Museumnieuws. Mondriaan aan de Amstel 1892-1912 Verslag van een Amsterdams bronnenonderzoek



Vergelijkbare documenten
Informatieblad Bevolkingsregister

Archiefwegwijzer Bevolkingsregisters

STADSARCHIEF S-HERTOGENBOSCH

Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief

Betsy Westendorp-Osieck

RIJKSBUREAU VOOR KUNSTHISTORISCHE DOCUMENTATIE. Inventaris van het archief van GERARD HORDIJK ( ) (1928) , , z.j.

Het bevolkingsregister van Voorst bestaat uit 47 delen. Deze zijn in de studiezaal op microfiche beschikbaar voor onderzoekers.

ARCHIEFNUMMER PLAATSINGSLIJST VAN HET BEVOLKINGSREGISTER VAN LOCHEM

Concordans wijknummers

Cursussen, workshops en lezingen 2012/2013

Concordans wijknummers

Nationaal register van overledenen: Persoonskaarten en persoonslijsten

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB's)

Inventaris van het archief van. H.F. Boot. Schilder ( ) (1857, 1869, ) en inventaris van gedeponeerd archief

Haags Gemeentearchief CURSUSSEN + WORKSHOPS

203. Bevolkingsregister,

Archief Gerard Hordijk

museabrugge.be MUSEA BRUGGE Collectiepresentatie georges vantongerloo groeningemuseum I I persdossier

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken

DIT DOEBOEK MONDRIAAN IS VAN

Beeldende kunst archieven RKD / Nederlands instituut voor Kunstgeschiedenis

Bram Vrielink Jim Bloemen 2de

De volgorde van de hieronder vermelde stappen hoef je niet per definitie te volgen.het zijn de belangrijkste bronnen voor familieonderzoek.

Lesplan Keith Haring (2 lessen)

November Glaceren met Acrylmedium December Het licht van Rembrandt / Het december gevoel de duisternis van Rembrandt

Archief Kunsthandel Goupil (Den Haag)

De hier getoonde tekeningen zijn allemaal afkomstig uit schetsboeken van Rustin. Ze zijn gemaakt in de periode

Archiefnummer Inventaris van het archief van. Anna Bergman. (leefjaren onbekend) , 1942, ,

Het Frans Walkate Archief, de nalatenschap van Henk van Ulsen en een verrassende ontdekking

Beginnen. met. Genealogie

3. Beweging, Nut, Mechanica, Robotisch, Dynamisch.

Familiekunde. Vlaanderen

Beleidsplan Stichting Jan Zondag

Nummer Toegang: NL-HaRKD Archief Anna Bergman. Wietse Coppes, RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) 2008

Het onbewaakte moment #2

Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius

Jules De Bruycker te gast bij Frank Brangwyn

De Foudgumse School. De kleinste en noordelijkste academie voor figuratieve schilderkunst

Archief Gerard Hordijk

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

Verslag CKV museum Rijksmuseum

Bevolkingsregister van Amsterdam per huis in kaart: Eerste resultaten Peter Ekamper

Privacy-regeling voor de collectie persoonsgegevens uit de GBA en de BRP van het Centraal Bureau voor Genealogie

6) Aan welke periode uit de bouwkunst van de jaren 20 van de 20e eeuw doet dit denken? 18e, 19de en 20-eeuwse bouwkunst.

MARKO KLOMP OPLEIDINGEN TENTOONSTELLINGEN HAAGSE KUNSTENAARS. haagsekunstenaars.nl is een initiatief van Stroom Den Haag

jan mankes jan mankes

RKD explore. Rkd Explore Adriaen Backer

Willem Maris ( )

Inventaris van het archief van Tehuis Offem te Noordwijk aan Zee

Dit is een portret van een oude man, geschilderd door Johan Christiaan Kerkmeijer

Bernhard A.G. Gerritsen Stichting. Albertus Gradus. Gerritsen

Overzicht bevolkingstellingen en bevolkingsregisters van de stad Mechelen

VERZOEK TOT LIDMAATSCHAP VAN HET KUNSTENAARSCENTRUM BERGEN

Stamboomonderzoek !"#$%&'((")*+,)"#-*."#$&'((")/#0)"#12"#.345"6'4/7(* Dit document bevat tips voor de beginnende genealoog.

Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Afdeling Statistiek en voorgangers,

Roberto Santo 11 december 2010 t/m 16 januari 2011

Archiefnummer Inventaris van het archief/de collectie van. A. Greebe ( ) Kunstenaar en verzamelaar

Stedelijk Museum Amsterdam leende vervalste Mondriaan

INTAKEVRAGENLIJST VOLWASSENEN. U wordt vriendelijk verzocht deze vragenlijst uit te printen, in te vullen en mee te nemen naar het intakegesprek.

PERSBERICHT 16 januari 2015

ARCHIEFNUMMER PLAATSINGSLIJST VAN HET BEVOLKINGSREGISTER VAN LAREN

RINEKE DIJKSTRA op de tentoonstelling Er was eens de collectie nu, Van Abbemuseum, Eindhoven

Een eigenzinnig instituut in Nederland

Gerard ter Borch (II)

NBC+ Collecties beter vindbaar maken Deel 1. Johan Stapel 30 september 2014

GERRIT BENNER prijs voor Beeldende Kunst Juryverslag

Datum afronding inventarisatie vervallen dossiers Handelsregister Kamer van Koophandel: september 1996.

R O G E R R A V E E L M U S E U M. Albisola. Roger Raveel in dialoog met: Lucio Fontana, Asger Jorn, Wifredo Lam, Eva Sørensen & Serge Vandercam

Zoektocht naar Maria Boebes ( )

inhoud 1. Een leven in beeld 2. Vincents jeugd 3. Aan het werk 4. Brieven 5. Boeren 6. Naar Parijs 7. Naar het zuiden 8. De ruziemaker 9.

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 14 juni Ons kenmerk z Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming

Javier Gómez en Arian Winterink exposeert in Museum vd Togt

KIJKWIJZER FDN MUSEUM

Simon Maris. RKDartists& man / Nederlands. aquarellist, etser, graficus, kunsthandelaar, schilder, tekenaar. Naamvarianten

GEORGE MEERTENS SUBLACUS schilderen/painting

Roodbaards opleiding tot pourtraitschilder

Interview over de geschiedenis van Joodse Hagenaars

De Foudgumse School. De kleinste en noordelijkste academie voor figuratieve schilderkunst

De Paèrdestal gaat weer open

Nummer Toegang: NDBK. Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst / Archief

Stichting Henk Fortuin. Jaarverslag 2012

Praktische opdracht Economie Kinderbijslag

A-tekst. De aquarel. Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan

Resultaten onderzoek seksualiteit

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

Opening van de retrospectieve tentoonstelling Constantin Meunier

Collectie Herman Ouwersloot geveild

STICHTING VOOR SURINAAMSE GENEALOGIE JAARVERSLAG 2011

Leeszaalreglement. Stadsarchief Ninove. Goedgekeurd door de gemeenteraad 19 juni 2014

125 jaar. Geïnspireerd door de beroemde werken van Nederlands schilder. Vincent van Gogh ( )

De Foudgumse School. De kleinste en noordelijkste academie voor figuratieve schilderkunst

Fons Gieles en de Maria- Ommegang te Bergen op Zoom.

Archief en collectie George Hendrik Breitner ( )

PERSBERICHT 23 juli 2018

Tabellarische inventaris van de resoluties en indices van de Staten Generaal Theo Thomassen

Co Westerik - Dagelijkse verwondering

DE STIJL OF TOCH JE EIGEN STIJL? NIVEAU ++

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden

PERFORMING IN STYLE 1/8. Wolf Aartsen.

DE OGEN VAN CHARLEY NIVEAU ++

Transcriptie:

