Van Wens naar Indicatie?!



Vergelijkbare documenten
Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden.

De Invloed van Familie op

Growing old is becoming lonely? Jana D hoedt

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M.

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Laboratory report. Independent testing of material surfaces. Analysis of leaching substances in treated wood samples conform guide line EU 10/2011

Group work to study a new subject.

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Travel Survey Questionnaires

Empowerment project. Driejarig project van Rotaryclub Rhenen-Veenendaal

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

Four-card problem. Input

Mentaal Weerbaar Blauw

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Sectie Infectieziekten

Value based healthcare door een quality improvement bril

Invloed van Angstkenmerken op het Dagelijks Functioneren van Gezonde Ouderen

Academisch schrijven Inleiding

LinkedIn Profiles and personality

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

B1 Woordkennis: Spelling

Screen Design. Deliverable 3 - Visual Design. Pepijn Gieles Docent: Jasper Schelling

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

Guidelines for setting up a stimul lab

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

en een Licht Verstandelijke Beperking Linda M. van Mourik

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Nieuwsbrief NRGD. Editie 11 Newsletter NRGD. Edition 11. pagina 1 van 5.

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Digital municipal services for entrepreneurs

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

University of Groningen

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

Psychologische Predictoren van Peri-Partum-Pelvic-Pain:

De Reactie van Verzorgenden in het Verpleeghuis op Seksueel Ontremd Gedrag: Is Deze Anders voor Demente dan voor Somatische Bewoners?

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

OUTDOOR HD BULLET IP CAMERA PRODUCT MANUAL

Disclosure belofte. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Doel van de patient staat centraal

2010 Integrated reporting

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

The Kentalis Reading House

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

Transcriptie:

Van Wens naar Indicatie?! Projectverslag over de Wmo-indicering van woonvoorzieningen én de behoefte aan hulpmiddelen en/of woningaanpassingen van cliënten met dementie in de thuissituatie en hun mantelzorger(s) Afstudeerproject HBO-V Differentiatie MGZ Gemaakt door:. O. (Odette) Boegschoten. M.C. (Moniek) van Kuilenburg. S.M. (Sophie) van Lint Hogeschool Utrecht. februari t/m juni 2008. Projectbegeleider:. Jacqueline Dijkstra, docent Hogeschool Utrecht Opdrachtgever en begeleider:. Joost van Hoof, Lectoraat Vraaggestuurde Zorg, Hogeschool Utrecht

Voorwoord Ons afstudeerproject over wonen en dementie, als afronding van de opleiding HBO-V, heeft ons aan het denken gezet over mogelijke woonvoorzieningen voor thuiswonende cliënten met dementie. Tijdens het werken aan dit project hebben we geleerd om breder te kijken naar de (thuis)situatie van een cliënt (met dementie), door middel van het observeren of navragen van mogelijke problemen en hoe deze opgelost of verminderd zouden kunnen worden, met behulp van bijvoorbeeld hulpmiddelen en/of woningaanpassingen. Hierdoor ontstaat een beter zicht op de mogelijkheden en wensen van een cliënt op lichamelijk en sociaal gebied. Verder hebben wij een beter beeld gekregen van de indicatieprocedure voor woonvoorzieningen binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het is ons duidelijk met welke instanties of personen zij kunnen samenwerken. Deze kennis kan van pas komen binnen het werk in de thuiszorg, om cliënten van adviezen te kunnen voorzien. Echter, wij hebben nog (steeds) geen goed beeld van welke woonvoorzieningen precies kunnen worden aangeboden vanuit de Wmo. Dit projectverslag is bestemd voor iedereen die geïnteresseerd is in de indicatieprocedure van woonvoorzieningen, specifiek in relatie tot thuiswonende cliënten met dementie. Er komt zowel kennis vanuit de literatuur aan bod, als de kennis van experts en ervaringsdeskundigen uit de praktijk. Dit zijn respectievelijk de geïnterviewde Wmo-consulenten en de geïnterviewde cliënten met dementie, in het bijzijn van hun mantelzorger(s). Wij willen graag de volgende personen bedanken. Zij hebben allen een (directe of indirecte) bijdrage geleverd aan ons afstudeerproject. Jacqueline Dijkstra, projectbegeleider Hogeschool Utrecht. Zij heeft ons tijdens dit project voornamelijk achter de schermen gevolgd en een positieve begeleidende rol vervuld. Joost van Hoof, opdrachtgever en begeleider vanuit het Lectoraat Vraaggestuurde Zorg. Wij hebben veel geleerd van zijn achtergrond als bouwkundige en van zijn kennis en ervaring met dementerende cliënten. Hij heeft ons regelmatig voorzien van inhoudelijke feedback. Esther van de Venn, Simone Chandler, Meta Bernart en Hans Schut, de geïnterviewde Wmoconsulenten van de gemeenten Geldermalsen, Hilversum, Tiel/Neerijnen en Utrecht. De geïnterviewde cliënten met dementie en hun mantelzorger(s).

