördinator, energiebedrijf etc. 2 Verzamelt informatie voor rapportage/evaluatie. 3 Schaalt af, beëindigt CoPI, zorgt voor opvang en evaluatie. V = Voldoende; A = Aandachtspunt Plannen, organiseren, coördineren 700/OVD met eenheden/01-2009

700/OVD met eenheden/01-2009

710 Inzet met accent op THV Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Technische hulpverlening Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus doel De eenheden voeren onder leiding van de OVD veilig en effectief een inzet uit met accent op THV. Operationele doelen 1 De manschappen voeren onder leiding van de bevelvoerder een verkenning uit en verlenen technische hulp bij een ongeval of een ander incident. 2 De bevelvoerder stuurt de manschappen aan volgens de bevelvoeringprocedure. 3 De OVD geeft leiding aan de eenheden, coördineert de inzet met andere diensten en start zonodig het CoPI op. Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Recent afgetekende oefenkaarten Manschappen: 110- en 510-serie. Bevelvoerders: 210- en 510-serie. OVD: 310-serie. Parate kennis Technische hulpverlening. Functie Oefenleider Beoordelaar Veiligheidsfunctionaris Niveau Opgeleid oefenleider Deskundige THV Opgeleid VF Zie bijlage 3 Suggesties voor eindoefeningen en de Oefenbank Brandweer, via www.brandweerkennisnet.nl. Oefenmaterieel en -locatie overeenkomstig het type inzet. Ensceneringsmateriaal. Laat volledige persoonlijke bescherming dragen. Laat de locatie vooraf controleren op veiligheid (VF). Schenk tijdens de briefing aandacht aan veiligheidsaspecten. Laat relevante basis- en elementaire oefeningen vooraf gaan aan deze eindoefening. Gebruik bij uitvoering van deze oefenkaart tijdens een oefenweek op een realistisch oefencentrum alleen de beoordelingscriteria voor de betreffende functie. 710/OVD met eenheden/01-2009

710 Inzet met accent op THV Algemene beoordeling Manschappen 1 Kiezen, controleren en dragen de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen. Accuraat 2 Kiezen de voor de situatie meest geschikte middelen, materialen en technieken en passen deze effectief toe. 3 Proberen zo schadebeperkend mogelijk te werken. 4 Handelen op basis van risicobewustzijn. Daadkracht 5 Voeren bevelen en aanwijzingen correct uit, nemen adequate beslissingen over te ondernemen acties. 6 Werken goed samen, koppelen acties en effecten daarvan voortdurend terug naar de bevelvoerder. 7 Passen hun gedrag aan bij veranderende omstandigheden; schakelen snel tussen verschillende werkzaamheden. Flexibel 8 Handelen ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig Bevelvoerder 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, staat open voor vragen, wekt vertrouwen. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de eigen ploeg en controleert of ze opgevolgd worden. 4 Heeft compleet beeld en stelt dit bij wanneer dat nodig is na een toetsende verkenning. Analyseren Oordelen 5 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+. Resultaatgericht Onafhankelijk 6 Kiest de juiste methode voor realisatie van het plan, stelt werkzaamheden bij veranderende omstandigheden of te weinig resultaat snel bij, heeft waar mogelijk aandacht voor schadebeperking. Plannen, organiseren en coördineren Flexibel 7 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig 8 Voert effectief en efficiënt motorkapoverleg en informeert de manschappen en OVD. OVD 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, ook in contacten met derden. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de bevelvoerders. 4 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Uitruk en verkenning 1 Heeft compleet beeld en stelt dit indien nodig bij na een toetsende verkenning. Analyseren Daadkracht 2 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+, handelt situationeel en durft beargumenteerd van prioriteit te wisselen. 710/OVD met eenheden/01-2009

710 Inzet met accent op THV Algemene beoordeling Inzet 1 Blijft op de hoogte van status incident, controleert het effect van acties, reageert op veranderingen. 2 Leidt het motorkapoverleg effectief en efficiënt, informeert de RAC, bevelvoerders, HOVD en start zonodig het CoPI op. Afbouw 1 Overlegt met politie, salvage-coördinator, energiebedrijf etc. 2 Verzamelt informatie voor rapportage/evaluatie. 3 Schaalt af, beëindigt CoPI, zorgt voor opvang en evaluatie. V = Voldoende; A = Aandachtspunt Plannen, organiseren, coördineren 710/OVD met eenheden/01-2009

