ENGELS DERDE GRAAD TSO BOEKHOUDEN-INFORMATICA HANDEL INFORMATICABEHEER LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2004 LICAP BRUSSEL D/2004/0279/056

Vergelijkbare documenten
MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

ENGELS DERDE GRAAD KSO/TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

ENGELS DERDE GRAAD ASO STUDIERICHTINGEN MET COMPONENT MODERNE TALEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2004 LICAP BRUSSEL D/2004/0279/043

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

2.3 Literatuur Schriftelijke vaardigheden Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

ENGELS DERDE GRAAD TSO SECRETARIAAT-TALEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2004 LICAP BRUSSEL D/2004/0279/055

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

DERDE GRAAD ASO STUDIERICHTINGEN MET COMPONENT MODERNE TALEN

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

LEERLIJNEN FRANS: TWEEDE GRAAD ASO D/2002/037 DERDE GRAAD ASO (STUDIERICHTING MET COMPONENT MODERNE TALEN) D/2004/032. Niet al te complex

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor het 2 e leerjaar van de 2 e graad aso. Datu m van de les. De leerlingen kunnen

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Overzicht modules Algemene vorming TSO3

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

ENGELS DERDE GRAAD ASO STUDIERICHTINGEN ZONDER COMPONENT MODERNE TALEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Profiel Academische Taalvaardigheid

Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Kan ik het wel of kan ik het niet?

FRANS DERDE GRAAD ASO STUDIERICHTINGEN MET COMPONENT MODERNE TALEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2004 LICAP BRUSSEL D/2004/0279/032

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Luisteren leerjaar 1-2 havo/vwo

DERDE GRAAD TSO COMPLEMENTAIR GEDEELTE

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

ENGELS DERDE GRAAD TSO HANDEL EN SECRETARIAAT-TALEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap woensdag 24 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Arabisch Chinees Japans R 2 AO TA 008

Programma van Inhoud en Toetsing

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R3 AO TA 011

Programma van Inhoud en Toetsing

Leerplandoelstellingen en leerinhouden 2de graad aso / tso handel en handel-talen / kso-tso

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws R2 AO TA 010

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vrijdag 5 mei 2006 STUDIEGEBIED TALEN. Modulaire opleiding Hebreeuws Educatief R3 AO TA 021

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Niveaus Europees Referentie Kader

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

FRANS TWEEDE GRAAD KSO/TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/057. Vervangt leerplan D/2002/0279/044 vanaf 1 september 2012

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

Europees Referentiekader

Europese talen groep 2 * R 2. Algemene opleiding Studiegebieden Europese neventalen R1 en R2, Oosterse talen en Slavische talen

FRANS DERDE GRAAD ASO STUDIERICHTINGEN ZONDER COMPONENT MODERNE TALEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

luisteren: dialoog beluisteren en

FRANS TWEEDE GRAAD ASO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/007. vervangt D/2006/0279/004 vanaf 1 september2012

FRANS DERDE GRAAD ASO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS STUDIERICHTINGEN MET COMPONENT MODERNE TALEN

De laatste show. 2 e graad aso LUISTEREN - Schema publiek/verwerkingsniveau

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

6 november Leerlijnen Evaluatie: basis - verdieping

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Common European Framework of Reference (CEFR)

Niveaubepaling Nederlandse taal

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid

Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel

ENGELS TWEEDE GRAAD TSO - KSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. (behalve Handel-Talen)

FRANS Tweede graad TSO

Nederlands ( 3F havo vwo )

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Kan-beschrijvingen ERK A2

Transcriptie:

ENGELS DERDE GRAAD TSO BOEKHOUDEN-INFORMATICA HANDEL INFORMATICABEHEER LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2004 LICAP BRUSSEL

ENGELS DERDE GRAAD TSO BOEKHOUDEN-INFORMATICA HANDEL INFORMATICABEHEER LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP BRUSSEL September 2004 (vervangt leerplannen 1992) ISBN-nummer: 90-6858-368-9 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Inhoud 1 Situering van het leerplan...6 1.1 Beginsituatie voor Engels in de derde graad TSO- studiegebied Handel behalve Secretariaat-talen...6 1.2 Eindtermen, vakoverschrijdende eindtermen en leerplannen...6 1.3 Het begrippenarsenaal in de eindtermen...7 1.4 Besluit...9 2 Algemene doelstellingen...9 3 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken...10 3.1 De communicatieve vaardigheden...10 3.2 De interculturele component...46 3.3 De ondersteunende/functionele vaardigheden...48 3.4 Leerautonomie...55 4 Evaluatie...59 4.1 Evaluatie en rapportering tegenover eindtermen en leerplan...59 4.2 Evaluatie, opvoedingsproject en leerplan...60 4.3 Evaluatie en leren...61 4.4 Communicatieve en ondersteunende vaardigheden...61 4.5 Criteria voor evaluatie...61 4.6 Meting...63 4.7 De evaluatie van de toets...64 4.8 Evaluatie van de communicatieve vaardigheden...65 5 Minimale materiële vereisten...70 6 Gebruikte afkortingen en codes...71 7 Bibliografie...71 8 Eindtermen...83 3de graad TSO 3

