mei Psychiatrische Gezinsverpleging Memorandum Kwaliteitsvolle, betaalbare geestelijke gezondheidszorg in het hart van de maatschappij



Vergelijkbare documenten
DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

11/12/2018 HOE DE ORGANISATIE VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG VOOR OUDEREN VERBETEREN? Vraag van de FOD Volksgezondheid. onderzoekvragen en methode

Psychiatrische pleegzorg

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Handboek innovatieve praktijken

Netwerk Geestelijke Gezondheid ADS. Situering Netwerkdag 25 januari 2019 Vanessa De Roo Netwerkcoördinator Netwerk GG ADS

Project Tabaco. (Filippijnen)

De Sociale plattegrond

Bijlage 11: Stellingen voor focusgroepen activering. Thema s voor de focusgroepen activering

De Sociale plattegrond

ADVIES BETREFFENDE DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE PSYCHIATRISCHE ZORG IN DE THUISSITUATIE IN DE SECTOR VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Vzw De Lork Vzw Beschut Wonen De Lariks. Lieve Dekempeneer STUDIEDAG GIBBIS

Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijk gezondheidsaanbod

OVERGANG ONLINE NAAR AMBULANT

Financiering psychologische zorg in de 1 ste lijn. Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block

29/04/2019 MINDER VERSNIPPERING MEER ZORG CHRONISCHE ZORG EN DE VERHOUDING TUSSEN DE ACTOREN

tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment

Pleegzorg West-Vlaanderen vzw

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

PSYCHIATRISCHE THUISVERPLEGING DEEL 1

Doelgroepenbeleid Zorgvilla Huize Dahme

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Club 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO

MEER WAARDE IN DE ZORG

Studentenbrochure Mobiel Crisisteam Noolim

NETWERK GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG REGIO IEPER - DIKSMUIDE

FREDERIK DECLERCQ ARBEIDSCOACH MIRABELLO

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

V.A.N.-TOP MINISTER JO VANDEURZEN 21 NOVEMBER 2015

POZAH PSYCHIATRISCHE ONDERSTEUNING EN ZORGTRAJECT VOOR ASIELZOEKERS AAN HUIS

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Verzoekschrift over de pleegzorg van kinderen met een handicap

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

NAAR EEN VLAAMS REVALIDATIEBELEID Dr. Dirk Dewolf - administrateur-generaal Zorg en Gezondheid

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

Infomoment. Advies & Coaching GG ADS

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

WS 3 & 10. Studiedag FAM Vlaams welzijnsverbond 23/1/2015

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015

Mobiele teams in Zuid-West- Vlaanderen stand van zaken

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

PSYCHOSOCIALE REVALIDATIE

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Opvang van ouderen met een psychiatrische problematiek binnen de WZC.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bru-Stars Brussels netwerk geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren. Réseau bruxellois en santé mentale pour enfants et adolescents

sector personen met een handicap

Uithuisplaatsing jonge kinderen in Vlaanderen

Aanbod suïcidepreventiewerking voor scholen vanuit Cgg Largo

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

Beleidsvisie Sociaal Werk

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

preventie, promotie ggz, vroegdetectie, screening en diagnosestelling (Functie 1)

Helft zorgverzekerden komt niet rond

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen

OP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019

Gerontopsychiatrie. het gevoel van samen. Gespecialiseerde verzorgingshuiszorg. Locatie Eerdbrand Afdeling Branding & Tij

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Strategisch plan Netwerk GGZ Kempen

Verslag VLEGG Oost netwerkdag 30 mei Presentatie David Dol

Geïntegreerde zorg voor

De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie

Nieuwe gids GGB K&J 1

Netwerkdag chronische zorg en zorgregio s Domus Medica 21 maart Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot

VOORSTEL VAN DECREET VAN MEVROUW SONJA BECQ EN MEVROUW VEERLE HEEREN C.S HOUDENDE REGELING VAN DE THUISOPVANG VAN ZIEKE KINDEREN

Outreach autisme ondersteuning van inclusie van personen met autisme

Jaarverslag PVT St.-Jozef Campus Tongeren en Munsterbilzen. Externe Ombudsfunctie Ingrid Meuwis

Intergenerationeel wonen

ROL VAN DE HUISARTS IN HET VERANDER(EN)DE GGZ LANDSCHAP

Infobrochure. Het Psychiatrische Aanbod in het Algemeen Ziekenhuis

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

DRAAIBOEK GESPREKSDRIEHOEK

Zorgpact Teylingen

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

De effectieve samenwerking tussen de gespecialiseerde crisisopvang voor middelenmisbruik en de mobiele crisisteams

ERGOTHERAPIE BIJ ROUW EN PALLIATIEVE ZORG

MDO in perspectief. Herentals, 22 november 2018

Opendeur bij SSeGA. opendeur bij SSeGA

Huis Sofia 22 november 2011

3 de integratie krijgt vorm zowel via de zorgcircuits alsook door de netwerking;

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven

De verantwoordelijkheden van de thuisverpleegkundige in evolutie

Het klassieke antwoord

AP6 Delen om samen te werken

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Sonja Pauwels Psychiatrisch verpleegkundige Team psychisch zorgverlenen Witgele Kruis Oost-Vlaanderen

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Jo Vandeurzen. Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Verslag aan de Provincieraad

Eerstelijnsgezondheidsconferentie

Transcriptie:

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Dokter Sanodreef 4 B-2440 Geel tel +32-(0)14-57 91 11 fax +32-(0)14-58 04 48 info@opzgeel.be www.opzgeel.be mei 2014 Psychiatrische Gezinsverpleging Memorandum Kwaliteitsvolle, betaalbare geestelijke gezondheidszorg in het hart van de maatschappij

Naar een aangepast wettelijk en financieel kader voor de Psychiatrische Gezinsverpleging, aansluitend bij de vernieuwde organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Heden worden in België grootscheepse veranderingen in de GGZ 1 geïmplementeerd. Sleutelwoord hierbij is vermaatschappelijking van zorg, waarbij een kader voorzien wordt om ambulante zorg daar waar mogelijk te prefereren boven residentiële zorg. Psychiatrische Gezinsverpleging is een systeem waarin 3 polen van belang zijn: - de cliënt, die nood heeft aan een aangepaste zorgvorm o.w.v. een psychiatrische problematiek; - het pleeggezin dat deze cliënt huisvest en samen met hem/haar het gezinsleven deelt; - het professioneel team dat een behandeling biedt aan de cliënt en tevens het pleeggezin begeleidt / coacht. Hoewel zodoende de zorg voor psychisch erg kwetsbare mensen in de Psychiatrische Gezinsverpleging opgenomen wordt in en door de maatschappij, neemt binnen de huidige GGZ-vernieuwingen de Gezinsverpleging toch een geïsoleerde plaats in. Niet alleen voor wat betreft de locatie (Gezinsverpleging bestaat slechts in 2 beperkte regio s: in het Geelse in de provincie Antwerpen en in de regio rond Lierneux in de provincie Luik), maar ook voor wat betreft regeling en organisatie. Meer zelfs; al jaren heeft de Psychiatrische Gezinsverpleging te kampen met een ontoereikende financiering, die, in vergelijking met gelijkaardige zorgvormen, ver beneden de financiering van deze zorgvormen is en waardoor de situatie op dit moment zonder overdrijven precair kan genoemd worden. Ter illustratie: - Het forfait per ligdag in de Psychiatrische Gezinsverpleging bedraagt heden 47,00. Dit forfait komt zowel vanuit inkomsten van RIZIV-middelen als vanuit de persoonlijke bijdrage van de cliënt. Hiermee moeten alle kosten voor de begeleiding en behandeling van de cliënt betaald worden, alsook alle medische kosten, alle extra ondersteunende voorzieningen zoals dagactiviteitencentra en de onkostenvergoeding aan het pleeggezin. - De totale kost (gemeenschap + cliënt) 2 van: een bed in psychiatrisch ziekenhuis (A of T) bedraagt.. 280 een Sp bed chronisch.280 een bed in een RVT...110 een bed in een PVT.. 125 een plaats in Beschut Wonen...90 een plaats in een nursingtehuis gehandicaptenzorg... 180 1 Afkortingen en verklarende woordenlijst in bijlage 1 p.25. 2 Cijfers gerelateerd aan ligdagprijs BFM 1

Ondanks de creativiteit die het aan de dag gelegd heeft met voortdurende aandacht voor onder meer efficiëntiewinst en de talrijke genomen initiatieven om het tij te doen keren, mag het duidelijk zijn dat het wettelijk bepaalde forfait voor de Psychiatrische Gezinsverpleging van 47 absoluut niet meer in verhouding staat tot de aangeboden zorg. Psychiatrische Gezinsverpleging, weliswaar op een sterke traditie gebouwd, is vandaag een modern uitgebouwd concept dat een bijzondere meerwaarde kan betekenen in de actuele vormen binnen het GGZ-aanbod, aansluitend bij de principes van vermaatschappelijking van zorg en deze van stepped care. Het heeft de laatste jaren de werking en organisatie van de Gezinsverpleging geactualiseerd en uitgebreid met nieuwe doelgroepen. Hiertoe werd een wetenschappelijk onderbouwde methodiek geïntroduceerd en er werd sterk geïnvesteerd in het uitbouwen van een nieuwe visie: de herstelgedachte, die algemeen aangenomen wordt binnen de GGZ. Als partner van Netwerk GGZ Kempen heeft het OPZ Geel inmiddels reeds 2 jaar ervaring met de uitvoering van het psy 107 verhaal. Vanuit deze expertises, maakt het zich sterk dat de Psychiatrische Gezinsverpleging een maatschappelijk relevante en economisch verantwoorde zorgvorm kan zijn voor mensen met een psychiatrische problematiek, ook voor andere doelgroepen. Maar voor deze verbreding en verbetering en om een zekere flexibilisering binnen het systeem toe te laten, is het huidig wettelijk kader dat de Psychiatrische Gezinsverpleging bepaalt (nl. het K.B. van 10 april 1991), een te strak keurslijf, waardoor inventiviteit en uitbreiding naar andere werkvormen vaak niet mogelijk blijken. Dit huidig wettelijk kader laat ook moeilijk alternatieve vormen toe. Daarom wil dit rapport een pleidooi zijn om de Psychiatrische Gezinsverpleging in de toekomst een stevige verankering binnen de GGZ te bezorgen. Een uitgebreide verantwoording daartoe en suggesties werden hierin opgenomen. Alle achtergrondinformatie, die ook de evolutie van het proces ter vernieuwing verduidelijkt, is eveneens terug te vinden in dit rapport. Vanuit de stellige overtuiging dat een sterk merk een absolute meerwaarde kan betekenen in het GGZ landschap, durft het te hopen dat in het volgende regeerakkoord deze tekst mee opgenomen wordt: De wettelijke bepaling i.v.m. de organisatie van de Psychiatrische Gezinsverpleging wordt geactualiseerd, inpassend in het totale GGZ-beleid, zodat deze flexibel toegankelijk is voor mensen met een psychiatrische problematiek en naast de andere bestaande GGZ zorgvormen een volwaardige, kwalitatieve plaats kan innemen als specifieke en gespecialiseerde vorm vanuit het stepped-care principe. Hiertoe wordt een aanpassing van het financiële kader voorzien, die in proportie staat tot de aangeboden zorg. 2

