De GT636 is een afstandsbediend autoalarmsysteem met de volgende mogelijkheden:



Vergelijkbare documenten
INBOUW HANDLEIDING GT403, 404

INBOUW HANDLEIDING GT625, GT626, GT627

INBOUW HANDLEIDING GT806 (GT804+GT844)

De GT-136 is een afstandsbediend autoalarmsysteem met de volgende mogelijkheden:

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm

GT909NL INBOUW HANDLEIDING

GEBRUIKSAANWIJZING. SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm. SCM goedkeuringsnr. AA030037

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41

GT909NL. Gebruikershandleiding

- 0 - INSTALLATIE HANDLEIDING ND 6

Nederlandstalige handleiding Autoalarm AS5

Clifford Electronics Benelux bv. Tel Fax

Cobra Bridge CAN 8800

Gebrukershandleiding Gemel/SerpiStar GR48n

SELCA SPLIT INSTALLATIEHANDLEIDING

Dit beveiligingssysteem voor uw auto is getest en goedgekeurd door

SELCA SPLIT GEBRUIKSAANWIJZING

Cobra Alarm Gebruikers Handleiding

SELCA MC MC1.03 : 12V SELCA MC1.04 : 24V

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding

GEBRUIKSAANWIJZING META AUTO-ALARMSYSTEMEN HPB SERIE SCM/TNO GOEDGEKEURD KLASSE 2Z EN 3Z

GEBRUIKSAANWIJZING META AUTO-ALARMSYSTEMEN HPA 3.5 / 4.5

GEBRUIKSAANWIJZING META AUTO-ALARMSYSTEMEN M-8700 SERIE

INTELLISTART 4 INSTALLATIE

Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Colofon. Joost van den Brink

Installatie handleiding Centrale Deurvergrendeling De Basis unit. Schema type 1

GEBRUIKSAANWIJZING ZEER BELANGRIJK - ZEER BELANGRIJK - ZEER BELANGRIJK META AUTO-ALARMSYSTEMEN M-999II / M-999III SCM/TNO GOEDGEKEURD KLASSE 2 EN 3

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you

Gebruikershandleiding

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you

Auto alarm systeem Ultra Micro Ultrasonic

ZWART GROEN-ROOD GROEN-BLAUW GEEL-BLAUW GROEN-ZWART GEEL-ROOD BRUIN WIT-BLAUW PAARS BRUIN-ROOD BLAUW WIT-ROOD

- 0 - INSTALLATIE HANDLEIDING ND 14C

Rev.0 MBCarParts 1 van 7

MK99 NL AUTOMATISCH IN WERKING TREDENDE STARTONDERBREKER MET ELEKTRONISCHE SLEUTEL EN OVERRIDE NOODCODE

Mitsubishi - Cobra Alarm CO4627. Gebruikers Handleiding

Het Keypad (met segmenten)

HANDLEIDING BEDIENINGSPANEEL

Colofon. Joost van den Brink

TOYOTA montagehandleiding

OMNISTART INSTALLATIE

Auto Alarm FM5000 FM500 FM600 FM700 LCD MINI

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

Montagevoorschriften

CLIFFORD 330X. CAN Bus alarmsysteem. Gebruikershandleiding Clifford Electronics Benelux

BIJGELEVERDE COMPONENTEN

Gebruikershandleiding

SmartHome Huiscentrale

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.

InteGra Gebruikershandleiding 1

VALET START 561T. by Clifford Electronics Benelux B.V. Installatiehandleiding

Uitschakelen in noodgevallen Doe de touch-key kort in de opening op het bedieningspaneel. Het alarm zal uitgaan.