LEESWIJZER In dit leerplan vind je doelstellingen, leerinhouden, pedagogisch-didactische wenken en richtlijnen i.v.m. de evaluatie voor het leerplan Engels van de sector Handel binnen de derde graad TSO, meer bepaald voor de richtingen Boekhouden-informatica, Informaticabeheer, en de richting Handel. Deze leerlingen hebben minimum 2 uren Engels in de basisvorming, maar dit basispakket kan uitgebreid worden met een uur (Handel, Boekhouden-informatica). Alleen de richting Informaticabeheer heeft meteen 3 uren Engels in het tweede leerjaar van de derde graad. De doelstellingen worden zo geformuleerd dat ze de wettelijk vastgelegde vakgebonden en specifieke eindtermen "dekken" en zijn bindend, dus een instrument van controle door de inspectie. Wij hebben daarbij telkens verwezen naar het nummer van de daarbij horende eindterm. Die eindtermen hebben we overigens in bijlage achteraan ter referentie overgenomen. Ook de leerinhouden zijn bindend, behalve wanneer we ze expliciet formuleren als een (niet-exhaustieve) lijst waaruit je kunt kiezen. Net zoals in de tweede graad is dit leerplan open. Dit houdt in dat leraren binnen het kader van de wettelijke eindtermen vrij kunnen bepalen met welke inhoudelijke thema's of taalsituaties ze de leerplandoelstellingen willen verwezenlijken. Die concrete invulling wordt dus aan de deskundigheid van het lerarenteam en de vakgroep overgelaten. De pedagogisch-didactische wenken daarentegen zijn aanbevelingen en bron voor inspiratie en vernieuwing, geen verplichte methodische aanpak. In de pedagogisch-didactische wenken vind je concrete mogelijkheden om de leerplaninhouden boeiend en leerlinggericht te brengen. De richtlijnen voor de evaluatie ten slotte vormen het sluitstuk van dit leerplan. Er worden voorbeelden van toetsvormen aangereikt. De vereisten voor uitrusting en didactisch materiaal zijn als verplichting te lezen. ********* Deze brochure bevat het leerplan AV Engels voor de studierichtingen binnen de sector Handel van de derde graad TSO: Handel, Boekhouden-informatica, Informaticabeheer. Deze richtingen hebben twee uren Engels, maar zij kunnen ook drie uren Engels hebben: twee uren vanuit het fundamentele gedeelte en een uur vanuit het complementaire gedeelte. Alleen de richting Informaticabeheer heeft meteen drie uren Engels in het tweede leerjaar van de derde graad. Schematisch geeft ons dit: Richting Uren Engels in het eerste leerjaar van de derde graad Uren Engels in het eerste leerjaar van de derde graad Handel 2 (+ 1) 2 (+ 1) Boekhouden-informatica 2 (+ 1) 2 (+ 1) Informaticabeheer 2 (+ 1) 3 Dit leerplan beschrijft de basisdoelstellingen voor de twee-urige cursus. In de scholen waar een extra uur Engels vanuit het complementaire gedeelte voorzien wordt en waar de leerlingen bijgevolg drie uren Engels per week hebben, realiseren we ook de leerplandoelstellingen die in dit leerplan met (U) uitbreiding aangeduid staan. 3de graad TSO 5