Inleiding..4 1. Sterktes van de Gezinsverpleging..........6 2. Overzicht van initiatieven die door het reeds genomen werden om het systeem te actualiseren.. 9 2.1.Naar een verregaande vernieuwing van de werking via een reorganisatie Gezinsverpleging in 2011......9 2.2.Verdere verfijning en bijsturingen in de werking in de loop 2012 2014.....10 2.3.Project kinderen/jongeren met dubbelproblematiek in zorggezinnen. 2009..11 2.4.Kennisdeling van de expertise met Psychiatrische Gezinsverpleging.. 11 2.5.Uitwisseling met Pleegzorg Vlaanderen...... 12 2.6.Verschillende rapporten samen gesteld en overlegd met overheidsinstanties 12 3. Naar een Gezinsverpleging in een nieuw kader; consolidatie voor de komende jaren..13 3.1.Realistische mogelijkheden tot inhoudelijke verbreding en innovatie 13 3.1.1.Aansluiting Psychiatrische Gezinsverpleging in het psy 107-verhaal.13 3.1.2.Stepped-care: gezinsverpleging als een onmisbaar zorgaanbod tussen residentiële behandeling en zelfstandig wonen.15 3.1.3.Differentiatie, flexibilisering, uitbreiding doelgroepen.15 3.1.4.Alternatieve vormen... 16 3.1.5.Opwaardering statuut pleeggezinnen 16 3.1.6.Expertisedeling als bijdrage bij de verdere vermaatschappelijking van zorg buiten de 2 regio s rond Lierneux en Geel... 17 3.2.Voorwaarden 18 3.2.1.Financiële middelen 18 3.2.2.Wettelijk kader.20 4. Casuïstiek 24 4.1. Jef, 7 jaar.....24 4.2. Rudy, 26 jaar...25 4.3. Pierre, 65 jaar.....25 Besluit..27 Bijlage 1: Afkortingen en verklarende woordenlijst...28 Bijlage 2: Cijfers huidig aantal cliënten en pleeggezinnen en evolutie.31 3

Inleiding. In opdracht van de FOD, heeft het LUCAS-instituut onder leiding van prof. C. Van Audenhove in 2010 de Geelse Gezinsverpleging doorgelicht en bestudeerd waar en in welke mate dit eeuwenoude systeem van zorg in de maatschappij, kan aansluiten bij de huidige ontwikkelingen in de GGZ. Een aantal aanbevelingen werd hier ter conclusie geformuleerd. Het heeft de voorbije jaren dan ook rekening gehouden met de resultaten uit dit onderzoek en haar beleid hierop afgestemd. Er werden duidelijk inspanningen geleverd om deze exclusieve zorgvorm aan te passen aan de moderne inzichten en ontwikkelingen. Zo werden er een verregaande herstructurering en aanpassingen in de werking van de Gezinsverpleging ingevoerd. Het herstelgericht denken werd geïntroduceerd. Een project om met kinderen en jongeren in zorggezinnen te werken werd geïmplementeerd vanuit de expertise met Gezinsverpleging voor volwassenen. Kennis werd gedeeld via diverse fora. Verantwoordingen en informatie over deze initiatieven komen in dit rapport uitgebreid aan bod. Om een goed inzicht te hebben in de Psychiatrische Gezinsverpleging en om te duiden op welke terreinen het reeds zijn degelijkheid en waarde heeft bewezen, wordt het systeem eerst toegelicht. Hier wordt vooral de klemtoon gelegd op het maatschappelijke karakter van het systeem. Een aantal aanbevelingen in het LUCAS rapport handelen ook over het regelgevende kader en de financiering. Ondanks de diverse pogingen van het om deze toestand te verbeteren, werd hierin echter tot op heden geen resultaat geboekt. Ook om verdere innoverende initiatieven te nemen en alternatieve mogelijkheden te exploreren, mits flexibilisering en verbreding, zijn de regelgeving en de te beperkte middelen grote hindernissen. Toch blijft het ervan overtuigd dat Gezinsverpleging een zeer waardevol en modern systeem kan zijn te midden van de andere woon- en begeleidingsvormen voor psychisch kwetsbare mensen. Er liggen zeker nog heel wat kansen tot innovatie. Hierbij wordt gedacht aan volgende initiatieven: - Aansluiting Psychiatrische Gezinsverpleging in het psy 107-verhaal - Stepped care; Gezinsverpleging als een onmisbaar zorgaanbod tussen residentiële behandeling en zelfstandig wonen - Differentiatie, flexibilisering, uitbreiding doelgroepen - Alternatieve vormen - Opwaardering statuut pleeggezinnen - Expertisedeling als bijdrage bij de verdere vermaatschappelijking van zorg buiten de 2 regio s rond Lierneux en Geel Er wordt verder meer gedetailleerd ingegaan op de hoger genoemde voorwaarden die tot op heden een ernstige hindernis vormen; met name het financiële en het wettelijke kader. Met de nodige verantwoording worden voorstellen geformuleerd die vanuit de verschillende werkgroepen in het OPZ Geel op tafel gebracht werden. Zo mag blijken dat, zelfs bij een forse verhoging van de huidige 4

financiering (vb. op het niveau van Beschut Wonen brengen), Psychiatrische Gezinsverpleging nog steeds een relatief goedkope zorgvorm blijft in vergelijking met andere zorgvormen die zich richten tot deze doelgroepen. Ook zorgeconomisch blijft het dus een zeer interessant systeem. Het is duidelijk dat het niet is blijven stil zitten. Mede dank zij de ervaring die inmiddels opgedaan is binnen het Netwerk GGZ Kempen, is er binnen het ook meer inzicht gekomen in de huidige visie van de GGZ en is het helder geworden waar de linken kunnen liggen met de Psychiatrische Gezinsverpleging. 5

1. Sterktes van de Gezinsverpleging. Gezinsverpleging is een zorgvorm waarbij een persoon met een psychiatrische problematiek in een pleeggezin woont. Het systeem is gebaseerd op drie polen: de cliënt, die in en samen met een pleeggezin het dagelijkse leven deelt, waarbij beiden worden begeleid door een multidisciplinair team. Vanuit de sterke verankering van dit systeem in de gemeenschap wordt dit model in het Wereldgezondheidsrapport van de World Health Organization (2001, p.58) vernoemd als best practice: One of the best examples of how communities can become carers of the mentally ill is to be found in the Belgian town of Geel, the site of what is undoubtedly the oldest community mental health programme in the western world. De naturel van het pleeggezin als medium. Het gezin is de hoeksteen van onze samenleving. Bij vermaatschappelijking van zorg is het dus een logische stap om eveneens beroep te doen op deze hoeksteen. Voordelen van het wonen in een pleeggezin, ondanks de beperkingen ten gevolge van het psychisch disfunctioneren, zijn: - het pleeggezin biedt continuïteit (steeds dezelfde zorgverstrekker, dag en nacht), - de cliënt krijgt (terug) een identiteit door sociale rollen op te nemen, door een plaats en een functie te krijgen in het pleeggezin, - het sociaal milieu wordt niet artificiëel gecreëerd, - de normaal-functionerenden nemen geen professionele, officiële of medische houding aan tegenover de cliënt, - er is geen sterke polarisatie waardoor sociale inclusie bevorderd wordt, niet alleen binnen het gezin maar ook binnen de bredere gemeenschap, - er ontstaat een wederzijdse affectieve band, de groep waarin de cliënt zich beweegt is rijker qua dimensies en functies dan in een residentieel milieu (Roossens, 2001): dit voorkomt vereenzaming, - individuele aandacht, vaste zorgfiguren en normalisatie zijn hier vanzelfsprekend, - de cliënt krijgt een nieuwe start en kan het falen uit het verleden achter zich laten. Hierdoor is de kans op herstel aanzienlijk groter, -. Een professionele ondersteuning en begeleiding. Gezinsverpleging is meer dan alleen pleegzorg: - een multidisciplinair team, onder leiding van een psychiater, begeleidt en behandelt de cliënt en neemt de algemene zorgcoördinatie op. 6

