Opdracht 5: Poëzieproject. Een dergelijk project moet zowel het lezen als het maken van poëzie omvatten. Te denken valt aan deelname aan een (landelijke) poëziewedstrijd. a. Onderzoek wat er al op dat gebied is b. Ontwerp je eigen lessenserie Deze opdracht levert vooral activiteiten op. Let erop dat het op stimuleren en inspireren aankomt en niet op het aanleren van theoretische kennis. Keuzeopdracht 5 Poëzieproject Opdracht 5a: Onderzoek wat er dit gebied al is. De bekendste poëziewedstrijd is doe maar dicht maar. Je kunt via deze wedstrijd een gedicht inzenden. De beste honderd gedichten worden geplaatst in een boekje. Via de website: http://www.poeziepaleis.nl/projecten/doe-maar-dicht-maar/start Verder kun je via de website www.poeziepaleis.nl ook nog veel andere interessante opdrachten vinden. Zo kun je een dichter uitnodigen op school en staan er verschillende projecten en lessenseries op de website. Www.versgedicht.nl is een website waarop je veel informatie vindt. Kinderen tussen de 8 en 20 jaar kunnen meedoen met een poëziewedstrijd (2 leeftijdscategorieën). Er staan schrijftips op, je kan er lesideeën vinden. Een erg nuttige website. Via deze website kun je ook een dichtles van een poëzieleraar boeken. De website www.poezie-in-beweging.nl is een erg interessante site. Er staan verschillende projecten op. Deze site is eigenlijk bedoeld voor de vreemde talen. Er worden ook wedstrijden georganiseerd voor dichten in het Engels, Duits of Frans. Misschien dat een samenwerking met een andere taal kan leiden tot mooie gedichten. Op http://www.jeugdenpoezie.be/ kun je ook meedoen met een wedstrijd. Deze Vlaamse site staat goed bekend. Ze maken ook gebruik van social media zoals facebook. Via de website www.gedichtendag.com kun je veel lessuggesties vinden rondom poëzie in het voortgezet onderwijs.
Opdracht b: Ontwerp een lessenserie Ieder jaar werken we met de kunst en cultuur brugklassen rondom het thema liefde. De lessen zijn echter ieder jaar hetzelfde en ik wil weleens iets nieuws verzinnen. Daarom heb ik mijn lessenserie gericht op het thema liefde & gedichten.
Marielle Hamelink 0838786 Schooljaar 2010-2011 Voor meer tips omtrent gedichten en dit boekje: http://www.rianvisser.nl/kinderboeken/digibord/liefdesgedichten-valentijn.pdf
Les 1 Elfje Voorkennis: Geen Tijd: les van 50 minuten Nodig: Kladpapier Werkboekje gedichten Voorbeelden Uitgeprinte kaart met de regels / tips Boek Wil je met mij Rian Visser (of een andere dichtbundel) Kleurpotloden viltstiften. Voorbeelden: liefde geef bloem maak je kenbaar hou van die persoon love Liefde Zwoele passie Een kloppend hart Verlangend naar een ander Eeuwig 5 min: Lees een gedicht voor uit de bundel Wil je met mij. Vraag aan de leerlingen welke reacties dit gedicht bij hen oproept. 10 min: Vertel kort over een elfje. Lees één of twee voorbeelden voor. Hang de kaart op het bord met de tips voor een elfje. Deze zit in het klein ook in het werkboekje voor de leerlingen. 5 min: Maak opdracht 1 in het werkboek. De leerlingen brainstormen over het onderwerp liefde. 5 min: Laat ze overleggen met de buurman of buurvrouw. Je kunt ze ook laten overleggen in een groepje. Laat ze de resultaten van elkaar bekijken. Vraag ook eens aan een aantal leerlingen of ze hun resultaten willen voorlezen. 20 min: Maak opdracht twee in het boekje. Eerst gaan ze oefenen op kladpapier. Pas wanneer ze tevreden zijn over het resultaat noteren ze dit in hun boekje. Ze kunnen hun gedicht nog versieren. Laat ze zien hoe Rian visser een tekening maakt die past bij het gedicht. Dit kunnen ze ook proberen. 5 min: Uitwisselen van de gedichten in de klas. Dit kan klassikaal, maar ook in groepjes.