1 Situering van het leerplan 1.1 Beginsituatie voor Engels in de derde graad TSO- studiegebied Handel behalve Secretariaat-talen Dit leerplan is bestemd voor leerlingen die in de derde graad SO gedurende twee jaar minimum twee uren Engels volgen binnen de lessentabel van het fundamentele gedeelte. Dit aantal uren kan aangevuld worden met een extra uur Engels uit het complementaire gedeelte. De leerlingen die dit leerplan volgen, hebben in principe drie jaar Engels naar rato van twee lesuren per week achter de rug, al dan niet aangevuld met een extra uur vanuit het complementaire gedeelte in de tweede graad. Slechts binnen twee lessentabellen tweede graad TSO gelden er andere lessentabellen. In de tweede graad van de TSO-richting Toerisme staan drie uren Engels per week in het fundamentele gedeelte geprogrammeerd. En de tweede graad van de richting Handel-talen heeft minimum vier uren Engels in het eerste studiejaar en minimum drie uren Engels in het tweede studiejaar. Als voorkennis nemen we aan dat het minimum van de doelstellingen van het leerplan Engels TSO tweede graad is bereikt. In de tweede graad werd in het algemeen aandacht besteed 1 aan beschrijvende taaltaken op het niveau van de vier communicatieve vaardigheden (luister-, lees-, spreek- en schrijfvaardigheid) en aan de ondersteunende vaardigheden (voor aspecten van woordenschat, grammatica en cultuur). De leerlingen leerden omgaan met korte en eenvoudig geformuleerde en gestructureerde tekstsoorten, m.n. informatieve, prescriptieve, narratieve, maar niet of in beperkte mate met artistiek-literaire teksten. De aanbreng en inoefening van basisgrammatica en lexicale elementen verliep in functie van de communicatieve vaardigheden. Via aangepast tekstmateriaal kwamen de leerlingen in contact met de Engelstalige leefwereld. De leerlingen leerden een aantal basistechnieken om taalautonomie en taalleervaardigheid. Ze gebruikten daarbij communicatiestrategieën en leerstrategieën, zowel voor de receptieve vaardigheden (luisteren en lezen) als voor de productieve (spreken en schrijven). Ze leerden eveneens traditionele en elektronische hulpbronnen te raadplegen. We kunnen er nochtans niet vanuit gaan dat alle leerlingen even vertrouwd zijn met de bovengenoemde vaardigheden en kennis. Integendeel, we houden er best rekening mee dat er heel grote verschillen zijn binnen de groep. Deze situatie vormt een uitdaging voor de leerkracht om de beginsituatie van de leerlingen in acht te nemen, maar toch ook om een groep zo ver mogelijk te brengen. Dit kan bv. door modellen aan te reiken, door een einddoelstelling stapvoets op te bouwen, misschien door hier en daar verschillende opgaven bij eenzelfde tekst te voorzien of dan weer verschillende teksten ter beschikking te stellen. Voorwaar geen gemakkelijke opgave, maar misschien toch het nastreven waard. 1.2 Eindtermen, vakoverschrijdende eindtermen en leerplannen In de doelstellingen van dit leerplan zijn de bij decreet verplicht te bereiken eindtermen Moderne Vreemde Talen voor de derde graad KSO/TSO opgenomen. Het leerplan vult de eindtermen (ET) echter aan en kadert ze in een eigen perspectief. Voor de scholen geldt dat de goedgekeurde leerplannen voorrang hebben op de eindtermen. 1 Zie verder bij 1.2 voor een overzicht van het termen- en begrippenkader dat de eindtermen hanteren. We brengen het er kort en ter informatie in herinnering. 6 3de graad TSO

Naast de eindtermen per vak zijn er ook vakoverschrijdende eindtermen (VOET). In de taalvakken komen vooral de VOET leren leren, sociale vaardigheden en de artistiek-muzische component aan bod. Daarnaast kunnen we ook werken aan andere VOET, afhankelijk van het schoolwerkplan, de afspraken binnen de vakgroep en over de verschillende vakgroepen heen. Ten slotte kunnen ook eerder toevallige factoren bepalend zijn voor de realisatie van VOET binnen een taalvak: het handboek, de persoonlijke belangstelling van de leerlingen en de leerkracht. Binnen dit leerplan gaan we daar verder niet op in. 1.3 Het begrippenarsenaal in de eindtermen De eindtermen voor de derde graad sluiten zowel qua concept als formulering nauw aan bij deze voor de tweede graad. Het leren van een taal volgt immers een ononderbroken ontwikkelingslijn. De verschillen met de tweede graad hebben onder meer te maken met de graad van complexiteit van de taaltaken die de leerlingen moeten kunnen uitvoeren. Het is logisch dat die in de derde graad complexer zijn dan in de tweede graad. Bij de formulering van de eindtermen komen de volgende begrippen voor: tekstsoorten, tekstkenmerken taaltaken en verwerkingsniveaus. Aangezien dit leerplan de eindtermen als basis heeft, volgt hierna een kleine toelichting bij het gebruikte begrippenarsenaal. 1.3.1 Tekstsoorten Er zijn informatieve, prescriptieve, argumentatieve, narratieve en artistiek-literaire teksten. Het dominante kenmerk van de tekst bepaalt de tekstsoort. Informatieve teksten brengen informatie over (schema, tabel, krantenartikel, ). Prescriptieve teksten sturen rechtstreeks het handelen van de ontvanger (instructie, opschrift, gebruiksaanwijzing). Argumentatieve teksten bouwen een redenering in functie van een stellingname op (discussie, debat, betoog, ). Narratieve teksten geven feiten en gebeurtenissen weer (bv. reportage, interview, verhaal, feuilleton, ). En ten slotte: in artistiek-literaire teksten is de esthetische dimensie expliciet aanwezig (gedicht, chanson, kortverhaal, strip, ). Schematisch voorgesteld: Tekstsoort Omschrijving: teksten met hoofddoel Voorbeelden informatieve teksten het overbrengen van informatie schema, tabel, krantenartikel, nieuwsitem, mededeling, folder, verslag, formulier, brief, e-mail, documentaire, interview, gesprek, uiteenzetting (door de leerkracht), recensie prescriptieve teksten het rechtstreeks sturen van het handelen van de ontvanger instructie (ook m.b.t. klasgebeuren), opschrift, waarschuwing, gebruiksaanwijzing, handleiding, publieke aankondiging, reclameboodschap argumentatieve teksten het opbouwen van een redenering pamflet, betoog, essay, discussie, debat narratieve teksten artistiek-literaire teksten het verhalend weergeven van feiten en gebeurtenissen het expliciet voorkomen van een esthetische component reportage, scenario, relaas, interview, hoorspel, verhaal, film, feuilleton, reisverhaal gedicht, kortverhaal, roman, toneel, stripverhaal, chanson/song 3de graad TSO 7