- ook het pleeggezin kan rekenen op professionele steun en advies; het begeleidend team biedt antwoorden op vragen van pleeggezinnen die voortkomen uit de pathologie van de cliënt. - een permanente back-up is mogelijk vanuit het Psychiatrisch Ziekenhuis; 24/24, 7/7 staan professionelen klaar om bij crisis, te interveniëren en indien nodig een residentiële opname te garanderen. Een hele gemeenschap is vertrouwd met het systeem; Omgaan met psychiatrische cliënten is in Geel aanwezig en de omgevingscultuur is gunstig. - psychiatrie is niet vreemd voor de burgers, men weet dit doorgaans te plaatsen. - gemakkelijker toeleiding naar vrijetijdsactiviteiten en aansluiting bij verenigingen zoals in sport- en culturele verenigingen; inclusie en integratie. - inmiddels is er ervaring in het implementeren van het systeem buiten Geel; in de randgemeenten van Geel wonen sinds een tiental jaren ook pleeggezinnen en cliënten. Mits de nodige randvoorwaarden 3 kan er ook buiten Geel gesensibiliseerd worden voor dit systeem. Traditie als grote troef. De jarenlange ervaring biedt uitgebreide expertise. - werken met diverse doelgroepen in verschillende tijdsgeesten en modellen, binnen verschillende wettelijke kaders en middelen, hebben heel wat know how opgeleverd. - deze zorgvorm is door de eeuwen heen overeind gebleven, ondanks soms moeilijke omstandigheden en met soms zeer grote aantallen cliënten. Een zorgvorm die zich situeert tussen de ambulante en residentiële zorg. - het begeleidend team is een ambulant mobiel team dat langdurige zorg aan huis biedt; intensief daar waar moet, ondersteunend daar waar kan. - zorg op maat; er wordt aangepaste zorg geboden afhankelijk van de nood en de vraag van de cliënt, zijn familie, pleeggezin en/of team. - de residentie en mogelijkheid tot opname is nooit veraf; een opname in de op dat moment meest aangewezen unit, beantwoordend aan de zorgnood, is steeds gegarandeerd. Maatschappelijke voordelen. Vanuit zorgeconomisch perspectief is Psychiatrische Gezinsverpleging een waardevol model: het combineert de zorg door professionelen met de inzet van vrijwilligers. Dit laatste, de inzet van vrijwilligers, zorgt ervoor dat cliënten maximale aansluiting vinden bij de maatschappij, hetgeen de 3 Randvoorwaarden zijn: Bereikbaarheid pleeggezin op haalbare afstand en nabijheid psychiatrisch zorgcentrum / Inzetbaarheid reguliere eerstelijnsdiensten (op voorwaarde dat deze kosten dan niet moeten gedragen worden door de instantie die de Psychiatrische Gezinsverpleging organiseert) / Referentiepersoon die cliënt, vanuit een multidisciplinair team, individueel begeleidt / Bed op recept / Psychiatrische crisisinterventie 24/24 7/7 / Hedendaagse modaliteiten van samenwerking met pleeggezin (garantie overname van zorg, financiële vergoeding afgestemd op aangeboden zorg, sociaal rechtelijk statuut) / Op indicatie vlotte toegang tot een DAC of andere dagopvangfaciliteiten. 7

zorg niet alleen goedkoper maakt maar ook effectiever dan de residentiële variant. Bovendien kunnen mensen met een zodanig complexe problematiek en waarvoor nergens een aanbod bestaat toch een plaats vinden in Gezinsverpleging. => Deze sterktes bieden de ideale fundamenten om van Gezinsverpleging een vooruitstrevende zorgmodule te maken die een absolute meerwaarde betekent in het GGZlandschap en die ook vanuit het stepped care principe een zorgeconomische aanbeveling verdient. Omdat in Gezinsverpleging het gezin een belangrijke rol toebedeeld wordt, en omdat het gezin niet exclusief tot de Geelse regio behoort, maken we ons sterk te stellen dat deze zorgvorm zonder veel artificiële ingrepen, maar mits de noodzakelijke randvoorwaarden (zoals ondermeer de verankering met een psychiatrisch zorgcentrum), kan geïmplementeerd worden elders in Vlaanderen - België. Tenslotte zien we allerlei initiatieven in Europa op gang komen, die sterk vergelijkbaar zijn met de Psychiatrische Gezinsverpleging. Hiermee wordt bewezen dat in het buitenland, in de zoektocht naar ambulante, kwaliteitsvolle zorg, Gezinsverpleging als één van de mogelijkheden ontdekt werd. Niet zelden heeft de Geelse Gezinsverpleging hier als model gestaan en als beste praktijk gefunctioneerd of is minstens inspirerend geweest. Voorbeelden zijn: - Betreutes Wohnen in Familien over gans Duitsland verspreid - Evenals in Oostenrijk en Zwitserland - Diverse initiatieven van Accueil Familial Thérapeutique, verspreid over heel Frankrijk. - Diverse initiatieven van L Inserimento Eterofamiliare Supportato di Adulti sofferenti di disturbi psichici, verspreid over heel Italië. - Shared lives over het Verenigd Koninkrijk verspreid. 8

2. Overzicht van initiatieven die door het reeds genomen werden om het systeem te actualiseren. 2.1. Naar een verregaande vernieuwing van de werking via een reorganisatie Gezinsverpleging in 2011. Vanuit de overtuiging dat de werking van Gezinsverpleging nood had aan aanpassingen en vernieuwingen, werden er in de loop van 2011 enkele grondige hervormingen uitgevoerd. Hierbij werd rekening gehouden met de adviezen van prof. Van Audenhove in de LUCAS studie: De mobiele teams werden opgesplitst volgens doelgroepen (Ouderen, Volwassenen en Jongeren) zodat specifieke zorgbehoeften als een evidentie opgenomen worden door het team dat hierin gespecialiseerd is. Ook bij transfer naar een residentiële unit komt de cliënt in de voor zijn zorgbehoeften meest aangewezen unit terecht binnen de divisie volwassenen, ouderen of jongeren. Nieuwe mobiele teams werden samengesteld zodat meer multidisciplinair kan gewerkt worden. Men leert van mekaar, teamleden zijn complementair, complexe begeleidingen kunnen met meer teamleden worden gedragen. Aan elke cliënt werd een referentiepersoon toegekend. Deze case-manager is de directe aanspreekpersoon voor de cliënt en wordt toegekend vanuit de specifieke behoeften van de cliënt. Deze case-manager volgt het parcours naar herstel van de cliënt, ongeacht in welke zorgvorm hij/zij zich bevindt. In deze mobiele teams werd een wetenschappelijk onderbouwde methodiek geïntroduceerd: nl. de F-ACTmethodiek. Zo wordt er voortaan op een gestructureerde manier gewerkt en vanuit een bepaalde visie. Moeilijker lopende begeleidingen worden door meerdere teamleden samen opgenomen. Het team heeft zicht op de werking van elke case-manager. Shared case-load zorgt voor continuïteit. Het hele team is verantwoordelijk voor elk dossier De hersteltheorie werd geïntroduceerd bij de medewerkers. De mobiele teams benaderen de cliënt vanuit deze herstelgedachte. Dit vormt tevens een belangrijke basisattitude in de adviezen naar het pleeggezin toe. Er werd een onderbouwd, gestructureerd model ontwikkeld om kandidaat-pleeggezinnen te screenen. Een screeningsteam behandelt de aanvraag. Dit screeningsteam is evenwichtig samengesteld vanuit elk mobiel team, vanuit verschillende disciplines. Het kandidaat-pleeggezin wordt op die manier benaderd vanuit verschillende invalshoeken. De bevindingen van de diepte-interviews worden onderling besproken en voorgelegd aan de psychiater. Deze verplichting tot onderlinge reflectie levert een genuanceerd beeld van het pleeggezin op waarin de sterktes en zwaktes in kaart gebracht worden. De kennis van dit profiel is uiteraard erg belangrijk i.f.v. de matching. Ter voorbereiding van de matching gebeuren er verschillende overlegmomenten binnen het team. De cliënt en het kandidaat- 9

pleeggezin worden hierbij betrokken. Er wordt een antwoord gezocht i.f.v. de verschillende levensdomeinen van de cliënt in de nieuwe woonsituatie (vb. rond dagbesteding, vrije tijd, enz.). De cliënt wordt hierop voorbereid en verschillende contacten tussen cliënt en pleeggezin gaan vooraf aan de uiteindelijke matching. Met alle pleeggezinnen werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. In deze overeenkomst worden de wederzijdse engagementen van en de pleeggezinnen opgesomd. Het pleeggezin verklaart zich met de ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst akkoord met de engagementen die zij aangaan tegenover de cliënt en het begeleidend team. => Met deze hervormingen gebeurden er een aantal realisaties die de Gezinsverpleging in de actuele GGZ brengt. De werking is nu gedeeltelijk vergelijkbaar met de werking van de ambulante mobiele teams in de psychiatrische thuiszorg; de samenwerkingsrelatie tussen het begeleidend team en het pleeggezin blijft specifiek. 2.2. Verdere verfijning en bijsturingen in de werking in de loop 2012 2014. Deze reorganisatie heeft ongetwijfeld een grote impact gehad op de cliënt, het pleeggezin en de medewerkers. Daarom werd er na een jaar werking een grondige evaluatie gedaan die werd gevolgd met een aantal bijsturingen en verfijningen om de kwaliteit van zorg te kunnen blijven garanderen. Organisatie somatische zorgverlening: Vertrekkend vanuit de holistische mensvisie, betekende dit dat de zorg voor psychiatrische, somatische en sociale / existentiële zorgvragen voortaan maximaal werd geïntegreerd in de mobiele teams Gezinsverpleging. Hierdoor wordt er op zorgvragen een meer coherent antwoord gegeven en verkleint de kans op mogelijke fouten. Voor de dagelijkse verpleegtechnische handelingen ten huize van het pleeggezin wordt voortaan beroep gedaan op de eerstelijnszorg. Hiermee wordt er nogmaals meer aangesloten bij de normaliserende en integrerende principes. In de organisatie van de Gezinsverpleging neemt de dagbesteding en de arbeidszorg een belangrijke plaats in. Om tot een efficiëntere organisatie te kunnen komen en om een betere, aangepaste zorg te kunnen bieden, werd er besloten om de verschillende DAC s onder te brengen op slechts 2 locaties: één voor de doelgroep ouderen en één voor de doelgroep volwassenen. In deze moderne, aangepaste locaties bestaat bovendien de mogelijkheid om te differentiëren in kleinere deelgroepen. Voor de groepen volwassenen wordt er geen onderscheid meer gemaakt of de cliënt in een pleeggezin woont, of thuis of zelfstandig woont waardoor de cliënt zich niet meer in een exclusieve status bevindt en dus destigmatiserend werkt. 10

