REGLEMENT BETREFFENDE DE BEGRAFENISSEN EN DE LIJKENVERASSING HOOFDSTUK I FORMALITEITEN DIE DE BEGRAFENIS OF DE LIJKENVERASSING VOORAFGAAN



Vergelijkbare documenten
POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN HERENT

Politiereglement overlijden en begraafplaats

Model van politieverordening op de begraafplaats(en) Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, 2;

AFDELING 7 - BEGRAAFPLAATSEN

Reglement begraafplaats

POLITIEVERORDENING. Begraafplaatsen

BEGRAAFPLAATS WESTLEDE ALGEMEEN REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN

Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, in het bijzonder de artikelen 15bis, 2, tweede lid, 23bis en 32;

Begraafplaatsen. GEMEENTEBESTUUR OPPERSTRAAT LIEDEKERKE TEL FAX LIEDEKERKE.

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

Politiereglement op de begraafplaatsen

POLITIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN

OVERLIJDENS / BEGRAFENISSEN. Reglement:

De categorieën vermeld onder de nrs. 4 en 5 worden wat de retributie betreft gelijkgesteld met de inwoners.

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 1. Het huishoudelijk reglement op gemeentelijke begraafplaatsen, zoals hieronder weergegeven, goed te keuren.

Politiereglement op de begraafplaatsen. UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 22 december 2015

De gemeente voert geen lijkenvervoer buiten de grenzen van het koninkrijk uit.

De kist mag na de kisting niet meer geopend worden tenzij om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 oktober 2012.

POLITIEVERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 7 mei 2010)

Gemeentelijk reglement voor de parkbegraafplaats en de oude begraafplaatsen

Ingeval van internationaal lijkenvervoer is een conserverende behandeling toegestaan.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

Gemeentelijke begraafplaatsen

Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004), gewijzigd bij de decreten van:

Politieverordening op de begraafplaatsen

Op de begraafplaatsen

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

Zitting van 25 februari Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op de artikelen 42 en 64;

GEMEENTE DILBEEK. Gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN CREMATORIA

REGLEMENTEN VAN INWENDIG BESTUUR BELEIDSDOMEIN VEILIGHEID EN BURGERZAKEN

Goedkeuren huishoudelijk reglement begraafplaatsen

Reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging

reglement begraafplaatsen aanpassing Gelet op het reglement op de begraafplaatsen dd ; Gelet op het bericht dd. 16 februari 2015 van dhr.

HST 3 Begraafplaatsen en lijkbezorging

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN Gemeenteraad 24/05/2012

UITTREKSEL uit de notulen van de Gemeenteraad ZITTING VAN 25 november 2013

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. op de begraafplaatsen en de lijkbezorging TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

POLTIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

Gelet op de artikelen 15 bis, 2, tweede lid, 23 bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN

Reglement. Huishoudelijk reglement begraafplaatsen. Hoofdstuk 1: Algemeenheden

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

GR 26 maart 2015 en aangepast op GR 21 december 2017 GECOÖRDINEERDE VERSIE REGLEMENT OP BEGRAAFPLAATSEN. Titel 1: BEGRIPSOMSCHRIJVING. 1.

gemeentelijk politiereglement: algemeen, lokaal en zonaal deel 2 van 9

Belastingverordening op de lijkbezorging en op het verlenen van grondvergunningen op de stedelijke begraafplaatsen.

Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 september 2010

REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN. HOOFDSTUK 6: BEGRAAFPLAATSEN Begraafplaatsreglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van

Artikel 1. Begripsbepalingen

Gemeentelijk reglement voor de begraafplaatsen

ALGEMEEN REGLEMENT OP HET BEHEER EN DE POLITIE VAN DE BEGRAAFPLAATS

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten;

GEMEENTE LENDELEDE B E K E N D M A K I N G ====================

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 26 juni 2018 Beleidsdomein Interne Zaken - Dienst Bevolking & Burgerlijke Stand

Retributiereglement van 23 december 2014 op de begraafplaatsen, verkoop en plaatsing van graf- en of urnenkelders en columbariumnissen

Politiereglement op gemeentelijke begraafplaatsen (gemeenteraad van 28 juni 2005, gewijzigd op 22 september 2010)

23. Verordening op de begraafplaatsen en lijkbezorging herziening: goedkeuring.

Politieverordening op de begraafplaatsen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 17 NOVEMBER 2016

RICHTLIJNEN GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE KAPELLEN

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

DE GEMEENTERAAD BESLUIT

MODEL-BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119, 119bis, 133 en 135 2;

Begraafplaats Leopoldsburg Diestersteenweg (ingang Diestersteenweg en Kerkhofstraat)

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, de graven en asbezorging.