Mondriaan aan de Amstel 1892-1912 Verslag van een Amsterdams bronnenonderzoek Gemeentearchief Amsterdam Amsteldijk 67 1074 HZ Amsterdam telefoon: 020-6646916 18 februari t/m 15 mei 1994 Maandag t/m zaterdag 11.00-17.00 uur Zon- en feestdagen van 13.00-17.00 uur Toegangsprijs: ƒ7,50; Stadspas, Pas 65+ en CJP ƒ5,-. Op de tentoonstelling Mondriaan aan de Amstel 1892-1912 worden circa 60 schilderijen, aquarellen en tekeningen uit Mondriaans Amsterdamse periode getoond. De tentoonstelling werpt voorts met archivalia uit het Gemeentearchief en particuliere collecties licht op de omstandigheden waaronder Mondriaan woonde en werkte in Amsterdam. Juist de periode waarin Mondriaan in Amsterdam werkzaam was, is in de kunstgeschiedenis onderbelicht gebleven. Dit is voornamelijk te wijten aan het feit dat Mondriaans latere abstracte composities altijd meer aandacht hebben gekregen dan zijn vroegere figuratieve werk. Tevens heeft Mondriaan zelf weinig over zijn Amsterdamse periode losgelaten. De brieven die hij ontving, gooide hij na lezing weg en ook vele anderen hebben correspondentie van Mondriaan uit deze periode vernietigd. Bovendien is het werk uit de Amsterdamse periode zo omvangrijk (circa 700 werken) en divers dat een verantwoorde inventarisatie daarvan lang niet aangedurfd is. In de jaren '60 heeft de kunsthistoricus Robert Welsh, nu professor,aan de Universiteit van Toronto, vooral topografisch onderzoek verricht naar het werk van de 'vroege Mondriaan'. In een poging om ook meer over het leven van Mondriaan uit zijn Amsterdamse tijd te achterhalen is door ons onderzoek gedaan naar de adressen waar Mondriaan woonde en/of werkte en wie zijn vrienden en opdrachtgevers waren. Met dit onderzoek hoopten we een beeld te krijgen van de achtergronden van de personen met wie Mondriaan in Amsterdam contact had. Tevens werd getracht meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de kunstenaar en in de vraag of deze ontwikkeling werd beïnvloed door de veranderingen binnen zijn kring van kennissen. In het geval van Mondriaan konden deze relaties misschien aantonen hoe en door wie hij, vanuit een Afb. 1. Piet Mondriaan, Watermolen bij Abcoude, eind 1908. Olieverf op doek. Collectie Clark Foundation, Dallas. 63

Waesp en Abcoude Afb. 2. Uitspanning 'Vink' te Abcoude, ontmoetingsplaats voor kunstenaars en dagjesmensen. Collectie Gemeentearchief Amsterdam. gereformeerde achtergrond, in de Amsterdamse artistieke, en later in theosofische kringen, terecht kwam. Bevolkingsregisters Elk onderzoek naar een zogenaamd sociaal netwerk staat of valt met de voor die periode en personen beschikbare bronnen. Voor de tijd dat Mondriaan in Amsterdam woonde (1892-1912), is het bevolkingsregister een belangrijke bron. In Amsterdam werden in de periode 1893-1939 alle mutaties in het bevolkingsregister bijgewerkt op gezinskaarten. Deze gezinskaarten werden aangemaakt op naam van een gezinshoofd of van een zelfstandig wonend persoon. Bij overlijden of vertrek uit de gemeente vóór 1921 werd de kaart uit het lopende bestand gehaald en in haar geheel overgeschreven in de serie 'overgenomen delen'. Alle kaarten die vanaf 1921 nog gebruikt werden, bleven in het bestand en werden in 1939 verfilmd. De originele kaarten zijn in de Tweede Wereldoorlog vernietigd; de films berusten tot op heden bij de Dienst voor het Bevolkingsregister. Terwijl de gezinskaarten alfabetisch op naam zijn gerangschikt, zijn er ook registers op straat aangelegd, de zogenaamde 'woningboeken', vanouds genaamd 'de broodjes'. Uit deze boeken blijkt welke hoofdbewoners op een bepaald adres stonden ingeschreven, uit hoeveel mannen en vrouwen hun gezin bestond, en welke personen als inwonenden te boek stonden. Van de hoofdbewoners en de inwonenden staan tevens alle mutaties van vestiging en vertrek vermeld. De toegang op alle tussen 1893 en 1939 in Amsterdam ingeschreven personen is een alfabetische klapper. In deze klapper staan alle personen vermeld die naar de gezinskaarten van een andere hoofdbewoner verwijzen of die zelf als hoofdbewoner stonden ingeschreven. Tevens vindt men hier de verwijzingen naar overgenomen delen en, in mindere mate, naar woningboeken. Het raadplegen van de klapper en de overgenomen delen is doorgaans geen probleem. Onderzoek in de woningboeken is een stuk lastiger. Deze boeken moeten stuk voor stuk worden aangevraagd. Dit is zeer tijdrovend voor de onderzoeker en zeer arbeidsintensief voor het archiefpersoneel. Voor het Mondriaan-onderzoek bijvoorbeeld werden ongeveer 200 personen nagetrokken. Daarbij moest ongeveer 5000 keer een woningboek of een overgenomen deel ter hand worden genomen. Ter aanvulling werden onder meer geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten, adresboeken en het 'Herenboekje' geraadpleegd. (>!