2.3. Project kinderen/jongeren met dubbelproblematiek in zorggezinnen. 2009. Mede vanuit de expertise met Gezinsverpleging voor volwassenen, werd in 2009 een nieuw werkterrein verkend: kinderen en jongeren met een complexe en langdurige zorgvraag. Meestal gaat het over kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking en een psychiatrische problematiek waardoor de ontwikkeling in ruime mate gehypothekeerd wordt en waarbij een residentiële begeleiding zich opdringt. Het groepsleven legt echter extra druk op deze kinderen/jongeren waardoor opname in een voldoende ondersteund pleeggezin het verschil kan maken. Het valt voor dat de zorg voor deze doelgroep dermate belastend is, dat het principe van gedeelde zorg toegepast wordt (zorg delen met het natuurlijke gezin, het pleeggezin en een semi-residentiële zorg behoren tot de mogelijkheden. Alhoewel er op beperkte schaal gewerkt wordt (10 à 12 plaatsen) kende dit project reeds heel wat succeservaringen 4. Voor deze doelgroep werd er een samenwerkingsakkoord afgesloten met de Pleegzorgdienst van de provincie Antwerpen (zie ook punt 2.5.: uitwisseling met pleegzorg). 2.4. Kennisdeling van de expertise met Psychiatrische Gezinsverpleging; De belangrijkste initiatieven in de afgelopen 10 jaar zijn: 2004: bijdrage Vlaams GGZ congres, Leuven met een lezing rond Gezinsverpleging. 2005: organisatie congres: Balanced care; vernieuwende visies op psychiatrische rehabilitatie, in Geel. 2008: bezoek aan Betreutes Wohnen in Familien in Ravensburg, Duitsland 2008: bijdrage aan de Fachtagung van BWF: Familien im Mittelpunkt in Thübingen, Duitsland, 2010: bijdrage congres Luoghi da Abitare-Rehabilitare in Carpi, Italië 2010: bijdrage Europees Congres Pleegzorg Vlaanderen, in Leuven. 2012: integraal hoofdstuk Psychiatrische pleegzorg : een innoverende klassieker in boek Op weg met pleegzorg, kansen en risico s, Vanderfaeillie, Van Holen, Vanschoonlandt, Acco, Leuven. 2014: organisatie symposium Vermaatschappelijking van zorg: Gezinsverpleging als inspirerend model, in Laakdal. Daarnaast hebben verschillende medewerkers een bijdrage geleverd via een workshop aan diverse studiedagen of via een artikel aan (vak)tijdschriften of via een presentatie op causeriën of seminaries in diverse psychiatrische ziekenhuizen en aanverwante verenigingen (o.a. Similes). 4 Rapport van het project psychiatrische pleegzorg voor kinderen en jongeren kan opgevraagd worden bij het. 11

2.5. Uitwisseling met Pleegzorg Vlaanderen (en meer bepaald met Pleegzorg Provincie Antwerpen) om psychiatrische pleegzorg in te passen als een therapeutische pleegzorgmodule voor de doelgroep kinderen en jongeren. Gezinsverpleging werd in het Vlaams decreet pleegzorg opgenomen met erkenning van de specificiteit ervan. Een volledige inpassing in het modulaire kader van pleegzorg bleek op dit moment niet mogelijk vandaar dat werd bepaald dat voor Gezinsverpleging een samenwerkingsovereenkomst dient af te sluiten met de pleegzorgdienst van de provincie waarin zij actief is. Deze samenwerking is thans het meest concreet voor het project kinderen/jongeren. Contacten rond het samenwerken op vlak van werving, communicatie, screening, expertisedeling zijn lopend. 2014 wordt gebruikt om onderling af te toetsen hoe er structureel kan samen gewerkt worden en op welke terreinen. Er werden voorafgaand uitwisselingsstages georganiseerd voor de medewerkers van en van Pleegzorg Antwerpen. De vormingsmomenten voor pleeggezinnen zullen wederzijds open gesteld worden. 2.6. Verschillende rapporten samen gesteld en overlegd met verschillende overheidsinstanties. Vanaf 2002 tot heden werden talrijke rapporten samen gesteld en ter bespreking voorgelegd aan de verschillende Federale Ministers van Volksgezondheid en Vlaamse Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Er werden hiervoor meermaals contacten gelegd met Lierneux. Alle administratieve en politieke stakeholders werden hierbij betrokken (van FOD inspecteurs, federale directies over RIZIV-verantwoordelijken tot ministriële kabinetten). In 2012 gebeurde er, op vraag van de Raad van Bestuur van het, een extra overlegronde met de Vlaamse partijvoorzitters. Op vraag van werd een zorgeconomisch onderzoek psychiatrische pleegzorg gedaan aan de hand van bevraging pleeggezinnen door David Larmuseau. In 2009 werden de resultaten van dit onderzoek voorgelegd aan de directie van de FOD Volksgezondheid. Bevindingen uit dit onderzoek werden telkens mee opgenomen in de daarop volgende rapporten over de situatie van de Psychiatrische Gezinsverpleging. 12

3. Naar een Gezinsverpleging in een nieuw kader; consolidatie voor de komende jaren. 3.1. Realistische mogelijkheden tot inhoudelijke verbreding en innovatie. De huidige werking van Gezinsverpleging, komt in vele zaken overeen met de werking van de mobiele teams, georganiseerd vanuit de psy 107. Er zijn echter ook grote verschillen; Gezinsverpleging is een aparte zorgvorm die ergens tussen de residentiële zorg en de ambulante zorg staat. Gezien de doelgroep; mensen met een langdurige en complexe psychiatrische problematiek, is dit ook verantwoord. Het systeem zou echter, mits een aantal aanpassingen, voor een bredere doelgroep nuttig kunnen zijn en een mooi alternatief kunnen bieden in de stepped care principes. Meer concreet wordt er gedacht aan volgende thema s: 3.1.1. Aansluiting Psychiatrische Gezinsverpleging in het psy 107-verhaal Er zijn vele gelijkenissen tussen de principes van art. 107 en de Psychiatrische Gezinsverpleging, maar er zijn ook vele verschillen: In functie 2 begeleiding vanuit een ambulant mobiel team met de nodige flexibiliteit, waarbij de zorg ten huize van de cliënt gebeurt door een individuele begeleider en waarbij de context betrokken wordt als zorgpartner en de sterke link met de eerstelijnszorg een troef is. Gezinsverpleging steunt op het multidisciplinair team en werkt hierbij vanuit dezelfde methodiek als de mobiele teams in de psychiatrische thuiszorg (de F-ACTmethodiek). De context is hier niet de eigen familie, maar het pleeggezin. De band met de eerstelijnszorg is in principe wel mogelijk, maar aangezien de wettelijke bepalingen stellen dat de zorg voor de cliënt in Gezinsverpleging integraal moet opgenomen worden door de organisatie, betekent dit dat ook het deze eerstelijnshulp moet bekostigen. Vanuit de psy 107principes is het de bedoeling om zoveel mogelijk opnamevermijdend te werken. Gezien de ernstige pathologie van de doelgroep in Psychiatrische Gezinsverpleging (mensen met meestal een complexe problematiek vanuit de psychiatrische, sociale en soms ook mentale problemen zodat het functioneringsniveau ernstig afgenomen is) zou het zeker verantwoord zijn om, naar analogie van de mobiele teams in de psychiatrische thuiszorg, eveneens een crisisteam te installeren. Deze pathologie verantwoordt ook de nood aan het integraal zorgaanbod. In functie 3 rehabiliterende ondersteuning; vnl. op het domein van de daginvulling, sociale contacten, vorming en vrijetijdsbesteding. De mogelijkheid tot daginvulling wordt in verschillende studies rond Gezinsverpleging als noodzakelijke voorwaarde benadrukt. Dit als ondersteuning van de pleeggezinnen en ter 13

rehabiliterende zorgvoorziening voor de cliënt. Deze voorzieningen zijn echter beperkt aanwezig in het GGZ-landschap. Volgens de huidige wettelijke bepalingen, maar ook vanuit de absolute noodzaak, organiseert het de voorzieningen rond dagbesteding zelf. Het heeft hierin een jarenlange expertise en was zelfs voorloper in Vlaanderen in deze (het eerste DAC in Vlaanderen werd gestart in het in 1978). Ook voor wat betreft toeleiding naar vrijetijdsclubs (sport- en culturele verenigingen) kan rekenen op een ruim wervingsgebied. Daarnaast treden cliënten soms gemakkelijk mee in sociale verenigingen, zoals een gepensioneerdenvereniging, samen met het pleeggezin. is vertegenwoordigd in het provinciaal overlegplatform rond arbeid en arbeidsbegeleiding. Tot op heden is zij genoodzaakt alle alternatieve arbeidsvoorzieningen zelf te organiseren, alsook de arbeidsbegeleidingen, met het voordeel dat ook hierin ruime expertise werd opgebouwd. In functie 4 mogelijkheid tot residentiële behandeling indien nodig. Ook weer vanuit verschillende studies en tevens vanuit de wettelijke bepaling, is het noodzakelijk dat de mogelijkheid bestaat dat de cliënt kan worden opgenomen in een Psychiatrische Ziekenhuis; deze garantie dient permanent te bestaan. Ook de mogelijkheid tot crisisinterventie dient permanent voorzien te zijn. De residentiële opname dient ook ter observatie en voorbereiding vooraleer de stap naar het wonen in een pleeggezin gezet wordt. De cliënt verblijft in de meest geschikte unit van het psychiatrisch zorgcentrum i.f.v. zijn zorgnood op dat moment. In functie 5: de diverse woonvoorzieningen. Naast de voorzieningen van PVT en Beschut Wonen, kan Psychiatrische Gezinsverpleging gezien worden als een volwaardige, alternatieve woonvorm. Het is dus duidelijk dat er vele gelijkenissen zijn, maar ook vele verschillen. Om meer in te passen in het huidige GGZ-landschap zou het mooi zijn om de Psychiatrische Gezinsverpleging meer te kunnen integreren in de art. 107 principes. Gezien de doelgroep (mensen met een ernstige pathologie waardoor er complexe en veelvuldige en langdurige problemen bestaan) en gezien het specifieke model waarbij een derde een belangrijke rol speelt (met name het pleeggezin) zal enige differentiatie met ambulante werking in de psychiatrische thuiszorg echter nodig blijven; een intensievere zorgbenadering (en dus ook omkadering) blijft wellicht noodzakelijk. Bovendien mag niet uit het oog verloren worden dat tot op heden de art. 107 principes enkel gelden voor de doelgroep 18 65 jarigen. Gezinsverpleging volledig laten opgaan in art. 107 bepalingen, zonder exclusieve, specifieke bepalingen, zou betekenen dat er geen kader meer is voor de min-achttienjarigen en de ouderen! 14