Artikel 5 De graven worden onmiddellijk na het zinken van de kist met aarde gevuld en aangedamd.

Inzicht in de mogelijkheden die de gemeente Oud-Beijerland biedt op de algemene begraafplaats. BEGRAVEN

Verordening op de gemeentelijke begraafplaats te Harlingen. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2006;

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Reglement Huishoudelijk reglement gemeentelijke begraafplaatsen

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

Reglement op de begraafplaatsen

Zonale Politiecodex Zuiderkempen versie

Gemeente Zoersel Reglement Begraafplaatsen

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

A. Preambule. B. Pleegvormen die de teraardebestelling voorafgaan

Stedelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Stad Kortrijk

Verordening op de heffing en invordering van begrafenis- en andere rechten voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Hellendoorn 2016

o Algemene bepalingen/reglement

BEGRAAFPLAATSEN IN BEELD

VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS te ONSTWEDDE

REGLEMENT. Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. I. Algemene bepalingen

VERORDENING OP HET GEBRUIK EN HET BEHEER VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS ZORGVLIED VAN DE GEMEENTE AMSTELVEEN, GELEGEN TE AMSTERDAM. 1. Artikel 1.

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nuenen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2011

R.K. Kerkhof van de Geloofsgemeenschap ST. WERENFRIDUS WESTERVOORT

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

GEMEENTE BORSELE. Nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Borsele 2012.

Politieverordening op de begraafplaatsen

Politiereglement van 29 maart 2016 op de begraafplaatsen

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen

Verordening op de heffing en de invordering van rechten wegens het gebruik van gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heemskerk 2018

Artikel 1. Deze politieverordening is gericht op het waarborgen van de orde en de rust op de gemeentelijke begraafplaats van Wezembeek-Oppem.

Transcriptie:

GEMEENTE UKKEL REGLEMENT BETREFFENDE DE BEGRAFENISSEN EN DE LIJKENVERASSING HOOFDSTUK I FORMALITEITEN DIE DE BEGRAFENIS OF DE LIJKENVERASSING VOORAFGAAN Art 1 : Elk overlijden te Ukkel wordt zonder verwijl aangegeven aan de Ambtenaar van de Burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk op het grondgebied van de gemeente. De aangevers regelen met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij onstentenis, wordt het nodige gedaan door het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur beslist in elk geval over dag en uur van de begrafenis, rekening houdend met de wensen van de families en volgens de mogelijkheden van de dienst. De begrafenis heeft plaats binnen de vier dagen die volgen op het overlijden. Deze termijn kan bij beslissing van de burgemeester worden verlengd. Art. 2 : Er mag slechts worden overgegaan tot vormneming, balseming of kisting nadat het overlijden werd vastgesteld door de Ambtenaar van de Burgerlijke stand of de door hem hiertoe afgevaardigde geneesheer, onderzoeker der sterfgevallen. De kisting van het te verassen of naar het buitenland te vervoeren stoffelijk overschot heeft plaats in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur, die de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen nagaat. Art. 3 : Voor begravingen in niet-geconcedeerde grond en behoudens het geval van plaatsing in een wachtkelder waar een hermetisch omhulsel verplicht is gedurende de periode van bewaring, is het gebruik van lijkkisten, foedralen, lijkwaden en produkten die de natuurlijke en normale ontbinding van de lichamen verhinderen, verboden. Art. 4 : Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing mag de doodkist na de kisting niet meer heropend worden. Art. 5 : Het vervoer van stoffelijke overschotten naar een andere gemeente wordt slechts toegelaten op voorlegging van een document waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de plaats van bestemming. Art. 6 : De voorgaande bepaling (cfr: artikelen 1 à 5) is niet van toepassing op het ononderbroken vervoer op het grondgebied van de gemeente, van stoffelijke overschotten die er worden teruggebracht om er begraven te worden, noch op het doorgaand vervoer. Stilstaan voor een godsdienstige plechtigheid wordt niet beschouwd als een onderbreking van het vervoer. Art. 7 : Het stoffelijk overschot van een buiten de gemeente overleden persoon mag er niet in bewaring gegeven of teruggebracht worden zonder machtiging van de burgemeester. Art. 8 : De lijkenverassingen worden toegelaten door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand, op aanbieding van de documenten voorzien door de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, te weten : een aanvraag om verlof ondertekend door diegene die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien ofwel een akte van uiterste

