Indirecte gedragsinterventies en innovatie



Vergelijkbare documenten
Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Interventie Grip op Agressie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Bewezen effectief werken. Korte introductie

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005

Theoretische toetsing maatregelen tegen alcohol gerelateerd uitgaansgeweld. Marga van Aalst Bram van Dijk, Lotte Loef SAMENVATTING

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Samenvatting. Inleiding

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!

Beschrijving Kwaliteitscriteria

Evaluatie Brains4Use

Geachte Minister, Dames en Heren,

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Planmatig en flexibel

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen

op zoek naar good practices

Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Resocialisatie in Nederlandse Penitentiaire Inrichtingen

J a a r v e r s l a g Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2018 Onderwerp Wettelijke experimenteerruimte

Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding

Definities, criteria en uitvoerbaarheid Aandachtspunten voor de beoordeling van justitiële interventies

Samenvatting RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie (2 november 2016)

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland

Zorgondersteuningsfonds Oproep aanvragen (research)masteropleiding - Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Referentiedocument Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen. Inspectiebericht Themaonderzoek

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Overheid, onderwijsraden, Nji

Raad voor Cultuur. Telefax

De RSJ en zijn taken: rechtspraak, advies en toezicht

Juni 2012 Roeland van Geuns Nadja Jungmann. Naar efficiënter werken met klantprofielen

Notitie toetsingsprocedure Initiële aanvraag EQUAL

VRIJE INITIATIEFSCHOOL TALANDER VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

S A M E N V A T T I N G

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

ASR Thema aanbodpalet

Effectief Actief. Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Samenvatting. Adviesaanvraag

Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Plan van aanpak doorlichting reclassering Leger des Heils Rotterdam

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Interventies die werken

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Effectief uit huis plaatsen?

Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut 1. Toelichting experimenteerruimte

Iedereen doet mee Geleerde lessen

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Onderwerp: Inspraakreactie Jeugdplatform Amsterdam op het concept Nadere Regels op de Verordening op de Zorg voor Jeugd in Amsterdam

Valorisatie addendum 169

Selectiecriteria voor plaatsing in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

SOVA /AR op Maat Presentatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Transcriptie:

Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie Indirecte gedragsinterventies en innovatie Advies 30 maart 2012

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 Colofon Afzendgegevens Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Kalvermarkt 53 2511 CB Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.erkenningscommissie.ni Contactpersoon N.M. Mertens senior beleidsmedewerker T 070 370 61 41 erkenningscommissie@minjus.nl Pagina 3 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 Inhoud Colofon 3 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 2 Probleemstelling 10 3 Afbakening advies 12 4 Directe gedragsinterventies 13 5 Indirecte gedragsinterventies 15 Aanzet voor een toetsingskader voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies 18 Innovatie met betrekking tot gedragsinterventies 19 Aanzet voor een toetsingskader voor de beoordeling van innovaties 22 Tot slot 23 Geraadpleegde literatuur 24 Pagina 5 van 24

Pagina 6 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 Samenvatting De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie pleitte in haar jaarverslag 2010 - analoog aan de bestaande erkenningsprocedure - voor een structurele procedure voor het beoordelen van (a) indirecte gedragsinterventies en (b) beloftevolle initiatieven in het kader van innovatie. Naar aanleiding van deze aanbeveling heeft de DG Jeugd en Sanctietoepassing de Erkenningscommissie in september 2011 gevraagd een advies op te stellen over deze onderwerpen. Met indirecte gedragsinterventies wordt - volgens dit advies - beoogd een bijdrage te leveren aan het terugdringen van recidive. Indirecte gedragsinterventies verschillen echter van de directe gedragsinterventies, omdat deze anders dan directe gedragsinterventie- niet aangrijpen op de oorzaken van het delictgedrag als zodanig. Het begrip indirect wordt gehanteerd, omdat de interventie aangrijpt op voorwaarden waaraan moet worden voldaan om succesvol deel te kunnen nemen aan een directe gedragsinterventie. Indirecte gedragsinterventies zijn dus op zichzelf niet voldoende om herhaling van het delictgedrag te voorkomen; er zal altijd gewerkt moeten worden aan de oorzaken die aan het delictgedrag ten grondslag liggen. Dit laatste gebeurt door het inzetten van directe gedragsinterventies. De commissie meent dat indirecte gedragsinterventies van toegevoegde waarde kunnen zijn in de zin dat deze interventies kunnen bijdragen aan a. het optimaliseren van de inclusie bij directe gedragsinterventies, b. het optimaliseren van de opbrengst van directe gedragsinterventies voor de deelnemers en c. het bestendigen van de opbrengst van directe gedragsinterventies voor de deelnemers. Voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies is een vergelijkbare procedure als de huidige procedure voor de directe gedragsinterventies denkbaar. De bestaande set van tien criteria kan, mits daarin enige aanpassingen worden aangebracht, ook voor dit type interventies worden gebruikt. De Erkenningscommissie zou in de beoordelingsprocedure een vergelijkbare rol kunnen spelen als nu het geval is bij de directe gedragsinterventies. Bij innovatie van gedragsinterventies denkt de Erkenningscommissie aan concrete en toepasbare, directe of indirecte gedragsinterventies. Zij werkt innovatie uit in een typologie aan de hand van twee dimensies, namelijk (1) de prikkel voor innovatie en (2) de wijze waarop innovatie gestalte krijgt. Voor innovaties die als beloftevol worden beschouwd, maar waarvoor nog onvoldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit om te kunnen worden erkend, dienen naar het oordeel van de Erkenningscommissie een aparte procedure en dito toetsingskader te worden gecreëerd. In dit advies worden de contouren hiervoor geschetst. Indien gewenst kan de Erkenningscommissie een rol vervullen bij de toetsing van dit type innovaties, maar uiteraard zijn ook andere opties mogelijk. Pagina 7 van 24