Alarmunit ZBA710. Inbraaksignalering voor sleutelschakelaars met microschakelaar. Aansluitschema's en gebruikaanwijzing

GSM TELEFOONMODULE. GEBRUIKERS- en INSTALLATIE HANDLEIDING GSM TELEFOONMODULE

FLEXESS PEBBLE PASLEZER

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Brandmeldcentrale CSP-204 CSP-208 Bedieningshandleiding

Installateurshandleiding

TOYOTA montagehandleiding

Gebruikers handleiding Jablotron 100 serie

Serpi Star GR 410 / GR 440

DELTA ELETTRONICA SPA SPYBALL DIVISION VIA ASTICO VARESE

SmartHome Huiscentrale

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

TOYOTA montagehandleiding

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

LCD scherm ve LCD scherm

Verkorte Gebruiker Handleiding

BEDIENINGSINSTRUCTIE BLUSCENTRALE TYPE 8010

BIJGELEVERDE COMPONENTEN

TOYOTA Montagehandleiding

TRACKJACK EUROPE BV. Inbouwvoorschriften. De juiste manier om een TrackJack OTM aan te sluiten

Introductie De Music Control TAA-6604 is een interface tussen de telefoon-, de alarm-,en de geluidsinstallatie.

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

installatiehandleiding Rookmelder

Draadloze signaal overdracht. De communicatie tussen melders en centrale wordt radiografisch geregeld.

Het instellen van de ControlBox 3.0 moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen.

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

installatiehandleiding Rookmelder

MotorCycle Alarm by DEF COM 3 MONTAGE-INSTRUCTIES LED 80 C

TOYOTA Montagehandleiding

Microprocessor gestuurde alarmcentrale C.6-6

TOYOTA Montagehandleiding

allmatic Gebruikershandleiding HANDL Ampèrestraat TR Purmerend Tel: Fax:

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

GEBRUIKERSHANDLEIDING

De informatie in deze handleiding mag niet zonder toestemming van HRS worden gekopieerd of gepubliceerd. Fouten en drukwijzigingen zijn voorbehouden.

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor

PUNT MET-LOK Installatie & Programmering

Knipperlicht rechts: zwart/groene draad op zekeringkast in stekker H2 pen 4.

Transcriptie:

INBOUW HANDLEIDING GT636 Hartelijk dank voor het kiezen van een GT product. Onze materialen zijn met uiterste zorg gefabriceerd en getest. Mocht U vragen over onze producten hebben, dan staan onze technische dienst en verkoopstaf geheel tot Uw dienst. BELANGRIJK: Om kortsluiting te voorkomen, adviseren wij voordat met montage wordt begonnen eerst de negatieve accuklem wordt losgenomen.om beschadigingen of kortsluiting te voorkomen dienen bij alle kabeldoorvoeringen doorvoer rubbers gebruikt te worden, zodat de draden voldoende beschermd zijn.verder adviseren wij om alle aansluitingen te solderen. Plaats het commandoblok op een goed zichtbare plaats in het dashboard, zorg ervoor dat deze makkelijk bereikbaar is. Omschrijving: De GT636 is een afstandsbediend autoalarmsysteem met de volgende mogelijkheden: - via de handzender uitschakelbare quartz gestuurde ultrasoon detectie, - geheugen om aan te geven in welke groep een alarm heeft plaatsgevonden, - automatisch inschakelen, - detectie van startpogingen, - aansluiting voor motorkap/kofferdekselschakelaars, - aansluiting voor portierschakelaars, - aansluiting voor optionele detectoren zoals een radar, - aansluiting voor optionele modules, - signalering via de richtingaanwijzers tijdens het in en uit schakelen met de afstandsbediening, - aansluiting voor sirene met noodstroom voorziening, - optische alarmsignalering via de richtingaanwijzers, - universele aansturing van centrale portier vergrendeling, - startmotorblokkering. De set GT636 bestaat uit: - 1 centrale controle en stuureenheid (CCS) GT636, - 1 noodstroom sirene GT444, - 1 hellinghoek detector ARS-2 (alleen bij KLASSE 3), - 1 set sensoren GT83, - 1 radardetector GT632 (alleen bij cabrio sets), - 1 kabelboom, - 1 massaschakelaar, - 2 PTT goedgekeurde handzenders GT482, - 1 commandoblok, - 1 inbouwhandleiding, inbouwinstructies en gebruiksaanwijzing, - 2 raamstickers. ALGEMENE TIPS EN OPMERKINGEN Indien er op de inbouw een SCM/TNO goedkeuring aangevraagd wordt mogen de raamstickers niet opgeplakt worden. Contacteer bij storingen eerst het inbouwstation en probeer de storing te verhelpen, eventueel in overleg met de technische dienst van Rho-Delta. Vermijd nodeloos en vals alarm. Sluit altijd de ramen en laat geen mascottes in de auto bungelen bij gebruik van ultrasoon sensoren. 1