3.1.2. Stepped care; Gezinsverpleging als een onmisbaar zorgaanbod tussen residentiële behandeling en zelfstandig wonen In de stepped care principes kan Gezinsverpleging als volwaardige zorgvorm geplaatst worden naast het zorgaanbod van een PVT en het Beschut Wonen. Binnen het Netwerk GGZ Kempen werd inmiddels een woonzorgoverleg opgestart; hierin participeren verschillende PVT s uit het arrondissement Turnhout, Beschut Wonen Kempen en Psychiatrische Gezinsverpleging. Op regelmatige tijdstippen worden alle woonzorgvragen voor volwassenen samen besproken en de principes van stepped care vindt zo een eerste implementatie. Mits de nodige flexibilisering en differentiëring van het aanbod zou binnen de Psychiatrische Gezinsverpleging nog een breder gamma aan zorg kunnen aangeboden worden. Waar aanvankelijk de cliënt in een erg beschermend milieu kan opgenomen worden, kan hij/zij groeien naar meer zelfstandigheid via een vorm van proefstudio waarbij het pleeggezin een meer toeziende rol krijgt. 3.1.3. Differentiatie, flexibilisering, uitbreiding doelgroepen Met de opsplitsing van de mobiele teams en de aangepaste werking van deze teams i.f.v. een bepaalde doelgroep werd er in 2011 een eerste stap gezet naar differentiëring binnen de Psychiatrische Gezinsverpleging. Een volgende stap is echter om binnen die doelgroepen meer diverse doelgroepen te kunnen benaderen. Zo worden tot op heden meestal mensen aangemeld (niet zelden na een lange tocht in diverse zorgvoorzieningen) die een complexe en zware pathologie hebben en die vaak op geen enkele plek de zorg krijgen waaraan zij nood hebben. Het systeem van Gezinsverpleging zou ook een nuttige zorgvorm kunnen zijn voor andere pathologieën zoals beginnend dementerenden, mensen die slechts kunnen functioneren in een prikkelarm milieu maar nu aangewezen zijn op het leven in groep, e.a.. Het huidige systeem wordt nog al te vaak gezien als een permanente woon- en zorgvorm voor langere tijd; doelgroepen die baat hebben bij deze zorgvorm voor tijdelijke of beperkte duur (vb. enkele dagen in de week) zouden moeten kunnen een plaats krijgen in een pleeggezin. Het principe van gedeelde zorg zou ook kunnen geïntroduceerd worden bij de doelgroepen volwassenen en ouderen, vanuit de ervaring binnen de doelgroep kinderen en jongeren; hier werd het concept van gedeelde zorg immers in de praktijk succesvol omgezet in verschillende formules. Voor de doelgroep volwassenen en ouderen komen hier echter heel wat praktische problemen bij kijken; ook hier is de wettelijke omschrijving een beperking. De intensieve zorg die geboden wordt vanuit een ambulant systeem en mits de vlotte toegang tot de residentiële zorg, moet hierbij steeds de kracht blijven; dit maakt van de Psychiatrische Gezinsverpleging de unieke meerwaarde in het stepped care aanbod. Bovendien kan Gezinsverpleging hierin het verschil maken en een maatschappelijke bijdrage leveren voor mensen die nu nergens terecht kunnen en/of nu een hoge maatschappelijke kost betekenen (vb. 15

de jongere met dubbelproblematiek in een MPI-internaat of de bejaarde in een WZC) en bovendien niet de meest aangewezen zorg krijgen. 3.1.4. Alternatieve vormen Aansluitend bij differentiatie en flexibilisering, kunnen er concreet een aantal alternatieven voorgesteld worden: - Zorghotelhuis ; Wordt gezien als een pleeggezin dat enkel voorziet in de opvang van cliënten die tijdelijk een andere woonst nodig hebben omdat het eigen pleeggezin niet kan zorgen voor de cliënt (vb. wegens ziekte of vakantie) of waar de cliënt kan verblijven in afwachting van een (nieuw) pleeggezin. Dit vraagt veel meer flexibiliteit aan het gezin, want er zal een grotere doorstroming zijn. Crisissituaties komen hier niet voor in aanmerking. Om dit type gezinnen hiervoor te motiveren, zouden zij op extra ondersteuning moeten kunnen rekenen (vb. door tijdelijk verblijf als nieuwe component in te voeren). Een voorwaarde zou kunnen zijn dat één partner niet uit werken gaat en patiënten gedurende de dag in het gezin kunnen verblijven indien nodig. Het gezin voorziet een prikkelarm milieu. - Type annex ; Naast de meer gekende vorm van Gezinsverpleging zouden aanpassingen aan de vorm kunnen ingevoerd worden, mits het 'familiaal samenleven' aanwezig blijft zodat er een binding is tussen gezin en cliënt. Hierbij wordt gedacht aan een annex ; t.t.z.: cliënt woont in een meer afgebakend deel van het huis of in een dichtbijgelegen pand (vb. in de tuin). Voorwaarden om de binding met het pleeggezin te behouden zijn dat de maaltijden samen gebruikt worden. - Cliënt is familielid van minstens tweede graad. Naar analogie van de reguliere pleegzorg, zouden familieleden (broers, zussen, grootouders, tantes, nonkels, ) een familielid met psychiatrische problematiek kunnen opvangen als pleeggezin en binnen het systeem van Gezinsverpleging. Mits deze omkadering kan de zorg thuis volgehouden worden. Een deontologisch aandachtspunt is waakzaam te zijn voor louter financiële motivaties; het kandidaatpleeggezin moet, zoals gebruikelijk, uitgebreid gescreend worden, rekening houdend met het feit dat het opvolgen en sturen van het gezin en de cliënt wellicht moeilijker en gevoeliger is wanneer er een familiale band is. 3.1.5. Opwaardering statuut pleeggezinnen Pleegzorg in het kader van Psychiatrische Gezinsverpleging richt zich tot een specifieke doelgroep van pleeggezinnen. Deze gezinnen zijn niet dadelijk vergelijkbaar met de gezinnen waarop pleegzorg zich doorgaans richt. Het opnemen in het gezin van mensen met een (ernstige) psychiatrische problematiek vraagt een meer dan gemiddeld engagement van pleegouders. Het is dan ook logisch 16

om daar dan een aangepaste vergoeding tegenover te stellen. In het rapport van D. Larmuseau wordt de zorg die pleeggezinnen bieden, ontleed. Hierin wordt duidelijk dat de aangeboden zorg niet in verhouding staat met de huidige onkostenvergoeding. Ook in het rapport van prof. C. Van Audenhove wordt voorgesteld om extra aandacht te geven aan een degelijke onkostenvergoeding voor de pleeggezinnen. De voorbeelden in het buitenland tonen eveneens aan dat een hogere vergoeding haast een evidentie is ter compensatie van de zorg aan de doelgroepen binnen de Psychiatrische Gezinsverpleging.. Bovendien wordt de Psychiatrische Gezinsverpleging geconfronteerd met een gemiddeld zeer hoge leeftijdspopulatie van de pleeggezinnen en blijft nieuwe instroom beperkt. Om een goede matching te kunnen verwezenlijken is het ideaal om over een pool van pleeggezinnen te beschikken met zeer diverse profielen. Bij uitbreiding van doelgroepen en pathologieën van cliënten is dit zeker een must. Om deze pool groter te maken is het echter noodzakelijk om het statuut van pleeggezin aantrekkelijker te maken. Hierbij wordt gedacht aan een statuut dat vergelijkbaar is met dat van onthaalouder. Waarom kan het engagement van een pleeggezin in Psychiatrische Gezinsverpleging niet beschouwd worden als een soort van thuiswerk met sociale inslag? Als profiel denken we dan o.a. aan: - jonge gezinnen waarbij één van de partners ervoor kiest om de professionele loopbaan (gedeeltelijk) te onderbreken om de zorg voor de eigen kinderen op zich te nemen. - 50-plussers die hun professionele loopbaan geleidelijk aan wensen af te bouwen zonder al te groot financieel verlies. - gepensioneerden uit de sociale sector die hun ervaring verder wensen in te zetten. - personen die niet op de arbeidsmarkt actief zijn maar wel een sociaal engagement willen aangaan Hierbij valt tevens de maatschappelijke impact op; bepaalde mensen nemen een sociale rol op die minimaal vergoed wordt, en die een alternatief biedt voor werkloosheid of vroege pensionering. Gezinsverpleging heeft op deze manier zowel een economisch voordeel als een realisering van kwaliteitsvolle zorg in een thuismilieu. 3.1.6. Expertisedeling als bijdrage bij de verdere vermaatschappelijking van zorg buiten de 2 regio s rond Lierneux en Geel. Psychiatrische Gezinsverpleging kan een zorgvorm zijn die in een modern kader breder uitgedragen kan worden dan Lierneux en Geel en zo ruimer dan in deze twee regio s mee kan bijdragen aan de verdere vermaatschappelijking van de zorg en opnamevermijdend kan werken. De Gezinsverpleging te Lierneux en Geel kan met andere woorden gezien worden als twee proefprojecten op het vlak van vernieuwing, die bovendien hun degelijkheid en sterkte bewezen hebben, maar op een meer actuele basis georganiseerd dienen te worden. Op basis van deze ervaringen en de bevindingen in de praktijk, dient vastgesteld te worden dat dit model zowel waarde heeft in 17

stedelijke, als rurale omgevingen. Opnieuw pleit de brede inzetbaarheid van het model in het voordeel van het systeem Gezinsverpleging. 3.2. Voorwaarden. In alle denkpistes en pogingen om hoger genoemde thema s uit te werken, botsen we steeds op twee onoverkomelijke hindernissen, nl. het wettelijk kader dat de werking van Gezinsverpleging bepaalt en de ontoereikende financiering. Tot op heden is de organisatie en de regeling voor Psychiatrische Gezinsverpleging gebaseerd op het KB van 10 april 1991 (KB houdende vaststelling van de normen waaraan de functie Psychiatrische Gezinsverpleging moet voldoen om te worden erkend). Naast de algemene bepalingen, schrijft deze wet architectonische, functionele en organisatorische normen voor. Dit KB regelt ook de vergoeding (forfait per ligdag), en dit zowel voor de instelling als voor de pleeggezinnen. 3.2.1 Financiële middelen. Situering huidige situatie. Het forfait per ligdag in de Psychiatrische Gezinsverpleging bedraagt heden 47,00. Dit forfait komt zowel vanuit inkomsten van RIZIV-middelen als vanuit de persoonlijke bijdrage van de cliënt. Hiermee dient de totale zorg van de cliënt betaald te worden, zoals in het hoger genoemd KB voorzien. D.w.z.: - alle personeelskosten van het ambulant team dat de cliënt en het pleeggezin begeleidt en van alle nevendiensten als omkadering van de zorg voor de cliënt (= dagactivering, medische ondersteuning, somatische zorg, ook aan huis, hygiënische zorgen, arbeidszorg, vrije tijd en sport, ), - alle werkingsmiddelen voor levering van zorg en omkadering (administratie, gebouwen, vervoer, omkadering en producten somatische zorg, medicatie, ) - de onkostenvergoeding van het pleeggezin (a rato gemiddeld 20 per dag) Analyse; - Een eenvoudige telling levert volgend resultaat: Personeelskost van het ambulant team dat de cliënt en het pleeggezin begeleidt + onkostenvergoeding aan pleeggezin = huidig forfait. Voor alle overige kosten werkt men op dit moment deficitair; m.n. alle personeelskosten van de nevendiensten als omkadering van aangeboden zorg, alle werkingskosten, medicatie, somatische zorg, hygiënische zorgen, enz.kunnen niet meer bekostigd worden vanuit het forfaitair bedrag. - Financiële vergelijking Gezinsverpleging met andere zorgvormen. Het is duidelijk dat de cliënten die in het systeem van Gezinsverpleging verblijven, nood hebben aan zorg. Wanneer deze cliënt geen systeem van Gezinsverpleging voorhanden zou hebben, dienen we 18