Pagina 8 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 1 Inleiding Het inzetten van gedragsinterventies voor justitiabelen maakt deel uit van het bredere aanbod van zorg voor personen die onder de verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie vallen. De minister van Veiligheid en Justitie heeft een zorgplicht ten aanzien van diegenen die op strafrechtelijke titel in een inrichting verblijven. Die zorgplicht ziet op de noodzakelijke zorg. Gedetineerden krijgen in dat kader basiszorg. Hoewel het niet uitgesloten is dat deze basiszorg een bijdrage kan leveren aan het terugdringen van recidive, wordt basiszorg niet primair aangeboden om recidive te verminderen. Justitiële gedragsinterventies worden ingezet met als primair doel de recidive van de deelnemers te verminderen. De legitimiteit van het aanbod van deze interventies is gebaseerd op het streven naar een veilige(r) samenleving. De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (verder Erkenningscommissie of commissie) beoordeelt gedragsinterventies die beogen direct aan te grijpen op het delictgedrag van de deelnemer en gericht zijn op het terugdringen van recidive. Een beoordeelde interventie krijgt het oordeel Erkend als op grond van wetenschappelijk onderzoek de conclusie gerechtvaardigd is dat de interventie direct aangrijpt op het delictgedrag van de deelnemers, waardoor de interventie effectief is of kan zijn in het terugdringen van de recidive van de deelnemers. In voorliggend advies hanteren we voor de erkende gedragsinterventies de term directe gedragsinterventies. Pagina 9 van 24

2 Probleemstelling De Erkenningscommissie constateert na ruim vijf jaar functioneren dat een aantal gedragsinterventies die worden ingediend voor beoordeling, (uiteindelijk) niet het oordeel Erkend krijgen. Bij deze interventies is naar het oordeel van de commissie de directe bijdrage aan het terugdringen van recidive wetenschappelijk niet voldoende onderbouwd. Een deel van het behandel- en zorgaanbod wordt om deze reden mogelijk niet eens ingediend bij de Erkenningscommissie voor beoordeling. Interventies die niet worden ingediend bij de Erkenningscommissie en interventies die wel worden ingediend maar niet worden erkend, kunnen mogelijk toch een toegevoegde waarde hebben in het kader van het terugdringen van recidive. De Erkenningscommissie heeft in haar jaarverslag 2010 een aanbeveling gewijd aan bovengenoemde interventies. Zij beveelt aan om ook aan deze interventies, in ieder geval een deel daarvan, aandacht te besteden. De commissie vraagt in voorliggende notitie aandacht voor wat zij noemt indirecte gedragsinterventies. Indirecte gedragsinterventies zijn voorwaardenscheppend voor het succesvol inzetten van directe gedragsinterventies of zijn flankerend aan directe gedragsinterventies met het oog op recidivevermindering. De verbreding van het type interventies die in aanmerking komen voor beoordeling is niet nieuw. Zo heeft de erkenningscommissie in Engeland en Wales (Correctional Services Accreditation Panel; verder CSAP), in het verleden programma s beoordeeld - en een aantal erkend - die vanwege hun aard eerder voorwaardenscheppend zijn en naar alle waarschijnlijkheid meer een indirecte dan een directe relatie met recidive hebben. Voorbeelden hiervan zijn motiveringsprogramma s en interventies gericht op middelenmisbruik (CSAP, 20081 zie ook Maguire et al., 2010). Ook de erkenningscommissie in Noorwegen beoordeelt en erkent interventies die in de voorwaardenscheppende sfeer liggen.2 In haar jaarverslag van 2010 heeft de Erkenningscommissie tevens de noodzaak van het stimuleren van innovatie van het behandel- en zorgaanbod aan justitiabelen benadrukt. Innovatie van zorg verdient structurele aandacht, te meer omdat het streven naar uitsluitend evidence-based werken in het justitiële veld, het ontwikkelen van potentieel interessante initiatieven voor verbetering van het behandel- en zorgaanbod in de kiem kan smoren. Dit knelpunt is ook elders gesignaleerd en onderwerp van discussie (zie o.a. Clear, 2010). De Nederlandse Zorgautoriteit onderstreept het belang van innovaties in de zorg om kwalitatief goede en betaalbare zorg te kunnen blijven bieden. Een vereiste is het ontwikkelen van nieuwe en vernieuwde zorgprestaties (NZA, 2011). Gelet op de taken van de Erkenningscommissie ligt de focus van dit advies op innovatie met betrekking tot gedragsinterventies. De commissie denkt dan aan betekenisvolle wijzigingen van bestaande gedragsinterventies en aan de 1 De Correctional Services Accreditation Panel (CSAP) heeft in 2006 de interventie Focus on Reentry (F.O.R.) erkend voor toepassing in detentie. F.O.R is een kortdurend cognitief motiverend programma voor kortgestraften in detentie. (CSAP report 2007-8, p.z3) Er loopt een pilot met de Nederlandse versie van dit programma. (Fisher e.a., 2012, p.l46) 2 The European Organisation for Probation (CEP)/The Scottisch Centre for Crime&Justice Research (SCCJR) Workshop The Future of Accreditation, 9-10 februari 2012, Glasgow. Pagina 10 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 ontwikkeling van nieuwe gedragsinterventies die met het oog op recidivevermindering in potentie van toegevoegde waarde zijn in aanvulling op het huidige aanbod. De Erkenningscommissie pleitte daarom in haar jaarverslag 2010 - analoog aan de bestaande erkenningsprocedure - voor een structurele procedure voor het beoordelen van (a) indirecte gedragsinterventies en (b) beloftevolle initiatieven in het kader van innovatie. Naar aanleiding van deze aanbeveling heeft de DG Jeugd en Sanctietoepassing de Erkenningscommissie in september 2011 gevraagd een advies op te stellen over deze onderwerpen. ~ Voorliggend advies is gebaseerd op overwegingen van de commissie, geraadpleegde literatuur en bevindingen uit het veld. De onderwerpen indirecte gedragsinterventies en innovatie zijn uitgebreid aan de orde gesteld tijdens de werkbijeenkomst van de commissie op 3 november 2011 met organisaties die betrokken zijn bij het ontwikkelen, implementeren en uitvoeren van gedragsinterventies voor justitiabelen. ~ DG Jeugd en Sanctietoepassing, Adviesaanvraag indirecte en innovatieve gedragsinterventies, Brief kenmerk 5709951/11, Ministerie van Veiligheid en Justitie, 23 september 2011. Pagina 11 van 24