1.3.2 Tekstkenmerken Tekstkenmerken, zoals de formulering en de structurering, bepalen mee de moeilijkheidsgraad van taaltaken. De verschillende graden van complexiteit worden als volgt benoemd: zeer eenvoudig, eenvoudig, niet al te complex, relatief complex en complex. Het volgende schema situeert de verschillende graden van complexiteit die de eindtermen hanteren, in het voornoemde continuüm. 2 zeer eenvoudig eenvoudig niet al te complex relatief complex complex Niet alleen de tekstsoort bepaalt de moeilijkheidsgraad van een concrete tekst, maar ook enkele intrinsieke kenmerken die o.a. recente documenten van de Raad van Europa en van ALTE (Association for Language Testing in Europe) ons aanreiken. 1 Formulering 2 Structurering 3 Lengte 4 Visuele ondersteuning 5 Vertrouwdheid met de inhoud 6 Abstractieniveau 7 Afwijking t.o.v. de standaardtaal 8 Spreektempo en articulatie Van eenvoudig eenvoudig kort veel veel concreet weinig laag en duidelijk Tot complex complex lang geen geen abstract veel hoog en minder duidelijk 1.3.3 Taaltaken en verwerkingsniveaus Verwerkingsniveau Taaltaken Luisteren/Lezen Spreken Schrijven Beschrijvend d.w.z. leerlingen geven de informatie onveranderd weer 1 globale onderwerp bepalen 2 hoofdgedachte achterhalen 3 spontane mening vormen 4 gedachtegang volgen 5 relevante info selecteren 1 informatie geven/vragen 2 navertellen 3 spontane mening geven 4 beschrijven 1 invullen 2 inhoud globaal weergeven 3 spontane mening geven 4 mededeling schrijven 5 beschrijven 6 tekststructuur en samenhang herkennen Structurerend 8 info op overzichtelijke en 5 samenvatten 6 samenvatten 2 Eindtermen gebruiken deze categorieën in een onvermijdelijke vaagheid. De vakgroep kan ze ijken voor de dagelijkse praktijk door te overleggen aan de hand van zeer concrete voorbeelden, vooral bij het toetsen. 8 3de graad TSO

