Wat weten studenten (verpleegkunde) over hiv?



Vergelijkbare documenten
HET PARTNER-ONDERZOEK

Onderzoek Veilig of niet?

7. Wel of niet vertellen

U bent drager van MRSA. Wat nu?

OPVOLGVRAGENLIJST HIV-NEGATIEVE MAN

PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN. Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

Hiv en stigmatisering in Nederland

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE VROUW

Testen op HIV, ja of nee?

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN

Deelnemersinformatie en geïnformeerde toestemming voor de HIV-negatieve partner HET PARTNER-ONDERZOEK

Deelnemersinformatie voor de HIV-negatieve partner HET PARTNER-ONDERZOEK

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Patiënteninformatie. Richtlijnen voor familie en patiënt in verband met excreta na chemotherapie

1 Strikte naleving van handhygiëne

MRSA Ongevoelige of resistente bacterie

algemeen inwendige ziekten informatiebrochure Veilig omgaan met chemoproducten

Profiel van informatiezoekers

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting

In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren)

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Onderzoek: Studiekeuze

Hiv en stigmatisering in Nederland

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst multiproblematiek I

Aandachtspunten bij chemotherapie

Informatieblad PEP profylaxe voor studenten van het UMC St Radboud in het buitenland

LEEFREGELS NA POLIKLINISCHE TOEDIENING I-131-THERAPIE

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

15. eten moet je toch

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval

MRSA. en infectiepreventie. BRMO (Bijzonder Resistente Micro-Organismen)

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar

THEMADOSSIER CHLAMYDIA

3 Sommige aandoeningen hebben behalve een officiële naam, ook een andere meer gebruikte naam. Geef van de volgende SOA de meer gebruikte naam.

1. Vragen over de hepatitis B aandachtscampagne

Wat te doen na een prik of snij-ongeval

Individueel Transitieprofiel voor jongeren

Gelieve deze vragen te beantwoorden vooraleer de vragenlijst in te vullen. Indien u nee antwoordt op vraag 1, hoeft u geen vragenlijst invullen

Deelnemersinformatie voor de HIV-positieve partner HET PARTNER-ONDERZOEK

PDS B e l a n g e n v e r e n

Muis heeft tikkertje gespeeld met Draak. Het is al donker als ze naar huis wil. Muis moet nog een heel eind door het bos.

Richtlijn. Prikongevallen. UZ Brussel

Dyadic Adjustment Scale (DAS)

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt

VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS DE CHEMOTHERAPIE

Belang van de surveillance van accidenteel bloedcontact in de ziekenhuizen. Enkele cijfers

Hiv op de werkvloer 2011

Intro tussen

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Luisteren: muziek (B2 nr. 1)

SOA IN ANTWERPEN (EN OMSTREKEN)

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE MAN

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Vragen en antwoorden m.b.t. de VRE-bacterie

de 4de editie spuugt vuur!

REFLECTIE VANUIT HET PERSPECTIEF VAN KINDEREN EN JONGEREN

Vragenlijst Depressie

Longgeneeskunde. Cyclofosfamidekuur.

Radium-223 therapie. Nucleaire geneeskunde

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT

Infobrochure. Chemo. Bijwerkingen en veiligheidsmaatregelen thuis. mensen zorgen voor mensen

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

1 ALGEMENE INFORMATIE

Verpleegafdeling Dagkliniek heelkunde / Slaapunit

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

Alvast bedankt voor het invullen!

Wat is kindermishandeling? Hoe kan kindermishandeling stoppen? Wie kan je hierbij helpen?

Tuberculose en isolatie

SAMENVATTING PARTNER-PROTOCOL

Ouderenmishandeling. Relatie slachtoffer pleger

Informatie over Clostridium difficile

Beschermende maatregelen na chemotherapie

MRSA staat voor Methicilline (M) resistente (R) Staphylococcus (S) aureus (A).

RIJSCHOOL. Wat moet je doen?

SOA enquete uitslag 2008

Leefregels na behandeling met radioactief Jodium-131. Afdeling Nucleaire Geneeskunde

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 3 Financiën 1 22 mei 2007

Handhygiëne: Waarom, Wie en Wanneer?

Maatregelen thuis na behandeling met chemotherapie. Afdeling Dagbehandeling beschouwend

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Hygiene en infectiepreventie 9

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Voorwoord. 15 miljoen mensen Op dat hele kleine stukje aarde Die moeten niet t keurslijf in Die laat je in hun waarde

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.