3 Afbakening advies Het is bekend dat de implementatie en uitvoering van (voorlopig) erkende gedragsinterventies niet altijd eenvoudig te realiseren zijn. Er zijn veel praktische problemen bij de implementatie van deze interventies.4 Daarnaast zijn er tijdens de werkbijeenkomst op 3 november 2011 vanuit het veld voorbeelden in de randvoorwaardelijke sfeer genoemd die belangrijk zijn om gedragsinterventies adequaat in te kunnen zetten. Het gaat dan onder meer om het voorzien in (basis)zorg, goede bejegening, organisatorische en personele vereisten, het waarborgen van veiligheid van personeel en justitiabelen (zie ook Nas e.a., 2011 en Vosters & Vogelvang, 2011). Deze condities zijn uiteraard belangrijk, maar de Erkenningscommissie zou deze zaken niet onder de noemer van gedragsinterventies willen scharen. Genoemde randvoorwaarden vallen daarom buiten het bestek van dit advies. Er is nog een andere categorie van voorzieningen die buiten het bestek van dit advies valt. Het gaat om interventies en activiteiten die verband houden met het gedwongen kader waarbinnen straffen en maatregelen ten uitvoer worden gelegd. Het doel van deze activiteiten is niet recidivevermindering, maar het tegengaan van onbedoelde schadelijke effecten van vrijheidsbeneming of -beperking (harm reduction) of het waarborgen van een minimumniveau van de kwaliteit van leven tijdens het verblijf in justitiële instellingen. In voorliggend advies behandelen we achtereenvolgens de onderwerpen directe gedragsinterventies, indirecte gedragsinterventies en innovatie. We doen bij de twee laatstgenoemde onderwerpen suggesties voor de beoordeling en het toetsingskader en geven een overweging mee over de rol die de Erkenningscommissie zou kunnen vervullen. Het advies wordt afgesloten met een samenvattende paragraaf. ~ De Erkenningscommissie heeft hier op gewezen in haar advies Vijfjaarstermijn erkende interventies en beoordeling effectiviteit van 23 december 2010, www.erkenningscommissie.nl. Pagina 12 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 4 Directe gedragsinterventies Directe gedragsinterventies zijn gedragsinterventies die aangrijpen op de achtergronden van het delictgedrag. Het doel is bijdragen aan recidivevermindering van de deelnemers. Het begrip direct wordt hier gehanteerd om aan te geven dat de gedragsinterventie de oorzaken van het delictgedrag beoogt aan te pakken. Er is een directe relatie tussen de aanpak van de oorzaken en de vermindering van het delictgedrag. Voorbeelden van oorzaken van delictgedrag zijn de aanwezigheid van bepaalde criminogene cognities en attitudes, de afwezigheid van bepaalde sociale en probleemoplossende vaardigheden bij de justitiabele en de afwezigheid van een ondersteunende omgeving. Directe gedragsinterventies zijn noodzakelijk om het delictgedrag en de onderliggende factoren en mechanismen op een adequate en effectieve manier te veranderen, ten einde herhaling van dat gedrag te voorkomen. De Erkenningscommissie heeft de taak om deze categorie van gedragsinterventies te beoordelen. De gedragsinterventies die het oordeel Erkend hebben gekregen zijn voorbeelden van directe gedragsinterventies. Pagina 13 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 5 Indirecte gedragsinterventies Met de zogenaamde indirecte gedragsinterventies wordt eveneens beoogd een bijdrage te leveren aan het terugdringen van recidive. Indirecte gedragsinterventies verschillen echter van de directe gedragsinterventies, omdat deze niet aangrijpen op de oorzaken van het delictgedrag als zodanig. Het begrip indirect wordt gehanteerd, omdat de interventie aangrijpt op voorwaarden waaraan moet worden voldaan om succesvol deel te kunnen nemen aan een directe gedragsinterventie. Het voldoen aan de voorwaarden als zodanig heeft geen direct effect op het delictgedrag. Indirecte gedragsinterventies zijn dus op zichzelf niet voldoende om herhaling van het delictgedrag te voorkomen; er zal altijd gewerkt moeten worden aan de oorzaken die aan het delictgedrag ten grondslag liggen. Dit laatste gebeurt door het inzetten van directe gedragsinterventies. Indirecte gedragsinterventies zijn met andere woorden voorwaardenscheppend en kunnen op verschillende momenten ingezet worden: voorafgaand aan, tijdens of na directe gedragsinterventies. Een indirecte gedragsinterventie die voorafgaat aan de directe gedragsinterventie kan bijdragen aan de noodzakelijke voorbereiding op deelname aan een directe gedragsinterventie. Een indirecte gedragsinterventie kan ook, ter ondersteuning van de directe gedragsinterventie, parallel aan of na de afronding van een directe interventie ingezet worden. De indirecte gedragsinterventie zorgt er dan voor dat de deelnemer aan de criteria van de directe gedragsinterventie blijft voldoen of draagt bij aan het optimaliseren van het effect van de directe gedragsinterventie op recidive. Met het oog op een optimale benutting van het aanbod van directe gedragsinterventies aan justitiabelen mogen dergelijke indirecte interventies niet onderbelicht blijven. Pagina 15 van 24