Les 2 Haiku Voorkennis: Geen Tijd: les van 50 minuten Nodig: Kladpapier Werkboekje gedichten Voorbeelden Uitgeprinte kaart met de regels / tips Boek Wil je met mij Rian Visser (of een andere dichtbundel) Kleurpotloden of viltstiften Voorbeelden: de kat ligt op schoot ik begin braaf te aaien zo zet je hem aan Rijmloze regels zeventien lettergrepen geoogst uit je hart 5 min: Start de les met het voorlezen van een gedicht uit het boekje Wil je met mij. 10 min: Vertel kort over een Haiku. Lees één of twee voorbeelden voor. Hang de kaart op het bord met de tips voor het schrijven van een haiku. Deze zit in het klein ook in het werkboekje voor de leerlingen. 5 min: Maak opdracht 1 brainstormen 5 min: Laat ze overleggen met de buurman of buurvrouw. Je kunt ze ook laten overleggen in een groepje. Laat ze de resultaten van elkaar bekijken. Vraag ook eens aan een aantal leerlingen of ze hun resultaten willen voorlezen. 20 min: Maak opdracht twee in het boekje. Eerst gaan ze oefenen op kladpapier. Pas wanneer ze tevreden zijn over het resultaat noteren ze dit in hun boekje. Ze kunnen hun gedicht versieren wanneer ze klaar zijn. 5 min: Uitwisselen van de gedichten in de klas. Dit kan klassikaal, maar ook in groepjes.
Les 3 Naamgedicht Voorkennis: Geen Tijd: les van 50 minuten Nodig: Kladpapier Werkboekje gedichten Voorbeelden Uitgeprinte kaart met de regels / tips Boek Wil je met mij Rian Visser (of een andere dichtbundel) Kleurpotloden of viltstiften Voorbeelden: Alle liefde die ik heb, geef ik aan jou. Mooi gezichtje, die ik snel zoenen zou. Blij ben ik zo vaak. Echte liefde, jij schoot raak. Recht uit mijn hart kom dit, wat ik zeg. Doornroosje Daar ligt ze O zo mooi O zo prachtig Rozen om haar heen Nu komt de prins Redder in nood O zo snel O zo stoer Sterk met zijn zwaard Ja daar wijkt de haag En dan...de kus 5 min: Start de les met het voorlezen van een gedicht uit het boekje Wil je met mij. 10 min: Vertel kort over een naamgedicht. Lees één of twee voorbeelden voor. Hang de kaart op het bord met de tips voor het schrijven van een naamgedicht. Deze zit in het klein ook in het werkboekje voor de leerlingen. 5 min: Maak opdracht 1 over het naamgedicht. 5 min: Laat ze overleggen met de buurman of buurvrouw. Je kunt ze ook laten overleggen in een groepje. Laat ze de resultaten van elkaar bekijken. Vraag ook eens aan een aantal leerlingen of ze hun resultaten willen voorlezen. 20 min: Maak opdracht twee in het boekje. Eerst gaan ze oefenen op kladpapier. Pas wanneer ze tevreden zijn over het resultaat noteren ze dit in hun boekje. Zijn ze klaar, dan kunnen ze de lijst rondom het gedicht versieren. De achtergrond van het gedicht mag natuurlijk. Ze kunnen er zelfs nog een foto bijplakken van de persoon waar het gedicht over gaat. 5 min: Uitwisselen van de gedichten in de klas. Dit kan klassikaal, maar ook in groepjes.