710/OVD met eenheden/01-2009

720 Inzet met accent op OGS Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: afhankelijk van korpstaken doel De eenheden voeren onder leiding van de OVD veilig en effectief een inzet uit met accent op OGS. Operationele doelen 1 De manschappen voeren onder leiding van de bevelvoerder een verkenning uit en bestrijden een incident waarbij sprake is van gevaarlijke stoffen. 2 De bevelvoerder stuurt de manschappen aan volgens de bevelvoeringprocedure. 3 De OVD geeft leiding aan de eenheden, coördineert de inzet met andere diensten en start zonodig het CoPI op. Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Recent afgetekende oefenkaarten Manschappen: 120- en 520-serie. Bevelvoerders: 220- en 520-serie. OVD: 320-serie. Parate kennis Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen. Functie Oefenleider Beoordelaar Veiligheidsfunctionaris Niveau Opgeleid oefenleider Deskundige OGS Opgeleid VF Zie bijlage 3 Suggesties voor eindoefeningen en de Oefenbank Brandweer, via www.brandweerkennisnet.nl. Oefenmaterieel en -locatie overeenkomstig het type inzet. Ensceneringsmateriaal. Laat volledige persoonlijke bescherming dragen. Laat de locatie vooraf controleren op veiligheid (VF). Schenk tijdens de briefing aandacht aan veiligheidsaspecten. Laat relevante basis- en elementaire oefeningen vooraf gaan aan deze eindoefening. Gebruik bij uitvoering van deze oefenkaart tijdens een oefenweek op een realistisch oefencentrum alleen de beoordelingscriteria voor de betreffende functie. 720/OVD met eenheden/01-2009

720 Inzet met accent op OGS Algemene beoordeling Manschappen 1 Kiezen, controleren en dragen de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen. Accuraat 2 Kiezen de voor de situatie meest geschikte middelen, materialen en technieken en passen deze effectief toe. 3 Proberen zo schadebeperkend mogelijk te werken. 4 Handelen op basis van risicobewustzijn. Daadkracht 5 Voeren bevelen en aanwijzingen correct uit, nemen adequate beslissingen over te ondernemen acties. 6 Werken goed samen, koppelen acties en effecten daarvan voortdurend terug naar de bevelvoerder. 7 Passen hun gedrag aan bij veranderende omstandigheden; schakelen snel tussen verschillende werkzaamheden. Flexibel 8 Handelen ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig Bevelvoerder 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, staat open voor vragen, wekt vertrouwen. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de eigen ploeg en controleert of ze opgevolgd worden. 4 Heeft compleet beeld en stelt dit bij wanneer dat nodig is na een toetsende verkenning. Analyseren Oordelen 5 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+. Resultaatgericht Onafhankelijk 6 Kiest de juiste methode voor realisatie van het plan, stelt werkzaamheden bij veranderende omstandigheden of te weinig resultaat snel bij, heeft waar mogelijk aandacht voor schadebeperking. Plannen, organiseren en coördineren Flexibel 7 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig 8 Voert effectief en efficiënt motorkapoverleg en informeert de manschappen en OVD. OVD 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, ook in contacten met derden. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de bevelvoerders. 4 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Uitruk en verkenning 1 Heeft compleet beeld en stelt dit indien nodig bij na een toetsende verkenning. Analyseren Daadkracht 2 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+, handelt situationeel en durft beargumenteerd van prioriteit te wisselen. 720/OVD met eenheden/01-2009

720 Inzet met accent op OGS Algemene beoordeling Inzet 1 Blijft op de hoogte van status incident, controleert het effect van acties, reageert op veranderingen. 2 Leidt het motorkapoverleg effectief en efficiënt, informeert de RAC, bevelvoerders, HOVD en start zonodig het CoPI op. Afbouw 1 Overlegt met politie, salvage-coördinator, energiebedrijf etc. 2 Verzamelt informatie voor rapportage/evaluatie. 3 Schaalt af, beëindigt CoPI, zorgt voor opvang en evaluatie. V = Voldoende; A = Aandachtspunt Plannen, organiseren, coördineren 720/OVD met eenheden/01-2009