d.w.z. leerlingen hebben een actieve inbreng in de manier waarop ze de informatie opnemen of presenteren Beoordelend d.w.z. leerlingen confronteren de informatie met een 2 de perspectief: vergelijken met andere bronnen of met eigen voorkennis persoonlijke wijze ordenen 6 verslag uitbrengen 7 uitleg geven 8 info beoordelen 8 argumenten formuleren 9 becommentariëren 10 gefundeerde standpunten naar voor brengen 7 verslag/brief schrijven 8 argumenten formuleren 9 gefundeerde standpunten naar voor brengen 1.4 Besluit Het is duidelijk dat niet één parameter, maar het samenspel van de drie bepalend is voor de moeilijkheidsgraad van taaltaken en teksten. Echt taalvaardigheidsonderwijs brengt leerlingen in contact met een gevarieerd aanbod aan teksten én met uitdagende taaltaken. Combinaties van moeilijkere tekstsoorten met eenvoudiger verwerkingsniveaus of omgekeerd kunnen best zinvol zijn. 2 Algemene doelstellingen De lessen Engels beogen op de eerste plaats communicatieve vaardigheid: de leerlingen taalkundige kennis en vaardigheden bijbrengen. In het TSO krijgt deze doelstelling, net zoals in de tweede graad, in de eerste plaats een pragmatische invulling, d.w.z. het onderwijs Engels is afgestemd op de praktische behoeften van de studierichting en van de leerlingen. De leerlingen kunnen zelfstandig functioneren in courante communicatiesituaties die relevant zijn voor hun omgeving, hun leefwereld en hun ontwikkelingsniveau. Dat impliceert: adequaat luisteren en lezen; actief deelnemen aan rechtstreekse en telefonische gesprekken; gesproken en geschreven mededelingen doen. Net zoals in de tweede graad zal de nadruk sterker liggen op receptieve vaardigheden. Maar waar er, via het complementair gedeelte, een derde uur Engels wordt aangeboden, komt dit ten goede aan de productieve vaardigheden en aan de richtingspecifieke invulling. Samen met de andere vakken van de studierichtingen draagt het vak Engels bij tot de algemene vorming. Door het omgaan met concepten en begrippen in de vreemde taal, wordt het analytisch en synthetisch denkvermogen van de leerlingen ontwikkeld, door het lezen van teksten wordt hun denken en voelen verrijkt en verruimd. Omwille van die vormende waarde mag de keuze van teksten niet aan het toeval worden overgelaten, maar toetsen we ze aan het christelijk opvoedingsproject van de katholieke secundaire school. Een voldoende beheersing van het Engels maakt ook wezenlijk deel uit van de verwachte praktische vorming in functie van studie, beroep. Omdat voor het latere beroepsleven een aantal attitudes ten opzichte van het werk zelf, de collega s, de directie, van fundamenteel belang zijn om optimaal te functioneren, zal de leraar Engels doorheen alle taalactiviteiten volgende facetten tot ontplooiing proberen te brengen: contactvaardigheid en zin voor samenwerking; nauwgezetheid en verantwoordelijkheidszin; zelfstandigheid; zelfcontrole; flexibiliteit; correcte en accurate uitvoering van een opdracht; 3de graad TSO 9

streven naar optimale kwaliteit; bereidheid tot permanente vorming. Talenkennis is vaak een belangrijk criterium bij aanwerving of promotie. De verwachte vaardigheden variëren naargelang van de functie, de instelling of het bedrijf: functionele teksten lezen, rechtstreekse gesprekken en telefoongesprekken voeren, eenvoudige zakelijke brieven of e-mails schrijven, enz. De cursus Engels mag dus niet theoretisch-grammaticaal zijn, maar moet door de leerlingen als concreet bruikbaar worden ervaren. Door het verwerven van leerstrategieën zullen de leerlingen in staat zijn om de communicatieve vaardigheden te ontplooien in het latere beroepsleven. We proberen bij de leerlingen dus een vorm van taalleervaardigheid te doen groeien. Het onderwijs van het Engels moet niet enkel Engels bijbrengen, maar ook inzicht verschaffen in de manier waarop we best Engels of een vreemde taal leren. Op die manier kunnen de leerlingen zelfstandig en efficiënt hun taalvaardigheid in het Engels verder ontwikkelen. Ook persoonlijke verrijking is essentieel: Engels lijkt ook in het leven van elke dag onmisbaar te zijn geworden: computerspelletjes, gebruiksaanwijzingen ook van eenvoudige toestellen, de media bewijzen dit telkens opnieuw. Leerlingen hebben ook persoonlijke verwachtingen t.a.v. het vak Engels. Zij willen in contact treden met Engelstaligen, iets kopen, inlichtingen vragen, een vakantie bespreken, enz. Een vreemde taal biedt tevens een kans tot een bredere interculturele en culturele ontplooiing. Het onderwijs van het Engels vergroot ook de interculturele competentie want het verschaft toegang tot de cultuur van zovele landen waar Engels wordt gesproken, en tot groepen en individuen over de hele wereld die Engels hebben leren gebruiken als lingua franca. Daardoor krijgen de leerlingen meer voeling met en inzicht in de taal en de cultuur van de landen waar de doeltaal wordt gesproken. Ook versoepelt hun houding tegenover andere culturen. Uitwisselingsprojecten creëren extra mogelijkheden op dit gebied. 3 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogischdidactische wenken De doelstellingen werden geformuleerd binnen het kader van de wettelijk vastgelegde vakgebonden eindtermen en zijn bindend. Net zoals in de tweede graad is dit leerplan open. Dit houdt in dat leraren binnen het kader van de eindtermen en leerplandoelstellingen vrij kunnen kiezen met welke leerinhouden of taalsituaties zij de leerplandoelstellingen verwezenlijken. De concrete invulling is dus een zaak van de leraar en de vakgroep. De pedagogisch-didactische wenken kan je lezen als goede raad, aanbevelingen en bron voor inspiratie en vernieuwing. De doelstellingen voor de derde graad zijn niet allemaal nieuw. Ze hernemen ook doelstellingen van de tweede graad en bouwen ze verder uit. Het verschil met de tweede graad uit zich onder meer in een toenemende moeilijkheidsgraad. Bij de leerplandoelstellingen voor de vier communicatievaardigheden geeft dit leerplan dat verschil telkens vetjes en schuin aan. Tussen haakjes verwijzen we in cursief naar de eindtermen. Achteraan in het leerplan vind je een opsomming van alle eindtermen Moderne Vreemde Talen derde graad KSO/TSO. 3.1 De communicatieve vaardigheden Er zijn vier vaardigheidsvelden: lezen, luisteren, spreken (zowel gespreksvaardigheid als spreekvaardigheid) en schrijven. 3.1.1 Luisteren 3.1.1.1 Leerplandoelstellingen LU1 De leerlingen kunnen 10 3de graad TSO