te kijken welke alternatieven in aanmerking zouden kunnen komen. Gezien de complexe en meervoudige zorgvragen en de beperkte aanwezigheid tot afwezigheid van een eigen maatschappelijk of familiaal steunsysteem, is het enige alternatief voor deze doelgroepen een residentieel aanbod. Deze oplossing kan variëren van algemene hospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis, over PVT tot Beschut Wonen. Eveneens dient vastgesteld te worden dat van al deze zorgvormen, die met een brede kijk als alternatief kunnen dienen, de Gezinsverpleging zeer goedkoop en structureel ondergefinancierd is. Alternatief Kostprijs overheid Kostprijs patiënt TOTAAL 5 Psychiatrisch ziekenhuis (A- of T-bed) 250,00 30,00 280,00 100% Sp-bed chronisch 250,00 30,00 280,00 100% RVT 55,00 55,00 110,00 39% PVT 95,00 30,00 125,00 45% Beschut Wonen 55,00 35,00 90,00 32% Nursingtehuis gehandicaptenzorg 150,00 30,00 180,00 63% Gezinsverpleging huidig 22,00 42,00 * 5,00 tot 25,00 * 47,00 17% Gezinsverpleging aangepast 58,00 78,00 * 5,00 tot 25,00 * 83,00 30% * De eigen bijdrage van de patiënt binnen gezinsverpleging varieert van 5,00 tot 25,00 euro naargelang de opnameduur. Daardoor varieert ook de bijdrage van de overheid voor een ligdag in gezinsverpleging. De totale kostprijs per ligdag blijft hierdoor evenwel op hetzelfde niveau. - Ondanks forse bezuinigingen en besnoeiingen op diverse terreinen, kunnen de kosten onmogelijk volledig gedekt worden met het huidig forfait. De reeds zo lang gehoopte verhoging van de onkostenvergoeding aan pleeggezinnen kon nog steeds niet gerealiseerd worden. Voorstellen en motivatie tot meer middelen om; 1. Werkingskosten te dekken en meer ademruimte te hebben voor flexibilisering en alternatieven In bovenstaande tabel staat een redelijk voorstel tot aangepast forfait om Gezinsverpleging te bekostigen. Hierin is tevens duidelijk dat, in verhouding tot andere zorgvormen, Gezinsverpleging in staat is om een antwoord te bieden aan de complexe zorgvragen waarnaar reeds werd verwezen, en dit binnen een relatief gunstig financieel kader. 2. Pleeggezinnen een hogere onkostenvergoeding te bieden. Zoals hoger reeds beschreven staat de vergoeding aan pleeggezinnen niet meer in verhouding tot de aangeboden zorg. De vergoeding zoals vermeld in het bijna 25 jaar oude KB is zelfs niet meer representatief voor de reële kosten die een pleeggezin heeft i.f.v. de hotelkost aan de inwonende cliënt. (zie studie D. Larmuseau 2009). Dit heeft ook zijn weerslag op de recrutering van gezinnen. Vergelijkingen met alternatieve zorgvormen in het binnenland geven eveneens een schrijnend verschil: => In het woonzorgdecreet, recent goedgekeurd door de Vlaamse overheid, wordt voor 5 Cijfers gerelateerd aan ligdagprijs BFM 19

24uurs-opvang van een oudere persoon in kortverblijf aan het gastgezin 30 euro per dag uitgekeerd. => Tegenover het aanbieden van dagbesteding in het kader van de zorgboerderijen staat een vergoeding van 40 euro per dag (belastbaar bedrijfsinkomen) => Voor 24-uurs opvang bij onthaalouders ligt de vergoeding op 25,81 euro Ook in internationaal perspectief ligt deze vergoeding aan de lage kant (cijfers dateren van 2010). => Italië: tussen de 1 000 en 1 300 per maand, Oostenrijk: tussen 840 en 920 per maand, Duitsland: 798 per maand, 1082 voor psychogeriatrie (verhogingen mogelijk afhankelijk van zorgzwaarte toelage varieert van 200 tot 600), voor JUMEGA-project in Duitsland (Pleegzorg voor gedragsmoeilijke jongeren) bvb. ontvangen pleeggezinnen enkel voor de begeleiding van een jongere onder meer een belastingvrije vergoeding van 920 per maand. => In het Verenigd Koninkrijk werkt men o.a. met een zelfstandigenstatuut. => In Frankrijk zijn pleeggezinnen in Accueil Familial Thérapeutique werknemers. Een uitgebreid rapport met alle nuttige cijfers en berekeningen, ter motivatie van een verhoging van de financiële middelen werd opgesteld in samenwerking met Placement Familial Lierneux en voorgelegd op het Kabinet van Minister Onckelinkx op 11 april 2014. Dit rapport kan in het opgevraagd worden. 3.2.2. Wettelijk kader. Situering huidige situatie De Psychiatrische Gezinsverpleging wordt bepaald volgens het KB van 10 april 1991. Deze wet werd geschreven op basis van de situatie in 1991 waarbij de zeer specifieke vorm van Gezinsverpleging duidelijk omschreven en bepaald werd en dit binnen de Gezondheidszorg. In 1991 was deze wettelijke bepaling alleszins (en eindelijk) een zeer goede ondersteuning van een systeem dat reeds eeuwen bestaat, en bood op dat moment ook heel wat garantie op een kwaliteitsvolle zorg. Anderzijds stellen we nu vast dat deze bijna 25 jaar oude wet niet mee geëvolueerd is met de veranderingen in de GGZ en dus niet meer compatibel is met bestaande toestanden en nieuwe zorgvormen in de GGZ. Analyse: Zoals hoger beschreven liggen er vele opportuniteiten die rond het gezinsverplegingssysteem of vanuit de expertise met dit systeem kunnen ontwikkeld worden, doch de wettelijke bepalingen zorgen hierbij voor een keurslijf. Voorbeelden van belangrijke hindernissen of verouderde bepalingen zijn: Vanuit de kenletters, gebruikelijk in GGZ, wordt de doelgroep eerder eenzijdig gedefinieerd als chronische psychiatrie en plus achttienjarigen. 20

Vanuit de kenletters kan er geen daghospitalisatie in Psychiatrische Gezinsverpleging gerealiseerd worden. De zorgvorm wordt eerder als langdurig en permanent omschreven. De kamer van de cliënt dient tot de woning te behoren waardoor permanent toezicht van het pleeggezin mogelijk is (en dus verwacht wordt). De bepalingen van de hele reeks voorzieningen en randvoorwaarden binnen een beperkt budget. Toegang tot de eerstelijnshulp is in principe niet verboden, maar de kost moet wel gedragen worden door het, gezien de integrale zorgverlening door de wet bepaald in tegenstelling tot de situatie in een PVT of Beschut Wonen. Vanuit deze wettelijke bepaling van integrale zorgverlening, werd er door het, naast de psychiatrische zorgverlening ook een uitgebreide eerstelijnsdienstverlening opgezet (huisartsen, kiné, verpleegkundige zorg aan huis, enz ). Omschakeling is daardoor moeilijk geworden. Vanuit de teams kan hiertoe aangespoord worden, doch de financiële consequenties blijven voor rekening van het : de betaalbaarheid van het totale zorgpakket (en dus inclusief alle eerstelijnshulp) is onmogelijk te dragen binnen het forfaitair bedrag. Bovendien is het aangeboden all-in pakket in strijd met de integratiebevorderende principes. De normering van de begeleidende teams, zonder specifiëring van (moderne) beroepsgroepen. Maximum aantal toegelaten cliënten per gezin. Kortom: differentiatie en flexibilisering, bij alternatieve vormen, bij logische inpassing in psy 107 en als stepped care model zijn moeilijk inpasbaar in dit wettelijk kader en soms zelfs in strijd ermee. Hierdoor kunnen gewenste evoluties niet doorgevoerd worden. Voorstellen: Een aanpassing van de huidige wet. De huidige wet veronderstelt dat de cliënt in Gezinsverpleging opgenomen is in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit hospitalisatiestatuut biedt een grote garantie op een kwaltiteitsvolle ondersteuning en is, gezien de zorgzwaarte van de doelgroep, de ernstige pathologie en het gering maatschappelijk en familiaal kader waarin de cliënt zich meestal ook wel bevindt, verantwoord. Er zijn echter ook nadelen verbonden aan dit hospitalisatiestatuut (dit kan o.a. een belemmering zijn voor de cliënt op zijn/haar weg naar verzelfstandiging). Toch heeft een interne studie aangetoond dat dit hospitalisatiestatuut niet in strijd hoeft te zijn met de herstelgedachte. Ook stellen we vast dat er vooralsnog in het reguliere aanbod onvoldoende garanties zijn voor het aanbieden van de voor deze populatie nodige zorg. Andere aanpassingen op verschillende terreinen zijn: - Doelgroep; er is steeds een psychiatrische problematiek, al dan niet in combinatie met andere stoornissen, al dan niet in acute of meer gestabiliseerde vorm. De kenletter T zou moeten verdwijnen, gezien de diversiteit van de doelgroepen en ook de leeftijd (ook kinderen). 21