wilsbeschikking waarbij de overledene de uitdrukkelijke wens te kennen geeft zijn stoffelijk overschot te doen verbranden, een attest waarin de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld, bevestigt dat er geen tekens of aanwijzingen zijn van gewelddadige of verdachte dood. Het verlof tot verassen mag niet verleend worden vóór het verstrijken van een termijn van 24 uren, ingaand bij de ontvangst van de aanvraag om verlof ingediend door de familie. Voornoemde aanvraag, van artikel 7, zal eventueel de plaats van verassing vermelden, alsook het gekozen kerkhof voor het deponeren van de asurn volgens de door de Koning bepaalde wijzen. Andere uitstrooingswijzen kunnen door de Koning voorzien worden. In toepassing van artikel 22 van de wet van 20 september 1998, die de voornoemde wet van 20 juli 1971 wijzigt, vallen de erelonen en alle daaraan verbonden kosten van de door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand aangestelde geneesheer ten laste van het gemeentebestuur van de woonplaats van de overledene. Deze verrichting geeft aanleiding tot het innen van een zelfde vergoeding van het tarief toegepast inzake lijkenonderzoek door het gerecht en is onderhevig aan indexering. Deze inning zal gebeuren via storting op de rekening van de Gemeente Ukkel. Art. 9 : Het overbrengen van de as van het crematorium naar de begraafplaats gebeurt door de zorgen van de persoon bevoegd om de begrafenis te regelen. Art. 9bis: Gedenkplaten en metalen vazen mogen bij het columbarium geplaatst worden mits betaling op basis van het gemeentereglement. HOOFDSTUK II HET GEMEENTEKERKHOF Hoofdbepalingen Art. 10 : De begraafplaats is bestemd voor het begraven van personen die : 1) overleden zijn in de gemeente of er dood zijn aangetroffen ; 2) ingeschreven zijn in de bevolkings- of vreemdelingenregisters van de gemeente en overleden zijn buiten haar grondgebied ; 3) begunstigden zijn van een recht op begraving in een geconcedeerd graf ; 4) laatst te Ukkel ingeschreven en woonden, maar die wegens gezondheidsredenen in een rusthuis of andere instelling buiten het grondgebied van de gemeente gevestigd, geplaatst worden en dit met de uitdrukkelijke tussenkomst van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ukkel. Al de andere personen worden beschouwd als vreemd aan de gemeente ; zij mogen slechts op het gemeentekerkhof begraven worden mits aankoop van een grafoncessie. Art. 11 : De families doen uitdrukkelijk afstand van alle rechten om de overledene in een gewoon graf op het gemeentekerkhof te begraven wanneer een persoon die zijn hoofdverblijfplaats te Ukkel heeft, buiten het grondgebied overlijdt en het lichaam op een ander kerkhof dan dat van Ukkel werd begraven. Art. 12 : De teraardebestellingen op het gemeentekerkhof worden uitgevoerd door de agenten van het gemeentebestuur, zonder onderscheid van eredienst noch van filosofische of godsdienstige opvattingen. Zij gebeuren op de plaatsen aangeduid door het hoofd van de dienst van de overlijdens en Begrafenissen, overeenkomstig de bevelen van de Burgemeester.