Les 4 Gedicht Voorkennis: Geen Tijd: les van 50 minuten Nodig: Kladpapier Werkboekje gedichten Voorbeelden Uitgeprinte kaart met de regels / tips Boek Wil je met mij Rian Visser (of een andere dichtbundel) Kleurpotloden of viltstiften Voorbeelden: Een kop en een staart Het rijm gepaard Ze eenvoudig en snel Is een clerihew wel Woorden lijmen Een twee drie hopla Om en om rijmen Zo maak je een copla Weer anders nog een: Hoor deze zinnen Rijm en van binnen Maar ook eromheen. Zo'n jongen nou als Piet, een intellectueel, hij had niet zoveel eisen, hij wou niet eens zoveel, gewoon een beetje trekken de Balkan door of zo, of een keer met een vrachtschip naar de Golf van Mexico. Maar Ansje z'n verloofde, die zei: Da's niks gedaan. Je moet solliciteren. Hier staat een goeie baan. *Annie M.G. Schmidt 5 min: Start de les met het voorlezen van een gedicht uit het boekje Wil je met mij. Kies voor een gedicht dat een duidelijk rijmschema laat zien. 10 min: Vertel over het schrijven van een gedicht. Laat ze kennismaken met de verschillende rijmschema s. De meeste zullen ze al wel kennen. Geef bij ieder schema een voorbeeld. Dit kan uit de bundel zijn, maar dit kun je ook zelf bedenken. Leuk is om ook de leerlingen een voorbeeld te laten geven. 5 min: Maak opdracht 1 uit het werkboek. 5 min: Laat ze overleggen met de buurman of buurvrouw. Je kunt ze ook laten overleggen in een groepje. Laat ze de resultaten van elkaar bekijken. 20 min: Maak opdracht twee in het boekje. Eerst gaan ze oefenen op kladpapier. Pas wanneer ze tevreden zijn over het resultaat noteren ze dit in hun boekje. Zijn ze klaar, dan kunnen ze het gedicht versieren. 5 min: Uitwisselen van de gedichten in de klas. Dit kan klassikaal, maar ook in groepjes.
Les 5 Limerick Voorkennis: Geen Tijd: les van 50 minuten Nodig: Kladpapier Werkboekje gedichten Voorbeelden Uitgeprinte kaart met de regels / tips Boek Wil je met mij Rian Visser (of een andere dichtbundel) Kleurpotloden of viltstiften Voorbeeld: Er woont een dichter in Swinnen die kan geen verhalen verzinnen Hij rijmt dus maar wat en dicht ieder gat met vijf onzinnige zinnen Een verkrampte kanarie uit Kampen Was betrokken bij allerlei rampen Hij trok met een ruk De gasleiding stuk En verstikte in giftige dampen 5 min: Start de les met het voorlezen van een gedicht uit het boekje Wil je met mij. Kies voor een limerick. 10 min: Vertel over het schrijven van een limerick. Laat ze kennismaken met de vorm. Vraag eens aan leerlingen of ze een limerick kennen. Vaak kennen leerlingen wel een voorbeeld. 5 min: Maak opdracht 1 uit het werkboek. 5 min: Laat ze overleggen met de buurman of buurvrouw. Je kunt ze ook laten overleggen in een groepje. Laat ze de resultaten van elkaar bekijken. 20 min: Maak opdracht twee in het boekje. Eerst gaan ze oefenen op kladpapier. Pas wanneer ze tevreden zijn over het resultaat noteren ze dit in hun boekje. Zijn ze klaar, dan kunnen ze het gedicht versieren. 5 min: Uitwisselen van de gedichten in de klas. Dit kan klassikaal, maar ook in groepjes.
Naam:.. Klas:. Schooljaar:....
Elfje Opdracht 1: Brainstormen Noteer in het vak hieronder zoveel mogelijk woorden die te maken hebben met liefde. Gebruik hiervoor werkwoorden (bijv. Liefhebben kussen), bijvoeglijke naamwoorden (mooie, lieve) maar ook zelfstandige naamwoorden (jongen meisje). Opdracht 2: Zelf aan de slag. Pak een kladblaadje en maak voor jezelf een aantal elfjes. De mooiste noteer je in het vak hieronder. De regels van een elfje vind je nogmaals achterin je boekje. Nog tijd over? Maak een mooie tekening in het kader dat past bij je gedicht. Je kunt de achterkant ook licht met potlood versieren.
Haiku Opdracht 1: Vandaag gaan jullie een haiku schrijven. Een haiku bestaat uit zinnen met een vast aantal lettergrepen. Hieronder ga je oefenen. Noteer achter het aantal lettergrepen zoveel mogelijk woorden. Er is er telkens 1 voorgedaan. Natuurlijk kun je ook woorden maken met 5 lettergrepen of meer. Kies voor woorden die te maken hebben met liefde. 1 lettergreep Bijv. De 2 lettergrepen Bijv. mooie 3 lettergrepen Bijv. lekkere 4 lettergreep Bijv. onmiddellijk Opdracht 2: Oefenen nu op een kladblaadje met het schrijven van een haiku. Wanneer je tevreden bent over het resultaat dan vul je de haiku hieronder in. Versier je gedicht nog met bijpassende tekeningen.