- Terminologie dient aangepast: vb. Hospitalisatievorm en Psychisch gestoorde patiënt dient vervangen te worden met zorgvorm (=algemener en breder) en met mensen met een psychiatrische problematiek. - Omschrijvingen moeten dynamischer, gedifferentieerder (naar doelgroep, frequentie,.), flexibeler. - Er dient een formule gezocht zodat er beroep kan gedaan worden op de eerste lijnszorg zonder extra kost voor het 6 - In de omschrijving van Psychiatrische Gezinsverpleging dient duidelijk te zijn dat het over meer gaat dan louter behandeling. Ook de definitie van huisvesting dient herschreven (studio annex, ). - Ten gevolge van de zware zorgbehoeften en ernstige pathologie van de cliënt, dient de noodzakelijke randvoorwaarde van garantie tot residentiële opname (het zgn. bed op recept ) behouden te blijven in de wettelijke bepalingen, alsook de omkadering die hiervoor nodig blijkt. Deze omkadering te voorzien van een zeker contingent maar niet exclusief voor Gezinsverpleging. Voorkeur om aan te sluiten bij bestaande kenletters, diensten, doelgroepgericht, pathologiegericht, leeftijdsgericht zoals een moderne organisatie van psychiatrische dienstverlening. - Een andere noodzakelijke randvoorwaarde is de voorziening tot daginvulling, arbeidszorg, vrije tijd, ontmoetingsruimten, enz Bepalingen hier rond (architecturaal, personeelsbezetting en werkingskosten) dienen verder gespecifiëerd te worden. - Er is ook een voorkeur om enkele minimale bepalingen rond voorwaarden van profiel pleeggezin te noteren en de inhoud van het contract tussen organiserende instantie en pleeggezin (de zgn. samenwerkingsovereenkomst). Ook de voorwaarden van de woonst van het pleeggezin dient opgenomen te worden in de wet, maar met ruimte voor nieuwe woonvormen zodat hier ook flexibiliteit mogelijk is (vb. kangoeroe wonen, wonen met toezicht) - Bij de bepalingen van de teams kan meer aansluiting gevonden worden bij de bepalingen van de mobiele teams in de psy 107 en met de nadruk op het multidisciplinaire karakter en het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorg delen, alsook om te omschrijven op welke ondersteunende diensten zij moeten kunnen rekenen (raadplegingen, bezoeken, dossiervoering, 24/24 beschikbaarheid.). - De huidige personeelsnormering vraagt om een herdefiniëring wat betreft kwalificaties (inclusief BBT en BBK). - Belang van relatie tussen haalbaar werkingsgebied en verankering met aanwezigheid van een psychiatrische zorgcentrum binnen die haalbare regio dient eveneens vermeld. - Overgangsmaatregelen dienen uiteraard eveneens bepaald te worden zodat er tijd is om te herorganiseren. 6 Verantwoording waarom kost aanbod integrale zorg onmogelijk kan gedekt worden met het wettelijk bepaald forfait uitgebreid terug te vinden in financieel rapport, 2014, opgesteld samen met ISOSL- CHS Lierneux en op te vragen in. 22

Een aantal zaken zijn nog vaag en nieuwe vragen rijzen hierbij, zoals ondermeer de relatie met het decreet rond pleegzorg en de kost en organisatie van vervoer van cliënten. Maar het is de wens om een wettelijk kader te vinden dat het midden houdt tussen de bestaande (en verouderde) wet en een hedendaagse invulling; a. Zodat de kwaliteit van het zorgaanbod in Psychiatrische Gezinsverpleging gegarandeerd blijft. b. Aansluitend bij het psy 107-verhaal en met meer flexibiliteit zodat ook met andere doelgroepen en/of binnen andere systemen kan geëxploreerd worden. Kern van de wet dient evenwel te zijn: - zorg die opgenomen wordt in en door de maatschappij - zorgvorm waarbij het gezin een belangrijke component blijft - met een professionele ondersteuning vanuit het psychiatrisch zorgcentrum dat permanent en in de buurt blijft. Uiteraard is het vanuit haar expertise, bereid om mee te werken aan het herschrijven van dit wettelijk kader en dient dit eveneens in overleg te gebeuren met de collega s van Lierneux. 23

4. Casuïstiek. Met een beeld wordt theorie vaak zoveel duidelijker. Daarom volgen hieronder de verhalen van Jan, Rudy en Pierre die na heel wat problemen terecht kwamen in de Psychiatrische Gezinsverpleging. Via deze casussen vanuit elke doelgroep (kinderen, volwassenen en ouderen) worden de krachtlijnen uit dit document ondersteund; de probleemstelling, de aanpak en methodiek en de resultaten op korte termijn bewijzen de uniciteit van de Psychiatrische Gezinsverpleging. 4.1. Jan, 7 jaar. De problematiek van Jan bestaat uit een autismespectrumstoornis en matig verstandelijke beperking. Er is ook sprake van aangeleerde hulpeloosheid. Daarnaast werd hij gedurende het eerste levensjaar verwaarloosd. Voor Jan werden mogelijkheden tot hechting gezocht en middelen om het uitdeinen van de problematiek te vermijden via een stabiele, stimulerende en individuele benadering. Gezien het chronische karakter was het belangrijk om in te grijpen op latentieleeftijd om een mogelijke escalatie van gedragsproblemen te vermijden. Voor de ouders geldt een beperkte draagkracht in verhouding tot de grote draaglast die dit kind meebrengt. Het centrale begeleidingsthema is omgaan met frustratie en grenzen en het voorkomen van regressie. Verloop: Jan verbleef op de kinderafdeling (K-dienst) van het vanwege psychische decompensatie in de thuissituatie met overschreden draagkracht van het gezin. Diagnosestelling was nodig. Tijdens de opname zagen we een jongen die regelmatig in crisis verkeerde, zeer moeilijk verstaanbaar was en zich verbaal amper kon uitdrukken. Er waren zware eetproblemen en meer dan eens agressieve uitvallen. De ouders waren steeds betrokken bij hun kind, maar er werd toch beslist om residentiele hulpverlening te installeren gezien de moeilijke thuissituatie. Bovendien stelden de begeleiders van het K-team vast dat Jan duidelijk beter functioneert in een voorspelbare prikkelarme (gezins)omgeving dan binnen een leefgroep. Het natuurlijke gezin stemde in met de alternatieve piste van een verblijf tijdens de week in een zorggezin in plaats van in een MPI. De weekends zou Jan doorbrengen bij zijn ouders. Naast een verblijf in het zorggezin werd van bij de start ook een semiinternaat in een MPI geïnstalleerd waardoor tegelijkertijd toegang tot vakantiewerking voorzien werd. Met deze formule krijgt Jan een duidelijke structuur waarbij een optimale, gedeelde zorg verwezenlijkt wordt tussen de natuurlijke context, het zorggezin, MPI en. Jan krijgt individuele begeleiding in het MPI en de school. Het multidisciplinaire team van het focust op de psychiatrische en gedragsproblematiek. Via een regelmatig consult bij de kinderpsychiater van dit team, regelmatige huisbezoeken aan het pleeggezin en de ouders en frequente contacten tussen alle betrokkenen wordt de meest evidente aanpak en begeleiding specifiek voor dit kind ontwikkeld. Na 24

deze formule 2.5 jaar consequent toe te passen is er een positieve evolutie voor alle betrokken partijen: Jan eet normaal, crisismomenten zijn sterk verminderd en de ouders hebben weer meer grip. Het huidige plan wordt aangehouden. 4.2. Rudy, 26 jaar. Rudy bleek als vijftienjarige een eerste consult bij een kinderpsychiater nodig te hebben. Verschillende psychiatrische hospitalisaties volgden naar aanleiding van automutilatie, fugues en godsdienstwanen. Thuis wonen werd na enkele jaren onmogelijk. Pogingen tot Beschut Wonen mislukten vanwege het zwakke functioneringsniveau als gevolg van de ernstige psychiatrische stoornis. Als jongvolwassene werd Rudy aangemeld voor Psychiatrische Gezinsverpleging. Zijn diagnose: schizofrenie, paranoïde type en een borderline persoonlijkheidsstoornis, zwak begaafd, laag functioneringsniveau. Het begeleidingsplan omhelst een individuele begeleiding, psychiatrische behandeling, ondersteuning en therapeutische opvolging, onderhoud contact met familie, dagactivering en wooncomfort. Na een korte observatie- en voorbereidingsperiode in het werd Rudy opgenomen in een pleeggezin. Hij woont daar permanent, nu reeds vijf jaar. Gedurende de eerste jaren in het pleeggezin werd hij nog driemaal voor korte tijd opgenomen in een residentiele unit van het omwille van een psychische decompensatie. De eerste zorg van het team bestaat erin om samen met het pleeggezin, de cliënt zelf en zijn ouders zijn broze psychische evenwicht te behouden: een voorwaarde om, zij het stap voor stap, aan het vergroten van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid te werken. Hierbij wordt geen termijn bepaald: er wordt geen enkele tijdsdruk gelegd, noch op de cliënt, noch op het pleeggezin. Inmiddels blijken de frequente en langdurige hospitalisaties die Rudy kende voor zijn verblijf in een pleeggezin, beëindigd te zijn. Het pleeggezin geeft aan dat zij hun weg gevonden hebben in het samenleven met deze jonge man en in het omgaan met zijn soms bizar gedrag. Rudy voelt zich beter, kent langere periodes van psychisch evenwicht en ervaart een verminderde lijdensdruk. Hij ontwikkelt stilaan een eigen netwerk via de contacten binnen het pleeggezin en binnen het dagcentrum waar hij een aangepaste daginvulling vindt. Psychiatrische opvolging blijft gegarandeerd vanuit het multidisciplinair team. 4.3. Pierre, 65 jaar. Pierre heeft steeds bij zijn ouders gewoond. Hij deed allerlei eenvoudige klusjes in het bedrijf van zijn ouders. Na stopzetting van dit bedrijf werden verschillende pogingen ondernomen om hem in te schakelen in een aangepast arbeidscircuit waar meermaals conflicten volgden door de te hoge 25

werkdruk. Het overlijden van beide ouders leidde tot onaangepast gedrag, alcoholisme en verwaarlozing. De in de buurt wonende broer bood maximale ondersteuning maar de toestand escaleerde. Een opname in de psychiatrie, afdeling psychosezorg, volgde wanneer duidelijk werd dat de man dacht afgeluisterd te worden en bizar gedrag vertoonde. Zijn diagnose: psychose en een lichte verstandelijke beperking. Bij opname in een psychiatrische setting verminderden de symptomen rond de paranoia. Door het beperkte verstandelijke niveau was het aangewezen om een aangepaste begeleiding te zoeken op het vlak van wonen. Pierre werd twee jaar geleden aangemeld voor Psychiatrische Gezinsverpleging. Het begeleidingsplan is gebaseerd op de ervaring van destijds: zolang Pierre bij zijn ouders woonde en werkte, bleken er immers geen problemen te zijn. Structuur, een aangepaste daginvulling en toezicht waren voor hem fundamentele behoeften. Het pleeggezin moest deze zaken zeker garanderen. Na een korte observatieperiode in het ging Pierre wonen in een pleeggezin in Geel. Dit pleeggezin heeft al drie generaties pleegzorgervaring. De vrouw des huizes, weduwe sinds twee jaar, biedt van bij het begin heel wat structuur. Zij vindt het vooral belangrijk dat alles op uur en tijd gebeurt en dat alles er netjes uitziet. Pierre wordt mee ingeschakeld in het tuinwerk, hij vindt dit een aangename job. De pleegzorgster neemt hem mee naar diverse activiteiten in de buurt. Voor de vrienden en kennissen van de pleegzorgster is hij een bekend gezicht geworden. De cliënt en zijn situatie in het pleeggezin worden van nabij opgevolgd door zijn persoonlijke begeleider uit het multidisciplinair team. Ook de psychiatrische opvolging blijft een noodzaak (medicatie en eventueel herkennen van prodromen of symptomen). Heden is de situatie vrij stabiel. Pierre heeft een eigen plek gevonden en een nieuwe rol. Het contact met de broer verloopt vlot. 26