Bordjes vermelden de nummers der perken, palen de afdelingen van het terrein. Lanen en wegen worden aangeduid door wegwijzers. HOOFDSTUK III TERAARDEBESTELLINGEN IN T ALGEMEEN Art. 13 : Er wordt een register gehouden dat genummerd en geparafeerd wordt door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand en waarin dag na dag, zonder enig wit vlak, de verloven tot begraving en de plaats van begraving worden ingeschreven van de personen die overleden zijn of dood werden aangetroffen op het grondgebied van de gemeente en van diegenen die buiten de gemeente overleden zijn en op de gemeentelijke begraafplaats begraven worden. Art. 14 : In volle grond worden de lijken horizontaal begraven in een afzonderlijke kuil, op een diepte van ten minste vijftien decimeter. De Burgemeester mag echter de teraardebestellingen in een zelfde graf toelaten van een moeder en haar doodgeboren kind, evenals van een doodgeboren tweeling. Hij verleent ook afwijkingen voor het bijzetten van lijken in gezamenlijke concessies in volle grond. Art. 15 : De teraardebestellingen in gewone graven geschieden in perken. De scheiding tussen de graven is als volgt vastgesteld : 20 cm op de zijkanten, aan het hoofd en aan de voeten. De gewone graven hebben een lengte van 2 meter, een breedte van 0,80 m; de minimum diepte is vermeld in artikel 14. Deze afmetingen worden teruggebracht op 1,40 m als lengte en 0,60 m als breedte voor de graven bestemd voor kinderen beneden de 7 jaar en voor de asurnen. Art. 16 : De gewone graven mogen slechts teruggenomen worden na een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag van de teraardebestelling. Art. 17 : De asurnen bestemd voor de gewone graven worden teraardebesteld in de perken, tussen de niet veraste lichamen. Het is toegelaten asurnen thuis te bewaren. Art. 18 : De asurnen moeten van het model en van de samenstelling zijn aangenomen door de bevoegde autoriteiten; zij worden eventueel teraardebesteld in gewone graven of tijdelijke grafconcessies. Indien de urn in een grafkelder geplaatst wordt, mag het beschermend omhulsel van weerstandbestendige materialen vervaardigd zijn; in alle andere gevallen moet dit omhulsel van licht hout zijn. HOOFDSTUK IV TERAARDEBESTELLINGEN IN GRAFCONCESSIE Art. 19 : Terreinen mogen tijdelijk toegekend worden op het gemeentekerkhof om als particuliere graven te dienen. De voorwaarden tegen dewelke deze concessies kunnen verkregen worden zijn in een bijzonder reglement vastgesteld. HOOFDSTUK V

DE DIENST DER TERAARDEBESTELLINGEN OP HET KERKHOF Art. 20 : De lijkstoeten worden in het kerkhof binnengeleid door de kerkhofinspecteur of zijn vervanger die de lijkwagen onmiddellijk voorafgaat. Art. 21 : Bij de aankomst op het kerkhof ontvangt de inspecteur van de begraafplaats de toelating tot begraven en het geleibevel. De inspecteur geeft het geleibevel terug na het gedagtekend te hebben en er het algemeen volgnummer op aangeduid te hebben. Art. 22 : Wanneer de lijkwagen op de plaats van de teraardebestelling, of op de dichtst mogelijk plaats ervan aangekomen is, wordt het lichaam uit de wagen gehaald en op een draagbaar geplaatst. De inspecteur doet een plaatje met het begrafenisnummer op de lijkkist schroeven. Het lichaam wordt met trage passen naar het graf of de grafkelder gedragen. Er wordt onmiddellijk tot de teraardebestelling overgegaan. Art. 23 : De kronen en kransen worden uit de lijkwagen genomen door de begrafenisondernemer en in de nabijheid van de begraafplaats gelegd en nadien door de werlieden van het kerkhof op het gedichtegraf of de grafkelder gelegd. De inspecteur of zijn afgevaardigde trekt zich slechts terug na afloop van de teraardebestelling. Art. 24 : De stoetleider treft al de nodige maatregelen, vóór het vertrek van de lijkwagen, opdat deze afgewassen en desnoods ontsmet zou worden, om de openbare gezondheid ten volle te vrijwaren. Art. 25: De voertuigen die de lijkwagen volgen zijn niet toegelaten binnen de omheining van het kerkhof, behalve deze die personen van minstens 75 jaar of minder-validen vervoeren. Hetzelfde geldt voor deze die bloemenkransen of -kussens vervoeren tijdens de begrafenissen. De wagens zullen stapvoets rijden en parkeren zonder de voetpaden te versperren. Ze mogen de lanen en geplaveide wegen niet verlaten, noch nodeloos stilhouden; ze moeten de weg aangeduid door het personeel op stap volgen. HOOFDSTUK VI DE OPGRAVINGEN Art. 26 : Elke opgraving wordt uitgevoerd met de toestemming van de burgemeester. Deze kan zich niet verzetten tegen een door de gerechtelijke overheid bevolen opgraving. In alle gevallen wordt van de opgraving een proces-verbaal opgesteld. Indien de staat van de opgegraven kist het vereist, schrijft de burgemeester voor dat ze vernieuwd wordt of dat de nodige maatregelen dienen getroffen te worden om de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid te beschermen. Art. 27 : Het is niet toegelaten een lichaam of een urn op te graven uit een grafconcessie toegekend voor een periode langer dan 15 jaar om ze te begraven in een gewoon graf of een tijdelijke concessie van 15 jaar. Het is eveneens verboden een lichaam of een urn in een tijdelijke concessie voor 15 jaar begraven in een gewoon graf over te plaatsen. Art. 28 : Wanneer het lichaam naar een ander kerkhof moet overgebracht worden, is het gebruik van een goed gesloten en gesoldeerd metalen omhulsel die de eerste kist omringt, noodzakelijk.