De fabrikant behoudt zich het recht voor modificaties aan te brengen ter verbetering van het product. Getronic noch Rho-Delta B.V. kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor beschadigingen aan het elektrische systeem van de auto ten gevolge van incorrecte installatie. Op elk Getronic product geldt 12 maanden fabrieksgarantie, ingaande de datum van aankoop door de eindgebruiker. STORING ZOEKEN Indien er een functie niet werkt moet er storing gezocht worden. Hieronder volgt een overzicht van mogelijke storingen en een eventuele oplossing: Storing: De handzenders weigeren. Het alarm gaat direct af. Ultrasoon werkt niet. De ontvangst is slecht. Oplossing: Probeer de handzender opnieuw in het geheugen van de CCS te programmeren, zie 4. programmeren handzenders Controleer ook de aansluiting van de gele draad (+15/54). Indien op deze draad een plus staat wordt de CCS geblokkeerd. Controleer na het uitzetten van het alarm welke knippercode de statusled aangeeft, zie geheugen functie tabel Controleer of de instelpotmeter achterop de ccs niet te ver openstaat en of de draden van de sensoren niet bekneld zitten of beschadigd zijn. Voor de optimale ontvangst kan het beste de antennedraad (WIT/GROEN) onder de motorkap gelegd worden. Voor technische vragen en/of opmerkingen kunt U altijd contact opnemen met de technische dienst, telefoon 010-4795755. PERIODIEK ONDERHOUD Het is aan te raden om elk halfjaar het ingebouwde systeem te controleren. Dit kan gebeuren door de eindgebruiker en/of door de installateur van het systeem. Controleer het aan de hand van onderstaande checklist: handeling: gecontroleerd: AAN- EN UITZETTEN VIA BEIDE HANDZENDERS [ ] Druk op de rechtertoets van de handzender om in en uit te schakelen. PORTIEREN OPENEN GEEFT ALARM [ ] Zet het alarm aan, wacht 60 seconden en open een portier, het alarm moet direct afgaan. Controleer dit voor alle portieren, MOTORKAP EN KOFFERDEKSEL GEVEN ALARM [ ] Zet het alarm aan, wacht 5 seconden en open de kofferdeksel, het alarm moet afgaan. Herhaal dit voor de motorkap. ULTRASOONSENSOREN GEVEN ALARM [ ] Open een raam half, zet het alarm aan en wacht 60 seconden. Steek met gestrekte arm door het geopende raam en beweeg ter hoogte van het stuur geleidelijk heen en weer. Het alarm moet direct afgaan. 2