niet al te complexe 3 instructies en opdrachten uitvoeren; niet al te complexe publieke aankondigingen en waarschuwingen begrijpen; bij het beluisteren van door beeldmateriaal ondersteunde teksten: het globale onderwerp bepalen (skimming); met een gerichte luisteropdracht relevante informatie selecteren (scanning); de hoofdgedachte achterhalen de gedachtegang volgen; een persoonlijke mening vormen (ET 1, 2, 3) 4. Het betreft niet al te complexe informatieve (bv.. nieuwsitem), prescriptieve (bv. handleiding), narratieve teksten (bv. een relaas van een ongeval). Voor eenvoudig artistiek-literaire teksten (bv. een liedje) moeten de leerlingen het globaal onderwerp kunnen bepalen en een spontane mening/appreciatie kunnen vormen. (U) Bij uitbreiding betreft dit een beluisteren van niet door beelden ondersteunde teksten, of wel van door beeldmateriaal ondersteunde, maar relatief complexe informatieve (bv. Newsround in het jeugdjournaal van de BBC), prescriptieve (bv. handleiding, recept), narratieve teksten (bv. een reportage) en niet al te complexe argumentatieve teksten (bv.. fragmenten uit een advocatensoap). (U) De uitbreiding kan ook een hoger verwerkingsniveau betreffen, m.n.: informatie op overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen en de info beoordelen; de belangrijke informatie noteren; hoofd- en bijzaken onderscheiden op basis van structurerende uitspraken, signaalwoorden, intonatie, debiet. Naar analogie met het leerplan Engels TSO - Handel (D/2002/0279/006) en het leerplan Engels TSO - Handeltalen (D/2002/0279/007) van de tweede graad kunnen we de taaltaken hierbij schematisch als volgt voorstellen: Tekstsoort Graad van complexiteit Taaltaken Informatieve teksten door beeldmateriaal ondersteund Niet al te complex (U) relatief complex 1 Het globale onderwerp bepalen 2 De hoofdgedachte achterhalen 3 Een spontane mening vormen 4 De gedachtegang volgen 5 Relevante informatie selecteren Prescriptieve teksten door beeldmateriaal ondersteund Narratieve teksten Niet al te complex (U) relatief complex Niet al te complex (U) Relatief complex Niet al te complex (U) Relatief complex Alleen 1 en 5 1, 2, 3, 4, 5 (=de 5 samen) 1, 2, 3, 4, 5 (=de 5 samen) 3 4 Wat schuin en vetjes gedrukt staat is nieuw in vergelijking met de tweede graad. Tussen de haakjes verwijzen we naar de eindtermen. Achteraan in het leerplan vind je een opsomming van alle leerlingen eindtermen Moderne Vreemde Talen derde graad KSO/TSO. 3de graad TSO 11