Art. 29 : Elke opgraving van een lichaam of een urn is onderworpen aan de betaling van een belasting waarvan het bedrag vastgesteld is in het belastingsreglement. Van deze betaling worden vrijgesteld de opgravingen bevolen door de rechterlijke overheid, deze van militaire en burgers gestorven voor het vaderland, evenals deze voortspruitend uit het buiten dienst stellen van het kerkhof. HOOFDSTUK VII POLITIE DER BEGRAAFPLAATSEN - Afdeling I - Algemene politiemaatregelen Art. 30 : De begraafplaats is toegankelijk voor het publiek van 8 tot 16 uur 30, behoudens afwijking vastgesteld door de burgemeester. Art. 31 : Het sluiten der deuren wordt een half uur vooraf aangekondigd door de klok op het kerkhof geplaatst. Het luiden wordt een kwartier voor het sluiten herhaald. Vanaf dit ogenblik heeft het publiek geen toegang meer tot de begraafplaats. Art. 32 : Het is verboden dat voertuigen, die bezoekers aanbrengen, binnen de omheining van de rustplaats rijden, behalve deze met personen van 75 jaar en ouder. Afwijkingen mogen door de Burgemeester toegestaan worden aan gebrekkige, verminkte of zieke personen. Deze toelating wordt verleend, op voorlegging van een medisch getuigschrift, in de vorm van een elektronische badge, die de toegangspoort automatisch opent. De badge wordt bekomen mits betaling van een indexgekoppelde waarborg van 10, die later kan terug gevorderd worden bij de Gemeentelijke Ontvangerij door familieleden of houder. De toegang van voertuigen zal evenwel vrij zijn op woensdag. De beperkte snelheid tot 10 km/uur moet steeds gerespecteerd worden. Art. 33 : De rijtuigen waarvan sprake in artikel 32 moeten plaats ruimen en stilhouden om doorgang te verlenen aan de lijkstoeten. Ze worden niet toegelaten de laatste zondag van oktober evenals op 1 en 2 november. Art. 34 : Op de begraafplaats is het verboden gelijk welke daad te stellen, houding aan te nemen of manifestatie op touw te zetten, die de welvoeglijkheid van de plaats, de orde en de eerbied voor de doden stoort of kan storen. Het is eveneens verboden te leuren, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen, zijn diensten aan te bieden en aanplakbiljetten, opschriften, borden of andere aankondigingstekens aan te brengen. Eenieder die één van de in vorige alinea opgesomde verbodsbepalingen overtreedt, wordt, onverminderd eventuele vervolgingen, uit de begraafplaats gewezen. Art. 34bis : Geen enkel geleid bezoek of foto- of filmreportage mag in de gemeentelijke kerkhoven plaatshebben zonder het voorafgaand akkoord van het College van Burgemeester en Schepenen. De schriftelijke aanvraag moet bij de Ambtenaar van de Burgerlijke stand ingediend worden minimum 15 dagen voor de gewenste datum. Art. 35 : De gevonden voorwerpen moeten onverwijld aan de kerkhofbewaarder of zijn plaatsvervanger aangegeven worden. Deze maakt er verslag van op en maakt het onmiddellijk