720/OVD met eenheden/01-2009

730 Inzet met accent op WO Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Inzet waterongevallen Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: afhankelijk van korpstaken doel De eenheden voeren onder leiding van de OVD veilig en effectief een inzet uit met accent op bestrijding waterongeval. Operationele doelen 1 De manschappen voeren bij een waterongeval onder leiding van de bevelvoerder een verkenning en een inzet uit (in samenwerking met een of meer duikploegen). 2 De bevelvoerder stuurt de manschappen aan volgens de bevelvoeringprocedure. 3 De OVD geeft leiding aan de eenheden, coördineert de inzet met andere diensten en start zonodig het CoPI op. Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Recent afgetekende oefenkaarten Manschappen: 130- en 530-serie. Bevelvoerders: 230- en 530-serie. OVD: 330-serie. Parate kennis Bestrijding waterongevallen. Functie Oefenleider Beoordelaar Veiligheidsfunctionaris Niveau Opgeleid oefenleider Deskundige WO Opgeleid VF Zie bijlage 3 Suggesties voor eindoefeningen en de Oefenbank Brandweer, via www.brandweerkennisnet.nl. Oefenmaterieel en -locatie overeenkomstig het type inzet. Ensceneringsmateriaal. Laat volledige persoonlijke bescherming dragen. Laat de locatie vooraf controleren op veiligheid (VF). Schenk tijdens de briefing aandacht aan veiligheidsaspecten. Laat relevante basis- en elementaire oefeningen vooraf gaan aan deze eindoefening. Deze oefening wordt vrijwel altijd samen met een of meer duikploegen uitgevoerd. 730/OVD met eenheden/01-2009

730 Inzet met accent op WO Algemene beoordeling Manschappen 1 Kiezen, controleren en dragen de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen. Accuraat 2 Kiezen de voor de situatie meest geschikte middelen, materialen en technieken en passen deze effectief toe. 3 Proberen zo schadebeperkend mogelijk te werken. 4 Handelen op basis van risicobewustzijn. Daadkracht 5 Voeren bevelen en aanwijzingen correct uit, nemen adequate beslissingen over te ondernemen acties. 6 Werken goed samen, koppelen acties en effecten daarvan voortdurend terug naar de bevelvoerder. 7 Passen hun gedrag aan bij veranderende omstandigheden; schakelen snel tussen verschillende werkzaamheden. Flexibel 8 Handelen ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig Bevelvoerder 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, staat open voor vragen, wekt vertrouwen. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de eigen ploeg en controleert of ze opgevolgd worden. 4 Heeft compleet beeld en stelt dit bij wanneer dat nodig is na een toetsende verkenning. Analyseren Oordelen 5 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+. Resultaatgericht Onafhankelijk 6 Kiest de juiste methode voor realisatie van het plan, stelt werkzaamheden bij veranderende omstandigheden of te weinig resultaat snel bij, heeft waar mogelijk aandacht voor schadebeperking. Plannen, organiseren en coördineren Flexibel 7 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Stressbestendig 8 Voert effectief en efficiënt motorkapoverleg en informeert de manschappen en OVD. OVD 1 Bewaakt veiligheid van eigen personeel en van derden. Taakgericht leiderschap 2 Straalt rust en gezag uit, ook in contacten met derden. 3 Geeft duidelijke bevelen aan de bevelvoerders. 4 Handelt ook onder (tijds)druk doeltreffend. Uitruk en verkenning 1 Heeft compleet beeld en stelt dit indien nodig bij na een toetsende verkenning. Analyseren Daadkracht 2 Maakt tijdig een inzetplan en anticipeert op mogelijke veranderingen d.m.v. een plan+, handelt situationeel en durft beargumenteerd van prioriteit te wisselen. 730/OVD met eenheden/01-2009

730 Inzet met accent op WO Algemene beoordeling Inzet 1 Blijft op de hoogte van status incident, controleert het effect van acties, reageert op veranderingen. 2 Leidt het motorkapoverleg effectief en efficiënt, informeert de RAC, bevelvoerder, HOVD en start zonodig het CoPI op. Afbouw 1 Overlegt met politie, salvage-coördinator, energiebedrijf etc. 2 Verzamelt informatie voor rapportage/evaluatie. 3 Schaalt af, beëindigt CoPI, zorgt voor opvang en evaluatie. V = Voldoende; A = Aandachtspunt Plannen, organiseren, coördineren 730/OVD met eenheden/01-2009

730/OVD met eenheden/01-2009