Besluit. Dit rapport toont aan dat er momenteel heel wat opportuniteiten liggen om de sterktes van het gezinsverplegingssysteem binnen te loodsen in de geestelijke gezondheidszorg anno 21 ste eeuw. Er zijn duidelijke raakvlakken van het huidig systeem Gezinsverpleging met de ontwikkelingen binnen GGZ en zorginnovatieve initiatieven. Bovendien biedt Psychiatrische Gezinsverpleging een maatschappelijk en zorgeconomisch voordeel. Overtuigd van het sterk merk dat de Gezinsverpleging blijft, MAAR mits een nieuw regulerend en financieel kader, kan zij een unieke zorgvorm blijven die niet alleen evenwaardig staat naast de andere initiatieven waarbij gemeenschapszorg en maatschappelijke integratie van mensen met een langdurige en complexe psychiatrische problematiek de doelstelling is, maar die ook een surplus betekent in het zorgaanbod voor deze doelgroepen. 27

Bijlage 1: Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen. BBT: Bijzondere beroepstitel BBK: Bijzondere beroepsbekwaamheid Beschut Wonen: zorgvorm waarbij een huisvesting aangeboden wordt in combinatie met begeleiding aan mensen met een psychiatrische problematiek. Meestal is deze huisvesting een gemeenschapshuis, waarbij elke bewoner een eigen kamer heeft. Er is geen inwonende begeleider; de begeleiding gebeurt op maat, individueel en ook voor de groep bewoners, maar steeds vanuit het doel om een maximale ontwikkeling van de persoonlijke zelfstandigheid van de bewoner te bereiken. BFM: Budget Financiële Middelen Case manager: persoonlijke begeleider referentiepersoon die vanuit het team aan cliënten wordt toegewezen, op basis van zijn competentie en caseload. De case manager geldt als eerste aanspreekpersoon voor de cliënt en zijn steunsysteem (in dit geval=het pleeggezin) DAC: Dagactiviteitencentrum F-ACT methodiek: Functie-Assertive Community Treatment methodiek. Deze methodiek werd uitgewerkt voor langdurig zorgafhankelijke cliënten (Mulder & Kroon, 2005; Van Veldhuizen, 2007). De nadruk ligt op de behandeling en management van ziekte, praktische hulp bij het dagelijkse leven, rehabilitatie en ondersteuning bij herstel. De hoofddoelen van F-ACT zijn de zeven c s: cure, care, crisisinterventie, community support, cliëntdeskundigheid ondersteunen, controle, check. Het multidisciplinair team werkt -indien nodig- als transdisciplinair team en neemt gezamenlijk de verantwoordelijkheid van de complexe casussen. Het F-ACTteam werkt dus met twee werkwijzen, namelijk: individueel casemanagement door het multidisiciplinair team en intensieve teamzorg op indicatie. Enerzijds werken de teamgenoten als persoonlijke begeleider (of case manager ) van de cliënten. Anderzijds nemen ze ook deel aan de shared caseload. FOD: Federale Overheidsdienst GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg Herstelgedachte / herstel: Visie, gebaseerd op het perspectief van de cliënt. Herstel wordt hier gedefinieerd als het ervaren van een bevredigend, hoopvol en betekenisvol leven, ondanks de beperkingen van je ziekte'. Het gaat dus niet om genezing of een eindstadium van het genezingsproces. Het betreft een aanhoudend proces van verandering, waarbij allerlei subjectieve factoren een rol spelen, zoals persoonlijke groei, hoop en autonomie (Meehan e.a., 2008). Bij deze definitie van herstel spelen verschillende concepten een belangrijke rol: empowerment, hoop en optimisme, tevredenheid met het leven, het herwinnen van zelfrespect, verbondenheid met anderen, 28

sociale relaties en sociale steun (Jacobson & Greenly, 2001; Van Gestel-Timmermans, Brouwers, & Van Nieuwenhuizen, 2012) Hospitalisatiestatuut: de cliënt in Psychiatrische Gezinsverpleging is gehospitaliseerd volgens het KB dat de Gezinsverpleging organiseert en bepaalt. Dit betekent integrale zorg en dus niet alleen de zorg rond de psychiatrische problematiek wordt aangeboden, maar er dient ook een antwoord gegeven op alle andere zorgnoden zoals somatische zorg, hygiënische zorgen, daginvulling, enz. ISOSL-CHS Lierneux placement familial; Psychiatrische Gezinsverpleging georganiseerd vanuit het Centre Hospitalier Spécialisé de la Province de Liège te Lierneux Intercommunale de soins specialisés de Liège. Kenletter A (of A bed): normering bij wet vast gelegd voor (neuro)psychiatrie voor observatie en behandeling voor volwassen patiënten in een psychiatrisch ziekenhuisbed (eerder kortdurende zorgvorm acute pathologie) Kenletter Sp: normering bij wet vast gelegd voor hoog gespecialiseerde zorg in behandeling en revalidatie alle aandoeningen (behalve palliatieve zorg) Kenletter T: normering bij wet vast gelegd voor (neuro)psychiatrie voor behandeling voor volwassen patiënten in een psychiatrisch ziekenhuisbed (eerder langdurige zorgvorm chronische pathologie) LUCAS: Interdisciplinair kennisentrum van de KU Leuven op het gebied van zorg en welzijn (www.kuleuven.be) Matching: voor een bepaalde cliënt, met zijn/haar specifieke zorgbehoeften en wensen het meest geschikte pleeggezin zoeken en dezen samen brengen / de afstemming tussen de vraag van de patiënt en het aanbod van de pleeggezinnen. MPI: Medisch Pedagogisch Instituut; een dienstverleningscentrum in Vlaanderen voor personen met een lichamelijke en/of mentale beperking, meestal kinderen en jongeren. Netwerk GGZ Kempen: Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Kempen bundelt in het arrondissement Turnhout de krachten van 5 actoren (Beschut Wonen Kempen, GGZ Kempen, OPZ Geel, PAAZ Turnhout en PVT Salto) in het kader van psy 107 om een beter antwoord te kunnen bieden op de toenemende vraag naar geestelijke gezondheidszorg (www.ggzkempen.be) : Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum te Geel (www.opzgeel.be) 29

PPA: Pleegzorg provincie Antwerpen: In navolging van het Vlaams pleegzorgdecreet van 2012 en de uitvoeringsbesluiten hiervan van 2013, werken de verschillende pleegzorgdiensten van de provincie Antwerpen samen. PPA is een daartoe nieuw opgerichte VZW die de dienst voor pleegzorg in de provincie Antwerpen uitmaakt. (www.pleegzorgprovincieantwerpen.be) Psy 107 (of Art. 107): de nieuwe regelgeving van de Federale Overheid waarin het zorgaanbod in de geestelijke gezondheidszorg voor mensen tussen de 18 en 65 jaar opgedeeld wordt in vijf functies. Functie 1 = preventie, screening, diagnose; functie 2 = ambulante behandeling acuut en chronisch; functie 3 = rehabilitatieteams rond herstel en sociale inclusie; functie 4 = residentiële behandeling acuut en chronisch; functie 5 = wonen. (www.psy107.be) PVT: Psychiatrisch verzorgingstehuis RIZIV: Rijksdienst voor ziekte en invaliditeitsverzekering RVT: Rust- en verzorgingstehuis (meestal ouderen) Shared case-load: Volgens Mulder & Kroon is binnen de werking van een F-ACTteam voor deze doelgroep de individuele begeleiding voor 10 à 20% van de cliënten niet intensief genoeg. Zij hebben meer hulp nodig dan één casemanager kan bieden. Voor deze groep wordt de Functie-ACT ingezet; m.a.w. het hele team biedt teamzorg volgens het ACT-principe van shared caseload. Similes: vereniging voor familieleden en nabijbetrokkenen van mensen met een psychiatrische problematiek. Deze hulpgroep verenigt familieleden en helpt om de zorg voor en de lasten ten gevolge van de zieke te dragen. Stepped care: of getrapte zorg : die zorg aanbieden die voor een bepaalde hulpvraag op dat moment de meest effectieve zorg is; stappenplan van steeds intensievere vormen van zorg, waarbij het niet de bedoeling is om alle stappen te doorlopen, maar juist met zo weinig mogelijk stappen resultaat te boeken. Vermaatschappelijking van zorg: zorgaanbod in en door de maatschappij; streven om zorgbehoevende mensen zoveel mogelijk deel uit te laten maken van de samenleving, maar ook de omkadering voorzien waardoor ernaar gestreefd wordt om de zorg zoveel mogelijk aan te bieden in de samenleving en dus buiten de muren van een instituut of ziekenhuis. WZC: Woon- en zorgcentrum voor ouderen 30

Bijlage 2: Cijfers huidig aantal cliënten (per doelgroep) en pleeggezinnen en evolutie. (cijfers van 12 maart 2014) Slide 1 Slide 2 31

Slide 3 Slide 8 32

Slide 4 Slide 5 33