WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN Kinderopvang Het stageboek Stage is leren in de praktijk. Je maakt kennis met het werk wat jij misschien in de toekomst zou willen gaan doen. Het stageboek is bedoeld als hulpmiddel bij het leren. Met behulp van stageopdrachten in het boek ga je goed kijken naar het werk. Wat voor werkzaamheden ga je doen? Wat zijn de leuke kanten van het werk? Wat zijn de moeilijke kanten van het werk? Welke problemen doen zich voor? Wat moet ik nog leren om het werk te kunnen doen? Wat voor opleiding zou ik dan moeten volgen? Het stageboek begint met algemene informatie over de stageplaats. Zoek dit op en vul het in. De afspraken moet je opschrijven. Vraag aan je begeleider/ster of je ze goed opgeschreven hebt. Vraag wat je niet begrijpt!! In dit stageboek staan een aantal opdrachten die je op je stageadres gaat uitvoeren. Overleg met de stagebegeleider wat een geschikt tijdstip is om dit te doen. Het is de bedoeling dat je het stageboek iedere week meeneemt naar de WO-stageles op school. Tijdens deze les worden de opdrachten doorgesproken. 1. Wat is de naam van het bedrijf waar jij stage loopt? 1
2. Wat is het adres van het bedrijf? 3. Hoe heet je stagebegeleider in het stagebedrijf en wat is zijn/haar telefoonnummer? 4. Hoe heet de vervanger als je stagebegeleider er niet is en wat is zijn/haar telefoonnummer? 5. Op welke dagen loop je er stage? 6. Wat zijn de werktijden? 7. Wat zijn de pauzetijden? 8. Met wie werk je samen? Schrijf hun namen op en wat ze doen ( hun functie): 9. Werkt er ook een praktijkbegeleidster? 2
10. Hoeveel dagen werkt zij/hij? 11. Wat doet zij/hij precies? 12. Hoeveel mensen werken er totaal in je stagebedrijf? 13. Hoeveel mensen werken op de afdeling waar jij stage loopt? 14. Zijn er nog andere afspraken? Denk aan werkkleding, steeds terugkerende werkzaamheden. Werken in de kinderopvang. Kleine kinderen hebben heel veel zorg nodig. 3
Ze kunnen nog niet voor zichzelf zorgen. De ouders zorgen voor hun kind. Nu komt het vaak voor dat beide ouders werken. Ze kunnen dan voor een die tijd niet voor hun kind zorgen. De kinderen kunnen dan naar het kinderdagverblijf. 1. Hoeveel groepsleid(st)ers werken er? Schrijf hun namen op: 2. Werkt er ook een huishoudelijk medewerkster? 3. Hoe heet zij/hij? 4. Hoeveel dagen werkt zij/hij? Wat is een kinderdagverblijf? Het kinderdagverblijf is er voor kinderen van 0 tot 4 jaar. De kinderen doen in het kinderdagverblijf dezelfde dingen als thuis: ze spelen er, eten en slapen er. Het is belangrijk dat een kind zich prettig en veilig voelt in 4
het kinderdagverblijf. Op het kinderdagverblijf kan een kind zowel met andere kinderen als alleen spelen. 1. Vanaf hoe laat kunnen de ouders hun kinderen komen brengen? 2. Hoe laat moeten de kinderen aan het eind van de dag uiterlijk gehaald worden? 3. Hoeveel kinderen komen er naar het kinderdag verblijf? 4. Hoeveel baby's: 5. Hoeveel peuters? 6. Hoeveel kleuters? De groepen. In een kinderdagverblijf wordt met groepen gewerkt. De groepen in een kinderdagverblijf hebben vaak een naam. Kinderen kunnen zo gemakkelijk onthouden bij welke groep ze horen. Maar ook voor ouders is het handig om te weten. 5
Groepen kunnen horizontaal of vertikaal zijn. Horizontale groepen zijn groepen waarbij de leeftijd van de kinderen ongeveer gelijk is. Bijvoorbeeld de babygroep. Bij verticale groepen zitten kinderen van alle leeftijden door elkaar. Een baby zit in dezelfde groep als een peuter of een kleuter. 1. Het dagverblijf heeft groepen. 2. In een groep zitten ongeveer kinderen. 3. Welke namen hebben de groepen op je kinderdagverblijf? 4. Heeft dit kinderverblijf horizontale of verticale groepen? Beschrijf hieronder wat je gedaan hebt op je stagebedrijf. Datum: WERKZAAMHEDEN s morgens 6
WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN Kinderopvang WERKZAAMHEDEN s middags Opdracht: gesprek met collega. Voer een gesprek met een medewerker van het bedrijf waar je stage loopt. Praat met haar/hem over de volgende onderwerpen. Op school ga je nog enkele onderwerpen bedenken. Schrijf die hieronder op. Wat is haar/zijn functie? Wat is haar/zijn taak in het bedrijf? Waarom heeft zij/hij gekozen om hier te gaan werken? 7
Wat zijn de leuke kanten van het werk? Wat zijn de moeilijke kanten van het werk? Welke opleiding heeft zij/hij gevolgd? Wat zou zij/hij willen bereiken in haar/zijn werk? Werk dit gesprek netjes uit op de computer en lever het bij je stagedocent in. Opdracht: gesprek met stagebegeleider. Voer nu een gesprek met je stagebegeleider/ster. Stel de volgende vragen: Wat is uw functie? Welke taken doet u? Wat is er leuk aan uw werk? Wat is er moeilijk aan uw werk? 8
Werk dit gesprek netjes uit op de computer en lever het bij je stagedocent in. Opdracht: Veiligheid in het bedrijf. Om ongelukken te voorkomen is veiligheid erg belangrijk. Binnen jouw stagebedrijf zijn er ook allerlei zaken geregeld omtrent veiligheid. Beantwoord de volgende vragen. 1. Is er een brandblusser in het pand aanwezig en wanneer is deze voor het laatst gekeurd? 2. Is er een vluchtplan? ( misschien kun je een kopie maken) 3. Is er een EHBO doos aanwezig? Zo ja, noem 5 dingen die 9
hier in zitten. 4. Worden de apparaten die in het bedrijf aanwezig zijn weleens getest op veiligheid? Geef 2 voorbeelden. 5. Maak een lijst met de belangrijkste 5 veiligheidsregels bij jouw stagebedrijf? 6. Zijn er nog speciale afspraken over veiligheid binnen het bedrijf? 10
WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN Kinderopvang 11