Naamgedicht Opdracht 1: Denk aan een persoon die je lief vind. Daar ga je het gedicht over schrijven. Je kunt natuurlijk ook schrijven over jezelf. Ik ga schrijver over: Woorden die passen bij deze persoon: Opdracht 2: Noteer op een kladblaadje de naam van de persoon waar je over gaat schrijven. Eerst alleen de voornaam. Heb je nog tijd over, ga dan ook voor de achternaam. Probeer de zinnen niet te lang te maken. Is je naamgedicht af? Schrijf het dan hieronder in de fotolijst. Je mag de lijst natuurlijk versieren als je klaar bent.
Gedicht Opdracht 1 Oefen eens met ieder schema. Vul eens rijmwoorden in volgens het schema. Zo heb je alvast een opbouw voor een eventueel gedicht. Onthoud: Het gedicht moet te maken hebben met liefde. Schema: Clerihew A A B B Copla A B A B Omarmend Rijmen A B B A woorden Opdracht 2: Kies nu definitief de vorm die je gaat gebruiken. Pak een kladblaadje. Ga oefenen met het schrijven van een gedicht. Zodra je tevreden bent, schrijf je het gedicht hieronder. Onthoud: Het gedicht heeft minimaal 2 strofes en maximaal 4. Noteer het gedicht op de volgende bladzijde. Ben je klaar dan mag je het gedicht natuurlijk versieren.
Gedicht
Limerick Opdracht 1 Een limerick heeft een vast vorm. Iedere zin bestaat uit een aantal lettergrepen. Oefen eerst eens met het maken van zinnen met 5 of 9 lettergrepen. Probeer het in het thema liefde te houden, lukt dit niet dan probeer je een ander thema. 5 lettergrepen 9 lettergrepen Opdracht 2 Je gaat nu oefenen met het schrijven van een Limerick. Maak goed gebruik van de regels. Deze vind je achterin je werkboek. Je definitieve limerick schrijf je weer hieronder. Versier je gedicht wanneer je nog tijd hebt.
Regels van de gedichten Elfje Gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels. Het aantal lettergrepen is onbelangrijk. 1 woord; 2 woorden; 3 woorden; 4 woorden En weer 1 woord. Elke regel staat op zichzelf, apart. Je mag zinnen dus per se niet in stukken kappen. Eerste regel: 1 woord. Het woord roept een bepaalde sfeer op. Tweede regel: 2 woorden (vb een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord) Het ene woord zegt iets over het andere. Derde regel: 3 woorden; Mogelijkheid: (... - werkwoordsvorm -...) Vierde regel: 4 woorden Er wordt iets van een conclusie getrokken. Dit kan met een gevoel, een indruk, een beeld enz. te maken hebben. Vijfde regel: 1 woord, dat het onderwerp samenvat Regels Haiku: De eerste regel bestaat uit 5 lettergrepen. De tweede regel bestaat uit 7 lettergrepen. De laatste regel bestaat uit 5 lettergrepen. Regels naamgedicht Schrijf de letters van je naam onder elkaar. Begin nu elke regel van je gedicht met een letter van je naam. Rijmen moet dit gedicht niet, elke regel mag klinken zoals je dat wil.
Regels van een gedicht: Clerihew : 4 versregels rijmschema A-A-B-B in de eerste regel vaak een persoonsnaam Copla : meestal 4 versregels van elk 8 lettergrepen. rijmschema A-B-A-B Omarmend rijm : 4 versregels rijmschema A-B-B-A Regels van een Limerick Vijfregelig gedicht met klank- en woordspelingen. Rijmschema A-A-B-B-A Aantal lettergrepen 9-9-5-5-9. In de eerste regel staat vaak een eigennaam; dan volgt een komische situatie die wordt afgesloten door een pointe in de laatste regel.