Argumentatieve teksten (U) Eenvoudig 1, 2, 3, 4, 5 (=de 5 samen) Artistiek-literaire teksten Eenvoudig (U) Niet al te complex 1, 2, 3, 4 (=de 4 samen) LU2 LU3 De leerlingen kunnen de gesprekspartner voldoende begrijpen om deel te nemen aan een niet al te complex rechtstreeks gesprek en een eenvoudig telefoongesprek (ET 4). De leerlingen kunnen de functionele kennis gebruiken en uitbreiden en reflecteren over de eigenheid van de spreektaal (ET 5,7). De kennis heeft betrekking op de vorm, de betekenis en de reële gebruikscontext van woorden en grammaticale constructies; de uitspraak, het spreekritme en de intonatiepatronen; de socio-culturele verscheidenheid binnen de Engelstalige wereld. Nadenken over de eigenheid van de spreektaal betekent dat leerlingen bv. vertrouwd zijn met de elementaire omgangsvormen; het onderscheid tussen verschillende tekstsoorten en luistersituaties; de opbouw van een gesprek en van een gesproken tekst (openingsrituelen, onvolledige zinnen, hernemen van de woorden van de andere, aarzelingen, herhalingen, redundantie); het taalgebruik van de spreker (formeel, informeel, vertrouwelijk) in duidelijke situaties; socio-culturele aspecten van de Engelstalige wereld; intonatiepatronen; non-verbaal gedrag. Het betekent ook dat zij conclusies kunnen trekken i.v.m. de bedoelingen en de emoties van de auteur van de tekst (zanger, verteller). LU4 De leerlingen kunnen: leerstrategieën toepassen die het bereiken van het luisterdoel bevorderen (ET6). Dit betekent dat ze bv.: relevante voorkennis in verband met de inhoud inzetten en uitbreiden; het luisterdoel bepalen en hun luistergedrag erop afstemmen; gebruikmaken van beeldmateriaal, context en redundantie; de tekstsoort herkennen; hypothesen en luisterverwachtingen vormen; zich niet laten leiden door het feit dat ze in een klankstroom niet alles kunnen begrijpen; de belangrijke informatie noteren; hoofd- en bijzaken onderscheiden op basis van signaalwoorden, intonatie, debiet, communicatiestrategieën aanwenden (ET 8). Dit betekent dat ze bv.: zeggen dat ze iets niet begrijpen en vragen wat iets betekent; vragen om iets te spellen of iets op te schrijven; 12 3de graad TSO

vragen naar een omschrijving; verzoeken om langzamer te spreken, iets te herhalen, iets aan te wijzen, iets in andere woorden te zeggen; zelf iets herhalen om na te gaan of ze de ander goed begrepen hebben; gebruikmaken van context, beeldmateriaal en redundantie. LU5 De leerlingen zijn bereid: belangstelling op te brengen voor wat de spreker zegt; grondig en onbevooroordeeld te luisteren; luisterconventies te respecteren; zich in te leven in de socio-culturele en emotionele wereld van de spreker; zich open te stellen voor esthetische beleving (ET 9*). 3.1.1.2 Leerinhouden De aangeboden teksten hebben te maken met courante situaties uit het dagelijkse leven, met mogelijke werksituaties of situaties in het verlengde van de studierichting en af en toe met onderwerpen van meer algemene aard. De luisterteksten moeten zo authentiek mogelijk zijn. Dit betekent dat ze in de realiteit uitgesproken (zouden kunnen) zijn. Wat we met een tekst doen, hangt af van de specifieke doelstellingen die we als leerkracht voor ogen hebben. Soms dienen teksten om bv. vooral strategische vaardigheden te trainen, soms verdiepen ze een bepaald thema. In het beste geval gaat het om een combinatie van beide. Teksten op zich zijn dus niet noodzakelijk in te studeren, d.w.z. ze vormen dus niet noodzakelijk leerinhouden. Toch bieden ze in bepaalde gevallen interessante inhouden aan, die de leerlingen in andere spreek- en andere vaardigheidsoefeningen verder verwerken. Luisteroefeningen hebben trouwens slechts een leereffect als we ze veelvuldig aanbieden. Onder meer daarom is het ook goed dat de leraar zoveel mogelijk Engels spreekt in de les. De moedertaal is enkel aangewezen als de doeltreffendheid van een opdracht of van de communicatie dat vereist. 3.1.1.2.1 Tekstsoorten Luistervaardigheid speelt natuurlijk een fundamentele rol bij het voeren van gesprekken. Daarnaast maken we een oordeelkundige keuze uit verschillende tekstsoorten en uiteenlopende onderwerpen, zodat voldoende variatie gewaarborgd is. Het is belangrijk dat we geen teksten gebruiken die bedoeld zijn om te lezen (krantenartikels). 3de graad TSO 13