2. LOGBOEK. 2.1 Administratieve gegevens stageplaats. Periode van de verpleegstage: Introductiesessie gevolgd op : 2.2 Logboek stageactiviteiten

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Transcriptie:

Wat weten studenten (verpleegkunde) over hiv? Greet Kayaert, KHLeuven Centrale Vragen Hebben verpleegkundestudenten voldoende bagage om de gevoeligheden en privacy van mensen op het vlak van hiv(-testen) te respecteren? Voelen ze zich goed bij het mogelijks verplegen van mensen met HIV? Slagen verpleegkundestudenten erin om de aangeleerde standaard voorzorgsmaatregelen tegen infecties in praktijk te brengen tijdens hun stage? 1

A: Online bevraging 156 respondenten (28% bevraagden) Studenten verpleeg- en vroedkunde KHLim Overwegend vrouwen Jaar: N: Eerste 61 Tweede 48 Derde 43 > Drie 10 Inschatting risico overdracht HIV Sex met hiv+ partner Contact met wasgoed met bloedvlekken Voedsel klaargemaakt door hiv+ kok Muggenbeten Bestek delen met hiv+ persoon Publieke toiletten Samenwerken met hiv+ collega Bloedtransfusie Ontvangen (in België) Erg waarschijnlijk Eerder waarschijnlijk Eerder onwaarschijnlijk Erg onwaarschijnlijk Absoluut onmogelijk Ik weet het niet 2

Inschatting mogelijkheid tot Overdracht (lichaamsvloeistoffen) Bloed Proportie bevraagden die geloven dat overdracht mogelijk is: Stoelgang Speeksel Urine Etter Traanvocht Het dragen van één paar handschoenen reduceert de kans op hivoverdracht bij een prikongeval met: 80% (antwoord 14% van de studenten) 50% (antwoord 23% van de studenten) 20% (antwoord 40% van de studenten) 35% (antwoord 23% van de studenten) 3

Zorgen over besmettingsgevaar Stel dat je iemand verzorgt die hiv+ is. Zou jij je zorgen maken over het besmettingsgevaar? Nee, niet zoveel (15%) Nee, helemaal niet (1%) Ja, een beetje (62%) Ja, heel erg (22%) Was je tijdens je laatste stage ongerust i.v.m. het mogelijk oplopen van hiv? Soms (20%) Zelden (25%) Vaak, Altijd (Elk 1%) Nooit (53%) 81% van de bevraagden kent mensen, die voor hen belangrijk zijn, die zich zorgen zou maken over het besmettingsgevaar mochten ze iemand verzorgen met hiv. Attitude % dat eens is met uitspraken 13% is boos over ev. moeten verzorgen van iemand die Hiv opliep door seksueel risicogedrag 6% vindt de gedachte dat zoveel procedures moesten veranderen, wraakroepend 19% vindt dat verpleegkundigen die hiv+ zijn, geen patiënten meer mogen verplegen 36% vindt dat verpleegkundigen het recht moeten hebben om iemand met hiv niet te verplegen 68% vindt dat Hiv+ personen in een meerpersoonskamer mogen worden verzorgd 65% vindt dat er wetten nodig zijn die mensen met hiv beschermen tegen discriminatie op het werk 4

Attitude t.o.v. hiv-testen 71% vindt dat iedereen die wordt opgenomen op hiv moet worden getest 68% vindt dat er altijd toestemming moet worden gevraagd, alvorens te testen 84% vindt dat verpleegkundigen en vroedvrouwen regelmatig moeten worden getest op hiv 33% vindt dat ze het recht hebben om het te weten als één van hun collega s besmet is met hiv, zelfs zonder zijn/haar toestemming Stel, één van de patiënten heeft hiv maar de partner weet duidelijk van niets. Wat zou je doen? Hier met de verpleegkundigen van de afdeling over praten Hier met de stagebegeleider over praten De patiënt proberen te overtuigen om de partner in te lichten Niets, maar me ongemakkelijk voelen Niets Partner inlichten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% % aangevinkt 5

Hoe zou jij de positieve hiv-status van een patiënt aanduiden? Op het bed (2%) Andere (10%) Zo opvallend mogelijk (23%) Een kleine, niet opvallende markering op het rapportageblad (46%) Enkel bij de bloedresultaten (19%) Droeg je tijdens je laatste stage handschoenen bij het uitvoeren van de volgende handelingen? Intramusculaire injectie Altijd Soms Nooit 20 20 60 Verzorgen diepe veneuze katheter Subcutane injectie Plaatsen intraveneuze katheter Bloedname Verversen bevuild linnen Opruimen braaksel Contact met incontinentiemateriaal Wondzorg Wassen van een patiënt Aanprikken van een port a cath 65 22 13 9 12 79 59 27 14 51 32 17 41 25 34 86 6 8 81 13 6 57 36 7 71 21 8 76 16 8 6