Indirecte gedragsinterventies dragen bij aan de effectiviteit van directe gedragsinterventies. De bijdrage van deze interventies aan de effectiviteit van directe gedragsinterventies betreft bijdragen aan: a. het voldoen aan de selectiecriteria voor de beoogde doelgroep van directe gedragsinterventies (optimaliseren van inclusie bij directe gedragsinterventies) b. het optimaliseren van de opbrengst van directe gedragsinterventies voor de deelnemers. c. het bestendigen van de opbrengst van directe gedragsinterventies voor de deelnemers. Ad a. Indirecte gedragsinterventies kunnen bijdragen aan het voldoen aan de selectiecriteria voor de beoogde doelgroep van directe gedragsinterventies. De voorwaarden voor deelname aan een directe gedragsinterventie zijn geformuleerd in de inciusie- en exclusiecriteria van de directe gedragsinterventie. Dit zijn gronden voor insluiting (inclusie) of uitsluiting (exclusie). Deze criteria zijn beschreven om de doelgroep in kaart te brengen en om er voor te zorgen dat alleen personen die tot de doelgroep behoren, geselecteerd worden voor deelname. Een voorbeeld van een indirecte gedragsinterventie is een motiverende training als het ontbreken van motivatie een exclusiecriterium is voor een directe gedragsinterventie. Een ander voorbeeld is psycho-educatie als blijkt dat een gebrek aan probleem- of ziektebesef een exclusiecriterium is voor een directe gedragsinterventie. Ad b. Naast de in- en exclusiecriteria kunnen er andere redenen zijn die deelname aan een directe gedragsinterventie belemmeren. Het komt voor dat justitiabelen aan de in- en exclusiecriteria van een directe gedragsinterventie voldoen, maar bij wie een andere reden of omstandigheid een succesvolle deelname aan de directe gedragsinterventie in de weg staat. Ook in die gevallen zou een indirecte gedragsinterventie ingezet kunnen worden om die belemmering - voor zover die veranderbaar is - op te heffen. Te denken valt bijvoorbeeld aan justitiabelen met een agressieproblematiek, die geselecteerd zijn voor deelname aan een agressieregulatietraining (directe gedragsinterventie). Bij een deel van de deelnemers aan deze training kunnen er belemmeringen zijn die een succesvolle deelname in de weg staan. Om die belemmering weg te nemen, kan overwogen worden om voor bepaalde deelnemers de agressieregulatietraining in combinatie met bijvoorbeeld psychomotore therapie aan te bieden, onder de aanname dat dit er toe bijdraagt dat deze deelnemers daardoor beter profiteren van de agressieregulatietraining. Zo kan een directe gedragsinterventie ondersteund/geflankeerd worden door een indirecte gedragsinterventie die voorwaarden schept voor een succesvolle deelname aan de directe gedragsinterventie. In hun onderzoeksrapport Gedragsinterventies voor volwassen justitiabelen; stand van zaken en mogelijkheden voor innovatie, vragen Fischer e.a. (2012) aandacht voor onbereikte doelgroepen. De auteurs merken op dat een aanzienlijke doelgroep volwassen justitiabelen criminogene behoeften heeft waarvoor een aanbod bestaat, maar die toch niet wordt bereikt met de gedragsinterventies van de reclassering. De Erkenningscommissie kan zich voorstellen dat deze situatie zich ook voordoet bij de doelgroep van minderjarige justitiabelen. Door middel van de inzet van indirecte gedragsinterventies kunnen belemmeringen worden weggenomen die inclusie en deelname aan directe gedragsinterventies verhinderen of bemoeilijken. Op deze wijze dragen de indirecte gedragsinterventies Pagina 16 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 bij aan een groter doelgroepbereik van de directe gedragsinterventies, zoals verwoord onder ad. a en b. Ad c. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om een voorwaardenscheppend aanbod toe te voegen aan een directe gedragsinterventie om de opbrengst van de directe gedragsinterventie in termen van recidivevermindering te consolideren. Een voorbeeld is een directe gedragsinterventie voor het leren van arbeidsvaardigheden, Arbeidsvaardigheden (ArVa) voor volwassen justitiabelen. Het aanbieden van deze interventie aan de doelgroep heeft volgens de uitvoerder slechts zin als de justitiabele naast de ArVa een arbeidstoeleidingstraject volgt en er daarna uitzicht is op een baan (zie ook Fischer e.a., 2012). Ook de omgeving waarin directe gedragsinterventies worden ingezet, is in dit verband van belang. Een aantal directe gedragsinterventies wordt intramuraal aangeboden. Vanuit verschillende veldorganisaties is aangegeven dat, voor een effectieve toepassing van het geleerde tijdens de interventie, er een traject gestart dient te worden in de eindfase van het intramuraal verblijf dat ambulant of extramuraal wordt voortgezet. De koppeling van een traject aan de directe interventie is bedoeld om de opbrengst van de directe interventie vast te houden buiten de inrichting. De ondersteuning die daarbij nodig zou zijn, kan in de vorm van een indirecte gedragsinterventie worden geboden. Het doel van de indirecte gedragsinterventie is in dit geval bijdragen aan het beklijven van het effect op recidive, het vasthouden van de opbrengst van de directe gedragsinterventie in de situatie na vertrek uit de inrichting. Approved activities, zoals vermeld in het rapport van Fischer e.a. (2012), zijn gestructureerde interventies die zich niet alleen richten op criminogene factoren, maar ook op factoren die van invloed zijn op rehabilitatie en resocialisatie en die indirect een gunstig effect hebben op recidivevermindering. De Erkenningscommissie sluit niet uit dat bepaalde activiteiten die onder de noemer van approved activities worden geschaard, een bijdrage kunnen leveren aan de effectiviteit van directe gedragsinterventies op een van de hierboven genoemde wijzen (a t/m c). Een approved activity valt onder de noemer van indirecte gedragsinterventies als deze activiteit een aantoonbare bijdrage levert aan de effectiviteit van een directe gedragsinterventie. Indirecte gedragsinterventies zijn modulair en afgebakend in tijd, plaats en persoon. Voor deelname aan een indirecte gedragsinterventie is, net als bij directe gedragsinterventies, een indicatie en selectie nodig. De indirecte gedragsinterventie wordt alleen ingezet als deelname aan die interventie voor de betreffende justitiabele nodig is om succesvol deel te kunnen (blijven) nemen aan de directe gedragsinterventie. Beschreven dient te worden voor wie de indirecte interventie is bedoeld (doelgroep), hoe de selectie plaatsvindt (in- en exclusiecriteria, procedure) en welk doel(en) wordt(en) beoogd met de indirecte interventie. (zie ook hierna onder: Aanzet voor een toetsingskader) Het is niet zo dat deelname aan directe gedragsinterventies in alle gevallen gepaard moet gaan met het doorlopen van een indirecte gedragsinterventie. In geval de indirecte gedragsinterventie nodig wordt geacht voor alle deelnemers van de directe interventie, meent de commissie dat het de voorkeur verdient om het programma van de indirecte gedragsinterventie als een integraal onderdeel van de directe gedragsinterventie op te nemen. Pagina 17 van 24