aan de politiecommissaris over. De gemeente is niet aansprakelijk voor diefstallen die ten nadele van de families zouden bedreven worden. Deze laatsten zullen vermijden voorwerpen op de graven te leggen die de begeerlijkheid zouden kunnen opwekken. De metalen versierselen zullen stevig aan de gedenktekens bevestigd worden. Art. 36 : Behoudens toestemming van de Burgemeester is elk bouw-, beplantings-, of aanaardingswerk en elke plaatsing van graftekens op de begraafplaats verboden op zondagen en wettelijke feestdagen. Daarenboven is het vanaf de voorlaatste werkdag van oktober tot en met 2 november verboden gelijk welk onderhoudswerk aan de graven uit te voeren. Art. 37 : Ten einde te voorkomen dat niet onderhouden of vervallen monumenten, door instorting, een gevaar zouden betekenen voor de bezoekers en het kerkhofpersoneel zal de hoogte der gedenktekens 1,50 m. niet overschrijden. - Afdeling II - Ordemaatregelen betreffende de monumenten, de grafstenen, de graftekens, de opschriften en de beplantingen Art. 38 : Iedereen heeft het recht op het graf van zijn bloedverwant of van zijn vriend, ten vroegste zes weken na de teraardebestelling, een grafsteen of een ander grafteken te plaatsen. Nochtans mag het plaatsen slechts gebeuren nadat het aanpalend graf in het tweede deel van het terrein bezet en gedicht is. Art. 39 : De graftekens moeten overeenstemmen met de door het huidig reglement vastgestelde normen (zie art. 37 en 44). De graftekens mogen in geen enkel geval de afmetingen van het graf overschrijden en de aanplantingen mogen niet hoogstammig zijn. De opschriften en grafschriften mogen de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied niet storen. Art. 40 : De plaatsing, de wegneming of de verbouwing van graftekens en van aanplantingen worden uitgevoerd onder het toezicht van de gemeentelijke overheid en binnen de termijn die zij bepaalt. Art. 41 : Geen enkel materiaal mag binnen de omheining van de begraafplaats achtergelaten worden. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate de behoeften. Alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten moeten de voor de graftekens bestemde stenen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. Ingeval van inbreuk op vorige alinea en indien geen gevolg wordt gegeven aan de ingebrekestelling worden de materialen op bevel van de burgemeester van ambtswege weggenomen ten kosten van de overtreder. Art. 42 : De graftekens worden geplaatst door de families na eerst om instemming van de burgemeester of de gemachtigde schepen verzocht te hebben. De aanvraag moet het opschrift of het grafschrift dat op de grafsteen zal aangebracht worden, vermelden. Het is verboden zand, asstenen of andere grondstoffen vóór de graven, op de paden en toegangswegen, waarvan het onderhoud door het gemeentebestuur gebeurt, te werpen of te laten liggen. Art. 43 : De gedenktekens, van welke aard ook, moeten binnen de 12 maand na het toekennen van de grafconcessie geplaatst worden. Het is verboden grafzerken te plaatsen in kunstmatige steen of in granito op de concessies van lange duur (30 jaar of 50 jaar).