SIRENE GEEFT GELUID TIJDENS ALARM [ ] Zet het alarm aan, wacht 60 seconden en open een portier. De sirene moet geluid maken. RICHTINGAANWIJZERS KNIPPEREN TIJDENS ALARM [ ] Zet het alarm aan, wacht 60 seconden en open een portier. De richtingaanwijzers moeten gaan knipperen. INDIEN GEMONTEERD: RADARDETECTOR GEEFT ALARM [ ] Test dit op dezelfde wijze als het testen van de ultrasoon sensoren. INDIEN GEMONTEERD: HELLINGSHOEKDETECTOR GEEFT ALARM [ ] Zet de krik stevig onder de auto, zet het alarm aan en wacht 60 seconden. Krik de auto op. Op een hoogte van 20 à 30 centimeter (afhankelijk van de auto en plaats van montage) moet het alarm afgaan. NOODSTROOMVOORZIENING GT444 WERKTNAAR BEHOREN [ ] Zet het alarm aan en maak de negatieve accuklem los. De noodstroom sirene GT444 moet afgaan. 1. Algemene aansluitingen Zwart 207 (2x): Zwart 111 (2x): Zwart 101 (2x): Zwart 501 (2x): Zwart 801 (2x): Zwart 901 (2x): Rood/wit: Groen: Groen/bruin: Groen/zwart: Oranje (2x): Roze: Blauw: Geel/zwart: Rood/blauw: Rood/grijs: Rood/bruin: Geel/blauw: Geel/grijs: Geel/bruin: Wit/groen: Aan 2 separate massapunten van de auto. Aan 2 separate constante 12 Volt aansluitingen (gebruik hierbij de meegeleverde 10Amp zekeringen). Aan 2 separate plus onder contact (+15/54) aansluitingen. Het is belangrijk dat ook tijdens het starten op deze draden een plus aanwezig blijft. Met deze draden dient een motorblokkering te worden gemaakt, bijvoorbeeld onderbreken van aansturingdraad van het brandstofpomprelais. Samen met draden 901 blokkering startmotorrelais. Samen met draden 801 blokkering startmotorrelais. Aan constante 12 Volt aansluiting (gebruik hierbij de meegeleverde 10Amp zekering). Aansluiting massaschakelaars motorkap en kofferdeksel. Aansluiting voor (bestaande) massaschakelaars van de portieren. Aansluiting voor een optionele detector zoals de GT-632. Wanneer op deze draad een massa komt, zal het systeem bij ingeschakeld alarm afgaan. Richtingaanwijzers links en rechts. Op deze draad komt +12 Volt te staan als het alarm ingeschakeld is. Hierop kunnen extra accessoires zoals de GT-431en GT-466 aangesloten worden. Let op: de maximale belasting van deze draad is 80mA! Aansluiting voor gecodeerde sirene GT-444. Negatieve uitsturing tijdens alarm. Dit is de antenne. Deze draad kan het beste onder de motorkap worden getrokken. 3

2. Rapid test Sluit de negatieve accuklem aan wanneer de installatie van het alarmsysteem is voltooid. Het alarmsysteem kan nu in de Rapid testfunctie worden gezet, met deze functie kan éénvoudig en snel de werking van het alarmsysteem worden gecontroleerd. Het inschakelen van de Rapid testfunctie: - Open de motorkap en wacht 5 seconden, druk nu de motorkapschakelaar 5 maal achter elkaar in. - Na een aantal seconden zal het alarmsysteem 3 pieptonen geven tegelijkertijd zullen ook de knipperlichten 3 maal knipperen. Het alarmsysteem staat nu in Rapid testfunctie. - Sluit de motorkap, alle detectors kunnen nu worden getest. - Wanneer er een raam sluitmodule (GT466/467) is aangesloten zullen de ramen dicht gaan. - Wanneer een portier of de motorkap of de kofferdeksel wordt geopend zal het alarmsysteem 1 pieptoon geven en de knipperlichten zullen 1 maal knipperen. - Wanneer het contact van de auto wordt aangezet zal het alarmsysteem voor 1 seconde afgaan en de knipperlichten zullen 1 keer knipperen. - Wanneer een optionele detector, bijvoorbeeld een GT632, iets detecteert zal het alarm 1 pieptoon geven en de knipperlichten zullen 1 maal knipperen. - Wanneer het testen is afgerond is de Rapid testfunctie uit te schakelen door 1 maal op de A toets van de handzender te drukken het alarm zal 1 lange pieptoon geven ten teken dat de Rapid testfunctie is beeindigd. Wanneer er tijdens de Rapid testfunctie gedurende 2 minuten niets wordt gedetecteerd zal het alarmsysteem automatisch uit de Rapid testfunctie gaan. Wanneer er nogmaals de Rapid testfunctie moet worden ingesteld dient het alarm eerst losgenomen te worden van de constante plus. 3. Programmeren Het is mogelijk om via de handzender een aantal functies te programmeren. Het alarmsysteem in programmeerstand zetten: - Het alarmsysteem met werkende handzender uitschakelen. - Open de motorkap en het bestuurdersportier. - Zet het contact van de auto aan. - Houdt de handzender voor 2 seconden tegen het commandoblok, wanneer het alarmsysteem in programmeerstand staat zal de statusled op het commandoblok gaan branden en zal het alarmsysteem een pieptoon geven. - Nu kan de handzender losgenomen worden van het commandoblok. - Het alarmsysteem staat nu in de stand om handzenders te programmeren, zie hiervoor verder 4. Programmeren handzenders. - Met de A toets van de handzender kan nu door het programmeermenu worden gelopen (zie programmeertabel), met de B toets van de handzender kan telkens een functie aan of uit worden gezet. - Wanneer de A toets wordt ingedrukt zal het alarmsysteem naar de volgende stap in het menu gaan, het alarm zal telkens aangeven in welke stap het alarm staat doormiddel van de statusled op het commandoblok en korte pieptonen. Bijvoorbeeld 3 maal knipperen van de led en 3 korte pieptonen is stap 3. - Nadat het alarmsysteem de programmeerstap heeft aangegeven wordt via de statusled op het commandoblok aangeven of de betreffende functie aan of uit staat. Led aan functie staat aan, led uit functie staat uit. - Wanneer de B toets wordt ingedrukt wordt de betreffende functie gewijzigd. Staat de betreffende functie aan dat wordt deze uitgezet, staat de betreffende functie uit dan wordt deze aangezet. Elke verandering van een functie wordt door het alarmsysteem 4