Aanzet voor een toetsingskader voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies In grote lijnen is het huidige toetsingskader dat ter beschikking staat van de Erkenningscommissie relatief eenvoudig geschikt te maken voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies. Zie voor de beschrijving van de tien criteria de website van de Erkenningscommissie (www.erkenningscommissie.nl). De uitkomstmaat zal voor indirecte gedragsinterventies anders zijn: niet de recidive, maar een uitkomstmaat gerelateerd aan de bijdrage aan de effectiviteit van de directe gedragsinterventie(s). Indirecte gedragsinterventies zijn niet gericht op de aanpak van criminogene factoren (criterium 3), maar op factoren die in de voorwaardenscheppende sfeer liggen. Hiervoor moet - analoog aan het vereiste voor de directe gedragsinterventies - een theoretische onderbouwing (criterium 1) worden geleverd. De zwaarte van de bewijslast voor effectiviteit zoals geformuleerd in het huidige criterium 4 (effectieve methoden) en het huidige criterium 10 (evaluatie), zou gelijk moeten zijn aan die van de directe gedragsinterventies. Eventuele betrokkenheid Erkenningscommissie In de adviesaanvraag is de vraag opgenomen welke de rol van de Erkenningscommissie bij de beoordeling van indirecte gedragsinterventies zou kunnen zijn. De Erkenningscommissie zou - analoog aan de CSAP en de Noorse erkenningscommissie - ook dit type gedragsinterventies kunnen beoordelen op hun (mogelijke) effectiviteit. De huidige uitkomsten van de beoordelingen (Erkend, Voorlopig erkend, Niet erkend verdere uitwerking gewenst, en Niet erkend) kunnen naar het oordeel van de commissie ook worden gebruikt als uitkomsten voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies. De organisatie van de beoordeling en het daarbij passende toetsingskader kunnen in een later stadium verder worden uitgewerkt. Pagina 18 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 6 Innovatie met betrekking tot gedragsinterventies Voor het huidige en toekomstige aanbod van gedragsinterventies is innovatie van belang. De kracht van evidence-based werken is dat geleerd wordt van het verleden. Er wordt gewerkt met aanpakken die effectief gebleken zijn. Aanpakken die niet effectief gebleken zijn, worden stopgezet of aangepast. Vanuit het oogpunt van een doelmatige inzet van middelen is dat wenselijk. Vanuit ethisch oogpunt is het wenselijk dat personen niet worden blootgesteld aan interventies die niet effectief zijn gebleken. Dit geldt zeker voor gedragsinterventies die gebleken contra-effectief zijn. Een voorbeeld van de laatste categorie zijn de zogenaamde Scared Straight programma s, bedoeld om beginnende delinquenten schrik aan te jagen door hen een gevangenisbezoek te laten ondergaan.5 Het ethische argument geldt des te meer voor gedragsinterventies die in gedwongen kader worden aangeboden. Er kleven ook nadelen aan de strenge eisen die gesteld worden aan evidence-based werken. De situatie waarin enkel de procedure van erkenning wordt ingezet, heeft als nadeel dat veelbelovende aanpakken, die niet voldoen aan de eisen van onderbouwing en bewijsvoering, nauwelijks kans krijgen om tot wasdom te komen en zich niet kunnen bewijzen, waardoor innovatie wordt afgeremd. Op grond van ervaringen van de CSAP, wijzen Maguire et al. (20 10)6 in dit verband op het risico dat een te eenzijdige focus op het werken met uitsluitend erkende gedragsinterventies kan leiden tot kwaliteitsvermindering van het aanbod. Maguire et al. pleiten er voor om de erkenningsprocedure niet te statisch te laten worden en een grotere openheid te betrachten voor nieuwe situaties, kennis en ideeën die zich aandienen. Om verstarring tegen te gaan zou de erkenningsprocedure doorontwikkeling van bestaande erkende gedragsinterventies niet in de weg mogen staan. Daarnaast dient er ook ruimte te zijn voor het ontwikkelen en uitproberen van nieuwe, potentieel effectieve aanpakken. Het streven naar evidence-based werken blijft ook bij deze voorgenomen activiteiten voorop staan. Bij innovatie denkt de Erkenningscommissie aan concrete en toepasbare gedragsinterventies. Het doel van deze gedragsinterventies is bij te dragen aan het terugdringen van de recidive van de deelnemers. Innovatie kan betrekking hebben op directe en indirecte gedragsinterventies. De Erkenningscommissie hanteert de volgende twee dimensies om innovatie met betrekking tot gedragsinterventies in kaart te brengen. De eerste dimensie heeft betrekking op de vraag waarom innovatie aan de orde is. Wat maakt dat innovatie nodig is? Wat is de prikkel voor innovatie? Innovatie kan vraaggestuurd of aanbodgestuurd zijn. De tweede dimensie heeft betrekking op de vraag hoe innovatie wordt ingevuld. Op welke wijze krijgt innovatie gestalte? Innovatie kan het ontwikkelen van geheel ~ Petrosino et al., 2003. 6 Maguire et al., 2010, p.4l. Pagina 19 van 24