Art. 44 : De gedenk-, graf- of herkenningsstekens mogen de volgende afmetingen niet overschrijden: 1) op de gewone graven voor de volwassenen : lengte.................... 1,50 m breedte................... 0,80 m 2) op de gewone graven voor kinderen van minder dan 7 jaar en asurnen : lengte.................... 1,00 m breedte.................. 0,60 m Deze werken zullen geen duurzame funderingen bevatten en zonder metselwerk gebeuren. 3) op de grafconcessies voor 15 jaar voor volwassenen : lengte.................... 2,00 m 4) op de grafconcessies voor 15 jaar voor kinderen van minder dan 7 jaar en asurnen : lengte.................... 1,00 m 5) op de individuele grafconcessies voor 30 jaar (volwassenen) : lengte.................... 2,00 m 6) op de individuele grafconcessies voor 30 jaar (kinderen en asurnen) : lengte.................... 1,00 m 7) op de individuele grafconcessies voor 30 jaar (twee of drie lichamen) : lengte.................... 2,25 m 8) op de concessies voor 50 jaar (grafkelders) : lengte.................... 2,75 m voor enkelvoudige grafkelders 2,00 m voor dubbele grafkelders 2,96 m voor driedubbele grafkelders Afmetingen dienen ter plaatse nagegaan te worden en voor zover het geen voorafgebouwde grafkelders betreft (speciale afmetingen). Het voetstuk zal uit één stuk zijn en een minimumdikte van 12 cm hebben. De maximumhoogte der graftekens is in artikel 37 van het reglement bepaald. - Afdeling III - Ordemaatregelen betreffende het oprichten van monumenten en het bouwen van grafkelders. Art. 45 : De graftekens op de individuele grafconcessies voor 30 jaar geplaatst, zullen op een betonnen omlijsting of op een stevig metselwerk, om het wankelen te vermijden, bevestigd worden. Het niveau en de vastheid dienen stipt in acht genomen te worden. De afmetingen van de gedenktekens mogen deze van de vergunde grond niet overschrijden. Art. 46 : Bijzondere aandacht zal besteed worden bij het plaatsen van gedenktekens op de gezamenlijke grafconcessies voor 30 jaar. Het voetstuk van monumenten, waarvan de betonnen omlijsting tot steun dient, zal uit één stuk gezaagde hardsteen van minstens 12 cm dikte zijn. De hoogte van het gedenkteken zal berekend worden vanaf het vlak van de betonnen omlijsting dat door het gemeentebestuur geplaatst wordt. Art. 47 : De ontwerpen van monumenten om op de grafkelders te plaatsen, zijn aan de goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen onderworpen. De gemerkte

plannen, in dubbel opgesteld, op schaal 1/10, zullen voorafgaandelijk gedagtekend en ondertekend worden door de vergunninghouder. Ze geven het plan, doorsnede en de opbouw van het monument met vermelding van alle afmetingen en een lijst van de aard van de te gebruiken materialen op.(zie artikel 43) De maximumhoogte van de monumenten bepaald in artikel 37, zal gemeten worden vanaf het bovenvlak van de grafkelder. Afwijkingen mogen toegestaan worden door het College van Burgemeester en Schepenen, op voorstel van de gemeentelijke dienst van Bouwkunde voor monumenten met een bijzonder of artistiek karakter, of voor deze te plaatsen op grafkelders met een uitzonderlijk belang. Ze moeten langs alle zijden afgewerkt zijn. Art. 48 : De stenen zullen aan elkaar gehecht worden door middel van roestvrije metalen, haken of ankers, van passende grootte en in voldoende aantal, die minstens 5 cm diep in de aan elkaar te hechten delen dringen. Ze zullen steeds met gesmolten lood of met cement ingemetseld worden in elk geval, derwijze geen ongelukken te kunnen veroorzaken. De rooilijnen worden door de kerkhofbewaarder of diens afgevaardigde aangegeven, overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door het gemeentebestuur. Art. 49 : De zijvlakken van het voetstuk of van de lijst van de gedenktekens moeten 25 cm binnen de buitenwanden van de grafkelders blijven. De afstand tussen twee gedenktekens moet met dezelfde bouwstof bedekt worden als deze gebruikt voor de grafsteen. Dit werk valt ten laste van de vergunninghouder voor wat de tussenruimte rechts van het gedenkteken betreft. Art. 50 : In daartoe bijzondere bestemde plaatsen mogen gronden voor het bouwen van grafkelders geconcedeerd worden. Art. 51 : De grafkelders worden door toedoen van het gemeentebestuur gebouwd en bevatten 3 of 4 boven elkaar liggende vakken. Zij worden overeenkomstig de modaliteiten van het van krachtzijnde tarief aan de vergunninghouders geleverd. Art. 52 : Sommige van de in artikel 50 vermelde plaatsen kunnen voorbehouden worden voor grafkelders van maximum tien vakken, te bouwen door een privé-onderneming op verzoek van de vergunninghouders en onder de voorwaarden van het reglement. Art. 53 : De bouw van grafkelders, waarvan sprake in vorig artikel, moet beëindigd zijn binnen de drie maanden te rekenen vanaf de betekening van de beslissing tot toekenning van de grafconcessie. Het grafteken en de kelder moeten behouden blijven gedurende de tijd van de concessie. Art. 54 : De werkplaats die geopend wordt met het oog op de bouw van een grafkelder moet behoorlijk aangeduid zijn. De kuil mag slechts open blijven gedurende de tijd nodig voor het oprichten van de grafkelder welke niet meer dan 20 werkdagen mag in beslag nemen. Art. 55 : De grafkelders worden gebouwd volgens het modelplan opgesteld door het gemeentebestuur en met de door dit plan voorgeschreven materialen. Art. 56 : De werken uitgevoerd in strijd met de bepalingen van de artikelen 54 en 55 zonder dat de grenzen van het geconcedeerde perceel in acht genomen worden, worden geschorst op bevel van de burgemeester die hun afbraak op kosten van de belanghebbenden kan bevelen.