bevestigd door de statusled op het commandoblok. Wordt de betreffende functie aangezet dan zal de led gaan branden, wordt de betreffende functie uitgezet dan zal de led uit gaan. - Na programmeerstap 6 zal na een druk op de A toets automatisch verder worden gegaan vanaf programmeerstap 2. - Door het contactslot van de auto uit te zetten wordt de programmeerstand weer uitgezet, de statusled zal hierbij uitgaan en het alarmsysteem zal een lange pieptoon geven. Programmeertabel: * Voorgeprogrammeerd in de fabriek. Stap Functie led+piep Led aan Led uit 1 Programmeren handzenders 1+1 Programmeren klaar 2 Piep bij in en uit schakelen 2+2 Aan* Uit 3 Pulstijd c.p.v. (sluitpuls) 3+3 1 sec* 40 sec 4 Uitsturing geel/zwarte draad 4+4 Onderbroken* Constant 5 Aansturing binnenverlichting 5+5 Aan Uit* 6 Waarschuwing open portier 6+6 Aan Uit* 7 Herinschakelen alarm 7+7 Aan Uit* 8 Automatisch inschakelen alarm 8+8 Aan Uit* 9 Niet gebruikt / / / 10 Dubbele open puls c.p.v. 10+10 Aan Uit* 11 Dubbele sluit puls c.p.v. 11+11 Aan Uit* 4. Programmeren handzenders Het is mogelijk om nieuwe of extra handzenders te programmeren op het alarmsysteem. In totaal kunnen 8 verschillende handzenders worden geprogrammeerd. Affabriek zijn er standaard 2 handzenders geprogrammeerd, om nieuwe of extra handzenders te kunnen programmeren moet er minimaal 1 werkende originele handzender aanwezig zijn. - Schakel met de werkende handzender het alarmsysteem uit. - Open de motorkap en het bestuurdersportier. - Zet het contactslot van de auto aan. - Houdt de handzender voor 2 seconden tegen het commandoblok, wanneer het alarmsysteem in programmeerstand staat zal de statusled op het commandoblok gaan branden en zal het alarmsysteem een pieptoon geven. - Nu kan de handzender losgenomen worden van het commandoblok. - Het alarmsysteem staat nu in de stand om handzenders te programmeren. - Houdt nu de te programmeren handzender voor 2 seconden tegen het commandoblok, de statusled op het commandoblok zal uitgaan en na 1 seconde weer aangaan ten teken dat de handzender is geprogrammeerd. - Door het contactslot van de auto uit te zetten wordt de programmeerstand weer uitgezet, de statusled zal hierbij uitgaan en het alarmsysteem zal een lange pieptoon geven. Technische gegevens: Voedingspanning Stroomverbruik ingeschakeld alarm Stroomverbruik uitgeschakeld alarm Knipperlicht relais Blokkeringrelais Temperatuurbereik 9-15Vdc 24mA@ 12Vdc 14mA @ 12Vdc 10-15A @ 25 o C 10-15 A @ 25 o C -40 o C/+85 o C 5