nieuwe gedragsinterventies betreffen, maar er kan ook sprake zijn van aanpassing van bestaande gedragsinterventies. Dimensie 1 Prikkel voor innovatie Vraaggestuurde innovatie wordt ingegeven door de doelgroepen die niet of onvoldoende bediend worden of door criminogene factoren die niet of onvoldoende worden afgedekt door het bestaande aanbod van gedragsinterventies. Vraaggestuurde innovatie kan gericht zijn op het opvullen van lacunes in het beschikbare aanbod van gedragsinterventies. Fischer e.a. (2012) noemen criminogene factoren op het relationele vlak, structurele en psychologische factoren. Door veranderende politieke en beleidsmatige prioriteiten kunnen nieuwe doelgroepen ontstaan, bijvoorbeeld veelplegers en daders van huiselijk geweld. Een ander voorbeeld is de doelgroep van personen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Uit onderzoek komt naar voren dat de personen met een LVB als een aparte doelgroep moet worden gezien die een specifieke aanpak behoeft. Voorbeelden van doelgroepen waarvoor nog geen of onvoldoende evidence-based aanbod beschikbaar zou zijn, zijn minderjarige en meerderjarige vrouwen, bepaalde categorieën seksueel delictplegers, kortgestraften en brandstichters. Aanbodgestuurde innovatie wordt aangedreven door veranderende inzichten ten aanzien van de wijze waarop gedragsinterventies functioneren. Het kan daarbij bijvoobeeld gaan om nieuwe of veranderde (wetenschappelijke) inzichten ten aanzien van de aanpak van gedragsproblematiek of ervaringen die worden opgedaan in de uitvoeringspraktijk van bestaande gedragsinterventies. Innovatie kan worden ingegeven om de effectiviteit en de uitvoerbaarheid van het bestaande aanbod van bestaande gedragsinterventies te vergroten. Ook overwegingen op het gebied van kosteneffectiviteit kunnen een rol spelen. Er kan gebruik gemaakt worden van toepassingen van nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld virtual imaging bij seksueel delictplegers. Dimensie 2 Wijze van innovatie Het ontwikkelen van geheel nieuwe interventies is een manier om innovatie te bewerkstelligen. Een nieuwe interventie kan een toepassing zijn van een nieuwe techniek zoals e-learning en serious gaming. Er kan ook een geheel nieuwe gedragsinterventie ontwikkeld worden met bestaande technieken of wetenschappelijke inzichten. Het aanpassen van bestaande interventies kan plaatsvinden op basis van inzichten die de uitvoering en evaluatie van interventies met zich mee brengen. De implementatie, uitvoering en evaluatie van directe of indirecte gedragsinterventies kunnen nieuwe inzichten opleveren over de interventie. Het kan zo zijn dat de inhoud (het programma of onderdelen daarvan) of de vorm (werkvormen, methodieken) zodanige aanpassingen behoeven dat de gedragsinterventie substantieel verandert. Een andere voorbeeld van innovatie van bestaande interventies is het aanbieden of geschikt maken van een interventie uit een andere sector (bijvoorbeeld de reguliere geestelijke gezondheidszorg) voor een bepaalde doelgroep justitiabelen. Bestaande interventies kunnen onder meer aangepast worden door nieuwe technologische middelen in te zetten. In onderstaande tabel is een typologie aan de hand van de bovenstaande dimensies opgenomen en worden de verschillende combinaties (typen) met voorbeelden geïllustreerd. Pagina 20 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 INNOVATIE Wijze van innovatie GEDRAGS 1 NTERVENTIES Ontwikkelen nieuwe Aanpassen bestaande gedragsinterventies gedragsinterventies Prikkel voor innovatie Vraaggestuurd Nieuwe gedragsinterventie voor - LVB-variant van een - vrouwen of meisjes gedragsinter - plegers van huiselijk geweld ventie - bepaalde categorieën van - Het veranderen van de seksueel delictplegers inclusie - brandstichters. of exclusiecriteria van een erkende gedragsinterventie om een grotere doelgroep te kunnen bereiken. Aanbodgestuurd Nieuwe gedragsinterventie die Aanpassen erkende een bestaande interventie gedragsinter vervangt bijvoorbeeld omdat venties op grond van uit onderzoek blijkt dat deze ervaringen opgedaan tijdens effectiever en/of goedkoper is. de uitvoering. Bijvoorbeeld - het weglaten of toevoegen van sessies - het weglaten of toevoegen van programmadoelen - het vervangen van programmaonderdelen door interactieve sessies via internet. Voor innovaties met betrekking tot de directe gedragsinterventies kunnen mogelijk in de toekomst twee wegen bewandeld worden: 1. Indien sprake is van een innovatie waarvoor voldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit, dan kan de innovatie ter beoordeling worden voorgelegd aan de Erkenningscommissie (zie huidige erkenningsprocedure). 2. Indien er sprake is van een innovatie die beloftevol is, maar waarvoor nog onvoldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit om erkend te kunnen worden, dan zijn een andere beoordelingsprocedure en dito toetsingskader nodig. Voor innovaties met betrekking tot de indirecte gedragsinterventies kunnen mogelijk in de toekomst twee wegen bewandeld worden: 1. Indien sprake is van een innovatie waarvoor voldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit, dan kan de innovatie worden beoordeeld met een enigszins aangepaste versie van het huidige toetsingkader voor de beoordeling van directe gedragsinterventies (zie Aanzet voor een toetsingskader voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies). 2. Indien er sprake is van een innovatie die beloftevol is, maar waarvoor nog onvoldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit om erkend te kunnen worden, dan zijn, zoals hierboven al is aangegeven, een andere beoordelingsprocedure en dito toetsingskader nodig. Pagina 21 van 24