Esma Dayib Ibrahim heeft in het beginstadium van dit project een bijdrage geleverd aan de literatuurstudie en de projectopzet. Ze heeft voortijdig de projectgroep verlaten, zonder de projectgroep hiervan op de hoogte te stellen. Tot slot willen wij ook alle overige, niet genoemde, personen bedanken die een bijdrage hebben geleverd in de vorm van steun en aanmoediging tijdens het werken aan dit project. Odette Boegschoten, Moniek van Kuilenburg, Sophie van Lint Utrecht, juni 2008

Samenvatting In 2007 woonden er in Nederland ruim 250.000 mensen met dementie. Hiervan woonde ongeveer tweederde nog zelfstandig thuis. Naar schatting neemt het aantal cliënten met dementie tussen 2005 en 2025 met 46% toe. Het aanbod vanuit de zorginstellingen is echter niet toereikend. Het is daarom belangrijk na te gaan op welke manieren mensen met dementie zo lang mogelijk verantwoord thuis kunnen blijven wonen. In dit projectverslag komt de volgende vraagstelling aan de orde: Welke woonvoorzieningen worden toegepast om de zelfredzaamheid van cliënten met dementie in de thuissituatie te bevorderen en om mantelzorgers te ondersteunen, door wie en hoe worden deze woonvoorzieningen toegewezen/verstrekt, op welke termijn zijn ze gerealiseerd en hoe goed sluiten ze aan bij de wensen/behoeften van cliënten met dementie en mantelzorgers? Om inzicht te verkrijgen in het syndroom dementie en verschillende classificatiemodellen, is gekozen voor een literatuurstudie. Er worden twee vormen van dementie beschreven: vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de verschillende symptomen. De classificatiemodellen die worden toegelicht zijn het verantwoordezorgmodel en de International Classification of Functioning, Disability and Health. Na de literatuurstudie volgt een analyse van het Wmo-beleid van vier verschillende gemeenten, met betrekking tot het indiceren van woonvoorzieningen. De hiervoor afgenomen interviews tonen aan dat er bij de geïnterviewde gemeenten geen indicatieprocedure is voor cliënten met dementie. Ook hebben deze gemeenten geen duidelijk overzicht van woonvoorzieningen die zij kunnen aanbieden. Een tweede analyse richt zich op hulpmiddelen en/of woningaanpassingen voor cliënten met dementie en hun mantelzorger(s) en hun wensen/behoeften hiervoor. Er zijn vijf cliënten met dementie geïnterviewd in het bijzijn van hun mantelzorger(s). De belangrijkste conclusies zijn dat cliënten met dementie weinig hulpmiddelen/woningaanpassingen hebben, dat deze onderling erg verschillen, veelal zijn aangeschaft op advies van de thuiszorg en dat de hulpmiddelen/woningaanpassingen die ze hebben niet specifiek zijn voor een cliënt met dementie. Daarnaast kunnen deze hulpmiddelen/woningaanpassingen ook van toepassing zijn voor een oudere cliënt zonder dementie.

Het projectverslag bevat tevens een uitwerking van het indicatieformat voor woonvoorzieningen van het Centrum Indicatiestelling Zorg in Gouda. De conclusie is dat het CIZ met de ICF werkt en op basis daarvan woonvoorzieningen indiceert. De toename van het aantal personen met dementie vraagt om een betere inventarisatie van belemmeringen en wensen. Tevens dient het aanbod van woonvoorzieningen verduidelijkt te worden. Hierdoor kan de doelgroep beter bereikt worden en zullen mensen met dementie langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Summary In 2007, there were over 250.000 older adults with dementia in the Netherlands. Two thirds of these adults lived independently at home. There is an increasing number of people with dementia, and the healthcare institutions face great problems in terms of care capacity. It is important to explore the possibilities for older adults with dementia to live on their own home, in safety, for as long as possible. This project deals with the following research question: What kind of home-adjustments can be applied to support and enhance, independent living of older adults with dementia and support family and informal carers, by whom and how are these homeadjustments allotted and provided, on what term are they realised and how well do they connect with the wishes and needs of the people with dementia and their carers? To provide insight in the clinical picture of dementia and two healthcare classification models the project members carried out a literature study. Two forms of dementia are described: Alzheimer s disease and vascular dementia. There is special attention for the signs and symptoms of dementia. The classification models described are the Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) and the model of verantwoorde zorg, a Dutch concept that can be translated as responsible care model. An analysis of the Dutch national and municipal policies pertaining to home-adjustments (Wmo) about home-adjustments was made of four different municipalities in the Netherlands via a questionnaire survey. In the Netherlands, there seems to be no special health assessment procedure regarding home-adjustments for adults with dementia. Also, there is no clear résumé of the home-adjustments available to care clients and their relatives and carers. A second analysis was made of home modifications and aids for older adults with dementia and their informal carers, and the specific wishes and needs of the two groups. Questionnaires were held among five older subjects with dementia in presence of an informal carer. Older people with dementia were found to have little home modifications and aids, and that the adjustments and technology available differs per household. The home modifications and aids are procured on advice of the home

care professional. There is no specific attention for adults with dementia, and solutions seem to be useful to adults without dementia too. Also, the project contains an analysis of the indication format for home modifications of the regional health care assessment centre (CIZ) in Gouda. The conclusion is that the work of CIZ is based on the ICF, also when allotting home modifications. The number of people with dementia in the Netherlands has been increasing rapidly over the last few years and this growth will continue in the future. This asks for a better inventory of problems and wishes of people with dementia. It is also important to provide a clear résumé of the homeadjustments available. This way the target group can be served better, which in turn should lead to people with dementia being able to remain living at home longer, independently, and in a safe way.