De lijst is niet exhaustief, maar oriënterend. Informatieve teksten weerberichten nieuwsitems toeristische info productinformatie verslagen documentaires interviews gesprekken uiteenzettingen (eventueel door de leraar) presentaties (van films, cd s...) mededelingen Prescriptieve teksten instructies (bv. videoversie bij het hanteren van apparatuur) waarschuwingen (bv. in kantoor) publieke aankondigingen reclameboodschappen gevaarmeldingen Argumentatieve teksten een betoog discussies debatten Narratieve teksten reportages (over bijzondere gebeurtenissen, reizen, sport...) een relaas interviews verhalen verkoopsgesprekken... films feuilletons... Artistiek-literaire teksten audioverhalen, luisterspelen toneel- en filmfragmenten liedjes, gedichten 3.1.1.2.2 Criteria voor de tekstkeuze Naast interessante onderwerpen van algemene aard, zal de leraar bij de keuze van de tekstinhoud vooral zoeken naar boeiende teksten die aansluiten bij de belevingswereld en de interessesfeer van de leerlingen en deze tegelijk verruimen. Een aantal van de luisterteksten liggen in het verlengde van de studierichting of het latere beroep. Tekst gebruiken we hier in de meest brede zin van het woord. We bedoelen niet enkel een tekstdocument dat we via cassette of cd beluisteren, maar ook een videodocument, of een fragment op cd-rom of op het internet. Van de lijst met mogelijke tekstsoorten (zie hoger) verdienen een aantal tekstsoorten bijzondere aandacht in de derde graad, precies omdat ze deze doelstellingen meer dan andere tekstsoorten realiseren. Specifiek voor de studierichtingen geven we een aantal inspirerende voorbeelden. Veel zal uiteraard afhangen van het aanbod van het ogenblik in de media en in de leerboeken. 14 3de graad TSO

Boekhouden-informatica Programma s i.v.m. business (bv. Working Lunch en Lunch Lessons (BBC2 en online), i.v.m. aspecten voor het runnen en opstarten van een bedrijf). Handel Programma s over de Europese Gemeenschap, uitzendingen over soorten bedrijven (sole traders, limited companies, unlimited companies), consumentenprogramma s (bv. Watchdog, BBC1), programma s i.v.m. business (bv. Working Lunch en Lunch Lessons (BBC2 en online), i.v.m. aspecten voor het runnen en opstarten van een bedrijf), ethical business, globalists and antiglobalists. Informaticabeheer Programma s i.v.m. recente ontwikkelingen op het terrein, nieuwe technologieën in bedrijven, computer help-line. Door hun eigen gesproken karakter verschillen luisterteksten nogal van geschreven teksten, die doorgaans met meer zorg werden gestructureerd en geformuleerd. Gesproken taal is spontaan, vertoont aarzelingen en een flink stuk redundantie waardoor de verstaanbaarheid al eens in het gedrang komt. Daarom is het belangrijk naast de variatie in tekstsoort en de behandelde onderwerpen ook voldoende variatie in te bouwen in formeel en informeel taalgebruik. Het taalgebruik in een nieuwsbericht of een lezing zal immers verschillen van het spontane taalgebruik in een gesprek tussen twee jongeren. De verstaanbaarheid van luisterteksten heeft ook te maken met afwijkingen t.o.v. de standaardtaal: hoe groter die afwijking, hoe meer problemen leerlingen hebben om een tekst te begrijpen. Vooreerst moeten de leerlingen vlot met de verschillende standaardvarianten van het wereldwijd verspreide Engels als moedertaal (Brits, Amerikaans, Canadees, Australisch, enz.) leren omgaan. Ze moeten kennis maken (luisterervaring opdoen) met Engels als lingua franca, gesproken door non-native speakers met een gevorderde taalbeheersing. Het Queen s English, is geen norm meer. RP (received pronunciation) is niet langer het ene prestige accent dat geassocieerd werd met een sociale eliteklasse. We kunnen het het best omschrijven als een educated accent, though accents would be more precise, for there are several varieties. 5 RP in zijn pure vorm, is nog het standaard accent van de koninklijke familie, het Parlement, de Church of England en van nationale instellingen, maar minder dan 3% van de Engelssprekenden gebruikt het. De meeste sprekers hebben een accent dat een mengeling is van RP en meer regionale kenmerken: modified RP, wordt het wel eens genoemd. Het Estuary 6 English van de jaren 1990 is daar een voorbeeld van. Het meest voorkomende, meest richtinggevende accent is dat van de BBC, maar er zijn ook meer conservatieve en meer trendy variëteiten. Het is voor ons hoe dan ook belangrijk dat de leerlingen zich van deze verscheidenheid bewust zijn en leren omgaan met verschillende accenten van native speakers. Toch mag voor de leerlingen het mogelijk regionaal accent van een spreker het begrijpen van de boodschap niet in de weg staan. Uiteraard bepaalt ook het spreektempo de moeilijkheidsgraad van luisterteksten. De teksten voor de derde graad hebben een natuurlijk spreektempo. Storende bijgeluiden verminderen natuurlijk de verstaanbaarheid. Omdat de teksten in een derde graad zoveel mogelijk authentiek zijn, d.w.z. zoveel mogelijk levensecht naar inhoud en formulering, kunnen en mogen we dergelijke bijgeluiden niet systematisch vermijden. We streven naar een gezond evenwicht tussen authentiek en semi-authentiek luistermateriaal. 5 CRYSTAL, D., The Cambridge Encyclopedia of the English Language, CUP, 1995, p. 365. 6 estuary = monding van de Thames 3de graad TSO 15