Aanzet voor een toetsingskader voor de beoordeling van innovaties Voor innovaties (directe en indirecte gesdragsinterventies) die beloftvol zijn, maar waarvoor nog onvoldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit om erkend te kunnen worden, zijn een andere beoordelingsprocedure en dito toetsingskader. Hiervoor volgt nu een aanzet. Doel beoordeling Enerzijds dient ervoor gezorgd te worden dat beloftevolle innovatieve ideeën en voorstellen worden gesignaleerd en mogelijk een kans krijgen tot verdere ontwikkeling. Anderzijds dient voorkomen te worden dat er een ongeremde wildgroei van aanpakken ontstaat. Het toetsingskader voor innovatie dient er toe om onderscheid aan te brengen tussen aanpakken die a. beloftevol zijn, maar waarvoor nog niet voldoende bewijs voor (mogelijke) effectiviteit beschikbaar is en b. niet beloftevol zijn en/of bewezen ineffectief zijn. Het uiteindelijke doel is om te komen tot evidence-based werken. Object van beoordeling Het object van beoordeling betreft een innovatie, zijnde een concrete en toepasbare gedragsinterventie, bestaande uit de volgende onderdelen: 1. Een beschrijving van de innovatie, de doelgroep, doelen, het beoogde resultaat en outcome. 2. Een beschrijving van de relevantie / toegevoegde waarde. 3. Een argumentatie op grond waarvan de indiener veronderstelt de innovatie een mogelijk effectieve gedragsinterventie is. 4. Een onderzoeksplan waarin wordt aangegeven op welke wijze de werking en de effectiviteit van de innovatie wordt onderzocht. Criteria beoordeling De beoordelingscriteria zouden kunnen bestaan uit: 1. Een vraag naar de relevantie: Wat is de toegevoegde waarde van de interventie? Aan de orde zijn onder meer de vragen of er sprake is van een specifieke doelgroep die niet wordt bereikt met het bestaande aanbod? Is sprake van een nieuwe (bijvoorbeeld effectievere of goedkopere) gedragsinterventie die op termijn een bestaande gedragsinterventie moet gaan vervangen? Is de interventie concreet en toepasbaar? 2. Een vraag naar de aanwijzingen voor mogelijke effectiviteit: Op grond van welke inzichten wordt verondersteld dat sprake is van een mogelijk effectieve gedragsi nterventie? 3. Een vraag naar de kwaliteit van het onderzoeksplan waarmee de werking en de effectiviteit van de innovatie worden onderzocht. Het antwoord van de indiener van het innovatievoorstel op vraag 1 (relevantie) dient als eerste te worden beoordeeld. Als het antwoord op deze vraag negatief is, dan ligt voortzetting van de beoordeling aan de hand van de twee volgende vragen niet in de rede. Pagina 22 van 24