Een feitelijker beeld Het onderzoeken van Mondriaans 'sociaal netwerk' bleek veel moeilijker dan men zou denken bij een kunstenaar over wie al zoveel is gepubliceerd. Als startpunt moest bij het onderzoek naar de contacten van Mondriaan een overzicht worden gemaakt van alle personen die in de literatuur in relatie tot Mondriaan worden vermeld. Hierbij werd voornamelijk uitgegaan van de door Robert Welsh en Herbert Henkels gepubliceerde gegevens en van de memoires van A.R van den Briel. 1 Van de in deze publikaties genoemde personen, Mondriaans primaire netwerk, konden door genealogisch onderzoek de personalia worden vastgesteld. Hierbij werden zo mogelijk geboortedatum en -plaats, beroep, religie, de overlijdensdatum en -plaats, de adressen en vestigings- en vertrekdata genoteerd en met elkaar vergeleken. Uit de woningboeken blijkt welke personen nog meer op deze adressen woonachtig waren geweest. Een deel bleek na een vergelijking met de literatuur en andere bronnen tot de primaire contactensfeer van Mondriaan te behoren, een deel van deze personen vormde een secundair netwerk en een deel werd niet verder uitgezocht aangezien zij op het eerste gezicht niet direct met Mondriaan van doen hadden. Van de personen uit het secundaire netwerk en anderszins interessant lijkende personen werden eveneens de personalia en de adressen uitgezocht. Deze gegevens leidden weer tot identificatie van nieuwe personen waarna de procedure herhaald werd. De nieuwe persoons- en adresgegevens werden gecombineerd met de gegevens uit reeds bestaande bronnen over Mondriaan. Aanvullende, nogniet eerder gepubliceerde informatie werd verschaft door de Mondriaan-experts Robert Welsh en Joop Joosten, die dit jaar gezamenlijk de catalogue raisonné van Mondriaans werk zullen publiceren. De verzameling van al deze gegevens maakt het nu mogelijk om het historisch beeld van Mondriaan in Amsterdam meer op feiten te baseren. Zo heeft de mysterieuze zelfmoord in de molen in de Tolstraat, die Van den Briel beschrijft 1 Robert P. Welsh, Piel Mondrian 's Early Career, The "Naturalistic" Periods (New York & London 1977); Herbert Henkels, Mondrian fromfiguralion to abstraction (Tokio 1987); A.P. van den Briel, manuscript Mondriaans persoonlijkheid 1 en 2 en een aantal Mededeelingen, alle gericht aan Robert P. Welsh. als de oorzaak van de crisis van Mondriaan in mei 1903, niet in de molen plaatsgevonden, maar in Noordwijk. Anderzijds dienen ook de concrete feiten gerelateerd te worden aan de mondelinge overlevering. Zo is nog steeds niet duidelijk waar Mondriaan tussen 1898 en 1903 precies gewoond heeft. Het bevolkingsregister vermeldt Albert Cuijpstraat 158-4, maar andere bronnen houden het erop dat hij in deze periode hoofdzakelijk in de Watergraafsmeer woonde. Vervolgonderzoek is dan ook onontbeerlijk om de vele nieuwe kwesties, die dit onderzoek oproept, nauwkeuriger te beschrijven. Mondriaans contacten Mondriaans contacten kunnen globaal in drie groepen worden ingedeeld: contacten met een privé-karakter; contacten die een rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van Mondriaan als kunstenaar en van zijn oeuvre - met andere woorden: artistieke en ideële contacten; en contacten die de afzet van zijn werk waarborgden. De drie categorieën kunnen niet strikt van elkaar worden gescheiden. Het mag begrijpelijk zijn dat persoonlijke, artistieke en commerciële relaties nogal eens samenvielen. Een verbindende factor was ook de confessionele overtuiging. Vanuit een streng gereformeerd milieu kwam Mondriaan bij de theosofie terecht. Zijn kennismaking met deze filosofisch-religieuze leer was bepalend voor zijn ontwikkeling als kunstenaar. Omdat aan deze overgang nog weinig aandacht is besteed in de geschiedschrijving over Mondriaan, hebben wij ons onderzoek toegespitst op de contacten, die deze ontwikkeling mede hebben bepaald. Met deze indeling in sociale categorieën kunnen nieuwe conclusies worden getrokken, of kunnen reeds eerder gepubliceerde observaties beter worden onderbouwd. Zo ontwikkelde Mondriaan zich in zijn Amsterdamse tijd van een tamelijk onopvallende schilder, in de trant van de Haagse en Amsterdamse School, tot een avant-gardist en een fervent voorstander van buitenlandse stromingen zoals het luminisme en het kubisme in 1909-1911. Daarnaast viel hij op door een theosofisch geïnspireerde visie op de kunst en het kunstenaarschap. Wat Mondriaans sociaal netwerk betekende voor zijn zuiver beeldende ontwikkeling valt buiten het bestek van dit onderzoek. In belangrijke situaties echter wordt hier kort aandacht aan besteed. 65