Wanneer je bloedafnames deed, stond er dan een naaldcontainer binnen je werkveld? Nooit 6% Altijd 72% Soms 22% Richtlijnen prikongevallen 89% van de respondenten was voor de aanvang van de eerste stage op de hoogte van de richtlijnen in verband met prikongevallen op de stageplaats Docent school Ingelicht door: Stagebegeleider Stagementor Hoofdverpleegkundige Proportie ingelicht door 7

Prikongevallen: ingelicht 11% (n = 19): reeds 1 prikongeval gehad 89% (n = 143): geen prikongeval gehad Stagebegeleider: Hoofdverpleegkundige: Hogeschool: Stagementor: ** ** ** Collega s: Niemand: **:p < 0.005 Proportie die betrokkene hebben ingelicht/zouden inlichten Prikongevallen: maatregelen 11% (n = 19): reeds 1 prikongeval gehad 89% (n = 143): geen prikongeval gehad PEP: Behandelende arts verwittigen: * Registreren: Ontsmettingsalcohol: ** *:p < 0.05 **:p < 0.01 Wassen: Spoelen: ** ** Proportie die maatregel hebben genomen/zouden nemen 8

Prikongevallen: oorzaken Haast: Hercapping: Onvoldoende ervaring: Andere persoon: Onvoldoende kennis: Vermoeidheid: Onverwachte beweging: Proportie die dit als oorzaak aangeeft (n = 19) Maatregelen bloedspat in oog/bloed op intacte huid (hypothetisch) Oog Huid Registreren Spoelen Arts verwittigen PEP Wassen Ontsmettingsalcohol Spoelen Registreren Arts PEP Proportie die deze maatregel zou nemen 9

Conclusies vragenlijstonderzoek Overschatting van risico op infectie door oppervlakkig contact met hiv+ mensen. Dit wordt weerspiegeld in attitudes ten opzichte van hiv en hiv+ patiënten/collega s, waarin bezorgdheid doorschemert. Desalniettemin worden de standaard voorzorgsmaatregelen dikwijls onvolledig of niet toegepast. 19 B: Interventie & effectmeting (KHLeuven) Interventie = 2 uur durend hoorcollege met aandacht voor zowel voorzorgsmaatregelen als attitude Afname voor interventie: n = 109 (9 mensen (8%) kennen iemand met hiv) Afname na interventie: n = 92 Herhalingsafname (na 3 of 4 weken): n = 55 42% uit de opleiding vroedkunde 58% uit de opleiding verpleegkunde gemiddelde leeftijd: 21 mediaan: 20 20 10

Overdrachtsrisico: % dat risico als absoluut onmogelijk of heel onwaarschijnlijk inschat Afname 1 e 2 e 3 e Werken in de buurt van een hiv-positieve persoon 70 89 93 Eten in een restaurant waar de kok hiv-positief is 44 97 87 Een bloedtransfusie krijgen in België 70 90 74 Borden, glazen en bestek delen met een hiv-positieve persoon 58 96 91 Muggenbeten 36 95 71 Publieke toiletten gebruiken 61 95 87 Overdrachtsrisico: % dat gelooft dat overdracht mogelijk is Afname 1 e 2 e 3 e Speeksel 29 0 7 Traanvocht 7 5 20 Urine 15 0 7 Stoelgang 14 0 7 Etter 53 90 69 11

Stel dat je iemand verzorgt die hivpositief is. Zou jij je zorgen maken over het besmettingsgevaar? Afname 1 Afname 2 Afname 3 Ja, heel erg Ja, een beetje Neen, niet zoveel Neen, helemaal niet Attitude: % dat helemaal mee eens of mee eens aanduidt Afname 1 e 2 e 3 e Verpleegkundigen die hiv-positief zijn mogen geen patiënten meer verplegen. Ik voel mij boos over het mogelijk moeten verzorgen van een hiv-positieve persoon die de infectie heeft opgelopen door seksueel risicogedrag. Hiv-positieve personen mogen in een meerpersoonskamer worden verzorgd. Er zouden wetten moeten worden gestemd die mensen met hiv beschermen tegen discriminatie op het werk. Verpleegkundigen moeten het recht hebben om iemand met hiv niet te verplegen. 17 3 2 6 2 4 70 90 85 80 82 80 27 12 27 12