Indirecte gedragsinterventies en innovatie 30 maart 2012 Uitkomst beoordeling De uitkomst van de volledige beoordeling bestaat uit het beantwoorden van de vraag of het een innovatie betreft die het waard is om verder onderzocht te worden. Eventuele betrokkenheid Erkenningscommissie In de adviesaanvraag is de vraag opgenomen welke de rol de Erkenningscommissie bij de beoordeling van innovatieve interventies zou kunnen spelen. De Erkenningscommissie meent dat het beoordelen van innovatievoorstellen een afzonderlijke activiteit is die naast de erkenningsprocedure voor directe en indirecte gedragsinterventies dient plaats te vinden. De Erkenningscommissie voert met de huidige beoordelende taak van gedragsinterventies een wetenschappelijk toets uit. Voorstelbaar is dat de Erkenningscommissie - gezien haar huidige opdracht - een bijdrage kan leveren aan de beantwoording van bovengenoemde vragen 2 en 3 van de beoordelingscriteria voor innovatievoorstellen. De daaraan voorafgaande vraag 1 (relevantie/toegevoegde waarde) dient naar haar oordeel in eerste instantie beantwoord te worden door de betrokken beleidsafdeling(en). 7 Tot slot In dit advies is een aanzet gegeven tot het beantwoorden van de vragen over de definitie en afbakening van zogenaamde indirecte gedragsinterventies en van innovatie met betrekking tot gedragsinterventies. Er is ook ingegaan op de vraag naar het toetsingskader voor de beoordeling van indirecte gedragsinterventies en voor innovaties waarvoor onvoldoende aanwijzingen zijn voor effectiviteit om erkend te kunnen worden. De eventuele rol van de Erkenningscommissie bij deze beoordelingsprocedures is aan de orde gesteld. De Erkenningscommissie is bereid om desgewenst bovenstaande onderwerpen nader uit te werken. De Erkenningscommissie ziet een verbreding van het aanbod van gedragsinterventies die in aanmerking komen voor beoordeling als een positieve ontwikkeling. Vanzelfsprekend dient die verruiming begrensd te worden. Zij houdt in dit verband het doel, het voorzien in een dekkend, uitvoerbaar en effectief aanbod van gedragsinterventies die gericht zijn op recidivevermindering, vast. Pagina 23 van 24

Geraadpleegde literatuur Clear, T.R., Policy and evidence: The challenge to the American Society of Criminology: 2009 Presidential adress to the American Society of Criminology, Criminology, vol. 48, 1, 2010, 1-25. Correctional Services Accreditation Panel (CSAP), The Correctional Services Accreditation Panel Report 2007-8, London, 2008. Discussie evidence based policy en innovation in justice policy: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/lo.lll 1h. 1745-9133.2011.00749.x/full Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, Jaarverslag 2010, mei 2011. Fischer, T. F.C., Captein, W.J. M. en B. W.C. Zwirs, Gedragsinterventies voor volwassen justitiabelen; stand van zaken en mogelijkheden voor innovatie, Erasmusuniversiteit Rotterdam, WODC, Onderzoek en beleid 302, 2012. Maguire M. et al., What Works in de Correctional Seivices Accreditation Panel: Taking Stock from an inside perspective, Criminology and Criminal Justice, 2010 (1), p.37-58. Nas, C.N., Ooyen-Houben van, M.M.J. en J. Wieman, Interventies in uitvoering, Wat er mis kan gaan bij de uitvoering van justitiële (gedrags)interventies en hoe dat komt, Memorandum 2011-2, WODC, 2011. Nederlandse Zorgautoriteit, Factsheet Beleidsregels Innovatie, 16 december 2011, www.nza.nl Petrosino, A., Turpin-Petrosino, C. & Buehier, J., Scared Straight and other juvenile awareness programs for preventing juvenile de/in quency: A systematic review of randomized experimental evidence, Annals of the American Academy of Political and Social Science, 2003, 589, 41-62. Vosters, N. en B. Vogelvang, What Works bij implementeren? Implementatie van gedragsinterventies door de reclasseringsorganisaties, 2011, Den Bosch, Centrum Veiligheid Avans Hogeschool. Pagina 24 van 24