Art. 57 : De vergunninghouder of zijn rechthebbenden en rechtopvolgers blijven ten allen tijde verantwoordelijk tegenover derden voor de schade welke zou kunnen berokkend worden aan nabijgelegen kelders en gedenktekens en voor de ongevallen waarvan bezoekers of agenten van het kerkhof het slachtoffer zouden worden ingevolge slechte kwaliteit van het gebruikte materiaal, defecte uitvoering of gebrek aan onderhoud. Art. 58 : De buitenmuren van de grafkelder moeten een minimumdiepte hebben, overeenkomend met deze van een met drie boven elkaar geplaatste vakken. De vakken van de grafkelders met minder dan drie cellen moeten een minimumdiepte hebben gelijk aan deze van de overeenkomstige vakken van het type plan. Het hoogteverschil tussen de buitenmuren en de basis van de grafkelder moet met samengedrukte aarde gevuld worden. Art. 59 : De gebruikte bouwstoffen moeten van eerste kwaliteit zijn. Het metselwerk moet met zogenaamde "Klampsteen" gebeuren. De mortel moet 350 kg kunstmatig Portlandcement per kubieke meter ruw zand bevatten. Het gewapend beton zal samengesteld zijn uit 400 kg kunstmatig Portlandcement, 400 kubieke decimeter zand en 870 kubieke decimeter arduinsteen 2/20 of grint. De beweegbare tegels van de grafkeldersvestibules evenals de omlijsting waarop ze steunen zijn van blauwe stenen of van getrild gewapend beton, samengesteld uit 400 kg kunstmatige Portlandcement en 1100 liter kleingrit 0/5. Al het ijzer zal onderling verbonden zijn met beton, volgens de regels van de kunst. Art. 60 : Het onderhoud van de graven valt ten laste van de belanghebbenden. Als het graf doorlopend onzindelijk is, door plantengroei overwoekerd, vervallen, instort of bouwvallig is, wordt verwaarlozing door onderhoudsverzuim vastgesteld bij akte opgemaakt door de Burgemeester of diens gemachtigde. Deze akte wordt gedurende een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij nietherstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambstwege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven, indien het een geconcedeerd graf betreft, kan de gemeenteraad een einde stellen aan het recht op de concessie. HOOFDSTUK VIII STRAFBEPALING Art. 61 : Onverminderd de toepassing van de artikelen 315, eerste alinea, 340, 435 en 526 van het strafwetboek, worden de inbreuken op de bepalingen van dit reglement bestraft met de straffen bepaald in artikel 315, tweede alinea, van bedoeld wetboek. SLOTBEPALING Art. 62 : Elk vorig reglement betreffende hetzelfde onderwerp wordt opgeheven. Laatste bijwerking op 26 november 2009.