Vind jij dat iedereen die in een ziekenhuis wordt opgenomen op hiv moet worden getest? Afname 1 Afname 2 Afname 3 Ja Ja, mits toelating van de patiënt Neen Geen mening Attitude: % dat Ja aanduidt Afname 1 e 2 e 3 e Vind jij dat er altijd toestemming moet gevraagd worden aan de patiënt om zijn hiv-status te testen? Vind jij dat de verpleegkundigen en vroedvrouwen in een ziekenhuis regelmatig moeten getest worden op hiv? Stel dat één van jouw collega s besmet zou zijn met hiv, vind je dat je het recht hebt om dit te weten, zelfs zonder zijn/haar toestemming? 68 80 84 75 53 53 27 9 16 13

Prikongeval: % dat handeling zou verrichten na prikongeval Afname 1 e 2 e 3 e Aanprikplaats spoelen met water. 55 36 69 Aanprikplaats wassen met water en zeep. 21 13 18 Ontsmettingsalcohol aanbrengen op de aanprikplaats. 49 91 62 Het ongeval registreren 89 89 89 Behandelende arts van de patiënt verwittigen. 49 63 69 Post-exposure profylaxis (PEP) innemen. 17 28 34 Conclusies interventie & effectmeting Algemeen: significante en blijvende verbetering van zowel kennis als attitude Uitzonderingen: Serieuze terugval over tijd (van 90 naar 74%) wat betreft bloedtransfusies in België Overdracht in traanvocht wordt na verloop van tijd door 20% mogelijk geacht (van 7%) Op termijn geen verbetering (blijft 27%) wat betreft het recht op niet-verpleging Een stijging in willen innemen PEP na prikongeval (van 17 naar 34%) 28 14

C: Kwalitatief onderzoek Vooral toegespitst op seksueel risicogedrag (en soatesten) van de studenten zelf Individuele interviews (± 20 min); met 16 studenten, studerende binnen en buiten G&T, tussen 18 en 24 jaar oud, 14 vrouwen en 2 mannen; verschillende opleidingen (verpleegkunde, toegepaste informatica, sinologie, gitaar aan het Lemmens, educatieve studies ) Analysemethode: fenomenologisch, codering in verschillende stappen (open-axiaal-selectief) Analyse in Nvivo 10 29 Beschamende karakter van soa s Het taboe-zijn van soa s, en het beschamende karakter, worden door iedereen wel eens spontaan vermeld. Soa s worden geassocieerd met vies zijn, sletterigheid en het gevoel gefaald te hebben (of door eigen schuld een ziekte opgelopen te hebben). Als soa s in gesprekken met vrienden figureren, worden ze soms ook gebruikt als belediging, of als een manier om iemand uit te lachen (één student vermeldt een parodie van het TV-programma Neveneffecten op Temptation Island ( chlamydia beach )). Sommige studenten uiten verontwaardiging over vriendinnen die soa s hebben en daar niet voor durven uitkomen, zodat ze anderen besmetten. Uit een eerdere online bevraging bij 2274 studenten bleek ook dat 75% van de studenten het beschamend zou vinden, mochten ze een soa hebben. Want ik denk diegenen die het hebben zullen er niet rap voor uitkomen omdat langs de andere kant ook, ik zeg altijd, ja da s dom, hé, da s uw eigen schuld als je ermee zit, je moet maar naar de apotheek rijden voor condooms en je hebt het niet voor. Ja, ik denk ook wel dat mensen die dat hebben dat die er zeker niet voor zullen uitkomen. (D) 15

Beschamende karakter van soa s Euh, het is misschien zo wel een beetje taboe, want euh, die vriendin die dus Chlamydia heeft gehad, die schaamde zich eigenlijk zo keihard want niemand mag dat weten, niemand mag dat weten want ze durfde dat ook zo bijna niet tegen de jongen waar ze dus seks mee had gehad te zeggen dat die dus ook Chlamydia zou kunnen hebben dus in die zin misschien wel, euh, maar ja, ik weet het niet ik ben daar zo nog nooit, ik weet niet, ik ben vrij braaf op dat vlak, ik ben daar zo nog nooit echt mee in aanraking gekomen, dus ik kan me dat niet zo goed voorstellen maar ik zou me daar zelf ook zo heel hard voor schamen als ik dat zou hebben, daar ben ik wel zeker van. (G) Dat is zo, bij andere mensen, ja dat kan gebeuren, maar als ik het zelf voor heb dan schaam ik me naar mezelf, zo van ik heb gefaald, het is mijn schuld zo (P) 16