Afb. 3. Simon Maris, Piet Mondriaan op de fiets aan het Gein, 1906. Potlood op papier. Particuliere collectie. Mondriaans vriendenkring was van divers pluimage en is waarschijnlijk veel groter geweest dan tot nu toe werd aangenomen. De intensiteit van de contacten wisselde sterk. Met sommige vrienden onderhield Mondriaan tot ver in de jaren '30 contact. Het criterium voor 'vriendschap' lijkt niet zozeer een bepaalde stijl geweest te zijn, als wel een bepaalde visie op kunst. Dat criterium werd strikter gehanteerd naarmate Mondriaans eigen ideeën zich verder ontwikkelden. Ook Mondriaans kring van kopers en opdrachtgevers maakte een ontwikkeling door. Tot ongeveer 1904 werd deze gedomineerd door gereformeerde en hervormde connecties, die deels via Mondriaans vader, fervent aanhanger van Abraham Kuyper, tot stand waren gekomen. Zij waren vooral geïnteresseerd in Mondriaans talent op het gebied van portretten en stillevens en in zijn didactische kwaliteiten: zij lieten hun dochters lessen bij hem volgen. Mondriaans connecties met dit gegoede milieu maakte vanaf 1904-1905 plaats voor een andere kring welgestelden, waarvan de bindende factor niet de confessionele overtuiging lijkt te zijn geweest. De nieuwe kring werd gevormd door mensen met een vrij beroep - vaak waren het artsen of ondernemers. Voorts woonden zij bij elkaar in de buurt, waren doorgaans kunstlievend lid van de kunstenaarsverenigingen St. Lucas of Arti en zij waren vooral geïnteresseerd in Mondriaans talent als landschapsschilder. Doorgaans namen de echtgenotes of zelfstandige vrouwen uit dit milieu les van Mondriaan. Omstreeks 1909 ten slotte, kwam daar de theosofie bij als confessioneel element. Tentoonstelling Op de tentoonstelling worden Mondriaans voorstellingen van Amsterdam en omstreken gecombineerd met bronnen uit het Gemeentearchief en particuliere collecties die op het werk en op de persoon van Mondriaan betrekking hebben. Mondriaans artistieke ontwikkeling wordt op die manier ingebed in een breder kader dan in de kunstgeschiedenis gebruikelijk is. Schilderijen, aquarellen en tekeningen zijn 66

globaal naar onderwerp gegroepeerd. Bij de min of meer thematische indeling zijn de woonbuurten van Mondriaan een leidraad geweest. Met deze opzet wordt getoond dat Mondriaan zich in de loop der jaren steeds meer toelegde op zijn meest geliefde onderwerp, het landschap. Dat landschap, met huizen, boten, slootjes en molens, bestudeerde hij systematisch diepgaand vanuit verschillende invalshoeken en met gebruik van uiteenlopende technieken. De ontwikkeling van Mondriaans kunstenaarschap is op deze manier duidelijk te volgen. Door een combinatie van gevarieerd archiefmateriaal (topografie, kadaster, genealogie, archieven van algemene gemeentelijke zaken) kon het onderwerp van vele werken nauwkeuriger worden geïdentificeerd en letterlijk op de Amsterdamse kaart worden gezet. Harmen Snel en Marty Bax 67