6

7

Gebruikers handleiding De handzenders: - Het alarmsysteem is uitgevoerd met twee 2-kanaals handzenders met High Security rolling code. - De handzenders hebben 2 toetsen, een grote toets (A toets) en een kleinere toets (B toets). - De handzenders zijn tevens voorzien van een interne noodplug, voor het geval dat het alarmsysteem niet reageert op de handzenders. - De handzenders geven aan wanneer de batterij van de handzender bijna leeg is. - Wanneer de batterij van de handzender vol is zal de led van de handzender knipperen wanneer de handzender bediend wordt. - Wanneer de batterij van de handzender bijna leeg is zal de led van de handzender constant gaan branden ten teken dat de batterij moet worden vervangen. Inschakelen van het alarmsysteem: - Druk voor 1 seconde op de A toets van de handzender. - De knipperlichten zullen 1 maal knipperen en het alarmsysteem zal 1 korte pieptoon geven. - Na 2 seconden zal de deurvergrendeling worden aangestuurd en eventueel aangesloten elektrische ramen of comfortschakeling zal ook worden aangestuurd. - Na 60 seconden zal de statusled op het commandoblok gaan knipperen ten teken dat het alarmsysteem op scherp staat. - Wanneer de knipperlichten 2 seconden blijven branden en het alarmsysteem 1 lange pieptoon geeft staat de motorkap of kofferdeksel nog open. - Het alarm zal, wanneer deze niet gesloten wordt na 5 seconden afgaan. Uitschakelen van het alarmsysteem: - Druk voor 1 seconde op de A toets van de handzender. - De knipperlichten zullen 2 maal knipperen en het alarmsysteem zal 2 korte pieptonen geven. - De deurvergrendeling zal worden aangestuurd. - De statusled op het commandoblok zal uitgaan ten teken dat het alarm is uitgeschakeld. - Wanneer de knipperlichten 4 maal knipperen en het alarmsysteem 4 maal een korte pieptoon geeft bij uitschakelen is er een alarm geweest. - De statusled op het commandoblok zal nu onregelmatig knipperen. - Dit is de geheugenfunctie van het alarmsysteem, het alarmsysteem geeft hiermee aan via welke detector er een alarm is geweest, zie geheugen functietabel. Geheugen functietabel: Aantal maal knipperen van de statusled Detector, draad kleur 2 maal Optionele detector, groen/zwarte draad 4 maal Portierschakelaars, groen/bruine draad 5 maal Motorkap/kofferdekselschakelaar, groene draad 6 maal +15/54 (hot wiring), gele draad 7 maal Voedingspanning onderbroken, draden 108 en 207 8

Uitschakelen alarm via de noodplug geintegreerd in de handzender Wanneer het alarmsysteem niet uit te schakelen is via de handzender is het mogelijk om via de noodplug, welke geintegreerd is in de handzender, het alarmsysteem uit te schakelen. - Open de wagen met de sleutel. - Het alarm zal nu af gaan. - Druk de twee contactpunten aan de voorkant van de handzender tegen het commandoblok in het dashboard. - Het alarm zal nu gelijk uitschakelen. Tijdelijk uitschakelen van ultrasoon detectie en optionele detectors: - Schakel het alarmsysteem in met de handzender. - Druk binnen 1 seconde nogmaals op de A toets van de handzender. - Het alarmsysteem zal nu een tweede maal de knipperlichten aansturen en een tweede korte pieptoon geven. - De ultrasoon detectie en eventueel aangesloten optionele detectors, bijvoorbeeld de GT632, zijn nu uit geschakeld. - Eventueel aangesloten elektrische ramen of comfortschakeling zullen nu niet worden aangestuurd! - De elektrische ramen of comfortschakeling kunnen nu worden gesloten door de B toets van de handzender in te drukken, de ramen of comfortschakeling worden nu net zo lang aangestuurd als de B toets wordt ingedrukt. - Wanneer het alarmsysteem wordt uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld met de handzender, zijn de optionele detectors weer actief. Automatisch inschakelen van de blokkeringen De blokkeringen van het alarmsysteem zullen altijd automatisch inschakelen te weten: - 10 minuten na het uitzetten van het contactslot van de auto. - 1 seconde na het uitzetten van het contactslot van de auto en het open van een portier. - 2 minuten na het uitschakelen van het alarmsysteem met de handzender. 9